Van der Waals als marconist van groep-Vorrink
en het Nationale Comité
ALBERT SCHWEITZER
ZATERDAG 14 JANUARI 1950
Geheimen rond het Englandspiel
Fantastisch bedrog begon met een kinderportretje
In Febrauarl 1943 wordt de KLM-stewardess Beatrix Terwindt als agente gedropt.
Zy wordt door het ontvangstcomité van Schreieder opgewacht en ze kan het de
eerste ogenblikken eenvoudig niet geloven, dat ze al gearresteerd is, alvorens ze
maar een stap heeft kunnen doen. B(j fouillering blykt, dat ze een bedrag van
20.000 gulden by zich heeft en een opdracht voor de heer Smit van de Bally-schoen-
zaak in 's-Gravenhage. Binnen een paar dagen heeft Anton van der Waals zich by
de heer Smit ingedrongen; de man wordt op het Buitenhof gearrsteerd. Hy zal niet
levend weerkeren.
Zestien radio-verbindingen met Londen heeft Schreieder thans. En vóór de
maand Februari ten einde loopt zitten er vyftig agenten gevangen. Dat nioet ge
vierd worden! vinden de Duitsers. Er wordt een groot avondfeest gehouden in
het Casino aan de Scheveningse weg; de ruim zestig deelnemers aan het vreemde
„spel" (Duitsers en verraderiyke Nederlanders) zyn er allemaal. De chef van de
S.D.. dr Harster, houdt een jubelrede en deelt enveloppen met geld uit. Poos en
Slagter en Van der Waals zyn van de partij en drinken op het verdere succes.
Zeven jaar later zullen ze alle drie ter dood zyn veroordeeld. Maar in Februari
1943 verdringen ze zich rond de kleine Schreieder, die gnuivend spreekt van het
feest der heidemaatschappij!
Op dat ogen/blik is er, als gevolg v;
het Englandspiel, reeds vier maand;
een voorzichtige actie aan de gang tegen
het Nationale Comité en de groep-Vor
rink. Een actie, waarin Anton van dei
Waals onder de naam ,.De Wilde" öe
hoofdrol speelt. AI wordt die rol hem
dan ook van dag tot dag door Schreie
der ingeprent!
In het Nationale Comité hebben ta
van vooraanstaande Nederlanders zit
ting. Mannen als Schouten, oud-ministei
Van Dijk. Rutgers, Kranenburg. Joekes
Ringers. Verschuur en anderen werken
er in samen, teneinde voorbereidingen
te treffen tegen het tijdstip, dat Neder
land verlost zal zijn van zijn overweldi
gers. In de groep-Vorrink werken o.a
Karei van Staal. Levinus van Looi.
Toornstra en Tiggers. Tezamen voi
deze organisaties, zo niet de groepen
van het meest actieve verzet, dan toch
de groepen waarin de voornaamste poli
tieke figuren zijn samengebundeld. Dit
alles is in No-vember 1942, als Schreieder
met zijn nieuwste sipel begint, voor de
Duitsers nog grotendeels geheim. Ze
hebben een vermoeden, een vaag besef,
r niet.
Kinderportretje
echter krijgt
en portretje
Sluiser. Deze
„avonturier der liefde75 jaar
Onze tijd is waarlijk niet arm. aan herdenkingen en zoveelste-vieringen en
We kunnen soms wel eens het gevoel krijgen, dat er „van het goede teveel
is". Wanneer we hieraan op deze plaats toch nóg weer een toevoegen, dan is
het niet, omdat er een op zichzelf zo belangrijk feit te herdenken valt, maar
dan is het, omdat dit feit ons aanleiding geeft even stil te staan bij een
figuur, die dit ten volle waard is.
Vandaag viert dr Albert Schweitzer
eijn 75ste verjaardag. Albert Schweitzer
voor de meesten zal het zeker niet de
eerste maal zijn, dat zij deze naam horen
Maar even zeker zullen velen aan deze
naam veel verschillende gedachten
binden; sommigen de gedachten aan
organist, anderen aan een theoloog
filosoof; weer anderen misschien alleen
aan een fijnzinnig boekje met jeugdher
inneringen. „Uit mijn jeugd"; enkelen
herinneren zich wellicht zijn 1
hoord te hebben in verband met de
Goethe-herdenking van vorig jaar; ten
slotte, de meesten waarschijnlijk weten
van hem als een medicus en zendeling,
die in Centraal-Afrika werkt. Zo kunnen
we deze merkwaardige figuur op heel
verschillende gebieden van het leven
ontmoeten. Inderdaad, een merkwaar
dige figuur. Biografische bijzonderheden
léggen dikwijls niet veel over het karak
teristieke van een persoon; maar som;
ikan ook een nuchtere opsomming var
feiten een geladenheid in zich dragen,
die ons onmiddellijk doet voelen: hier
hebben we met iets bijzonders te doen
Zo ook in dit geval. Geboren in 1875 in
een klein dorpje in de Elzas, als zoon
van een predikant, wordt Schweitzer in
1893 student aan de universiteit van
Straatsburg. In 1899 promoveert hy voor
de eerste maal, in de filosofie, in 1900
(éért jaar later!) ook in de theologie, in
1902 wordt hy benoemd tot hoogleraar in
de theologie aan dezelfde universiteit.
Intussen heeft hij zioh ook op muzikaal
gebied ontwikkeld; reeds op zijn negende
jaar speelde hij orgel bij de kerkdien
sten, in zijn woonplaats Günsbach, later
heeft hij in Parijs les van de beroemde
organist Ch.- M, Widor. In 1905 geeft hij
een standaardwerk over Joh. Seb. Bach
uit. In 1906 een theologisch werk van
formidabele omvang over het onderzoek
naar de historische Jezus: twee wer
ken, die naar prof. Van der Leeuw
opmerkt ieder apart het levenswerk
van een geleerde zouden kunnen zijn.
Opnieuw student.
Schweitzer is dan 30 jaar; een ge
leerde van groot formaat, musicus van
naam, met alle perspectieven van een
veelbelovende, succesrijke toekomst
Maar da plotseling schuift hij als met
één gebaar deze hele toekomst opzij en
wordt opnieuw student, nu in de medi
cijnen. In 1913 volgt zijn derde promotie
als medicus. Kort daarna vertrekt hij
naar Lambaréné. in West-Afrika, en
Ibouwt daar, grotendeels op eigen kracht,
met slechts enkele helpers, een ziekenhuis
„aan de zoom van het oerwoud". Daar
ligt sindsdien zijn eigenlijke levenswerk
Niet in die zin, dat hij muziek en studie1
vanaf dat ogenblik laat schieten: er
schijnen in de loop der jaren nog
schillende belangrijke werken: ove
apostel Paulus, een indrukwekkende
studie over „Cultuur en Ethiek"; e
kortere of langere perioden, die hij tus
sentijds in Europa doorbrengt, zijn vooi
een groot deel gevuld met orgelconcer
ten en lezingen. Maar zijn eigenlijke
„thuis" is en blijft in Afrika, in
kleine gemeenschap van blanken
zwarten, waarvan hij als arts en predi
kant het inspirerend middelpunt vormt.
Zo staat zijn beeld voor ons. In een
verbijsterende veelzijdigheid: theoloog,
filosoof, musious, orgelbouwer, arts; en
door de wijze, waarop hij dit alles te
gelijk is, een onoplosbaar probleem voor
allen, die zijn figuur systematisch in een
of ander vakje willen onderbrengen. Een
critisch geleerde, scherp wetenschap
pelijk denker, maar tegelijk iemand.
dit maar bijzaak is, omdat hij de
en op onmiddellijke wijze wil die-
Een rationalist in hart en niere
tegelijk een mysticus én een ri
manticus. Een rusteloos zwerver, ma;
tegelijk een dromer. Een cultuurdragi
einigen, maar tegelijk één. die zich
pas thuis voelt in de ongerepte natuur
ran zyn Afrikaans oerwoud. Een huma
nist naar de geest, maar tegelijk een
innig vroom Christen naar het hart.
Kunnen wij in dit alles nu toch één
gemeenschappelijke trek aanwijzen, die
deze tegenstellingen in zich opheft en de
kern van zijn - persoonlijkheid uitmaakt?
Als iets hem dóór alles heen karakteri
seert, dan is het, lijkt me, wel dit: een
hartstochtelijke drang -naar het eenvou
dige, elementaire, en naar het levende.
Wij vinden het in de stijl van al zijn
boeken: hij schrijft glashelder, meestal
korte zinnen, beeldend, geladen, di-
t. We vinden het in de hoofdge
dachten van zijn werken: „eerbied voor
het leven" is het grote grondbeginsel
zijn arbeid. „Goed is, wat leven be
vordert; slecht is. wat leven schaadt."
eigenlijk iets eenvoudiger en meer
elementair dan dit?
We vinden het in zijn besluit om naar
Afrika te gaan: „Ik wilde de mensheid
diredte wijze dienen, en ik had
het gevoel, dat Europa een schuld aan
de negers had goed te maken." En we
vinden het ook in de wijze, waarop hij
zich daar in Afrika inricht: midden in
de natuur, ver van alle „beschaving" en
heel het ingewikkeld mechanisme
het moderne leven, niet in een
grote organisatie, maar in een kleine
gemeenschap van een zuiverheid en na
tuurlijkheid, waar de hele beschaafde
wereld jaloers op kan zijn.
We vinden' het, tenslotte en bovenal,
terug in zijn persoon zelf. Wie het
recht had hem te ontmoeten, zal dit
waarschijnlijk niet licht vergeten. Er
in zijn eenvoudige vriendelijkheid, zyn
directe, warme manier van spreken
en niet in de laatste plaats in zijn
humor, iets, dat onmiddellijk overtuigt,
en waardoor men op een of andere wijze
onmiddellijk wéét (ook al had men ver
der nooit van hem gehoord): Hier wordt
op een heel bijzondere manier geleefd.
Ik geloof, dat dit het ook is, waardoor
hij' in de eerste plaats op onze aandacht
en meer dan dat aanspraak maakt:
niet ddbr zijn geleerdheid of veelzijdig
heid, geleerden zijn er tenslotte vele
en veelzijdigheid kan ook een versplin
tering zijn maar door zijn eenvoud
leven, de eenvoud van iemand, die het
i zeer diep en zeer intens doorlééft
et in die diepte verstaat als een ont
zaglijke gave en een ontzaglijke op
dracht; die tegen die gave en opdracht
eenvoudig en elementair „ja" zegt en dit
ook waar maakt in de practijk var
zijn leven en die juist op grond daar
tegen zoveel in het leven „neen'
heeft kunnen zeggen.
Dr Schweitzer viert-zijn 75ste verjaar-
November 19'
Schreieder in handen
de kinderen van Mej
man vertoeft in Londen op dat ogenblik;
hij was vroeger redacteur van de Ar
beiderpers. Hoe Schreieder aan dat por
tretje gekomen is, kan hy zich tot op de
dag van vandaag niet herinneren Al
thans :dat beweert hij. Gelove. wie het
geloven wil! Toen ik hem op de vol
strekte ongeloofwaardigheid van zijn be
wering wees, daar hij zich immers de
kleinste bijzonderheden kan herinneren
en daar dit portretje juist zulk een
enorme rol heeft gespeeld, zodat hij de
'herkomst wel weten moet, kreeg ik het
vage antwoord: dat een der gevangen
genomen agenten het wel bij zich gehad
zal hebben.
Dit nu kan niet het geval zijn ge
weest. Want dit portretje was het legi-
timatiemiddel. waarmede de agent
George Dessing zich moest melden bij de
groep-Vorrink in het voorjaar van 1942.
Dessing hééft dat ook gedaan. Maar
Dessing had geen marconist, had dus
geen verbinding met Londen en lummel
de maar wat rond in Amsterdam, waar
hy zijn aanloopadres had bij Levinus
van Looi, die óók redacteur (en zelfs
Berlijns correspondent) van de Arbei
derspers was geweest. Men weet, hoe
Dessing tenslotte door Andringa („Ak-
kie") in een Amsterdams restaurant werd
gewaarschuwd, en daarop naar Engeland
terug ging. Zijn reis via Frankrijk en
Spanje duyrde een/ jaar!
In October 1942 verliet Dessing Am
sterdam. En in November 1942 kwam
Anton van der Waals, met precies zulk
een portretje als Dessing had gehad,
naar Amsterdam en kreeg
Levinus van Looi, die hem met grote
omzichtigheid behandelde- Van Looi
tot „De Wilde": Als het waar is, dat u
uit Engeland gekomen agent bent.
zult u wel voor een legitimatie
radio-Oranje kunnen zorgen Laat dan
omroepen de ondertekening
mijn tweede brief aan Meyer Sluiser, die
hem via illegale wegen in Londen heeft
bereikt.
Enige dagen later vroeg Schreieder op
;n lijn van het Englandspiel
radioboodschap, zoals Van Looi wilde
hebben en op de tweede avond na
die dag zei radio-Oranje („de Stem van
Strijdend Nederland") de woorden:
Koert en Via -hebt vertrouwen.
In orde. dacht Van Looi- Want zijn
tweede brief aan Meyer Sluiser was on
dertekend geweest met de namen Koert
en Via. Hij kon dus inderdaad vertrou
wen hebben. En binnen weinige dagen
introduceerde hij Anton van der Waals
bij Koos Vorrink.
Vorrink bedrogen.
Vorrink is blij. dat er eindelijk een
mogelijkheid- van snelle verbinding met
Londen is gekomen Agent De Wilde
er voor zorgen. Agent De Wilde speelt
zijn rol van verrader weer uitnemend
Hoe voorzichtig Vorrink ook steeds is.
hij vertrouwt Van der Waals volkomen.
Hy geeft hem een lang telegram mee.
een uiteenzetting van de huidige poli
tieke situatie en plannen voor de toe
komst. Het is een zeer lange verhande
ling. die eigenlijk volkomen ongeschikt
is om per geheime zender naar Engeland
te worden geseind. Maar Schreieder
zijn mannen weten er raad op! Ze lezen
het stuk aandachtig en laten het dan
twaalf delen de aether in sturen. De
Duitse Peiltrup doet er drie dagen oi
Radio-Oranje bevestigt de ontvangst
Koos Vorrink is volkomen gerust en
Verschillende keren bezoekt Van der
Waals daarna de heer Vorrink. Hi
stalleert zioh zelfs in het huis van
heer Van Looi en verlooft zich met diens
dochter Men geeft hem belangrijk spion-
nagemateriaal, om het naar Londen te
zenden. Hij weet overal raad op, hij kan
overal voor zorgen. Maar Vorrink
zijn mannen weten niet. dat alles terecht
komt op de tafel van Schreieder!
Om alles nog geloofwaardiger te
ken komt Van der Waals in het huis
van Van Looi opduiken met een zend
apparaat en een code. De code heeft
Ernst May voor hem samengesteld en de
zender staat in verbinding met de Peil
trup van de Duitse contra-spionnage.
Van der Waals zend,t telegrammen uit
en de Duitsers van-gen ze op en geven
antwoord. Maar Van Looi leeft in de
stellige verzekerdheid, dat die antwoor
den uit Londen komen. Het is een fan
tastisch bedrog.
Maar door dit lugubere bedrog komt
TROEBELE TOESTAND
Komt tegenstribbelend Somaliland
onder Italiaans beheer?
Ook Engeland en de Negus houden een
linger in de pap
(Van onze Romeinse correspondent)
Een DEZER DAGEN BESLOOT DE POLITIEKE COMMISSIE van de Verenigde
Naties met 48 tegen 7 stemmen, om de Algemene Vergadering aan te bevelen
aan Italië het beheer over de voormalige Italiaanse kolonie, Somaliland, op te
dragen. Waarom? Omdat Italië zo bemind is in Somalieland? Omdat Italië dit
land ais kolonie zo goed beheerden? Omdat Somaliland nog niet op eigen benen
kan staan? Omdat Somaliland voor sommige landen van minder belang dan andere
voormalige koloniën? Wy weten het niet. Misschien is dit nu politiek!
dag temidden van zijn werk in Lamba-
(hy keerde daar weer terug in
tober van het vorig jaar, na een
door Amerika en Európa).
Wanneer we hiervoor een ogenblik
aandacht vroegen, dan ging het inder-
daar om méér dan aandacht: om eerbied
dankbaarheid voor het rijke en sterke
leven van deze „Avonturier
Liefde."
Aan het stille water.
Somaliland zal dus naar alle waar
schijnlijkheid aan een Italiaans mandaat
;oevertrouwd worden tot het na tien
laren de volledige souvereiniteit heeft
/erkregen. Hiermede heeft men in Italië
eeds geruime tijd rekening gehouden en
daarvoor voorbereidingen getroffen. In
nalige Marine-academie Caserta
staan 4000 man politiestrijdkrachten
klaar, die zorgvuldig geselecteerd en op
geleid zijn en ieder ogenblik naar Oost-
Afrika ingescheept kunnen worden.
Belangrijker echter dan het vraagstuk
an de beveiliging door de politie, zijn
de economische en politieke problemen,
voor Italië in Somaliland geplaatst
orden, wanneer het daar na zoveel
jaren zal zijn teruggekeerd. De conces-
aan de staatspachters gegeven
die betrekking hebben op suiker,
katoen, bananen en rijst zijn volkomen
aarloosd. De pachters hebben hun
productie tot het uiterste beperkt en
staan diep in de schuld bij de Engelse
Barclay's Bank. De bananenoogst bij
beeld, die voor de oorlog 350 ton per
jaar bedroeg, is gedaald tot 18 ton. In de
loop van het laatste jaar is hij enigszins
gestegen, doordat weer begonnen werd
met de export naar Italië een transactie
waartoe men in Italië met het oog op de
komende zorgen om Somaliland besloot,
ofschoon het voor Italië voordeliger zou
zyn de minder prijzige Kanarische ba-
anen te importeren.
Wat deden de Engelsen?
De politieke toestand in Somaliland is
uiterst troebel. Het Britse bestuur heeft
de inboorlingen op één lijn gesteld met
de Italianen. De inboorlingen hebben toe
gang in alle café's, bioscopen en ver
keersmiddelen. Alleen van de „tennis
club", die door de Engelsen in beslag is
genomen, worden zij verre gehouden.
Deze, in strijd met de Engelse traditil
gevoerde inboorlingenpolitiek, beschou-
de Italianen als de oorzaak
bekende bloedbad in het begin
ge jaar, waarbij in de hoofdstad
Mogadiscio 45 Italiaanse mannen, vrou-
kinderen door de Somali's wer
den vermoord. Aan het hoofd van het
Britse bestuur, majoor Allan O. Smith,
werd verweten, dat hy te laat ingreep
de Italianen te beschermen. Naar
Italiaanse opvatting hadden de Engelsen
aangezet tot het. bloedbad, om de wereld
bewijzen hoe onbemind de Italianen
als kolonisten waren. Volgens de Engelse
lezing was het de wil tot vrijheid i
rondzwervende Nomadenstammen
onmetelijke land.
De Somali Youth Club streeft
onafhankelijkheid, óf naar vereniging
met Brits-Somaliland, óf naar vereniging
met het Keizerrijk Ethiopië.
Haar leuze is: „Somaliland voor dt
Somali's", en in haar kantoren hangen dt
portretten van Stalin. Koning George
Engeland en de Negus van Ethiopië
broederlijk naast elkaar! Om een tegen
wicht te hebben tegen de 50.000 leden
de Somali Youth Club, zal het
Italiaanse mandaatbestuur moeten steu-
öp de Somali Patriotic Beneficence
Union, die niet uitgesproken politiek,
doch eerdet economisch en sociaal-poli
tiek geïnteresseerd en geenszins anti-
Italiaans is. Zij heeft ongeveer 70.000
leden en staat sterk onder de invloed
Sultan Mohemmed. Hij is het hoofd
de Abgalla, de grootste Nomaden
stam in Somaliland, en pleegt zijn poli
tieke inzichten te omschrijven met de
uitspraak, dat zijn Union in verhouding
stond met de Somali Youth Club als
water en vuur. Men ziet dus. dat het
Engelse bestuur het Italiaanse mandaat
bestuur geen gemakkelijke erfenis na
laat.
Llbye
Geheel anders staan de zaken in Libyë.
Naar Noord-Afrika zullen de Italianen,
ook als mandaatbestuur, niet terugkeren
Het gaat er hier nog slechts om in een
half-zelfstandig staatswezen de economi
sche belangen te bewaren. Met dit doel
Februari 1948 door niet-fascistische
Italianen de „Politieke vereniging vooi
ontwikkeling van Libyë" gesticht. In
het Westen van Libyë. in Tripolitaniè,
peelt het Italiaanse element, dat voor
de oorlog 100.000 personen telde, nog
steeds een grote rol. Nóg gelden hier de
Italiaanse wetten, nóg zitten Italianen in
het stadsbestuur van Tripolis.
Zij zijn bij de inboorlingen niet on
bemind, en hun wensen worden, wan
neer zij die van de door de Engelsen in
gestelde Senussi-regering en van de
Fransen ten minste niet doorkruisen, stipt
ingewilligd. Op grond hiervan bepleit de
Italiaanse vereniging in een memoran
dum, dat zij op 18 September van dr.
jaar aan de Verenigde Naties heeft voor
gelegd, de federalisatie van Libyë voor
het geval de U.N.O. zich mocht uitspre
ken voor de oprichting van een uniforme
staat in dit voormalige Italiaanse ge
west. Overigens stelt zij voor, dat on
middellijk na de eventuele onafhanke-
heidsverklaring verkiezingen voor een
wetgevende vergadering zullen worden
gehouden. De rechten van de in Libyë
woonachtige Italianen het gaat prac-
tisch alleen om Tripolitanië, aangezien
bijna alle Italianen door de Senussi ver
dreven zijn uit Cyrenaïca en in Fezzan
geen nederzettingen zijn zullen zowel
politiek als in economisch opzicht
daardoor gewaarborgd blijven, dat de
Italianen het staatsburgerschap van Libyë
verkrijgen.
ARBEID
Klein broertjelief. dat schattekind,
lipt in zyn wieg raak uren
met beide handjes in de lucht,
terwijl h(j van verbazing zucht,
zijn vingers te begluren.
Hij spreidt en buigt ze één voor één
naar boven en naar onder;
hy lacht verrukt, de kleine guit,
O. als hij kon dan riep hy luid:
„Die handen zijn een wonder!"
Och kindje, jij beseft nog niets
van-goed' of slechte tijden:
die handjes, nu zo teer en fijn,
ze zullen ééns je helpers zijn
om voor 't bestaan te strijden.
Beschouw ze als een gave Gods,
onnoemelijk van waarde;
wees nooit hovaardig lieve kind,
wie arbeid minderwaardig vindt
miskent zijn plaats op aarde.
Gré Kempen-Sterkenburg
Van der Waals beetje voor beetje alle
geheimen te weten van de groep-Vor
rink en van het Nationale Comité, waar
in Vorrink zitting heeft. Namen, adres
sen. feiten.... in steeds groter massa
kan hij ze Schreieder mededelen. En op
het bureau van de Kriminal-Direktor
groeit het kaartsysteem, dat straks de
handleiding zal vormen voor massale ar-
Intussen komt het Nationale Comité
er van op de hoogte, dat Vorrink zulk
een eminente verbinding heeft via een
Eeheime agent. Het Comité vindt het wel
mooi, mbar zou toch een extra-garantie
willen hebben. Men wil een afgevaar
digde naar Londen zenden, ora*alles te
controleren Er is zoveel verrlad. men
kan niet voorzichtig genoeg zijn. Welnu,
ir Van Tyen, de directeur van de Fok
kerfabrieken. verklaart zich bereid om
naar Engeland te gaan
Kapitale font.
Maar dón wordt er een kapitale fout
gemaakt. Want dan geeft men van dit
plan kennis aan Van der Waals die
men jui9t wil controleren! En Van der
Waals rent naar Schreieder. en Schreie
der weet er wel raad op. Luister maar
eens goed. lieber Anton. Dat doen we zo
en zo. Begrepen?
En de agent „De Wilde" vertelt met
opgetogen stem in Amsterdam, dat hij
de zaak al voor elkaar heeft. Op 12
Maart 1943 zullen de Engelsen een wa
tervliegtuig laten dalen op het IJssel-
meer bij Hoorn. „De Wilde' zal met de
heer Van Tijen naar Hoorn gaan en hem
daar aan boord van het vliegtuig bren
gen. Dan is hy dezelfde dag nog in Lon
den! Het kan niet beter!
Op de twaalfde Maart gaan ir Van
Tijen en „De Wilde" per trein naar
Hoorn. Van Tijen draagt een koffer bij
zich, die volgepropt zit met allerlei spion-
nagemateriaal. Materiaal, dat de mili
taire medewerkers van het Nationale
Comité met levensgevaar hebben verza
meld Ha, men zal in Londen ogen op-
Maar op het station in Zaandam wach
ten een paar SD-ers en arrsteren Van
Tijen. Hij wordt opgesloten in Haren en
het spionnagemateriaal komt bij Herman
Giskes terecht.
Schreieder staat dan nog voor een
moeilijkheid. Want het Nationale Comité
heeft geëist, dat de goede aankomst van
Van Tijen door radio-Oranje zal wor
den bevestigd. Er moet geseind worden
.Nummer twaalf is goed aangekomen".
Maar „nummer twaalf" zit in een cel te
Haren en Londen weet van niets.
Schreieder denkt zich suf maar hij
vindt er wat op. Hij laat over een van
de lijnen een vernuftig telegram zenden,
Londen trapt er weer in en 's avonds
horen de leden van het Nationale Co
mité de boodschap van radio-Oranje:
Nummer twaalf is goed aangekomen".
Het vertrouwen in Anton van der
Waals is groter dan ooit tevoren Maar
het drie weken verder is
Tasmanië roept buitenlandse werkers
Er zijn grote mogelijkheden voor boeren,
tuinders en vaklieden
Tasmanië is even groot als Ierland. Niettemin telt het eiland slechts een bevolking
van 280.000 zielen. De Tasmaniërs leven in voorspoed en welstand op een zeer
hoge levensstandaard. Ze weten evenwel, dat ze hun land onvoldoende tot ont
wikkeling kunnen brengen, aangezien zij daartoe niet over de nodige arbeids
krachten beschikken. Vandaar dat Tasmanië buitenlandse werkers oproept. Hier
liggen kansen voor Nederlanders, nilts onze officiële instanties ook deze maal
niet te laat zyn. Nu is ginds het yzer heet
genoodzaakt was de grenzen ver open te
zetten voor buitenlandse werknemers.
Geen luilekkerland.
Op 24 November van het jaar 1642 ont
dekte Abel Tasman, een Nederlander, het
grote eiland, dat hij bescheiden als hij
was Van Diemensland noemde, naar
de toenmalige gouverneur van Oost-Indië.
Zonder erg hadden we het gekregen en...
zonder erg geraakten we het weer kwijt.
Aanvankelijk zaten we er mee en wisten
niet wat we met Tasmanië zouden be
ginnen. In vergelijking met het vlakbij
liggende Australië was het immers slechts
nietig lapje grond. Het duurde tot
toen er de eerste blanke nederzet
tingen werden gevestigd. Van toen
aan ging het vlug. In 1825 kreeg het zijn
ei-gen status, nadat het voordien onder
het bewind van Nieuw-Zuid-Wales had
gestaan. Een goede kwart eeuw later her
doopte men Van Diemensland in Tas-
En thans is het een moderne staat, het
juweel van de Commonwealth. In
heerlijk klimaat, dat veel gelijkt op het
milde Riviera-klimaat, leven de Tasma-
rustig en in voorspoed- De arbeiders
verdienen een goed loon, de sociale
zekeringen zijn voorbeelden voor vele
andere staten en dank zij uitnemend
onderwijs is ook de toekomst der jeugd
erzekerd. Deze jonge, gezonde en wel
arende staat heeft zijn grenzen open
gegooid voor buitenlandse werkers, ook
Nederlanders. We zullen deze kan-
moeten aangrijpen. Reeds te veel
mogelijkheden hebben we gemist
Vóór de tweede wereldoorlog was Tas-
anië nog eep staat, waarin vrijwel uit
sluitend landbouw en veeteelt werd be
oefend. Ook de tuinbouw was van belang.
een industrie was in grote trekken
nog geen sprake. Het aantal jongeren, dat
zich groepeerde in de steden van Tas-
en Australië, waar men dacht da',
het leven beter en prettiger zou zijn dan
op het land, werd met de dag groter. De
trek naar de stad dreigde de landbouw
af te romen, hetgeen t.z.t. tot allerlei
economische spanningen kon gaan leiden.
De regering ontwierp een industrialisatie-
schema. dat door het ontstaan van de
reldoorlog in versneld tempo werd uit
gevoerd. Tasmanië kreeg een industrie,
welke gebaseerd was op de natuurlijke
rijkdom van het land en die zodoende
gezond mag worden genoemd. De
bevolkingsmoeilijkheden werden hierdoor
tvel niet opgelost. Nu vroeg de in
dustrie om arbeidskrachten en de land
bouw eveneens. Vandaar dat men wel
Men verdient in Tasmanië een goed stulc
brood met boter en ham. doch het is er
geen luilekkerland. Nieuwkomers zullen
terdege moeten aanpakken, doch genieten,
indien ze een heldere kop hebben, werk-
grage handen plus uit het goede hout
zijn gesneden, voldoende inkomsten uit
arbeid om goed te kunnen leven en
nog wat over te leggen.
Ook de gezondheidszorg staat op zeer
hoog peil. Deze begint reeds bij de aan
staande moeder, die onder voortdurende
zorg staat. Het schoolkind wordt gecon
troleerd in de leslokalen en de volwasse
nen genieten, ongeacht hun inkomen, on
geacht hun nationaliteit volledige genees
kundige hulp, inclusief ziekenhuisligging,
operatie enz. op kosten van de staat. Het
sterftecijfer is dan ook zeer laag. waar
aan ongetwijfeld ook het klimaat, alsmede
de economische voorspoed zullen hebben
meegewerkt.
In'de Daily Mail schreef de premier van
Tasmanië Robert Cocgrove dezer dagen
o m.: „Vele mensen, die dit artikel lezen,
zullen naar Tasmanië willen emigreren.
Schrijvende als premier van dit land kan
ik u mede namens het volk zeggen, dat
u hier een warm welkom wacht. Wij heb
ben fnietrw bloed nodig, nieuwe ideeën,
meer handen om te helpen in de trotse
taak de Australische Commonwealth uit
te bouwen tot een grote en machtige
natie. Eens zal Australië het machtige
on zijn van 6e democratie in de
Pacific en ik voorzie, dat het het nieuwe
■um zal worden van de Britse Com
monwealth. Daarin zal Tasmanië plaat*
kunnen bieden aan twee tot drie millioen
inwoners. Degenen, die nu komen zullen
hard moeten werken en misschien met
tijdelijke moeilijkheden te kampen heb-
voor ze hun eigen dak boven hun
hoofd hebben. Maar wij zullen blijmoedig
plaats maken voor mannen en vrouwen
.-oernemens zyn hun deel te dragen
de verantwoordelijkheid in deze
groeiende gemeenschap. Ik nodig ieder.
meer inlichtingen wil hebben, uit om
schrijven naar The Tasmanlan-Agent-
General. 475, Strand, Charing Cross, Lon
den. WC. 2".
Nederlanders kunnen zich beter In ver
binding stellen met het Immigration-
e van de Australische Legatie te
Den Haag.