Prins Bernhard leert Spaans en wacht op belangrijke missie Nederlands wettelijke bepalingen omtrent het beschermen van dieren Over van elkaar vervreemde h familieleden i NIEUWE LEIDSCHE COURANT 4 MAANDAG 16 JANUARI 1950 „Karei Doorman' klieft de golven Oefeningen op weg naar de Caraibische Zee Aan boord Hr. Ms. „Karei Doorman". OP DRIEKONINGENAVOND zorgt de zee, die zo kalm leek, toch nog voor een verrassing. Zij maakt zoveel schuim, dat de „Heemskerck" en de „Johan Maurita" onderzeebootallures krijgen. De „Karei Doorman" zelf wordt af en toe flink aan zijn stalen tand gevoeld. Als een koekmes blijft zijn boeg door de golven snijden, maar er zijn ogenblikken waarop hangmatten aan boord verre verkieslijk zijn boven veldbedden. YVy journalisten hebben deze laatste toegewezen gekregen. Wat moet een landrot met een hangmat beginnen. Het gevolg is, dat uw verslag gever driemaal in zijn dromen tot de harde werkelijkheid werd geroepen. Tot dusver heeft de Doorman met zijn zware vracht de meest economische snel heid van 14 mijl gelopen, Het is voor een dergelijke drijvende fabriek een behoor lijk vaartje, maar het kan gerust wat harder, zoals vanmiddag is gebleken. De vliegers in de hangars waren n.l. bezig met hun Fireflies en daarvoor moest het schip met zijn neus in de golven gaan liggen, om deining te voorkomen, die alle Fireflies door elkaar zou hebben slingerd. Inmiddels liepen de beide dere schepen van het smaldeel recht op de Azoren af en waren weldra uit het zicht. Om de formatie weer te herstellen moest er na een uurtje worden ingelopen, waarbij tevens weer de koers werd ver anderd. zodat de golven van opzij het schip aangrepen. Aan de boeg stoof de zee af en toe over het vele meters hoog opgebouwde vliegdek heen en de operat:. geleek op een gevecht van een stalen reus met hem omringende monsters. De beide schroeven, die elk de respectabele kracht van 20.000 P.K. achter zich hebben, maalden het azuurblauwe water tot zeep sop en boven op de brug, waar het onder zulke omstandigheden altijd principieel rustig blijft als in uw huiskamer thuis, mompelde men iets van een buitje. d3t even omzeild zou worden. De matrozen staken hun neus in de stijve bries en leefden mee met het feest van huizenhoge golven en het metersbrede kielzog, dat achter het schip in een dal van blauw water ontstond. Zij dachten, dat hun com mandant een wedstrijd met de Maurits en de Heemskerck van plan was en die beide schepen kregen geen kans van sla gen meer. „As die notedop van een Mau rits boven de 14 mijl wil tippelen, dan mot „het zeuntje" een extra keteltje ter opzetten, énders haalt hij het niet werd er gelachen. Het zeuntje is voor matrozen wat de hofmeester is voor officieren. Wie deze bloemrijke taal v staat zal begrijpen hoe een zeeman leven weet op te vrolijken. BRIEVEN VAN DE PRINS Vanavond is de formatie weer bijeen gekomen. De flikkerlichten van de drie schepen hebben weer visueel contact ge legd en er zijn afspraken gemaakt or morgenochtend vroeg de eerste mail vis de Azoren naar het vaderland te verzen den. Met dat doel komt de Heemskerck langszij de Doorman, altijd een eerbiedig- afstand van een meter of veertig in acht nemend en de mailzak wordt dan c geschoten. Er zullen brieven inzitten aan vele families en daaronder zal zich ook brief van Prins Bernhard bevinden de Koningin en de Prinsesjes op Soest- dijk. De Prins heeft ons vanmorgen deze mededeling gedaan en tevens de journa listen wat over zijn reis verteld. .Er zijn vele economische problemen, die de Prins- ter plaatse hoopt te bespreken en bestu deren. Het feit o.a. dat de Nederlandse gulden is gedevalueerd, terwijl de West Indische gulden rustig op het oude peil is gebleven en in de dollar-area on tastbaar blijft, is een moeilijkheid ons land, waarover de Prins nog weinig meer kon vertellen dan dat hij zich zake eens wil oriënteren. De Prins zal behalve in Mexico ook in de Staten van Suriname een rede houden Van half Januari tot half Maart zal hij rondvliegen en zijn zaken afhandelen, waarvoor hij vrij uitvoerige instructies van onze regering oij zich heeft. Het was een zeer vriendschappelijk onderhoud, dat wij met de Prins in zijn hut mochten hebben. De rozen, die de Koningin op tafel had achtergelaten toen zij Maandag aan boord afscheid van de Prins stonden er nog. Aan de wand hangen aquarellen van de beroemdste momenten uit onze nautische geschiedenis: slag schepen met bolle zeilen en hoog opge bouwde achterstevens, waaronder het admiraalschip met de geuzenvlag in Daarnaast momenten uit de beroemdste gebeurtenissen van de laatste oorlog, waarin stalen reuzen in een hel van vuur elkaai; te lijf gaan. Op het vliegdek van de Karei Door man staat de Dakota vastgesjord, die de Nederlandse regering ter beschikking heeft gesteld van de Koninklijke familie en die thans voor de reis van Prins Bern hard belangrijk werk zal verrichten. Het is een imposante vogel die naast de brug van het grijze oorlogsschip is neerge streken. Beide zien er wat luguber uit: de brug met zijn vervaarlijke schoor steen. zijn ingewikkelde apparatuur en zijn vierloops pom-pomgeschut; de Da kota pikzwart geschilderd, om zijn huid tegen de invloed van de zeedampen te beschermen. Er loopt geregeld een wacht omheen, die de spankracht van de ka bels moet controleren, waarmee de wie len vastgetrokken zijn. Maar de stormen, die in dit jaargetij de Atlantische Oceaan tot een ware kookketel kunnen opzwie pen, blijven uit. De Karei Doorman vaart als een ouderwets strijkijzer een met een hoge kast met echt vuur erin door de lange deining heen. Wanneer een zware roller toevallig tegen de romp aanstoot, bemerkt men de kracht van de zee, die hier vijfduizend meter diep is. Het kan in de atmosfeer volkomen rustig 2jjn, de macht van het water is er boven zulke afgronden altijd. Geen zeekasteel zo zwaar, of het wondt door dit water bewogen. De Dakota staat daar op het vliegdek echter veilig. Nu de Azoren reeds in het zicht zijn kan er practisch niets meer gebeuren. Geen zeeman ver wacht daarna nog beroering in de lucht, geen weerdeskundige denkt meer aan de mogelijkheid vam een depressie in het Oostelijk deel van de Atlantische Oceaan. NACHTFEEST VAN INDIANEN. Inmiddels is de reis van de Prins, die door de lucht verder gaat, wanneer een maal Venezula bereikt is, nog niet -geheel uitgestippeld. De laatste dagen is er weer een flink traject aan toegevoegd. De secretaris van de Prins, mr Thomassen, d/ie zich met vier dikke mappen onder zijn arm tussen ons in genesteld heeft, heeft daar mededelingen over gedaan. Hij een rustig man, voor wie het organise ren van een wereldreis zo iets moet zijn •Ls een trip uitzetten langs de bollenvel den, met druiven eten in het Westland toe. Een man, die veel gecompliceerde zaken tot hun eenvoudigste proporties weet te rug te brengen, zonder er de aardige fa cetten aan te ontnemen. De Prins, die een zeer verantwoorde lijke taak op zich heeft genomen, zal de nodige avonturen gaan beleven als com pensatie. Bosnegers zullen hem in eer korjaal over stroomversnellingen heen voeren, de grootste technische wonderen van wereld'bedrijven en raffinaderijen zullen hem getoond worden. Mevrouw Evita Peron zal in Argentinië zijn gast vrouw zijn, de president van menige staat zal hem in zijn paleis ontvangen. In Mexico zullen Indianen een volksfeest voor hem houden, dat een hele nacht beslag zal nemen ter ere van „Su Alteza II Principe Bernardo".:.... De Prins zal weten, dat hij ontvangen wordt door een volk, dat het aureool van het Koning schap nog niet vergeten is. Vandaar naar President Truman in Washington, het is slechts een enkele stap door het lucht ruim; New York. Ottawa, Quebec, het is voor mr Thomassen zo iets als nog even van dat Westland naar de Maastunnel. Maar er is nauwkeurig afgewogen. Een bezoek aan het machtig interessante In stituut voor Tropisch landbouwkundig Onderzoek gaat helaas niet door Er zijn ergens grenzen, ook reisvaardigheid van een Prins met gevolg en Dakota, voor welke laatste de meest Zuidelijke 2400 mijl reeds te veel zijn, zodat de K.L.M. moet bijspringen, om Su Alteza naar mevrouw Peron te bren gen- Zij wil hem gaarne spreken, al weet zij best, dat het over zaken gaat. Zaken loperatieterrein zal worden. voor ons land van het allerhoogste be lang. Exportrelaties, afzetgebieden voor industrie en landbouw, voor onze luchtvaart en ter bevordering van de grote handelstransacties, die een Neder lands concern het Oost West Syndicaat gaat uitvoeren. Brazilië en Argentinië vooral zijn be langrijk. zegt mr Thomassen. Su Alteza II Principe is er welkom, zo welkom, dat hij nu reeds een tweede uitnodiging het volgend jaar heeft aange- i. Ook dan moge mevrouw Evita hem met haar beminnelijkste glimlach tafel geleiden én de Prins moge dankbaar zijn voor de verwezenlijking in wat hem dit jaar zal worden toe- STUDIE IN SPAANS In de hut, die op de Karei Doorman jor de koninklijke gast is gereserveerd, staat een schildwacht. Hij mag tegen niemand praten en nog veel minder iemand doorlaten. Hij mag alléén horen, wat daarbinnen soms hoorbaar gezegd wordt. Soms zijn het Spaanse r's en ch's, buiten doorklinken. De prins heeft zidh nl- een lingua-phone laten brengen, om de klank van het Spaans goed te beluisteren. Mevrouw Peron zal verbaasd staan over zijn uit spraak. Als hij slaagt, dan zal heel Neder.' land Su Alteza dankbaar zijn. Inmiddels gaat het leven aan boord in de Karei Doorman zijn regelmatige gang. Het gaat erom in betrekkelijk korte tijd het enorme schip piet zijn vele uiteenlopende onderdelen gevechtsklaar te maken. De jongens wakker te krijgen achter hun ingewikkelde apparaten. Ze wegwijs te maken met de kaarten waarop allerlei treks van naderende schepen en vloten moeten worden nagegaan en de vliegers vertrouwd te maken met hun riskant werk om óp het vliegdek te stijgen en te dalen. Geleidelijk komen alle werkplaatsen gebruik. De smid blaast zijn vuur aan de lassers zijn druk in de weer, de touwslagers, de timmerlieden, de diep vriesinrichtingen, de zoetwaterinstalla ties. de luchtverversers waarvoor 450 dynamo's moeten draaien, de radar kamers en de automatische peilinrich- tingen. alles is bezig zich op grote oefe ningen in te schieten. Er worden extra veiligheidsmaatregelen genomen en sterkte wachten gelopen, reeds hebben enkele verduisteringsproeven ons fi 1 i het donker gezet. Alles wijst op toenemende activiteit, Caraibische Zee Nederland kan wel wat leren van de Amerikaanse bodemkartering Internationale bodemkaart van de gehele wereld is in de maak Van onze landbouwmedeiverker) Een groep Amerikaanse bodemkundigen werkt op het ogenblik aan een interna tionale bodemkaart 1 1.000.000 van de gehele wereld. Deze kaart zal niet alleen bijdragen tot het verkrijgen van eenheid in de classificatie van de gronden van de verschillende continenten, maar verschaft ook vele inlichtingen over de bodem gesteldheid van gebieden, waarvan zeer weinig bekend is. De instanties, die zich bezig houden met emigratie van landbouwers,zullen van deze informaties een dankbaar gebruik kunnen maken. Dit deelde prof. dr C. H. E d e 1 n de directeur van de Stichting voor demkartering, ons mede in een onder houd, naar aanleiding van het door hem bijgewoonde „Congres over de conserve ring en het nuttige gebruik van de na tuurlijke hulpbronnen", dat door de Ver enigde Naties te New York is gehouden. De bodemkartering wordt in Amerika in het algemeen uitgevoerd door de Experi ment Stations van de afzonderlijke Sta ten maar de fed. „Soil Survey" („bodem- opnamedienst") zorgt voor de beschik baarstelling van het personeel, het ge reed maken van de kaarten voor de druk. het verrichten van speciale onderzoekin gen. enzovoort. Zij is ook verantwoor delijk voor de legenda's van de karterin- gen van vaak zeer uitgebreide gebieden. De moderne kaarten zijn zeer gedetail leerd en de legenda wordt zeer zorgvul dig ontwikkeld. De oucjere kaarten zijn vaak te globaal en worden als mus< stukken beschouwd. Er bestaat veel overeenkomst tussen de werkwijze, die de Stichting voor Bo demkartering in Nederland volgt, en di£ van de Soil Survey in de Verenigde Staten. Beide berusten overwegend op veldwerk en ook de classi ficaties vertonen grote overeenkomst. De Nederlandse werkwijze ls aangepast aan de alluviale gronden (zee- en rivierklen, de Amerikaanse meer aan de verwerings- gronden van löss, kalksteen, graniet, enz Zowel in Nederland als in Amerika wordt de kartering verbonden met landclassificatie. In de Verenigde Staten streeft men naar „productivity ratings" d.w.z. tabellen, die de opbrengsten v^n de gronden aanduiden, welke onder nor male, respectievelijk goede bedrijfslei ding kunnen worden verkregen. Het is echter, aldus prof. Edelman, niet eenvou dig betrouwbare gegevens te verkrijgen over de opbrengsten, maar de betekenis ervan is zó groot, dat het de moeite loont er de nodige kosten voor te maken. In de Verenigde Staten bestaat een aanzienlijke achterstand in de publica ties van kaarten en rapporten, betgeen voornamelijk wordt veroorzaakt door ge brek aan fondsen. Luchtfoto's- Intussen moet deze opmerking worden gemaakt, dat de karterende instellingen (de Soil Survey en de Soil Conservation Service) karteren op luchtfoto's. Alle landbouwdiensten, zowel de federale als de regionale, maken veelvuldig gebruik luchtfoto's en er wordt in feite in de Verenigde Staten meer voor toepassingen de landbouwkundige wereld gevlogen a voor enig ander doel. Uit de lucht- o's worden de definitieve kaarten sa mengesteld. zodat men nooit voor de moeilijkheid komt te staan hoe de veld- gegevens op de definitieve kaart moeten worden overgebracht. De karteerders hebben grote steun aan de luchtfoto's en de kosten van deze wijze van werken worden veel lager geacht dan die, welke met de bestaande, vaak slechte topogra fische kaarten gemoeid zijn. Volgens prof. Edelman verdient het aanbeveling na te gaan of deze veelbe lovende werkwijze ook in Nederland kan worden nagevolgd. Complete bedrijfsplannen. De Soil Conservation Service levert in de afzonderlijke boeren complete plannen voor de inrichting van hun be drijf, zo vertelde de hoogleraar verder. Daartoe wordt eerst een survey ge maakt, een overzicht, dat inlichtingen verschaft over bodemgesteldheid, ter reinhelling, afwatering, bodemerosie, enz. Op grond van deze gegevens wordt dan in overleg met de boer een plan opge steld hoe hij zijn grond het best kan ge bruiken, rekening houdend met de aard zijn bedrijf. Er worden thans onge- 100.000 bedrijfsplannen per jaar ge maakt. maar zij worden niet alle geheel uitgevoerd. Daar tegenover staat echter, :en deel van de programma's als ge volg van de enorme publiciteit ook wordt uitgevoerd op bedrijven, waarvoor geen plan is opgemaakt. De eigenlijke bodem bescherming is dus uitgegroeid tot een heel landbouwprogramma, dat in de be drijfsplannen wordt verwerkt, en de „con servation farming" is langzamerhand ge worden tot het begrip „goede landbouw". Ongeveer 20.000 guerillastrijders in de Baltisclie landen „Zwarte Kat", de zender van het verzet achter het IJzeren Gordijn (Van onze correspondent) Al mag men de practische betekenis van de verzetsbewegingen achter het IJzeren Gordijn niet te hoog aanslaan, het feit, dat de Sowjetrussische instanties in de laatste tijd hun maatregelen hebben verscherpt om de illegale oppositie de kop In te drukken, toont aan, dat men haar toch als een gevaar beschouwt, waarmede terdege rekening moet worden gehouden. Onze correspondent te Berlijn had dezer dagen een interessant onderhoud met een naar Duitsland uitgeweken ver zetsman, die hem gedocumenteerde gegevens over de In Oost-Europa gevoerde strijd tegen het bolsjewisme verstrekte. Volgers deze zegsman bedraagt het aan tal guerillastrijders in de Baltische landen op het ogenblik ongeveer 20 000 man, die in afzonderlijke groepen gesplitst zijn oifl zich gemakkelijker te kunnen bewegen. Zij bedienen zich daarbij van mirn of meer romantische schuilnamen, zoals „Bos- broeders". „IJzeren Wolf" of „Stalen Bezems". Deze groepen waren vooral de laatste weken in een felle strijd tegen de beruchte anti-partisanenafdelingem van de „Istrebiteli" gewikkeld. Deze groepen worden gesteund door talrijke uit Rusland gevluchte Duitse krijgsgevangenen, o.a. 1500 voormalige Duitse officieren, meer echter nog door de Wit-Russische partisanenbeweging „Zwarte Kat", een organisatie, welke voortkomt uit de „Onafhankelijke Wit- Rutheense Vrijheidspartij", die reeds in 1944 werd opgericht. De „Zwarte Kat" is met moderne wa penen uitgerust, o.a. lichte pantser af weer- kanonnen, granaatwerpers, karabijnen, machinegeweren en machinepistolen, die door de terugtrekkende Duitsers waren achtergelaten. Door Russische colonnes, opslagplaatsen e.d. te overvallen worden de voorraden van tijd tot tijd aangevuld. Bovendien is er een speciale afdeling, welke in het buitenland illegaal wapen tuig aankoopt en via eigen radiozenders voortdurend in contact staat met hei hoofdkwartier van de „Zwarte Kat". De chef van deze organisatie is bekend onder de naam „Witoesjka". Enkele weken ge leden maakten Russische instanties be kend dat hij gearresteerd zou zijn, maar dit bericht werd onmiddellijk door de zender van de „Zwarte Kat" tegenge sproken. Een nog grotere activiteit dan de „Zwarte Kat" ontplooit het Oekrainisch» Verzetsleger (Ukrainska Powstainca Ar- mija), kort UPA genoemd. Volgens onze zegsman beschikt dit leger zelfs over zware wapenen, o.a. tanks van het model T 34, „Panther" en „Tijger". Dit legei bestaat reeds sedert 1941. De commandant, zekere Banderow, deed toen het voorstel aan de Duitsers om aan hun zijde tegen het bolsjewisme te strijden. Hij werd toen uitgenodigd voor een bespreking naar Oost-Pruisen te komen, maar te Aller- stein geïnterneerd. In de laatste chaotische oorlogsweken slaagde hij erin te vluchten. Op het ogenblik zijn de „Banderowici" ondergeschikt aan de UHWR, de Oekrai- nische Bevrijdingscommissie, waarvan ook de tegenwoordige chèf van de UPA, gene raal Chuprynka, deel uitmaakt. Na de Sovjetmaarschalk Waloetin werd de Poolse vice-minister van Oorlog, gene raal Swierczewski het slachtoffer van de Oekralnische partisanen. Luitenant R. J Sokolenko, die aan deze aanslagen daad werkelijk had deelgenomen en kortgele den over Tsjechoslowakije naar het Wes ten is uitgeweken, heeft zelf nadere bij zonderheden daaromtrent verteld. Hij en zijn mannen lagen toen in dc Karpathen-dnehoek, die aan Tsjecho slowakije. Polen en de Sovjet-Oekraine grenst Door speciale koeriers kwam hij te weten, dat generaal Swierczewski. de „Held van het Rode Spanje", en generaal Gerhardt, die zich eveneens in de Spaanse burgeroorlog had onderscheiden, langs de weg Balyhorod-Sanak in aantocht waren Een compagnie van de UPA hield zich toen in de bossen, waar de weg doorheen liep. schuil. Enkele uren later naderden vier gepantserde verkenningswagens uit de richting Balyhorod. Het bleek de hoede te zijn, die de generaals op hun reis •moest beveiligen. Zij reed op enkele meters afstand langs de uitstekend ge camoufleerde mitrailleurnesten van d< partisanen en verdween in de richting Sanak. Enkele minuten later doemde uit de lichte ochtendmist een personenauto op. die gevolgd werd door een met gewapende militairen bezette vrachtwagen. Vrijwel op hetzelfde ogenblik steeg aan de rand van het bos een rode lichtkogel op: het teken om het vuur te openen. Duidelijk ontwaarde luitenant Sokolenko vanachter zijn machinegeweer de met ordetekens getooide uniformen van de generaals. On middellijk na het eerste salvo stopte de voorste wagen. De soldaten van de ach terhoede wilden van hun wagen afsprin gen om de auto van de generaals te dedigen, maar zij werden onmiddellijk zodanig onder vuur genomen, dat zij dek king moesten zoeken, terwijl UPA-scherp- schutters hun aanval op de auto der gene raals concentreerden. De kogels, waaraan de Sowjetofficleren ten offer vielen, waren afkomstig va UPA-commandant Hran, voormalig luite nant van het Sovjetleger en drager va dapperheidsmedaille uit de oorlog tegen Fin-land. Toen ongeveer een kwartier later de aantocht van sterkere troepen uit hei garnizoen van Balyhorod werd gemeld, staakten de partisanen het gevecht. De dood van Swierczewski en zijn be geleiders werd enkele dagen later offi cieel bekend gemaakt. Wegens deelneming aa-n deze moordaanslag werden te War schau 22 Oekraniers ter dood resp. tot langdurige tuchthuisstraffen veroordeeld Van bevoegde zijde wordt dat minister Stikker van de Indonesisc! premier drs Moh. Hatta het verzoek heeft ontvangen om in plaatsen in het buiten land, waar Indonesië geen eigen verte genwoordigers heeft gevestigd, de Indo nesische belangen door de Nederlandse vertegenwoordigers te doen behartigen Aan dit verzoek zal gevolg worden ge geven. Ook de apothekersassistenten krijgen 5 procent meer, in afwachting definitieve regeling van de arbeidsvoor waarden. Per dag worden 500 a 600 demobilisanten afgewerkt Boskamp te Amersfoort weet er weg mee Het „Durchgangslager" Amersfoort, dat tijdens de bezetting een voorportaal was Duitse concentratiekampen, is thans duizenden militairen mannen zo wel als vrouwen, die in Indonesië hebben gediend het doorgangskamp naar de vrijheid van het burgerleven geworden. Sinds 20 Dec. is dit, zoals gemeld, onder de naam Boskamp het demobilisatiecen trum der Kon. Landmacht. Na aankomst in Nederland gaan de ge zonde militairen met 6 weken verlof naar huis. doch na ongeveer 4 weken moeten zij zich melden voor de definitieve demo bilisatie in Amersfoort. De soldaat komt in burgerkleding naar het kamp op 's Rijks kosten waar hij een demobili satieboekje ontvangt als handleiding voor zijn tocht door het Kamp. Hij begint met zijn borstkas te laten fotograferen (150 man per uur), waarna de herkeuringsraad van 6 artsen (iedere arts onderzoekt 10 man per uur) hem onder handen neemt. Heeft de soldaat een slecht gebit, dan krijgt hij een bewijsje voor gratis behan deling in zijn woonplaats door een mili- of contacttandarts. Voor de wacht geldregeling is vervolgens het Bureau van de Sociale Dienst actief, waar de sociale paspoorten klaar liggen, terwijl daarna de soldaat zijn reisgeld kan terughalen bij het reisbureau. Geestelijke moeilijk heden kunnen dan nog worden besproken met een legeraalmoezenier of een veld prediker. Ondertussen is de borstkasfoto ontwikkeld en kan de gedemobiliseerde horen of alles in orde is. Meent de dokter iets gevonden te hebben, dan wordt de soldaat aangehouden, zo niet. dan wordt hij gedemobiliseerd en kan hij zijn uit rustingstukken inleveren en met zijn eigen betaalmeester alle gelden verreke nen, die hij nog te goed heeft of schul dig is. Het certificaat en het speldje voor orde en vrede worden uitgereikt en als een vrij mens verlaat de soldaat het kamp. Zo worden er door 800 man perso neel per dag ongeveer 500 a 600 demobili santen per dag afgewerkt. Er moeten nog ongeveer 80.000 man gedemobiliseerd worden. Artikel 254 van het Wetboek van Strafrecht Mr dr W. Hugcnholtz te Leiden, secre taris van de Ned. vereniging tot bescher ming van dieren werd van andere zijde verzocht een populaire beschouwing tc geven over onze belangrijkste wettelijke strafbepalingen inzake dierenbescher ming. Mr Hugenholtz was zo vriendelijk, ook voor ons blad een artikel te schrij ven en wel over artikel 254 van het Wetboek van Strafrecht. Deze bepaling luidt als volgt: „Met gevangenisstraf van ten hoog ste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden wordt gestraft: 1. hij, die zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zoodanig doel toelaat baar is, opzettelijk aan een dier pijn of letsel veroorzaakt of de gezond heid van een dier benadeelt; 2. hij, die. zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zoodanig doel toelaat baar is,' opzettelijk aan een dier dat geheel of ten deele aan hem toebe hoort en onder zijn opzicht staat of aan een dier tot welks onderhoud hij verplicht is, het noodige levenson derhoud onthoudt. Het dier kan, indien het den schul dige toebehoort, worden verbeurd verklaard. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar." Oorspronkelijk bepaalde art. 254 van het in 1886 ten onzent ingevoerde nieuwe Wetboek van Strafrecht, dat „mishande ling van een dier" strafbaar was. Deze bepaling was toen echter zo vaag, dat in de practijk herhaaldelijk ernstige ge vallen van mishandeling ongestraft moes ten blijven. Toch was deze nieuwe wets bepaling van 1886 een grote vooruitgang, waar dit artikel, met het toen eveneens ingevoerde art. 455, de eerste algemene wettelijke bepalingen tegen dierenmis handeling betekende. Daarvóór was wel in de wet (van 5 Juni 1875) tegen het voorkomen van hondsdolheid bepaald, dat dierenmishan deling van een hond of kat strafbaar was. Dit geschiedde echter niet uit liefde voor honden en katten, maar om hondsdolheid te voorkomen. Daarenboven waren an dere dieren niet beschermd. Sinds 1886 was dit wel het geval. Het art. 254 werd geplaatst onder de misdrijven tegen de zeden. Dit is typisch! De dieren worden dus niet beschermd om huns zelfswll, doch om tc voorkomen dat het zedelijkheidsgevoel der mensen gekwetst zou worden, Indien dieren wor den mishandeld. Het ls wel heel eigen aardig, dat dit belangrijkste van de ar tikelen over dierenbescherming is onder gebracht bij de zedendelicten. Toch werd er indertijd maar genoegen mee ge nomen. Als de dieren maar beschermd werden, dan deed het er niet zoveel toe, waar men dc bepalingen wilde onder brengen. Het spreekt vanzelf, dat in de Dierenbeschermingswet, zoals wij die wensen, duidelijk behoort uit te komen, dat de bepalingen omtrent dieren bescherming doordrenkt moeten zijn van de gedachte, dat de dieren „aanspraken" hebben op bescherming, niet langs omweg, doch recht op de man af'. De tegenstanders van art. 254 in toenmalige Tweede Kamer wezen er her haaldelijk op, dat dieren geen rechten hadden. Het is goed aan de vergetelheid te ontrukken wat daarover werd opge merkt door de edele dierenvriend Des Amorie van der Hoeven, lid der t malige Commissie van Rapporteurs. Hij zeide: „Gij hebt een trouwe hond. dit jaren lang bij U is geweest en voor L en Uwe kinderen een nederige huis genoot is geworden; die hond heeft U tegen diéfstal en roof beveiligd; heeft Uwe kinderen bewaakt; enz. Heeft die hond geen recht op een bete broods, geen recht, dat men hem niet de oogen uitsteke of op andere wreedaardige wijze mishandele? Wilt gij het een recht noe men in schoolschen zin, wilt gij chica neeren op het woord, ik geef U dat woord gaarne ten geschenke". En zo was het, geen gechicaneer woorden om de dieren tegen te werken! Gelukkig kwam het artikel er toch door! De toenmalige Minister Modderman wees er indertijd nog op, dat slaven oud tijds ook geen rechten hadden. Langza merhand kwam daarin verandering. Mensen, die men oudtijds honend „zie kelijke philanthropen" en „sentimentele moralisten" noemde, verkregen, dat door Senatusconsulten in het Romeinse Kei zerrijk de slaven werden beschermd tegen enige wreedheden van hun mees terOm die bescherming nog wat meer algemeen te kunnen maken er haar ook een voor 't grote publiek be grijpelijke utiliteitsgrondslag te geven, zei lajer een keizer: „interest rei publi- cae, ne quis sua re abutatur" (het is belang voor de Staat, dat niemand bruik maakt van zijn eigendom) Door dat beroemde woord opende Antonius Pi us voor de slaven datzelfde overgangs tijdperk, waarin de hedendaagse maat schappij zich bevindt ten aanzien van het dier. Het zou mij te ver voeren nog die per in te gaan op al hetgeen voor de totstandkoming van art. 254 daarover in de Staten-Generaal is gezegd. Wij wil len nu beginnen met het artikel zelf. Het werd onder Minister Heemskerk in de tegenwoordige (hierboven afge drukte) vorm gegoten bij art. 1 van de Wet van 16 April 1920 (Staatsblad 194). omdat de redactie-1886 onhoudbaar en ondeugdelijk was gebleken. Wil iemand strafbaar zijn ex art. 254 sub. 1. dan moe ten wij op het volgende letten: 1. Heeft verdachte opzettelijk, dat wil zeggen: willens en wetens, aan het dier pijn of letsel toegebracht (of is zijn gezondheid benadeeld)? 2. Zo ja, is hier dan ook gehandeld „zonder redelijk doel"? Geen rede lijk doel: strafbaar. 3. Is er wel een redelijk doel: dan alleen strafbaar, indien is gehandeld met ovft-schrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig redelijk doel toelaatbaar was. Ad. 1. zij opgemerkt, dat hier een drie ledige onderscheiding te maken is. De verdachte kan n.L a. pijn heoben veroorzaakt of b. letsel hebben veroorzaakt of c. de gezondheid van het dier hebben benadeeld. Ad 2. zij opgerfierkt, dat de recht spraak nogal gauw een redelijk doel aanneemt. Zo hoort men als redelijk doel noemen: het inscherpen van tucht en bestrijding van wederspannigheid, beide te bereiken door een kastijding; het vooruitbrengen van de medische we tenschap door vivisectie; geschiktheid voor diensten door het dier met zweep of ander voorwerp te slaan; het castreren van katers ter besparing van ongemakken voor het dier en eigenaar, enz. enz.; het couperen van paarden ter verhoging van de tentoonstellings- en/of handelswaarde (bij honden soms z.g. ook om het aesthetisch voorkomen te hogen). Ad. 3. Al neemt de rechter in eer paald geval een redelijk doel aan, toch mag weer niet overschreden worden het geen ter bereiking van dit redelijk doel toelaatbaar is. Niet allei is maar geoor loofd om dat doel te bereiken. Ik zal voorbeelden geven: Het inscherpen van tucht kan de kastij- ding van een dier rechtvaardigen. Ook weerbarstige kinderen moeten wel onderhanden worden genomen. „Een goed vader spaart de roede niet". Maar het mag niet te gek worden. Indien kind iets werkelijk ondeugends heeft ge daan, mag het een paar flinke tikken krijgen om zijn euveldaad af te leren, maar men mag niet te ver gaan, men mag niet overschrijden, hetgeen ter De- reiking van het doel toelaatbaar is. Men mag evenmin een dier „afranselen". Doet men dit toch, dan wordt men strafbaar ex art. 254 sub. 1. Vivisectie om de wetenschap vooruit te brengen wordt meestal een redelijk doel geacht. Zeker in de rechtspraak. Doch als het te ver gaat is men weer strafbaar. M.i. bijvoorbeeld, indien het slechts geschiedt om des vivisectors nieuwsgierigheid te bevredigen, of als het volkomen overbodig is of indien het geschiedt door een onbekwame of der verdoving enz. Vandaar dat Noyon in zijn handboek zegt: „De zogenaamde vivisectie valt, indien een redelijk doel of de vereiste evenre digheid ontbreekt, stellig ook onder het artikel". In Engeland is de vivisectie in 1876 speciaal wettelijk geregeld en in hoge mate beperkt. Bij ons is deze nog steeds niet geregeld. De enige correctie gelegen in art 254. Geschiktheid voor diensten: indien een paard weigerachtig is, mag het met de zweep aangezet worden. Men mag echter niet zover gaan, dat het paard met ijzeren staaf het neusbeen wordt verbrijzeld (zoals een onverlaat on langs deed) of dat men het (bijna) doodslaat (zoals al vaak is gebeurd en nog gebeurt). Uit al deze gevallen blijkt, :r een zekere belangenafweging no dig is. Hoe beschaafder ons land des te spoediger zal hier worden aangenomen, (dat er geen redelijk doel is of) dat bij redelijk doel het toelaatbaré is overschreden. Het tweede lid Op art. 254 lid 2° zal ik niet dieper ingaan. De woorden van de wet zijn vrij duidelijk. Indien iemand zonder meer ïen dier, dat hem geheel of ten dele toebehoort en onder zijn opzicht staat (dat moet er bij) het nodige levenson- Limburgse gemeente stimu leert eigen woningbezit Geeft hulzen in huurkoop aan gegadigden De gemeenteraad van Horst (L) heeft) j een verordening vastgesteld, regelende het bouwen van woningen door de ge meente, welke woningen dan in huur koop aan de gegadigden worden uitge geven. De verzoeker moet zelf de grond, zo hij die heeft, inbrengen en „om met" aan de gemeente overdragen. Heeft hij geen bouwgrond dan moet hij het be- j drag storten dat de waarde vertegen- woordigt van de grond, welke dam door de gemeente beschikbaar gesteld zal worden. Dit zijn de enige kosten i welke direct ten laste van de verzoe ker komen. 1 De woning wordt verder geheel door de gemeente gebouwd met gebruikma king van de financieringsregeling. De te rugbetaling van de bouwkosten aan de gemeente moet in 30 jaar geschieden. Het wekelijkse huurkoopbedrag zal voor een woning van 298 mS gedurende de eerste 10 jaar ongeveer f 5-25 bedragen (nor male huur voor een dergelijke woning I is f4.65). Maar na deze 10 jaar zal het huurkoopbedrag de resterende 20 jaren slechts f 1 60 bedragen. De huurkoper zal zelf de woning moeten onderhouden, maar belastingen en overige lasten ge durende de overeenkomst komen voor gemeenterekening. Deze regeling, die de mensen in staat stelt onder gemakkelijke voorwaarden en binnen een redelijke termijn eigenaar van een woning te worden, behoeft nog de goedkeuring van Ged. Staten- Bus tegen stilstaande trailer: 9 gewonden Een autobus met 20 arbeiders van de Heveafabrieken te Oisterbeek is Zater dag in alle vroegte bij Renkum op een trailer gebotst die midden op de weg stil stond i.vjn. een reparatie en waar van de achterlichten niet zouden hebben j gebrand. Aoht arbeiders, alsmede de chauffeur i van de trailer, werden min of meer em- stig gewond en zijn in Wageningen op genomen. De buschauffeur bleef onge- Er bestaan in de taal nog heel wc kennen. Ik denk b.v. aan het woord hier aan een familiebetrekking tusse En toch is de verwantschap hier t meer familieleden, die elkaar niet meer vriend. Zou men zo op het eerste gezicht dit woord en vrijen denken? Allicht niet. r na.. Want vriend is niets anders dan het werkwoord vrijen. Zoals men van wandelen en zingen de deel woorden wandelend én zingend maakt, deed men dot ook met vrijen (of vriën). Een vriend(e) was dus zoveel als een beminnende. Want men dient hierbij te be denken dat vriën vroeger een algemener betekenis had dan tegenwoordig. Het was niet: liefhebben op min of meer handtastelijke wijze, maar beminnen zonder verdere franje. Evenzo is het met vijand gegaan, ze onwillekeurig in gedachten Fiën (vijen) betekende haten and of viant was een hatende. Zelfs het woord Heiland behoort tot dit sc woorden. Hellen (ons woord helen heelmeester) beduidt gezond maken, dat men in middeleeuwse geschriften Christus nog genoemd vindt met naam „die Gesontmaker". Dat bruiloft iets met lopen zc maken hebben, ligt ook al niet voc hand Toch is dit zo: oorspronkelijk be duidde het woord: plechüge loop of tocht om de bruid af te halen. Men herinnert zich wellicht dat het lang de gewoonte :s geweest (en in sommige streken heerst deze gewoont nog) de bruid over dt dorpel of drempel te tillen. Het bij geloof bestond dat het ongeluk zou bren gen, wanneer de bruid het huis binnen- l i e p. Hier komen we o woord tegen: dorpel. Het is eigenlijk deurpóól, grens van de deur. Van het ene konjen we op het andere, palen is dus ook begrenzen In de Bijbel lezen we vaak het woord landpalen. Dit mag men dus niet opvatten als ons woord grenspaal, namelijk een houten paal die de grens aangeeft, doch wel als de land grens zelf. Trouwens, dit blijkt ook duidelijk uit de Psalmregel: ,,'s Heren goedheid kent geen palen" Eenvoudige lieden zingen dat vaak mee zonder veel van de zin te vatten. Als een bijbel in zeer oude spelling is geschre ven, kan dat tot zonderlinge misvattin gen aanleiding geven. Zo moet in een landelijke gemeente het volgende ge schied zijn De predikant was zie* en een der ouderlingen zou een stichtelijk woord spreken. Ongelukkigerwijze koos hij het tekstwoord: „Here, gij verkwikt mijre ziel". Maar er stond v e r q u i c k t en daar het verschil tussen t q deze man nooit duidelijk was gewor den, las hij v e r p u i c k t en bracht dit in verband met puik(er) maken. Aangezien de toehoorders dit woorö goed begrepen ging er toch «lichting van zijn woord uit en dóarom was het ten slotte te doen. Hier stichtte het verkeerd opvatten van woord niet veel verwarring. Groter kans is hierop, wanneer we lezen van één der vier vrouwen van Willem de Zwijger, dat het een „poottg wijf" was. Men ziet derhoud onthoudt zonder redelijk doel, dan is zo iemand strafbaar. Ook hij die verplicht is tot onderhoud van het dier (een bewaarder bijv.) mag dit zonder redelijk doel het nodige levensonder houd niet onthouden. Is er een redelijk doel dan is men niet strafbaar. Voor beeld: iemand laat zijn hond, die on deugend is geweest, een halve dag zon der eten zitten. Hij overschrijdt echter het toelaatbare als hij het dier twee da gen of langer geen voedsel geeft. En is dus weer wel strafbaar! Uit dit alles zien wU ook bij dit tweede lid van art 254. dat er steeds een afwe ging van belangen moet plaats hebben voor de rechter. Is deze een dieren vriend, dan zal hy niet spoedig een rede lijk doel aannemen (hehalve in aperte gevallen). Neemt hy een redeiyk doel aan dan zal hy spoedig oordelen, dat het toelaatbare is overschreden. Onze rechterlijke macht, die uit des kundige en humane mensen bestaat heeft in ons land ook op dit stuk haar hoge taak begrepen. Lezen wy de couranten dan zien wij hoe de dieren beulen (gróte en kleine) worden ge straft. De motivering van de vonnissen steeds van groot en edel gehalte. Onze rechterlijke vonnissen op het punt van dierenmishandeling zijn van onschatbare waarde In de eerste plaats voor het welzijn der dieren, maar niet minder oor de beschaving en veredeling die er oor ons volk in is gelegen. Tenslotte zij nog opgemerkt, dat po ging niet strafbaar werd gesteld, waar poging bij gewone mishandeling (van mensen) ook niet strafbaar is (zie art 300 1.1. W. v. Str.R.). Van groot belang is ook dat het mishandelde dier, indien het de schuldige toebehoort, kan wor den verbeurdverklaard. In dergelijke ge vallen zorgen onze wakkere afdelings besturen wel voor een goede baas. de handen in de zyde, haar echtgenoot opwachtend, een toneel, dat ons toch niet aangenaam aandoet in verband met de Vader des Vaderlands. Maar sto! TT gerust. Het woord „pootig" had vroeger de betekenis van koppig of stijfhooldig, 1 wat een heel andere kijk op de zaak geeft. Wie thans iets achterbaks doet, krijgt daardoor een slechte naam. Men ziet hem I" vóór onbetrouwbaar aan De afleiding is beter te begrijpen, indien men aan het Eng. woord back (rug) denkt 't betekent: ie:s achter z'n rug doen, zodat de man die tegenover U staat, het niet zien kan Oor spronkelijk had het woord slechts de betekenis van „in 't geheim" en wat het niet noodzakelijk „geniepig". Wambuis wordt thans weinig gebezigd. Men vindt het meer onder de vorm wam mes, inzonderheid in het woord luiwam mes, dat trouwens ook onder de vorm luibuis voorkomt Wat een buis is. weet iedereen, maar beduid-i wam? Ook hier kan een vergelijking met het Engels ons helpen. Het Engelse „womb" betekent baarmoeder. We zien er uit dat een wam- j huis oorspronkelijk een bekleding van de buik was. Later heeft deze betekenis ook uitbreiding ondergaan. Een ongeveer i gelijke verhouding bestaat tussen het woord pens (dat nu nog in „nette" taal j althans, slechts koeienmaag betekent; en het woord pantser. 0>k dit laatste duid de oorspronkelijk een bekleding van de buik aan. Ik heb zo de indruk, öat het woord kwansuis (voor de grap, niet echt) lang zamerhand in onbruik raakt Tooh is het de moeite waard Ji- woord even nader te bekijken, want het is een zonderlinge zwerveling. Wie ziet er nu nog een La- tijns woord in? En tooh komt het van quamsi d.w.z. alsof. Er bestaan ook schertsende vervormingen van, als bijv. j kwanswijs, dat,men stellig met het woord wijs (manier) ir, verband heeft wliltn brengen In de '9e eeuw treft men deze vorm kwamswijs nog aan Op wa.te eigenaardige wijze een woord soms van betekenis kan veranderen blijkt bijv. nog uit het woord overbodig. Wie .mjn J vorige artikelen met aandacht, heef-, ge- t lezen, vermoedt al, dat dit woord met .bieden" in verband moet staar^. Dat is ook het geval Maar Overbodig betekent eigenlijk: overmatig biedend, doch als men zeer veel biedt, is dat een bewijs dat men be- 1 reid is iets te kopen. Zo kreeg in de 17a eeuw het woord de betekenis: gewillig, bereid Maar als men iets te sterk aan- geboden krijgt, wil mer. het met meer en vindt men het overbodig Zo zijn we bij de tegenwoordige betekenis aangeland. Bij .het woord wederwaardig heid kunnen we iets dergelijks opmer ken. In de 17de eeuw betekent het: weerzin, wederspannigheid. Het was toen het tegengestelde van meewarigheid dat meegaandheid (zachtmoedigheid) beduidde. Hoe nu de tegenwoordige betekenis te verklaren^ Wel wat zich tegen ons wendt, wat wederspanning is tegenover onze j wensen, is een wederwaardigheid. In Vondels „Leeuwendalers" lezen we nog: Men weet van lantkrackeel, noch nyt. Van wederwaerdighelt, noch spijt. Een musket is een ouderwets ge weer. „De drie musketiers" van Dumas is een der bekendste Franse boeken. Maar wie zoekt achter dit woord een vogel naam? Toch is dit de oorsprong. De vogel, waaraan het wapen zijn naam ont- i leent, is een klein soort sperwer, die men de jacht gebruikte en die zijn ontleende aan de spikkels (mou- ches) op zijn borst. Er zijn trouwens i meer voorbeelden dat een naam van een I vuurwapen aan die van de jachtvogels ontleend werd. En hiermede neem ik voor vandaag or lof" d.w.z. afscheid. (maar eigenlijk, verlof, vergunnmng om te gaan). Dit woord is in onbruik geraakt, doch nog enigszins bekend uit de voor laatste strofe van het „Wilhelmus": Oorlof, mijn arme schapen Die syt in groten noodt. Dr F. C. Dominicus. j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1950 | | pagina 4