[ÜHet 300-jarig bestaan van de Marekerk in plechtige dienst herdacht WOORDENBOEK Z „Hielden alle mensen maar duiven," vindt de doffer "IrfEUWE LEIDSCHE COURANT VRIJDAG 14 OCTOBER 1949 ys— de concentratie op Gods woord ligt de ™2 heerlijkheid van zijn huis tels. TiJASSIEF EN INDRUKWEKKEND rees de verlichte Marekerk tegen m de donkere hemel, toen gisteravond haar bronzen klok de Hervorm- :erkl: de Gemeente nodigde tot de plechtige herdenking van haar 300-jarig bestaan. En aan die jubilerende klanken gaven enige honderden mensen me'dankbaar gehoor. Zij hebben het verleden horen spreken en zich tegelijk J.rnogen bezinnen op het wezen van de Reformatie, die het Woord van God u-'Zijn centrale plaats hergaf. Het is gisteravond verscheidene malen als een uiting van blijdschap herhaald: de kansel in de volle aandacht, als de plek, lijn; van waaruit de bediening van het Goddelijk Woord plaats vindt. Onder de aanwezigen merkten wij op: stelde. In welgekozen woorden herdacht de heer Mulder de onlangs overleden architect W. Fontein, wiens persoon en werk voor de Hervormde Gemeente van groot belang zyn geweest. Gods behagen Ds J. de Wit bepaalde de aanwezigen bü Jesaja 55 11: maar het zal doen hetgeen My behaagtOnze Kerk is een Kerk des Woords, aldus ds De Wit, maar moeten we niet toe geven, dat onze godsdienstoefeningen verworden zyn tot bijeenkomsten, waar in we ons aanmatigen predikers en hoor ders te zyn in plaats van dat wij wezen lijk bidden om Gods tegenwoordigheid? Wij verkeren in de verzoeking om met de woorden Gods zo gewoon om te gaan en zien zo weinig, dat het gaat om de ontmoeting van de hoge God met de van Hem vervreemde mensen. Beschou wen wij dit als genade, dan valt alle vanzelfsprekendheid weg. Dan gaan we wezenlijk biddend verder. En dan doet God met Zijn Woord, wat Hem behaagt. En het zal niet ledig tot Hem weerkeren. Het koor zong nog Gezang 293: „O God, Die droeg ons voorgeslacht" en de Gemeente hief als slot van deze goede herdenking Gezang 132 3 aan: „U, Vader, U zij lof, op een verhoogde toon." or,P'Js D. J. Vossers, voorzitter van de Ker- jceraad der Leidse Hervormde Gemeen ste en vertegenwoordiger van het classi- H- caal bestuur, dr W. D. v. Wijngaarden, Ui vertegenwoordiger van het provinciaal Kerkbestuur, afgevaardigden van ver- schillende Prot. Kerken uit Leiden en S Dmgeving, prof. dr B. A. van Groningen, j- fector-magnificus van de Leidse Univer- siteit, de heer D. van der Kwaak, ver- tegenwoordiger van het gemeentebe- - V jtuur, drs E. Pelinck, directeur van „De J- J- Lakenhal", verscheidene predikanten en 2 30 leden der Gemeente-commissie. N. Gods ontmoeting 4! 1 Ds M. Ottevanger, in wiens wijk de Marekerk staat, hield een toespraak. u. Ivaarin hij begon met te zeggen, dat het st2, 3e vroomheid der vaderen is geweest, 7— 3ie onze kerken heeft gesticht. Konden 3e stenen spreken, zij zouden getuigenis (a), peggen van de ontmoetingen van de -Ter Here met Zijn Gemeente en van de vele len; tegeningen, die hier werden genoten. Wij Vos. prijzen ons gelukkig, dat wij de Pieters-, J. 3e Hooglandse- en de Marekerken heb- 10 u ben ontvangen en dat wij ze mochten iRC behouden. Hoeveel kerken zijn er niet eest verwoest. Het is alleen genade van God, sser 3at de onze er nog zijn. erf; Het uitgangspunt van de toespraak van J. Js Ottevanger was Psalm 84 2: „Hoe (b), liefelijk zijn Uw woningen, o Here dei nsb. heirscharen." Waarin is die liefelijkheid 3an toch gelegen? In de inwoning des (a), Heren. God nodigt ons tot Zijn woning, (bi, opdat Hü ontmoeting met ons hebben J. rou. God is het, Die roept en spreekt u rn geeft. Hieruit volgt, dat het Woord het voornaamste is. Alles moet er op ge- concentreerd zün. Daarin ligt de heerlijkheid van het huis Gods. In de Marekerk komt deze reformato- ^en rische gedachte schoon tot uit- |n-e drukking. ?nb. In de openbaring van God is ons leven. 2.30 Gods Kerk is op aarde een strijdende u; Kerk. Haar leven staat in het teken van (a) Je heilige oorlog. Ieder ogenblik komt ie in aanraking met Gode vijandige (d), levensbeschouwingen en -practijken. Het Woord is het wapen in die strijd. En Hij deelt zelf de wapenen uit, waar Zijn Woord wordt gepredikt. Nadat het Ned. Herv. Kerkkoor o.l.v. Se heer Henk Geirnaert Psalm 121 1 d. len gehore had gebracht, gaf de heer P. I. P. Mulder, voorzitter van de Gemeen- èlcT,lecommissie, een historisch overzicht. Hij d. behandelde de oorzaak van de bouw van de kerk, de voorgeschiedenis van de out bouw, de bouw zelf, de ingebruikneming de restauratie van zijn overz het bedehuis Vrijlaten van het bouwen nog niet mogelijk Part. bouwers krügen na 1 Jan, een kans Tot het geheel vrijlaten van het bouwen kan nog niet worden overge gaan. Het blijft nog gewenst om jaar lijks een bouwprogramma op te stellen, daar de beschikbare materialen en arbei ders zeker in de eerste jaren nog ontoe reikend zijn om in de behoeften te kunnen voorzien, terwijl ook in verband met de deviezenpositie de materialen nog niet onbeperkt kunnen worden gevoerd. Dit deelt minister In 't Veld mede in de M.v.A. betreffende het wetsontwerp: tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de wederopbouw en de bevordering van de bouwnijverheid. Onder drang van de vele bezwaren is de minister in de onteigeningsparagraaf op talrijke punten teruggekeerd tot de procedure in de onteigeningswet- Naar de Nieuwe Leidsche C nader verneemt, zullen de gemeenten 1 Jan. echter vrü zijn. binnen het haar toegestane bouwvolume, woningen met een inhoud van 325—375 m3 door parti culieren te doen bouwen. En nog grotere vryheid voor het stichten van dergelijke woningen ligt in het Begin 1950 afschaffing van paspoort voor België? Vam officiële zijde wordt medegedeeld, dat de afschaffing van een paspoort voor België zeer waarschijnlijk niet in werking zal treden voor het begin van het vol gend jaar. Eerst dan zal men voor een t :zoek aan België met een bewijs van Nederlandiersohap kunnen volstaan, zoals ook voor de oorlog het geval was. Voor alsnog dienen individuele reizigers naar België in het bezit te zijn van een na 1 Jan. 1946 afgegeven of verlengd pas- De Koningin heeft gistermiddag in het Paleis Oip de Dam de Franse ambassadeur, Jean Rivière, en zijn echtgenote aan een afscheidslunc/h ontvangen. Van de Uitgeversmaatschappij „N.V. Standaard-Boekhandel" te Tilburg ontvingen we een exemplaar van bovengenoemd boek ter recensie. Dit keurig en zeer verzorgd uitgegeven werk (prijs gebonden f 9.50) werd samengesteld door de in December 1944 overleden Groningse professor in de Nederlandse letteren, dr G. S. Overdiep, met medewerking van de directeur van de Katwijkse Visserij school, de heer C. Varkevisseren voor de druk bezorgd door prof. dr G. A. van Es, leerling en opvolger van prof. Overdiep. Prof. Overdiep, die reeds als student enige zomervacanties in Katwijk door bracht, heeft jarenlang studie van het Katwijks gemaakt, hierin bijgestaan door de heer Varkevisser, die als geboren en getogen Katwyker prof. Overdiep tal van gegevens kon verschaffen. Het resultaat van die studie vinden we neergelegd in het in 1940 verschenen werk „De Volks taal van Katwijk aan Zee" en het hierbo ven genoemde woordenboek, dat door de dood van prof. Overdiep en door de oor logsomstandigheden pas nu kon verschij nen. Na het grondige en van grote liefde voor het Katwijks getuigende De Volks taal van Katwijk aan Zee" konden we niet anders dan hoge verwachtingen koesteren met betrekking tot het nu ver- E«rr,t» fclod. l.De V.e ftr.a Pi 1 - Kt, Htcr Art' -icör den Ha ei schenen woordenboek. En we zijn in die verwachtingen niet teleurgesteld. een voorbericht van prof. Overdiep :n van prof. Van Es volgt het woor denboek, terwijl achterin, een aantal ver halen en gesprekken van oude Katwijkers afgedrukt (vanzelfsprekend in het Kat wijks). In het voorbericht zegt prof. Van Es, dat het woordenboek geen aanspraak kan maken op volledigheid, en dit is ook stellig niet de bedoeling van een dialect- ■oordenboek als het hier besprokene. Ieder, die goed op de hoogte is van het Katwijks, zal dan ook zonder veel moeite een aantal woorden kunnen opnoe- die niet in het woordenboek voor komen, zoals bekwaem (van een groot gebakje kan gezegd worden dat het een ..bekwaem mael", een heel maal is), hochelsch (oneffen, ruw van oppervlak), roffelsch (dito), nae verporsje (naar pro portie. naar verhouding), ontiech (onzin delijk), trietelsch (preuts), om er enkele De waarde van een woordenboek als dit berust echter veel meer op de juiste eergave van de er in behandelde woor den, dus op de betrouwbaarheid. En op enkele kleine ongerechtigheden na is de verklaring van de meeste woorden en uitdrukkingen zo duidelijk en juist en zijn de voorbeelden zo raak, dat iedereen, die liefde en interesse heeft voor het Katwijks, zal genieten van de inhoud. We kunnen dan ook niet anders doen dan de kansel in de volle aandacht Grote V.V.V.-avond te De Kaag bracht veel licht in het historische donker Alkemade's eerste burger en burgeres kregen een na-hulde (Van onze correspondent). De afdeling De Kaag van de Ver eniging voor vreemdelingenverkeer had haar leden bij elkaar geroepen voor een bijzondere avond, waarop o.m. gespro ken werd over het ontstaan van het eigen dorp. Nadat de voorzitter, de heer D v. Nieuwkoop, welkom had geheten in het bijzonder de burgemeester van Al kemade met zijn echtgenote, kreeg de heer W. Fleer uit De Kaag het woord. Van hem hoorden de vele aanwezigen, dat het dorp reeds in 1316 bestond en dat er toen 20 woningen stonden. Opmerke lijk is, dat er vroeger meer huizen waren dan tegenwoordig. Ook kwam men te weten, wie de eerste Kaag-mensen ge weest zijn. Zelfs hun namen werden ge noemd. Geruime tijd was er slechts één kerkje, waarin Roomse en Protestantse godsdienstoefeningen werden gehouden. En wie wist. dat het dorpje bij het be ruchte beleg van Leiden ten nauwste is ten zeerste er over verblijden, dat i'n geweldige hoeveelheid materiaal op i'n zorgvuldige wijze is verwerkt, als dit boek is gebeurd. Zonder ook maar iets van de waarde jn het boek af te willen doen, wil ik toch op enkele kleine onjuistheden wijzen die mij bij het doorbladeren opvielen. In de weergave van bepaalde phonetische verschijnselen is het boek niet conse quent; zo wordt de assimilatie van stem wel. soms niet aangegeven, bijv. op blz. 52 „skrengse" moet zijn „skrengze"; blz. 41 „oflóöpe" naast „ov-elööpe", ook in het eerste geval wordt een stemhebbende v gehoord; blz. 28 „gak-ier" moet zijn „gatfier". Blz. 51 „skowjjfooene": de vorm „skoit" lijkt mij eerdeir'te zijn overgeno men van de Egmonders, clie vroeger veel op de bomschuiten voêfen,-4an van de Zandvoorters. Zo lijkt mij ook invloed het Egmonds aannemelijk in „ijve- (blz. 68), het Katwijkse woord voor huiverig (het Egmonds laat de h weg lan het begin van een woord). Blz. 16 dings" heeft meer betekenissen dan de aangegevene. Blz. 47 „zaerechêaidje" be tekent meer algemeen: snoeperijtje, lek- De verhalen en gesprekken van oude Katwijkers, waarvan vele losse zinnen reeds voorkwamen in „De Volkstaal van Katwijk aan Zee" en die in hun geheel achter in dit woordenboek zijn afgedrukt, zullen vooral de oudere Katwijkers. die nog door eigen ondervinding of door overlevering op de hoogte zijn van de oude toestanden, interesseren. Het is van uit taalkundig en folkloristisch standpunt bekeken stellig verantwoord, deze ge sprekken en verhalen zo uitgebreid weer te geven. G. F v. d. Rhee. betrokken is geweest? Er was een groot aantal Spaanse soldaten gelegerd. Van en sterk fort beletten de Spanjolen schippers voedsel naar Leiden te bren gen. Het zou te ver voeren, alle dingen, die spr. vertelde, hier naar voren te brengen. De aanwezigen hebben in ieder geval genoten! Voor de pauze richtte de voorzitter zich tot de burgemeester van Alkemade ijn vrouw in verband met hun zil- n huwelijksfeest, dat zij kort geleden mochten vieren. Spr. noemde de burgervader een man op de juiste plaats. Zijn grote be langstelling voor De Kaag stelde hij zeer op prijs. Hierna overhandigde de voorzitter de burgemeester een karakteristiek geschenk. Hij sprak hierbij de hoop uit, dat Alkemade's eerste burger en burgeres nog veel goede jaren zullen hebben. De burgemeester betrad vervolgens het podium en dankte, mede namens zijn vrouw, voor alle vriendelijk heid. Hun banden met De Kaag waren hierdoor nog nauwer aangehaald. De burgemeester heeft De Kaag lief; mis schien wel door het feit dat hij tot het gemoedelijke Brabantse volk be hoorde. Na de pauze bleek wel dat de causerie de heer Fleer aan duidelijkheid niets •ensen had overgelaten want van de ge legenheid tot het stellen van vragen werd niet druk gebruik gemaakt. Ook foor deze avond uitgenodigd de heer Van der Spek uit Den Haag, lid van V.V.V., die enkele filmpjes vertoonde, aarop ook De Kaag voorkwam. De Kaag kan met voldoening op deze interessante en leerrijke avond terugzien. Merkwaardig verschijnsel bij een bruiloft (Van het Zendingsbureau Oegstgeest) GESPREK MET EEN POSTDUIF Levenservaring van een eerstejaars Bordeaux-vlieger I Het begin van de stiehtingsacte van de Ii.L.M. gepasseerd ten overstaan van notaris jhr mr Hendrik Jacob Herman Stoop te 's-Gravenhage, op 7 October 1919. Voorzitter van de Koninklyke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart was toen de heer Hendrikus Colyn, voor wie als gemachtigde optrad jhr Isaac Laurens van den Berch van Heemstede. (Van een onzer verslaggevers) t is wel niet de gewoonte, dat een duif kan spreken, maar nu ik er einde lijk een ontmoet heb, die een behoorlijk gesprek kan voeren, wil ik de gelegen heid niet laten voorbijgaan. Sommige duiven kunnen zó gewoon met je om gaan en dat was het ook, wat me trok in Piet.... „Ja, zeg maar Piet," koert het donker duifje dat in mijn hand heb, vriendelijk. En het beestje laat met geen enkel ge vleugeld, hoogdravend woord merken, dat het de rampvlucht van de Neder landse Bond van Zatervliegers heeft overleefd: de onlangs gehouden vlucht van Bordeaux, tijdens welke wel 1300 van de 2750 geloste duiven omgekomen zijn door de warmte.... „Ik ben eigenlyk helemaal de doffer niet (u zou zeggen de man niet), die u moet interviewen. Al ben ik dan ook geboren in het 'hok van de Rotterdamse duivenkampioen P. D. Schreuder, lid var. de Postduivenvereniging „Het Noorden", ik ben toch maar een doodgewone zwart- kras doffer. Wel voel ik me zelf een ge luksvogel dat ik tot de 20 van de 60 in ge korfde duiven van de vereniging behoor, die nog thuis gekomen zijn na alle ont beringen in Frankrijk; een heerlijk land toch. ondanks alles." Met een snavel vol maiskorrels he beest moet in korte tijd weer op krach ten komen begint het dier. dat nog maar net één jaar oud is. van zijn levens ervaringen te vertellen. Wat mij echter eerst interesseert is. hoe het er toe komen is postduif te zijn. „Ach een ieder zijn zin, koer ik m! gaat het duifje verder „Maar als u van de duivengeschiedenis wil weten? Dat van die duif van Noach wee natuurlijk: onze gouden eeuw begon pas een goede honderd jaar geleden. Dat toen de Beigisohe colombophilen duivemhouders noemt u dat. geloof ik zich voor ons gingen interesseren Hoe het precies zit. hebben mijn ouders me nooit willen vertellen, maar die Belgen sohijnen een heel nieuw duivenras ge- kweek'. te hebben Mijn ouders hielden niet van die rassentheorieën: toch heb ik onlangs in een öuivenboek gelezen, dat ik tot het Luikse ras behoor. De Nederlandse duivenhouders (zeg toch nooit -melkers) houden het meest van dit ras. De stam- ader en -moeder hiervan moeten vol gens verhalen een Oosterse meeuw en een kropper geweest zijn, maar daar wil ik van af zijn. Ze zeggen, dat ik de ken merken van mijn ras heel duidelijk ver toon: zeer forse bouw, flinke kop, heldere ogen. Echte soldateske duiven, vindt niet? Wij hebben dan ook al sedert de oorlog van 1870 zeer belangrijke krijgs verrichtingen op onze naam. Ik hoor nog miijn moeder treur-koeren over de afge lopen oorlogsjaren: We stonden toen staatsvijand nummer één op de lijst 1 de DuitsersM Al het opgekropte verdriet over het geen zijn grootouders beleefden, komt boven bij Piet, maar hij wordt weei vrolij>k als hij vertelt hoe een groot moeder van hem na een lange onder- duik-periode op 5 Mei 1945 de vleugeltjes weer kon uitslaan. „Opoe is nu 12 jaar, maar heeft de zilveren Bordeaux-vlucht nog netjes gevlogen, al zou ze er tegen over geen enkele persman over willen spreken. „Laat die trotsigheid maar aan de pauwen over," vindt ze altijd". Zware training. „Kun Je wat vertellen over je opleiding tot Bordeaux-vlieger?" „Graag zelfs. Laat de jeugd maar horen hoe wij moeten aanpakken om te bereiken. Laat ik maar by het begin beginnen. Negen en twintig dagen na het huwelijk van pa en moe kroop ik uit het ei. Dat was in April 1948 en zes weken later was ik al vliegrijp. In hel eerste jaar worden wij door onze baas opgeleerd (ja, dat is heus de term) een afstand van 300 kilometer. Dat be gint dan met een tochtje van 10 a 20 km. Een rare gewaarwording als je voor het eerst in zo'n reismand gezet wordt. Het zijn lange korven, „paniers" zeggen de Belgen, waar ongeveer een stuk of 30 jonge duiven inkomen. Het is wel eens gebeurd, dat we op één jongeduiven- vlucht wel met een kleine 100.000 vliegers startten. Onze bazen zien, als wij op het nest terugkomen, hoe we er aan toe zijn. Al: we in goede conditie zijn na een lange tocht, mogen we de volgende keer verder van huis. Zo zie je nog eens wat, Sfeer in ft gezin? De „Nieuwe Leidsche" Prachtige concerten in de „tempel van ongekorven hout*' Muzikale aspecten van het Festival in Luzern Z O N MUZIEKFESTIVAL kan 1 standpunt bekijken, zo gaat gadeslaat. Behalve de ware muziekliefhebbers, die komen en die niet door een modern werk afgeschrikt worden, vindt in elke concertzaal, de mensen, die men „muzieksnobs" zc gaan af op de klinkende namen en eigenlyk is het wel 3 deze klinkende namen en van dit soort bezoekers bediener het laatje te krygen: het beruchte nervus rerum, ook In i dus ons liever tot het minder materialistische, tot het zul Bruno Walter dirigeerde na Karajan en dat leidde natuurlijk tot vergelijking: Bruno Walter, de grijze prediker, die de donkere g-moll Symphonie van de 32-jarige Mozart en de grote C-dur Symphonie van de eveneens 32-jarige Schubert met deemoed en liefde ont vouwde en hier zijn gehele muzikale ge loofsbelijdenis openbaarde Karajan, die in hoofdzaak de buitenzijde op de meest fantastische zyde belichtte. In- plaats van opwinding, nu stille ontroe ring, als hoofdmomenten geen daveren de fortissimi, maar het subtielste pianis simo. Zo werden de Oostenrijkse mees ters opnieuw geboren. Een kleine inzinking na de hoogte punten van Karajan en Walter was ook uit een ander dan een louter muzikaal i overdenken als men de toehoorders een» •achten. Het kwam ook prompt in het 3de Symphonieconcert. En dat was eigenlyk jammer, omdat dit pro gramma twee voor Luzern geheel bekende werken bracht. Dubbel jam mer was het, dat de dirigent Paul Klecki in elk opzicht tekort schoot. Hjj bleek niet bij machte van Mahlers „Lied von der Erde" en van Debussy's „La Mer" een ook maar enigszins aanvaardbare interpretatie te geven. Debussy's ruisen de en tintelende kleurenpracht werd ver vormd tot een trage, grauwe massa, weerbarstige inzetten en pathetische ac centen maakten het werk bijna onher kenbaar. Ook Mahler wilde niet boeien ondanks de goede prestaties van de alt Elsa Cavelti en onze Nederl. tenor Frans Vroons. Een troosteloze avond, waar voor alleen de prachtige natuur van het meer en de bergen rond Luzern enig soulaas bood! Het laatste Symphonieconcert bracht Furtwangler, die Brahms, Strausz en Tsjaikowsky op het programma had staan. Brahms Dubbelconcert zou men wellicht beter een symphonie met twee concerterende instrumenten kunnen noemen. Schneiderhan, viool, en Mainar- di, cello, (namen, die geen verder com mentaar behoeven), bijgestaan door een waakzaam dirigent, hielden een warm pleidooi voor dit werk. In gelukkige afwisseling met de orkestconcerten heeft men enige kamer muziekavonden ontworpen, waarvoor hoe kan het anders men met de grootste namen kwam. Wy noemen het Strijkkwartet van het Weens Philhar- monisch Orkest en het optreden van de pianist Robert Casadesus met de violist Zino Francescatti. Welk een combinatie! Want het is een zeldzaamheid, wanneer twee virtuozen van groot formaat zich tot een eenheid laten samensmelten. Maar ook het Strijkkwartet, Wolfgang Schneiderhan, Otto Strasser, Ernst Mo- Richard Krotschak, leden van het Weens Philharmonisch Orkest, vorm- ongeëvenaard ensemble. Con certmeester Schneiderhan, tevens leider van de meestercursus In Luzern, is een vlolist by de gratie Gods: een prachtige techniek met een feilloze intonatie, een volle, heldere en tevens warme toon, Heel oud zijn de klaohten, dat chris tenmensen zich tot bet uiterste inspan- om van een bruiloft een luisterrijk feest te maken, maar dat de kerk, waar het huwelijk ingezegend wordt, er maar heel kaal afkomt en het moet stellen een koperen collecte, welke schril afsteekt bij het prachtig gerij, de kost bare costuums. de schat van bloemen en cadeaux en de copieuze maaltijd. Van oudsher zijn dit ook vage tekenen wereldsgezindheid, van gebrek aan liefde de Heer, en van het ontbreken de vlam van de Heilige Geest. In Indonesia is het e< arbeid om de jonge kerken werkelijk doen geraken tot selfsupport, tot de zelf- bekostiging van hun eigen kerkelijk leven en daarbij tot de medebekostiging de kerk als geheel in gewest, in het land en in de wereld, hetgeen tegelijk betekent de mede-bekostiging voor de predikantsopleiding en van de arbeid het apostolaat. De ervaringen, ook deze laatste paar jaren toen men toch met reden anders verwachten mocht zijn veelal niet bemoedigend. Er is een grote traagheid bij de jonge kerken om in deze zaak van eigen grote verantwoordelijkheid werkelijk hand aan de ploeg te slaan. En de kope ren collecte behoort stellig nog niet tot een historisch tijdvak. Maar de bruilof ten zijn waarlijk hoogtijden. Dan spant men zich in en slooft men zich uit om een zo groot mogelijke weelde ten toon te spreiden. Dit behoort alles bij een bruiloft, natuurlijk, want een bruiloft is een hoogtij: maar wie zijn huwelijk sluit ,.in de Heer", die moet voor Heer ook wat meer over hebben dan 1 paar koperen centen. Wat is anders liefde? Waar is het vuur van de Geest? Deze openbaren zich immers in de zelf overgave, d.i. de overgave is en van wat men heeft. In de Chinese kerk heeft zich reeds een paar maal een merkwaardig schijnsel voorgedaan. Dit jaar b.v. er een bruiloft van de dochter van predikant uit Singapore met de van een evangelist te Soerabaja. Op de officiële uitnodigingskaarten stond bericht van het Evangelisatiefonds der kerk, dat de familie in plaats groot bruiloftsfeest een gift van f 2000 had gegeven aan dit fonds en dat alle familie en vrienden werden uitgenodigd om hetzelfde te doen in plaats geschenk aan te bieden. En de familie berichtte dat er in plaats van een groot feest slechts een tê-hwee zou worden gegeven. Een tê-hwee is een bijeenkomst •en kleine versnapering, letterlijk een thee-samenkomst maar meestal wordt an een glaasje limonade gepresenteerd iet een gebakje. Toch bleven de mensen niet weg. Er aren er zeker 500 op deze bruiloft en de opbrengst voor het Evangelisatiefonds bedroeg f 7000. Liefde maakt vindingrijk en een brui- ift is een feest der liefde. Welnu, het gegeven voorbeeld toont hoe een kerk bloeien kan door de liefde. (Overgenomen uit „Una Sanc- ta" orgaan van alle prot- kerken te Malang). niet? Zo heb ik al twee keer Parijs gezien. Rare duiventil anders, die Eifei' toren. Als je zo een jaartje gevlogen hebt, beginnen de africhtingen jarigen. Dat gebeurt omstreeks April gelijk- met de africhtingen voor de oudere duiven. Gewoonlijk is het laatste station, vanwaar de eenjarigen gelost worden, 500 kilometer van het hok. Voor ouderen gaan de vluchten wel tot 840 km zoals bij de laatste Bordeauxvlucht tot 1100 km. (St. Vincent, Spanje). Tijdens de oefeningen praat mijn baas over niets anders dan over duiv nog eens duiven. Hielden alle rr maar duiven, dan hadden iets behoorlijks om over te praten," zucht Piet. om de muziek zelve nen er, zoals feitelijk 1 willen noemen. Zij 1, dat men zich van moet om geld in •s musica! Laten wij er muzikale bepalen, gecombineerd met een charme en elegance, die onweerstaanbaar zyn. Mo zart en Schubert kregen zo de best denk bare uitvoering en de liederencomponist Othmar Schoeck kon slechts dankbaar zijn, dat zyn kwartet op. 37 (in 1923 geschreven) zo'n buitengewone vertol king ten deel viel. Schoeck is tussen haakjes de enige Zwitser, die in het programmaboek van het muziekfeest is opgenomen. KerkmalM Ook de kerkmuziek heeft men in Lu zern niet vergeten en men had Marcel Dupré, de beroemde Franse organist, uitgenodigd het orgel van de Hofkirche te bespelen. De kerk was geheel vol gestroomd (o, beroemde naam!), maar de uitverkoren organist was met de samensteUing van zijn programma helaas niet bepaald gelukkig geweest. Behalve Bachs monumentale Fantasie en Fuga in g-moll bestond zijn recital uit werken, die voor een muziekfeest niet represen tatief zijn. En daarbij was het juist de Thomas-Cantor, die met een matige uit voering genoegen moest nemen. Dupré bracht verder zyn eigen bewerking van Handels A-dur concert voor orgel en orkest en hier viel hij door zijn smaak volle registerkeus zeer te waarderen. Maar waarom daarna het klankgedaver van Liszt en Widor? Te zeer misten w\J Reger en Franck! Bruckners 125-jarige geboortedag heeft men hier niet ongemerkt voorbij willen laten gaan. Joh. B. Hilber hield een korte kenschets van de figuur van Bruckner en het Wintherthurer Strijk kwartet, aangevuld met de altist Georg Kertesz, voerde zijn Kwintet op zorg vuldige wijze uit. De Serenaden by het Löwendenkmal vormen een speciale attractie van de Luzerner Festspiele. Men is voor een openluchtconcert natuurlijk zeer afhan kelijk van het weer. Een klare sterren hemel overkoepelde het groene bladeren dak van de muziektempel van „ongekor ven hout": muziek en natuur werden hier wel op de meest ideale wyze ver enigd, zodat het handgeklap de sfeer van rust verstoorde. In deze idyllische om geving kreeg Mozarts muziek wel een byzonder karakter. Paul Sacher gaf met zijn „Collegium Musicum" uit Zürich een stijlvolle en verzorgde uitvoering van de door Burgemeester Haffner bestelde Serenade. De Festspiele In Luzern plegen met een oratorium af te sluiten, voor welke traditie Toscanini in 1939 met Verdi's Requiem de grondslag legde. Furt wangler had bij het 2de lustrum van deze traditie Haydns „Schöpfung" te voorschijn gehaald en hü gaf een model opvoering van dit geliefde opus. De koor zang viel vooral op door de goed afge wogen nuancering en met de drie solis ten, Irmgard Seefried, Walther Ludwig en Boris Christoff, had men een zeer gelukkige keus gedaan. Furtwangler legde vooral de nadruk op de eenvoud van het werk, maar waarom hü de for midabele slotfuga wegliet, is niet geheel duidelyk. Zo zyn dan de Festwochen 1949 ten Misschien zou een uitbreiding van het repertoire de belangrükheid van deze zeer goed georganiseerde Festspiele nog kunnen vergroten. Men bleef nu wel heel voorzichtig aan de conservatieve kant met de „best sellers" van kunst werk en kunstenaarsnaam Henk Dul. PORTEFUILLE MET VREEMD GELD GESTOLEN In de wachtkamer van een firma aan de Prinsegracht te Amsterdam is dezer dagen uit een actetas, welke een vreem deling daar even had laten staan, een portefeuille met o.m. 10.0QO Franse fr„ 18.000 Italiaanse lires en 750 Belg. fr. gestolen. Er bestaat enige verdenking tegen een reiziger, die tegelükertüd by de firma was om offerte te maken. Hoekelum: midden in de bossen met het uitzicht op de wereld Luthers buitencentrum en conferentieoord tussen Ede en Benuekom Wat „De Horst" in Driebergen is voor de Ned. Hervormde Kerk en het Zer.- dingscentrum te Baarn voor de Gerefor meerde Kerken, dat is Hoekelum. de kastelen van de baronnen van Wassenaar tussen Ede en Bennekom, voor de Lu therse Kerk. „Buitencentrum en confe rentie-oord der Lutherse Kerk" staat er op het grote bord aan de Rijksstraatweg Een geestelijk krachtcentrum noemt de predikant van het huis, de Lutherse do- mine uit Ede, ds W. F. ten Rouwelaar, het. Twintig jaar geleden al, werd de Stich ting geboren, waaruit het Buitencentrum- conferentieoord groeide. Ds Th. Gram berg, bekend zendingsman van Bali, die toen nog in Zwolle predikant was, ijver de er sterk voor en men begon in Baarn. Tot 1939 was het centrum in Den Dolder gevestigd, toen kwam de oorlog en daar na in 1946 kon het nieuwe bestuur de hand leggen op Hoekelum, dat nu. met 66 bedden, ruime eet- en conferentie kamers. met de prachtige kasteelmeube len. het kasteelporcelein en de schilde rijen van Wassenaarse voorvaderen, een lust is om er een paar dagen, een week of langer te wonen. Mevrouw J. E. WansinkDe Vletter, de directrice, ontving dit jaar en de voorafgaande, honderden conferentiegan gers. leden van jeugdbonden van allerlei aard, richting en strekking, huisvrouwen, die rust zochten en vonden en zeer vele particuliere bezoekers, die er eveneens terecht kunnen. Over die jeugd gespro ken: voor haar verbouwde de kerk- architect Fred B. Jantzen uit Amster dam het koetshuis tot jeugdverblyf. Het is een model jeugdherberg geworden. Met 69 bedden. Er is bovendien een kampeerboerderij vlak bij en een uiterst doelmatig ingerichte plek waar tenten opgeslagen kunnen worden. Zo heeft men daar bij Ede alles bü de hand: oud en jong vindt er wat zij zoe- Voor het komende jaar heeft men grote plannen. Met ir.gang van het nieuwe jaar zal nl. een conferentiereeks aanvangen, die aan practische kerkelijke vraagstukken gewijd zal zijn. Iedere maand zal er dan specifiek Lutherse conferentie zijn. Over diaconale vraagstukken en sociale problemen, over zending, lithurgie en kerkmuziek. Voorts verwacht men weer de 400 jon gens en meisjes van de Lutherse jeugd bond, die dit jaar óók in het jeugdcen trum waren. Ds J. P. van Heest, voorzit ter van de Synode der Evang. Luth. Kerk, is president van het Stichtingsbestuur. Daarin zitten verder o.m. prof. dr P. Boendermaker en prof. dr W. J. Kooiman. De laatste heeft deze uitgelezen plek voor zijn kerk „ontdekt". Hy had haar slechter dienst kunnen bewyzen. Bossen rondom, kampeerterreinen in overvloed, tennisbanen, een moestuin met druiven- kassen. En door alle vensters: uitzicht op de donkere, wijde bossen tussen Ede en de centrale Veluwe. Een klein paradys en een belangrijk stuk Christelijke actie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3