Droomwensen endroomschepen, die geld
kosten of opbrengen
NIEUWE LEIDSCHE COURANT 3 DINSDAG 27 DECEMBER 1949
FORTUINEN IN DE DIEPTE (II)
Mysterieuze Zaharoff beschikt over een lijst
van zeventien wrakken
EVEN VOOR DE TWEEDE WERELDOORLOG werden er in verschillende delen
der aarde plannen beraamd om een vijftiental Spaanse galjoenen, die Ln het
Jaar 1648 ter hoogte van Silver Shoals hij Haïti, naar de kelder gingen, te bergen.
Deze vloot had, naar schatting, voor een bedrag van niet minder dan achthonderd
en vijftig millioen dollar aan goud en zilver aan boordDie er thans nog steeds
liggen, voor de liefhebbers....
De mysterieuze Sir Basil Zaharoff,
"s werelds meest beruchte wapenhande
laar, beschikte over een lijst van zeven
tien wrakken met meer dan een half bil-
VIS OP DE FEESTDAGEN
Bij de jaarswisseling worden
veel vlees- en vleeswaren, wild en gevo
gelte gegeten. Laten wij, in ons landj-
■aan d'e zee, echter niet vergeten, dat ook
verschillende vissoorten zeer geschikt zijn
om er een feestelijk gerecht of een hartig
hapje van te bereiden. Wat z-oudt U bij
voorbeeld denken van deze hoofdschotels
voor Uw feestmaaltijd:
-gestoofde paling in een witte saus: ge
kookte of gebakken tong: gestoofde, ge
fileerde kabeljauwstaart?
Een dergelijk gerecht doet, goed toe
bereid, voor de fijnere vleessoorten niet
Nog veel imeer mogelijkheden -biedt vis
voor het bereiden van koude of w:
voorgerechten en van harti-ge hapjes, die
bij de koffiemaaltijd of 'bijv. op oude
jaarsavond na de oliebollen wel in de
emaalk zullen vallen. Als warme hapjes
kunnen dienst doen:
garnalenra-goüt op croüton-s w;
vis-schelpen vis- of -garnal-encroquet-
ten pasteitjes, gevulde pan-nekoekjes
of gevulde omelette met garnale-nragoüt.1
Koude visgerechtjes zyn:
Haring op toast ansjovisbroodjes
gerookte paling op toast garnalensla
gevulde eieren -met ansjovis-boter of gar
nalen in mayonnaise deegbakjes
(klaargekocht) met kreeft, garnalen, sla
van -gekookte vis of harin-gsla koudi
vis-schelpen (met een slaatje).
Een koud hapje vooraf bij de warmi
maaltijd geeft men vóór de soep, eei
warm voorgerecht dient men op nè de
soep. Ook kunnen beide heel goed
plaats van soep gegeven worden.
Van enkele van deze visgerechten vol
gen hieronder de recepten. Eerst geven
wij echter nog enkele menu's, als voor
beeld van d-e manier, waarop men vis in
feestmaaltijden kan opnemen:
1. J-uliennes-oep opgerolde tongfilets,
crêmesaus, aardappelpurée, spinazie uit
blik vanillepudding met vruchtensaus;
2. Ver-micellisoep g-arnalenoroquet
gekookte tarbot, botersaus, aardappelen,
worteltjes chocoladevla met schuimp
jes; 3. Haring op toast tomatensoep
gebakken -tong, gebruinde bo-ter, gebak
ken aardappelen, kropsla kerstpud-
Toast met ansjovisboter:
50 g boter of margarine, 5 ansjovissen,
toast, wat sla, 1 hardgekookt ei, augurk.
De ansjovissen gedeeltelijk ontzouten
door ze 1 uur in water of melk te laten
liggen. Ze vervolgens ontgra-ten, de filets
goed laten uitlekken of afdrogen, ze ze
ven of fynwryven. De boter of marga
rine tot room roeren en met de ansjo-
purée vermengen. Hiermee de stukjes
toast besmeren. Ze verder garneren, door
er figuurtjes op te leggen van het wit
en de dooier van een hardgekookt ei,
die afzonderlijk zijn fijngehakt, en wat
stukjes augurk De toastjes schikken op
een schotel, welke men met een randje
van slabladen garneert.
Op dezelfde wijze kan men sardinebo-
ter, kreeftenboter, palin-gboter enz. ma
ken. Men kan hier gehakte peterselie
door roeren en er hardgekookte eieren,
die doormidden zijn gesneden en waaruit
de dooier is verwijderd, mee vullen.
Garnalenragoüt als vulling in
schelpen, flensjes, omelette of
op croütons, enz.
150 a 200 g gepelde garnalen 2lA
dl melk of bouillon 'of bouillon met
melk 25 g (bijna 3 eetlepels) bloem
een klontje boter of margarine peper
zöut noot gehakte peterselie.
De bloem aanmengen met een gedeelte
van de koude melk of de bouillon. De
rest van het vocht aan d-e kook brengen
en afmaken met de boter of de marga
rine, peper, zout, wat nootmuskaat en
gehakte peterselie. De garnalen toevoe
gen. Men kan een weinig ragoüt vervol
gens op dun-gebakken flensjes of op een
omelette leggen en deze dichtvouwen.
Geeft nen ze in schelpen, dan de schel
pen eerst invetten en ze vervolgens niet
geheel tot de rand vullen met de ragoüt.
Er dan paneermeel over -strooien en er
kleine klontjes boter of margarine op
leggen. (Desgewenst kan men er een
klein randje purée omheen leggen of
spuiten-). De schelpen een bruin korstje
geven ,d-oor ze pl.m. Vi uur in de warme
oven te zetten.
Croutons maakt mens door dunne
sneetjes, brood in de koeken-pan in boter
off margarine aan weerszijden bruin te
bakken. Hierop een schepje garnalen-
ragout leggen en ze warm opdienen op
een schotel, gegarneerd met een toefje
peterselie.
Tongfilets met crême-saus:
(4 personen)
Per persoon rekent men 4 filets (1
tong), welke men zo bij de vishandelaar
kan bestellen.
Filets van 4 tongen zout boter of
margarine iets water.
Voor de saus: 2 dl visbouillon (van
kop en graten van de tong getrokken;
men trekt in de bouillon wat kruiden,
zoals ui, wortel, peterselie, laurierblad
en peperkorrel mee dl melk of
room 25 g bloem, wat boter of mar
garine, iets peper.
De filets licht zouten, met de gladde
kant naar binnen oprollen en er een
draadje omheen binden. Ze in een pan
netje of vuurvaste schotel schikken, een
beetje water en wat boter of margarine
toevoegen en ze i-n 10 minuten hierin
gaar smoren. Heeft men een oven, ze dan
in de oven gaar laten worden in plm. 20
minuten.
.Dan de saus als volgt maken: de bloem
aanmengen met de koude melk of room,
de bouillon aan de kook brengen en ze
binden met de aangemengde bloem. De
saus afmaken met peper, zout en boter of
margarine. (Het vocht van de filets kan
ook voor de saus gebruikt worden)
Heeft men geen oven, dan de warme
filets op een schotel overdoen en ze over
gieten met de hete saus. Heeft men een
oven, dan een gedeelte van de saus in
het vuurvaste schoteltje gieten, de filets
hierop leggen en ze met de rest vai
■Kus bedekken. Het schoteltje i-n de i
lichtbruin laten worden.
lioen waarde aan goud aan boord. Dez*
lijst werd in 1944 gepubliceerd door de
weréldberoemde slotenmaker Charles
Courtney uit Manhattan, en wel in diens
boek „Unlocking Adventure". Deze lijst
bevatte o.a. de naam van de rampzalige
Britse kruiser „Hampshire", waarop Lord
Kitchener de dood vond, toen het schip
bij de Orkney-eilanden door de Duitsers
werd getorpedeerd. De „Hampshire" had
voor tien millioen dollar goud aan boord
ten behoeve van de Russische legers, die
broodnodig gemoderniseerd dienden te
worden. Dit alles gebeurde in de eerste
wereldoorlog. Hoe de Duitsers de vaar-
plannen van dit Britse oorlogsschip te
weten kwamen is op zich zelf een uiter
mate belangwekkende geschiedenis. Laat
ons volstaan met te verklaren, dat één
doodgewone prentbriefkaart van een Brits
matroos, per ongeluk terechtgekomen in
een postzak, die via Nederland naar
V/enen werd verzonden, en welke brief
kaart bestemd was voor een vriend van
de zeeman in Oslode oorzaak was
van de bovenaangehaalde ramp.
Reeds in 1932 waren Charles Courtney
en een vijftigtal duikers, in dienst van
een internationaal syndicaat, vanzelf
sprekend'onder leiding van Zaharoff,
bezig het goud van de Hampshire boven
te brengen.
Epos der wereldzeeën
Even hiervoor was het Courtney
lukt het niet onaanzienlijke „zakgeld"
van drie millioen dollar' aan goud van
de Britse lijnboot „Egypt", van de bodem
der Golf van Biskaye, letterlijk, „boven
water te halenHet werk boven de
„Egypt" was enerverend en gevaarlijk
geweest, maar een zomer uitstapje ver
geleken bij het drama wat zich boven de
„Hampshire" afspeelde. Wij kunnen hier
rustig van een „epos der wereldzeeën"
spreken. Het moge bekend zijn, dat de
weersomstandigheden in de omgeving
der Orkney-eilanden, tot de meest wis
selvallige ter wereld behoren. Herhaal
delijk moesten de bergingsvaartuiger.,
door zware stormen daartoe genoopt,
ijlings een beschuttende haven opzoe
ken: Meestal gebeurde dit juist op een
moment, dat men succes begon te boe-
en nadat tonnen zand en wrakstuk
van het dek van de gezonken oor
logsreus, met ontzaglijke moeite, waren
verwijderd. Wanneer men dan terug
kwam, kon men weer van voren af aan
beginnenMaar uiteindelijk slaagden
de duikers er in bij de kluizen te komen
•en slordige driehonderdduizend dollar
goud boven te brengen. Bij een an
dere poging om de kluizen te „legen",
het Courtney zelf, met drie andere
duikers, gelukt de deur open te wurmen
2i! blonk hun een sprookjesachtige goud
voorraad tegenKoortsachtig begon-
aen de vier mannen zakken met de gou
den munten te vullen en ze naar boven
te laten trekken. Zij waren hier ruim
twee uur mee bezig en wisten, dat het
levensgevaarlijk was om zo lang beneden
te blijven, maar een soort krankzinnige
opwinding had zich van hen meester ^ge
maaktDe zakken met goud gingen
an hand tot hand, in schier eindeloze
j en zonder ophouden
Hoofdhaar spierwit
Plotseling wierp een onverwachte zee
stroming de kluisdeur'dichtDrie var.
vier mannen bevonden zich binnen
de vierde raakte bekneld tussen de
ire kluisdeurHij stierf ter plaatse,
doch doordat zijn lichaam tussen de deur
de kluis een opening liet, waardoor
de luchtbuizen der drie andere duikers
gelukkig intact konden blijven, konden
deze de aandacht trekken van de be
manning van het bergingsvaartuig, die
onmiddellijk een vijftal andere duikers
beneden afvaardigde. Met vereende
krachten zag men kans de kluisdeur open
krijgen, juist „in time", zoals Courtney
schrijft, want zij waren het bezwijmen
nabij. Het laatste wat deze avontuurlijke
an zich herinnerde was, dat hij zijn
gewichten lossneed, om maar sneller
boven te kunnen komen. Toen hij
driemaal vierentwintig uur later weer
bij kennis kwam, was zijn hoofdhaar
spierwit geworden. Hij zwoer een plech
tige eedzoals hij overigens al zo
dikwijls gedaan hadnooit meer „naar
beneden" te zullen gaan
Maar gedurende de tweede wereld
oorlog kon hij het toch niet nalaten de
uniform van Kapitein van Speciale
Diensten aan te trekken, een aantal diep-
■duikers te instrueren en ook zelf, zo
an toe, af te dalenMisschien is
het niet helemaal toeval dat kapitein
Charles Courtney een achterneef van..
Jules Verne is....
De Zaharoff-expeditie was waarschijn
lijk de best uitgeruste diepzee-goudjacht
der wereldgeschiedenis. Bovendien wierp
en alleszins behoorlijke winst af.
hoewel zij niet de succesvolste was. De
grootste geluksvogel op dit gevaarlijke
terrein was Captain William Phips uit
New-England. Deze leefde ten tijde van
de eerste Amerikaanse kolonisten. Phips
de uitvinder van een duikerklok,
=r uitzag als een omgekeerde was
tobbe. Hij verkocht deze uitvinding aan
Koning Jacobüs de Tweede van Groot-
Brittannië, borg een Spaans galjoen in
Caraïbische Zee, werd vele malen
multi-millionnair en buitendien benoemd
lot Gouverneur van Massachusetts. Dit
laatste gebeurde, omdat hij zo netjes
met de Koning opgedeeld had.
500 Meter diepte
De Amerikaanse luitenant ter zee
Harry E, Reisenberg, uitvinder van een
duikerpak, geschikt om tot 500 m diepte
te duiken, en van een soort ponton
systeem om gezonken schepen boven te
brengen, heeft in het jaar 1940 verschil
lende peilingen verricht in de Caraïbi
sche Zee. Hij kwam tot de conclusie dat
een groot gedeelte van het goud en zil
ver der vroegere Spaanse oorlogsbodems
geborgen moet kunnen worden. De
meeste schepen liggen in betrekkelijk
ondiep water, vlak bij de klippen waar
op deze armada tijdens en ten gevolge
in een orkaan verging.
De lijst van Zaharoff staat momenteel
het brandpunt der belangstelling. Niet
i het minst omdat het tegenwoordig
ials wij hierboven reeds aantoonden,
vrij eenvoudig is de plaats van een wrak
te localiseren. Zo heeft de „goudmijn",
welke de galei „San Fernando" biedt,
wel de meeste interesse. Ook dit wrak
komt op Zaharoffs lijst voor en heeft de
niet geringe som van 130 millioen dollar
aan boord. Het schip ligt op circa 2
diepte ter hoogte van Martinique. En de
tweede prijs krijgt dan een Spaanse gal
joen met 25 millioen dollar aan boord,
dat in de baai van Vigo onder de Spaanse
kust moet liggen
Droomwensen en droomschependie
soms waar worden en geld opleveren.
Zo financierde in 1938 de regering der
Dominicaanse Republiek een kostbare
expeditie om de ligplaatsen te locali-
t van een aantal wrakken, dat op de
kusten van deze staat zo in de loop der
en gestrand en verdwenen was. Men
had gecalculeerd, dat een en ander een
dikke 70 millioen aan pure winst moest
opleverenDe expeditie liep overigens
pniets uit.
Niettemin is het een feit, dat de Span
jaarden, toen zij in de zestiende eeuw
Midden-Amerika veroverden, fabelach
tige bedragen aan gouden sieraden buit-
maakten van de Azteken en de Maja's.
Zo gaat er een verhaal over de Koning
der Azteken, die, door Cortez gevangen
gehouden, als losprijs een zware gouden
ketting aanbood, dieals afsluiting
rondom zijn paleis was aangebracht....
Er waren meer dan honderd mannetjes
r.odig om 's Konings ketting te vervoe-
DE JEUGDGEVANGENIS IN ZUTPHEN:
GEEN ZOETSAPPIGHEID
Jongens leren weer normaal leven door arbeid
(Van een onzer verslaggevers)
De heer A. Wedzinga, directeur van de Jeugdgevangenis in Zutfen, ziet er uit als
streng en verstandig vader. Er loopt over z'n voorhoofd van boven naar bene
een diepe rimpel, die zich langs de neus voortzet tot onder het linkeroog. De
jongen die in dit krachtige, vastberaden gezicht kijkt moet onder de indruk komen
van de Friese onverzettelijkheid, die er uit spreekt. Maar tegelijkertijd boezemt dat
gezicht groot vertrouwen in. De heer Wedzinga zegt: „Wij zijn hier niet zoetsap
pig. De jongens die hier zitten, merken het, dat ze straf hebben. Maar hij zegt ge
lijktijdig„We geven hun hier een faire kans, als ze him best doen".
hij uit een eigen kop en schotel drinken.
Zijn kamer krijgt een deurknop, zodat hij
renToen deze compagnie ketting-
dragers op weg was naar de Spaans*
geweldenaar, vernamen zi.' onderweg dat
deze hun Koning inmiddels had laten
vermoorden. Zij wierpen toen de ketting
..ergens" in een meerTalloze expedi
ties, merendeels door avontuurlijke Brit
ten geleid en gefinancierd, hebben de
binnenlanden van Centraal-Amerika door
kruist, op zoek naar deze ketting en an-
cfere verborgen goudschatten. Inderdaad
hebben enkele dezer expedities si
geboekt.
Maar het legendarisch „Dorado" moet
nog altijd gevonden worden. Liefheb
bers, vóór
Wij zullen dit goudschatten-artikel be
sluiten met iets te verhalen over
Britse fregat „Hussar", dat in 1780 zonk
in de buurt van Hell Gate Channel i
East River bij New York. Dit schip
voerde de soldij voor het gehele Britse
leger in Amerika. Verscheidene millioenen
ponden sterlingMen is zeker wel
minstens vijftig keer bezig geweest deze
schat op te sporen. Het enige wat al deze
ondernemingen hebben bereikt, was
bovenbrengen vanelf gouden Pond
jeswaarvan men bovendien nog nief
eens weet of ze wel van de „Hussar" af
komstig zijn. Dit mysterieuze schip
schijnt letterlijk „met man en muis
zijn vergaan". Het is anders volkomen
onbegrijpelijk dat op deze betrekkelijk
kleine diepte, op deze harde rotsgrond
:n vlgk bij de kust, geen spoor van de
.Hussar" is te vindenInderdaad een
„raadsel der zee".
Captain Courtney beweert echter dat
deze goudschat zich moet bevinden on
der het opgespoten land van Long Island.
Ter hoogte van het „Astoria Building"..
En hiermede besluiten wij dit artikel.
En dan gaat Jan, die daar achter een
las-apparaat staat, des avonds moeder
ziel alleen naar de avond-nijverheids
school om z'n vakkennis aan te vullen.
En Jan komt, na alle lessen, trouw terug,
is in Zutfen het systeem. Jongens
18 tot 25 jaar zitten er, als ze, bij
rechterlijk vonnis veroordeeld zijn tot
minstens een jaar gevangenisstraf, dan
wel hoogstens drie jaar. Ze hebben gesto-
inbraak gepleegd, de postzegel-
hun patroon geplunderd, of an
dere strafbare feiten gepleegd. Dat is al
leen belangrijk voor de bestudering van
hun persoonlijkheid. In een jongen, die
het risico nam van een Inbraak met ge
weldpleging zit meer, dan in een die zijn
patroon achter diens rug om voor een be
langrijk bedrag benadeelde.
En het gaat erom te zien, wat er in de
jongeman zit en op welke manier zijn
gevangenschap kan meewerken tot zijn
reclassering.
Van Jongensstad-ideeën merkt u ach
ter die gele gevel van de Zutfense jeugd
gevangenis niets. Wel van een fors ge
ordende en daardoor vaardig marche
rende kleine maatschappij, waarin de ge
vangene wel een nummer heeft, maar
geen nummer i s.
Zo'n jongen, als hij aankomt, wordt een
maand lang alleen gelaten. Hij woont dan
in z'n kamer (van cellen spreekt men
niet), hij heeft contact met de beambte,
'n kamer controleert, hem z'n bed
leert opmaken en aanwijst hoe men het
daar in Zutfen met de huishoudelijke
dienst gewend is, alsmede met de geeste
lijken, sociale dienst, onderwijzers enz.
Inmiddels test de aan de gevangenis
verbonden sociale ambtenaar hem. De
hoofdonderwijzer laat de jongen een le
vensgeschiedenis schrijven, die weergeeft
uit welk milieu hij gekomen is. Die mi
lieus lopen sterk uiteen. Er zijn veel jon
gens van gescheiden paren bij, voorts
jongens, die uit armoede tot hun daad
men, maar veelal zijn het allemaal:
de hak op de tak-springers. Jongens
twaalf ambachten en dertien onge
lukken, stuurloze wrakken, die hier weer
opgekalefaterd kunnen worden.
Zelden of nooit komt er een jongen, die
een diploma van de een of andere
school heeft. Juist het feit, dat hij in de
maatschappij nog geen vaste plaats had,
dat hij met zijn tijd geen raad wist of
hem fout gebruikte, bracht hem met de
rechter in aanraking. „Die vlek moet
weg", zeggen ze dan in Zutfen en de re
gelmaat begint de eerste dag: half zeven
acht uur huishoudelijk werk, ge
sprekken en test-opdrachten daartussen,
maaltijden op tijd en om half tien des
avonds onder de wol en slapen.
Aan de hand van de gegevens, die over
de jongen verzameld worden en die hij
:elf verstrekt wordt dan vastgesteld wel
ke straf-paedagogische behandeling voor
hem het meest geschikt is.
Na die maand praat de directeur met
de 15 of achttien jongens van de obser
vatieklasse tegelijk en hij vertelt hen,
van hen verwacht wordt, waar
voor ze in Zutfen zijn, wat er gedaan zal
worden als zij zich behoorlijk gedragen
welke mogelijkheden zjj bij goed ge
drag hebben. Want dat is het prettige
Zutfen: wie daar binnentreedt kan
nieuwe hoop voor de toekomst koesteren.
Als hij het slachtoffer werd van maat
schappelijke omstandigheden: daar is hü
geïsoleerd van de maatschappij. En ligt
de fout in hem zelf: er zal tijd genoeg zijn
daarover na te denken. Behalve de direc
teur en zijn staf zijn er de dominee en
de aalmoezenier; 't onderwijzend, bewa-
kings- en arbeidspersoneel; ieder op zijn
plaats werkt mede, de jongen op te
heffen.
Dan gaat de jongen werken. Hü is uit
de observatieklasse overgegaan naar de
tweede klas". Dat is al een promotie. Hij
komt in de werkplaatsen: de smederij,
de meubelfabriek, de binderij, de carton-
nage-afdellng, de garage of de boerderij.
En hü verwerft zich gunsten door zyn ge-
drag: in plaats van uit een beker, mag
believen In en uit kan gaan. Hü
mag vrij boeken kiezen uit de bibliotheek
en hü krügt een knoop op z'n mouw als
teken dat men over hem tevreden is.
Er komt een moment van promotie,
waarop hü derde klasser kan worden.
Dat is, voor hen die tot die staat des le
vens in de gevangenis overgaan, een zeer
gewichtig tijdstip. Want op dat ogenblik
wordt hun woord, dat ze in de maat-
schappü door hun wandaad verloren en
waarop niemand meer iets deed, in ere
hersteld. Voor 't front van de troep
wordt van hen de belofte gevraagd: „Ik
zweer op mün erewoord, dat ik het in
mü gestelde vertrouwen niet zal bescha
men en in woord en daad een waardige
derde klasser zal zün."
Dan komt de mogelükheid van voor-
waardelüke invrijheidstelling in zicht.
De jongen, die een vak leerde, gaat naar
een baas. „En er zün er zoveel, die dat
doen, dat het hier 's morgens net een ho
tel is," zegt de heer Wedzinga. „De een
na de ander gaat op eigen gelegenheid
de deur uit."
Of ze dan niet nagereden worden, deze
knapen? Laat u dat maar aan Zutphen
over. Daar wordt niemand uit het oog
verloren en men kent hen allen van ha
ver tot gort. En ook al zün ze vrij, voor-
waardelyk of zonder meer vrü, de direc
teur houdt contact bü verjaardagen enz.
Trouwens, ook als ze in de gevangenis
jarig zün, merken ze dat. Een kleine at
tentie is vaak voldoende.
Daarin onderscheidt zich deze gevan
genis o.a. ook van alle andere. Het gaat
daar in Zutfen niet om de straf, maar
om de mens in de allereerste plaats.
In een volgend artikel voeren wjj u
door de gevangenis met de 150 bewoners.
Kerkklokken zwijgen alomslechts enkele dagen en uren nog, dan beieren ze weer.
C.N.V. Vraagt handhaving
Zondagsrijverbod
Het bestuur van het Chr. Nat. Vak-
■erbond verzoekt de ministerraad in eer
adres, het Zondagsrijverbod ook na
Januari te handhaven, door verlenging
de wet tydelyke regeling personen-
'oer of op andere wijze.
2t CNV verwacht, dat de styginj
de benzineprys niet zal leiden tot
zuinig gebruik van auto's op Zondag,
daar zy die voor hun genoegen rijden
daartoe ook financieel in staat zyn. Er
zullen dus enorme bedragen aan devie
zen worden verspild. Voor de arbeiders
gezinnen, die zich thans zeer noodzake-
lyke consumptiegoederen moeten ont
zeggen, zal dit wel een heel slecht voor
beeld zijn. Bovendien, niet op de laat
ste plaats, werd door het Zondagsrijver-
bod de Zondagsrust die de overheid
moet bevorderen, beter nagekomen-
Engeland zal R.I.S. de jure
erkennen
Engeland zal direct na
teitsoverdracht de Ver. Staten van In
donesië de jure erkennen. Deze erken
ning werd door Nederland officieel ver
zocht in een nota, welke gisteren te
Londen werd aangeboden.
De heer Macdonald, de Britse Hoge
Commissaris in Zuid-Oost-Azië, zal de
plechtigheden t.g.v. de souvereiniteits-
overdracht in Batavia bijwonen.
Gevonden
Zaterdagmiddag zyn na afloop vai
kinderfeest in „Den Burcht" gevonden
een riem, een soaal en een handschoen.
De eigenaars kunnen zich aan ons bureau
vervoegen.
„De geleide economie moet uitlopen op een in meerdere
of mindere mate straffe dictatuur"
Mr dr H. D. M. Knol bespreekt een belangrijk boek
F. A. HAYEK, De iveg naar Slavernij, 1948,
Holdert Co. N.V. Amsterdam. 346 blz
ER
eenzelfde stof, zy het dan op verschillende wyzen, wordt behandeld. Dat is
jammer. Immers, daardoor krijgen boeken als het bovenstaande, een werk, dat
eigenlyk door een ieder, die met politiek of economie te maken krygt en
komt daarmede tegenwoordig al niet in aanraking? te weinig kansen. En toch,
hoe noodzakelijk is het niet, dat zy, die in het dagelyks leven de mond vol hebben
over allerlei dwaze economische leuzen, zich bezinnen op de betekenis van
door hen wordt geponeerd? Hoevelen gebruiken niet economische termen zonder
de draagwydte daarvan ook maar enigszins te doorgronden? Ieder, die iets wil
presteren op het gebied van de economische politiek, is verplicht van deze weten
schap een ernstige studie te maken.
economische veranderingen in de maat-
schappy, wel'ke noodzakelijk tot een
nomische dictatuur moeten leiden. Hitier
Het hierboven genoemde boek is
vertaling van het in 1944 door Hayek ge
publiceerde werk „The Road to Serfdom"
en is voorzien van een voorwoord, ge
schreven door prof. iür dr G. M. Verrijn
Stuart. De hoofdgedachte van het werk
wordt aangegeven door wat Röpke, en
ook ondergetekende, in verschillende ge
schriften steeds naar voren hebben ge
bracht: De geleide economie moet
uitgebreide macht geven aan een ec
mische instantie; deze -moet steunei
hen, die in een staat de macht in handen
•hebben, de politieke macht dus; ergo, de
geleide economie -moet uitlopen op een in
meerdere of mindere mate straffe dicta-
Maar Hayek wyst op en waarschuwt
voor andere gevaren. Zij, die in hun hart
n-iets voor een dictatuur gevoelen, streven
te goeder trouw, geheel uit onkunde,
rzuTPHSf^
bralde en Göbbels brulde: Indien Duits
land de oorlog mocht verliezen, heeft hij
hem toch gewonnen. Schuilt er toch
wat zij verkondigden? Hoevele
door de bezetter in ons land ingevoerde
besluiten van zuiver Duits karakter zyn
zelfs thans nog van kracht.
Zo zegt de schrijver in de Inleiding:
„Niet velen tonen zich bereid in te zien
dat de opkomst van het fascisme en het
nationaal-socialisme niet een reactie was
op de socialistische stromingen van de
voorafgaande periode, maar een nood
zakelijk resultaat van deze tendenzen'
(blz. 20/21).
Wet was de richting, wellke men prijs
gaf? Ofschoon door vele denkers
19e eeuw gewaarschuwd, dat socialisme
slavernij betekent, zyn wij gestadig de
richting van het socialisme uitgegaan
(v-gl. blz. 33). Het individualisme staat
heden ten dage in een slechte reuk;
de term gaan verbinden met egoïsme
zelfzucht. Maar in wezen is het indi
vidualisme, dat wy wensen voortge
komen uit de elementen van Christendom
2n de philosophie der klassieke oudheid
niets anders dan eerbied voor de
.ndividuele mens als mens, erkenning van
zijn eigen opvattingen en smaak als sou
eigen sfeer (blz. 34). Wie zulk
een individualisme als juist beschouwt,
wensj de vrijheid van de mens. Dat wil
niet zeggen een ongebonden vrijheid!
Trouwens, vryheid is geen bandeloos
heid. Maar wel de vryheid om in eigen
zaken beslissingen te nemen; zyn eigen
beroep te mogen kiezen; zyn gedachten
■■ÉÉM' Dat waren de grondslagen
van de democratische regeringsvorm vóór
het uitbreken van de eerste wereldoorlog.
Voor de grote apostelen der staatkun
dige vryheid had dit woord betekend:
bescherming tegen dwang en willekeurige
macht -over andereu; bevrijding van- de
banden, welke het individu geen andere
keus lieten dan gehoorzaamheid aan di
bevelen van een meerdere, aan wie hi,
was verbonden. De nieuwe in het voor
uitzicht gestelde vrijheid zou echter be
tekenen: vrijwaring voor gebrek, bevry-
ding van de dwang der omstandigheden,
welke onvermydelijk het gebied,
binnen de bevrediging onzer behoeften
zich afspeelt, voor ons allen beperken, zij
het voor sommigen zeer veel meer dan
voor anderen (blz. 49).
Op overtuigende wijze toont de
schrijver aan. dat het Marxisme tot
het fascisme en het nationaal-socialis
me heeft geleid, omdat het in alle
essentialit fascisme en nationaal-
socialisme is.
Wat de ordenaars vragen, is een
centrale leiding van alle econo
mische activiteit overeenkom
stig één enkel plan, waarin is neer
gelegd hoe de hulpbronnen der maat
schappij bewust moeten worden ge
leid om speciale doeleinden op een
bepaalde wijze te dienen.
Vergeten wordt echter of liever
gezegd: verzwegen dat in een
Staat één man zulk een opdracht on
mogelijk kan vervullen; daarom moet
een ondraaglijke bureaucratie ont
staan. En delegatie van wetgeving
wy hebben er reeds dikwijls op ge
wezen is een groot gevaar voor de
rechtszekerheid der burgers. De heer
schappij van het recht, één der grond
pijlers van de Rechtsstaat, moet bij
verkeerde toepassing van delegatie
onherroepelijk worden vernietigd.
Bovendien, mag aan één mens zulk een
grote macht worden gegeven? Ten slotte,
voor iedere geest zou het onmogelyk zy'n
de oneindige verscheidenheid der uiteen
lopende behoeften van verschillende
te omvat-ten, die naar de opbrengsten
de verschillende hulpbronnen dingen,
lan elk van die belangen een bepaala
gewicht toe te kennen (blz. 95). Het
bezwaar is echter, dat juist het
vrije marktmechanisme, een aanwyzi-ng
welke goederen'behoefte er bestaat, wordt
angen door een productieplan, het
welk zonder enig richtsnoer moet werken,
of het moet zyn dat van de almachtige
plannenmaker. Men heeft wel gezegd: de
geleide economie is onafwendbaar. Maar
dit geloof is uitsluitend ontleend aan oe
concentratiewet van Marx, een wet welke
uit de praotü'k geenszins blijkt, al zyn
de aanhangers van het Marxisme uiter
aard grote begunstigers der concentraties.
Zullen wjj ln een geordende maat
schappij ons werk mogen kiezen? Dat
zal de Staat bepalen. Hoe ondraaglijk
moet dit zijn (vgl. de blz. 144 en 145).
Uiteraard zullen er by elke vorm,
waarin de maatschappij is gegoten,
moeilijkheden ontstaan. Maar daar
gaat de zaak niet om. wel over de
meest geschikte vorm. De planmaat
schappij moet echter tekort schieten
tegenover de vrije. Een aardig voor
beeld geeft de schrijver op blz. 149.
Zou men motorongevallen geheel wil
len opheffen, dan moet het gehele
motorverkeer worden verboden. Maar
dat is onmogelijk, zal de lezer zeggen.
Terecht, maar dan zullen er motor
ongelukken blijven gebeuren; wel
moet de Overheid echter zorg dragen
deze door regelingen zoveel mogelijk
te voorkomen.
In hoofdstuk VHI toont de hoogleraar
aan, dat alle instellingen, welke het nazi
dom in het leven kon roepen, waren voor
bereid door het socialisme, b.v. jeugdvor-
ming en Hitlerj-ugend en ga zo maar door.
Veel nieuws behoefde het nationaal-
socialisme nier te bedenken; bykans alles
was -kant en klaar.
In hoofdstuk IX treft ons de volgende
zin: De laatste instantie van een vrye
economie is de deurwaarder; de laatste
sanctie van een geleide economie is de
beul.
Men leze vooral hoofdstuk X: Waarom
de sleóhtsten naar boven komen.
Belangryk zyn de passages, waarin de
schrijver aantoont, da-t bij dwangecoiromie
slechts de hoogste leider de doeleinden
bepaalt; zijn werktuigen bezitten zelf dus
geen morele overtuiging. Volgens deze en
dergely'ke normen zullen de ordelyke
burgers er voor terugschrikken een posi
tie dn de totalitaire machine te ambiëren,
maar grote kansen krijgen de meedogen
lozen en onscrupuleuzen. Bovendien, Ge
stapo noch concentratiekampen zyn go-
schikte plaatsen ter bevordering van
menselijke gevoelens.
Voor gerechtigheid, wet, recht en ge-
lükheid, opgevat in de juiste betekenis
des woords, is Ln de totalitaire staat geen
Vast staat: Een kleine, zeer klein»,
minderheid 2al de meerderheid regeren.
Maar wy moeten eindigen. Nog één op
merking willen wij maken: Uit het boek
bly-kt o.m. onomstotelijk hoe belangrijk
welvarende middenstand is; deze
heeft er het meeste belang bij niet in de
knel te komen.
Dit zyn maar enkele gedeelten, welk»
door ons worden aangestipt. Elke blad-
zyde van het werk geeft blijk van weten
schappelijke en diep doordachte arbeid.
Honderden rode potloodstrepen hebbea
wy in het boek geplaatst; slechts enkele
kwamen hierboven ter sprake en mis
schien zal deze bespreking toch reedj
vanwege haar uitgebreidheid het onge
noegen van de redactie opwekken. (Niet
het dit boek en déze recensent be
treft. Red. N.L.C.).
Vurig wensen wy het werk in handen
in zeer velen, in het bijzonder van hen,
die gedachten inzake de economische ord»
uiten zonder in de moeilijkheden, aan een
of andere regeling verbonden, ook maar
het minste inzicht te hebben.
Enige opmerkingen nog. Het is te be
treuren, dat in het werk zoveel lange
en dikwyls niet duidelyk gestelde zinf*
oorkomen; de vertaler had o.i. juister
gehandeld door zoveel mogelyk deze
lange zinnen in enige andere om te bou-
Men vergete niet: Er is geen be-
met behoud van de inhoud het
werk te populariseren.
Het zal gêen betoog behoeven, dat wjj
het niet overal met de schryver eens zyn,
aar dit behoeft ook niet.
Blz. 130 Het woord „formeel" bjj
recht zouden wy liever niet gebruiken.
Blz. 258 De vertaling in de noot is on
juist. Blz. 382, le alinea De vertaling
is lelyk. Blz. 332 Waar hoort noot 1 bijt
Rehoudens deze en dergelyke vlekje*
echter nogmaals ernstig aanbevolen.
Mr dr H. D. M. KnoL