Bij D. G. van Beuningen, zakenman en kunstverzamelaar ONZE KINDEREN EN WIJ Studiebeurzen voor aanstaande leraren M.O. KAPITALE BLUNDER: G.S.III schiep geen bezettingsdienst VOLGENDE RONDE HUIVERING OVER DE KUNST 1 ZATERDAG 1-0 SEPTEMBER 1949 BEKENDE LANDGENOTEN THUIS Vensters in de burcht „Noorderheide" vormen elk een schilderij (Van een onzer verslaggevers) In het Rotterdamse Museum Boymans wordt op het ogenblik een tentoonstelling gehouden van de grootste en fraaiste particuliere kunstcollectie, die ons land kent, die van de heer D. G. van Beuningen. Het is een pracht. Jan van Eyk hangt er en Titiaan, El Greco en Rubens en Rembrandt. Alle groten zijn er en het gerucht van deze grote expositie alléén deed ons vragen: wie is deze Daniël George van Beuningen, die deze schatten verza melde; deze uitzonderlijke rijkaard, die zich aankopen van dergelijke schilderijen kon veroorloven? Het behoeft geen betoog, dat mer iemand, die El Greco's bezit en schilde rijen van Hiëronymus Bosch, in eer burcht moet zoeken Die van de heer var Beuningen heet Noorderheide en het if een modern, door de architect Eschau- zier in 193-9 gebouwd slot op de heide bij Vierhouten op de Veluwe Als U fiets de Staken-berg bij Nun-speet afglijdt ziet U het al liggen: een fors rood ge- De bewoner is een kleine stevige ze ventiger, die U imponeert door de ma nier waarop hij spreekt over zijn leven, en dat van anderen, dat het zijne raakte. Dat zijn de tienduizend arbeiders die in de 36 ondernemingen, die hij leidde, brood vonden, dat zijn ministers uit aile landen der aarde, kunstenaars, verstrooid over vele eeuwen, schilders, mi schrijvers, bouwmeesters. Zij hebben met elkaar de schatten aangedragen, die huis Noorderheide van onder tot boven vullen. Niet zo. dat het er een pakhuis is van oud en mo.dern schoon, maa: toonde zich in het verzamelen van schil derijen en kunstschatten, in het kiezen van de materialen voor zijn huis. in het plaatsen van de vensters, die elk op zich een schilderij vormen van Veluwse pracht aan bossen, hei en heuvels, een kunsi naar méé Een levenskunstenaar Want rijk zijn, dat ziet U hier, is een even grote kunst als rijk worden. En mis schien is het een nog groter kunst. Alis U dat tegen de heer van Beuningen zegt, dat het rijk wonden de mogelijk heid opent tot a-1 die geneuchten. die hij als schatten om zich verzamelde, dan zegt hij: „ja, maar ik heb altijd onge looflijk hard moeten wenken Er zijn ogenblikken geweest, dat ik. tijdens reizen in het buitenland, maar één nacht in de hele week een hotelbed te zien kreeg en voor de rest in slaapwagens en op schepen verbleef." Dat moet ook wel. want behalve de Steenkool Handelsvereniging in Utrecht, waar hij als jongeman inkwam, waren het in Rotterdam, waarheen de heer van Beuningen later zijn werkzaamheid ver plaatste een groot aantal maatschap pijen. die hij of wel oprichtte of tot nieuw leven bracht, o a het agentschap van het Rheinisch Westfalische Kolensyndicaat. de Rotterdamse Handelscompagnie, de Maatschappij Vrachtvaart, de Neder landse Benzol Maatschappij (die zodanig .werkte, dat de Duitse leveranciers van .Benzol de twee eerste jaren de advéi> tentiekosten betaalden), de Nederlandse Rijnvaart Vereniging en de Internationale Sleepdienst, die hij later verenigde met L. Smit en Co's Internationale Sleep dienst Het geheim van al dat zaken doen was: „optreden met grote doortastendheid, doorzetten, maar nooit verder springen dan de stok lang is en zorgen, dat men nooit behoeft te wijken" Daarnaast het bewustzijn kweken: „men kan niet zon der c Wie die woorden uit de mond 1 Da niël George van Beuningen anno 1949 hoort, herinnert zich onwillekeurig Coen- raad van Beuningen-, ambassadeur van de Repuibliek der Zeven Verenigde Ne derlanden aan het hof van de Zonneko ning. „Hij schijnt wel tot de famil-ie te behoren", aldus de heer van Beuningen. Die Coenraad dan zag zich bij het aan bieden van zijn geloofsbrieven geplaatst tegenover een Lodewijk XIV. die zich veroorloofde zijn hoed op te houden, ter wijl hij met de Nederlandse ambassadeur sprak. Waarop van Beuningen: „Ik zal mijn hoed laten halen majesteit, want als U gedekt bent. kan ik niet ongedekt blijven". Het doet het Nederlandse hart goed te horen, dat er eens dergelijke kerels ge leefd hebben. Maar de naamgenoot Daniël George behoort ook niet bepaald tot het slag Jan Salie Toen in 1918 de Belgische en Franse bezetters van het Ru-hrgebied de vrije vaart op de R'ijn wilden belemmeren uiteraard tot groot nadeel van 's heren van Beuningen's kolenvervoer is hij naar Düsseldorf gereisd. Er stonden bij de brug soldaten op wacht, tot wie de heer van Beuningen als volgt sprak: „Ik ben van de Rotter damse Kamer van Koophandel. Ik kom alleen constateren hoe hier de vrije vaart op de Rijn belemmerd wordt. Daarom gaf ik mijn schepen opdracht om tien uur te vertrekken. Als U iets moet doen, sohiet er dan overheen, dan wordt nie mand- geraakt en we gaan zó weer voor anker. Het gaat mij alleen om het con stateren". En hij bleef bij de sluis staan. De wacht ging het incident in wording terstond bij het commando melden. Het eind was, dat alle schepen ongehinderd vertrokken. Het gebeurde, dat de Griekse regering geen con-tanlen wilde vrijgeven voor steenkolen, die de Steenkolen Handels vereniging van de heer van Beuningen geleverd had In een onderhoud met de minister-president Venizelos zei de Griek tegen de Rotterdammer: „U kunt er krenten en rozijnen voor in ruil krijgen." Waarop van Beuningen: „Krenten en ro zijnen verkoopt U maar aan anderen. Ik leverde U kolen. Maar als U die niet betalen wilt zal ik al m'n relaties van deze transactie op de hoogte brengen. Ziet U dan maar, dat U ergens kolen krijgt." Dat kon een Nederlands koopman twintig jaar geleden zeggen en hij kon er wat mee bereiken ook. Kom daar nu Toen de scheepswerf in de dertiger jaren slecht ging, is de heer van Beu ningen vrachtschepen.op speculatie gaan bouwen. Het eerste sohip kon geplaatst worden Het waren in haar soort de mooiste vrachtschepen, die denkbaar wa ren. Toch bleef de weef, ondanks alle pogingen, met de volgende zitten Daar om besloot de heer van Beuningen, die zelf in de vaart te brengen en zo werd hij, tegen zijn zin, zeereder. Nadat de schepen enige tijd in algemene vaart hadden gewerkt, kwam, door het faillis sement van een Engelse reder, die een lijnvaart vqji Antwerpen op Argentinië onderhield en een groot cliënt was van het kolenstation van de S.H.V in Las Palmas op de Can-arische eilanden, de ge legenheid die lijn over te nemen, waar door zowel de zeerederij als het kolen station in stand kon blijven. De lijn on derhoudt de dienst nog in samenwerking met de gebroeders van Uden onder dt naam Havenl-ijn. De schepen van toei zijn evenwel alle getorpedeerd. De moeilijkste taak, die ons gegeven is en die zo dikwijls te licht wordt geacht, is de opvoeding van onze kinderen. We denken nu niet aan de materiële noden van ons kind. waarin wij hebben te voor zien. Zij mogen vele zorgen geven het if in de bezettingsjaren en zeer zeker in do kampen van Indië wel gebleken, dal voedsel, huisvesting, kleding en scholen alle belangrijke factoren zijn, doch dat innerlijke kracht, zelfbeheersing, geduld en moed er niet door bepaald worden. Trots alle liefde, die de ouders hun kin deren kunnen toedragen, alle zorg die ze voor hen hebben beseffen Zij nog dikwijls te weinig, dat het toch juist deze laatste eigenschappen zijn, die hun kind de we reld door moeten hel pen. Opvoeden bete kent te trachten kind deze dingen mee te geven. Vele ders en moeders beseffen dit, zij weten echter in 1001 gevallen niet hoe het te pakken. Jantje is bokkig, Marietje lui en kleinste een dwingeland. Moeder wordt er verdrietig van en vader slaat 's avonds als hij moe thuis komt met de vuist op tafel. Dan is de stemming kapot, er is onrust in het gezin en he: wordt steeds moeilijker om de zaken recht te trekken. Niet iedere ouder kan paedagogie of kinderpsycholgie bestuderen en daarom Voor de VROUW Er is groot gebrek aan leraren bij het M.O. De regering doet daarom haai best jongelieden er toe te brengen zich aan het onderwijs te wijden- Maar tot dus verre is de verhouding tussen kosten van opleiding en salaris als leraar niet zodanig, dat er grote Er is mij een gemeente bekend, waar een leerling van de ene school in de vierde klasse aldaar zat. Door omstan digheden die hier niets ter zake doen, ging deze leerling naar een andere school in die gemeente over en daar kon ternauwernood in de tweede beroep bestaat. Om deze reden heeft de i gebruiken. Zo veel verschillen de regering zich gemeend beurzen beschik-1 die men stelt En od het einri-evar baar te moeten stellen Hoe het cies in zijn werk is gegaan, wil ik midden laten, maar het staat vast dat een indruk werd gewekt, waaraan de werkelijkheid niet geheel beantwoordt. Men kreeg namelijk uit de eerste ken nisgeving van deze maatregel de me ning dat de beurzen zouden lelden voor 5 jaar en dat ze £1800 per jaar zouden bedragen. Daartegenover moest men zich verbinden ten minste gedurende een tijdvak van tien jaar na afstudering leraar bij het M.O. of Gymn. O te wor den. Voor vrouwen gold de bepaling dat zij, bij huwelijk binnen deze tijd, niets zouden behoeven terug te betalen Dit laatste werd door het Departement niet bekend gemaakt, doch medegedeeld aan vrouwelijke sollicitanten, die daarnaar vroegen. Nu blijkt de .werkelijkheid echter heel wat minder gunstig te zijn. Naar ons werd medegedeeld, is f 1800 het maximum dat in betrekkelijk weinig gevallen zal worden uitbetaald. Boven dien zal de toekenning van de beurzen niet voor 5 jaar gelden, maar slechts voor één, waarna een nieuwe aanvrage zal moeten worden ingediend. Het zal dan, naar men mij mededeelde, van de financiën afhangen of de beurs opnieuw kan worden toegekend. Dit maakt het aanbod heel wat minder aanlokkelijk, want de kans bestaat, wanneer ouders niet in staat zijn de studie zelf verder te bekostigen, dat men deze plotseling en op een zeer ongelegen ogenblik zal moeten afbreken. Bij vroegere beurzen was, wat mij logisch toeschijnt, de be paling gemaakt dat bij wangedrag van vielke aard ook van de zijde der be gunstigden, de steun kon ingetrokken worden- Maar dit is een geheel ander geval. Het is stellig wenselijk dat aan deze kwestie door de regering open baarheid wordt gegeven, zodat sollici tanten niet ingaan op een verbintenis, die achteraf veel minder gunstig zal blij ken te zijn dan ze meenden. Er js echter nog een andere kant aan de zaak. Men heeft bij vroegere gelegen heden de keuze hoofdzakelijk laten af hangen van de cijfers bij het eindexamen behaald. Dit 1 ij k t logisch, maar het i s dat niet. Wie met de scholen voldoende bekend is. weet zeer goed dat een 7 van de ene inrichting lang niet dezelfde waarde heeft als die van een andere En daar men waarschijnlijk ook nu als eis zal stellen dat het gemiddelde cijfer een 7 moet zijn, staat het vast dat deze eis noodzakelijkerwijze onrechtvaardig heden aal meebrengen. i stelt. En op het eind-e: dit evenzeer he' geval, ondanks de rijks gecommitteerden. Ten eerste zijn dit lang niet altijd deskundigen op de gebieden, waarover zij hebben te oordelen, maar bovendien zijn er bij de ellendige school examens zoveel wijzen, waarop men, we zullen het zacht uitdrukken, zijn goede hart kan laten spreken, dat er een ge weldig verschil in beoordeling ontstaat. Daardoor kan het zeer licht gebeuren dat minder verdienstelijke leerlingen eer der in aanmerking komen dan anderen, die meer recht op een beurs hebben. Het komt mij voor dat deze stomweg automatische schifting geheel onjuist is Meer waarde dient men toe te kennen aan het oordeel van directeuren en rectoren aangaande vlijt, doorzettings vermogen en studielust der candidaten Ik heb namelijk meer dan eens jongelui met een uitstekende eindexamenlijst op de universiteit zien verongelukken, om dat ze eenvoudig niet zonder voortdu rend controle konden zijn en vaak zich versnipperden door liefhebberijen, die met hun eigenlijke studie weinig te maken hadden. Ik meen dan verder ook, dat het zeer gewenst is met de voorlopig gekozen candidaten een gesprek te voeren in ver band met hun studieplannen. Wanneer dit door een bekwaam paedagoog wordt gedaan, kan het veel verkeerde keuzen voorkomen. W-ie gewoon is met leerlin gen om te gaan, zal spoedig ontdekken, welke eigenschappen, die wel of niet ge wenst zijn voor een aanstaand student, een jongeman of een jong meisje bezit Het onderwijs in ons land is zeer duur en het is niet verantwoord op goed ge luk af de rijksfinanciën rond te strooien Alleen, wanneer aan de laatstgenoemde eisen voldaan wordt, kan men zeggen dat de beurzen kans hebben op de juiste plaats terecht te komen- Men mag dus zeer zeker het oordeel van rector of directeur hoger aanslaan dan de cijfer lijst en men moet zeer beslist, al kos: dit dan ook wat moeite en tijd, met de jongelui eens over een en ander spreken, voor men ze uitkiest om op 's lands kos ten hun studie te beginnen en naar de bedoeling moet zijn, ook tot een goed einde te brengen. Er is van de zijde der leraarsverenigingen reeds tegen het kwe ken van leraren op deze wijze gepro testeerd. omdat er vaak van roeping weinig sprake kan zijn. naar men meent Maar ook dit punt zou allicht in het gesprek met de paedagoog duidelijk kun nen. De nodige ernst en voorzichtigheid is hier ten zeerste geboden. Den Haag. Dr F. C. DOMINICUS :s het materiaal, dat door de Commissie voor Huishoudelijke- en Gezinsvoorlich- ting regelmatig de wereld ingestuurd wordt zo nuttig. In klare, eenvoudige taal worden voorbeelden gegeven uit het kin derleven, uit elk gezin. De problemen van iedere dag voor elke vader en moe der. Het zijn wenken en raadgevingen,- die zo helder gesteld zijn. dat elke op voeder ze kan begrijpen en vooral er door .aan het denken wordt gezet. Het zou ons thans te ver voeren om hier nu dieper op in te gaan, doch wij hopen dit later zeer zeker nog te doen. De nieuwste folders „Doen en laten", „Dreigen en straf fen", „Verwennen en verwaarlozen" ver en de belangstelling van een ieder, net kinderen omgaat. Beeld van bruut geweld en verdruk king. Hiertegen vocht wanhopig de ondergrondse, verstoken van een ne- gelijke inlichtingendienst, waaraan men „eenvoudig niet gedacht had". Op deze pagina wordt U over die ka pitale blunder meer verteld Een onderneming waarover de heer van Beuningen ook met grote ingenomen heid spreekt is Fran-k Rijswijk's scheeps- sloperij in Hendrik Ido Ambacht. Klein opgezet is dat een groot bedrijf gewor den. Bij het uitbreken van de eerste wereld oorlog had men daar 3 500.000 tor. koper in de schepen liggen. En in 1916 gingen de aandelen voor 800% over in andere handen. Deze sloperij slechtte een groot aantal oude Britse kruisers en slagschepen. Een boeiend leven. Een leven vooral, dat een loflied vormt op de vrijheid. En diat die vrijheid tot heil van duizenden aanwendde. „Mijn arbeiders werkten onder de beste voorwaarden, die denk baar waren. Wij hadden de eerste grote personeelsfondsen". Van de arbeid in zijn ondernemingen rustte de heer van Beuningen uit in z'n liefhebberijen: het verzamelen van schil derijen, musiceren in zijn eigen viool- kwartet en zijn lectuur. „Altijd moet het zo zijn, dat een schil derij je iets doet Daardoor heb ik kunst werken aangekocht tegen een prijs, die lager was, dan de waarde van de lijst. Dat waren de schilderijen, die toege schreven werden aan de een of andere kunstenaar. Maar ik keek niet naar na men. Ik vond het mooi en daarom kocht ik het." Nu, in de rust van Vierhouten, i het 800 ha grote landgoed met z'n nemende grofwild voorraad, dat de diaeht vraagt. „De wilde zwijnen hier zijn zo aan ons gewend, dat we de jongen kunnen strelen als we ze voeren." Maar schieten doet de heer van Beu ningen het wild maar zelden. Hij ziet de dieren liever rondlopen. Dan. na het gesprek, toont hij de pracht van zijn huis. De schilderijen, de kunst schatten, de gebeeldhouwde schou Spaanse zwaarden en Bourgondische drinknappen Een der laatste vertegenwoordigers van het geslacht dat Nederland eens groo! maakte in de wereld. Eén zo'n man aan het roer en Neder-, land voer een andere koers. Een rechter koers en een beter koers! De Kerk buiten de grenzen Ook daar Aan het Congres van n onlangs voorstellen - de activiteit der Protestanten 'n te leggen. Men wil, H- dep. va- Ere dienst toezicht zal ui*'*-'op alle ke n behalve dan de R. Kath. De Prot activiteit zo» -->erken tot de kerkdiensten. Intussen 'ijn, 'kort geleden, een maand lang alle Prot. radio programma's \uit de aether weggebleven. De predikanten. die v- Ho r-dio «,:ilen spreken, moeten zich bij het dep. van Eredienst melden. Door allerlei vertra ging bij het inschrijven kan men de pre dikanten verhinderen, te spreken. De minister wordt terzijde -"taan door een Franciscaner monnik Door al deze te genslagen sluiten-de Protestanten zich echter nauwer aaneen Het. mooiste boek De mooiste van alle Bijb- uit de Middeleeuwen zal nu voor iedereen toe gankelijk worden. In h»t Trinity College in Dublin (Ierland) wor-5' nl. een Bijbel bewaard, die nu door een Zwits— p- firma in originele kleuren "-orden uitge geven. Het is de „Kels-Bij'bel", naar het klooster Kells, a-»* >eger ergens 'ussen Dublin en Belfast stond. Mij meent, dat het boek in de ze-J- is vervaardigd De Ierse monniken moeten vele weken nodig hebben gehad voor elke beginlet ter, die een klein kunstwerk op zichzelf vormt. De monnik»" ««-va- Jigden ook zelf de kleur uit mineralen. Tussen 500 en 1000 hebben Vikingen nogal eens n het klooster huisgehouden en bij zo'n gelegenheid is de beroemde Bijbel verloren gegaan. Korte tijd daarna werd hij teruggevonden, do-'- de met juwelen bezette band Experts noemen deze Bijbel „het mooiste boek ter we reld". Het drama van het Englandspiel „Er was niet aan gedacht" - en dat kostte vele mensenlevens (Van een bijzondere medewerker) Het werk van spionnen heeft op de massa schier altijd en overal indruk gemaakt, die tegelijk afstotend en fascinerend is. Afstotend om de immorele methoden, die vaak worden toegepast en fascinerend om de sfeer van geheimzinnigheid en levensgevaar, die er inhaerent aan is. De openbare mening heeft in het algemeen naar beide zijden overdreven. En daaraan hebben vele publicisten schuld, die de op zichzelf weinig aantrekkelijke, harde en meestentijds volstrekt onmaatschap pelijke wereld van de spionnage sterk hebben geromantiseerd. Die romantiek is er in het verleden stellig geweest. Maar in onze moderne wereld, met haar vrij wel geheel gemechaniseerde oorlogvoering, is ook het werk der spionnage zozeer gespecialiseerd, zozeer beïnvloed door de vindingen van wetenschap en techniek, dat het romantisch verguldsel verdwenen is en dat er slechts overbleef een harde, niets en niemand ontziende strijd om de inlichtingen. Men heeft zich vroeger in de kringen van hen, wier leven b.eheerst wordt door de normen van Wet en Evangelie mees tentijds met bijna primitieve afkeer af gewend van alles, wat maar naar in lichtingendiensten, sabotagegroepen en dergelijke zweemde. Het scheen dan ook wel volstrekt in strijd met het „leiden van een gerust en stil leven in alle God zaligheid en eerbaarheid". Maar die de- gelük-burgerlijke instelling verdween bij de besten onder hen al spoedig als sneeuw voor de zon, toen de barbaarse „leider" onzer Oosterburen zijn legers losliet op ons vredige en vredelievende volk en toen tot het neerslaan van onze vrijheid en onze zelfstandigheid de men selijke bloedhonden van Sicherheits- dienst en Grüne Polizei op alle man van Neerlands stam werden losgelaten, die uit innerlijke drang des harten en om der wille van het hoogste goed zich ver zetten dorst tegen het ruw geweld der tyrannie. Toen stonden in alle steden en dorpen de mannen en vrouwen op, die de onder grondse strijd begonnen. Klein was hun getal in het begin, maar het groeide naarmate de strijd vorderde. En al mocht het woeden der Duitsers een spoor van bloed en tranen trekken door de rijen der illegale werkers de rijen sloten zich weer, omdat steeds nieuwe vrijwilligers zich voegden*bij hen, wier hart niet versaagde in de ongelijke kamp op leven en dood. Het was in de kringen der zich steeds beter organiserende weerstandsgroepen niet alles goud wat er blonk wie zou het beweren? Maar de kern, het door idealisme en geloofs moed gedragen besté dgel ervan, was het staal en het merg van ons volk in de moeilijkste jaren van zijn bestaan sinds de vrede van Munster. En tot die allerbesten hebben zjj behoord, die zich vrijwillig gaven voor het moeilijkste, gevaarlijkste en een zaamste werk: dat der spionnage. Onge veer de helft van hen heeft het met de dood bekocht. En van wie in leven ble ven, zijn er velen en dat is bitter der miskend, verdacht gemaakt en achteruit gezet. Enkelen zijn getroffen in hun positie, zelfs vervolgd en opge sloten door plotseling tot ongekende macht gekomen mensen, die er niets van begrepen dat zij te maken hadden met Nederlanders, die jarenlang ook voor hen de kastanjes uit het heetste vuur hadden gebaald. Men begreep het niet. Omdat men niet de sfeer begreep, waarin zich het spionnagewerk wel moest afspelen. Er is veel onrecht gedaan, juist aan de vechters op eenzame posten. En de bitterheid daarover bleef bestaan tot op de dag van vandaag. Nederland heeft wat goed te maken aan sommigen der besten van zijn zonen. Toen in 1940 de storm over ons los barstte, togji aan de Grebbe, in de Peel, aan de Rotterdamse Maasbruggen en op zo menige andere plaats onze soldaten vielen, toen een paar dagen later het Koninklijk Huis en het Kabinet naar Engeland uitweken en toen in de lagere school van het landelijke Rjjsoord gene raal Winkelman de capitulatie van het Nederlandse leger aanbood toen was door een der belangrijkste afdelingen van onze Generale Staf, G.S. III, reeds vele maanden te voren goed werk ge daan. Wij hadden de blunder van het grensincident bij Venlo gehad, zeker. Maar dat allerongelukkigste voorval kon men nauwelijks G.S. III verwijten, hoewel haar chef. gecompromitteerd als hij was, moest aftreden. Daartegenover hadden opmerkelijke successen gestaan; men kende de meeste der Duitse agenten ïen wist zich op de hoogte te houden hun daden. En men had in Berlijn een militaire attaché, die op waarlijk knappe wijze zijn relaties wist uit te buiten en die nimmer ten onrechte met waarschuwende berichten de zelfgenoeg- rust, die nog op veel te veel plaatsen heerste, wist te verstoren. Maar... dat alles woog toch nauwe lijks op tegen het enorme .erzuim, dat G.S.III pleegde door geen apparaat op te bouwen, dat bij een eventuele bezet- ins land, gevolgd door een ujt- wijken van regering, marine en leger leiding, in het vaderland kon achterblij ven. Zulk een apparaat, bestaande uit kundige en betrouwbare figuren, hadden wij véél en véél méér nodig dan sfcuooi- biljetten, Flitspuiten en goedkope leuzen "t radiokelders. Wij hadden hier in 1940 moeten hebben :n aantal geestelijke „egelstellingen", in waar in stand hadden dienen ge houden te worden de radio- en andere erbindingen met Londen. Het aldus ont dane apparaat had zorg moeten dragen roor het openhouden \an passeurlijnen, i oor het functionneren van koeriers diensten, voor het verzamelen van mili- politieke en economische inlichtin-, gen e allieerde zaak stonden. Men had toch waarlijk lang genoeg de ii zien dreigen om zich het gevaar en zijn gevolgen op alle gebied in le denken. De meest op intellectueel raffinement ingestelde afdeling van onze Generale Staf, het befaamde G.S.III, heeft die intellectuele capaciteit niet vermogen op te brengen. Waarom niet? vroegen wij enige tijd geleden aan iemand, die over deze kwestie oordelen kan. Zijn antwoord was verbluffend .van eerlijkheid en beschamend van zielig heid: „Men had er eenvoudig niet aan gedacht"... Omdat men er „eenvoudig niet aan ge dacht had" kon er een Englandspiel ontstaan. Het is het refrein, dat steeds zal terugkeren in dit dramatisch verhaal van het grote spionnagedrama: was niet aan gedacht." En weer is een vacantie voorbijge gaan en weer begint opnieuw het werk in de volkswijk. Vaarwel, gou den dagen van vrijheid en ontspan ning; vaarwel bossen en weiden en stranden er moet weer worden aan gepakt. Dat geldt trouwens ons al len: volkswijkers èn voorstedelingen, ambtenaren, kantoorbedienden, on derwijzers en predikanten. Wij kun nen noch willen zelfs daarover jere- mierenvolgeschonken met zon en zomer willen we waarlijk wel met nieuwe moed aan de slag gaan. Bo vendien: na zo'n vacantie waarderen we eigen huis en haard meer dan ooit want ons pensionnetje mocht dan al riant gelegen wezen, maar je deelde je kamer «lan toch m zoveel landelijke wespen en muggen dat je moeilijk de platgelegen ma trassen vergat. Hoe vriendelijk is dan weer dat eigen home; hoe goed kookt moeder de vrouwhoe gere- classeerd trekken de kinders naar school. Vacantie heerlijk, maar zeg van de nieuwe cursus geen kwaad ook al dicht ge Gor.ter dan nog niet na: „Een nieuwe herrefst en een nieuw geluid- Er M een muziek,e en dot dan duI i moede verderop gezocht in de modderige ingewanden van onze stad. Ze hebben met nooit fa lende zekerheid trams en taxi's en kranen bestuurd. En nu komen ze avond aan avond naar de volkswijken terug waar de huizen moe tegen el kaar leunen; waar de na-zomerse hitte hangt in straten en kamers; waar het altijd durend gekrijs is van radio's en van veel kinderstemmen kroegen als lichtpaleis- 1 es de triestheid van de straat onder breken. VOLGENDE RONDE" Ik denk ook aan de vrouwen. Aan in de Septembermaand. Maar ach, tk kan zo blijmoedig de winter niet te gengaan, hoe gaarne ik dat ook doen zoude Ik zet bewust boven dit ar tikel „VOLGENDE RONDE". Dat doet aan een boksmatch denken en al weten mijn wijkbewoners daar van heel wat meer dan ik zelf, één ding heb ik toch wel begrepen: een boksmatch is een hoogst-ernstige zaak, waarbij alles op het spel staat. En zullen wij dan niet knock-out ge slagen worden? Ik denk daarbij niet aan mij zelf. Ik denk aan de mannen, die ik van daag terug zag komen van hun werk Heel de dag hebben ze voor hete denk ook aan de moedei ovenvuren gestaan; heel de dag heb- gezinnen, die moegesjouwd zij ben ze klinknagels door het ijzer ge- die vader de man niet altijd zo dreven Ze zijn afgedaald ui de die welkom en als hij wel wenst en pe buiken van de oceaanstomers dientdie narrig en narig wi één duizeling en ze waren nooit meer van hun vruchteloze strijd tegei thuis gekomen. Ze hebben gebaggerd gedierte en vuil. En ik denk ac opoetjes, die al weer vroeger naar bed gaan omdat het electra zo duur is. „VOLGENDE RONDE". En aan de kinderen denk ik, aan de duizenden kinderen van ons eigen volk. Ik denk aan de kleintjes, die wakker schrikken als iemand stom dronken en vloekend de trap op la veert. Ik denk aan de wat groteren, die wel weten dat ze toch niet zullen kunnen slapen en die dus door de schemer sluipen, belaagd door ontel bare gevaren naar lichaam en ziel. En ik flenk ook aan de oudsten, die haken naar een kqrte vreugde, die is als een verzengende vlam. „VOL GENDE RONDE". Ik denk aan de zieken. Aan tb- en kankerpatiënten, aan de toevallijders en de chronische lijders aan talloze kwalen. Ik zie hen liggen in hun huizen, waar alleen maar omstreeks de langste dag even «een zonnestraal tje binnensluipt. Ik zie hen staren naar de blinde muur, die licht en lucht afgrendelt. Het is nog broeierig warm in hun hokje heel gauw zal het er vochtig en dan steenkoud zün. „VOLGENDE RONDE". En hoe meer ik aan dit alles denk, hoe minder raad ik er mee weet Minder raad dan verleden jaar, of dan het jaar daarvoor Omdat ik steeds duidelijker ga beseffen wat het betekent in de volkswijk te wo- nen. Omdat ik er, alleen, zo eindeloos de jonge kind-vrouwtjes denk i k, die „i. d.„ Z... ™«9lteloo. tegenover ,!a. Omdat Ik stad bouwen i groot maken, hun zoeken in di£ één of ekken, die hun huis uit- INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK trouwen moesten ergens zijn gaan inwonen. Ze behoor den natuurlijk niet te moeten trou wen; ze hadden dienen te wachten tot ze ergens in eigen huis een gezond gezinnetje konden opzetten. Maar hoeveel jaren zouden zij daarop moe ten wachten, want wie krijgt in onze maatschappij een huis, als hij netjes Want mze gemeenschap- t God wil? Ik gebogen ga onder pelijke schuld. Schuld. Onze schuld. Onze gemeen schappelijke schuld. En probeer me die schuld niet uit mijn hoofd te praten. En zeg me niet dat u en ik er toch niets aan doen konden en ook vandaag niet kunnen. :ijn een deel dezer zelfde gemeenschap, die deze huizenzeeën en mensenpakhuizen bouwde en 'uldt. En er was Eén onder ons, die zeide „Voor-zoveel ge dit aan mijn minste broeders gedaan hebt. zo hebt ge het Mij gedaan Wijkpredikant. r het i Zoals er thans niet meer gedacht wordt in de honderden, die door gedachte loosheid. slordigheid en amateurisme in de handen van verraders vielen. En die gestorven zijn in dezelfde grote een zaamheid, als waarin zij hun werk deden, in de volksmond onzedelijk heet, r dat door hun idealisme en hun offerzin opgeheven werd tot de zuivere hoogte van het geloof in de beslissende zege van Recht en Vrijheid. De Parlementaire Enquêtecommissie, e ons beloofd heeft dat we volgend jaar het rapport van haar onderzoekin gen naar het Englandspiel bi; iedere boekwinkel kunnen bestellen? doet goed en kwaad werk tegelijk. Zij zal de gehele wereld de détails open baren van vele, deels zeer geheime, deels zeer persoonlijke kwesties, die met elkaar het weinig opwekkende beeld n van een ontzettende mislukking. Daarin zit. met name voor wat betreft de verhoudingen tussen leidende Neder landse figuren in Londen, een behoor lijk brok nationaal schandaal. In zoverre zulks van zuiver politieke betekenis is, kan publicatie niets anders dan nuttig immers zuiverend effect hebben. Maar iverre het betreft het werk van ge heime diensten is publicatie dit elders ter wereld, in welk democratisch land ook, volstrekt uitgesloten zou zijn een typisch-Nederlandse fout. Een fout, die stellig met de beste en nobelste bedoelingen wordt gemaakt, r die tot onvermijdelijk gevoig heeft dat: le. iedere buitenlandse mogendheid amen leert kennen van degenen, die nze geheime apparaten werkten en werken en 2e dat de onverkwikkelijke persoonlijke twisten en verdachtmakin gen, die in de verhoren breed worden uitgemeten, woordelijk te lezen zullen zijn voor hen, die daaruit iedere soort valse munt kunnen slaan, die hun lief is. En dat zulks gebeuren zal déérvan zijn de voortekenen al aan wezig. Die de meeste boter op hun hoofd hebben, zullen het hardste schreeuwen! -t ware wellicht te Wensen geweest, dat bij de opdracht van de Parlementai- Enquètecommissie, voor wat de pu blieke openbaarmaking der resultaten betreft, met betrekking tot de geheime diensten een beperking ware toegepast. Wanneer in grote lijnen de gang van zaken werd gepubliceerd met duideljike omschrijving van schuldvraag en schuld iet weglating van de inside-informa tion, waarop de commissie onverkorte rechten kan doen gelden, teneinde zich juist beeld te vormen, dan ware het staatsbelang het beste gediend. Hoe het ook zij en' hoe de overwegin- n en de conclusies van de Enquêteoom- issie ook mogen uitvallen: zij zal niet kunnen voorbijgaan aan het bedroeven de falen van G.S. m, dat onder de di recte oorlogsdreiging verzuimde, een dienst op te bouwen, die in een even tuele bezettingstijd kon functionneren als verhindingssehakel tussen volk en over- heid-in-ballingschap. Met dat grove falen staat een reeks an rampen in causaal verband. Schreie- ler. Giskes. May en Van der Waals zou- len nooit de succesvolle jachthonden ge- l orden zyn, indien er ook maar een mi nimale rest van zulk een deskundige en ingespeelde dienst aanwezig ware ge weest. Helaas: ,er was eenvoudig niet gedacht". (Het vorige artikel stond in ons no. van 3 September) Het i thans een tijd, waarin kunst wordt gedaan, een tijd, kunstenaarscongressen worden georganiseerd, festivals op touw gezet worden gehouden, om ijgen over hetgeen er op kterair gebied aan evenementen te be leven valt. En bij al die gelegenheden ordt er lang en breedvoerig ge sproken over de taak van de kun stenaar, het my sterie van het scheppen van dachten, kunst mo gen. Eerlijk heb ik eens afgevraagd of al dat getheore tiseer over de psyche van de kunstenaar, de inspiratie, de emo tie en de achter de verschijning liggende gedach ten. nu geen rem naar een verklaring mQet zoeken en zon der toelichting is dat vaak heel erg moeilijk. En als we dan in de kunst de uiting van een levensbeschouwing willen zien, dan kunnen we zo droef gestemd wor den bij een tentoonstelling zoals ik die vorige maand in Oostende zag en die' de ge- die de :t uitdra- gezq^d achtig scheppen werk. Er wordt zo on/izetteni' veel ge psychologiseerd en het wordt er ook de kunste- diger door ge maakt Bach. Mo- I zast of Rembrandt dachten lang zo veel over psyche en schie- pen zij niet i grote spontaneïteit waarmede zij hun werken conci- Giorgio de Chmco zag xo de trojaanse held Hector i pieerden. liet hen zgn echtgenote Andromache, die door Homerus een d nimmer in de steek vr( en van ernstige zielsconflicten had den zij blijkbaar nog nooit gehoord. Toch is het geen oppervlakkig oeuvre gewor den. integendeel ,er liggen rijke gedach ten aan ten grondslag. Maar deze gedach ten waren door en door gezond en ook geheel in overeenstemming met hun eigen levnsbeschouwing. Anno 1949 is de zaak iets gewijzigd. De onbezorgde sp^taneïteit. de eerlijke en vrije scheppingsvreugde, het genot om met kleuren of klanken een feest te bereiden, zij hebben plaats gemaakt voor het verlangen het innerlijke, het wezen van de dingen te doorgronden en dan speciaal die inhoud weer te geven, al gaat het dan ten koste van de ver schijning. van de vorm. Op zichzelf zit ten hierin natuurlijk heel waardevolle elementen. Een schilder die portretteert zonder het wezen van zijn model in zijn werk te leggen, is niet meer dan een kundig vakman, maar geen persoonlijk heid Maar dat heeft ook Rembrandt niet gedaan. Ook hij was in zekere zin psy choloog. ook hij observeerde zijn mo dellen naar hun werkelijke aard. Maar bij hem ging het nooit ten koste Vele schilders van nu bekommeren zich niet meer om die vorm Do getheoretiseer zijn zij hun houvast kwijtgeraakt, zij geven niet i beeld, waardoor een ieder ook de leek op kunstgebied kan worden ontroerd. thans in het Haagse Gem. Museum is te zien. Persoonlijk onderging ik die le vensbeschouwing als een volkomen anar chistische. die alle eeuwige waarden ontkent, die de spot drijft met de mem als beelddrager Gods en die het Schone de Schepping alleen maar ziet als vernisje over een rotte plek. Het is de levensbeschouwing van hem, die meent geheel vry te zijn en geen ge bondenheid te kennen Maar hij vergisl zich, want die vrijheid is maar een rela tief begrip, hij vergist zich ook omdat hij de grenzen van de waarachtige kunst kwijtgeraakt Picasso, wiens werk ook is vertegen woordigd. zei eens: „Je ne cherche pas, je crée". Een prachtig standpunt, inder daad. Ook Bach zal wel zo gedacht heb ben. Maar Bach hoefde niet meer te zoeken, hij had een hecht geestelijk fun dament. waarop hij kon bouwen. Heeft Picasso dat ook? Ik twijfel en zou hom willen toeroepen: Zoek dan eerst eens naar dat fundament. En dat is ook van toepalsing op Klee, op Chirigo. op Dali, of Ernst, ja zelfs ook op Ensor. wiens 90ste verjaardag met deze expositie wordt gevierd. ..L'art me scmble surtout étre un état d ame" zei Chagall eens Maar het hangt van die „état d'ame af of de kunst werkelijk groot zal zijn. rnwv *A«ÏOCICI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3