[ÜHet 300-jarig bestaan van de Marekerk in
plechtige dienst herdacht
WOORDENBOEK Z
„Hielden alle mensen maar
duiven," vindt de doffer
"IrfEUWE LEIDSCHE COURANT
VRIJDAG 14 OCTOBER 1949
ys—
de concentratie op Gods woord ligt de
™2 heerlijkheid van zijn huis
tels.
TiJASSIEF EN INDRUKWEKKEND rees de verlichte Marekerk tegen
m de donkere hemel, toen gisteravond haar bronzen klok de Hervorm-
:erkl: de Gemeente nodigde tot de plechtige herdenking van haar 300-jarig
bestaan. En aan die jubilerende klanken gaven enige honderden mensen
me'dankbaar gehoor. Zij hebben het verleden horen spreken en zich tegelijk
J.rnogen bezinnen op het wezen van de Reformatie, die het Woord van God
u-'Zijn centrale plaats hergaf. Het is gisteravond verscheidene malen als een
uiting van blijdschap herhaald: de kansel in de volle aandacht, als de plek,
lijn; van waaruit de bediening van het Goddelijk Woord plaats vindt.
Onder de aanwezigen merkten wij op: stelde. In welgekozen woorden herdacht
de heer Mulder de onlangs overleden
architect W. Fontein, wiens persoon en
werk voor de Hervormde Gemeente van
groot belang zyn geweest.
Gods behagen
Ds J. de Wit bepaalde de aanwezigen
bü Jesaja 55 11: maar het zal
doen hetgeen My behaagtOnze
Kerk is een Kerk des Woords, aldus
ds De Wit, maar moeten we niet toe
geven, dat onze godsdienstoefeningen
verworden zyn tot bijeenkomsten, waar
in we ons aanmatigen predikers en hoor
ders te zyn in plaats van dat wij wezen
lijk bidden om Gods tegenwoordigheid?
Wij verkeren in de verzoeking om met
de woorden Gods zo gewoon om te gaan
en zien zo weinig, dat het gaat om de
ontmoeting van de hoge God met de
van Hem vervreemde mensen. Beschou
wen wij dit als genade, dan valt alle
vanzelfsprekendheid weg. Dan gaan we
wezenlijk biddend verder. En dan doet
God met Zijn Woord, wat Hem behaagt.
En het zal niet ledig tot Hem weerkeren.
Het koor zong nog Gezang 293: „O
God, Die droeg ons voorgeslacht" en de
Gemeente hief als slot van deze goede
herdenking Gezang 132 3 aan: „U,
Vader, U zij lof, op een verhoogde toon."
or,P'Js D. J. Vossers, voorzitter van de Ker-
jceraad der Leidse Hervormde Gemeen
ste en vertegenwoordiger van het classi-
H- caal bestuur, dr W. D. v. Wijngaarden,
Ui vertegenwoordiger van het provinciaal
Kerkbestuur, afgevaardigden van ver-
schillende Prot. Kerken uit Leiden en
S Dmgeving, prof. dr B. A. van Groningen,
j- fector-magnificus van de Leidse Univer-
siteit, de heer D. van der Kwaak, ver-
tegenwoordiger van het gemeentebe-
- V jtuur, drs E. Pelinck, directeur van „De
J- J- Lakenhal", verscheidene predikanten en
2 30 leden der Gemeente-commissie.
N. Gods ontmoeting
4! 1 Ds M. Ottevanger, in wiens wijk de
Marekerk staat, hield een toespraak.
u. Ivaarin hij begon met te zeggen, dat het
st2, 3e vroomheid der vaderen is geweest,
7— 3ie onze kerken heeft gesticht. Konden
3e stenen spreken, zij zouden getuigenis
(a), peggen van de ontmoetingen van de
-Ter Here met Zijn Gemeente en van de vele
len; tegeningen, die hier werden genoten. Wij
Vos. prijzen ons gelukkig, dat wij de Pieters-,
J. 3e Hooglandse- en de Marekerken heb-
10 u ben ontvangen en dat wij ze mochten
iRC behouden. Hoeveel kerken zijn er niet
eest verwoest. Het is alleen genade van God,
sser 3at de onze er nog zijn.
erf; Het uitgangspunt van de toespraak van
J. Js Ottevanger was Psalm 84 2: „Hoe
(b), liefelijk zijn Uw woningen, o Here dei
nsb. heirscharen." Waarin is die liefelijkheid
3an toch gelegen? In de inwoning des
(a), Heren. God nodigt ons tot Zijn woning,
(bi, opdat Hü ontmoeting met ons hebben
J. rou. God is het, Die roept en spreekt
u rn geeft.
Hieruit volgt, dat het Woord het
voornaamste is. Alles moet er op ge-
concentreerd zün. Daarin ligt de
heerlijkheid van het huis Gods. In
de Marekerk komt deze reformato-
^en rische gedachte schoon tot uit-
|n-e drukking.
?nb. In de openbaring van God is ons leven.
2.30 Gods Kerk is op aarde een strijdende
u; Kerk. Haar leven staat in het teken van
(a) Je heilige oorlog. Ieder ogenblik komt
ie in aanraking met Gode vijandige
(d), levensbeschouwingen en -practijken. Het
Woord is het wapen in die strijd. En
Hij deelt zelf de wapenen uit, waar Zijn
Woord wordt gepredikt.
Nadat het Ned. Herv. Kerkkoor o.l.v.
Se heer Henk Geirnaert Psalm 121 1
d. len gehore had gebracht, gaf de heer
P. I. P. Mulder, voorzitter van de Gemeen-
èlcT,lecommissie, een historisch overzicht. Hij
d. behandelde de oorzaak van de bouw van
de kerk, de voorgeschiedenis van de
out bouw, de bouw zelf, de ingebruikneming
de restauratie
van zijn overz
het bedehuis
Vrijlaten van het bouwen
nog niet mogelijk
Part. bouwers krügen na 1 Jan, een kans
Tot het geheel vrijlaten van het
bouwen kan nog niet worden overge
gaan. Het blijft nog gewenst om jaar
lijks een bouwprogramma op te stellen,
daar de beschikbare materialen en arbei
ders zeker in de eerste jaren nog ontoe
reikend zijn om in de behoeften te
kunnen voorzien, terwijl ook in verband
met de deviezenpositie de materialen
nog niet onbeperkt kunnen worden
gevoerd.
Dit deelt minister In 't Veld mede in
de M.v.A. betreffende het wetsontwerp:
tijdelijke voorzieningen ten behoeve van
de wederopbouw en de bevordering van
de bouwnijverheid.
Onder drang van de vele bezwaren is
de minister in de onteigeningsparagraaf
op talrijke punten teruggekeerd tot de
procedure in de onteigeningswet-
Naar de Nieuwe Leidsche C
nader verneemt, zullen de gemeenten
1 Jan. echter vrü zijn. binnen het haar
toegestane bouwvolume, woningen met
een inhoud van 325—375 m3 door parti
culieren te doen bouwen. En nog grotere
vryheid voor het stichten van dergelijke
woningen ligt in het
Begin 1950 afschaffing van
paspoort voor België?
Vam officiële zijde wordt medegedeeld,
dat de afschaffing van een paspoort voor
België zeer waarschijnlijk niet in werking
zal treden voor het begin van het vol
gend jaar. Eerst dan zal men voor een
t :zoek aan België met een bewijs van
Nederlandiersohap kunnen volstaan, zoals
ook voor de oorlog het geval was. Voor
alsnog dienen individuele reizigers naar
België in het bezit te zijn van een na 1
Jan. 1946 afgegeven of verlengd pas-
De Koningin heeft gistermiddag in het
Paleis Oip de Dam de Franse ambassadeur,
Jean Rivière, en zijn echtgenote aan een
afscheidslunc/h ontvangen.
Van de Uitgeversmaatschappij „N.V. Standaard-Boekhandel" te Tilburg
ontvingen we een exemplaar van bovengenoemd boek ter recensie. Dit
keurig en zeer verzorgd uitgegeven werk (prijs gebonden f 9.50) werd
samengesteld door de in December 1944 overleden Groningse professor in
de Nederlandse letteren, dr G. S. Overdiep, met medewerking van de
directeur van de Katwijkse Visserij school, de heer C. Varkevisseren voor
de druk bezorgd door prof. dr G. A. van Es, leerling en opvolger van
prof. Overdiep.
Prof. Overdiep, die reeds als student
enige zomervacanties in Katwijk door
bracht, heeft jarenlang studie van het
Katwijks gemaakt, hierin bijgestaan door
de heer Varkevisser, die als geboren en
getogen Katwyker prof. Overdiep tal van
gegevens kon verschaffen. Het resultaat
van die studie vinden we neergelegd in
het in 1940 verschenen werk „De Volks
taal van Katwijk aan Zee" en het hierbo
ven genoemde woordenboek, dat door de
dood van prof. Overdiep en door de oor
logsomstandigheden pas nu kon verschij
nen. Na het grondige en van grote liefde
voor het Katwijks getuigende De Volks
taal van Katwijk aan Zee" konden we
niet anders dan hoge verwachtingen
koesteren met betrekking tot het nu ver-
E«rr,t» fclod.
l.De V.e
ftr.a Pi
1 - Kt, Htcr Art'
-icör den Ha ei
schenen woordenboek. En we zijn in die
verwachtingen niet teleurgesteld.
een voorbericht van prof. Overdiep
:n van prof. Van Es volgt het woor
denboek, terwijl achterin, een aantal ver
halen en gesprekken van oude Katwijkers
afgedrukt (vanzelfsprekend in het Kat
wijks). In het voorbericht zegt prof. Van
Es, dat het woordenboek geen aanspraak
kan maken op volledigheid, en dit is ook
stellig niet de bedoeling van een dialect-
■oordenboek als het hier besprokene.
Ieder, die goed op de hoogte is van het
Katwijks, zal dan ook zonder veel moeite
een aantal woorden kunnen opnoe-
die niet in het woordenboek voor
komen, zoals bekwaem (van een groot
gebakje kan gezegd worden dat het een
..bekwaem mael", een heel maal is),
hochelsch (oneffen, ruw van oppervlak),
roffelsch (dito), nae verporsje (naar pro
portie. naar verhouding), ontiech (onzin
delijk), trietelsch (preuts), om er enkele
De waarde van een woordenboek als
dit berust echter veel meer op de juiste
eergave van de er in behandelde woor
den, dus op de betrouwbaarheid. En op
enkele kleine ongerechtigheden na is de
verklaring van de meeste woorden en
uitdrukkingen zo duidelijk en juist en
zijn de voorbeelden zo raak, dat iedereen,
die liefde en interesse heeft voor het
Katwijks, zal genieten van de inhoud.
We kunnen dan ook niet anders doen dan
de kansel in de volle aandacht
Grote V.V.V.-avond te De Kaag bracht veel
licht in het historische donker
Alkemade's eerste burger en burgeres kregen een na-hulde
(Van onze correspondent).
De afdeling De Kaag van de Ver
eniging voor vreemdelingenverkeer had
haar leden bij elkaar geroepen voor een
bijzondere avond, waarop o.m. gespro
ken werd over het ontstaan van het eigen
dorp. Nadat de voorzitter, de heer D v.
Nieuwkoop, welkom had geheten in
het bijzonder de burgemeester van Al
kemade met zijn echtgenote, kreeg de
heer W. Fleer uit De Kaag het woord.
Van hem hoorden de vele aanwezigen,
dat het dorp reeds in 1316 bestond en dat
er toen 20 woningen stonden. Opmerke
lijk is, dat er vroeger meer huizen waren
dan tegenwoordig. Ook kwam men te
weten, wie de eerste Kaag-mensen ge
weest zijn. Zelfs hun namen werden ge
noemd. Geruime tijd was er slechts één
kerkje, waarin Roomse en Protestantse
godsdienstoefeningen werden gehouden.
En wie wist. dat het dorpje bij het be
ruchte beleg van Leiden ten nauwste
is ten zeerste er over verblijden, dat
i'n geweldige hoeveelheid materiaal op
i'n zorgvuldige wijze is verwerkt, als
dit boek is gebeurd.
Zonder ook maar iets van de waarde
jn het boek af te willen doen, wil ik
toch op enkele kleine onjuistheden wijzen
die mij bij het doorbladeren opvielen. In
de weergave van bepaalde phonetische
verschijnselen is het boek niet conse
quent; zo wordt de assimilatie van stem
wel. soms niet aangegeven, bijv. op
blz. 52 „skrengse" moet zijn „skrengze";
blz. 41 „oflóöpe" naast „ov-elööpe", ook in
het eerste geval wordt een stemhebbende
v gehoord; blz. 28 „gak-ier" moet zijn
„gatfier". Blz. 51 „skowjjfooene": de vorm
„skoit" lijkt mij eerdeir'te zijn overgeno
men van de Egmonders, clie vroeger veel
op de bomschuiten voêfen,-4an van de
Zandvoorters. Zo lijkt mij ook invloed
het Egmonds aannemelijk in „ijve-
(blz. 68), het Katwijkse woord voor
huiverig (het Egmonds laat de h weg
lan het begin van een woord). Blz. 16
dings" heeft meer betekenissen dan de
aangegevene. Blz. 47 „zaerechêaidje" be
tekent meer algemeen: snoeperijtje, lek-
De verhalen en gesprekken van oude
Katwijkers, waarvan vele losse zinnen
reeds voorkwamen in „De Volkstaal van
Katwijk aan Zee" en die in hun geheel
achter in dit woordenboek zijn afgedrukt,
zullen vooral de oudere Katwijkers. die
nog door eigen ondervinding of door
overlevering op de hoogte zijn van de
oude toestanden, interesseren. Het is van
uit taalkundig en folkloristisch standpunt
bekeken stellig verantwoord, deze ge
sprekken en verhalen zo uitgebreid weer
te geven.
G. F v. d. Rhee.
betrokken is geweest? Er was een groot
aantal Spaanse soldaten gelegerd. Van
en sterk fort beletten de Spanjolen
schippers voedsel naar Leiden te bren
gen. Het zou te ver voeren, alle dingen,
die spr. vertelde, hier naar voren te
brengen. De aanwezigen hebben in ieder
geval genoten!
Voor de pauze richtte de voorzitter
zich tot de burgemeester van Alkemade
ijn vrouw in verband met hun zil-
n huwelijksfeest, dat zij kort geleden
mochten vieren.
Spr. noemde de burgervader een man
op de juiste plaats. Zijn grote be
langstelling voor De Kaag stelde hij
zeer op prijs. Hierna overhandigde
de voorzitter de burgemeester een
karakteristiek geschenk. Hij sprak
hierbij de hoop uit, dat Alkemade's
eerste burger en burgeres nog veel
goede jaren zullen hebben.
De burgemeester betrad vervolgens
het podium en dankte, mede namens
zijn vrouw, voor alle vriendelijk
heid. Hun banden met De Kaag waren
hierdoor nog nauwer aangehaald. De
burgemeester heeft De Kaag lief; mis
schien wel door het feit dat hij tot
het gemoedelijke Brabantse volk be
hoorde.
Na de pauze bleek wel dat de causerie
de heer Fleer aan duidelijkheid niets
•ensen had overgelaten want van de ge
legenheid tot het stellen van vragen
werd niet druk gebruik gemaakt. Ook
foor deze avond uitgenodigd de heer
Van der Spek uit Den Haag, lid van
V.V.V., die enkele filmpjes vertoonde,
aarop ook De Kaag voorkwam.
De Kaag kan met voldoening op deze
interessante en leerrijke avond terugzien.
Merkwaardig verschijnsel bij een bruiloft
(Van het Zendingsbureau Oegstgeest)
GESPREK MET EEN POSTDUIF
Levenservaring van een eerstejaars Bordeaux-vlieger
I Het begin van de stiehtingsacte van de Ii.L.M. gepasseerd ten overstaan van
notaris jhr mr Hendrik Jacob Herman Stoop te 's-Gravenhage, op 7 October
1919. Voorzitter van de Koninklyke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart
was toen de heer Hendrikus Colyn, voor wie als gemachtigde optrad jhr
Isaac Laurens van den Berch van Heemstede.
(Van een onzer verslaggevers)
t is wel niet de gewoonte, dat een
duif kan spreken, maar nu ik er einde
lijk een ontmoet heb, die een behoorlijk
gesprek kan voeren, wil ik de gelegen
heid niet laten voorbijgaan. Sommige
duiven kunnen zó gewoon met je om
gaan en dat was het ook, wat me trok
in Piet....
„Ja, zeg maar Piet," koert het donker
duifje dat in mijn hand heb, vriendelijk.
En het beestje laat met geen enkel ge
vleugeld, hoogdravend woord merken,
dat het de rampvlucht van de Neder
landse Bond van Zatervliegers heeft
overleefd: de onlangs gehouden vlucht
van Bordeaux, tijdens welke wel 1300 van
de 2750 geloste duiven omgekomen zijn
door de warmte....
„Ik ben eigenlyk helemaal de doffer
niet (u zou zeggen de man niet), die u
moet interviewen. Al ben ik dan ook
geboren in het 'hok van de Rotterdamse
duivenkampioen P. D. Schreuder, lid var.
de Postduivenvereniging „Het Noorden",
ik ben toch maar een doodgewone zwart-
kras doffer. Wel voel ik me zelf een ge
luksvogel dat ik tot de 20 van de 60 in ge
korfde duiven van de vereniging behoor,
die nog thuis gekomen zijn na alle ont
beringen in Frankrijk; een heerlijk land
toch. ondanks alles."
Met een snavel vol maiskorrels he
beest moet in korte tijd weer op krach
ten komen begint het dier. dat nog
maar net één jaar oud is. van zijn levens
ervaringen te vertellen. Wat mij echter
eerst interesseert is. hoe het er toe
komen is postduif te zijn.
„Ach een ieder zijn zin, koer ik m!
gaat het duifje verder „Maar als u
van de duivengeschiedenis wil weten?
Dat van die duif van Noach wee
natuurlijk: onze gouden eeuw begon pas
een goede honderd jaar geleden. Dat
toen de Beigisohe colombophilen
duivemhouders noemt u dat. geloof ik
zich voor ons gingen interesseren Hoe
het precies zit. hebben mijn ouders me
nooit willen vertellen, maar die Belgen
sohijnen een heel nieuw duivenras ge-
kweek'. te hebben
Mijn ouders hielden niet van die
rassentheorieën: toch heb ik onlangs in
een öuivenboek gelezen, dat ik tot het
Luikse ras behoor. De Nederlandse
duivenhouders (zeg toch nooit -melkers)
houden het meest van dit ras. De stam-
ader en -moeder hiervan moeten vol
gens verhalen een Oosterse meeuw en
een kropper geweest zijn, maar daar wil
ik van af zijn. Ze zeggen, dat ik de ken
merken van mijn ras heel duidelijk ver
toon: zeer forse bouw, flinke kop, heldere
ogen. Echte soldateske duiven, vindt
niet? Wij hebben dan ook al sedert de
oorlog van 1870 zeer belangrijke krijgs
verrichtingen op onze naam. Ik hoor nog
miijn moeder treur-koeren over de afge
lopen oorlogsjaren: We stonden toen
staatsvijand nummer één op de lijst 1
de DuitsersM
Al het opgekropte verdriet over het
geen zijn grootouders beleefden, komt
boven bij Piet, maar hij wordt weei
vrolij>k als hij vertelt hoe een groot
moeder van hem na een lange onder-
duik-periode op 5 Mei 1945 de vleugeltjes
weer kon uitslaan. „Opoe is nu 12 jaar,
maar heeft de zilveren Bordeaux-vlucht
nog netjes gevlogen, al zou ze er tegen
over geen enkele persman over willen
spreken. „Laat die trotsigheid maar aan
de pauwen over," vindt ze altijd".
Zware training.
„Kun Je wat vertellen over je opleiding
tot Bordeaux-vlieger?"
„Graag zelfs. Laat de jeugd maar
horen hoe wij moeten aanpakken om
te bereiken. Laat ik maar by het begin
beginnen. Negen en twintig dagen na
het huwelijk van pa en moe kroop ik uit
het ei. Dat was in April 1948 en zes
weken later was ik al vliegrijp. In hel
eerste jaar worden wij door onze baas
opgeleerd (ja, dat is heus de term)
een afstand van 300 kilometer. Dat be
gint dan met een tochtje van 10 a 20 km.
Een rare gewaarwording als je voor het
eerst in zo'n reismand gezet wordt. Het
zijn lange korven, „paniers" zeggen de
Belgen, waar ongeveer een stuk of 30
jonge duiven inkomen. Het is wel eens
gebeurd, dat we op één jongeduiven-
vlucht wel met een kleine 100.000 vliegers
startten.
Onze bazen zien, als wij op het nest
terugkomen, hoe we er aan toe zijn. Al:
we in goede conditie zijn na een lange
tocht, mogen we de volgende keer
verder van huis. Zo zie je nog eens wat,
Sfeer in ft gezin?
De „Nieuwe Leidsche"
Prachtige concerten in de „tempel
van ongekorven hout*'
Muzikale aspecten van het Festival in Luzern
Z
O N MUZIEKFESTIVAL kan 1
standpunt bekijken, zo gaat
gadeslaat. Behalve de ware muziekliefhebbers, die komen
en die niet door een modern werk afgeschrikt worden, vindt
in elke concertzaal, de mensen, die men „muzieksnobs" zc
gaan af op de klinkende namen en eigenlyk is het wel 3
deze klinkende namen en van dit soort bezoekers bediener
het laatje te krygen: het beruchte nervus rerum, ook In i
dus ons liever tot het minder materialistische, tot het zul
Bruno Walter dirigeerde na Karajan
en dat leidde natuurlijk tot vergelijking:
Bruno Walter, de grijze prediker, die de
donkere g-moll Symphonie van de
32-jarige Mozart en de grote C-dur
Symphonie van de eveneens 32-jarige
Schubert met deemoed en liefde ont
vouwde en hier zijn gehele muzikale ge
loofsbelijdenis openbaarde Karajan,
die in hoofdzaak de buitenzijde op de
meest fantastische zyde belichtte. In-
plaats van opwinding, nu stille ontroe
ring, als hoofdmomenten geen daveren
de fortissimi, maar het subtielste pianis
simo. Zo werden de Oostenrijkse mees
ters opnieuw geboren.
Een kleine inzinking na de hoogte
punten van Karajan en Walter was
ook uit een ander dan een louter muzikaal
i overdenken als men de toehoorders een»
•achten. Het kwam ook prompt
in het 3de Symphonieconcert. En dat
was eigenlyk jammer, omdat dit pro
gramma twee voor Luzern geheel
bekende werken bracht. Dubbel jam
mer was het, dat de dirigent Paul Klecki
in elk opzicht tekort schoot. Hjj bleek
niet bij machte van Mahlers „Lied von
der Erde" en van Debussy's „La Mer"
een ook maar enigszins aanvaardbare
interpretatie te geven. Debussy's ruisen
de en tintelende kleurenpracht werd ver
vormd tot een trage, grauwe massa,
weerbarstige inzetten en pathetische ac
centen maakten het werk bijna onher
kenbaar. Ook Mahler wilde niet boeien
ondanks de goede prestaties van de alt
Elsa Cavelti en onze Nederl. tenor Frans
Vroons. Een troosteloze avond, waar
voor alleen de prachtige natuur van het
meer en de bergen rond Luzern enig
soulaas bood!
Het laatste Symphonieconcert bracht
Furtwangler, die Brahms, Strausz en
Tsjaikowsky op het programma had
staan. Brahms Dubbelconcert zou men
wellicht beter een symphonie met twee
concerterende instrumenten kunnen
noemen. Schneiderhan, viool, en Mainar-
di, cello, (namen, die geen verder com
mentaar behoeven), bijgestaan door een
waakzaam dirigent, hielden een warm
pleidooi voor dit werk.
In gelukkige afwisseling met de
orkestconcerten heeft men enige kamer
muziekavonden ontworpen, waarvoor
hoe kan het anders men met de
grootste namen kwam. Wy noemen het
Strijkkwartet van het Weens Philhar-
monisch Orkest en het optreden van de
pianist Robert Casadesus met de violist
Zino Francescatti. Welk een combinatie!
Want het is een zeldzaamheid, wanneer
twee virtuozen van groot formaat zich
tot een eenheid laten samensmelten.
Maar ook het Strijkkwartet, Wolfgang
Schneiderhan, Otto Strasser, Ernst Mo-
Richard Krotschak, leden van
het Weens Philharmonisch Orkest, vorm-
ongeëvenaard ensemble. Con
certmeester Schneiderhan, tevens leider
van de meestercursus In Luzern, is een
vlolist by de gratie Gods: een prachtige
techniek met een feilloze intonatie, een
volle, heldere en tevens warme toon,
Heel oud zijn de klaohten, dat chris
tenmensen zich tot bet uiterste inspan-
om van een bruiloft een luisterrijk
feest te maken, maar dat de kerk, waar
het huwelijk ingezegend wordt, er maar
heel kaal afkomt en het moet stellen
een koperen collecte, welke schril
afsteekt bij het prachtig gerij, de kost
bare costuums. de schat van bloemen en
cadeaux en de copieuze maaltijd. Van
oudsher zijn dit ook vage tekenen
wereldsgezindheid, van gebrek aan liefde
de Heer, en van het ontbreken
de vlam van de Heilige Geest.
In Indonesia is het e<
arbeid om de jonge kerken werkelijk
doen geraken tot selfsupport, tot de zelf-
bekostiging van hun eigen kerkelijk
leven en daarbij tot de medebekostiging
de kerk als geheel in gewest, in het
land en in de wereld, hetgeen tegelijk
betekent de mede-bekostiging voor de
predikantsopleiding en van de arbeid
het apostolaat. De ervaringen, ook
deze laatste paar jaren toen men
toch met reden anders verwachten
mocht zijn veelal niet bemoedigend.
Er is een grote traagheid bij de jonge
kerken om in deze zaak van eigen
grote verantwoordelijkheid werkelijk
hand aan de ploeg te slaan. En de kope
ren collecte behoort stellig nog niet tot
een historisch tijdvak. Maar de bruilof
ten zijn waarlijk hoogtijden. Dan spant
men zich in en slooft men zich uit om
een zo groot mogelijke weelde ten toon
te spreiden. Dit behoort alles bij een
bruiloft, natuurlijk, want een bruiloft
is een hoogtij: maar wie zijn huwelijk
sluit ,.in de Heer", die moet voor
Heer ook wat meer over hebben dan 1
paar koperen centen. Wat is anders
liefde? Waar is het vuur van de Geest?
Deze openbaren zich immers in de zelf
overgave, d.i. de overgave
is en van wat men heeft.
In de Chinese kerk heeft zich reeds
een paar maal een merkwaardig
schijnsel voorgedaan. Dit jaar b.v.
er een bruiloft van de dochter van
predikant uit Singapore met de
van een evangelist te Soerabaja. Op de
officiële uitnodigingskaarten stond
bericht van het Evangelisatiefonds der
kerk, dat de familie in plaats
groot bruiloftsfeest een gift van f 2000
had gegeven aan dit fonds en dat alle
familie en vrienden werden uitgenodigd
om hetzelfde te doen in plaats
geschenk aan te bieden. En de familie
berichtte dat er in plaats van een groot
feest slechts een tê-hwee zou worden
gegeven. Een tê-hwee is een bijeenkomst
•en kleine versnapering, letterlijk een
thee-samenkomst maar meestal wordt
an een glaasje limonade gepresenteerd
iet een gebakje.
Toch bleven de mensen niet weg. Er
aren er zeker 500 op deze bruiloft en
de opbrengst voor het Evangelisatiefonds
bedroeg f 7000.
Liefde maakt vindingrijk en een brui-
ift is een feest der liefde. Welnu, het
gegeven voorbeeld toont hoe een kerk
bloeien kan door de liefde.
(Overgenomen uit „Una Sanc-
ta" orgaan van alle prot- kerken
te Malang).
niet? Zo heb ik al twee keer Parijs
gezien. Rare duiventil anders, die Eifei'
toren. Als je zo een jaartje gevlogen hebt,
beginnen de africhtingen
jarigen. Dat gebeurt omstreeks April
gelijk- met de africhtingen voor de oudere
duiven. Gewoonlijk is het laatste station,
vanwaar de eenjarigen gelost worden,
500 kilometer van het hok. Voor
ouderen gaan de vluchten wel tot 840 km
zoals bij de laatste Bordeauxvlucht
tot 1100 km. (St. Vincent, Spanje).
Tijdens de oefeningen praat mijn baas
over niets anders dan over duiv
nog eens duiven. Hielden alle rr
maar duiven, dan hadden
iets behoorlijks om over te praten,"
zucht Piet.
om de muziek zelve
nen er, zoals feitelijk
1 willen noemen. Zij
1, dat men zich van
moet om geld in
•s musica! Laten wij
er muzikale bepalen,
gecombineerd met een charme en
elegance, die onweerstaanbaar zyn. Mo
zart en Schubert kregen zo de best denk
bare uitvoering en de liederencomponist
Othmar Schoeck kon slechts dankbaar
zijn, dat zyn kwartet op. 37 (in 1923
geschreven) zo'n buitengewone vertol
king ten deel viel. Schoeck is tussen
haakjes de enige Zwitser, die in het
programmaboek van het muziekfeest is
opgenomen. KerkmalM
Ook de kerkmuziek heeft men in Lu
zern niet vergeten en men had Marcel
Dupré, de beroemde Franse organist,
uitgenodigd het orgel van de Hofkirche
te bespelen. De kerk was geheel vol
gestroomd (o, beroemde naam!), maar
de uitverkoren organist was met de
samensteUing van zijn programma helaas
niet bepaald gelukkig geweest. Behalve
Bachs monumentale Fantasie en Fuga
in g-moll bestond zijn recital uit werken,
die voor een muziekfeest niet represen
tatief zijn. En daarbij was het juist de
Thomas-Cantor, die met een matige uit
voering genoegen moest nemen. Dupré
bracht verder zyn eigen bewerking van
Handels A-dur concert voor orgel en
orkest en hier viel hij door zijn smaak
volle registerkeus zeer te waarderen.
Maar waarom daarna het klankgedaver
van Liszt en Widor? Te zeer misten w\J
Reger en Franck!
Bruckners 125-jarige geboortedag
heeft men hier niet ongemerkt voorbij
willen laten gaan. Joh. B. Hilber hield
een korte kenschets van de figuur van
Bruckner en het Wintherthurer Strijk
kwartet, aangevuld met de altist Georg
Kertesz, voerde zijn Kwintet op zorg
vuldige wijze uit.
De Serenaden by het Löwendenkmal
vormen een speciale attractie van de
Luzerner Festspiele. Men is voor een
openluchtconcert natuurlijk zeer afhan
kelijk van het weer. Een klare sterren
hemel overkoepelde het groene bladeren
dak van de muziektempel van „ongekor
ven hout": muziek en natuur werden
hier wel op de meest ideale wyze ver
enigd, zodat het handgeklap de sfeer van
rust verstoorde. In deze idyllische om
geving kreeg Mozarts muziek wel een
byzonder karakter. Paul Sacher gaf met
zijn „Collegium Musicum" uit Zürich een
stijlvolle en verzorgde uitvoering van de
door Burgemeester Haffner bestelde
Serenade.
De Festspiele In Luzern plegen met
een oratorium af te sluiten, voor welke
traditie Toscanini in 1939 met Verdi's
Requiem de grondslag legde. Furt
wangler had bij het 2de lustrum van
deze traditie Haydns „Schöpfung" te
voorschijn gehaald en hü gaf een model
opvoering van dit geliefde opus. De koor
zang viel vooral op door de goed afge
wogen nuancering en met de drie solis
ten, Irmgard Seefried, Walther Ludwig
en Boris Christoff, had men een zeer
gelukkige keus gedaan. Furtwangler
legde vooral de nadruk op de eenvoud
van het werk, maar waarom hü de for
midabele slotfuga wegliet, is niet geheel
duidelyk.
Zo zyn dan de Festwochen 1949 ten
Misschien zou een uitbreiding van het
repertoire de belangrükheid van deze
zeer goed georganiseerde Festspiele nog
kunnen vergroten. Men bleef nu wel
heel voorzichtig aan de conservatieve
kant met de „best sellers" van kunst
werk en kunstenaarsnaam
Henk Dul.
PORTEFUILLE MET VREEMD GELD
GESTOLEN
In de wachtkamer van een firma aan
de Prinsegracht te Amsterdam is dezer
dagen uit een actetas, welke een vreem
deling daar even had laten staan, een
portefeuille met o.m. 10.0QO Franse fr„
18.000 Italiaanse lires en 750 Belg. fr.
gestolen. Er bestaat enige verdenking
tegen een reiziger, die tegelükertüd by
de firma was om offerte te maken.
Hoekelum: midden in de bossen met
het uitzicht op de wereld
Luthers buitencentrum en conferentieoord tussen
Ede en Benuekom
Wat „De Horst" in Driebergen is voor
de Ned. Hervormde Kerk en het Zer.-
dingscentrum te Baarn voor de Gerefor
meerde Kerken, dat is Hoekelum. de
kastelen van de baronnen van Wassenaar
tussen Ede en Bennekom, voor de Lu
therse Kerk. „Buitencentrum en confe
rentie-oord der Lutherse Kerk" staat er
op het grote bord aan de Rijksstraatweg
Een geestelijk krachtcentrum noemt de
predikant van het huis, de Lutherse do-
mine uit Ede, ds W. F. ten Rouwelaar,
het.
Twintig jaar geleden al, werd de Stich
ting geboren, waaruit het Buitencentrum-
conferentieoord groeide. Ds Th. Gram
berg, bekend zendingsman van Bali, die
toen nog in Zwolle predikant was, ijver
de er sterk voor en men begon in Baarn.
Tot 1939 was het centrum in Den Dolder
gevestigd, toen kwam de oorlog en daar
na in 1946 kon het nieuwe bestuur de
hand leggen op Hoekelum, dat nu. met
66 bedden, ruime eet- en conferentie
kamers. met de prachtige kasteelmeube
len. het kasteelporcelein en de schilde
rijen van Wassenaarse voorvaderen, een
lust is om er een paar dagen, een week
of langer te wonen.
Mevrouw J. E. WansinkDe Vletter,
de directrice, ontving dit jaar en de
voorafgaande, honderden conferentiegan
gers. leden van jeugdbonden van allerlei
aard, richting en strekking, huisvrouwen,
die rust zochten en vonden en zeer vele
particuliere bezoekers, die er eveneens
terecht kunnen. Over die jeugd gespro
ken: voor haar verbouwde de kerk-
architect Fred B. Jantzen uit Amster
dam het koetshuis tot jeugdverblyf. Het
is een model jeugdherberg geworden.
Met 69 bedden. Er is bovendien een
kampeerboerderij vlak bij en een uiterst
doelmatig ingerichte plek waar tenten
opgeslagen kunnen worden.
Zo heeft men daar bij Ede alles bü de
hand: oud en jong vindt er wat zij zoe-
Voor het komende jaar heeft men
grote plannen.
Met ir.gang van het nieuwe jaar zal
nl. een conferentiereeks aanvangen, die
aan practische kerkelijke vraagstukken
gewijd zal zijn. Iedere maand zal er dan
specifiek Lutherse conferentie zijn.
Over diaconale vraagstukken en sociale
problemen, over zending, lithurgie en
kerkmuziek.
Voorts verwacht men weer de 400 jon
gens en meisjes van de Lutherse jeugd
bond, die dit jaar óók in het jeugdcen
trum waren. Ds J. P. van Heest, voorzit
ter van de Synode der Evang. Luth. Kerk,
is president van het Stichtingsbestuur.
Daarin zitten verder o.m. prof. dr P.
Boendermaker en prof. dr W. J. Kooiman.
De laatste heeft deze uitgelezen plek
voor zijn kerk „ontdekt". Hy had haar
slechter dienst kunnen bewyzen. Bossen
rondom, kampeerterreinen in overvloed,
tennisbanen, een moestuin met druiven-
kassen. En door alle vensters: uitzicht op
de donkere, wijde bossen tussen Ede en
de centrale Veluwe.
Een klein paradys en een belangrijk
stuk Christelijke actie.