Ramp hulp mogelijk door van Ned. zijde! verraderlijke Oude volk heeft in vruchtbare wildernis herschapen grond Dr J. A. van Steyn, beschermer van het Nederlandse bosbezit Vmin LANGE TAFEL CONFERENTIE 3 ZATERDAG 1 OCTOBER 1949 Het drama van het Englandspiel In geheime diensten te Londen ontstonden de meest onverkwikkelijke toestanden BINNENKORT ZULLEN ER IN NEDERLAND twee boeken verschijnen, die geschreven zyn door de Duitsers, die een hoofdrol speelden in het spionnage- drnma van het England-Spiel: Joseph Schreieder en Hermann Giskes. De heren, die elkaar in de oorlog maar matig konden waarderen (al waren ze wel gedwongen nauw samen te werken) zijn ook na Duitslands ineenstorting concurrenten ge bleven, hun beider boeken zullen vrijwel tegelijkertijd verschijnen. Dat van Giskes ral heten „Abwehr Drei F" en het verschijnt bij de (voormalig) illegale uitgeverij De Bezige Bij, die den volke alvast kond doet dat Giskes een beste kerel was en helemaal geen oorlogsmisdadiger. Kriminal-Direktor Schreieder noemt zijn kunst werk „Het England-Spiel" en hij vond Holkema en Warendorf bereid, het aan de man te brengen. Wij vinden het een nogal tameljjk vreemde geschiedenis, dat de twee Duitsers, die zo onnoemelijk veel leed over Nederland brachten, nu een lief sommetje gaan verdienen aan het Nederlandse volk in hun nieuwe kwaliteiten Als auteurs. Maar vreemde geschiedenissen schijnen nu eenmaal te behoren bij deze na-oorlogse periode, waarin de een ter dood veroordeeld wordt om zijn ver antwoordelijkheid en de ander over die verantwoordelijkheid boeken gaat publi ceren. Intussen zijn wij benieuwd naar de memoires van de „spelers", niet zozeer om wat zij wel dan wat zij niet zullen vertellen. fET IS ALTHANS voor het boek HJ Giskes te hopen, dat de schrijver zich thans meer herinnert dan een paar jaar geleden, toen hij de Engelse en Nederlandse officials, die hem ver hoorden, tot wanhoop bracht door de vele hiaten in zijn verhaal. Hij wist nauwelijks een enkele datum, hij herin nerde zich weinig namen, .hij hield alle belangrijke dingen volkomen in het vage Hij praatte zo maar een beetje in het wilde weg en wie dom genoeg was om zijn tactiek niet te doorzien kon ge makkelijk tot het. inzicht komen, dat Hermann eigenlijk maar een doodgewoon officiertje was, die zo'n beetje aan de hand van Schreieder door de doolhoven der spionnage had gewandeld. Hij ging met fraaie papieren over de grens, brand schoon en van alle smetten vrij. Zijn naaste medewerker George Ridderhof lag toen al. gedood door de kogels van een Nederlands executiepeloton, in het graf. Anders staat het met Schreieder. Die herinnerde zich in 1945, in 1946, '47, '48 en '49 op ieder uur van de dag en de nacht letterlijk alles: hij wist iedere naam en schuilnaam, iedere droppings plaats en alle data. ieder verraad en alle successen. En hij kdn er urenlang over praten, druk gesticulerend met zijn fijne, verzorgde handen en met een schittering in zijn ogen. die bijna fanatiek aandeed Zijn boek zal ongetwijfeld verreweg het boeiendst zijn, het best gedocumenteerd en misschien ook wel het eerlijkst. Al staat het reeds thans voor ons vast, dat Schreieder een paar belangrijke fei ten zal „vergeten" zijn- Bijvoorbeeld waar het portret van de kinderen van Meijer Sluiscr (uit Londen) vandaan kwam, waarmede Van der Waals het vertrouwen van Koos Vorrink kon win nen. En hoe de juiste toedracht was van de arrestatie van de agent Aart Alblas, toen diens verloofde Pim Huting als zo genaamd „zwaargewonde", dik in de pleisters en het verband, in een bed werd gelegd en men met het verhaal van „een ongeluk" Aart Alblas naar Den Haag lokte. En hoe het zat met die voorgeno men reis naar Engeland van Van der Waals met burgemeester Oud van Rot terdam, waarvoor Schreieder al een schip in de haven van Scheveningen gereed bad liggenDat zijn zo een paar raadsels, waar Joseph vermoedelijk wel het zwijgen toe zal doen. Wij hebben van zijn boek nog geen letter gelezen, maar wij zouden toch wel durven garan deren, dat hy deze feiten met een ele- K.nte boog zal omzeilen. Hetgeen natuur- k niet uitsluit, dat wij er in deze arti- eerste. Hans Zomer, op Koninginnedag 1941 in Bilthoven werd gearresteerd Maar er waren op dat ogenblik nog elf- agenten. die in vrijheid in Nederland werkten en die op vaste tijdstippen c tact hadden met Engeland door middel hun zendapparaten. De Peiltrup van Ordnungspolizei wist, dat zij werkten, maar het staat vast dat de codespecialist Ernst May toen nog niet in staat was hun zendverkeer te controleren. Welis waar had hij uit de langdurige verho ren van Hans Zomer het een en ander geleerd over het double transposition- systeem van de Engelse geheime oorlogs- dienst. maar de Duitsers konden het niet zover brengen, dat zij uit de lucht lazen wat er tussen de agenten en het Britse hoofdkwartier werd geseind. Het staat onomstotelijk vast en wij tarten publicisten als mr Van der Starp en reserve-majoor De Graaf het tegen deel te bewijzen! dat de Duitsers vóór 13 Februapi 1942 niet beschikten over voldoende gegevens, om ook maar met enige schijn van kans radioverkeer met de Brits-Nederlandse diensten te onder houden. Op de dertiende Februari 1942 werd dat anders. Toen kregen zij de agent Willem van der Reyden in handen en dank zij diens gegevens had Ernst May op de vroege morgen van de veer tiende Februari 1942 een volkomen dui delijk inzicht in de toestanden bij de uiensl in Londen en in de geheimen var. de Engelse code. Dit wil zeggen, dat de heer Van der Starp (de eerste verdediger van Van der Waals) een kapitale blunder maakte, toen hij de Engelse dienst er van beschuldig de, dat hij doelbewust, om de besten van het Nederlandse volk te doen uitmoor den, agenten en illegaliteit in handen van de Duitsers speelde. Deze stelling wordt door de feiten weerlegd. Hetgeen ook later zal blijken. Ned. hulp Laten wy reeds thans duidelijk mogen zeggen, dat de Duitsers hun succes aan vankelijk uitsluitend hebben te danken gehad aan medewerking van Nederlandse zijde, die, gecombineerd met een toeval lige samenloop van omstandigheden, eer schier ongelooflijke lichtvaardigheid ir Engeland en hun eigen „gründliche" vak manschap tot het dramatische verloop van het England-Spiel leidde. En het is zeer pijnlijk om het te moeten zeggen dat verloop zou nog geheel anders zijn geweest, indien niet enigen der agenten na hun arrestatie op schandelijke i met de Duitsers hadden meegewerkt. Én kelen hebben zelfs tezamen met Gestapo- Door hopeloze verhoudingen tussen de geheime diensten (en personen!) Londen viel menige argeloze agent reeds meteen in handen van het „ontvangst-comité". kelenreeks op wijzen, temeer omdat er een paar belangrijke vragen uit voort- Vloeien. Onzin. Intussen is er van Nederlandse zijde met uitzondering van enkele strikt-objec- tieve en verantwoorde publicaties over het England-Spiel zoveel onzin geschre ven, dat het bijna ondoenlijk is al wat verkeerd werd voorgesteld recht te zet ten. Toch zijn er een paar dingen, die uit de doeken moeten worden gedaan. Laat ons beginnen met een misvatting weg te nemen, die door sommige lieden welbewust gecolporteerd is, als zouden van het begin af alle geheime agenten, die uit En-geland kwamen, in handen van de Duitsers zijn gespeeld. Dat is zeer be slist niet waar. Het „spel" is eerst in het vroege voorjaar van 1942 begonnen en toen waren er al omstreeks tien agenten gedropt of per motorboot aan de kust af gezet. Toen Schreieder zijn eerste agent „uit de lucht plukte" (dat was bij een dropping in de buurt van Woudenberg) had hij reeds een paar loslopende agen ten in handen gekregen, dienaren reizen door het land gemaakt om landgenoten te verraden. Het verloop zou wellicht ook gans i ders zijn geweest, als in Londen niet veel twist en tweedracht, achterdocht naijver hadden geheerst. In geen enkele Nederlandse kring te Londen was de atmosfeer zo verpest als in die van onze gehpime diensten der eerste oorlogsjaren. Men werkte elkaar tegen, men werkte langs elkaar heen, men roddelde en onderstelde, fluisterde en plaatste dachtmakingen. Amateurisme en avontu- nersgeest, domheid en gebrek aan raktervastheid hebben op sommige plaat sen volkomen gezegevierd en.. ..dat al les werd in Nederland betaald met stro men bloeds. Het is zeer bitter om -het te moeten zeggen, maar het is een feit, dat som mige Nederlanders een veel groter ge vaar voor de agenten en de strijdende illegaliteit hebben gevormd, dan de hele S.D., Schreieder en May inbegre pen, De botte domheid, waarmede men waarschuwingen negeerde en de starfe koppigheid, waarmede men zijn eigen Deze schaarse schoonheid in ons landschap tvordt door dr Van Steyn beschermd. heilloze weg tot het donkere einde ging hebben zoveel mensenlevens gekost, dat de vraag gewettigd moet achten of hier niet sprake is van dood door schuld op gruwelijk-uitgebreide schaal! Moeilijkheden Als de oorlog een jaar oud is, als Koningin en Kabinet zich, ofschoon aan vankelijk gehinderd door de weifelmoe digheid van jhr De Geer, in de Engelse toestanden hebben ingewerkt en zich met olledige overgegevenheid gaan wijden an de enorme taak van de bevrijding an het vaderland in samenwerking met de grote bondgenoten, dan komen in de iiddels gevormde geheime dienst de eerste moeilijkheden reeds opdagen. Die eerste Nederlandse dienst, de Cen trale Inlichtingendienst geheten, werkt nauw sarfien met de bekende, feilloos werkende Secret Intelligence Service. Aan Nederlandse kant ligt de leiding in handen van de voormalige Rotterdamse politiecommissaris F. van 't Sant, die in Londen thesaurier van de Koningin was; hij wordt later bijgestaan door S. E. Hazelhoff Roelfzema. Voor Secret Service wordt het contact met de Nederlanders onderhouden door majoor Laming, die tot kort voor de oorlog ver bonden was aan de Britse Ambassade ir Den Haag Tussen Laming en Van Sant botert het niet; over de oud-hoofd commissaris doen in kleine kring onaan gename geruchten de ronde, die echter niet meer dan geruchten zijn. Minister president Gerbrandy, die als gewezen nister van Justitie de oorsprong der ruchten kent en ze op hun juiste waarde weet te taxeren, dekt de heer Van 't Sant met zijn gezag als minister-presi dent en handhaaft hem als leider van de Centrale Inlichtingendienst. De toestand wordt moeilijker, als de Secret Service onwilliger wordt om met de heer Van 't Sant samen te werken, als de laatste een plan voor een aanval op de Scheve- ningse Cellenbarakken als onuitvoerbaar afwijst, als van Britse zijde geprobeerd wordt om Van 't Sant weg te werken als op hoog Nederlands niveau gepoogd wordt Laming uit te schakelen. Intussen komt de heer Van 't Sant steeds meei op de achtengrond te staan en he' eigenlijke werk van de Centrale Inlich tingendienst wordt gedaan door kapitein mr R. J. P Derksema, een ambtenaar van het departement van Justitie. Het wordt een onverkwikkelijke strijd binnenskamers, een strijd om macht invloed, wijl de Inlichtingendienst volstrekt zelfstandige positie inneemt vrywel geheel buiten de regering - werkt. Als tenslotte de kwesties op de spits worden gedreven hakt prof. Ger brandy de knoop door: op 18 Aug. 1941 wordt de C.I.D. overgeheveld naar het departement van Binnenlandse Zaken; mr Derksema wordt met de leiding be last en de heer Van 't Sant wordt van zijn post ontheven. Volledigheidshalve dient hieraan te worden toegevoegd, dat uit later gerap porteerde bijzoderheden zou blijken, dat de heer Van 't Sant desniettemin contact is blijven onderhouden met het bezette Nederlandse gebied. Het is te hopen, dat de Parlementaire Enquête commissie licht in deze wel zeer duistere en uiterst belangrijke zaak zal we ten te brengen. Ons volk heeft daar recht op. En om der wille van zijn reputatie mag de heer Van 't Sant daarop niet minder recht doen geiden- Juist dit verwarde, weinig goeds voor de toekomst belovende begin van de Nederlandse geheime dienst in Londen De jonge Staat Israël (6 en slot) (Door mr J. A. de Wilde) N DIT LAATSTE ARTIKEL wil ik opmerken, dat men zich niet moet voor stellen, dat de burgers van Israel ten aanzien van de politieke, economische en sociale vraagstukken eensgezind zijn. Verre van daar. Dat blijkt zowel In de Knesseth als in de pers. De Knesseth (de volksvertegenwoordiging, letterlijk: samenkomst) is, hoewel de regeringszetel te Tel-Aviv is, in Februari 1949 als „constituante" plechtig geopend door de grijze president dr Weizmann te Jeru zalem. Deze plechtige opening is (evenals de samenkomst waarin op 14 Mei 1948 de onafhankelijkheidsproclamatie werd voorgelezen) voor de Joden een zaak ge weest, die hen diep geroerd heeft. Trouwens, de gedachte alleen dat na 2000 jaar het Joodse volk weer een eigen plaats en een eigen regering heeft gekregen, grypt ook de Christen, die in de Joden toch altijd blijft zien Gods uitverkoren volk, aan. Bij de verkiezingen voor de. Knesseth hebben evenals dat bij ons het geval is heel wat partijen deelgenomen aan de strijd. De meeste van die' partijen hebben eigen persorganen. Het zou ons te ver voeren, als wij gingen omschrij ven wat al die verschillende partijen na streven Laten wij alleen met betrekking tot de voornaamste een enkel woord zeggen. De grootste partij is de MAPAI (Mifli- get Poalei Eretz Israel Partij der ar beiders van het land Israël. Partij van de Arbeid. Labourparty). Zij vormt de rechtervleugel van de arbeidersgroepe ring. In de regering heeft zij het over wicht. Haar kiezers zijn ook de mensen van de Histadroet. Tot haar behoren de Ministers David Ben Goerion (Eerste Minister), Eliezer Kaplan (Financiën), Moshe Sharett (Buitenlandse Zaken. Da vid Remer (Verkeer), Mevrouw Golda Meyerson (Arbeid en Sociale verzeke ring, vroeger ambassadrice te Moskou),. Het dagblad van deze partij heet Davar Een meer links staande partij is de MAPAM (Mifleget Poalei Meoechedet, verenigde ArbeidspartyTot haar beho ren de Minister Mordechai Berlof (Open bare Werken) en Aharon Zisling (Oud- Minister van Landbouw). Hun blad heet Al Hamishmar (Op de wacht). Een partij, die ook op religieus gebied liggende eisen stelt, vormen de Mizrachi (Naar het Oosten gericht). Zy wenst o.a strenge rust op Sabbath. Tot deze partij behoort Rabbi J. L. Fischmann (Minister van Religie). In Israël wordt de Sabbath zeer streng gehouden. Er komt in Jeruzalem en Tel- Aviv zelfs geen omnibus op straat; het verkeer staat practisch geheel stil, in het publiek wordt die dag niet, dan bij hoge uitzondering, gerookt; ook aan andere kentekenen merkt men heel duidelijk, da' het Sabbath'is. moet, nu de Enquêtecommissie toch de vuile was gaat tonen, geheel aan de openbaarheid worden prijs gegeven. Hier ligt een der voornaamste bronnen van alle ellende. Hier ligt een der oorzaken van voortkankerend wantrouwen, van blijvende geruchten en van sluipende laster. Dat kwaad moet worden uitge roeid met wortel en tak. De religieus Zionistische Arbeiders zijn verenigd als Poalei Mizrachi (Arbeiders van de Mizrachi; poël is arbeider, poalim arbeiders). De Minister van Immigratie en gezondheid, Moshe Shapiro behoort het meest rechts. Haar blad heet Ha- mashkief ide Uitkijk) Tot op zekere hoogte aan haar verwant ;s de Irgoen Zervai Le'oemi (de organisatie van de nationale strijders, een voorheen terro ristische groep). Hun blad heet Cheroet (Vrijheid). Voorts is er nog de terroristische z.g. Stemgroep, de Lechi (Loch'mei Cheroet Israel Strijders voor de vrijheid van Israël). Zij heeft veel leden uit ultra orthodoxe kringen'en oriëntaalse Joden. Hun blad heet Mivrak (Telegram, hangt samen met barak bliksem). De Algemene Zionisten vertegenwoor digen dis partij het burgerlijke midden- blok en ook wel de belangen van de zelfstandige citrusplanters (voor zover ze niet behoren tot de Histadroet). Hun bla den zijn de grootste Hebreeuwse dagbla den Haaretz (het Land) en Haboker (de Morgen). Tenslotte (om het hierby te laten): Tot de Agoedath Israel (Agoeda Bond), de niet-Zionistische orthodoxie, behoort de Minister van Sociale Zaken. Rabbi J. M. Lewin Hun blad heet „Ha- joman" (het Dagblad). Als men bedenkt dat er tijdens de ver- jhi - - ■*-;%? Het Israëlische leger moet paraat blijven, hetgeen niet alleen veel geld kost, doch ook duizenden onttrekt aan het verrichten van productieve arbeid. kiezingen niet meer dan zeven k acht honderduizend Joden in Israël woonden. men toegeven dat de Jongste der Staten partijen genoeg heeft. er toe. Zij vormen een onderdeel v Mizrachi. Hun blad heet Hatsofe Wachter, eigenlijk de Padvinder) De party van de Revisionisten BEKENDE LANDGENOTEN THUIS vrijheid e solideren. VOOR RECREATIEOORDEN OVER DE NEDERLANDSE GRENZEN (Van een onzer verslaggevers) Dr J. A. VAN STEYN, directeur van het Staatsbosbeheer in Utrecht, kan niet zeggen, dat hy aan de weg timmert. Hij doet het veel groot scheepser: hy plant aan de weg. En zo komt het, dat men, zonder het te weten, van hoog in het Noorden tot diep in het Zuiden, dagelijks de resultaten van zyn werk kan bewonderen in de weinige, maar goed onderhouden bossen, die Neder land rijk is. In totaal oppervlakte. Daarom te meer is het no dig, er uiterst zuinig op te zijn. Vandaar, dat in 1899 de Staat zich de zorg voor het bosbezit aangetrokken heeft. Zij kocht zelf 63 000 ha aan, waarop 32.000 ha- bos is geplant. Het Staatsbosbeheer heeft, in het toezicht op het kappen en het geven van adviezen aan gemeente besturen, polderlichamen, boeren die hun erven willen beplanten en par ticuliere boseigenaren, een omvangrijke taak. Dr van Steyn, die als ambtenaar in 1906, na zijn promotie in Wageningen over Duinbebossing by het Staats bosbeheer in dienst kwam en in 1937, na houtvester en inspecteur te zijn ge weest, directeur werd, ziet zijn taak vooral in de voorlichting. De Nederlan ders zijn geen bosvolk, zoals b.v. de Fin nen. Maar die hebben dan ook 78% bos. Aan onze 7.6% bos knabbelen wy nog steeds en, als de heer Van Steyn en de zijnen niet oppassen, met succes. De boeren hebben landbouwgronden en wei den nodig; de burgers steden om in te wonen en de soldaten oefenterreinen En geen van de drie groepen kan de bossen missen- De boeren niet, vanwege de vo- Natuurlijk heejt ook c lange t al t tafel 1 ntje. iele 1 edu- s betwijfelen fenis r alles precies zo toeging als bij ervare i of haar naamgenoot-verenigingen krnchl eel erg van hun prototype ver- hebbe t. Maar behalve een eigennaam vertr0 lachen kan. Maar zit iepen n verdriet hebben z i; hoeveel kindere-, en gesloopt; hoe i twd of aan het lei alles in hun leven hebben hun rel geliefder andere tudjes zie. We r op c e keus om van „Moeder"-, „Dames"- rouwenkransente reppen. Denk u niet licht over. Ik heb juist van '.ie in zijn branche voor een groot fhangt van de wetenschap of je lid van het zwakke geslacht aan- t als „Dame", .Juffrouw", „Me. of „Moedertje". Wie het subtiele titels niet proeft. duur leer je hen stuk voor ten. Kijk die ene daar ze inds haar vierde jaar gewerkt. i kende ons beschaafde landje zega: ze hebben hun weg gelopen en het geloof behouden. Dat was heel zwaar, want hun ganse geestelijke uitzet be ien uit een kinderversje en ekst. De Bijbel konden ze ezen en de preken begrepen ze niet. al tijd voor kerkgang kregen. Al- i hen, scheid t INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK op I ich bet alle de i de figuurlijke. En tog kinderarbeid i lever tal hui in die herfst t bij i k gekenschetst als behorend tot 't ristelijk zootje", waar een mens in waarde en recht wordt miskend, raan is al heel uxit kerkewerk hoe d bedoeld overigens bezweken. wijkkrans, die aan lange tafels ii-eek bijeenkomt, dan zou dat in van „Overgrootmoederclub" zij uithangen. En daarnaast i Ge vindt haar misschiet kelijk: ze kijkt zo venijn. roofdierklauw kun je c Haar ce Inkinderen. Of i levi geval niet vruchteloos op Hem bouwen En eindelijk voel ik blijdschap. Wam ten elkaar niet enkel vijftig oude vrouw tjes, maar dezen zijn welhaast stuk voor stuk de afgezanten, de gevol machtigde ministers van vijftig families van vijftig stammen. Want van numme» een wonen in de wijk zeven kinderen ehuwde kleinkinderen. En van drie mkaard heid: hoe wordt hier uitgebi zeer sterken wel zeventig of mogen worden, maar dat daarvan slechts moeite en vet ziet het de oudjes aan. Hoi zich in mtfn hoofd. nisdadlger, die nooi aracht. Als ze voor haar kinderen en :ichzelf wilde zorgen, moest ze hem de wergcbleven duiten ontstelen als hij z'n oes lag uit te slapen. En toen hij einde- •eld dat de lijk levenslang kreeg en na jaren in de '.achtig jaar bajes overleed, heeft ze in zijn op- het meeste volger de volbloed gierigaard gevonden, driet is. Je Eentje, die met zijn centjes onder zijn tveel droe- hoofdkussen in een apart kamertje sliep dertig. het >olgende geslacht. „Als" die afgesproket gelstand, die van belang is voor de landbouw en om de werkgelegenheid, die bossen, vooral des winters geven aan arbeidskrachten. En zij leveren hem zijn klompen. De burgers niet, omdat de bossen t recreatie zoveel producten voor het da gelijkse leven opleveren. Steenkool ir de eerste plaats (geen mijnbouw zonde; mijnhout) z'n krant, tal van chemische preparaten en pröducten en, niet te ge ten: lucifers. En dat de soldaat niet zonder bossen kan: de voorbije oorlog, toen de Duit sers 22.000 ha bos, ter waarde van meet dan 27 millioen opofferden aan de oor logvoering, toonde het wel zeer triest Vandaar dat dr van Steyn in 1939 pro ductiecommissaris voor bosbouw en hout teelt werd en in 1945 hoofd van de af deling boswezen en jacht van het depar tement van Landbouw. Daardoor werd de uitvoering van de Bodemproductiewet van 1939, die geen vellingen van bomen, zonder toestemming van het Staatsbos beheer meer toelaat, in zijn handen ge legd Over het kappen van bomen is steeds heel wat te doen Natuurliefhebbers en boseigenaren staan nog wel eens tegenover eikaar. De bosbezitters verkeren in de noodzaak geld van hun hout te maken en de tuurliefhebbers jammeren over het loren gaan van natuurschoon. De heer Van Steyn vindt het niet meer dan bil lijk. dat zoals met de Middachterallee geschiedde, de natuurliefhebbers in vorm van een aankoop door de Staat, het behoud van het natuurschoon m( betalen en de eigenaar in geen geval schade lijdt. Bovendien: aan het leven van een boom komt ook eens een eind! Een populier is met 25 a 30 jaar een vol wassen boom en geschikt om gekapt te worden. Dat gebeurt dan ook, want voor de klompenindustrie, de lucifersfabrie ken en andere doeleinden b.v. fineerhout is zijn hout veel te belangrijk. Duitsland beplant momenteel ook veel lanen er wegen met populieren, uit dezelfde prac- tische overwegingen In heel de wereld is het streven ge richt op meer productie en beter rendement van de bossen. De conferen ties van de FAO., die de heer Van Steyn namens Nederland bijwoonde, getuigden ervan. Allerwegen is er behoefte aan hout. De wegen naar de bossen moeten in veel landen verbeterd worden. Door slechte wegen is het bv mogelijk, dat in zilië duizenden kubieke meters hout in de bossen rotten! De Vereniging tot Behoud van Natuur monumenten, de Drinkwatervoorziening. A.N.WJ het Nationale Plan en andere instellingen, die iets met natuurschoon en bodem van doen hebben, tellen da heer Van Steyn onder hun leidende per soonlijkheden. Al dat werk is nodig in Nederland" zo zegt de heer van Steyn. ..Ons land is te klein geworden Dat blijkt iedere dag weer. Vandaar dat zal moeten worden uitgezien of het buiten land, Ardennen en Luxemburg b.v. geen recreatieoorden voor het Nedeilandse volk kunnen worden. Het zijn problemen, die de heer Van Steyn niet meer zal helpen oplossen. Deze week is zijn laatste over het Staatsbosbeheer. Volgende week is hij gepensionneerd en de Staatsbossen zullen onder nieuwe leiding staan. De bomen, die hij plantte blijven Daaronder vallen die in het Amsterdamse Bosplan, det de heer Van Steyn mede hielp tot standbrengen. Het is, vindt hij zelf. het mooiste resultaat van meer dan veertig jaar bosarbeid! zien een symptoom t i hogere ontwikkeling. Veel de toekomst nog moeten con- Onder Joden. Over deze pasgeboren Staat, over zyn bevolking, zijn sociaal en economisch leven, zijn toekomst-verwachting, zijn goede en minder goede hoedanigheden zou nog heel veel gezegd en geschreven kunnen worden. Ik beschouw het als een groot voorrecht, dat ik gedurende twee maanden onder deze bouwers van een nieuwe staat dagelijks heb mogen vertoeven. Het is vreemd, als men we ken lang buiten eigen familiekring nooit anders dan Joden ontmoet. Maar men kan Juist dan begrijpen wat het voor deze vervolgde en door velen verachte, meestal fijngevoelige mensen moet zijn. geheel onder elkaar te zijn, een eigen land en een eigen Staat, een eigen Presi dent, eigen ministers en een eigen volks vertegenwoordiging en een eigen pers te hebben, samen te mogen arbeiden voor een bétere toekomst van het Joodse volk. De naam Jood heeft hier helemaal niets verachtelijks. Integendeel. Voortdurend ben ik getroffen door het Joodse intel lect, door de Joodse energie, door de geschiktheid van het Joodse volk voor allerlei geestelijke en materiële arbeid Voorts door een grote mate van vrien delijkheid en (vooral bij de Joden van Nederlandse oorsprong) vaak treffende hartelijkheid. Ook door een zekere, zich nu reeds ontwikkelende nationale trots, die er bij het slagen van dit pioniers werk zeker niet geringer op zal worden. Stel het U ook voor Het uitverkoren volk, wonend in het land dat God beloofd heeft, zijn stamboom verder in het ver leden opvoerend dan enige Christelijke natie, drager van een religieuze cultuur, waaruit tenslotte toch ook in hun ogen het Christendom als een zijtak is uitgesproten, het doet het Joodse hart zwellen van trots. En als dan straks nog eens het oude Jeruzalem, de heilige Stad. hun hoofdstad mag worden! Welke Staat of Natie kan op zoveel kwartieren wij zen, welk volk gaat hen in adel te bo ven! Ik hoorde een qrthodoxse Jood, een Nederlander van geBoorte, een sympa thiek .man al zeggen, dat Jeruzalem be stemd is straks de hoofdstad van de wereld te worden. JVij zien het.. Gods wegen zyn andere dan onze we gen; Zijn gedachten gaan de onze verre te boven. Wij weten met. dat Hij met deze kinderen van Abraham, Izak en Jacob nog vóór heeft. Dat dit volk er nog is. dat het weer in staat is na zo veel eeuwen van druk zelf een staat te stichten en op te bouwen, is het voor de gelovige Christen niet een bewijs, dat God Zijn verbond niet vergeet? Doet het niet de hoop in het hart opkomen, dat Israël nog eenmaal Hem als Messias zal aanvaarden, die het voor eeuwen ver worpen heeft, en Wiens onschuldig bloed, naar het woord van de Joden zelf. toen zij Bar-abbas boven Christus gekozen had. over hen en hun kinderen gekomen is. (Mattheus 27 25). Wij weten het niet. Symptomen van bekering zyn in Israël zo goed als niet waar te nemen. Integendeel. Wij moeten het alles aan God over laten Maar in ieder geval achten wij het een oorzaak van grote vreugde, dat een deel van dit oude volk, waaruit onze Heiland is voortgekomen, en dat de eeuwen door zo onnoemelijk veel (ook door eigen schuld) geleden heeft, hei land der va deren als door een wonder heeft terug gevonden, dat het de wildernis, die daar door wanbeheer was ontstaan, herschept .n vruchtbare grond, dat het rustig leven wil in vrede en vriendschap met andere volken en natiën. Het is een wonder in onze ogen. Wy zien het, maar doorgronden het niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3