"s „Een hotel is het visitekaartje van een land," zegt de directeur van Vieux Doelen 3 ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1949 BEKENDE LANDGENOTEN THUIS Een vriend van de wijn en een kenner bij uitstek (Van een onzer verslaggevers) flier even de hoek om, pas op, daar staat de ijskast om mijn witte wijn te koelen." zegt de heer F. A. L. van Bienen, directeur van Hotel Vieux Doelen, „Cancelier de la confrérie des chevaliers de tastevin", „Officier du merite agricole" van Frankrijk, wijnkenner par excellence, hoteldirecteur pur sang en verder een rustig man, die graag met zijn hond Lex er eens op uit trekt en die met trots spreekt over zijn dochter, die in Utrecht studeert. Hij heeft de ge fluisterde en drukbesproken staatsgeheimen opgevangen uit de monden van de groten, die in zijn hotel logeerden en ze bewaard! een oudere heer, die een glas zijn hand houdt. Hij drinkit Dit Haagse Hotel werd na de bevrijding door de regering gereserveerd voor haar gasten en zo werd de heer Van Bienen de gastheer van hen, die meeschreven aan de geschiedenis van Nederland in de naoorlogse jaren. In de gemakkelijke fauteuils in de hal werden staatszaken van de eerste orde besproken; in de salons werd tussen de crème wanden met het vergulde lofwerk geconfereerd, geen vreemdeling uit bin nen- of buitenland kwam zonder vergun ning van de regering de drempel van Vieux Doelen over. Zelfs zijn beste vrienden moest de heer Van Bienen elders ontvangen, maar nu staan de deuren weer wijd open en komen de goede bekenden weer_ van heinde en ver aanstromen. „Het is zo druk, dat ik tot 25 Augustus geen bed vrij heb en dus geen van de deelnemers van de Ronde Tafel-conferentie tot mijn spijt kan ontvangen." Er komen sigaretten en koffie en in de eenvoudigste kamer van het hotel, achter 't hoekje bij de ijskast met zijn witte wijnen, praten we over dit won derlijke bedrijf van gastheer zijn en za kenman, over de kunst en het genot van het wyndrinken, over herinneringen en ■toekomstpla nnen Zo van de H.B.S. ging de jonge Van Bienen naar de hotelschool bij Dresden om het vak te leren, waarin zijn vader en zijn grootvader zich een naam verworven hadden. Hij had wel al zo het een en ander gezien, want de oude heer Van Bienen was directeur van de Stud.-societeit Minerve te Leiden, maar de kneepjes van dit veelzijdige vak, de kunst van het omgaan met mensen van allerlei landaard, de organisatie van het bedrijf, dat eist studie en ervaring. Daarom ging de jonge Van Bienen in 1908 van Leiden naar Dresden, van Dresden naar Londen, van Londen naar Parijs, naar Zwitserland, terug naar Duitsland. Jaren van zwerven, van speuren, van leren, van werken in alle afdelingen van het hotel; in de keuken, de kamers, de zalen, op het kantoor In 1916 kwam een energieke jongeman terug in Nederland, waar hij directeur werd van het Palace Hotel in Saheve- Dat waren goede jaren, want in het neutrale Nederland confereerde men, zochten de gasten een vacantieoord aan zee, traden de grote kunstenaars gaarne op. Van Bienen was intussen ook lid van de Raad van Commissarissen van Vieux Doelen en ging daar in 1931 zelf de zaken leiden, terwijl hij ook de administratie van Huis ter Duin in Noordwijk op zich Toch is daarmede de energie van deze vitale man niet uitgeput. Hij interes seert zich voor de opleiding van het lager hotelpersoneel in het bijzonder. „De kellner en de kok van het hotel zijn allerbelangrijkst", zegt hij Ze moeten niet alleen weten dat de Engelsman een stevig ontbijt wil, ze moeten ook weten hoe het klaar te maken en hoe het op te dienen. Daarom ook is het zo jammer, dat de jongelui tegenwoordig zo moeilijk naar het buitenland kunnen gaan om er te werken Toen ik veertig jaar geleden begon, was dat eenvoudig. Met een brief in je zak voor een bevriend hotel eigenaar kwam je best terecht. Je moest aanpakken, leerde je talen, raakte ver trouwd met vreemde volken. De vreem deling wil de goede dingen van „thuis" vindén, waar ter wereld hij ook logeert en het is de taak van de hotels om hem die te bezorgen. Bovendien is een hotel het visitekaartje van een land. De meeste vreemdelingen krijgen hun eer- «te indrukken in het hotel, waar ze af- •tappen. We keken eens rond en zien het por- niet uit, maar ziet met een onmetelijk vergenoegde blik naar het glas, hij niet kennelijk van alle goede dingen, die dit glas hem biedt. De fonkeling van het vocht tegen het kristal, de wat wrange en toch ook weer zoete geur en de wetenschap, dat hij straks met een behoedzame teug zal proeven, wat de wijnkelders van de kastelen langs de Gironde voor hem geborgen hebben. De heer Van Bienen lacht: „Dat is mijn grootvader, een wijnkenner van naam; mijn vader erfde deze eigenschap van hem en had een prachtige wijnkel der, daar is hij!" Nu zien we de foto van een man, staande bij rekken flessen. .,En u„Ik erfde het weer van mijn vader. Wijn is een edele drank, heel iets anders dan de gevaarlijke cocktail of de scherpe borrel, die kunnen een mens kwaad doen. Een glas wijn niet. Men moet wijn leren drinken. Wijn moet met zorg gekozen worden bij de spijzen die men eet. Bij de banketten ten hove adiviseer ik altijd de hofmaarschalk over de samenstelling van de wijnkaart." Dan komt de wijnkaart van Vieux Doelen op tafel. „Classification des grands crus de la Gironde" en we lezen de oude namen uit het wijnland van de Gironde St. Emilion, Macou, Dauillac De heer Van Bienen vertelt dan vorten de lampionnetjes vuur, hij gebaart met zijn rechterhand' en het is als houdt hij er een glas in „Ik ben echt trots op mijn kanselier schap van de confrérie des chevaliers de tastevin", en op mijn wijnkelder, die helaas in de bezettingsjaren lelijk ge slonken is. Ik heb gelukkig menige fles kunnen laten onderduiken." Naast de blanke wijnkaart komt een ander fraai boekwerk, goud op snee. Het is het gastenboek, daarin de grootste kunstenaars, vorstelijke personen, am bassadeurs en staatslieden vriendelijke woorden schreven .over Vieux Doelen, Waar een rijke graaf als maecenas voor de kunst optreedt In Siena studeren 24 jonge dirigenten onder Paul van Kempen In Siena (Italië) zijn de internationale cursussen voor dirigenten, violisten,^ cellisten, pianisten en zangers nu ongeveer een week aan de gang. Het centrum deze muzikale bedrijvigheid is de Academia Musicale Chigiana. In een der mooiste Palazzo's van deze wonderlijke middeleeuwse stad, het Palazzo Chigi, een verrukkelijke menging van Romaanse stijl en Gothiek, woont de laatste afstamme ling van een zeer oud geslacht, Graaf Guido Chigi Saracini, Een typische Italiaanse aristocraat, die men zich slechts kan denken gekleed in donkerrood fluweel met een rapier aan de met goud bestikte gordel. Zyn lichtgrijze pak en zijn strooien slappe hoed draagt hij met evenveel zwier als zijn voorvaderen hun kleurrijke kledij. Hij is het type, dat men varkenshoederskleren zou kunnen aan trekken zonder erin te slagen ook maar iets van zijn hoogheid weg te nemen. F. A. L. van Bienen, kenner van de wijn bij uitstek Graaf Guido Chigi Saracini is weduw naar en het bezit van kinderen is helaas niet zijn deel geworden. Alles wat in hem aan liefde is heeft hij aan de kunst ge geven. Zijn onmetelijke rijkdommen stel den hem in staat aan die grote liefde een vorm te geven, die zijn geboorteplaats tot een zegen is geworden. Zijn Palazzo in de Via di Citta, dat kunstschatten van een onvoorstelbare waarde bevat, heeft heeft hij volledig in dienst van de kunst gesteld ?n zo is de Academia Musicale Chigiana ontstaan, een centrum van hoge artistieke activi teit, dat steeds meer internationale ver maardheid krijgt. Deze zomer is een grote sprong voor waarts gemaakt en zijn in het Palazzo voor het eerst op grotere schaal interna tionale cursussen georganiseerd, die voor de deelnemers zeer billijk zijn en die tientallen jonge kunstenaars naar Siena gebracht hebben uit vele landen. Vooral de cursus voor jonge dirigenten, die door onze grote landgenoot „Maestro" Paul van Kempen gegeven wordt, verheugt zich in een grote belangstelling. Niet min der dan 24 deelnemers hebben zich voor deze cursus laten inschrijven. Dit aantal zal wellicht op het eerste gezicht niet groot schijnen, maar als men ziet hoe hier gewerkt wordt, beseft men, dat dit ;n maximum aantal is. Dirigenten-cursussen worden in de we id meer gegeven, maar waar is het dat de leerlingen een compleet symphonie orkest ten dienste staat? In Venetië geeft de Duits-Zwitserse dirigent Hermann Scherchen een cursus, waar de leerlingen twee pianisten dirigeren, die op twee vleugels de orkestmuziek ten gehore bren gen. Dat deze wijze van werken nooit volledig aan het doel kan beantwoorden, zal zelfs iedere leek duidelijk zijn. Conté Chigi heeft dit begrepen en ten koste ne bedragen een groot gedeelte van het orkest van Florence geëngageerd. Uw correspondent heeft een plaats aan de tweede lessenaar alten gevonden, zodat in dicht bij deze merkwaardige mu zikale gebeurtenis kan meemaKen en u rvan kan berichten. Laten wij eerst even stilstaan bij de Den Haag en Nederland, dat zij leerden kennen nadat Vieux Doelen zo'n keurig visitekaartje had gepresenteerd. Zij schreven het, uitziende over het Voor hout, waar in het voorjaar de rode en witte kastanjes bloeien, waar bij fees- rood, wit, blauw oranje gloeien en in het najaar het goud en bruin van een herfistbos waait. Galsworthy, Wasserman, Moisi, generaal Weygand, Koningin Victoria Eugenie van Spanje, dr Eckener en professor Pic- card, broederlijk op één bladzij. Marian Anderson en Rubinstein, Toscanini en generaal Pétain, schitterende sterren en verdwenen kometen, ze hebben voor enkele dagen of voor vele maanden ge woond in het hotel. De heer Van Bienen was hun gastheer en velen van hen heb ben in vriendschap het glas met hem ge heven! Op Montmartre, waar we dromen over verleden, heden en toekomst Het is goed om zo van tyd tot tyd de sfeer van Montmartre te ondergaan, mits ge ■eet op welk uur van de dag. Als ge genoeg hebt van de Champs Elysees met de deftige terrasjes, waar een kopje koffie dubbel duur is, als ge de treden van de Eifeltoren hebt geteld en als ge voelt, dat ge migraine begint te krijgen van het gekrioel van mensen en mensjes op de Boulevard des Italiens; als ge ondervonden hebt hoe moeilyk het is om een vrjje bank te vinden in het Bois de Boulogne, kunt ge het best eens naar Montmartre gaan. Neem de Metro. Stap uit in Pigalle of Clichy. Klim dan vervolgens weer wat trappen op (de luien nemen de kabellift) en ge zult, mits de juiste weg is gekozen, in Montmartre zyn. Als de vrouw geduld en tijd heeft De positie van de vrouw in het maat schappelijk leven is gedurende de laatste vyftig jaar radicaal veranderd. De grote Wie nog nooit gevaren heeft, weet niet, hoe een zeeman leeft Honderd jongens in een zeekamp bij Hellevoetsluis (Van een onzer verslaggevers) En al dichtte De Genestet nu nog zo smalend; „Gewijde grond der vaderen, niet op mijn verzoek ontworsteld aan de zee", een feit is, dat Neder land bij de zee hoort en de zee een beetje bij Nederland. Op een Nederlands wapen worstelt een leeuw met de golven, waaronder het „Luctor et Emergo" ons toespreekt. En ergens in een havenkroeg jengelt het: „Wie nog nooit gevaren heeft, weet niet hoe een zeeman leeft". Want nog steeds gaan we prat op een zeevarende natie. Eens waren we het metterdaad. Eens donderde het geschut der „Zeven Provinciën" over de baren. Eens waren wij het, die een luitenant-admiraal- generaal Michiel Adriaansz de Ruyter, een „bestevaer" hadden, die als jongen zei: „Mijnheer Lampaens, stop me maar ver weg, zodat ik alleen maar luizen zie. Anders hou ik het niet uit bij dat draaiende wiel." Zo hebben wij by ons bezoek aan dit zeekamp de deelnemers zien genieten van hun zo bijzondere vacantietijd. Wy hebben hun zeilboten over het water zien scheren, voortgedreven door de wind. We hebben even iets meegevoeld van een hart, dat klopt voor de zee. By het zeilen blyft het niet. De deel nemers krijgen lezingen te horen van deskundigen over tal van onderwerpen. Als doel wordt steeds gesteld, dat deze lezingen en trouwens het gehele verblyf in dit zeekamp er op gericht zyn, de jongens op te voeden in puur nationale Alles wat afbreuk zou kunnen doen aan de nationale eenheid, wordt geweerd. Ergo: communisten ziet men liever niet. Dit jeugdwerk heeft het hart gewon nen van vele prominente figuren. Velen hebben reeds een bezoek gebracht aan het oude legerfort en gisteren bijvoor beeld was generaal Kruis op bezoek. Zo spelevaren hier veertien dagen lang honderd jongens op het altyd woelige watervlak en leren de zee waarderen als een schepping Gods, welke wel bii uit stek de kleinheid van de mens doet be seffen. Als het avond is geworden, houdt een van de schippers een dagsluiting. Dan ook wordt hoog boven op het fort de Nederlandse driekleur gestreken, als mede de Belgische vlag. die het zeekamp dit jaar ook voert, omdat er zich onder de deelnemers een klein aantal Belgen bevindt. Zo een gemoedsgesteldheid, zo'n ver langen heerst er by meer jongens, ook by die van onze tyd, al zullen hun namen het niet zo lang uithouden als die van De Ruyter, van Tromp of Piet Hein. Daarom is het een gelukkige gedachte geweest van het Nationaal Jongeren Verbond, ook dit jaar weer een veertien daags zeekamp te houden. Dit keer, de zevende, niet in Den Oever, doch in het oude marine-stadje Hellevoetsluis op het eiland Voorne aan het Haringvliet. En daar ergens aan de kant van het water staat een legerfort, door de Nederlanders gebouwd, door de Duitsers misbruikt, en daarin huizen op het ogenblik de deelnemers aan dit zeekamp, dat van 6 tot 16 Augustus wordt gehouden. Het zyn honderd knapen van 13 tot 20 jaar, die als het weer het maar even toelaat, het ruime sop kiezen met acht sloepen, die de Nederlandse marine in bruikleen heeft afgestaan. Want deze veertien dagen betekenen niet een va- eantie zonder meer. Het N.J.V. ziet ge beuren, dat ons volk meer en meer ver vreemdt van de zee. Daarom heeft het deze jeugdkampen ingericht, om vele jongens „seaminded" te maken. Voor de marine wordt echter geen propaganda gemaakt. Er is ook geen sprake van een soort vooropleiding, voor de een of andere functie op zee, zoals wel eens wordt gedacht. Het Is slechts de bedoe ling, de jongens vertrouwd te maken met de zee en met alles wat daaraan Atrect verwant is. tentoonstelling te 's-Gravenhage, een jaar geleden, door de vrouwen van Nederland aan Koningin Wilhelmina aan geboden, getuigde daarvan. De tyd is voorbij, dat de goed gesitueerde huis vrouw als voornaamste attributen haar sleutelmandje en haar borduurraam had. Zij gaat niet meer winkelen met twee pas aehter zich de dienstmaagd, die groente, vis en gevogelte naar huis draagt. Wanneer het.meisje van. nu, gaat trouwen', zyn er geen jaren van voorbe reiding meer. De linnenkast, wordt niet langer gevuld met dozijnen lakens en slopen, één dozijn is al mooi. Het is allemaal wel te begrijpen en te vergeven. Maar is de vrouw van nu, toen ze de drukkende last van sleur en tradi tie overboord gooide, niet wat onvoor zichtig geweest? We zullen in een mode praatje niet de psychische conflicten gaan bespreken, die de moderne vrouw te verwerken heeft. Het zijn niet altijd d£ grote problemen alleen, die belangrijk zijn. Het enkele symptoom vraagt evenzeer de aandacht. Welnu, welk meisje zit er 's avonds nog over een borduurwerk? Wie kent nog de technieken van Engels, Zwitsers borduur sel, petit point, Richelieu of Hardanger? De enige kunst is nog het breien. De jumpertjes vliegen van de pennen. Een teken, dat de belangstelling en de tijd er nog wel zijn. Maar het geduld? Het ge duld om maar heel langzaam het werk te zien groeien, bedenkend dat dit een stuk voor het leven wordt. Zelfs al wordt het borduurwerk gemaakt voor een modieus japonnetje. Want voor 73 iets is alle ar beid slechts verantwoord op een sterke stof, bijv. zuiver linnen, terwijl we bo vendien een eenvoudig model nemen, waar we jaren succes mee kunnen heb ben. Dat het succes groot zal zyn, wan neer we onze winteravonden zo besteed hebben, is wel zeker. De kunst is vrij eenvoudig, het komt slechts aan op ge duld en gelijkmatigheid. Wie onze foto beziet zal echter moeten toegeven, dat het resultaat prachtig kan zijn! Nu wordt het uitkijken. De Sacre Coeur immers het meest gefotogra feerde object ter wereld. Tien tegen één, dat ge in het „veld" van een touristen- camera staat, waarmee men een poging waagt de torenpartijen van de kerk of het heerlijke uitzicht op Parijs te foto graferen. In vierentwintig talen ver zoekt men U om beurten om een paar stappen op zy te gaan, tot ge tenslotte Uw toevlucht gaat nemen op de kleine binnenplaats van het oude Montmartre, waar ge op het middaguur wel een stoeltje leeg vindt. Hier, op de hoogste „bult" van Parijs, kunt ge dromen over verleden, hedën en toekomst. Het verleden spreekt tot L door de honderd jaar oude pancljes, •in nu niets anders dan restaurants zyn gevestigd, het ene goed. het andere slecht, maar alle bar duur. Het heden wordt vertolkt door de moderne Ame rikaanse wagens, die de bult op zijn ge komen om de hemel der bohémiens te bekijken en o.a. door drie Nederlandse trekkers met mandoline en narmonica, die op weg zyn naar Parijs, Gradus uit Den Haag, zoon van een sigarenwinke lier, haalt de centen op, terwijl twee Hoogeveners plus een H.B.S-er uit Breda de Paardenkop voor de zooveelste maal aan de muur hangen In twee uren tyds incasseren de knapen 2260 frs. Morgen Liften ze verder. Naar Nice. Knappe pseuido-zigeunerinnen in lange rokiken, die hun zigeunerteint danken aan de zon van de Rivièra en overdag de collegebanken bezetten in de Sorbonne, voorspellen u tenslotte de toekomst. Zoals het een onontwikkelde zigeunerin betaamt, spreken ze geen woord Engels of Duits, doch het feit, dat ze de rust pauze tussen de ene en de andere klant bekorten met een debat over Nietzsche en Hegel, met een uiteenzetting over de relativiteitstheorie en een gesprek over de invloed van het expressionisme Picasso, geeft wel te denken. Hoe meer ge betaalt, hoe zonniger ziet er uw komst uit. Dat is Montmartre! Vlak voor het huisje van Pierre Labric zitten vier schilders te kladden. Ze schil deren gevieren een geveltje, recht tegen over hen, waarvoor een Bretons meisje staat te schilderen. Zy beeldt op haar beurt de vier anderen uit. Probeer meter te lopen zonder te moeten uit wijken voor een schildersezel? Want de schildert de ander en die andere schildert die ene. Geïmproviseerde ezels versperren het verkeer Bedelaars van alle leeftijden gaan van tafel tot tafel, van stoel tot stoel. Een radio-artist van r zingt: „Voulez vous danser Grand- mère" en geeft aan acht bedelaars de financiële rechten van zyn séance. Dat is Montmartre! Naar gelang de avond vordert, andert het beeld.De bedelaars gaan huis en de zakkenrollers nemer hun plaatsen in. De Sorbonne-zigeune »n zitten thuis over Hegel gebogen; die schilders Verkopen hun zakmes glas wijn te kunnen betalen... midden van het gegons van vrei talen waakt de machtige Sacré Coeur. Die verandert nooit! Het Palazzo Chigi in de middeleeuw se stad Siena, waar thans de jonge musici hun opleiding krygen. Het onbegrijpelijke De vader is ziek en het is e loos geval. Hij heeft dat zelf te goed begrepen en strijdt zijn eigen „"X- "l.TLfr. ^ien: b« ri.kbedfen p0« op d. i dan, op avond, krijg ik bericht of ik hem di rect wil komen bezoeken. Men kan late Zaterdag- late av^nd geen veelheid van woorden o-m 1- men tracht zich te beperken tot de hoofdzaak de enige troost om te dat wat wonderlik vinden, omdat hy kunnen ieven en sterven. Maar als tenslotte reeds maanden lang zonder {fc dfln kgt evangeïie verkondigd heb. he enige kennisgeving ziek ligt en ook „lntooli hem zo duizelingwekkend hoog dat men zou menen bij een volmaakt mens te staan. Deze zieke, stervende man blijkt overvloedig in alle deugden te zijn geweest; er is gewoonweg niets op hem aan te merken. „En", zegt ze, „En hoe bestaat het nu dat zo'n man zo'n lijdensweg moet krijgen?" Zie, daar zit het onbegrijpelijke voor deze goed mens noch- omdat je een predikant, als het even kan, niet vlak voor zijn Zondagse preek uit zijn rust moet halen. Maar n^n^mprCt b„+ „4„t h„hb0„- vngemener wonderlijk I „irf- „ot ta™. W" daarover willen we het niet hebben; laten we veeleer dankbaar zijn dat dit telefoontje komt. Er spreekt een groeiende band tussen kerk en volks wijk uit is dat geen reden- genoeg tot blijdschap? Zo sta ik dan wat later bij nacht en ontij aan het ziekbed. Rondom zitten zijn vrouw en zijn reeds lang getrouwde kinderen; eveneens samen geroepen omdat het wel eens af zou kunnen lopen. En in de kamer heerst die beklemmende sfeer van een ver- no trek waar een mens zich reisvaardig Is maakt voor de allerlaatste tocht. Het dering gans andere weg dan de zijne. Gij zoudt zeker ook die ver gissing begaan; gij zoudt menen dat hier een mens verbijsterd is door zo veel goedheid Gods dat Hij ons ook INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK benauwd i hangt er van eo kamfer spiritus e bedompt: de geur zondaren, wil te maken hebben? Heb- L-de-cologne i niet diep ontroerd het woord zonden en schuld. Hoe met alle goede bedoelingen toch tel kens weer God ongehoorzaam zijn. Maar patiënt noch familie willen daar veel over horen. irNeen, vader was een zeer goed mens; al kwam hij dan niet zoveel in de kerk". Daar onder breekt vader zelf dat laatste getui genis en zegt heftig: „Wel waar, ik kwam er wel, ik ben toch in de kerk getrouwd". En daarmee heeft hij dan ook zelfs op dit punt een feilloos leven geleid, want niemand kan toch aanmerkingen maken wanneer je huwelijk kerkelijk ingezegend is! We zijn er die Zaterdagavond niet i medicamenten, gehoord dat de Heiland aan het kruis uitgekomen. We zyn :elfs de moordenaar zegt, die hem zo lange, lange lijdensweken, die nog juist nog mee uitschold en die dan op volgden, slechts heel langzaam uitge- derdrukte snikken. Maar als ik de zijn bede om ontferming mag horen: komen. Het opnieuw een „Heden zult ge met Mij in het paradijs ken dat ie niets hebt patiënt zie, voel ik vv_ beetje dankbaar, want hij is nog bij zijn?" En dus spreek ik in die zin bestaan, wanneer je juist denkt heie kennis en een gesprek is nog volkomen verder: dat we Gods weldaden nooit maal kant en klaar te zijn. Het is mogelijk. Hij is eigenlijk zo goed bij verstaan kunnen, maar ze dankbaar vooral zo hard als je afvraag geloven mogen; ik gebleven bent, die zich zijn positieven dat ik hoe de familie er feitelijk toe' komt diende gunst alleen. Maar hij schudt staande hield tegenover allerlei denken dat het deze nacht zal zijn hoofd en herhaalt: „Ik begrijp het zoekingen rondom. Maar ook hier niet". Ja, en dan spreek je als predi- kant verder en zoekt naar andere be tracht de boodschap leerde zoeken ar niets heengegaan dochter de oudste zoi aflopen. Men kan zich daar altijd in vergissen, maar in dit geval zijn volstrekt geen tekenen, die daar op woordingen wijzen. Later zal ik horen dat heel des Heils te vertalen dit voortijdige afscheid een gevolg is helpt. Totdat eindelijk van moeders ingeving omdgt hdar vader destijds ook op een Zaterdagt nacht overleed. tijd gekomen dat een eigenge rechtigde de „vreemde" gerechtigheid vinden. Toen is hy tar op zyn graf heeft geroemd in vaders Toch het luide en nadrukkelijk de goede eigen- vader... kort gesprek schappen van haar vader. Zij verheft WIJKPREDIKANT. In de middeleeuwse Italiaanse stad Siena worden thans muzikale mees- tercursussen gegeven. De directeur van het Brabants Orkest, Willem Brederode, speelt als altist mee in het orkest, dat als proefkonijn voor de jonge dirigenten wordt gebruikt Speciaal voor ons blad zal hij in en kele brieven zyn indrukken weer- U hebt 1/l/V OJ2/ uWJA) KUNNEN LEZEN i dat een boarinrxz in 3eiererx, ging slapen op zes eieren De gans was het brcxzdan gans moe de en wat - niemand vermoed de gebeurde zo- waar»er laqen f, in 't kra kei wit bed- je zes gansjes heel zoet naast leider van de dirigentencursus. Het zal niet nodig zyn Paul van Kempen by de lezers nader bekend te maken. Men zal langzamerhand wel weten, dat ons land hem een zoon heeft, die tot de zeer groten behoort. Het zou mij een lief ding waard zijn indien men in Nederland eens hoe hy hier door een ieder ver eerd wordt en hoe eenvoudig hij onder die verering blyft. Ik zou ook willen, zag welk een zegenrijke arbeid hij verricht met de jonge kunstenaars, die hem hun wel en wee toevertrouwen, omdat zij voelen, dat hij èn als mens én als kunstenaar een onaantastbaar hoge positie inneemt Ik zou willen, dat men n hoe het orkest reageerde op zyn, nog niet geheel vlekkeloos Ita liaans uitgesproken, opmerkingen, die vaak van een heerlyke. Hollandse humor zijn. Er zal een tyd komen, dat men in Holland zal erkennen, dat Paul van Kern- waarop een land trots kan Medelyden en kwaadheid. De dirigenten-cursus is „droog" begon- ;n. Verhandelingen over de techniek m het dirigeren zyn gehouden en de problemen daarvan en dat zyn er Vele onder ogen gezien. En nu van daag is er een soort practisch examen af genomen, d.w.z. alle deelnemers hebben ouverture gedirigeerd. Het orkest speelde vijftien maal de Egmont-ouver- ture van Beethoven, negen maal de Euryanthe van Weber en een der deel- bracht ter afwisseling het eerste deel van Beethovens 2e symphonie ten gehore. Het is opmerkelijk te zien met welk een toewijding de orkestleden deze taak verwerken. Met alle eerbied de Hollandse orkestmusicus, moet het mij toch van het hart, dat zo iets in lieve landje niet heel eenvoudig zou zijn. Gedurende vijf uren (van 10.00 12.30 en van 17.00—19.30) een eindeloos herhalen en reageren op min of meer handige gebaren van een jonge „Maestro". achter een lessenaar in het orkest kan men de slachtoffers eens rustig observeren en beurtelings ver vullen medelyden, kwaadheid en onver schilligheid het hart van de beschouwer. Medelyden heeft men met de jonge lieden, die bleek en bevend op de ,bak" komen en die men kan aanzien, dat zij maar het liefst zo ver mogelijk van Siena weg zouden willen zijn- Zy vergeten de opmaat te geven en het stokje zwiept en siddert in hun handen. De rustige en rustgevende stem van de „maestro" en de byzonder sympathieke houding van het orkest stellen deze angstigen meestal spoedig gerust Kwaad wordt men op de lieden, die et een heersersgelaat op het podium verschijnen met in hun ogen een blik „Nu zal ik eens wat laten z Ook zij vergeten de opmaat en zijl een paar minuten even hulpeloos als de eerste categorie, de angstigen. Onverschillig bekijkt men hen, volkomen zonder „leiders-talent" traoh- ten leiding te geven aan een orkest, dat zonder deze leiding bepaald veel beter iu spelen. Merkwaardige figuren treft men aan onder de 24 deelnemers, die uit Italië, België, Zwitserland, Amerika, Voor- Indlë, Nederland enz. komen. Er is bijv. een zenuwarts, directeur van een psy chiatrische kliniek in de omstreken van Siena. een genaturaliseerde Hongaar, die zelf een „tic" heeft en denkt, dat hij groot dirigent is. Het is bepaald tra nen hem ziet, terwijl hij zich verheven gelaat in bochten wild met de armen zwaait plaats, waar dit in het geheel niet nodig is. Verder is er een alleraardigst meisje uit Portugal, gekleed in sweater en lange broek, die vast van plan ii beste vrouwelijke dirigent van Europa te worden. Het is heel grappig om t£ zien, hoe zij met driftige gebaartjes er met flikkerende oogjes het orkest pro beert haar wil op te leggen. Er is een jonge Amerikaan, die al by Koussevitsky gewerkt heeft en aan men riet, dat hij niet voor de eerste maal achter de lessenaar staat. Onze landgenoot Felix de Nobel, de bekende dirigent van het Nederlands -merkoor, maakte een uitstekende druk. Men voelt onmiddellijk met „musicus" te doen te hebben. Verder ls een der beste jongeren de Hongaar Bela de Csillery, de echtgenoot va bij ons reeds bekende .violiste Johanna Martzy. Na het examen van vandaag zijn drie deelnemers (waaronder de psychia ter) van de cursus uitgesloten en ge rangschikt onder de „hopeloze geval len". Morgen beginnen de eigenlijke lessen met de Pathétique van Tsohaikowsky Alle deelnemers moeten 'n deel studeren en het orkest moet het resultaat van deze studie vijf uren lang realiseren Uw briefschrijver van achter de 2e les senaar alten zal u. indien hij het over leeft, van deze dag binnenkort berichten. WILLEM BREDERODE. gisoh als i met een wringt i Wü trakken in badstül van hier naar Parus Dc Fransen gaan daar met nun kussens op reis, omdat door 4ooo mensen \an „een trein-met-GGn-bed "een staking op touw is ge2ct. In Nederland werden drie mijl palen geplant Va eerste bü Arnhem voor d'op- bouw van 'tland. n „Wat mylpaal Niks mylpaal zo riepen 3. en W. en ze nam<2n, omdat het voor 't landschap niet mooi was het prillG. paaltje wce- dend mee y" H- Niemand kan tornen aan de Nükerkcr mylpaalWant die is voor Wim van den -Hazel, die zonder gebazel vóór Jo jaar van zijn bruidje van Steeg bet „3a" woord verkreeg. 3z derde mylpaal 2ierikzee - ólf ecuwen loopt dit stadje mee. ■Nuuitgefeest en uitgehost niemand meer vreemd uitgedost Men is van snoep en pret blasé: geen badgast gaat meer ziek in i. I"/ *2 'S In "fèowton groter feast dan ooit. Drie zusjes hebben tdaar gerooid m. Ze trouwden op een dag met. mannen van één slag. Drie Gandwrights met hen naar 't stadhui-S. 2e zaten rond - de - tafel ,tbuis: een "Ridderzaal in 't kléin. €n op het echte Binnenhof zullen straks bu 'tconfere ren Karei Links en Goosic temphuis niet aan, maa(R)ond®(r)TafeJ zyn I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3