Ramp
hulp
mogelijk door
van Ned. zijde!
verraderlijke
Oude volk heeft
in vruchtbare
wildernis herschapen
grond
Dr J. A. van Steyn, beschermer van het
Nederlandse bosbezit
Vmin
LANGE TAFEL
CONFERENTIE
3
ZATERDAG 1 OCTOBER 1949
Het drama van het Englandspiel
In geheime diensten te Londen ontstonden
de meest onverkwikkelijke toestanden
BINNENKORT ZULLEN ER IN NEDERLAND twee boeken verschijnen, die
geschreven zyn door de Duitsers, die een hoofdrol speelden in het spionnage-
drnma van het England-Spiel: Joseph Schreieder en Hermann Giskes. De heren,
die elkaar in de oorlog maar matig konden waarderen (al waren ze wel gedwongen
nauw samen te werken) zijn ook na Duitslands ineenstorting concurrenten ge
bleven, hun beider boeken zullen vrijwel tegelijkertijd verschijnen. Dat van Giskes
ral heten „Abwehr Drei F" en het verschijnt bij de (voormalig) illegale uitgeverij
De Bezige Bij, die den volke alvast kond doet dat Giskes een beste kerel was en
helemaal geen oorlogsmisdadiger. Kriminal-Direktor Schreieder noemt zijn kunst
werk „Het England-Spiel" en hij vond Holkema en Warendorf bereid, het aan de
man te brengen. Wij vinden het een nogal tameljjk vreemde geschiedenis, dat
de twee Duitsers, die zo onnoemelijk veel leed over Nederland brachten, nu een
lief sommetje gaan verdienen aan het Nederlandse volk in hun nieuwe kwaliteiten
Als auteurs. Maar vreemde geschiedenissen schijnen nu eenmaal te behoren bij
deze na-oorlogse periode, waarin de een ter dood veroordeeld wordt om zijn ver
antwoordelijkheid en de ander over die verantwoordelijkheid boeken gaat publi
ceren. Intussen zijn wij benieuwd naar de memoires van de „spelers", niet zozeer
om wat zij wel dan wat zij niet zullen vertellen.
fET IS ALTHANS voor het boek
HJ
Giskes te hopen, dat de schrijver
zich thans meer herinnert dan een
paar jaar geleden, toen hij de Engelse
en Nederlandse officials, die hem ver
hoorden, tot wanhoop bracht door de
vele hiaten in zijn verhaal. Hij wist
nauwelijks een enkele datum, hij herin
nerde zich weinig namen, .hij hield alle
belangrijke dingen volkomen in het vage
Hij praatte zo maar een beetje in het
wilde weg en wie dom genoeg was
om zijn tactiek niet te doorzien kon ge
makkelijk tot het. inzicht komen, dat
Hermann eigenlijk maar een doodgewoon
officiertje was, die zo'n beetje aan de
hand van Schreieder door de doolhoven
der spionnage had gewandeld. Hij ging
met fraaie papieren over de grens, brand
schoon en van alle smetten vrij. Zijn
naaste medewerker George Ridderhof lag
toen al. gedood door de kogels van een
Nederlands executiepeloton, in het graf.
Anders staat het met Schreieder. Die
herinnerde zich in 1945, in 1946, '47, '48
en '49 op ieder uur van de dag en de
nacht letterlijk alles: hij wist iedere
naam en schuilnaam, iedere droppings
plaats en alle data. ieder verraad en alle
successen. En hij kdn er urenlang over
praten, druk gesticulerend met zijn fijne,
verzorgde handen en met een schittering
in zijn ogen. die bijna fanatiek aandeed
Zijn boek zal ongetwijfeld verreweg het
boeiendst zijn, het best gedocumenteerd
en misschien ook wel het eerlijkst.
Al staat het reeds thans voor ons vast,
dat Schreieder een paar belangrijke fei
ten zal „vergeten" zijn- Bijvoorbeeld
waar het portret van de kinderen van
Meijer Sluiscr (uit Londen) vandaan
kwam, waarmede Van der Waals het
vertrouwen van Koos Vorrink kon win
nen. En hoe de juiste toedracht was van
de arrestatie van de agent Aart Alblas,
toen diens verloofde Pim Huting als zo
genaamd „zwaargewonde", dik in de
pleisters en het verband, in een bed werd
gelegd en men met het verhaal van „een
ongeluk" Aart Alblas naar Den Haag
lokte. En hoe het zat met die voorgeno
men reis naar Engeland van Van der
Waals met burgemeester Oud van Rot
terdam, waarvoor Schreieder al een schip
in de haven van Scheveningen gereed
bad liggenDat zijn zo een paar
raadsels, waar Joseph vermoedelijk wel
het zwijgen toe zal doen. Wij hebben
van zijn boek nog geen letter gelezen,
maar wij zouden toch wel durven garan
deren, dat hy deze feiten met een ele-
K.nte boog zal omzeilen. Hetgeen natuur-
k niet uitsluit, dat wij er in deze arti-
eerste. Hans Zomer, op Koninginnedag
1941 in Bilthoven werd gearresteerd
Maar er waren op dat ogenblik nog elf-
agenten. die in vrijheid in Nederland
werkten en die op vaste tijdstippen c
tact hadden met Engeland door middel
hun zendapparaten. De Peiltrup van
Ordnungspolizei wist, dat zij werkten,
maar het staat vast dat de codespecialist
Ernst May toen nog niet in staat was
hun zendverkeer te controleren. Welis
waar had hij uit de langdurige verho
ren van Hans Zomer het een en ander
geleerd over het double transposition-
systeem van de Engelse geheime oorlogs-
dienst. maar de Duitsers konden het niet
zover brengen, dat zij uit de lucht lazen
wat er tussen de agenten en het Britse
hoofdkwartier werd geseind.
Het staat onomstotelijk vast en wij
tarten publicisten als mr Van der Starp
en reserve-majoor De Graaf het tegen
deel te bewijzen! dat de Duitsers vóór
13 Februapi 1942 niet beschikten over
voldoende gegevens, om ook maar met
enige schijn van kans radioverkeer met
de Brits-Nederlandse diensten te onder
houden. Op de dertiende Februari 1942
werd dat anders. Toen kregen zij de
agent Willem van der Reyden in handen
en dank zij diens gegevens had Ernst
May op de vroege morgen van de veer
tiende Februari 1942 een volkomen dui
delijk inzicht in de toestanden bij de
uiensl in Londen en in de geheimen var.
de Engelse code.
Dit wil zeggen, dat de heer Van der
Starp (de eerste verdediger van Van der
Waals) een kapitale blunder maakte, toen
hij de Engelse dienst er van beschuldig
de, dat hij doelbewust, om de besten van
het Nederlandse volk te doen uitmoor
den, agenten en illegaliteit in handen
van de Duitsers speelde. Deze stelling
wordt door de feiten weerlegd. Hetgeen
ook later zal blijken.
Ned. hulp
Laten wy reeds thans duidelijk mogen
zeggen, dat de Duitsers hun succes aan
vankelijk uitsluitend hebben te danken
gehad aan medewerking van Nederlandse
zijde, die, gecombineerd met een toeval
lige samenloop van omstandigheden, eer
schier ongelooflijke lichtvaardigheid ir
Engeland en hun eigen „gründliche" vak
manschap tot het dramatische verloop
van het England-Spiel leidde. En het
is zeer pijnlijk om het te moeten zeggen
dat verloop zou nog geheel anders zijn
geweest, indien niet enigen der agenten
na hun arrestatie op schandelijke i
met de Duitsers hadden meegewerkt. Én
kelen hebben zelfs tezamen met Gestapo-
Door hopeloze verhoudingen tussen de geheime diensten (en personen!)
Londen viel menige argeloze agent reeds meteen in handen van het
„ontvangst-comité".
kelenreeks op wijzen, temeer omdat er
een paar belangrijke vragen uit voort-
Vloeien.
Onzin.
Intussen is er van Nederlandse zijde
met uitzondering van enkele strikt-objec-
tieve en verantwoorde publicaties over
het England-Spiel zoveel onzin geschre
ven, dat het bijna ondoenlijk is al wat
verkeerd werd voorgesteld recht te zet
ten. Toch zijn er een paar dingen, die uit
de doeken moeten worden gedaan.
Laat ons beginnen met een misvatting
weg te nemen, die door sommige lieden
welbewust gecolporteerd is, als zouden
van het begin af alle geheime agenten,
die uit En-geland kwamen, in handen van
de Duitsers zijn gespeeld. Dat is zeer be
slist niet waar. Het „spel" is eerst in het
vroege voorjaar van 1942 begonnen en
toen waren er al omstreeks tien agenten
gedropt of per motorboot aan de kust af
gezet. Toen Schreieder zijn eerste agent
„uit de lucht plukte" (dat was bij een
dropping in de buurt van Woudenberg)
had hij reeds een paar loslopende agen
ten in handen gekregen,
dienaren reizen door het land gemaakt
om landgenoten te verraden.
Het verloop zou wellicht ook gans i
ders zijn geweest, als in Londen niet
veel twist en tweedracht, achterdocht
naijver hadden geheerst. In geen enkele
Nederlandse kring te Londen was de
atmosfeer zo verpest als in die van onze
gehpime diensten der eerste oorlogsjaren.
Men werkte elkaar tegen, men werkte
langs elkaar heen, men roddelde en
onderstelde, fluisterde en plaatste
dachtmakingen. Amateurisme en avontu-
nersgeest, domheid en gebrek aan
raktervastheid hebben op sommige plaat
sen volkomen gezegevierd en.. ..dat al
les werd in Nederland betaald met stro
men bloeds.
Het is zeer bitter om -het te moeten
zeggen, maar het is een feit, dat som
mige Nederlanders een veel groter ge
vaar voor de agenten en de strijdende
illegaliteit hebben gevormd, dan de
hele S.D., Schreieder en May inbegre
pen, De botte domheid, waarmede men
waarschuwingen negeerde en de starfe
koppigheid, waarmede men zijn eigen
Deze schaarse schoonheid in
ons landschap tvordt door
dr Van Steyn beschermd.
heilloze weg tot het donkere einde ging
hebben zoveel mensenlevens gekost, dat
de vraag gewettigd moet achten of
hier niet sprake is van dood door schuld
op gruwelijk-uitgebreide schaal!
Moeilijkheden
Als de oorlog een jaar oud is, als
Koningin en Kabinet zich, ofschoon aan
vankelijk gehinderd door de weifelmoe
digheid van jhr De Geer, in de Engelse
toestanden hebben ingewerkt en zich met
olledige overgegevenheid gaan wijden
an de enorme taak van de bevrijding
an het vaderland in samenwerking met
de grote bondgenoten, dan komen in de
iiddels gevormde geheime dienst de
eerste moeilijkheden reeds opdagen.
Die eerste Nederlandse dienst, de Cen
trale Inlichtingendienst geheten, werkt
nauw sarfien met de bekende, feilloos
werkende Secret Intelligence Service.
Aan Nederlandse kant ligt de leiding in
handen van de voormalige Rotterdamse
politiecommissaris F. van 't Sant, die in
Londen thesaurier van de Koningin
was; hij wordt later bijgestaan door
S. E. Hazelhoff Roelfzema. Voor
Secret Service wordt het contact met de
Nederlanders onderhouden door majoor
Laming, die tot kort voor de oorlog ver
bonden was aan de Britse Ambassade ir
Den Haag Tussen Laming en Van
Sant botert het niet; over de oud-hoofd
commissaris doen in kleine kring onaan
gename geruchten de ronde, die echter
niet meer dan geruchten zijn. Minister
president Gerbrandy, die als gewezen
nister van Justitie de oorsprong der
ruchten kent en ze op hun juiste waarde
weet te taxeren, dekt de heer Van 't
Sant met zijn gezag als minister-presi
dent en handhaaft hem als leider van de
Centrale Inlichtingendienst. De toestand
wordt moeilijker, als de Secret Service
onwilliger wordt om met de heer Van 't
Sant samen te werken, als de laatste
een plan voor een aanval op de Scheve-
ningse Cellenbarakken als onuitvoerbaar
afwijst, als van Britse zijde geprobeerd
wordt om Van 't Sant weg te werken
als op hoog Nederlands niveau gepoogd
wordt Laming uit te schakelen. Intussen
komt de heer Van 't Sant steeds meei
op de achtengrond te staan en he'
eigenlijke werk van de Centrale Inlich
tingendienst wordt gedaan door kapitein
mr R. J. P Derksema, een ambtenaar
van het departement van Justitie.
Het wordt een onverkwikkelijke strijd
binnenskamers, een strijd om macht
invloed, wijl de Inlichtingendienst
volstrekt zelfstandige positie inneemt
vrywel geheel buiten de regering -
werkt. Als tenslotte de kwesties op de
spits worden gedreven hakt prof. Ger
brandy de knoop door: op 18 Aug. 1941
wordt de C.I.D. overgeheveld naar het
departement van Binnenlandse Zaken;
mr Derksema wordt met de leiding be
last en de heer Van 't Sant wordt van
zijn post ontheven.
Volledigheidshalve dient hieraan te
worden toegevoegd, dat uit later gerap
porteerde bijzoderheden zou blijken,
dat de heer Van 't Sant desniettemin
contact is blijven onderhouden met het
bezette Nederlandse gebied. Het is te
hopen, dat de Parlementaire Enquête
commissie licht in deze wel zeer duistere
en uiterst belangrijke zaak zal we
ten te brengen. Ons volk heeft daar recht
op. En om der wille van zijn reputatie
mag de heer Van 't Sant daarop niet
minder recht doen geiden-
Juist dit verwarde, weinig goeds voor
de toekomst belovende begin van de
Nederlandse geheime dienst in Londen
De jonge Staat Israël (6 en slot)
(Door mr J. A. de Wilde)
N DIT LAATSTE ARTIKEL wil ik opmerken, dat men zich niet moet voor
stellen, dat de burgers van Israel ten aanzien van de politieke, economische en
sociale vraagstukken eensgezind zijn. Verre van daar. Dat blijkt zowel In de
Knesseth als in de pers. De Knesseth (de volksvertegenwoordiging, letterlijk:
samenkomst) is, hoewel de regeringszetel te Tel-Aviv is, in Februari 1949 als
„constituante" plechtig geopend door de grijze president dr Weizmann te Jeru
zalem. Deze plechtige opening is (evenals de samenkomst waarin op 14 Mei 1948
de onafhankelijkheidsproclamatie werd voorgelezen) voor de Joden een zaak ge
weest, die hen diep geroerd heeft. Trouwens, de gedachte alleen dat na 2000
jaar het Joodse volk weer een eigen plaats en een eigen regering heeft gekregen,
grypt ook de Christen, die in de Joden toch altijd blijft zien Gods uitverkoren
volk, aan.
Bij de verkiezingen voor de. Knesseth
hebben evenals dat bij ons het geval
is heel wat partijen deelgenomen aan
de strijd. De meeste van die' partijen
hebben eigen persorganen. Het zou ons
te ver voeren, als wij gingen omschrij
ven wat al die verschillende partijen na
streven Laten wij alleen met betrekking
tot de voornaamste een enkel woord
zeggen.
De grootste partij is de MAPAI (Mifli-
get Poalei Eretz Israel Partij der ar
beiders van het land Israël. Partij van
de Arbeid. Labourparty). Zij vormt de
rechtervleugel van de arbeidersgroepe
ring. In de regering heeft zij het over
wicht. Haar kiezers zijn ook de mensen
van de Histadroet. Tot haar behoren de
Ministers David Ben Goerion (Eerste
Minister), Eliezer Kaplan (Financiën),
Moshe Sharett (Buitenlandse Zaken. Da
vid Remer (Verkeer), Mevrouw Golda
Meyerson (Arbeid en Sociale verzeke
ring, vroeger ambassadrice te Moskou),.
Het dagblad van deze partij heet Davar
Een meer links staande partij is de
MAPAM (Mifleget Poalei Meoechedet,
verenigde ArbeidspartyTot haar beho
ren de Minister Mordechai Berlof (Open
bare Werken) en Aharon Zisling (Oud-
Minister van Landbouw). Hun blad heet
Al Hamishmar (Op de wacht).
Een partij, die ook op religieus gebied
liggende eisen stelt, vormen de Mizrachi
(Naar het Oosten gericht). Zy wenst o.a
strenge rust op Sabbath. Tot deze partij
behoort Rabbi J. L. Fischmann (Minister
van Religie).
In Israël wordt de Sabbath zeer streng
gehouden. Er komt in Jeruzalem en Tel-
Aviv zelfs geen omnibus op straat; het
verkeer staat practisch geheel stil, in het
publiek wordt die dag niet, dan bij hoge
uitzondering, gerookt; ook aan andere
kentekenen merkt men heel duidelijk, da'
het Sabbath'is.
moet, nu de Enquêtecommissie toch de
vuile was gaat tonen, geheel aan de
openbaarheid worden prijs gegeven. Hier
ligt een der voornaamste bronnen van
alle ellende. Hier ligt een der oorzaken
van voortkankerend wantrouwen, van
blijvende geruchten en van sluipende
laster. Dat kwaad moet worden uitge
roeid met wortel en tak.
De religieus Zionistische Arbeiders zijn
verenigd als Poalei Mizrachi (Arbeiders
van de Mizrachi; poël is arbeider, poalim
arbeiders). De Minister van Immigratie
en gezondheid, Moshe Shapiro behoort
het meest rechts. Haar blad heet Ha-
mashkief ide Uitkijk) Tot op zekere
hoogte aan haar verwant ;s de Irgoen
Zervai Le'oemi (de organisatie van de
nationale strijders, een voorheen terro
ristische groep). Hun blad heet Cheroet
(Vrijheid).
Voorts is er nog de terroristische z.g.
Stemgroep, de Lechi (Loch'mei Cheroet
Israel Strijders voor de vrijheid van
Israël). Zij heeft veel leden uit ultra
orthodoxe kringen'en oriëntaalse Joden.
Hun blad heet Mivrak (Telegram, hangt
samen met barak bliksem).
De Algemene Zionisten vertegenwoor
digen dis partij het burgerlijke midden-
blok en ook wel de belangen van de
zelfstandige citrusplanters (voor zover ze
niet behoren tot de Histadroet). Hun bla
den zijn de grootste Hebreeuwse dagbla
den Haaretz (het Land) en Haboker (de
Morgen).
Tenslotte (om het hierby te laten):
Tot de Agoedath Israel (Agoeda
Bond), de niet-Zionistische orthodoxie,
behoort de Minister van Sociale Zaken.
Rabbi J. M. Lewin Hun blad heet „Ha-
joman" (het Dagblad).
Als men bedenkt dat er tijdens de ver-
jhi - - ■*-;%?
Het Israëlische leger moet paraat blijven, hetgeen niet alleen veel geld kost,
doch ook duizenden onttrekt aan het verrichten van productieve arbeid.
kiezingen niet meer dan zeven k acht
honderduizend Joden in Israël woonden.
men toegeven dat de Jongste der
Staten partijen genoeg heeft.
er toe. Zij vormen een onderdeel v
Mizrachi. Hun blad heet Hatsofe
Wachter, eigenlijk de Padvinder)
De party van de Revisionisten
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
vrijheid e
solideren.
VOOR RECREATIEOORDEN OVER DE
NEDERLANDSE GRENZEN
(Van een onzer verslaggevers)
Dr J. A. VAN STEYN, directeur van het Staatsbosbeheer in Utrecht, kan
niet zeggen, dat hy aan de weg timmert. Hij doet het veel groot
scheepser: hy plant aan de weg. En zo komt het, dat men, zonder het te weten,
van hoog in het Noorden tot diep in het Zuiden, dagelijks de resultaten van zyn
werk kan bewonderen in de weinige, maar goed onderhouden bossen, die Neder
land rijk is.
In totaal
oppervlakte. Daarom te meer is het no
dig, er uiterst zuinig op te zijn. Vandaar,
dat in 1899 de Staat zich de zorg voor
het bosbezit aangetrokken heeft. Zij
kocht zelf 63 000 ha aan, waarop 32.000
ha- bos is geplant. Het Staatsbosbeheer
heeft, in het toezicht op het kappen en
het geven van adviezen aan gemeente
besturen, polderlichamen, boeren die
hun erven willen beplanten en par
ticuliere boseigenaren, een omvangrijke
taak.
Dr van Steyn, die als ambtenaar in
1906, na zijn promotie in Wageningen
over Duinbebossing by het Staats
bosbeheer in dienst kwam en in 1937,
na houtvester en inspecteur te zijn ge
weest, directeur werd, ziet zijn taak
vooral in de voorlichting. De Nederlan
ders zijn geen bosvolk, zoals b.v. de Fin
nen. Maar die hebben dan ook 78% bos.
Aan onze 7.6% bos knabbelen wy nog
steeds en, als de heer Van Steyn en de
zijnen niet oppassen, met succes. De
boeren hebben landbouwgronden en wei
den nodig; de burgers steden om in te
wonen en de soldaten oefenterreinen En
geen van de drie groepen kan de bossen
missen- De boeren niet, vanwege de vo-
Natuurlijk heejt ook c
lange
t al t
tafel 1
ntje.
iele 1
edu-
s betwijfelen fenis
r alles precies zo toeging als bij ervare
i of haar naamgenoot-verenigingen krnchl
eel erg van hun prototype ver- hebbe
t. Maar behalve een eigennaam vertr0
lachen kan. Maar
zit
iepen
n verdriet hebben z
i; hoeveel kindere-,
en gesloopt; hoe i
twd of aan het lei
alles
in hun leven
hebben hun
rel geliefder
andere
tudjes zie.
We
r op c
e keus om van „Moeder"-, „Dames"-
rouwenkransente reppen. Denk
u niet licht over. Ik heb juist van
'.ie in zijn branche voor een groot
fhangt van de wetenschap of je
lid van het zwakke geslacht aan-
t als „Dame", .Juffrouw", „Me.
of „Moedertje". Wie het subtiele
titels niet proeft.
duur leer je hen stuk voor
ten. Kijk die ene daar ze
inds haar vierde jaar gewerkt.
i kende ons beschaafde landje
zega: ze hebben hun weg gelopen en het
geloof behouden. Dat was heel zwaar,
want hun ganse geestelijke uitzet be
ien uit een kinderversje en
ekst. De Bijbel konden ze
ezen en de preken begrepen ze niet.
al tijd voor kerkgang kregen. Al-
i hen,
scheid t
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
op I
ich bet
alle
de
i de figuurlijke. En
tog kinderarbeid i
lever
tal hui
in die herfst
t bij i
k gekenschetst als behorend tot 't
ristelijk zootje", waar een mens in
waarde en recht wordt miskend,
raan is al heel uxit kerkewerk hoe
d bedoeld overigens bezweken.
wijkkrans, die aan lange tafels
ii-eek bijeenkomt, dan zou dat in
van „Overgrootmoederclub" zij
uithangen. En daarnaast i
Ge vindt haar misschiet
kelijk: ze kijkt zo venijn.
roofdierklauw
kun je c
Haar ce
Inkinderen. Of
i levi
geval niet vruchteloos op Hem bouwen
En eindelijk voel ik blijdschap. Wam
ten elkaar niet enkel vijftig oude vrouw
tjes, maar dezen zijn welhaast stuk
voor stuk de afgezanten, de gevol
machtigde ministers van vijftig families
van vijftig stammen. Want van numme»
een wonen in de wijk zeven kinderen
ehuwde kleinkinderen. En van
drie
mkaard
heid: hoe wordt hier uitgebi
zeer sterken wel zeventig of
mogen worden, maar dat
daarvan slechts moeite en vet
ziet het de oudjes aan. Hoi
zich in mtfn hoofd.
nisdadlger, die nooi
aracht. Als ze voor haar kinderen en
:ichzelf wilde zorgen, moest ze hem de
wergcbleven duiten ontstelen als hij z'n
oes lag uit te slapen. En toen hij einde-
•eld dat de lijk levenslang kreeg en na jaren in de
'.achtig jaar bajes overleed, heeft ze in zijn op-
het meeste volger de volbloed gierigaard gevonden,
driet is. Je Eentje, die met zijn centjes onder zijn
tveel droe- hoofdkussen in een apart kamertje sliep
dertig.
het
>olgende geslacht. „Als"
die afgesproket
gelstand, die van belang is voor de
landbouw en om de werkgelegenheid,
die bossen, vooral des winters geven aan
arbeidskrachten. En zij leveren hem zijn
klompen.
De burgers niet, omdat de bossen t
recreatie zoveel producten voor het da
gelijkse leven opleveren. Steenkool ir
de eerste plaats (geen mijnbouw zonde;
mijnhout) z'n krant, tal van chemische
preparaten en pröducten en, niet te
ge ten: lucifers.
En dat de soldaat niet zonder bossen
kan: de voorbije oorlog, toen de Duit
sers 22.000 ha bos, ter waarde van meet
dan 27 millioen opofferden aan de oor
logvoering, toonde het wel zeer triest
Vandaar dat dr van Steyn in 1939 pro
ductiecommissaris voor bosbouw en hout
teelt werd en in 1945 hoofd van de af
deling boswezen en jacht van het depar
tement van Landbouw. Daardoor werd
de uitvoering van de Bodemproductiewet
van 1939, die geen vellingen van bomen,
zonder toestemming van het Staatsbos
beheer meer toelaat, in zijn handen ge
legd
Over het kappen van bomen is steeds
heel wat te doen
Natuurliefhebbers en boseigenaren
staan nog wel eens tegenover eikaar. De
bosbezitters verkeren in de noodzaak
geld van hun hout te maken en de
tuurliefhebbers jammeren over het
loren gaan van natuurschoon. De heer
Van Steyn vindt het niet meer dan bil
lijk. dat zoals met de Middachterallee
geschiedde, de natuurliefhebbers in
vorm van een aankoop door de Staat,
het behoud van het natuurschoon m(
betalen en de eigenaar in geen geval
schade lijdt. Bovendien: aan het leven
van een boom komt ook eens een eind!
Een populier is met 25 a 30 jaar een vol
wassen boom en geschikt om gekapt te
worden. Dat gebeurt dan ook, want voor
de klompenindustrie, de lucifersfabrie
ken en andere doeleinden b.v. fineerhout
is zijn hout veel te belangrijk. Duitsland
beplant momenteel ook veel lanen er
wegen met populieren, uit dezelfde prac-
tische overwegingen
In heel de wereld is het streven ge
richt op meer productie en beter
rendement van de bossen. De conferen
ties van de FAO., die de heer Van Steyn
namens Nederland bijwoonde, getuigden
ervan. Allerwegen is er behoefte aan hout.
De wegen naar de bossen moeten in veel
landen verbeterd worden. Door slechte
wegen is het bv mogelijk, dat in
zilië duizenden kubieke meters hout in
de bossen rotten!
De Vereniging tot Behoud van Natuur
monumenten, de Drinkwatervoorziening.
A.N.WJ het Nationale Plan en andere
instellingen, die iets met natuurschoon
en bodem van doen hebben, tellen da
heer Van Steyn onder hun leidende per
soonlijkheden. Al dat werk is nodig in
Nederland" zo zegt de heer van Steyn.
..Ons land is te klein geworden Dat
blijkt iedere dag weer. Vandaar dat zal
moeten worden uitgezien of het buiten
land, Ardennen en Luxemburg b.v. geen
recreatieoorden voor het Nedeilandse
volk kunnen worden. Het zijn problemen,
die de heer Van Steyn niet meer zal
helpen oplossen. Deze week is zijn laatste
over het Staatsbosbeheer. Volgende week
is hij gepensionneerd en de Staatsbossen
zullen onder nieuwe leiding staan.
De bomen, die hij plantte blijven
Daaronder vallen die in het Amsterdamse
Bosplan, det de heer Van Steyn mede
hielp tot standbrengen. Het is, vindt hij
zelf. het mooiste resultaat van meer dan
veertig jaar bosarbeid!
zien een symptoom t
i hogere ontwikkeling. Veel
de toekomst nog moeten con-
Onder Joden.
Over deze pasgeboren Staat, over zyn
bevolking, zijn sociaal en economisch
leven, zijn toekomst-verwachting, zijn
goede en minder goede hoedanigheden
zou nog heel veel gezegd en geschreven
kunnen worden. Ik beschouw het als
een groot voorrecht, dat ik gedurende
twee maanden onder deze bouwers van
een nieuwe staat dagelijks heb mogen
vertoeven. Het is vreemd, als men we
ken lang buiten eigen familiekring nooit
anders dan Joden ontmoet. Maar men kan
Juist dan begrijpen wat het voor deze
vervolgde en door velen verachte,
meestal fijngevoelige mensen moet zijn.
geheel onder elkaar te zijn, een eigen
land en een eigen Staat, een eigen Presi
dent, eigen ministers en een eigen volks
vertegenwoordiging en een eigen pers te
hebben, samen te mogen arbeiden voor
een bétere toekomst van het Joodse volk.
De naam Jood heeft hier helemaal niets
verachtelijks. Integendeel. Voortdurend
ben ik getroffen door het Joodse intel
lect, door de Joodse energie, door de
geschiktheid van het Joodse volk voor
allerlei geestelijke en materiële arbeid
Voorts door een grote mate van vrien
delijkheid en (vooral bij de Joden van
Nederlandse oorsprong) vaak treffende
hartelijkheid. Ook door een zekere, zich
nu reeds ontwikkelende nationale trots,
die er bij het slagen van dit pioniers
werk zeker niet geringer op zal worden.
Stel het U ook voor Het uitverkoren
volk, wonend in het land dat God beloofd
heeft, zijn stamboom verder in het ver
leden opvoerend dan enige Christelijke
natie, drager van een religieuze cultuur,
waaruit tenslotte toch ook in hun
ogen het Christendom als een zijtak
is uitgesproten, het doet het Joodse hart
zwellen van trots. En als dan straks nog
eens het oude Jeruzalem, de heilige Stad.
hun hoofdstad mag worden! Welke Staat
of Natie kan op zoveel kwartieren wij
zen, welk volk gaat hen in adel te bo
ven! Ik hoorde een qrthodoxse Jood, een
Nederlander van geBoorte, een sympa
thiek .man al zeggen, dat Jeruzalem be
stemd is straks de hoofdstad van de
wereld te worden.
JVij zien het..
Gods wegen zyn andere dan onze we
gen; Zijn gedachten gaan de onze verre
te boven. Wij weten met. dat Hij met
deze kinderen van Abraham, Izak en
Jacob nog vóór heeft. Dat dit volk er
nog is. dat het weer in staat is na zo
veel eeuwen van druk zelf een staat te
stichten en op te bouwen, is het voor de
gelovige Christen niet een bewijs, dat
God Zijn verbond niet vergeet? Doet het
niet de hoop in het hart opkomen, dat
Israël nog eenmaal Hem als Messias zal
aanvaarden, die het voor eeuwen ver
worpen heeft, en Wiens onschuldig bloed,
naar het woord van de Joden zelf. toen
zij Bar-abbas boven Christus gekozen
had. over hen en hun kinderen gekomen
is. (Mattheus 27 25).
Wij weten het niet. Symptomen van
bekering zyn in Israël zo goed als niet
waar te nemen. Integendeel.
Wij moeten het alles aan God over
laten
Maar in ieder geval achten wij het een
oorzaak van grote vreugde, dat een deel
van dit oude volk, waaruit onze Heiland
is voortgekomen, en dat de eeuwen door
zo onnoemelijk veel (ook door eigen
schuld) geleden heeft, hei land der va
deren als door een wonder heeft terug
gevonden, dat het de wildernis, die daar
door wanbeheer was ontstaan, herschept
.n vruchtbare grond, dat het rustig leven
wil in vrede en vriendschap met andere
volken en natiën.
Het is een wonder in onze ogen. Wy
zien het, maar doorgronden het niet