MINISTER Mr J. IN T VELD: Burgerzin de
grondslag voor wederopbouw
De carrière van een Dordtse volksjongen
Domme twist en eigengereidheid
speelden in Londen een rol
3
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1949
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
behoefte van 30.000 woningen voldaan.
Dat kan alleen, als de duplexwoning,
waarvan we er dit jaar al 10.000 bouwen,
meer belangstelling gaat krijgen. Daarbij
komt dan het opruimen van krotten, die
niet tot 1960, het voor herstel van oude
woningen vastgestelde jaar, kunnen
wachten. Daarvoor moeten we ook reke
nen op 1000 2000 per jaar! En we i
ten dat 30 jaar volhouden, om er door
te komen."
Bij die woningbouw dient de wijkge-
dachte naar de mening van deze minis
ter een belangrijke plaats in te nemen,
maar zij zal tot niets leiden, als er niet
een verantwoordelijke wijk-burgemeester
komt, die de belichaming van de zelf
werkzaamheid der wijk is. „In diér wijk
(Van een onzer verslaggevers)
Vijftien jaar was minister mr J. in 't Veld oud, toen hy in Dordrecht, waar zyn
vader het beroep van kruidenier uitoefende, de MULO verliet. „Wat wil je nu
worden?" had het schoolhoofd gevraagd. Joris In 't Veld wist het: hy wilde op de
gemeentesecretarie gaan werken. Zo is hjj daar schrijver geworden en hij was diep
onder de indruk van het feit, dat er nog héél wat te doen viel, voor hij iets wis.
Hij had al gauw door, dat er twee diploma's waren, die hjj beslist moest heb
ben, wilde hij er aanspraak op maken binnenkort iets te zijn. Hjj moest M.O. Staats
inrichting zien te halen en het diploma candidaat Gemeente-Secretaris.
Maar voor 't laatste moest hij minstens
20 jaar zijn en zo ging hij, 17 jaar oud,
eerst op voor M.O. Met goed gevolg.
Drie jaar later was hij ook candidaat
gemeentesecretaris.
Hij vond het toen nog lang niet welle
tjes. Er waren drie ambtenaren ter ge
meentesecretarie van Dordt,
meester in de rechten studeerden. Een
van hen was prof mr Koelma, die later
burgemeester van Alkmaar werd. Zij
waren voor de jonge Joris een geweldige
aansporing, want hij wist, dat hij óók
Jurist wilde worden. Staatsexamen deed
hij in vier jaar. Nog vier-en-een half jaar
later was, in Leiden, het doel bereikt.
Alles in vrije uren.
Een knappe prestatie. Dertig Jaar wa«
hij oud. De schrijver uit Dordt was in
tussen via klerk ter gemeentesecretarie
van Rotterdam tot administrateur daar
©pgeklommen, met de afdeling plaatse
lijke werken in de „Stadstimmerwinkel"
als werkplaats.
Het was. tot dat moment een carrière,
die de man tekende Een van durf en
moed, van forse aanpak en doelbewuste
De Anti-Revolutionnaire minister, mr
J. A. de Wilde, wist in 1937 wel wat hij
deed, toen hij deze man uitkoos voor de
functie van Zaandam's burgemeester, als
opvolger van de socialist K. ter Laan. Hij
kende de heer In 't Veld uit de Staten
van Zuid-Holland. In 1933 had de S.D.A.P.
de self made jurist, daarheen afgevaar
digd. Er was toen in den lande enige hui
ver om socialistische burgemeesters te
benoemen. De muiterij op de „De Zeven
Provinciën" werd hen zwaar aangere
kend, doch het was mr De Wilde, die de
ban brak, door het rode Zaandam in
mr In 't Veld weer een rode burgemees
ter te geven. „Ik ben hem nog altijd
dankbaar voor de brede kijk, die hij
toen toonde te bezitten" zegt de burge
meester van toen, minister van nu.
In 1941 maakten de Duitsers een eind
aan het burgemeesterschap van de heer
In 't Veld. Óp dezelfde dag, dat burge
meester De Vlugt van Amsterdam door
hen naar huis gestuurd werd. in verband
met de stakingen om de Jodenvervolgin
gen, trof hem een soortgelijk lot om de
relfde redenen.
En zelfs Zaandam mocht de heer In
*t Veld geen woning meer bieden.
In Amsterdam kon hij echter vrij
rondwandelen en zo maakte hij daar de
bevrijding mee.
Het is geen wonder, dat de heren Van
Schaik en Drees deze burgemeester, di<
lid van de Eerste Kamer was. het bouw-
probleem, dank zij zijn ambtenaarlijke
werkzaamheden beheerste en die, als
magistraat, zo goed wist, wat de plaats
van de gemeenten was in het herstel
het land. minister van Wederopbouw
maakten
Humanist.
vooral, moet de burgerzin aangekweekt
worden, die dringend noodzakelijk is
dringend noodzakelijk is voor het behoud
van democratie en beschaving in Europa
Minister In 't Veld is niet voor niets
een socialistisch minister. Het bouwen
door particulieren zit hem, zo zegt hij,
„wat dwars." Niet, omdat zij activiteit
ontplooien, maar om wat er. na bouw
met rijkssteun. met die huizen geschiedt.
Zij worden dan vrij duur verkocht aan
de meest biedende, waardoor de rijks
premie „voor een groot gedeelte ver
dwijnt in de zakken van de bouwers
Vandaar", aldus de heer In 't Veld, „dat
er voor woningen boven 375 m3 geen
rijkssteun meer gegeven wordt, want dat
ging me toch wel wat aan het hart."
Kan men zich deze minister anders
denken, dan in een ruime lichte kamer
met boeken in alle hoeken, een met vele
papieren overdekt schrijfbureau en. door
de glazen suite-deuren, het uitzicht op
een actief gezin: studerende kinderen
(een zoon in Delft, een dochter in Am
sterdam en één op de Dalton H B S.) rond
hun moeder?
Zo is mr In 't Veld: een man voortge
komen uit het volk, hard werkend als
iedere Nederlander en levend in zijn ge
zin als wij allemaal.
Aan óns de taak, onze burgerzin zó
te verstaan, dat wij ons van deze werker
Neêrlands wederopbouw niet isole-
maar bidden, dat hij. humanist ei
zoeker, het enig fundament vinde. waar
op een volksbestaan, naar onze overtui
ging, alleen maar hecht rust: het Woord
God!
Te meer, waar de heer In 't Veld aai
de ideële grondslag van de Wederop
bouw een zo grote betekenis hecht. Hij
is n.l. behalve minister ook voorzitter
van het Verbond „Humanitas", een
manistische organisatie, die zich de gees
telijke en materiële verheffing van dt
massa ten doel stelt. „Wij zijn zeer ont
daan over het feit, dat de jongste volks
telling opnieuw heeft aangetoond, hoe
groot het getal is van hen, die zich van
de kerk hebben afgewend. Wij geloven,
dat wij hen een nieuw plechtanker moe
ten geven en wij menen, dat zij dat in
het Humanisme vinden kunnen. Het
alleen uiterst moeilijk de massa daar
mee te pakken, omdat het onszelf nog
niet duidelijk is hoe wij de massa, die
tot nihilisme dreigt te vervallen, weer
haar verantwoordelijkheid jegens de
naaste bewust kunnen maken."
„Is dat geen pleidooi voor het een
voudige Christendom?" vraagt U dan.
Want het tweede gebod is immers dat
der naastenliefde?
„Misschien", zegt de heer In 't Veld.
.Maar een kerkelijk mens heeft het ge
makkelijker dan een humanist, omdat
hem de eenvoudige vorm van het evan
gelie zol toespreekt." De humanist is bang
de nadruk te leggen op het persoonlijke,
dat. naar zijn mening. God te veel in de
afeer van het menselijke leven trekt,
terwijl voor de heer In 't Veld de Gods-
idée belangrijker is. Vandaar dat hij des
tijds met de Remonstrantse broederschap,
waarvan hij deer uitmaakte, gebroken
heeft. „Het „niet mijn wil maar Uw wil
geschiede" is voor mij het kernpunt van
mijn religie, als U het zo noemen wilt"
to zegt hij. „Het is uit die overgave, dat
een humanist zyn krachten put voor 'het
leven. Vandaar, dat ik me er altijd zo
aan erger, wanneer humanisme gedood
verfd wordt als „heidendom". Dat is
Biet waar. Onze strijd gaat juist tegen de
horde, tegen het heidendom."
In die strijd nemen huis, woongemeen
schap en burgerzin een grote plaats in.
Vandaar mr In 't Veld's bouwplannen,
die berekend zijn op 65.000 woningen per
Jaar. „Dan zijn we in 8 jaar door de ach
terstand van 250.000 woningen heen en
hebben tegelijkertijd aan de jaarlijkse
Oud monument spreekt van vriendschap
tussen Japan en Nederland
Historisch document van 350 jaar geleden
In dezelfde kelder van de schamele stadsbibliotheek van Tokio, waar het perkamen
ten tractaat met imposante lakzegels wordt bewaard ter bevestiging van de ruim
350 jaar geleden gesloten overeenkomst tussen de vertegenwoordigers van de Ver
enigde Oost-Indische Compagnie enerzijds en de keizer van Japan anderzijds, heeft
afschrift van de tekst, welke gehouwen staat in een standbeeld, dat de her
innering aan die tijd levend wil houden. Die tekst luidt: Hier werd de grondslag
gelegd tot de vriendschap tussen Japan en Nederland, die tot in lengte van dagen
zal voortduren.
rijksdaalders weggesleept. Dat is in ge
smolten toestand in Tokio teruggevonden.
Een opgave van het gehalte van die
klompen bleek te kloppen enNeder
land was weer drie-en-een half millioen
dollar aan zilver rijker. Maar met de
opbrengsten van rubber en tin en een
heel schip heeft Nederland in totaal toch
niet meer dan twintig millioen dollar
aan schadevergoeding gekregen.
Geen handel.
Met de handel wil het evenmin. Twee-
en-twintig Nederlandse handelshuizen
hebben een vertegenwoordiging in Japan
gevestigd toen verleden jaar een weder
zijds handelsverdrag tot een waarde van
negentig millioen dollar gesloten is. Van
het verdrag is echter practisch niets te
recht gekomen door het intrekken van
de Marshall-steun na de tweede poli
tiële actie. Een pikante bijzonderheid
daarbij is overigens, dat de textiel, welke
in de door het Nederlandse leger bezette
gebied aan de bevolking uitgedeeld werd,
uit Japanse fabrieken afkomstig was.
Maar met dat al steeg het productie
overschot van de Japanse industrie nog
meer dan reeds het geval was.
„Er is op het ogenblik niets te bele
venklaagt men in Nederlandse han
delskringen. Men heeft er echter een zeer
realistische kijk op de zaak. Evenmin als
Europa Duitsland uit kan schakelen kan
Azië Japan buiten sluiten. Als Indonesië
straks souverein is zal het geld nodig
hebben. De enige mogendheid, die dat
verstrekken kan. is Amerika. En indien
er zekere waarborgen aanwezig zijn zal
het ook graag geld in Indonesië investe
ren. Een van de voorwaarden zal echter
ongetwijfeld een nauwer handelsverkeer
met Japan zijn. Amerika helpt daardoor
niet alleen Indonesië en Japan, maar uit
eindelijk ook zichzelf. Het is nog altijd de
Amerikaanse belastingbetaler, die de te
korten van de Japanse staatshuishouding
moet bijpassen. Misschien is het tfoor vele
mensen een onpleizierige gedachte weer
met de Japanners zaken te moeten doen,
maarde wereld houdt nu eenmaal
geen rekening met persoonlijke grieven.
Tegen communisme.
Een inniger samenwerking tussen Indo
nesië en Japan is de algemene verwach
ting. En niet alleen op economisch gebied.
De conservator laat het document vol
liefde zien.
„Driehonderd-en-vijftig jaar bestaat die
vriendschap alzegt hij nonchalant
de laatste oorlog voorbijgaand, terwijl hij
het papier omzichtig in de oude vouwen
toeslaat, „en volgend voorjaar zullen wij
dit feit vierenhet feit, dat de Neder
landers zich op het toenmalige eilandje
Decima vestigden om handel met ons te
drijven. We zouden ter gelegenheid daar-
graag Decima in zijn oude staat
herstellener een historisch monument
an maken, maar..
De anderen in de stoffige bibliotheek
zaal knikken instemmend.
natuurlijk veel geld voor no-
vertolkt burgemeester Hiroshi
Ohashi de mening van de anderen,
driehonderd millioen yen wat ongeveer
overeenkomt met één millioen dollar. We
hopen, dat u in Nederland en Indonesië
propaganda wilt maken ervoor. Scheep
vaartmaatschappijen en grote handels
lichamen, die relaties met Japan onder
houden, kunnen de stoot geven tot een
inzameling. De rest volgt dan vanzelf
ook onze eigen regering".
Het valt me moeilijk om die nette en
enthousiaste monumentenbouwers zo
plompverloren te vertellen, dat er de
laatste tien jaar dingen gebeurd zijn,
waardoor er wel iets aan de vriendschap
ontbroken heeft en dat het oprichten
monument in Nagasaki nou wel
de allerlaatste objecten zou zijn
één heel millioen schaarse dollars
zouden willen besteden.
Mislukking
et is overigens opvallend hoe
men over de oorlog spreekt. In Japan
beschouwt men dat allang als e
bye zaak. En die mentaliteit wordt sterk
aangemoedigd door de houding var
Verenigde Staten. Die hebben geen
dere plannen dan het land zo spoedig
mogelijk volledig op de been te helpen.
daarom, dat men niets meer wil
weten van herstelbetalingen, ontmante
lingen, restituties en andere vergoedingen
or geleden schade.
,We hadden ons er veel van voorge
steld, maar er is bitter weinig van te
rechtgekomen," zegt men op de Neder
landse Missie (die de plaats van een
ambassade inneemt zolang er nog geen
vredesverdrag is). En de cijfers brengen
dat ook duideiyk uit.
Er is voor een waarde van zeven
acht millioen gulden aan fabrieksinstal-
laties en losse machines naar Indonesië
vervoerd. Meer wil men daar niet eens
hebben. Het betreft dikwijls ouder
wets materiaal of machines, die zoveel
verbouwingen in de fabrieken eisen, dat
het voordeliger is nieuwe te kopen. Met
de restituties is het niet veel beter. Een
overtuigend bewijs is nodig om iets terug
te kunnen eisen. Op het overleggen van
de tekeningen van de kroon en de kroon
juwelen van de Sultan van Pontianak
het niet lastig om die kostbaarheden
terug te krygen. Met de diamanten en
het goud is het echter minder eenvoudig.
In de kluizen in Tokio ligt naar schatting
230,000 karaat aan diamanten maar.
alle elf betrokken landen eisen er een
deel van op. Goud idem. Op het gebied
zilver hebben we meer succes gehad.
Uit de kelders van de Javase Bank in
j hebben de Japanners destijds
187.000 kilogram zilver in guldens en
uilen hun godsdienstplichten in ea» tempel In Tokio.
ODE AAN DE LUCIFER
O lucifer, gij recht gelijnde,
wat bergt gij in Uw phosphor-kop?
gij drijft de angst der brandbevreesden
onschuldig tot complexen op.
In achteloosheid weggeworpen,
terwijl je gloed niet is gedoofd,
ben jij vaak oorzaak dat een stumper
van goed en have wordt beroofd.
Een vonkin dartelheid ontschoten
aan 't vlammetje dat men ontstak,
heeft i» de tijd van een seconde
een gat gebrand in 't beste pak.
Jij bent de schuld van enerverend
en kerend echtelijk getwist,
als Moeder 't gasstel aan wil steken
en t weggenomen doosje mist.
O simpel, onaanzienlijk stokje,
je waarde is in geld slechts klein;
toch zijn er tal van dure dingen
die minder onontbeerlijk zijn.
Al ben je somtijds schaars te kopen,
geen concurrent maakt jou bevreesd;
de vuursteen en het tondeldoosje
Cré Kempen—Sterkenburg
Het drama van het Englandspiel
Dertienduizend ambtenaren deden aan massa-spionnage
en maakten er knoeiwerk van
Amateurisme in Londen bracht de Duitsers de grootste successen. Giskes zit In
ngst, maar Schreieder weet natuurlijk weer raad. Met welk een ongelooflijke
•nelheid het Englandspiel tot stand kwam, wordt eerst goed duidelijk, als men
zich de data herinnert, waarop de beslissende gebeurtenissen plaats vonden.
Op 13 Februari 1942 leverde Willem van der Reijden in Schevenlngen zijn code
indplan aan de Duitsers uit.
Alle inlichtingen, die ze hebben wil
den, kregen ze erbij cadeau. Op 6 Maart
werd Lauwers gearresteerd; op 12 Maart
kwam Arnold Baartsen per parachute
voor de voeten van Schreieder neer
de heide bij Woudenberg. Deze gang vi
zaken laat, mede gezien in het licht v;
latere gebeurtenissen, geen ruimte vo
de maar al te vaak geuite veronderstel
ling, dat er verraad is gepleegd door
hooggeplaatste personen- in Engeland. Wij
vergissen ons niet, als wij vaststelien
Minister In 't Veld leidt Wederopbouw
dat van zodanig verraad ook in het ko
mende rapport van de Parlementaire
Enquête Commissie niets zal blyken.
Wel zal blijken, dat domme twist, hoog
moedige eigengereidheid en kinderlijk
amateurisme in Londen een rol hebben
gespeeld, die feilloos werken bij de
SOE en de MID vrijwel onmogelijk
maakten. En dait de daaruit voortvloei
ende fouten met gladde handigheid door
de Duitsers zijn geëxploiteerd, dat heb
ben de afschuwelijke feiten wel aange
toond.
Na het met veel ruzie en narigheid
gepaard' gaande begin onder leiding van
de tijdelijke thesaurier van de Koningin
Van 't Sant werd de Nederlandse ge
heime dienst in Engeland ondergebracht
bij het bureau MVT (Militaire Voorbe
reiding Terugkeer) dat onder bevei
stond van de koloned (thans generaai)
der mariniers De Ecuyne, een oude sol-
datenfiguur. eerlijk als goud en ijverig
als weinigen, maar vreemdeling in hef
Babyion der internationale spionnage
Hij was bovendien inspecteur der Ne
derlandse troepen en moest reeds uil
tijdgebrek met meeste werk voor de
MID (Militaire Inlichtingen Dienst) o%'er-
laten aan de kapitein der mariniers
Lieftinck en de luitenant ter zee Schilp,
twee mannen, die het wel goed bedoel
den, maar in dit soort werk toch j
lijk vergelijkbaar waren, met de experts
uit de school van Canaris. cf de inge
speelde knappe bollen van de Intelli
gence Service.
Laat ons het ronduit zeggen: de Ne
derlandse geheime dienst heeft, zolang
het Englandspiel duurde, bestaan
mensen, die voor dit gladde gedoe niet
in de wieg waren gelegd.
Daar kwam nog bij, dat de Engelse
dienst, waarvan zy grotendeels afhanke
lijk waren, ook niet uitmuntte door des
kundigheid. want het was niet de oude
over de ganse wereld befaamde er
vreesde Secret Intelligence Service,
maar een uit de grond gestampte oor-
logsorgamsatie. de zogenaamde Special
Operations Executive, kortweg SOE ge
heten. Deze dienst sneluitge
groeid tot een apparaat met dertiendui
zend ambtenaren onderhield verbin
dingen met alle bezette gebieden
Europa, voornamelijk door geheime
agenten, die kortegolfzenders gebruik
ten, deed een beetje in sabotage en pro
paganda en moest zich by dit alles laten
instrueren door de in Londen aanwezige
Polen, Noren, Nederlanders, Fransen
Belgen. Allemaal mensen, die, voor
het technische deel van de arbeid be
trof, geheel op de Engelsen waren
gewezen.
De buitenlanders kregen de afschrif-
n van de ontvangen telegrammen en
moesten daaruit zien op te maken, of
het met bun agenten en de illegale groe-
naar wens ging. Als ze wat te seiner
Nu het vasteland van Azië practisch af
geschreven kan worden blijft Amerika
niets anders over dan van Japan, de Phi-
lippijnen en Indonesië een soort voorste
linie tegen het communisme te vormen.
Militair heeft deze linie natuurlijk weinig
waarde met drie landen, die alle moeite
zullen hebben met hun interne proble
men. Maar wel bestaat er een mogelijk
heid om te voorkomen, dat ook deze lan
den geheel communistisch worden. Het
Amerika niet geldkt in China het com-
unisme te stoppen. Het heeft lang ge
duurd voor men datzelfde gevaar in In
donesië kon onderkennen. Nu men het
echter heeft begrepen kijkt men in het
Verre Oosten met belangstelling en tege-
lyk ook met bezorgdheid toe of Uncle
Sam zich ook in Indonesië in de luren
zal laten leggen.
Het hoeft niet. Maar met de dilettan
tische Amerikaanse politiek in Azië
moet men wel op alles voorbereid zyn.
EnChina is het zuiverste bewijs, dat
niet uitsluitend met dollars de we
reld kan regeren.
ALFRED VAN SPRANG.
(Nadruk verboden).
Buchenwald 1949: nog 15000 mensen
achter witgekalkte ramen
Het concentratiekamp Buchenwald, waar In de jaren 1933 tot 1945 niet minder dan
51.000 mensen door de Nazibeulen zyn doodgemarteld, bestaat nog! Er moeten op
het ogenblik 15.000 mensen gevangen zitten, maar het juiste aantal weet niemand.
Zelfs de gevangenen weten niet, wat In het kamp gebeurt. Het gaat hier nu nog
veel geheimzinniger toe dan in de Hitiertyd. Zy weten niet eens, waarom i)j hier
worden vastgehouden. Misschien omdat zy eens hun mond voorby gepraat hebben.
Velen zyn zelfs overtuigde communisten, partyfunctionarissen in de Russische
zone, die om de een of andere reden uit de gratie zyn. Zy lopen in Buchenwald
rond in het beruchte gestreepte pak en met de bekende ronde pet op het kaal
geschoren hoofd.
als er over Buchenwald wordt gespro
ken. „Ja. de barakken staan er nog." zeg
gen de mensen dan, „en er zyn veel Rus
sen." Iemand waarschuwt: „Loop niet
langs de weg, die naar Ettersberg gaat.
De Russen zyn gauw geneigd ieder als
te arresteren!"
Nauwelyks een week gaat voorby of
wordt iemand krankzinnig. Dan komt
een „verpleger" en dient hem een
spuitje toe. Slechts des nachts worden
gevangenen 'n half uurtje gelucht.
Het sterftecijfer in Buchenwald is hoog.
De meesten sterven tengevolge van on
dervoeding en uit pure wanhoop.
De bevolking van Weimar kijkt schuw,
De verloren vader
thuis kwam?
Enkele weken later i
De zee was plotseling niet veilig
en zeker niet voor de schepen v
vreemde Maatschappij waarop de jon.
Eerst kwamen er nog ge-
hem en alles
Er was eens een gezinnetje met éét
kind. Lang geleden, nog vóór de oor
log, toen alles op aarde onwankelbaar
vast scheen te staan. Het was een
goed gezin. Vader werkte voor zijn
vrouw en hun jongen; moeder was
iltijd in de weer op die onnavolgbare
manier waarvan enkel moeders het wel tien. Wie vermoedde toen dat
geheim kennen; het kind bloeide op tien jaren overheen zouden gaan,
onder hun liefdevolle blikken. Zo n de jongen
Hollands binnenhuisje, waarover ro
manschrijvers geen relaas kunnen
verzinnen met een derde, die het
huwelijk stuk maakt en het kind aan
ontreddering en verwildering prijs
geeft doodeenvoudig omdat in zulk regeld brieven
een gezin een eventuele derde er al
uit ligt eer hij goed en wel binnen
gedrongen is. Evenmin een gezin
waarin de jongen opgroeit met een
zwerende perversiteit, die hem zijn
avonden verbeuzelen doet alweer
doodeenvoudig omdat alles zo gezond
en zuiver daar toe ging. Een gezin, scheen
dat door alle tijden heen een verade-
ming is;
dat daar
beuren kon. Ik herhaal: vroeger.
Want er is genoeg gebeurd. Om te
beginnen ging de zoon, toen hij op
eigen benen kon staan naar zee. Dat
was in 1938, toen de vaste wal zo wei
nig kansen bood. In dat opzicht was
h\j overigens geen buitenbeentje, want
heel wat familieleden hadden
van de verloren woning, hebben ze
een nieuw bestaan opgebouwd. Met
wat gekregen meubeltjes; met wat
dekens en beddegoed van een of an
dere milddadige instantie een scha
mel geheel. Maar de slagen komen
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
hst oorlog, hij zich redde. En Moeder kwijnde
tor weg, begon bedlegerig te worden,
de Toen de honger zijn intree deed, be
hoorde z\j tot de eerste slachtoffers,
die ten grave gedragen werden. Dat
was vier jaren na de laatste brief
van de jongen. Een eenzaam man
moest alleen verder. Het kleine huisje
was hem in zyn verlatenheid nog te
groot. Hij verhuisde, kwam alleen te
wonen. Viel bijna ten prooi aan de
honger, werd op het laatste
gered, na de bevrijding ergens in i
orde. Zijn reisroute bleek verpleeghuis ondergebracht.
™e<luVOlk°men te zijn, al bijgespijkerd. Herstelde daar en zocht
en vond ergens een eigen kamertje,
t Beviel hem niet, hij verhuisde op-
alles rustig op wieltjes gaf hij daar geen bijzonderheden
jan je vroeger meende maar dat mocht niet hinderen"hij
werkelijk niets mee ge- maakte het best en de ouwelui moes
ten zich
n holle zee. Een enkeling
gered, zo goed als de hele be-
gevaren. Ook hierin school dus mannin0 vond het eerlijk zeemans
graf. Wie kan dan nog hopen? Ze
het drama niet, al vonden Vader
Moeder het natuurlijk niet leuk dat hij hebben elkaar radeloos aangezien, die
HHI ÜPHIM
geen zorg maken. Tot vaak dat niemand feitelijk'wist waar
de krant lazen dat hij woonde maar wie zou dat ook
interesseren?
Ondertussen is in Augustus 1947
een Amerikaans zakenman in Rotter-
donkere nacht dam gedebarkeerd. Een geslaagd man
van geld en van naam. Ge raadt wie
het is: de zoon, die niet verdronk; die
de zee vaarwel zei en een bedrijf op
bouwde. En hij zoekt zijn ouders.
Maar niemand, die hem inlichten kan.
er weer een schip getorpedeerd
een buitenlands schip, waarvan maat-
schappij e„ „pap, hen e! te „ocd be-
kend wa•"»- - - -
telkens maanden achtereen van huis ouders en hun wereld is in elkaar Het ouderlijk huis weg. Moeder dood.
st. Maar na elke
de ouderlijke haven
bruind en steeds me.
liet h\j daar dan
wachtte hem
opgewekt, ge-
man geworden
zyn anker val
len. En nog was daar geen dreiging
van zorg: waren er niet duizenden
op de grote vaart zonder dat iemand
daar beangst
gestort. Ze hebben elkaar moed inge
sproken op hoop tegen hoop -
brieven kwamen niet meer.
Toen werd het Mei 1940 en in de
i Rotterdam ging ook staat op de t
En Vader? De instanties vinden
vaag spoor ran hem en de zoon zoekt
verder. Misschien passeren ze elkaar
wel in de stad: een oud mannetje
de schepen, machtige zeekastelen: wat
kan een mens daarop overkomen?
Vrolijk, lachend namen ze in Augus
tus 1939 weer afscheid van elkander,
toen hij die heel lange trip zou gaan
maken: naar Oost Azië en vandaar
Groot zijn yjeg ^e laatste brieven, als een schat
bewaard. Met moeite hebben z«
zelf het leven afgebracht; radeloos
hebben ze door de stad gezworven;
eindelijk zijn ze ergens in de Volks
wijk terecht gekomen. Daar, in een
klein huisje, dat geen schaduw was
rijdt voorbij. De Vader doolt, de
zoon zoekt. Jaren lang. Tot ze elkaar
eindelijk vinden. Tot ze op een dag
beiden voor me staan: na tien jaar.
De Vader is gevonden, die verloren
was. Zie, dat is het leven. Verzin maar
eens zo iets niemand die het ge
loven zal.
W1JKPREDIKANT
Wy hebben het er toch maar op ge
waagd. Een taxichauffeur, die een Rus
sisch officier naar de Ettersberg moet
brengen, neemt mij mee. De Rus kijkt
argwanend, maar ik doe, alsof ik by die
chauffeur hoor.
Wy ryden een brede betonnen weg op
naar Buchenwald. De weg ligt daar
uitgestorven. Geen auto, geen fietser, die
ons passeert. Plotseling een houten bord:
„Spergebied streng verboden door te
lopen!" in het Duits en in het Russisch.
Een wachtpost met het geweer ii
aanslag. De Russische officier wuift. Wy
mogen doorryden.
Tweehonderd meter verder verspert
een rood geschilderde slagboom de weg.
Of wy even naar het „eremonument"
mogen gaan kyken, dat hier ergens wordt
opgericht? Het is ons toegestaan. Enkele
passen verder een wegwijzer met het
opschrift: „Naar het bouwterrein."
„Ik ken het terrein hier heel goed",
zegt de taxichauffeur tegen my. Gedu
rende de oorlog was ik chauffeur by een
politietransportafdeling in Buchenwald.
Van het eremonument uit kunnen wy
doorglippen naar het tweede spergebied
en het kamp zien."
Wy lopen voorzichtig verder. Daar lig
gen graven met 800 doden.
Vier sperzones lopen rondom hel
kamp Buchenwald. Twee zones, be
staande uit prikkeldraadversperringen,
vervolgens een ring van op en neer lo
pende wachtposten, die overdag echter
geen dienst doen. dan een drie meter
hoge muur van planken en om de 50 me
ter houten wachttorens.
..Hier ziet u het huis van Ilse Koch!"
licht de taxichauffeur toe. Een balcon
van ruw granietsteen is nog behouden
gebleven, een gammele trap leidt naar de
kelder, die eveneens nog intact is. Op een
van de treden ligt een ingedeukte Duitse
stalen helm met een cirkelvormig kogel
gaatje ter hoogte van de slapen
Ook de kazernes van de SS zyn opge
blazen, een woestijn van neergestorte en
op elkaar geslingerde muren en beton
nen brokstukken. Daartussenin de rest
van een brede, ronde toren. Een blik
ken bord schommelt boven de ingang:
„Zur Führermesse"
Van deze toren uit kunnen wy over
de houten muur kyken," welke de barak
ken van de buitenwereld afscheidt. Ik
tel er 400 van de donkerbruine, lang
werpige barakken. De witgeschilderde
ramen zyn getralied. Tussen de barakken
slingert zich een grintpad. Boven de in
gang van het kamp verheft zich een
hadden, zorgden de EmgeCsen van de
S.O.E. daarvoor
Dit alles werd massawerk En massa-
werk is in de spionnage altyd knoeiwerk.
Knoeiwerk in de hoogste mate was het
stellig ook, dat men byna twee jaar lang
hetzelfde codesysteem gebruikte Twee
jaar lang. zonder ook maar ooit te be
den-ken. dat zelfs de allerdomste tegen
stander in twee jaar uit gecodeerd radio
verkeer zo ongeveer alles te weten kan
komen, wat hij nodig heeft
Knoeiwerk was het ook. dat men de
agenten uit de vliegtui-gen wierp in een
ononderbroken stroom. Altijd netjes van
te voren draad-loos aangekondigd, zonder
ook maar ooit op het idee te komen.
om er althans eens een onaangekondigd
te laten gaan, teneinde* te onderzoeken,
of het allemaal wel zo keurig klopte
in Nederland, als uit de telegrammen
scheen te blijken. Geen Nederlander
heeft eraan gedacht, geen De Bruyne en
heeft eraan gedacht, geen de Bruyne en
geen Lieftinck, geen Rabagliatti en geen
Blunt en geen Bingham. Alühans: Er is
nooit iets van gebleken
Daar komt nog bij, dat de Duitsers
vooral in het begin een overmaat van
geluk hebben gehad. Want denk eens
aan: Het radioverkeer begon 12 Maart
1942, toen Lauwers zyn eerste telegram
de aether intikte en op dat tydstip waren
er in Nederland elf agenten van onze
geheime dienst aanwezig. In vrijheid. In
contact met Engeland. Wanneer Engeland
aan een van deze elf gevraagd zou heb
ben: Ga eens naar Lauwers of neem eens
contact op met Van der Reijden. of breng
eens een bezoek aan Taconis. dan zou
het Englandspiel geen schijn van kans
hebben gehad. Immers, dan zou duidelijk
zyn geworde-n. dat deze mannen ge
vangen waren genomen. En dan zou Lon
den tot zyn afgryzen hebben ontdekt,
dat er van die gevangen agenten nog
steeds berichten binnenkwamen, alsof 3
i dat
l be
drog in het spel
Maar Londen heeft zoiets niet ge
vraagd en die elf agenten ontdekten dus
niets. Ze deden hun werk voor de in
lichtingendienst. Ze pleegden sabotage.
Ze verzonden hun telegrammen en ze
vingen de berichten van de grote bazen
in Engeland op. En tussen dat zendver-
keer door gaan de berichten van Lau
wers, die voor de Duitsers seint en de
berichten uit Engeland voor Lauwers. die
in Scheveningen gevangen zit Het loopt
alles gesmeerd. Giskes en Schreieder en
May kunnen hun plezier niet op
Maar op 28 April, een maand na de ar
restatie van Arnold Baartsen te Wou
denberg, komt Giskes kapot en versla
gen naar Schreleders kamer op het Bin
nenhof en zegt: „Kameraad Schreieder
ons spel is uit." „Uit?" vraagt de klei
ne Beier verwonderd. „Uit? We zyn pas
goed begonnen."
Maar Giskes kent geen humor. Hy
heeft zorgen. Grote zorgen. Want kyk
eens hier: Dat telegram is vanochtend
ontvangen. Het is bestemd voor Taco-
de agent, die op 9 Maart in Arnhem
werd gearresteerd en het kwam binnen
op de hjn van Lauwers. En dat telegram
maakt een einde aan het grote Spiel,
n waarde. Let op myn woorden. Dit is
het einde.
Driftig grist Schreieder het papier uit
de handen van de Abwehr-chef en ge
haast lopen zyn ogen langs de weinige
regels, die een grandioos succes kunnen
vernietigen en een ommekeer kunnen be
tekenen in de toekomstkansen van de
heer Joseph Schreieder.
Inderdaad. Dit is een opdracht uit Lon-
;n aan Taconis. „Neem ten huize van
Martens contact op met Pyi; sein binnen
drie dagen aard der bevindingen."
„Je ziet het," treurt Giskes. „Daar lo
rn we op vast. Wie is Martens? Waar
zit Martens? Wie is Pyi en wat wil en
wat doet Pyl? Is Martens een schuil
naam, is Pyl een schuilnaam? Wie zal
het zeggen?"
„Dat zal ik je vertellen," glorieert
Schreieder.
-Martens is een sigarenhandelaar in
Haarlem. Ik heb zyn adres in handen.
Hij helpt agenten en speciaal een twee
tal, dat zich Pyl en Boog noemt. Wees
gerust -lieber Kameraad Giskes. dat spel
wordt gespeeld. Ik heb al een plan. het
komt goed
.Hoe kom je aan dat adres, hoe weet
je dat Martens agenten helpt?" vraagt
Giskes verbaasd.
„Ik heb gevangenen en ik kan ver
horen," antwoordt Schreieder en hy
spreekt de waarheid. Schreieder kan
verhoren. Vytf, tien, dertig of veertig
uren lang zon-der maar een ogenblik te
verslappen en net zolang tot hy de
laatste geheimen uit zyn weerloze slacht
offers heeft gepom-pt.
Schreieder is een groot SD-man. Hy
zal het nog ver brengen onder de opper-
bescherming van Heinrich Himmler.
grote houten poort met hamer en sikkel.
By deze ingang staan ook de barakken
de bewakingsmanschappen en de
administratie. Voor een stenen schuur
staat een Russische vrachtauto te wach
ten. Op de treeplank zit in elkaar gedo
ken een Russische soldaat in een olyf-
groen uniform een sigaret te draaien.
Anders is er geen ziel op de wegen tus-
de barakken te bekennen. Slechts op
de wachttorens staan de posten.
Doodse stilte in het hele kamp dat uit
gestorven lijkt. Een huivering gaat on
willekeurig langs mijn rug. Later tracht ik
boer uit Hottelstedt in de buurt van
Ettersberg aan het praten te krijgen. H;j
aarzelt, maar tenslotte vertelt hij: „Wij
nooit iets van de gevangenen in
Buchenwald. Uit ons dorp zijn al ruim
twintig mensen spoorloos verdwenen,
slechts omdat zy over Buchenwald heb
ben gesproken
Hij fluijtert, nauwelyks verstaanbaar
1 kykt schuw om zich heen, hoewel
niemand in onze buurt is
Ik vraag een Protestantse dominee, of
misschien in het geheel geen gevangenen
Buchenwald zitten. Hij vertelt van
iemand, die hy persoonlyk goed kent en
die van Februari 1948 tot aan de voor
avond van de verkiezingen voor het
Tweede Volkscongres in de Russische
in het kamp Buchenwald gevangen
heeft gezeten. Toevallig was hij in een
van arrestaties van SPD-functiona-
rissen geraakt, toen hy by vrienden te
Berlijn logeerde Physiek mishandeld
erd hij in het kamp niet. In een geslo
ten goederentrein werd hy met de andere
gevangenen in het kamp gebracht In
elke barak zaten 150 man. De houten
britsen waren telkens vier boven elkaar
opgesteld, voor stoelen of tafels was er
geen plaats. Overdag mochten de gevan
genen de barak niet verlaten, zij moch
ten ook niet werken. Het eten bestond
elke dag uit één liter watersoep. 300
gram brood. 15 gram suiker en een halve
liter koffie en twee keer per week 20
gram margarine. Het wachten op een
onbekend lot. de onzekerheid, het volsla
gen geïsoleerd zyn van de buitenwereld
is voor de meesten een psychische marte
ling, waartegen zy niet zijn opgewassen,
te meer omdat zy niet mogen schrijven
1 geen brieven ontvangen.
Zy kwynen langzaam weg..„..