Prins Bernhard leert Spaans en
wacht op belangrijke missie
Nederlands wettelijke bepalingen omtrent het
beschermen van dieren
Over van elkaar vervreemde h
familieleden i
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
4
MAANDAG 16 JANUARI 1950
„Karei Doorman' klieft de golven
Oefeningen op weg naar de Caraibische Zee
Aan boord Hr. Ms. „Karei Doorman".
OP DRIEKONINGENAVOND zorgt de zee, die zo kalm leek, toch nog voor een
verrassing. Zij maakt zoveel schuim, dat de „Heemskerck" en de „Johan
Maurita" onderzeebootallures krijgen. De „Karei Doorman" zelf wordt af en toe
flink aan zijn stalen tand gevoeld. Als een koekmes blijft zijn boeg door de golven
snijden, maar er zijn ogenblikken waarop hangmatten aan boord verre verkieslijk
zijn boven veldbedden. YVy journalisten hebben deze laatste toegewezen gekregen.
Wat moet een landrot met een hangmat beginnen. Het gevolg is, dat uw verslag
gever driemaal in zijn dromen tot de harde werkelijkheid werd geroepen.
Tot dusver heeft de Doorman met zijn
zware vracht de meest economische snel
heid van 14 mijl gelopen, Het is voor een
dergelijke drijvende fabriek een behoor
lijk vaartje, maar het kan gerust wat
harder, zoals vanmiddag is gebleken. De
vliegers in de hangars waren n.l. bezig
met hun Fireflies en daarvoor moest het
schip met zijn neus in de golven gaan
liggen, om deining te voorkomen, die
alle Fireflies door elkaar zou hebben
slingerd. Inmiddels liepen de beide
dere schepen van het smaldeel recht op
de Azoren af en waren weldra uit het
zicht. Om de formatie weer te herstellen
moest er na een uurtje worden ingelopen,
waarbij tevens weer de koers werd ver
anderd. zodat de golven van opzij het
schip aangrepen. Aan de boeg stoof de
zee af en toe over het vele meters hoog
opgebouwde vliegdek heen en de operat:.
geleek op een gevecht van een stalen
reus met hem omringende monsters. De
beide schroeven, die elk de respectabele
kracht van 20.000 P.K. achter zich hebben,
maalden het azuurblauwe water tot zeep
sop en boven op de brug, waar het onder
zulke omstandigheden altijd principieel
rustig blijft als in uw huiskamer thuis,
mompelde men iets van een buitje. d3t
even omzeild zou worden. De matrozen
staken hun neus in de stijve bries en
leefden mee met het feest van huizenhoge
golven en het metersbrede kielzog, dat
achter het schip in een dal van blauw
water ontstond. Zij dachten, dat hun com
mandant een wedstrijd met de Maurits
en de Heemskerck van plan was en die
beide schepen kregen geen kans van sla
gen meer. „As die notedop van een Mau
rits boven de 14 mijl wil tippelen, dan
mot „het zeuntje" een extra keteltje
ter opzetten, énders haalt hij het niet
werd er gelachen. Het zeuntje is voor
matrozen wat de hofmeester is voor
officieren. Wie deze bloemrijke taal v
staat zal begrijpen hoe een zeeman
leven weet op te vrolijken.
BRIEVEN VAN DE PRINS
Vanavond is de formatie weer bijeen
gekomen. De flikkerlichten van de drie
schepen hebben weer visueel contact ge
legd en er zijn afspraken gemaakt or
morgenochtend vroeg de eerste mail vis
de Azoren naar het vaderland te verzen
den. Met dat doel komt de Heemskerck
langszij de Doorman, altijd een eerbiedig-
afstand van een meter of veertig in acht
nemend en de mailzak wordt dan c
geschoten.
Er zullen brieven inzitten aan vele
families en daaronder zal zich ook
brief van Prins Bernhard bevinden
de Koningin en de Prinsesjes op Soest-
dijk. De Prins heeft ons vanmorgen deze
mededeling gedaan en tevens de journa
listen wat over zijn reis verteld. .Er zijn
vele economische problemen, die de Prins-
ter plaatse hoopt te bespreken en bestu
deren. Het feit o.a. dat de Nederlandse
gulden is gedevalueerd, terwijl de West
Indische gulden rustig op het oude peil
is gebleven en in de dollar-area on
tastbaar blijft, is een moeilijkheid
ons land, waarover de Prins nog weinig
meer kon vertellen dan dat hij zich
zake eens wil oriënteren.
De Prins zal behalve in Mexico ook in
de Staten van Suriname een rede houden
Van half Januari tot half Maart zal hij
rondvliegen en zijn zaken afhandelen,
waarvoor hij vrij uitvoerige instructies
van onze regering oij zich heeft. Het was
een zeer vriendschappelijk onderhoud,
dat wij met de Prins in zijn hut mochten
hebben. De rozen, die de Koningin op
tafel had achtergelaten toen zij Maandag
aan boord afscheid van de Prins
stonden er nog. Aan de wand hangen
aquarellen van de beroemdste momenten
uit onze nautische geschiedenis: slag
schepen met bolle zeilen en hoog opge
bouwde achterstevens, waaronder het
admiraalschip met de geuzenvlag in
Daarnaast momenten uit de beroemdste
gebeurtenissen van de laatste oorlog,
waarin stalen reuzen in een hel van vuur
elkaai; te lijf gaan.
Op het vliegdek van de Karei Door
man staat de Dakota vastgesjord, die de
Nederlandse regering ter beschikking
heeft gesteld van de Koninklijke familie
en die thans voor de reis van Prins Bern
hard belangrijk werk zal verrichten. Het
is een imposante vogel die naast de brug
van het grijze oorlogsschip is neerge
streken. Beide zien er wat luguber uit:
de brug met zijn vervaarlijke schoor
steen. zijn ingewikkelde apparatuur en
zijn vierloops pom-pomgeschut; de Da
kota pikzwart geschilderd, om zijn huid
tegen de invloed van de zeedampen te
beschermen. Er loopt geregeld een wacht
omheen, die de spankracht van de ka
bels moet controleren, waarmee de wie
len vastgetrokken zijn. Maar de stormen,
die in dit jaargetij de Atlantische Oceaan
tot een ware kookketel kunnen opzwie
pen, blijven uit. De Karei Doorman vaart
als een ouderwets strijkijzer een met
een hoge kast met echt vuur erin
door de lange deining heen. Wanneer
een zware roller toevallig tegen de romp
aanstoot, bemerkt men de kracht van de
zee, die hier vijfduizend meter diep is.
Het kan in de atmosfeer volkomen rustig
2jjn, de macht van het water is er boven
zulke afgronden altijd. Geen zeekasteel
zo zwaar, of het wondt door dit water
bewogen. De Dakota staat daar op het
vliegdek echter veilig. Nu de Azoren
reeds in het zicht zijn kan er practisch
niets meer gebeuren. Geen zeeman ver
wacht daarna nog beroering in de lucht,
geen weerdeskundige denkt meer aan de
mogelijkheid vam een depressie in het
Oostelijk deel van de Atlantische Oceaan.
NACHTFEEST VAN INDIANEN.
Inmiddels is de reis van de Prins, die
door de lucht verder gaat, wanneer een
maal Venezula bereikt is, nog niet -geheel
uitgestippeld. De laatste dagen is er weer
een flink traject aan toegevoegd. De
secretaris van de Prins, mr Thomassen,
d/ie zich met vier dikke mappen onder
zijn arm tussen ons in genesteld heeft,
heeft daar mededelingen over gedaan. Hij
een rustig man, voor wie het organise
ren van een wereldreis zo iets moet zijn
•Ls een trip uitzetten langs de bollenvel
den, met druiven eten in het Westland toe.
Een man, die veel gecompliceerde zaken
tot hun eenvoudigste proporties weet te
rug te brengen, zonder er de aardige fa
cetten aan te ontnemen.
De Prins, die een zeer verantwoorde
lijke taak op zich heeft genomen, zal de
nodige avonturen gaan beleven als com
pensatie. Bosnegers zullen hem in eer
korjaal over stroomversnellingen heen
voeren, de grootste technische wonderen
van wereld'bedrijven en raffinaderijen
zullen hem getoond worden. Mevrouw
Evita Peron zal in Argentinië zijn gast
vrouw zijn, de president van menige staat
zal hem in zijn paleis ontvangen. In
Mexico zullen Indianen een volksfeest
voor hem houden, dat een hele nacht
beslag zal nemen ter ere van „Su Alteza
II Principe Bernardo".:.... De Prins zal
weten, dat hij ontvangen wordt door een
volk, dat het aureool van het Koning
schap nog niet vergeten is. Vandaar naar
President Truman in Washington, het is
slechts een enkele stap door het lucht
ruim; New York. Ottawa, Quebec, het is
voor mr Thomassen zo iets als nog even
van dat Westland naar de Maastunnel.
Maar er is nauwkeurig afgewogen. Een
bezoek aan het machtig interessante In
stituut voor Tropisch landbouwkundig
Onderzoek gaat helaas niet door
Er zijn ergens grenzen, ook
reisvaardigheid van een Prins met gevolg
en Dakota, voor welke laatste de meest
Zuidelijke 2400 mijl reeds te veel zijn,
zodat de K.L.M. moet bijspringen, om
Su Alteza naar mevrouw Peron te bren
gen- Zij wil hem gaarne spreken, al weet
zij best, dat het over zaken gaat. Zaken loperatieterrein zal worden.
voor ons land van het allerhoogste be
lang. Exportrelaties, afzetgebieden voor
industrie en landbouw, voor onze
luchtvaart en ter bevordering van de
grote handelstransacties, die een Neder
lands concern het Oost West Syndicaat
gaat uitvoeren.
Brazilië en Argentinië vooral zijn be
langrijk. zegt mr Thomassen. Su Alteza
II Principe is er welkom, zo welkom,
dat hij nu reeds een tweede uitnodiging
het volgend jaar heeft aange-
i. Ook dan moge mevrouw Evita
hem met haar beminnelijkste glimlach
tafel geleiden én de Prins moge
dankbaar zijn voor de verwezenlijking
in wat hem dit jaar zal worden toe-
STUDIE IN SPAANS
In de hut, die op de Karei Doorman
jor de koninklijke gast is gereserveerd,
staat een schildwacht. Hij mag tegen
niemand praten en nog veel minder
iemand doorlaten. Hij mag alléén horen,
wat daarbinnen soms hoorbaar gezegd
wordt. Soms zijn het Spaanse r's en ch's,
buiten doorklinken. De prins
heeft zidh nl- een lingua-phone laten
brengen, om de klank van het Spaans
goed te beluisteren. Mevrouw
Peron zal verbaasd staan over zijn uit
spraak. Als hij slaagt, dan zal heel Neder.'
land Su Alteza dankbaar zijn.
Inmiddels gaat het leven aan boord
in de Karei Doorman zijn regelmatige
gang. Het gaat erom in betrekkelijk
korte tijd het enorme schip piet zijn vele
uiteenlopende onderdelen gevechtsklaar
te maken. De jongens wakker te krijgen
achter hun ingewikkelde apparaten. Ze
wegwijs te maken met de kaarten waarop
allerlei treks van naderende schepen en
vloten moeten worden nagegaan en de
vliegers vertrouwd te maken met hun
riskant werk om óp het vliegdek te
stijgen en te dalen.
Geleidelijk komen alle werkplaatsen
gebruik. De smid blaast zijn vuur aan
de lassers zijn druk in de weer, de
touwslagers, de timmerlieden, de diep
vriesinrichtingen, de zoetwaterinstalla
ties. de luchtverversers waarvoor 450
dynamo's moeten draaien, de radar
kamers en de automatische peilinrich-
tingen. alles is bezig zich op grote oefe
ningen in te schieten. Er worden extra
veiligheidsmaatregelen genomen en
sterkte wachten gelopen, reeds hebben
enkele verduisteringsproeven ons fi 1
i het donker gezet.
Alles wijst op toenemende activiteit,
Caraibische Zee
Nederland kan wel wat leren van de
Amerikaanse bodemkartering
Internationale bodemkaart van de gehele wereld
is in de maak
Van onze landbouwmedeiverker)
Een groep Amerikaanse bodemkundigen werkt op het ogenblik aan een interna
tionale bodemkaart 1 1.000.000 van de gehele wereld. Deze kaart zal niet alleen
bijdragen tot het verkrijgen van eenheid in de classificatie van de gronden van de
verschillende continenten, maar verschaft ook vele inlichtingen over de bodem
gesteldheid van gebieden, waarvan zeer weinig bekend is. De instanties, die zich
bezig houden met emigratie van landbouwers,zullen van deze informaties een
dankbaar gebruik kunnen maken.
Dit deelde prof. dr C. H. E d e 1 n
de directeur van de Stichting voor
demkartering, ons mede in een onder
houd, naar aanleiding van het door hem
bijgewoonde „Congres over de conserve
ring en het nuttige gebruik van de na
tuurlijke hulpbronnen", dat door de Ver
enigde Naties te New York is gehouden.
De bodemkartering wordt in Amerika in
het algemeen uitgevoerd door de Experi
ment Stations van de afzonderlijke Sta
ten maar de fed. „Soil Survey" („bodem-
opnamedienst") zorgt voor de beschik
baarstelling van het personeel, het ge
reed maken van de kaarten voor de druk.
het verrichten van speciale onderzoekin
gen. enzovoort. Zij is ook verantwoor
delijk voor de legenda's van de karterin-
gen van vaak zeer uitgebreide gebieden.
De moderne kaarten zijn zeer gedetail
leerd en de legenda wordt zeer zorgvul
dig ontwikkeld. De oucjere kaarten zijn
vaak te globaal en worden als mus<
stukken beschouwd.
Er bestaat veel overeenkomst tussen
de werkwijze, die de Stichting voor Bo
demkartering in Nederland volgt, en di£
van de Soil Survey in de Verenigde
Staten. Beide berusten overwegend
op veldwerk en ook de classi
ficaties vertonen grote overeenkomst. De
Nederlandse werkwijze ls aangepast aan
de alluviale gronden (zee- en rivierklen,
de Amerikaanse meer aan de verwerings-
gronden van löss, kalksteen, graniet, enz
Zowel in Nederland als in Amerika
wordt de kartering verbonden met
landclassificatie. In de Verenigde Staten
streeft men naar „productivity ratings"
d.w.z. tabellen, die de opbrengsten v^n
de gronden aanduiden, welke onder nor
male, respectievelijk goede bedrijfslei
ding kunnen worden verkregen. Het is
echter, aldus prof. Edelman, niet eenvou
dig betrouwbare gegevens te verkrijgen
over de opbrengsten, maar de betekenis
ervan is zó groot, dat het de moeite loont
er de nodige kosten voor te maken.
In de Verenigde Staten bestaat een
aanzienlijke achterstand in de publica
ties van kaarten en rapporten, betgeen
voornamelijk wordt veroorzaakt door ge
brek aan fondsen.
Luchtfoto's-
Intussen moet deze opmerking worden
gemaakt, dat de karterende instellingen
(de Soil Survey en de Soil Conservation
Service) karteren op luchtfoto's. Alle
landbouwdiensten, zowel de federale als
de regionale, maken veelvuldig gebruik
luchtfoto's en er wordt in feite in de
Verenigde Staten meer voor toepassingen
de landbouwkundige wereld gevlogen
a voor enig ander doel. Uit de lucht-
o's worden de definitieve kaarten sa
mengesteld. zodat men nooit voor de
moeilijkheid komt te staan hoe de veld-
gegevens op de definitieve kaart moeten
worden overgebracht. De karteerders
hebben grote steun aan de luchtfoto's en
de kosten van deze wijze van werken
worden veel lager geacht dan die, welke
met de bestaande, vaak slechte topogra
fische kaarten gemoeid zijn.
Volgens prof. Edelman verdient het
aanbeveling na te gaan of deze veelbe
lovende werkwijze ook in Nederland kan
worden nagevolgd.
Complete bedrijfsplannen.
De Soil Conservation Service levert
in de afzonderlijke boeren complete
plannen voor de inrichting van hun be
drijf, zo vertelde de hoogleraar verder.
Daartoe wordt eerst een survey ge
maakt, een overzicht, dat inlichtingen
verschaft over bodemgesteldheid, ter
reinhelling, afwatering, bodemerosie, enz.
Op grond van deze gegevens wordt dan
in overleg met de boer een plan opge
steld hoe hij zijn grond het best kan ge
bruiken, rekening houdend met de aard
zijn bedrijf. Er worden thans onge-
100.000 bedrijfsplannen per jaar ge
maakt. maar zij worden niet alle geheel
uitgevoerd. Daar tegenover staat echter,
:en deel van de programma's als ge
volg van de enorme publiciteit ook wordt
uitgevoerd op bedrijven, waarvoor geen
plan is opgemaakt. De eigenlijke bodem
bescherming is dus uitgegroeid tot een
heel landbouwprogramma, dat in de be
drijfsplannen wordt verwerkt, en de „con
servation farming" is langzamerhand ge
worden tot het begrip „goede landbouw".
Ongeveer 20.000 guerillastrijders in
de Baltisclie landen
„Zwarte Kat", de zender van het verzet achter
het IJzeren Gordijn
(Van onze correspondent)
Al mag men de practische betekenis van de verzetsbewegingen achter het IJzeren
Gordijn niet te hoog aanslaan, het feit, dat de Sowjetrussische instanties in de
laatste tijd hun maatregelen hebben verscherpt om de illegale oppositie de kop
In te drukken, toont aan, dat men haar toch als een gevaar beschouwt, waarmede
terdege rekening moet worden gehouden. Onze correspondent te Berlijn had
dezer dagen een interessant onderhoud met een naar Duitsland uitgeweken ver
zetsman, die hem gedocumenteerde gegevens over de In Oost-Europa gevoerde
strijd tegen het bolsjewisme verstrekte.
Volgers deze zegsman bedraagt het aan
tal guerillastrijders in de Baltische landen
op het ogenblik ongeveer 20 000 man, die
in afzonderlijke groepen gesplitst zijn oifl
zich gemakkelijker te kunnen bewegen.
Zij bedienen zich daarbij van mirn of meer
romantische schuilnamen, zoals „Bos-
broeders". „IJzeren Wolf" of „Stalen
Bezems". Deze groepen waren vooral de
laatste weken in een felle strijd tegen de
beruchte anti-partisanenafdelingem van de
„Istrebiteli" gewikkeld.
Deze groepen worden gesteund door
talrijke uit Rusland gevluchte Duitse
krijgsgevangenen, o.a. 1500 voormalige
Duitse officieren, meer echter nog door
de Wit-Russische partisanenbeweging
„Zwarte Kat", een organisatie, welke
voortkomt uit de „Onafhankelijke Wit-
Rutheense Vrijheidspartij", die reeds in
1944 werd opgericht.
De „Zwarte Kat" is met moderne wa
penen uitgerust, o.a. lichte pantser af weer-
kanonnen, granaatwerpers, karabijnen,
machinegeweren en machinepistolen, die
door de terugtrekkende Duitsers waren
achtergelaten. Door Russische colonnes,
opslagplaatsen e.d. te overvallen worden
de voorraden van tijd tot tijd aangevuld.
Bovendien is er een speciale afdeling,
welke in het buitenland illegaal wapen
tuig aankoopt en via eigen radiozenders
voortdurend in contact staat met hei
hoofdkwartier van de „Zwarte Kat". De
chef van deze organisatie is bekend onder
de naam „Witoesjka". Enkele weken ge
leden maakten Russische instanties be
kend dat hij gearresteerd zou zijn, maar
dit bericht werd onmiddellijk door de
zender van de „Zwarte Kat" tegenge
sproken.
Een nog grotere activiteit dan de
„Zwarte Kat" ontplooit het Oekrainisch»
Verzetsleger (Ukrainska Powstainca Ar-
mija), kort UPA genoemd. Volgens onze
zegsman beschikt dit leger zelfs over
zware wapenen, o.a. tanks van het model
T 34, „Panther" en „Tijger". Dit legei
bestaat reeds sedert 1941. De commandant,
zekere Banderow, deed toen het voorstel
aan de Duitsers om aan hun zijde tegen
het bolsjewisme te strijden. Hij werd toen
uitgenodigd voor een bespreking naar
Oost-Pruisen te komen, maar te Aller-
stein geïnterneerd. In de laatste chaotische
oorlogsweken slaagde hij erin te vluchten.
Op het ogenblik zijn de „Banderowici"
ondergeschikt aan de UHWR, de Oekrai-
nische Bevrijdingscommissie, waarvan ook
de tegenwoordige chèf van de UPA, gene
raal Chuprynka, deel uitmaakt.
Na de Sovjetmaarschalk Waloetin werd
de Poolse vice-minister van Oorlog, gene
raal Swierczewski het slachtoffer van de
Oekralnische partisanen. Luitenant R. J
Sokolenko, die aan deze aanslagen daad
werkelijk had deelgenomen en kortgele
den over Tsjechoslowakije naar het Wes
ten is uitgeweken, heeft zelf nadere bij
zonderheden daaromtrent verteld.
Hij en zijn mannen lagen toen in dc
Karpathen-dnehoek, die aan Tsjecho
slowakije. Polen en de Sovjet-Oekraine
grenst Door speciale koeriers kwam hij
te weten, dat generaal Swierczewski. de
„Held van het Rode Spanje", en generaal
Gerhardt, die zich eveneens in de Spaanse
burgeroorlog had onderscheiden, langs de
weg Balyhorod-Sanak in aantocht waren
Een compagnie van de UPA hield zich
toen in de bossen, waar de weg doorheen
liep. schuil. Enkele uren later naderden
vier gepantserde verkenningswagens uit
de richting Balyhorod. Het bleek de
hoede te zijn, die de generaals op hun
reis •moest beveiligen. Zij reed op enkele
meters afstand langs de uitstekend ge
camoufleerde mitrailleurnesten van d<
partisanen en verdween in de richting
Sanak.
Enkele minuten later doemde uit de
lichte ochtendmist een personenauto op.
die gevolgd werd door een met gewapende
militairen bezette vrachtwagen. Vrijwel
op hetzelfde ogenblik steeg aan de rand
van het bos een rode lichtkogel op: het
teken om het vuur te openen. Duidelijk
ontwaarde luitenant Sokolenko vanachter
zijn machinegeweer de met ordetekens
getooide uniformen van de generaals. On
middellijk na het eerste salvo stopte de
voorste wagen. De soldaten van de ach
terhoede wilden van hun wagen afsprin
gen om de auto van de generaals te
dedigen, maar zij werden onmiddellijk
zodanig onder vuur genomen, dat zij dek
king moesten zoeken, terwijl UPA-scherp-
schutters hun aanval op de auto der gene
raals concentreerden.
De kogels, waaraan de Sowjetofficleren
ten offer vielen, waren afkomstig va
UPA-commandant Hran, voormalig luite
nant van het Sovjetleger en drager va
dapperheidsmedaille uit de oorlog tegen
Fin-land.
Toen ongeveer een kwartier later de
aantocht van sterkere troepen uit hei
garnizoen van Balyhorod werd gemeld,
staakten de partisanen het gevecht.
De dood van Swierczewski en zijn be
geleiders werd enkele dagen later offi
cieel bekend gemaakt. Wegens deelneming
aa-n deze moordaanslag werden te War
schau 22 Oekraniers ter dood resp. tot
langdurige tuchthuisstraffen veroordeeld
Van bevoegde zijde wordt
dat minister Stikker van de Indonesisc!
premier drs Moh. Hatta het verzoek heeft
ontvangen om in plaatsen in het buiten
land, waar Indonesië geen eigen verte
genwoordigers heeft gevestigd, de Indo
nesische belangen door de Nederlandse
vertegenwoordigers te doen behartigen
Aan dit verzoek zal gevolg worden ge
geven.
Ook de apothekersassistenten krijgen
5 procent meer, in afwachting
definitieve regeling van de arbeidsvoor
waarden.
Per dag worden 500 a 600
demobilisanten afgewerkt
Boskamp te Amersfoort weet er weg mee
Het „Durchgangslager" Amersfoort, dat
tijdens de bezetting een voorportaal was
Duitse concentratiekampen, is thans
duizenden militairen mannen zo
wel als vrouwen, die in Indonesië hebben
gediend het doorgangskamp naar de
vrijheid van het burgerleven geworden.
Sinds 20 Dec. is dit, zoals gemeld, onder
de naam Boskamp het demobilisatiecen
trum der Kon. Landmacht.
Na aankomst in Nederland gaan de ge
zonde militairen met 6 weken verlof naar
huis. doch na ongeveer 4 weken moeten
zij zich melden voor de definitieve demo
bilisatie in Amersfoort. De soldaat komt
in burgerkleding naar het kamp op
's Rijks kosten waar hij een demobili
satieboekje ontvangt als handleiding voor
zijn tocht door het Kamp. Hij begint met
zijn borstkas te laten fotograferen (150
man per uur), waarna de herkeuringsraad
van 6 artsen (iedere arts onderzoekt 10
man per uur) hem onder handen neemt.
Heeft de soldaat een slecht gebit, dan
krijgt hij een bewijsje voor gratis behan
deling in zijn woonplaats door een mili-
of contacttandarts. Voor de wacht
geldregeling is vervolgens het Bureau van
de Sociale Dienst actief, waar de sociale
paspoorten klaar liggen, terwijl daarna
de soldaat zijn reisgeld kan terughalen
bij het reisbureau. Geestelijke moeilijk
heden kunnen dan nog worden besproken
met een legeraalmoezenier of een veld
prediker. Ondertussen is de borstkasfoto
ontwikkeld en kan de gedemobiliseerde
horen of alles in orde is. Meent de dokter
iets gevonden te hebben, dan wordt de
soldaat aangehouden, zo niet. dan wordt
hij gedemobiliseerd en kan hij zijn uit
rustingstukken inleveren en met zijn
eigen betaalmeester alle gelden verreke
nen, die hij nog te goed heeft of schul
dig is. Het certificaat en het speldje voor
orde en vrede worden uitgereikt en als
een vrij mens verlaat de soldaat het
kamp. Zo worden er door 800 man perso
neel per dag ongeveer 500 a 600 demobili
santen per dag afgewerkt. Er moeten nog
ongeveer 80.000 man gedemobiliseerd
worden.
Artikel 254 van het Wetboek van Strafrecht
Mr dr W. Hugcnholtz te Leiden, secre
taris van de Ned. vereniging tot bescher
ming van dieren werd van andere zijde
verzocht een populaire beschouwing tc
geven over onze belangrijkste wettelijke
strafbepalingen inzake dierenbescher
ming. Mr Hugenholtz was zo vriendelijk,
ook voor ons blad een artikel te schrij
ven en wel over artikel 254 van het
Wetboek van Strafrecht.
Deze bepaling luidt als volgt:
„Met gevangenisstraf van ten hoog
ste zes maanden of geldboete van ten
hoogste drie honderd gulden wordt
gestraft:
1. hij, die zonder redelijk doel of
met overschrijding van hetgeen ter
bereiking van zoodanig doel toelaat
baar is, opzettelijk aan een dier pijn
of letsel veroorzaakt of de gezond
heid van een dier benadeelt;
2. hij, die. zonder redelijk doel of
met overschrijding van hetgeen ter
bereiking van zoodanig doel toelaat
baar is,' opzettelijk aan een dier dat
geheel of ten deele aan hem toebe
hoort en onder zijn opzicht staat of
aan een dier tot welks onderhoud hij
verplicht is, het noodige levenson
derhoud onthoudt.
Het dier kan, indien het den schul
dige toebehoort, worden verbeurd
verklaard. Poging tot dit misdrijf is
niet strafbaar."
Oorspronkelijk bepaalde art. 254 van
het in 1886 ten onzent ingevoerde nieuwe
Wetboek van Strafrecht, dat „mishande
ling van een dier" strafbaar was. Deze
bepaling was toen echter zo vaag, dat in
de practijk herhaaldelijk ernstige ge
vallen van mishandeling ongestraft moes
ten blijven. Toch was deze nieuwe wets
bepaling van 1886 een grote vooruitgang,
waar dit artikel, met het toen eveneens
ingevoerde art. 455, de eerste algemene
wettelijke bepalingen tegen dierenmis
handeling betekende.
Daarvóór was wel in de wet (van 5
Juni 1875) tegen het voorkomen van
hondsdolheid bepaald, dat dierenmishan
deling van een hond of kat strafbaar was.
Dit geschiedde echter niet uit liefde voor
honden en katten, maar om hondsdolheid
te voorkomen. Daarenboven waren an
dere dieren niet beschermd. Sinds 1886
was dit wel het geval. Het art. 254 werd
geplaatst onder de misdrijven tegen de
zeden. Dit is typisch!
De dieren worden dus niet beschermd
om huns zelfswll, doch om tc voorkomen
dat het zedelijkheidsgevoel der mensen
gekwetst zou worden, Indien dieren wor
den mishandeld. Het ls wel heel eigen
aardig, dat dit belangrijkste van de ar
tikelen over dierenbescherming is onder
gebracht bij de zedendelicten. Toch werd
er indertijd maar genoegen mee ge
nomen. Als de dieren maar beschermd
werden, dan deed het er niet zoveel toe,
waar men dc bepalingen wilde onder
brengen. Het spreekt vanzelf, dat in de
Dierenbeschermingswet, zoals wij die
wensen, duidelijk behoort uit te komen,
dat de bepalingen omtrent dieren
bescherming doordrenkt moeten zijn van
de gedachte, dat de dieren „aanspraken"
hebben op bescherming, niet langs
omweg, doch recht op de man af'.
De tegenstanders van art. 254 in
toenmalige Tweede Kamer wezen er her
haaldelijk op, dat dieren geen rechten
hadden. Het is goed aan de vergetelheid
te ontrukken wat daarover werd opge
merkt door de edele dierenvriend Des
Amorie van der Hoeven, lid der t
malige Commissie van Rapporteurs. Hij
zeide: „Gij hebt een trouwe hond. dit
jaren lang bij U is geweest en voor L
en Uwe kinderen een nederige huis
genoot is geworden; die hond heeft U
tegen diéfstal en roof beveiligd;
heeft Uwe kinderen bewaakt; enz. Heeft
die hond geen recht op een bete broods,
geen recht, dat men hem niet de oogen
uitsteke of op andere wreedaardige wijze
mishandele? Wilt gij het een recht noe
men in schoolschen zin, wilt gij chica
neeren op het woord, ik geef U dat
woord gaarne ten geschenke".
En zo was het, geen gechicaneer
woorden om de dieren tegen te werken!
Gelukkig kwam het artikel er toch door!
De toenmalige Minister Modderman
wees er indertijd nog op, dat slaven oud
tijds ook geen rechten hadden. Langza
merhand kwam daarin verandering.
Mensen, die men oudtijds honend „zie
kelijke philanthropen" en „sentimentele
moralisten" noemde, verkregen, dat door
Senatusconsulten in het Romeinse Kei
zerrijk de slaven werden beschermd
tegen enige wreedheden van hun mees
terOm die bescherming nog wat
meer algemeen te kunnen maken er
haar ook een voor 't grote publiek be
grijpelijke utiliteitsgrondslag te geven,
zei lajer een keizer: „interest rei publi-
cae, ne quis sua re abutatur" (het is
belang voor de Staat, dat niemand
bruik maakt van zijn eigendom) Door
dat beroemde woord opende Antonius
Pi us voor de slaven datzelfde overgangs
tijdperk, waarin de hedendaagse maat
schappij zich bevindt ten aanzien van het
dier. Het zou mij te ver voeren nog die
per in te gaan op al hetgeen voor de
totstandkoming van art. 254 daarover in
de Staten-Generaal is gezegd. Wij wil
len nu beginnen met het artikel zelf.
Het werd onder Minister Heemskerk
in de tegenwoordige (hierboven afge
drukte) vorm gegoten bij art. 1 van de
Wet van 16 April 1920 (Staatsblad 194).
omdat de redactie-1886 onhoudbaar en
ondeugdelijk was gebleken. Wil iemand
strafbaar zijn ex art. 254 sub. 1. dan moe
ten wij op het volgende letten:
1. Heeft verdachte opzettelijk, dat
wil zeggen: willens en wetens, aan
het dier pijn of letsel toegebracht
(of is zijn gezondheid benadeeld)?
2. Zo ja, is hier dan ook gehandeld
„zonder redelijk doel"? Geen rede
lijk doel: strafbaar.
3. Is er wel een redelijk doel: dan
alleen strafbaar, indien is gehandeld
met ovft-schrijding van hetgeen ter
bereiking van zodanig redelijk doel
toelaatbaar was.
Ad. 1. zij opgemerkt, dat hier een drie
ledige onderscheiding te maken is. De
verdachte kan n.L
a. pijn heoben veroorzaakt of
b. letsel hebben veroorzaakt of
c. de gezondheid van het dier hebben
benadeeld.
Ad 2. zij opgerfierkt, dat de recht
spraak nogal gauw een redelijk doel
aanneemt. Zo hoort men als redelijk
doel noemen: het inscherpen van tucht
en bestrijding van wederspannigheid,
beide te bereiken door een kastijding;
het vooruitbrengen van de medische we
tenschap door vivisectie; geschiktheid
voor diensten door het dier met
zweep of ander voorwerp te slaan; het
castreren van katers ter besparing van
ongemakken voor het dier en eigenaar,
enz. enz.; het couperen van paarden ter
verhoging van de tentoonstellings- en/of
handelswaarde (bij honden soms z.g. ook
om het aesthetisch voorkomen te
hogen).
Ad. 3. Al neemt de rechter in eer
paald geval een redelijk doel aan, toch
mag weer niet overschreden worden het
geen ter bereiking van dit redelijk doel
toelaatbaar is. Niet allei is maar geoor
loofd om dat doel te bereiken. Ik zal
voorbeelden geven:
Het inscherpen van tucht kan de kastij-
ding van een dier rechtvaardigen. Ook
weerbarstige kinderen moeten wel
onderhanden worden genomen. „Een
goed vader spaart de roede niet". Maar
het mag niet te gek worden. Indien
kind iets werkelijk ondeugends heeft ge
daan, mag het een paar flinke tikken
krijgen om zijn euveldaad af te leren,
maar men mag niet te ver gaan, men
mag niet overschrijden, hetgeen ter De-
reiking van het doel toelaatbaar is. Men
mag evenmin een dier „afranselen". Doet
men dit toch, dan wordt men strafbaar
ex art. 254 sub. 1.
Vivisectie om de wetenschap vooruit
te brengen wordt meestal een redelijk
doel geacht. Zeker in de rechtspraak.
Doch als het te ver gaat is men weer
strafbaar. M.i. bijvoorbeeld, indien het
slechts geschiedt om des vivisectors
nieuwsgierigheid te bevredigen, of als
het volkomen overbodig is of indien het
geschiedt door een onbekwame of
der verdoving enz. Vandaar dat Noyon
in zijn handboek zegt:
„De zogenaamde vivisectie valt, indien
een redelijk doel of de vereiste evenre
digheid ontbreekt, stellig ook onder het
artikel". In Engeland is de vivisectie in
1876 speciaal wettelijk geregeld en in
hoge mate beperkt. Bij ons is deze nog
steeds niet geregeld. De enige correctie
gelegen in art 254.
Geschiktheid voor diensten: indien
een paard weigerachtig is, mag het met
de zweep aangezet worden. Men mag
echter niet zover gaan, dat het paard met
ijzeren staaf het neusbeen wordt
verbrijzeld (zoals een onverlaat on
langs deed) of dat men het (bijna)
doodslaat (zoals al vaak is gebeurd en
nog gebeurt). Uit al deze gevallen blijkt,
:r een zekere belangenafweging no
dig is. Hoe beschaafder ons land des te
spoediger zal hier worden aangenomen,
(dat er geen redelijk doel is of) dat bij
redelijk doel het toelaatbaré is
overschreden.
Het tweede lid
Op art. 254 lid 2° zal ik niet dieper
ingaan. De woorden van de wet zijn vrij
duidelijk. Indien iemand zonder meer
ïen dier, dat hem geheel of ten dele
toebehoort en onder zijn opzicht staat
(dat moet er bij) het nodige levenson-
Limburgse gemeente stimu
leert eigen woningbezit
Geeft hulzen in huurkoop aan
gegadigden
De gemeenteraad van Horst (L) heeft) j
een verordening vastgesteld, regelende
het bouwen van woningen door de ge
meente, welke woningen dan in huur
koop aan de gegadigden worden uitge
geven. De verzoeker moet zelf de grond,
zo hij die heeft, inbrengen en „om met"
aan de gemeente overdragen. Heeft hij
geen bouwgrond dan moet hij het be- j
drag storten dat de waarde vertegen-
woordigt van de grond, welke dam
door de gemeente beschikbaar gesteld
zal worden. Dit zijn de enige kosten i
welke direct ten laste van de verzoe
ker komen. 1
De woning wordt verder geheel door
de gemeente gebouwd met gebruikma
king van de financieringsregeling. De te
rugbetaling van de bouwkosten aan de
gemeente moet in 30 jaar geschieden. Het
wekelijkse huurkoopbedrag zal voor een
woning van 298 mS gedurende de eerste
10 jaar ongeveer f 5-25 bedragen (nor
male huur voor een dergelijke woning I
is f4.65). Maar na deze 10 jaar zal het
huurkoopbedrag de resterende 20 jaren
slechts f 1 60 bedragen. De huurkoper zal
zelf de woning moeten onderhouden,
maar belastingen en overige lasten ge
durende de overeenkomst komen voor
gemeenterekening. Deze regeling, die de
mensen in staat stelt onder gemakkelijke
voorwaarden en binnen een redelijke
termijn eigenaar van een woning te
worden, behoeft nog de goedkeuring van
Ged. Staten-
Bus tegen stilstaande trailer:
9 gewonden
Een autobus met 20 arbeiders van de
Heveafabrieken te Oisterbeek is Zater
dag in alle vroegte bij Renkum op
een trailer gebotst die midden op de weg
stil stond i.vjn. een reparatie en waar
van de achterlichten niet zouden hebben j
gebrand.
Aoht arbeiders, alsmede de chauffeur i
van de trailer, werden min of meer em-
stig gewond en zijn in Wageningen op
genomen. De buschauffeur bleef onge-
Er bestaan in de taal nog heel wc
kennen. Ik denk b.v. aan het woord
hier aan een familiebetrekking tusse
En toch is de verwantschap hier
t meer familieleden, die elkaar niet meer
vriend. Zou men zo op het eerste gezicht
dit woord en vrijen denken? Allicht niet.
r na.. Want vriend is niets anders dan
het werkwoord vrijen. Zoals men van wandelen en zingen de deel
woorden wandelend én zingend maakt, deed men dot ook met vrijen (of vriën).
Een vriend(e) was dus zoveel als een beminnende. Want men dient hierbij te be
denken dat vriën vroeger een algemener betekenis had dan tegenwoordig. Het
was niet: liefhebben op min of meer handtastelijke wijze, maar beminnen zonder
verdere franje.
Evenzo is het met vijand gegaan, ze onwillekeurig in gedachten
Fiën (vijen) betekende haten
and of viant was een hatende. Zelfs het
woord Heiland behoort tot dit sc
woorden. Hellen (ons woord helen
heelmeester) beduidt gezond maken,
dat men in middeleeuwse geschriften
Christus nog genoemd vindt met
naam „die Gesontmaker".
Dat bruiloft iets met lopen zc
maken hebben, ligt ook al niet voc
hand Toch is dit zo: oorspronkelijk be
duidde het woord: plechüge loop of tocht
om de bruid af te halen. Men herinnert
zich wellicht dat het lang de gewoonte
:s geweest (en in sommige streken heerst
deze gewoont nog) de bruid over dt
dorpel of drempel te tillen. Het bij
geloof bestond dat het ongeluk zou bren
gen, wanneer de bruid het huis binnen-
l i e p. Hier komen we o
woord tegen: dorpel. Het is eigenlijk
deurpóól, grens van de deur. Van het
ene konjen we op het andere,
palen is dus ook begrenzen In de Bijbel
lezen we vaak het woord landpalen. Dit
mag men dus niet opvatten als ons woord
grenspaal, namelijk een houten paal die
de grens aangeeft, doch wel als de land
grens zelf. Trouwens, dit blijkt ook
duidelijk uit de Psalmregel: ,,'s Heren
goedheid kent geen palen"
Eenvoudige lieden zingen dat vaak mee
zonder veel van de zin te vatten. Als een
bijbel in zeer oude spelling is geschre
ven, kan dat tot zonderlinge misvattin
gen aanleiding geven. Zo moet in een
landelijke gemeente het volgende ge
schied zijn De predikant was zie* en
een der ouderlingen zou een stichtelijk
woord spreken. Ongelukkigerwijze koos
hij het tekstwoord: „Here, gij verkwikt
mijre ziel". Maar er stond v e r q u i c k t
en daar het verschil tussen t
q deze man nooit duidelijk was gewor
den, las hij v e r p u i c k t en bracht dit
in verband met puik(er) maken.
Aangezien de toehoorders dit woorö
goed begrepen ging er toch «lichting
van zijn woord uit en dóarom was het
ten slotte te doen.
Hier stichtte het verkeerd opvatten van
woord niet veel verwarring. Groter kans
is hierop, wanneer we lezen van één der
vier vrouwen van Willem de Zwijger,
dat het een „poottg wijf" was. Men ziet
derhoud onthoudt zonder redelijk doel,
dan is zo iemand strafbaar. Ook hij die
verplicht is tot onderhoud van het dier
(een bewaarder bijv.) mag dit zonder
redelijk doel het nodige levensonder
houd niet onthouden. Is er een redelijk
doel dan is men niet strafbaar. Voor
beeld: iemand laat zijn hond, die on
deugend is geweest, een halve dag zon
der eten zitten. Hij overschrijdt echter
het toelaatbare als hij het dier twee da
gen of langer geen voedsel geeft. En is
dus weer wel strafbaar!
Uit dit alles zien wU ook bij dit tweede
lid van art 254. dat er steeds een afwe
ging van belangen moet plaats hebben
voor de rechter. Is deze een dieren
vriend, dan zal hy niet spoedig een rede
lijk doel aannemen (hehalve in aperte
gevallen). Neemt hy een redeiyk doel
aan dan zal hy spoedig oordelen, dat
het toelaatbare is overschreden.
Onze rechterlijke macht, die uit des
kundige en humane mensen bestaat
heeft in ons land ook op dit stuk
haar hoge taak begrepen. Lezen wy de
couranten dan zien wij hoe de dieren
beulen (gróte en kleine) worden ge
straft. De motivering van de vonnissen
steeds van groot en edel gehalte. Onze
rechterlijke vonnissen op het punt van
dierenmishandeling zijn van onschatbare
waarde In de eerste plaats voor het
welzijn der dieren, maar niet minder
oor de beschaving en veredeling die er
oor ons volk in is gelegen.
Tenslotte zij nog opgemerkt, dat po
ging niet strafbaar werd gesteld, waar
poging bij gewone mishandeling (van
mensen) ook niet strafbaar is (zie art
300 1.1. W. v. Str.R.). Van groot belang
is ook dat het mishandelde dier, indien
het de schuldige toebehoort, kan wor
den verbeurdverklaard. In dergelijke ge
vallen zorgen onze wakkere afdelings
besturen wel voor een goede baas.
de handen in de zyde, haar echtgenoot
opwachtend, een toneel, dat ons toch
niet aangenaam aandoet in verband met
de Vader des Vaderlands. Maar sto! TT
gerust. Het woord „pootig" had vroeger
de betekenis van koppig of stijfhooldig, 1
wat een heel andere kijk op de zaak
geeft.
Wie thans iets achterbaks doet, krijgt
daardoor een slechte naam. Men ziet hem I"
vóór onbetrouwbaar aan De afleiding is
beter te begrijpen, indien men aan het
Eng. woord back (rug) denkt 't betekent:
ie:s achter z'n rug doen, zodat de man die
tegenover U staat, het niet zien kan Oor
spronkelijk had het woord slechts de
betekenis van „in 't geheim" en wat het
niet noodzakelijk „geniepig".
Wambuis wordt thans weinig gebezigd.
Men vindt het meer onder de vorm wam
mes, inzonderheid in het woord luiwam
mes, dat trouwens ook onder de vorm
luibuis voorkomt Wat een buis is. weet
iedereen, maar beduid-i wam? Ook hier
kan een vergelijking met het Engels ons
helpen. Het Engelse „womb" betekent
baarmoeder. We zien er uit dat een wam- j
huis oorspronkelijk een bekleding van
de buik was. Later heeft deze betekenis
ook uitbreiding ondergaan. Een ongeveer i
gelijke verhouding bestaat tussen het
woord pens (dat nu nog in „nette" taal j
althans, slechts koeienmaag betekent; en
het woord pantser. 0>k dit laatste duid
de oorspronkelijk een bekleding van de
buik aan.
Ik heb zo de indruk, öat het woord
kwansuis (voor de grap, niet echt) lang
zamerhand in onbruik raakt Tooh is het
de moeite waard Ji- woord even nader te
bekijken, want het is een zonderlinge
zwerveling. Wie ziet er nu nog een La-
tijns woord in? En tooh komt het van
quamsi d.w.z. alsof. Er bestaan ook
schertsende vervormingen van, als bijv. j
kwanswijs, dat,men stellig met het woord
wijs (manier) ir, verband heeft wliltn
brengen In de '9e eeuw treft men deze
vorm kwamswijs nog aan Op wa.te
eigenaardige wijze een woord soms van
betekenis kan veranderen blijkt bijv.
nog uit het woord overbodig. Wie .mjn J
vorige artikelen met aandacht, heef-, ge- t
lezen, vermoedt al, dat dit woord met
.bieden" in verband moet staar^. Dat is
ook het geval Maar
Overbodig betekent eigenlijk:
overmatig biedend, doch als men zeer
veel biedt, is dat een bewijs dat men be- 1
reid is iets te kopen. Zo kreeg in de 17a
eeuw het woord de betekenis: gewillig,
bereid Maar als men iets te sterk aan-
geboden krijgt, wil mer. het met meer en
vindt men het overbodig Zo zijn we bij
de tegenwoordige betekenis aangeland.
Bij .het woord wederwaardig
heid kunnen we iets dergelijks opmer
ken. In de 17de eeuw betekent het:
weerzin, wederspannigheid. Het was
toen het tegengestelde van meewarigheid
dat meegaandheid (zachtmoedigheid)
beduidde.
Hoe nu de tegenwoordige betekenis te
verklaren^ Wel wat zich tegen ons wendt,
wat wederspanning is tegenover onze j
wensen, is een wederwaardigheid. In
Vondels „Leeuwendalers" lezen we nog:
Men weet van lantkrackeel, noch nyt.
Van wederwaerdighelt,
noch spijt.
Een musket is een ouderwets ge
weer. „De drie musketiers" van Dumas
is een der bekendste Franse boeken. Maar
wie zoekt achter dit woord een vogel
naam? Toch is dit de oorsprong. De
vogel, waaraan het wapen zijn naam ont- i
leent, is een klein soort sperwer, die men
de jacht gebruikte en die zijn
ontleende aan de spikkels (mou-
ches) op zijn borst. Er zijn trouwens i
meer voorbeelden dat een naam van een I
vuurwapen aan die van de jachtvogels
ontleend werd.
En hiermede neem ik voor vandaag
or lof" d.w.z. afscheid. (maar
eigenlijk, verlof, vergunnmng om te
gaan). Dit woord is in onbruik geraakt,
doch nog enigszins bekend uit de voor
laatste strofe van het „Wilhelmus":
Oorlof, mijn arme schapen
Die syt in groten noodt.
Dr F. C. Dominicus. j