Joseph Schreieder, n raadselachtig mens
en een gladde prater
Mevr. B. Midderigli—Bokhorst
DEZE
3
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1949
Het drama van het Englandspiel
„Het was immers oorlog en ik deed
mijn plicht'
(Van een bijzondere medewerker)
Urenlang had ik met Joseph Schreieder gesproken en er was tenslotte weinig meer
te zeggen. Hjj was vrü man, een „correct politieman", die zijn afschuwelijk werk
bij de Sicherhcitsdienst dermate „sauber" had weten te houden, dat ook zeshonderd
verhoren en het scherpste juridische onderzoek van mr Zaajjer hem geen kwaad
hadden kunnen doen. En de poging van de Leeuwarder procureur-fiscaal mr La-
zonder om hem te „grijpen" op een represaille-zaak in Dronrijp was al evenzeer
mislukt. Juridisch was de kleine Miinchener Kriminal-Direktor niet vervolgbaar.
Hij moest worden vrijgelaten.
En toch: tooh was de kleine man met
het kaal wordende hoofd en de rood-om-
rande scherpe oogjes een der meest ge
vreesde figuren uit de bezettingstijd. Toch
was deze gladde prater, die daar tegenover
me zat te acteren met zijn vrouwelijk-
Icleine en uiterst verzorgde handen, een
der Duitsers, die zware slagen hadden
toegebracht aan het beste deel van het
Nederlandse volk in de jaren der bange
verdrukking: 19401945.
Tooh was deze man met zijn scherpe
brein en zijn bijna bovenmenselijke
handigheid de oorzaak geweest van de
dood van honderden en van de ellende
van vele andere honderden in gevange
nissen en concentratiekampen Einde
loos leed, onherstelbare verliezen, na
meloos lijden was begonnen in de kamers,
waar hij zijn verhoren leidde, zijn tele
grammen opstelde, zijn V-mannen in
strueerde en zijn arrestatieploegen beve
len gaf In deze kleine, keurige, drukge-
barende handen had het kloppende
leven gerust van de dappersten onzer
jonge mensen.
„Es war ja meine Pflicht!" In de loop
van ons gesprek had hij steeds weer op
nieuw daarop de aandacht gevestigd.
De geheime dienst van „de overkant"
had immers dezelfde kansen gehad als
hij, Schreieder, en als zijn „Kamerad"
Giskes. met wie hij zo nauw had samen
gewerkt. Maar de Engelsen hadden ge
faald en de Nederlandse dienst, tegen
wie hij zijn Eng'and-Spiel speelde, was
niet tegen de Du Gründliobkeit opge
wassen geweest en. nu ja, de resultaten
wist ik wel nietwaar? De oorlog was
hard Maar de illegaliteit was óók hard
geweest. Fijne, dappere mensen. Kerels
waar hij het diepste respect voor had.
Glauben sie, het had hem vaak ten diep
ste leed gedaan zulke prachtige kerels te
moeten opsluiten. Maar de plicht! Ten
slotte was hij Duitser, soldaat op een
verantwoordelijke post. En mag een sol
daat zijn post verlaten als het er hard
op uitgaat? Nou dan
Zo had Schreieder. terwijl de schok
kende, afschuwelijke gebeurtenissen
de
af
latende behoefte aan zelfverdediging,
urenlang gepraat en gepraat. Een paar
maal had ik hem op onjuistheden be
trapt, een paar maal had ik bemerkt
dat hij om onverklaarbare redenen feiten
verzweeg of verdoezelde.
En aldoor had Ik niet het gevoel van
had verloren. Deze
kenner van betekenis, een psycholoog
van het zuiverste water en een politie-
speurder met de routine van jaren, een
spionnagechef van internationale bete-
Zeker, domoren uit de rijen van mijn
na-oorlogse collega's hadden in boek en
krant een portret van Joseph Schreieder
getekend, dat meer op een boef uit de
achterbuurten leek, dan op een gladde
spionnageleider. Hij wist dat zelf, want
hij was nauwkeurig op de hoogte van
alles, wat over hem en zijn medewerkers
was geschreven. Dat krantenmensen, die
van spionnage niet veel konden weten,
hem een schurk noemden, deerde hem
weinig, maar dat een reserve-officier als
Kas de Graaf zulke kapitale blunders
had gemaakt in zijn verwarde publicaties
hinderde hem. „Herr De Graaf had zijn
fantasie beter in Londen kunnen gebrui-
Hij had overigens het plan, later zelf
nog
het
der te publiceren,
de grote massa, die sensatie zoekt maar
vooral voor politiemensen, die uit de
oorlogservaringen lering konden trekken.
Als hij tenminste tijd kon vinden om zijn
paperassen te ordenen en alles netjes op
te schrijven. Hij had nog geen schrijf
machine en hy was erg klein behuisd
■SÊS* 1
Het was immers oorlog en ik deed mijn plicht
me kunnen afzetten, dat deze man, vier
jaar na het einde van de oorlog en zes
jaar na het einde van zijn England-Spiel
nog altijd „speelde", nog altijd probeerde
zijn tegenspeler een rad voor de ogen te
draaien op die ogenblikken, die hem
daartoe geschikt sohenen.
Het was een vermoeiend gesprek ge
weest. Ik zat tegenover een man, die een
tegenstander van formaat was geweest in
de oorlogsjaren en die dit formaat, on
danks drie jaren gevangenschap, ondanks
zeshonderd verhoren en ondanks het
goedkope colbertcostuum, dat zijn
.schneidige" uniform had vervangen, niet
Mozart en Chopin reden door de straten
van Oostende
Eeuwfeest van het Conservatorium wordt groots gevierd J
Wie in de Belgische badplaats Oostende aankomt in een enorme storm, een kleine
cycloon welke het zeewater over de boulevard doet lopen, heeft weinig hoop op een
prettig verblijf aldaar. Maar wie na die storm op de dag van aankomst niets dan
prachtige, warme zomerse dagen meemaakt, met een effen blauwe hemel en een
\lakke zee, die denkt in een dorado te zijn, waar het hele leven doorstroomd wordt
met zonnestralen. Zo is Oostende op het ogenblik, dat ik dit schrijf, op het ogenblik
ook, dat het stedelijk Conservatorium voor Muziek zijn 100-jarig bestaan viert.
Oostende is in feesttooi, niet door de
met zo weinig kleding getooide honder
den badgasten, maar door de sfeer, welke
het gemeentebestuur ter ere van
eeuwfeest in deze badplaats heeft ge
bracht. 's Avonds zijn verschillende stra-
ten op fantastische wijze verlicht, eer
I groot aantal muziekkorpsen trekt door
de stad. de auto's rijden met vlaggetjes
van het muziekfestival en van het hier
aan verbonden internationale concours
voor zang en piano en allen, die ook
maar iets met dit festival uitstaande
hebben dragen een prachtig insigne op
de revers. Zo werd mij dank zij het
insigne reeds driemaal de weg ge
vraagd naar het Conservatorium, in
t Frans, in 't Engels en in 't Spaans.
Dit Conservatorium heeft een roem
rijke periode achter de rug. Op 12 Nov.
1849 opende het als muziekschool de
deuren voor jongens van 10 tot 15 jaar.
De lessen werden kosteloos gegeven in
de muziekzaal van het stadhuis door een
ex-militair en musicus B. Saiwe, de enige
leraar van 49 leerlingen. Het instituut
heeft zich in betrekkelijk korte tijd snel
ontwikkeld; het aantal leerlingen en het
•antal leraren breidde zich steeds uit.
Achtereenvolgens werd de directeur
zetel ingenomen door de Duitser Jean
Barwolf; de organist-componist en ex-
dirigent van de „Concerts Populaires te
Marseille, Frangois De Mol; de Luikse
componist Joseph Michel; de bekende
cellist en orkestdirigent Jules de Swert,
die nog als concertmeester door Richard
Wagner naar Bayreuth werd uitgenodigd
in 1874; de Gentse dirigent Léon Rinskopf.
die o.a. in 1906 Saint Saëns en Richard
Strauss uitnodigde in Oostende te komen
dirigeren; de componist J. Toussaint de
Sutter, thans directeur van het Kon.
Conservatorium te Gent en de Oostende-
naar Emile De Vlieger, onder wiens ac
tieve en bezielende kiding het Conser
vatorium nog staat.
Het festival, dat onder bescherming
itaat van H.M. Koningin Elisabeth, is
geopend met een gala-concert in de Kon.
Schouwburg. Helaas is de prachtige
Kursaal tijdens de laatste oorlog in een
puinhoop veranderd, waardoor van ge
noemde kleine toneelzaal gebruik moet
worden gemaakt. Vier Belgische werken
Werden uitgevoerd onder drie Belgische
EMILE DE VLIEGER
dirigenten en even voelde ik me be
schaamd, dat wij in Nederland een Hol
land-Festival openen met muziek van
over de grenzen. Niet dat deze Belgische
werken zo ontzettend belangrijk zijn,
maar de geste is zo buitengewoon sym
pathiek.
Emile De Vlieger leidde het Kursaal
orkest in de beste twee werken van het
programma: de Symphonische Variaties
van Paul Gilson, een eerlijk en goed
aansprekend stuk muziek, kundig geschre
ven in de variatietechniek, en de kleur
rijke en prachtig in de spanning opge
bouwde Rhapsodie van Marcel Poot. Van
de 73-jarige Flor Alpaerts, die zelf met
grote vitaliteit dirigeerde, ging de „James
Ensor-suite" en als er ooit gesproken
kan worden van „muziek in de ban der
schilderkunst" dan is het wel van deze
suite. De ironie, humor en satire van
Ensor zijn tastbaar in deze muziek, die
in haar conceptie niettemin niet overal
even sterk is. J. Toussaint de Sutter
bracht zijn symphonisch gedicht „Roland"
ten gehore, een echt Vlaams stuk muziek,
soms wat verward, soms erg knap. En
alles werd door het orkest met grote
toewijding uitgevoerd.
Dan ben ik ook nog naar Oostende
gegaan om er de Italiaanse Opera te
horen, die er onder directie van Ennio
Gerelli en onder regie van Giuseppe
Marchioro de charmante opera buffa van
de 18e eeuwer Pergolesi „Lo Frate Nna-
morato" (Le Frère Amoureux) opvoerde,
behandelend de geschiedenis van een
jongeman, die verliefd is op twee meis
jes, doch later ontdekte, dat deze meisjes
zijn zusters zijn en daarom trouwt met
zijn stiefzuster. En dan mogen er arti
stieke bezwaren zijn tegen de wijze
waarop de Italianen een werk van Per
golesi brengen, toch raakt men onder de
bekoring van zoveel stralende zang- en
speelkunst, zoveel echtheid, zoveel be
weging. Speciaal noem ik Vittoria Mastro-
paolo als Lucrezia.
Maar er is nog meer te doen in Oost
ende: een grote optocht trekt door de
smalle straten en heeft als motto „Muziek
door de eeuwen heen". Daar zien we
Hercules, de Incas, Pan, David, de min
nezangers, de hoofdfiguren uit Wagner's
opera's en de charme uit de tijd der
Strauss-walsen. Op een grote praalwagen
speelt Mozart in een vriendenkring op
een spinet en meisjes in historische kle
ding voeren een menuet uit, een knapen
koor zingt muziek uit de tijd der poly-
phonie en Chopin rust op een andere
praalwagen uit naast een van zijn ge
liefden, terwijl een kleine ballerina een
zijner Nocturnes uitbeeldt (waarom
echter gespeeld door piano en viool?).
Zo viert Oostende het eeuwfeest van zijn
Conservatorium en het Kon. Conser-
rium uit Den Haag laat zich niet
onbetuigd. Het jurylid Everhard van
Beynum heeft namens de Raad van Toe
zicht van laatstgenoemde instelling het
gedenkboek van het 100-jarig bestaan
het Conservatorium in Den Haag
meegebracht om het met inscriptie aan
te bieden aan het Conservatorium ie
Oostende Een prachtige geste in de geest
der Benelux.
En de candidaten van het concours?
Zij wachten nog, zijn zenuwachtig, maar
leven intens het festival mee. Is het nu
niet goed in Oostende te zijn?
Com. BasosfcL
in het zwaar geteisterde München. Maar
zijn vrouw en zijn twee jongens leefden
en waren gezond. Merkwaardig: allebei
die „Buben" konden 'n behoorlijke partij
schaak spelen. De mensen van de Duitse
contra-spionnage hadden hem zelf altijd
„Doctor Mabuse. de Speler" genoemd. De
appel valt niet ver van de boom zo
zei men dat toch in Holland, nietwaar?
Die oudste jkmgen moest overigens
binnenkort zijn eerste heilige communie
doen. Moeder-de-vrouw had tijdens zijn
langdurige afwezigheid de godsdienstige
opvoeding van de knapen niet verwaar
loosd. Och, geloof moet egn mens in zijn
leven hebben. In die tfjd van Hitiers
opkomst was dat allemaal een beetje ver
waterd, men ging als beambte niet zo
druk meer naar de kerk, later werd het
voor de SS trouwens verboden. Maar met
maatregelen en voorschriften doodt men
een mens zijn geloof niet.
Zo praat de huisvader Schreieder, de
.gemoedelijke" Münchener die weinige
jaren geleden als een baarlijke duivel
woedde tegen het Nederlandse verzet,
tegen de geheime agenten, tegen alles wat
zich verzetten dorst tegen het gewelds-
regiem van Hitier en Seyss-Inquart. Zo
praat de man, die een mijner vrienden
84 uur aan één stuk liet verhoren, die
vleien kon en bulderen, die dreigen kon
en beloven. Zo praat de man, die de
grote leermeester was van de verrader
Anton van der Waals en die twee jaren
lang de chef was van deze meest-gevloek-
te aller V-mannen. Zo praat de man,
wiens weg bezaaid is met slachtoffers.
Is dit de grote speler van het England-
Spiel? Is dit de man, die de gecombineer
de EngelsNederlandse geheime dien
sten twintig maanden lang bedroog op
een wijze, die in de historie der spionna
ge volkomen ongekend is? Is dit de man
die midden in de oorlog bijna twee jaar
lang over 18 zenders verbinding onder
hield met de spionnagediensten van de
tegenstander en die zestig geparachuteer
de agenten en meer dan elfhonderd ille
gale werkers in handen kreeg?
We praten nog wat na. Ik maak nog
een laatste aantekening, we overzien
eens de totale sinistere resultaten var
afschuwelijke spionnagedrama. De oogst,
die Schreieder in Nederland heeft binnen
gehaald, is verbijsterend groot. Gans het
verzet heeft hij ontwricht en vele der
allerbesten, der allerdappersten, heeft hij
voor de Duitse rechtbanken gebracht. Met
de ijver van een Middeleeuwse inquisi
teur heeft hij Hitier gediend als lid van
de vermaledijde Gestapo.
Ik teken hem met een paar woorden
het spoor van bloed, dat hem heeft ge-
TIP VOOR HILVERSUM
Ik zeg maar: Leve de techniek,
Er zijn geen grenzen meer!
Zij zorgt (het blijft ons niet verheeld)
Dat men zich geen moment verveelt,
Daar komt het toch op neer.
Een mooi concert, een leerrijk woord
Klinkt door de microfoon;
Op reis per auto of per fiets
Geen nood, techniek ontzegt U niets,
Gij mist geen woord, geen toon.
Het zou ook waarlijk jammer zijn
Als aan het moede hoofd.
Dat door de onrust van de tijd
Oneindig meer dan vroeger lijdt,
De spanning werd ontroofd.
Men zegt: Bij grote afstandsrit,
Dan leidt een radio
Zo heerlijk af; ja inderdaad,
't Leidt blijkbaar af, want men begaat
Abuizen legio.
Ik heb voor Hilversum een „tip":
Geef voortaan ieder uur
Wat regels voor verkeer als 't kan.
Speciaal bedoeld voor vrouw of man
Die luistert achter 't stuur!!
Gré Kempen-Sterkenburg.
volgd op zijn jaagtochten door Neder
land. Ik spreek hem van de weduwen en
van de kinderen die opgroeien zonder
de vader, die eens in de handen viel van
Schreieder, wiens eigen kind over een
paar dagen zijn eerste heilige communie
doet.
En voor het eerst buigt de voormalige
Kriminal-Direkton het hoofd en vindt
geen woord. Dan ziet hij me aan
iets van hulpeloosheid en zegt: „De
log was afschuwelijk. Ik heb mijn plicht
gedaan. Met een ijver, die misschien
betere zaak waardig was".
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
„Ziet U, de samenwerking van mijn
man en mij heeft 't mogelijk gemaakt"
Het is moeilijk, huisvrouw, moeder en kunstenares te zijn
(Van een onzer verslaggevers)
Zondagsmiddags om vier uur klimmen twee kleine meisjes de trap op naar de
eerste etage van het huis Groot Hoefyzerlaan 26 te Wassenaar. Ze doen dat iedere
week weer met glanzende oogjes en vlugge beentjes, want ze gaan naar oma en
opa, die hun huis gastvry openzetten, toen het bombardement van het Bezuiden-
hout het gezin van hun zoon dakloos maakte. Opa en oma trokken naar boven,
want, niet waar, wat is er met kinderen heerlijker dan een tuin, waar ze in en uit
kunnen lopen. Daarom werd het atelier van de heer en mevrouw Midderigh
Fokhorst zitkamer en de achterkamer eetvertrek en atelier tegelijk.
Dat is wel eens moeilijk, want als )e
verdiept bent in je werk, als de figuurtjes
zo snel op het papier komen en je de
plaatjes zo voor je ogen ziet komen en ze
dan moet vastleggen, dan valt het niet
mee, om potloden en papier op te ruimen
en er brood, boter en kaas voor in de
plaats te zetten. Evenmin als het is mee
gevallen om al de vier en veertig jaren
van haar huwelijk moeder, huisvrouw en
kunstenaar te zijn. Maar mevrouw B.
Midderigh-Bokhorst, de grootmoeder bij
de kleine meisjes iedere Zondag hun
verhaaltje komen halen, heeft het ge-
Dat zy er in geslaagd is. bewijzen vele
dingen: de volle boekenkast met door
haar, alleen of met haar man geïllustreer
de boeken; de aquarellen, crayonteke-
ningen en miniatuurtjes langs de wand.
de bank met de gezellige kussens, de
prachtige diepblauwe drijfschaal met
witte en een felrode begoniabloem
Het
is
thans
inmaak
ktijd
Voor de
VROUW
Nu „En de schaar knipt" ditmaal nae'
verschijnt, omdat zelfs scharen wel eens
met vacantie willen, ditmaal een ander
huishoudelijk praatje.
Op Zaterdag 3 September knipt do
schaar weer, is ons beloofd
Maar de laatste veertien dagen van
Augustus is er voor de huisvrouw ook
wel iets anders dan de garderobe van
haarzelf en het gezin, om voor te zor
gen. De tijd van de winterpot begint nl.
weer te dagen. Nu is
het voor de stads
vrouw met haar be
perkte woon- en
bergruimte ondoenlijk
en zelfs af te raden
om een grote inmaak
zelf te verzorgen. Maar zo een pittfg
hapje bij de stamppot, een echte ouder
wetse „centebom", die allang een „dub
beltjes-bom" is geworden, een hartig
uitje of een gekruid stukje zoetzuur
maiken de eenvoudigste maaltijd tot een
genot. Zo'n paar potten nemen in de
kast niet al te veel ruimte in en boven
dien heeft iedere rechtgeaarde vrouw
een prettig trots gevoel als ze een rijtje
keurige geëtiketteerde potten en flessen
Het ergste werk is het inmaken van
uitjes. Daar hebben we wel even moed
voor nodig! Hoewel zilveruitjes het
mooiste blijven, prefereren we toch sja
lotjes, omdat die het lekkerste zyn en
daar gaat het toch om. We zetten de
uitjes eerst met zout bestrooid een uur
of 8 weg, niet langer, want dan worden
ze slap. Dus bijv. 's morgens beginnen
op een dag, dat we des middags alles
kunnen afwerken. Dan schoonmaken; ei
zijn heel wat huismiddeltjes om het tra
nen tegen te gaan, het nare is alleen,
dat er geen enkel helpt. De schoonge
maakte uiitjes worden nog 24 uur met
zout weggezet. De volgende dag moeten
ze goed uitdruipen. Het beste is ze nog
een ogenblikje in een schone doek luch
tig te drogen. Dam in de goed schoon
gemaakte flessen, wat peperkorrels, lau
rierbladen, /een Spaanse peper en een
doekje met mosterdzaad er tussen en
vervolgens de gekookte en weer afge
koelde azijn er op Afsluiten met voch
tig perkamentpapier.
Augurken maken we met een bor
steltje schoon en verwijderen kroon en
steeltje. Verder behandelen als de uitjes,
nadat ze schoongemaakt zijm.
Een zeer aparte lekkernij, die heerlijk
smaakt bij rode kool of bietjes of wild
braad is zoet-zuur van meloen. We ne
men hiervoor het stevige vruchtvlees.
Het zaad en de zachte substantie ver
wijderen we dus (we kunmen de kin
deren dan eens op een heerlijk glas
meloensap onthalen). De dikke repen
schillen en in blokjes verdelen. In ieder
blokje steken we een kruidnagel en een
klein stukje pijpkaneel. Vervolgens ne
men we een gelijk gewicht aan suiker
als we vruchtenblokjes hebben en doen
dat samen in een geëmailleerde pan. Dan
gieten we er zoveel azijn op, dat de
blokjes juist onderstaan. We koken de
massa zachtjes op, scheppen er de me
loen uit zodra deze glazig wordt en doen
het in een Keulse of glazen pot. Tot slot
gieten we het kookvocht er over en
sluiten de pot met perkamentpapier.
„De hele bezettingstijd door heb ik daar
vitte en rode bloemen op dat blauw ge
had"); dan de kiekjes van haar zoon en
dochter, beiden nu zelf ouders en van de
kleinkinderen, waarvan vooral de jongere
zyn als de kleuters van haar platen.
Mevrouw B. Midderigh-Bokhorst heeft
1 grijs haar. en zijzelf vreest soms dat
haar oog niet meer sterk genoeg is of
haar hand niet meer vast genoeg om
sommig heel fijn werk, bijvoorbeeld het
schilderen van miniatuurtjes mog te doen.
Ieder streepje of stipje op het ivoor is
namelijk onherroepelijk, er kan later niet
meer aan geveegd of gecorrigeerd wor
den. Deugt het niet. dan moet het ganse
werk weer verdwijnen en overgedaan
■orden.
Maar zij heeft een jong en warm hart
gehouden. Haar kunst spreekt, juist door-
ook huisvrouw en moeder is. van
haar grote liefde voor de kinderen. Daar-
klimmen die twee kleine meisjes
iedere Zondagmiddag weer vol verwach
ting de trap naar oma op. Hun wacht een
verhaal of een oud boek. dat oma
zelf schreef en tekende en het allermooi-
dat hun eigen pappie of mammie
die allerdomste en allerondeugendste kin
dertjes waren, waar het boekje van ver
telt. Stel je voor: „Het meisje, dat zich
et wassen wilde" of „Het jongetje, dat
et naar bed wilde".
Maar zoals ze haar kleinkinderen steeds
eer nieuwe verhalen weet te vertellen,
werkt zij ook nog steeds door. Er lig
gen tekeningen voor het nieuwe boek
J. M. Selleger-Elout „An-
dertje". „Kijk, zo werk ik", vertelt onze
gastvrouw, het blocnote op haar schoot
doorbladerend, ..ik lees het boek en dan
ik de personen. Hier is Andertje, daar
zijn haar vriendinnetjes dat is het jaloerse
vriendinnetje, dat de jongen, die zo pla
gen kan, daar de moeder van haar nieuwe
grote vriendin, daar de oude strenge
Andertje terecht komt. Bij
ieder hoofdstuk komt een kleine teke-
sluitstukje. Al lezende komen
de tafreeltjes vanzelf en dan teken ik
ir. Soms bij een hoofdstuk wel vijf of
illustraties. Wat me niet zo erg bevalt
schrap ik weer en, och. blijft
dan afgesproken is, dan is dat nog
;o erg. Ik heb er plezier in. De boe-
an mevrouw Sellegers-Blout spelen
op Walcheren en ik ben er een poosje
geweest om de klederdracht en de entou
rage goed te bestuderen. Met haar vorige
boek „Marian en Marion" hebben we een
groot succes gehad. Het werd door de
Junior Library Guild te New York als
boek van de maand gekozen en verschijnt
i in een Amerikaanse uitgave.
Ik mag trouwens toch niet ontevreden
zijn; het werk van mijn
heeft in Engeland, Canada en Australië
veel aftrek gevonden. De friezen met
historische tafrelen van mijn man
voorbeeld hangen in vele scholen.
Ziet u, de samenwerking van mijn
mij, die heeft het eigenlijk mogelijk
Mevrouw Midderigh en haar kleinkinderen
r
Het vreemde van dit verhaal is, dat
het slavinnetje zich juist allerver
schrikkelijkst vrijvoelt en vrijgevoch
ten doet. Neem nu alleen maar eens
haar schoolbezoek, dat in geen enkel bezien
opzicht aansluit bij de bestaande
Het slavinnetje
r méér het slachtoffer 1
wijs aan te prijzen. Ik doe het heel ge
matigd en in zeer schuchtere bewoor
dingen, want ik vermoed dat Sjaantjes
ouders me toch al vele malen in haar
tegenwoordigheid voor halfzacht en
ters en vacantie-indelingen. Ik heb haar moeder, of r
daar laatst i
Sjaantje, stapelgek hebben uitgemaakt e
die een om zou ik die indruk nodeloos ver
sterken? Dus prevel ik vriendelijke
zinnetjes over lessen, die toch heus
jaar, nominaal zittende in de derde grenzi
klas der lagere school komt slechts schoolverzuim keert Sjaantje in Juni platen
haar met de zekerheid van een postduif t
bijster zei- rug. Vlak voor het schoolreisje wel
verstaan. Maar laat ze vlak daarop
ineens zelf verschrikkelijk ziek wc
het haar
einde raad. Want Sjaantje oud elf anderzijds heeft zijn hulpvaardigheid wel gezellig kunnen zijn: geschiedenis
y er halen, en die leuke
ardrijkskunde. Maar
Sjaantje haalt haar schouders op en
spuugt nog een kauwgummideeltje
weg. „Me fader zegt dat al dat leren
lak is voor meissies, wat die wete
„motte" leer ze nooit op school
Ik zie aan haar snoetje, dat ze bij die
bijzondere meisjesopleiding aan heel
andere dingen denkt dan aan koken,
wassen en naaien. Naar vaders en
naar veler opnattinp is ook dit ver
moeienis des geestes en enkel ijdel-
heid. Wat volgens hem dit meisje we
ten moet staat op geen enkel lesroos-
opdagen
nabestaanden past
den. Dit jaar heeft ze het al heel bont
gemaakt. Eerst is ze in Januari weg
gebleven na overhandiging van een
viezig papiertje, waarin moeder mees
ter kond deed dat „ze op alle dag
liep" en dus zo'n goeie hulp niet kon
missen. Meester was te zeer realist
dan dat hij hiertegen bezwaren in
bracht, maar toen Sjaantje na vier
weken nog niet boven water was, ging
hij toch eens poolshoogte nemen. De
baby was er toen nog niet en het
alle-dagvan moeder leek de onder
wijzer nogal aanvechtbaar, zodat 0°Pen
Sjaantje weer naar school gesleept
werd. Voor zegge en schrijve één
week, want toen trapte
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
tige spijker HIH
zelf sparen omdat er anders
bloedvergiftiging van zou kunnen ko
men. In Maart haalde
opnieuw terug en wee\
gen lang present. Daarna kreeg
broertje plurosa en was „alle-dag" tot
„alle-uur" genaderd. Hetgeen niet weg
nam, dat ze toch vlak
spontaan kwam opdagen,
echt fijn vacantie te kunnen krijgen.
Een overvloeiende, welgeschudde
den aan een nog niet ontdekte kwqal;
zoiets als senuwe-in-de-buik. En daar
liggen dan alle goede plannen op ape-
komt pas retour om te
t ze niet over gaat en om
grote vacantie te krijgen.
En die heeft ze nu. Ik ben haar
langdurig zich- juist tegengekomen terwijl ze
En dan moet ik ineens denken aan
dat boek van Pearl Buck over China:
In een boerengezin wordt een kind
geboren en bij zijn thuiskomst vraagt
de vader wat het is: een jongen of een
rond- meisje. En de moeder antwoordt: „Een
slavinnetje, Heer". China ligt eigenlijk
heel ver weg ook dit
de op de broeiwari
„Niet naar school, Sjaantje?" heb ik
haar Geïnformeerd. Haar antwoord is „Nei", Sjaantje zal nooit anders dan
mengeling van enthousiasme vinnetje zijn: slavin van wilde lusten
over haar wettig-vrije
meewarigheid, omdat een dominee
naar de bekende weg vraagt. En
Pasen de grond van haar hartje voegt ze
i eens aan toe: «Fijn, vekansie
Ik uiil daar graag wat meer o
horen en dus interview ik verder: „Is sjanst nu met een
'n kop erop, want laat het op school dan zo vervelend?" Ze haar alleen nog
op het moment blaast even haar sproetige wangen op schrik zie ik hoe z»
school- en spuwt een kauwgommolecule op haar zusje
slavende slavi:
deloos bestaan. Maar Sjaantje heeft
niet afgewacht of mijn overpeinzingen
nog een begrijpelijke voortzetting van
het gesprek zullen opleveren; ze is at
weer koket verder gedrenteld en
ijsventer. Zo staar
ïrts tijgen en meester kan toch niet de grond. „Poe", zegt ze dan. „Het is
zo'n beul zijn dat hij een kraamvrouw
wat huiselijke hulp misgunt? Nu, dat
is meester zeker niet, al staat het te
rotschoot..." Zie zi
tenminste. Maar misschien zijn
lichtzijden en dus begin ik het onder
doet als
zeventien en wat daar-
ertellen valt verzwijgen we
liever. Want de «olie waarheid moet
nog no9 altyd verzwegen worden door uw
WIJKPREDIKANT.
gemaakt, dat ik i
kunnen wijden.
al in onze
gormen. Ik had toen
maar het wilde
paar détails
de kunst heb
verlovingstijd be-
een paar opdrach-
ne niet lukken om
mijn zin te krij
gen. Als mijn verloofde dan kwam, dan
die altyd in een paar streken het
ontbrekende aan te vullen en zo duurde
lang of ik wachtte met de tech
nische zaken op mijn tekening rustig tot
hij kwam. Toen we getrouwd waren,
werd dat vanzelfsprekend een nog nau-
samenwerking en zo illustreerden
Strumfels en Roswitha van Marie
Boddaert bijvoorbeeld helemaal samen.
Hij de historische achtergrond en ik de
figuurtjes. En danzijn begrip voor
mijn werk. Hoeveel vrouwen kampen
met misverstand of jalouzie van hun
bij hun werk. Het is heus wel eens
heel moeilijk om kunst, gezin en huls-
houden te combineren, dat ervaar Ik
zelfs «ïu nog dagelijks, 's Ochtends maak
ik een lijstje voor de melkboer, bakker,
groenteboer e.d. Ik zet melkkan, schaal
tje, emmers en mandje klaar en.ont
dek iedere keer dat er iets vergeten is,
dan weer de eieren, dan de tomaten
Merk ik het vroeg genoeg dan moe*, ik
er weer aohteraanhollen, en anders nou.
dan moeten we het zonder doen....
Toen de kinderen, nog heel klein wa
ren, schilderde ik veel maar daar moest
ik nogal eens voor uit logeren en toen
ze groter werden, ontdekte ik. dat ze me
veel slechter konden missen, dan toen
ze nog in de wieg of in de box lagen
Er was huiswerk om me', ze te maken,
er waren verhalen om naar te luisteren.
Ik heb er toen het portretschilderen
1 mgzamerhand aan gegeven. We w
den in Vlaardingen, waar mijn
leraar was. Na 22 Jaar verhuisden
naar Wassenaar en nog steeds genieten
we hier van het buiten zijn, van het huis
en de tuin. Dit voorjaar nog schilderde
ik de krentenboom in volle bloesem. Het
trof me ineens hoe mooi dat wel
ik moest het schilderen. Er ij
nog zoveel, waar ik plannen voor heb
er is nog zoveel te doen en te genieten
Mijn man en Ik trekken er ook nog
graag eens een dag samen op uit. De
zomer is kort en Ik moet oppassen, dat
de mooie dagen niet met werken door
mijn vingers glijden. Hoe lief het werk
mij ook is en hoe moeilijk ik me
losruk om de huiselijke plichten
alle dag waar te nemen, in de grote din
gen gaat het gezin toch altijd
heb nog nooit een contract mei
gever afgesloten, waarin niet de zin
voorkwam: „behoudens ziekte in het ge
zin". Dan moesten alle andere belangen
Mevrouw MidderighBokhorst heeft
ons nog veel laten z!en en telkens weer
herkenden we op de platen de mooi'
dingen uit de kamer. De oude klok. d<
koperen kandelabres. de brede bank me
de kleurige zelfgemaakte kussens, d-
suizende theeketel en de pracht ii
bloeiende planten Haar kleinkinderen
mogen als haar plaatjeskinderen zyn; zy
zelf is als de kleuren van haar werk.
haar heldere blik, haar blanke handen
en het gezicht dat fijne groefjes heeft,
het is alles evenwichtig en rustig zonder
ook maar enige grauwheid van sleur of
alledaagsheid. Zij is een vrouw, die dank
zij de trouwe steun van haar man, zoals
gijzelf nadrukkelijk vaststelt, het geluk
heeft mogen kennen om vrouw en kun-
Jstenarea beide te mogen zyn.
U WÊBT'
KUNNEN lezen:
dat cIc arbeid van <201 kranten-
man toch nét voor niets is
want de zwerver Gar rit klif
man in de Zaanstreek doet
dagelijks zijn maal met dag
bladen "Recepttwee front-
paqinas en wat gekruide laat
ste nieuwtjes door elkaar klut
sen.
Een lepel
oude jaar
gangen toevoegen
Met de „Tront- pagi
na's van die oude
jaargangen loopt
XSerrit kans, ook
een beeltenis van
Gerardus Mooyman
te verslinden.
SS -Rotten -
führer, dra
ger van het
Cjzcren Kruis
en van een
grote serie eikenloven met hier
en daar wat zwaardenvcoral
die kapotte tanks.
SondermeldungNoq is zCjn^
borst niet volwant Gerard
traint weer op de sinteJbaan
in Groningen vcor nieuwe on
derscheidingen
En in Straatsburg
gingen volgelingen van Garry Da-
vis in hongerstakingomdat ze
door de politie werden verdre
ven.
Van pure mistroostigheid om
zoveel vreemde dingen in de
wereld mocht de Ben voor
een keer niet luiden. Grote
zwermen musjes strekzn erop
neer en door de radio klonkE
alleen maar een bondervoudig
getjilp.
Komkom
niet 20 som.
bar.
Al hebber»
we dan, zo
als enkele
mensen in Chicago zwarte,
zwaar behaarde tongen door
ean penicilinebehandeJing,w2.
likken nóg onze lippen af in
een zwembad in talifornië,
bg het zien van de prestaties
die de zeven maanden „oude"
Robin Whitofbrd voor persfoto
grafen in het water ten baste
flaar moadcr liet bet kind dui
ken op de rug drijven.... maart
schaap kon nog rilet cans zitten.
Stal je voor zei moadcr -VBis
zavcn maanden, hoe kan ze nou
zitten!" 't Is maar goaddat"
Robin niet van Napels naar Ca
pri heeft gezwommen,
want z'u zou zich niet verwoond
kunnen nabban tegen de haaian,
die een Italiaanse zwemrrxzr
aanvielenDaar*omeen goode
raad voor alle zwemmersdie
zich niet door haaien willen la
ten villen: doe als karei Linies
en als Goos kamphuis
zy gaan met
Ortis Barton
mee en zakkzn
in diens duiker
klok een volle
mijl in zee i