Bij D. G. van Beuningen, zakenman
en kunstverzamelaar
ONZE KINDEREN EN WIJ
Studiebeurzen voor aanstaande
leraren M.O.
KAPITALE BLUNDER: G.S.III schiep
geen bezettingsdienst
VOLGENDE
RONDE
HUIVERING OVER DE KUNST
1
ZATERDAG 1-0 SEPTEMBER 1949
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
Vensters in de burcht „Noorderheide"
vormen elk een schilderij
(Van een onzer verslaggevers)
In het Rotterdamse Museum Boymans wordt op het ogenblik een tentoonstelling
gehouden van de grootste en fraaiste particuliere kunstcollectie, die ons land kent,
die van de heer D. G. van Beuningen.
Het is een pracht. Jan van Eyk hangt er en Titiaan, El Greco en Rubens en
Rembrandt. Alle groten zijn er en het gerucht van deze grote expositie alléén deed
ons vragen: wie is deze Daniël George van Beuningen, die deze schatten verza
melde; deze uitzonderlijke rijkaard, die zich aankopen van dergelijke schilderijen
kon veroorloven?
Het behoeft geen betoog, dat mer
iemand, die El Greco's bezit en schilde
rijen van Hiëronymus Bosch, in eer
burcht moet zoeken Die van de heer var
Beuningen heet Noorderheide en het if
een modern, door de architect Eschau-
zier in 193-9 gebouwd slot op de heide bij
Vierhouten op de Veluwe Als U
fiets de Staken-berg bij Nun-speet afglijdt
ziet U het al liggen: een fors rood ge-
De bewoner is een kleine stevige ze
ventiger, die U imponeert door de ma
nier waarop hij spreekt over zijn leven,
en dat van anderen, dat het zijne raakte.
Dat zijn de tienduizend arbeiders die in
de 36 ondernemingen, die hij leidde,
brood vonden, dat zijn ministers uit aile
landen der aarde, kunstenaars, verstrooid
over vele eeuwen, schilders, mi
schrijvers, bouwmeesters. Zij hebben met
elkaar de schatten aangedragen, die
huis Noorderheide van onder tot boven
vullen. Niet zo. dat het er een pakhuis
is van oud en mo.dern schoon, maa:
toonde zich in het verzamelen van schil
derijen en kunstschatten, in het kiezen
van de materialen voor zijn huis. in het
plaatsen van de vensters, die elk op zich
een schilderij vormen van Veluwse pracht
aan bossen, hei en heuvels, een kunsi
naar méé Een levenskunstenaar Want
rijk zijn, dat ziet U hier, is een even
grote kunst als rijk worden. En mis
schien is het een nog groter kunst.
Alis U dat tegen de heer van Beuningen
zegt, dat het rijk wonden de mogelijk
heid opent tot a-1 die geneuchten. die hij
als schatten om zich verzamelde, dan
zegt hij: „ja, maar ik heb altijd onge
looflijk hard moeten wenken Er zijn
ogenblikken geweest, dat ik. tijdens
reizen in het buitenland, maar één nacht
in de hele week een hotelbed te zien
kreeg en voor de rest in slaapwagens en
op schepen verbleef."
Dat moet ook wel. want behalve de
Steenkool Handelsvereniging in Utrecht,
waar hij als jongeman inkwam, waren
het in Rotterdam, waarheen de heer van
Beuningen later zijn werkzaamheid ver
plaatste een groot aantal maatschap
pijen. die hij of wel oprichtte of tot nieuw
leven bracht, o a het agentschap van het
Rheinisch Westfalische Kolensyndicaat.
de Rotterdamse Handelscompagnie, de
Maatschappij Vrachtvaart, de Neder
landse Benzol Maatschappij (die zodanig
.werkte, dat de Duitse leveranciers van
.Benzol de twee eerste jaren de advéi>
tentiekosten betaalden), de Nederlandse
Rijnvaart Vereniging en de Internationale
Sleepdienst, die hij later verenigde met
L. Smit en Co's Internationale Sleep
dienst
Het geheim van al dat zaken doen was:
„optreden met grote doortastendheid,
doorzetten, maar nooit verder springen
dan de stok lang is en zorgen, dat men
nooit behoeft te wijken" Daarnaast het
bewustzijn kweken: „men kan niet zon
der c
Wie die woorden uit de mond
1 Da
niël George van Beuningen anno 1949
hoort, herinnert zich onwillekeurig Coen-
raad van Beuningen-, ambassadeur van
de Repuibliek der Zeven Verenigde Ne
derlanden aan het hof van de Zonneko
ning. „Hij schijnt wel tot de famil-ie te
behoren", aldus de heer van Beuningen.
Die Coenraad dan zag zich bij het aan
bieden van zijn geloofsbrieven geplaatst
tegenover een Lodewijk XIV. die zich
veroorloofde zijn hoed op te houden, ter
wijl hij met de Nederlandse ambassadeur
sprak. Waarop van Beuningen: „Ik zal
mijn hoed laten halen majesteit, want
als U gedekt bent. kan ik niet ongedekt
blijven".
Het doet het Nederlandse hart goed te
horen, dat er eens dergelijke kerels ge
leefd hebben.
Maar de naamgenoot Daniël George
behoort ook niet bepaald tot het slag
Jan Salie
Toen in 1918 de Belgische en Franse
bezetters van het Ru-hrgebied de vrije
vaart op de R'ijn wilden belemmeren
uiteraard tot groot nadeel van 's heren
van Beuningen's kolenvervoer is hij
naar Düsseldorf gereisd.
Er stonden bij de brug soldaten op
wacht, tot wie de heer van Beuningen
als volgt sprak: „Ik ben van de Rotter
damse Kamer van Koophandel. Ik kom
alleen constateren hoe hier de vrije vaart
op de Rijn belemmerd wordt. Daarom
gaf ik mijn schepen opdracht om tien
uur te vertrekken. Als U iets moet doen,
sohiet er dan overheen, dan wordt nie
mand- geraakt en we gaan zó weer voor
anker. Het gaat mij alleen om het con
stateren".
En hij bleef bij de sluis staan. De wacht
ging het incident in wording terstond
bij het commando melden. Het eind was,
dat alle schepen ongehinderd vertrokken.
Het gebeurde, dat de Griekse regering
geen con-tanlen wilde vrijgeven voor
steenkolen, die de Steenkolen Handels
vereniging van de heer van Beuningen
geleverd had In een onderhoud met de
minister-president Venizelos zei de Griek
tegen de Rotterdammer: „U kunt er
krenten en rozijnen voor in ruil krijgen."
Waarop van Beuningen: „Krenten en ro
zijnen verkoopt U maar aan anderen.
Ik leverde U kolen. Maar als U die niet
betalen wilt zal ik al m'n relaties van
deze transactie op de hoogte brengen.
Ziet U dan maar, dat U ergens kolen
krijgt."
Dat kon een Nederlands koopman
twintig jaar geleden zeggen en hij kon
er wat mee bereiken ook. Kom daar nu
Toen de scheepswerf in de dertiger
jaren slecht ging, is de heer van Beu
ningen vrachtschepen.op speculatie gaan
bouwen. Het eerste sohip kon geplaatst
worden Het waren in haar soort de
mooiste vrachtschepen, die denkbaar wa
ren. Toch bleef de weef, ondanks alle
pogingen, met de volgende zitten Daar
om besloot de heer van Beuningen, die
zelf in de vaart te brengen en zo werd
hij, tegen zijn zin, zeereder. Nadat de
schepen enige tijd in algemene vaart
hadden gewerkt, kwam, door het faillis
sement van een Engelse reder, die een
lijnvaart vqji Antwerpen op Argentinië
onderhield en een groot cliënt was van
het kolenstation van de S.H.V in Las
Palmas op de Can-arische eilanden, de ge
legenheid die lijn over te nemen, waar
door zowel de zeerederij als het kolen
station in stand kon blijven. De lijn on
derhoudt de dienst nog in samenwerking
met de gebroeders van Uden onder dt
naam Havenl-ijn. De schepen van toei
zijn evenwel alle getorpedeerd.
De moeilijkste taak, die ons gegeven is
en die zo dikwijls te licht wordt geacht,
is de opvoeding van onze kinderen. We
denken nu niet aan de materiële noden
van ons kind. waarin wij hebben te voor
zien. Zij mogen vele zorgen geven het if
in de bezettingsjaren en zeer zeker in do
kampen van Indië wel gebleken, dal
voedsel, huisvesting, kleding en scholen
alle belangrijke factoren zijn, doch dat
innerlijke kracht, zelfbeheersing, geduld
en moed er niet door bepaald worden.
Trots alle liefde, die de ouders hun kin
deren kunnen toedragen, alle zorg die ze
voor hen hebben beseffen Zij nog dikwijls
te weinig, dat het
toch juist deze laatste
eigenschappen zijn,
die hun kind de we
reld door moeten hel
pen. Opvoeden bete
kent te trachten
kind deze dingen mee te geven. Vele
ders en moeders beseffen dit, zij weten
echter in 1001 gevallen niet hoe het
te pakken.
Jantje is bokkig, Marietje lui en
kleinste een dwingeland. Moeder wordt
er verdrietig van en vader slaat 's avonds
als hij moe thuis komt met de vuist op
tafel. Dan is de stemming kapot, er is
onrust in het gezin en he: wordt steeds
moeilijker om de zaken recht te trekken.
Niet iedere ouder kan paedagogie of
kinderpsycholgie bestuderen en daarom
Voor de
VROUW
Er is groot gebrek aan leraren bij het
M.O. De regering doet daarom haai best
jongelieden er toe te brengen zich aan
het onderwijs te wijden- Maar tot dus
verre is de verhouding tussen kosten
van opleiding en salaris als leraar niet
zodanig, dat er grote
Er is mij een gemeente bekend, waar
een leerling van de ene school in de
vierde klasse aldaar zat. Door omstan
digheden die hier niets ter zake doen,
ging deze leerling naar een andere
school in die gemeente over en daar kon
ternauwernood in de tweede
beroep bestaat. Om deze reden heeft de i gebruiken. Zo veel verschillen de
regering zich gemeend beurzen beschik-1 die men stelt En od het einri-evar
baar te moeten stellen Hoe het
cies in zijn werk is gegaan, wil ik
midden laten, maar het staat vast dat
een indruk werd gewekt, waaraan de
werkelijkheid niet geheel beantwoordt.
Men kreeg namelijk uit de eerste ken
nisgeving van deze maatregel de me
ning dat de beurzen zouden lelden voor
5 jaar en dat ze £1800 per jaar zouden
bedragen. Daartegenover moest men zich
verbinden ten minste gedurende een
tijdvak van tien jaar na afstudering
leraar bij het M.O. of Gymn. O te wor
den. Voor vrouwen gold de bepaling dat
zij, bij huwelijk binnen deze tijd, niets
zouden behoeven terug te betalen Dit
laatste werd door het Departement niet
bekend gemaakt, doch medegedeeld aan
vrouwelijke sollicitanten, die daarnaar
vroegen.
Nu blijkt de .werkelijkheid echter
heel wat minder gunstig te zijn. Naar
ons werd medegedeeld, is f 1800 het
maximum dat in betrekkelijk weinig
gevallen zal worden uitbetaald. Boven
dien zal de toekenning van de beurzen
niet voor 5 jaar gelden, maar slechts
voor één, waarna een nieuwe aanvrage
zal moeten worden ingediend. Het zal
dan, naar men mij mededeelde, van de
financiën afhangen of de beurs opnieuw
kan worden toegekend. Dit maakt het
aanbod heel wat minder aanlokkelijk,
want de kans bestaat, wanneer ouders
niet in staat zijn de studie zelf verder
te bekostigen, dat men deze plotseling
en op een zeer ongelegen ogenblik zal
moeten afbreken. Bij vroegere beurzen
was, wat mij logisch toeschijnt, de be
paling gemaakt dat bij wangedrag van
vielke aard ook van de zijde der be
gunstigden, de steun kon ingetrokken
worden- Maar dit is een geheel ander
geval. Het is stellig wenselijk dat aan
deze kwestie door de regering open
baarheid wordt gegeven, zodat sollici
tanten niet ingaan op een verbintenis,
die achteraf veel minder gunstig zal blij
ken te zijn dan ze meenden.
Er js echter nog een andere kant aan
de zaak. Men heeft bij vroegere gelegen
heden de keuze hoofdzakelijk laten af
hangen van de cijfers bij het eindexamen
behaald. Dit 1 ij k t logisch, maar het i s
dat niet. Wie met de scholen voldoende
bekend is. weet zeer goed dat een 7 van
de ene inrichting lang niet dezelfde
waarde heeft als die van een andere
En daar men waarschijnlijk ook nu als
eis zal stellen dat het gemiddelde cijfer
een 7 moet zijn, staat het vast dat deze
eis noodzakelijkerwijze onrechtvaardig
heden aal meebrengen.
i stelt. En op het eind-e:
dit evenzeer he' geval, ondanks de rijks
gecommitteerden. Ten eerste zijn dit lang
niet altijd deskundigen op de gebieden,
waarover zij hebben te oordelen, maar
bovendien zijn er bij de ellendige school
examens zoveel wijzen, waarop men, we
zullen het zacht uitdrukken, zijn goede
hart kan laten spreken, dat er een ge
weldig verschil in beoordeling ontstaat.
Daardoor kan het zeer licht gebeuren
dat minder verdienstelijke leerlingen eer
der in aanmerking komen dan anderen,
die meer recht op een beurs hebben.
Het komt mij voor dat deze stomweg
automatische schifting geheel onjuist is
Meer waarde dient men toe te kennen
aan het oordeel van directeuren en
rectoren aangaande vlijt, doorzettings
vermogen en studielust der candidaten
Ik heb namelijk meer dan eens jongelui
met een uitstekende eindexamenlijst op
de universiteit zien verongelukken, om
dat ze eenvoudig niet zonder voortdu
rend controle konden zijn en vaak zich
versnipperden door liefhebberijen, die
met hun eigenlijke studie weinig te
maken hadden.
Ik meen dan verder ook, dat het zeer
gewenst is met de voorlopig gekozen
candidaten een gesprek te voeren in ver
band met hun studieplannen. Wanneer
dit door een bekwaam paedagoog wordt
gedaan, kan het veel verkeerde keuzen
voorkomen. W-ie gewoon is met leerlin
gen om te gaan, zal spoedig ontdekken,
welke eigenschappen, die wel of niet ge
wenst zijn voor een aanstaand student,
een jongeman of een jong meisje bezit
Het onderwijs in ons land is zeer duur
en het is niet verantwoord op goed ge
luk af de rijksfinanciën rond te strooien
Alleen, wanneer aan de laatstgenoemde
eisen voldaan wordt, kan men zeggen
dat de beurzen kans hebben op de juiste
plaats terecht te komen- Men mag dus
zeer zeker het oordeel van rector of
directeur hoger aanslaan dan de cijfer
lijst en men moet zeer beslist, al kos:
dit dan ook wat moeite en tijd, met de
jongelui eens over een en ander spreken,
voor men ze uitkiest om op 's lands kos
ten hun studie te beginnen en naar de
bedoeling moet zijn, ook tot een goed
einde te brengen. Er is van de zijde der
leraarsverenigingen reeds tegen het kwe
ken van leraren op deze wijze gepro
testeerd. omdat er vaak van roeping
weinig sprake kan zijn. naar men meent
Maar ook dit punt zou allicht in het
gesprek met de paedagoog duidelijk kun
nen. De nodige ernst en voorzichtigheid
is hier ten zeerste geboden.
Den Haag. Dr F. C. DOMINICUS
:s het materiaal, dat door de Commissie
voor Huishoudelijke- en Gezinsvoorlich-
ting regelmatig de wereld ingestuurd
wordt zo nuttig. In klare, eenvoudige taal
worden voorbeelden gegeven uit het kin
derleven, uit elk gezin. De problemen
van iedere dag voor elke vader en moe
der. Het zijn wenken en raadgevingen,-
die zo helder gesteld zijn. dat elke op
voeder ze kan begrijpen en vooral er
door .aan het denken wordt gezet. Het
zou ons thans te ver voeren om hier nu
dieper op in te gaan, doch wij hopen dit
later zeer zeker nog te doen. De nieuwste
folders „Doen en laten", „Dreigen en straf
fen", „Verwennen en verwaarlozen" ver
en de belangstelling van een ieder,
net kinderen omgaat.
Beeld van bruut geweld en verdruk
king. Hiertegen vocht wanhopig de
ondergrondse, verstoken van een ne-
gelijke inlichtingendienst, waaraan
men „eenvoudig niet gedacht had".
Op deze pagina wordt U over die ka
pitale blunder meer verteld
Een onderneming waarover de heer
van Beuningen ook met grote ingenomen
heid spreekt is Fran-k Rijswijk's scheeps-
sloperij in Hendrik Ido Ambacht. Klein
opgezet is dat een groot bedrijf gewor
den. Bij het uitbreken van de eerste
wereld oorlog had men daar 3 500.000 tor.
koper in de schepen liggen. En in 1916
gingen de aandelen voor 800% over in
andere handen. Deze sloperij slechtte een
groot aantal oude Britse kruisers en
slagschepen.
Een boeiend leven. Een leven vooral,
dat een loflied vormt op de vrijheid. En
diat die vrijheid tot heil van duizenden
aanwendde. „Mijn arbeiders werkten
onder de beste voorwaarden, die denk
baar waren. Wij hadden de eerste grote
personeelsfondsen".
Van de arbeid in zijn ondernemingen
rustte de heer van Beuningen uit in z'n
liefhebberijen: het verzamelen van schil
derijen, musiceren in zijn eigen viool-
kwartet en zijn lectuur.
„Altijd moet het zo zijn, dat een schil
derij je iets doet Daardoor heb ik kunst
werken aangekocht tegen een prijs, die
lager was, dan de waarde van de lijst.
Dat waren de schilderijen, die toege
schreven werden aan de een of andere
kunstenaar. Maar ik keek niet naar na
men. Ik vond het mooi en daarom kocht
ik het."
Nu, in de rust van Vierhouten, i
het 800 ha grote landgoed met z'n
nemende grofwild voorraad, dat de
diaeht vraagt. „De wilde zwijnen hier zijn
zo aan ons gewend, dat we de jongen
kunnen strelen als we ze voeren."
Maar schieten doet de heer van Beu
ningen het wild maar zelden. Hij ziet de
dieren liever rondlopen.
Dan. na het gesprek, toont hij de pracht
van zijn huis. De schilderijen, de kunst
schatten, de gebeeldhouwde schou
Spaanse zwaarden en Bourgondische
drinknappen
Een der laatste vertegenwoordigers van
het geslacht dat Nederland eens groo!
maakte in de wereld.
Eén zo'n man aan het roer en Neder-,
land voer een andere koers. Een rechter
koers en een beter koers!
De Kerk buiten de grenzen
Ook daar
Aan het Congres van n
onlangs voorstellen - de
activiteit der Protestanten 'n te
leggen. Men wil, H- dep. va- Ere
dienst toezicht zal ui*'*-'op alle
ke n behalve dan de R. Kath. De
Prot activiteit zo» -->erken
tot de kerkdiensten. Intussen 'ijn, 'kort
geleden, een maand lang alle Prot. radio
programma's \uit de aether weggebleven.
De predikanten. die v- Ho r-dio «,:ilen
spreken, moeten zich bij het dep. van
Eredienst melden. Door allerlei vertra
ging bij het inschrijven kan men de pre
dikanten verhinderen, te spreken. De
minister wordt terzijde -"taan door een
Franciscaner monnik Door al deze te
genslagen sluiten-de Protestanten zich
echter nauwer aaneen
Het. mooiste boek
De mooiste van alle Bijb- uit de
Middeleeuwen zal nu voor iedereen toe
gankelijk worden. In h»t Trinity College
in Dublin (Ierland) wor-5' nl. een Bijbel
bewaard, die nu door een Zwits— p- firma
in originele kleuren "-orden uitge
geven. Het is de „Kels-Bij'bel", naar het
klooster Kells, a-»* >eger ergens 'ussen
Dublin en Belfast stond. Mij meent, dat
het boek in de ze-J- is vervaardigd
De Ierse monniken moeten vele weken
nodig hebben gehad voor elke beginlet
ter, die een klein kunstwerk op zichzelf
vormt. De monnik»" ««-va- Jigden ook
zelf de kleur uit mineralen. Tussen 500
en 1000 hebben Vikingen nogal eens n
het klooster huisgehouden en bij
zo'n gelegenheid is de beroemde Bijbel
verloren gegaan. Korte tijd daarna werd
hij teruggevonden, do-'- de met
juwelen bezette band Experts noemen
deze Bijbel „het mooiste boek ter we
reld".
Het drama van het Englandspiel
„Er was niet aan gedacht" - en dat
kostte vele mensenlevens
(Van een bijzondere medewerker)
Het werk van spionnen heeft op de massa schier altijd en overal indruk gemaakt,
die tegelijk afstotend en fascinerend is. Afstotend om de immorele methoden, die
vaak worden toegepast en fascinerend om de sfeer van geheimzinnigheid en
levensgevaar, die er inhaerent aan is. De openbare mening heeft in het algemeen
naar beide zijden overdreven. En daaraan hebben vele publicisten schuld, die de
op zichzelf weinig aantrekkelijke, harde en meestentijds volstrekt onmaatschap
pelijke wereld van de spionnage sterk hebben geromantiseerd. Die romantiek is
er in het verleden stellig geweest. Maar in onze moderne wereld, met haar vrij
wel geheel gemechaniseerde oorlogvoering, is ook het werk der spionnage zozeer
gespecialiseerd, zozeer beïnvloed door de vindingen van wetenschap en techniek,
dat het romantisch verguldsel verdwenen is en dat er slechts overbleef een harde,
niets en niemand ontziende strijd om de inlichtingen.
Men heeft zich vroeger in de kringen
van hen, wier leven b.eheerst wordt door
de normen van Wet en Evangelie mees
tentijds met bijna primitieve afkeer af
gewend van alles, wat maar naar in
lichtingendiensten, sabotagegroepen en
dergelijke zweemde. Het scheen dan ook
wel volstrekt in strijd met het „leiden
van een gerust en stil leven in alle God
zaligheid en eerbaarheid". Maar die de-
gelük-burgerlijke instelling verdween
bij de besten onder hen al spoedig als
sneeuw voor de zon, toen de barbaarse
„leider" onzer Oosterburen zijn legers
losliet op ons vredige en vredelievende
volk en toen tot het neerslaan van onze
vrijheid en onze zelfstandigheid de men
selijke bloedhonden van Sicherheits-
dienst en Grüne Polizei op alle man van
Neerlands stam werden losgelaten, die
uit innerlijke drang des harten en om
der wille van het hoogste goed zich ver
zetten dorst tegen het ruw geweld der
tyrannie.
Toen stonden in alle steden en dorpen
de mannen en vrouwen op, die de onder
grondse strijd begonnen. Klein was hun
getal in het begin, maar het groeide
naarmate de strijd vorderde. En al
mocht het woeden der Duitsers een
spoor van bloed en tranen trekken door
de rijen der illegale werkers de rijen
sloten zich weer, omdat steeds nieuwe
vrijwilligers zich voegden*bij hen, wier
hart niet versaagde in de ongelijke kamp
op leven en dood. Het was in de kringen
der zich steeds beter organiserende
weerstandsgroepen niet alles goud wat
er blonk wie zou het beweren? Maar
de kern, het door idealisme en geloofs
moed gedragen besté dgel ervan, was het
staal en het merg van ons volk in de
moeilijkste jaren van zijn bestaan sinds
de vrede van Munster.
En tot die allerbesten hebben zjj
behoord, die zich vrijwillig gaven voor
het moeilijkste, gevaarlijkste en een
zaamste werk: dat der spionnage. Onge
veer de helft van hen heeft het met de
dood bekocht. En van wie in leven ble
ven, zijn er velen en dat is bitter
der miskend, verdacht gemaakt en
achteruit gezet. Enkelen zijn getroffen
in hun positie, zelfs vervolgd en opge
sloten door plotseling tot ongekende
macht gekomen mensen, die er niets
van begrepen dat zij te maken hadden
met Nederlanders, die jarenlang ook
voor hen de kastanjes uit het heetste
vuur hadden gebaald. Men begreep het
niet. Omdat men niet de sfeer begreep,
waarin zich het spionnagewerk wel
moest afspelen.
Er is veel onrecht gedaan, juist aan
de vechters op eenzame posten. En de
bitterheid daarover bleef bestaan tot op
de dag van vandaag. Nederland heeft
wat goed te maken aan sommigen der
besten van zijn zonen.
Toen in 1940 de storm over ons los
barstte, togji aan de Grebbe, in de Peel,
aan de Rotterdamse Maasbruggen en op
zo menige andere plaats onze soldaten
vielen, toen een paar dagen later het
Koninklijk Huis en het Kabinet naar
Engeland uitweken en toen in de lagere
school van het landelijke Rjjsoord gene
raal Winkelman de capitulatie van het
Nederlandse leger aanbood toen was
door een der belangrijkste afdelingen
van onze Generale Staf, G.S. III, reeds
vele maanden te voren goed werk ge
daan. Wij hadden de blunder van het
grensincident bij Venlo gehad, zeker.
Maar dat allerongelukkigste voorval
kon men nauwelijks G.S. III verwijten,
hoewel haar chef. gecompromitteerd als
hij was, moest aftreden. Daartegenover
hadden opmerkelijke successen gestaan;
men kende de meeste der Duitse agenten
ïen wist zich op de hoogte te houden
hun daden. En men had in Berlijn
een militaire attaché, die op waarlijk
knappe wijze zijn relaties wist uit te
buiten en die nimmer ten onrechte met
waarschuwende berichten de zelfgenoeg-
rust, die nog op veel te veel
plaatsen heerste, wist te verstoren.
Maar... dat alles woog toch nauwe
lijks op tegen het enorme .erzuim, dat
G.S.III pleegde door geen apparaat op
te bouwen, dat bij een eventuele bezet-
ins land, gevolgd door een ujt-
wijken van regering, marine en leger
leiding, in het vaderland kon achterblij
ven. Zulk een apparaat, bestaande uit
kundige en betrouwbare figuren, hadden
wij véél en véél méér nodig dan sfcuooi-
biljetten, Flitspuiten en goedkope leuzen
"t radiokelders.
Wij hadden hier in 1940 moeten hebben
:n aantal geestelijke „egelstellingen",
in waar in stand hadden dienen ge
houden te worden de radio- en andere
erbindingen met Londen. Het aldus ont
dane apparaat had zorg moeten dragen
roor het openhouden \an passeurlijnen,
i oor het functionneren van koeriers
diensten, voor het verzamelen van mili-
politieke en economische inlichtin-,
gen e
allieerde zaak stonden.
Men had toch waarlijk lang genoeg de
ii zien dreigen om zich het gevaar en
zijn gevolgen op alle gebied in le denken.
De meest op intellectueel raffinement
ingestelde afdeling van onze Generale
Staf, het befaamde G.S.III, heeft die
intellectuele capaciteit niet vermogen op
te brengen.
Waarom niet? vroegen wij enige
tijd geleden aan iemand, die over deze
kwestie oordelen kan.
Zijn antwoord was verbluffend .van
eerlijkheid en beschamend van zielig
heid: „Men had er eenvoudig niet aan
gedacht"...
Omdat men er „eenvoudig niet aan ge
dacht had" kon er een Englandspiel
ontstaan. Het is het refrein, dat steeds
zal terugkeren in dit dramatisch
verhaal van het grote spionnagedrama:
was niet aan gedacht."
En weer is een vacantie voorbijge
gaan en weer begint opnieuw het
werk in de volkswijk. Vaarwel, gou
den dagen van vrijheid en ontspan
ning; vaarwel bossen en weiden en
stranden er moet weer worden aan
gepakt. Dat geldt trouwens ons al
len: volkswijkers èn voorstedelingen,
ambtenaren, kantoorbedienden, on
derwijzers en predikanten. Wij kun
nen noch willen zelfs daarover jere-
mierenvolgeschonken met zon en
zomer willen we waarlijk wel met
nieuwe moed aan de slag gaan. Bo
vendien: na zo'n vacantie waarderen
we eigen huis en haard meer dan
ooit want ons pensionnetje mocht
dan al riant gelegen wezen, maar je
deelde je kamer «lan toch m
zoveel landelijke wespen en muggen
dat je moeilijk de platgelegen ma
trassen vergat. Hoe vriendelijk is
dan weer dat eigen home; hoe goed
kookt moeder de vrouwhoe gere-
classeerd trekken de kinders naar
school. Vacantie heerlijk, maar
zeg van de nieuwe cursus geen kwaad
ook al dicht ge Gor.ter dan nog niet
na: „Een nieuwe herrefst en een
nieuw geluid- Er M een muziek,e en dot dan duI
i moede verderop gezocht
in de modderige ingewanden van
onze stad. Ze hebben met nooit fa
lende zekerheid trams en taxi's en
kranen bestuurd. En nu komen ze
avond aan avond naar de volkswijken
terug waar de huizen moe tegen el
kaar leunen; waar de na-zomerse
hitte hangt in straten en kamers;
waar het altijd durend gekrijs is van
radio's en van veel kinderstemmen
kroegen als lichtpaleis-
1 es de triestheid van de straat onder
breken. VOLGENDE RONDE"
Ik denk ook aan de vrouwen. Aan
in de Septembermaand. Maar ach, tk
kan zo blijmoedig de winter niet te
gengaan, hoe gaarne ik dat ook doen
zoude Ik zet bewust boven dit ar
tikel „VOLGENDE RONDE". Dat
doet aan een boksmatch denken en
al weten mijn wijkbewoners daar
van heel wat meer dan ik zelf, één
ding heb ik toch wel begrepen: een
boksmatch is een hoogst-ernstige
zaak, waarbij alles op het spel staat.
En zullen wij dan niet knock-out ge
slagen worden?
Ik denk daarbij niet aan mij zelf.
Ik denk aan de mannen, die ik van
daag terug zag komen van hun werk
Heel de dag hebben ze voor hete denk ook aan de moedei
ovenvuren gestaan; heel de dag heb- gezinnen, die moegesjouwd zij
ben ze klinknagels door het ijzer ge- die vader de man niet altijd zo
dreven Ze zijn afgedaald ui de die welkom en als hij wel wenst en
pe buiken van de oceaanstomers dientdie narrig en narig wi
één duizeling en ze waren nooit meer van hun vruchteloze strijd tegei
thuis gekomen. Ze hebben gebaggerd gedierte en vuil. En ik denk ac
opoetjes, die al weer vroeger naar
bed gaan omdat het electra zo duur
is. „VOLGENDE RONDE".
En aan de kinderen denk ik, aan
de duizenden kinderen van ons eigen
volk. Ik denk aan de kleintjes, die
wakker schrikken als iemand stom
dronken en vloekend de trap op la
veert. Ik denk aan de wat groteren,
die wel weten dat ze toch niet zullen
kunnen slapen en die dus door de
schemer sluipen, belaagd door ontel
bare gevaren naar lichaam en ziel.
En ik flenk ook aan de oudsten, die
haken naar een kqrte vreugde, die
is als een verzengende vlam. „VOL
GENDE RONDE".
Ik denk aan de zieken. Aan tb- en
kankerpatiënten, aan de toevallijders
en de chronische lijders aan talloze
kwalen. Ik zie hen liggen in hun
huizen, waar alleen maar omstreeks
de langste dag even «een zonnestraal
tje binnensluipt. Ik zie hen staren
naar de blinde muur, die licht en
lucht afgrendelt. Het is nog broeierig
warm in hun hokje heel gauw zal
het er vochtig en dan steenkoud zün.
„VOLGENDE RONDE".
En hoe meer ik aan dit alles denk,
hoe minder raad ik er mee weet
Minder raad dan verleden jaar, of
dan het jaar daarvoor Omdat ik
steeds duidelijker ga beseffen wat
het betekent in de volkswijk te wo-
nen. Omdat ik er, alleen, zo eindeloos
de jonge kind-vrouwtjes denk i k, die
„i. d.„ Z... ™«9lteloo. tegenover ,!a. Omdat Ik
stad bouwen
i groot maken, hun
zoeken in di£ één of
ekken, die hun huis uit-
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
trouwen moesten
ergens zijn gaan inwonen. Ze behoor
den natuurlijk niet te moeten trou
wen; ze hadden dienen te wachten
tot ze ergens in eigen huis een gezond
gezinnetje konden opzetten. Maar
hoeveel jaren zouden zij daarop moe
ten wachten, want wie krijgt in onze
maatschappij een huis, als hij netjes Want
mze gemeenschap-
t God
wil? Ik
gebogen ga onder
pelijke schuld.
Schuld. Onze schuld. Onze gemeen
schappelijke schuld.
En probeer me die schuld niet uit
mijn hoofd te praten. En zeg me niet
dat u en ik er toch niets aan doen
konden en ook vandaag niet kunnen.
:ijn een deel dezer zelfde
gemeenschap, die deze huizenzeeën
en mensenpakhuizen bouwde en
'uldt. En er was Eén onder ons, die
zeide „Voor-zoveel ge dit aan mijn
minste broeders gedaan hebt. zo hebt
ge het Mij gedaan
Wijkpredikant.
r het i
Zoals er thans niet meer gedacht wordt
in de honderden, die door gedachte
loosheid. slordigheid en amateurisme in
de handen van verraders vielen. En die
gestorven zijn in dezelfde grote een
zaamheid, als waarin zij hun werk deden,
in de volksmond onzedelijk heet,
r dat door hun idealisme en hun
offerzin opgeheven werd tot de zuivere
hoogte van het geloof in de beslissende
zege van Recht en Vrijheid.
De Parlementaire Enquêtecommissie,
e ons beloofd heeft dat we volgend
jaar het rapport van haar onderzoekin
gen naar het Englandspiel bi; iedere
boekwinkel kunnen bestellen? doet goed
en kwaad werk tegelijk. Zij zal
de gehele wereld de détails open
baren van vele, deels zeer geheime,
deels zeer persoonlijke kwesties, die
met elkaar het weinig opwekkende beeld
n van een ontzettende mislukking.
Daarin zit. met name voor wat betreft
de verhoudingen tussen leidende Neder
landse figuren in Londen, een behoor
lijk brok nationaal schandaal. In zoverre
zulks van zuiver politieke betekenis is,
kan publicatie niets anders dan nuttig
immers zuiverend effect hebben. Maar
iverre het betreft het werk van ge
heime diensten is publicatie dit elders
ter wereld, in welk democratisch land
ook, volstrekt uitgesloten zou zijn
een typisch-Nederlandse fout.
Een fout, die stellig met de beste en
nobelste bedoelingen wordt gemaakt,
r die tot onvermijdelijk gevoig heeft
dat: le. iedere buitenlandse mogendheid
amen leert kennen van degenen, die
nze geheime apparaten werkten en
werken en 2e dat de onverkwikkelijke
persoonlijke twisten en verdachtmakin
gen, die in de verhoren breed worden
uitgemeten, woordelijk te lezen zullen
zijn voor hen, die daaruit iedere soort
valse munt kunnen slaan, die hun
lief is. En dat zulks gebeuren zal
déérvan zijn de voortekenen al aan
wezig. Die de meeste boter op hun hoofd
hebben, zullen het hardste schreeuwen!
-t ware wellicht te Wensen geweest,
dat bij de opdracht van de Parlementai-
Enquètecommissie, voor wat de pu
blieke openbaarmaking der resultaten
betreft, met betrekking tot de geheime
diensten een beperking ware toegepast.
Wanneer in grote lijnen de gang van
zaken werd gepubliceerd met duideljike
omschrijving van schuldvraag en schuld
iet weglating van de inside-informa
tion, waarop de commissie onverkorte
rechten kan doen gelden, teneinde zich
juist beeld te vormen, dan ware het
staatsbelang het beste gediend.
Hoe het ook zij en' hoe de overwegin-
n en de conclusies van de Enquêteoom-
issie ook mogen uitvallen: zij zal niet
kunnen voorbijgaan aan het bedroeven
de falen van G.S. m, dat onder de di
recte oorlogsdreiging verzuimde, een
dienst op te bouwen, die in een even
tuele bezettingstijd kon functionneren als
verhindingssehakel tussen volk en over-
heid-in-ballingschap.
Met dat grove falen staat een reeks
an rampen in causaal verband. Schreie-
ler. Giskes. May en Van der Waals zou-
len nooit de succesvolle jachthonden ge-
l orden zyn, indien er ook maar een mi
nimale rest van zulk een deskundige en
ingespeelde dienst aanwezig ware ge
weest. Helaas: ,er was eenvoudig niet
gedacht".
(Het vorige artikel stond in ons
no. van 3 September)
Het i
thans een tijd, waarin
kunst wordt gedaan, een tijd,
kunstenaarscongressen worden
georganiseerd, festivals op touw gezet
worden gehouden, om
ijgen over hetgeen er op
kterair gebied aan evenementen te be
leven valt. En bij al die gelegenheden
ordt er lang en
breedvoerig ge
sproken over de
taak van de kun
stenaar, het my
sterie van het
scheppen van
dachten,
kunst mo
gen.
Eerlijk
heb ik
eens afgevraagd
of al dat getheore
tiseer over de
psyche van de
kunstenaar, de
inspiratie, de emo
tie en de achter
de verschijning
liggende gedach
ten. nu geen rem
naar een verklaring mQet zoeken en zon
der toelichting is dat vaak heel erg
moeilijk.
En als we dan in de kunst de uiting
van een levensbeschouwing willen zien,
dan kunnen we zo droef gestemd wor
den bij een tentoonstelling zoals ik die
vorige maand in Oostende zag en die'
de ge-
die de
:t uitdra-
gezq^d
achtig scheppen
werk. Er wordt zo
on/izetteni' veel ge
psychologiseerd
en het wordt er
ook de kunste-
diger door ge
maakt Bach. Mo- I
zast of Rembrandt
dachten lang
zo veel over
psyche en schie-
pen zij niet i
grote spontaneïteit
waarmede zij hun
werken conci- Giorgio de Chmco zag xo de trojaanse held Hector i
pieerden. liet hen zgn echtgenote Andromache, die door Homerus een d
nimmer in de steek vr(
en van ernstige
zielsconflicten had
den zij blijkbaar nog nooit gehoord. Toch
is het geen oppervlakkig oeuvre gewor
den. integendeel ,er liggen rijke gedach
ten aan ten grondslag. Maar deze gedach
ten waren door en door gezond en ook
geheel in overeenstemming met hun
eigen levnsbeschouwing.
Anno 1949 is de zaak iets gewijzigd.
De onbezorgde sp^taneïteit. de eerlijke
en vrije scheppingsvreugde, het genot
om met kleuren of klanken een feest te
bereiden, zij hebben plaats gemaakt
voor het verlangen het innerlijke, het
wezen van de dingen te doorgronden en
dan speciaal die inhoud weer te geven,
al gaat het dan ten koste van de ver
schijning. van de vorm. Op zichzelf zit
ten hierin natuurlijk heel waardevolle
elementen. Een schilder die portretteert
zonder het wezen van zijn model in zijn
werk te leggen, is niet meer dan een
kundig vakman, maar geen persoonlijk
heid Maar dat heeft ook Rembrandt niet
gedaan. Ook hij was in zekere zin psy
choloog. ook hij observeerde zijn mo
dellen naar hun werkelijke aard. Maar
bij hem ging het nooit ten koste
Vele schilders van nu bekommeren
zich niet meer om die vorm Do
getheoretiseer zijn zij hun houvast
kwijtgeraakt, zij geven niet i
beeld, waardoor een ieder ook de leek
op kunstgebied kan worden ontroerd.
thans in het Haagse Gem. Museum is te
zien. Persoonlijk onderging ik die le
vensbeschouwing als een volkomen anar
chistische. die alle eeuwige waarden
ontkent, die de spot drijft met de mem
als beelddrager Gods en die het Schone
de Schepping alleen maar ziet als
vernisje over een rotte plek. Het is
de levensbeschouwing van hem, die
meent geheel vry te zijn en geen ge
bondenheid te kennen Maar hij vergisl
zich, want die vrijheid is maar een rela
tief begrip, hij vergist zich ook omdat
hij de grenzen van de waarachtige kunst
kwijtgeraakt
Picasso, wiens werk ook is vertegen
woordigd. zei eens: „Je ne cherche pas,
je crée". Een prachtig standpunt, inder
daad. Ook Bach zal wel zo gedacht heb
ben. Maar Bach hoefde niet meer te
zoeken, hij had een hecht geestelijk fun
dament. waarop hij kon bouwen. Heeft
Picasso dat ook? Ik twijfel en zou hom
willen toeroepen: Zoek dan eerst eens
naar dat fundament. En dat is ook van
toepalsing op Klee, op Chirigo. op Dali,
of Ernst, ja zelfs ook op Ensor. wiens
90ste verjaardag met deze expositie
wordt gevierd.
..L'art me scmble surtout étre un état
d ame" zei Chagall eens Maar het
hangt van die „état d'ame af of de kunst
werkelijk groot zal zijn.
rnwv *A«ÏOCICI