"s
„Een hotel is het visitekaartje
van een land,"
zegt de directeur van Vieux Doelen
3
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1949
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
Een vriend van de wijn en een kenner bij uitstek
(Van een onzer verslaggevers)
flier even de hoek om, pas op, daar staat de ijskast om mijn witte wijn te
koelen." zegt de heer F. A. L. van Bienen, directeur van Hotel Vieux Doelen,
„Cancelier de la confrérie des chevaliers de tastevin", „Officier du merite
agricole" van Frankrijk, wijnkenner par excellence, hoteldirecteur pur sang en
verder een rustig man, die graag met zijn hond Lex er eens op uit trekt en die
met trots spreekt over zijn dochter, die in Utrecht studeert. Hij heeft de ge
fluisterde en drukbesproken staatsgeheimen opgevangen uit de monden van de
groten, die in zijn hotel logeerden en ze bewaard!
een oudere heer, die een glas
zijn hand houdt. Hij drinkit
Dit Haagse Hotel werd na de bevrijding
door de regering gereserveerd voor haar
gasten en zo werd de heer Van Bienen
de gastheer van hen, die meeschreven
aan de geschiedenis van Nederland in de
naoorlogse jaren.
In de gemakkelijke fauteuils in de hal
werden staatszaken van de eerste orde
besproken; in de salons werd tussen de
crème wanden met het vergulde lofwerk
geconfereerd, geen vreemdeling uit bin
nen- of buitenland kwam zonder vergun
ning van de regering de drempel van
Vieux Doelen over.
Zelfs zijn beste vrienden moest de
heer Van Bienen elders ontvangen, maar
nu staan de deuren weer wijd open en
komen de goede bekenden weer_ van
heinde en ver aanstromen. „Het is zo
druk, dat ik tot 25 Augustus geen bed
vrij heb en dus geen van de deelnemers
van de Ronde Tafel-conferentie tot mijn
spijt kan ontvangen."
Er komen sigaretten en koffie en in
de eenvoudigste kamer van het hotel,
achter 't hoekje bij de ijskast met zijn
witte wijnen, praten we over dit won
derlijke bedrijf van gastheer zijn en za
kenman, over de kunst en het genot van
het wyndrinken, over herinneringen en
■toekomstpla nnen
Zo van de H.B.S. ging de jonge Van
Bienen naar de hotelschool bij Dresden
om het vak te leren, waarin zijn
vader en zijn grootvader zich een naam
verworven hadden. Hij had wel al zo
het een en ander gezien, want de oude
heer Van Bienen was directeur van de
Stud.-societeit Minerve te Leiden, maar de
kneepjes van dit veelzijdige vak, de
kunst van het omgaan met mensen van
allerlei landaard, de organisatie van het
bedrijf, dat eist studie en ervaring.
Daarom ging de jonge Van Bienen in
1908 van Leiden naar Dresden, van
Dresden naar Londen, van Londen naar
Parijs, naar Zwitserland, terug naar
Duitsland. Jaren van zwerven, van
speuren, van leren, van werken in alle
afdelingen van het hotel; in de keuken,
de kamers, de zalen, op het kantoor
In 1916 kwam een energieke jongeman
terug in Nederland, waar hij directeur
werd van het Palace Hotel in Saheve-
Dat waren goede jaren, want in het
neutrale Nederland confereerde men,
zochten de gasten een vacantieoord aan
zee, traden de grote kunstenaars gaarne
op. Van Bienen was intussen ook lid van
de Raad van Commissarissen van Vieux
Doelen en ging daar in 1931 zelf de zaken
leiden, terwijl hij ook de administratie
van Huis ter Duin in Noordwijk op zich
Toch is daarmede de energie van deze
vitale man niet uitgeput. Hij interes
seert zich voor de opleiding van het
lager hotelpersoneel in het bijzonder.
„De kellner en de kok van het hotel zijn
allerbelangrijkst", zegt hij Ze moeten
niet alleen weten dat de Engelsman een
stevig ontbijt wil, ze moeten ook weten
hoe het klaar te maken en hoe het op te
dienen. Daarom ook is het zo jammer,
dat de jongelui tegenwoordig zo moeilijk
naar het buitenland kunnen gaan om er
te werken Toen ik veertig jaar geleden
begon, was dat eenvoudig. Met een brief
in je zak voor een bevriend hotel
eigenaar kwam je best terecht. Je moest
aanpakken, leerde je talen, raakte ver
trouwd met vreemde volken. De vreem
deling wil de goede dingen van „thuis"
vindén, waar ter wereld hij ook logeert
en het is de taak van de hotels om hem
die te bezorgen. Bovendien is een hotel
het visitekaartje van een land. De
meeste vreemdelingen krijgen hun eer-
«te indrukken in het hotel, waar ze af-
•tappen.
We keken eens rond en zien het por-
niet uit, maar ziet met een onmetelijk
vergenoegde blik naar het glas, hij
niet kennelijk van alle goede dingen, die
dit glas hem biedt. De fonkeling van
het vocht tegen het kristal, de wat
wrange en toch ook weer zoete geur en
de wetenschap, dat hij straks met een
behoedzame teug zal proeven, wat de
wijnkelders van de kastelen langs de
Gironde voor hem geborgen hebben.
De heer Van Bienen lacht: „Dat is
mijn grootvader, een wijnkenner van
naam; mijn vader erfde deze eigenschap
van hem en had een prachtige wijnkel
der, daar is hij!" Nu zien we de foto van
een man, staande bij rekken flessen. .,En
u„Ik erfde het weer van mijn
vader. Wijn is een edele drank, heel iets
anders dan de gevaarlijke cocktail of de
scherpe borrel, die kunnen een mens
kwaad doen. Een glas wijn niet. Men
moet wijn leren drinken. Wijn moet met
zorg gekozen worden bij de spijzen die
men eet. Bij de banketten ten hove
adiviseer ik altijd de hofmaarschalk over
de samenstelling van de wijnkaart."
Dan komt de wijnkaart van Vieux
Doelen op tafel. „Classification des
grands crus de la Gironde" en we lezen
de oude namen uit het wijnland van de
Gironde St. Emilion, Macou, Dauillac
De heer Van Bienen vertelt dan vorten de lampionnetjes
vuur, hij gebaart met zijn rechterhand'
en het is als houdt hij er een glas in
„Ik ben echt trots op mijn kanselier
schap van de confrérie des chevaliers de
tastevin", en op mijn wijnkelder, die
helaas in de bezettingsjaren lelijk ge
slonken is. Ik heb gelukkig menige fles
kunnen laten onderduiken."
Naast de blanke wijnkaart komt een
ander fraai boekwerk, goud op snee. Het
is het gastenboek, daarin de grootste
kunstenaars, vorstelijke personen, am
bassadeurs en staatslieden vriendelijke
woorden schreven .over Vieux Doelen,
Waar een rijke graaf als maecenas
voor de kunst optreedt
In Siena studeren 24 jonge dirigenten onder
Paul van Kempen
In Siena (Italië) zijn de internationale cursussen voor dirigenten, violisten,^
cellisten, pianisten en zangers nu ongeveer een week aan de gang. Het centrum
deze muzikale bedrijvigheid is de Academia Musicale Chigiana. In een der
mooiste Palazzo's van deze wonderlijke middeleeuwse stad, het Palazzo Chigi, een
verrukkelijke menging van Romaanse stijl en Gothiek, woont de laatste afstamme
ling van een zeer oud geslacht, Graaf Guido Chigi Saracini, Een typische
Italiaanse aristocraat, die men zich slechts kan denken gekleed in donkerrood
fluweel met een rapier aan de met goud bestikte gordel. Zyn lichtgrijze pak en zijn
strooien slappe hoed draagt hij met evenveel zwier als zijn voorvaderen hun
kleurrijke kledij. Hij is het type, dat men varkenshoederskleren zou kunnen aan
trekken zonder erin te slagen ook maar iets van zijn hoogheid weg te nemen.
F. A. L. van Bienen, kenner van de wijn bij uitstek
Graaf Guido Chigi Saracini is weduw
naar en het bezit van kinderen is helaas
niet zijn deel geworden. Alles wat in hem
aan liefde is heeft hij aan de kunst ge
geven. Zijn onmetelijke rijkdommen stel
den hem in staat aan die grote liefde een
vorm te geven, die zijn geboorteplaats
tot een zegen is geworden.
Zijn Palazzo in de Via di Citta, dat
kunstschatten van een onvoorstelbare
waarde bevat, heeft heeft hij volledig in
dienst van de kunst gesteld ?n zo is de
Academia Musicale Chigiana ontstaan,
een centrum van hoge artistieke activi
teit, dat steeds meer internationale ver
maardheid krijgt.
Deze zomer is een grote sprong voor
waarts gemaakt en zijn in het Palazzo
voor het eerst op grotere schaal interna
tionale cursussen georganiseerd, die voor
de deelnemers zeer billijk zijn en die
tientallen jonge kunstenaars naar Siena
gebracht hebben uit vele landen. Vooral
de cursus voor jonge dirigenten, die door
onze grote landgenoot „Maestro" Paul
van Kempen gegeven wordt, verheugt
zich in een grote belangstelling. Niet min
der dan 24 deelnemers hebben zich voor
deze cursus laten inschrijven. Dit aantal
zal wellicht op het eerste gezicht niet
groot schijnen, maar als men ziet hoe
hier gewerkt wordt, beseft men, dat dit
;n maximum aantal is.
Dirigenten-cursussen worden in de we
id meer gegeven, maar waar is het dat
de leerlingen een compleet symphonie
orkest ten dienste staat? In Venetië geeft
de Duits-Zwitserse dirigent Hermann
Scherchen een cursus, waar de leerlingen
twee pianisten dirigeren, die op twee
vleugels de orkestmuziek ten gehore bren
gen. Dat deze wijze van werken nooit
volledig aan het doel kan beantwoorden,
zal zelfs iedere leek duidelijk zijn. Conté
Chigi heeft dit begrepen en ten koste
ne bedragen een groot gedeelte van
het orkest van Florence geëngageerd. Uw
correspondent heeft een plaats aan de
tweede lessenaar alten gevonden, zodat
in dicht bij deze merkwaardige mu
zikale gebeurtenis kan meemaKen en u
rvan kan berichten.
Laten wij eerst even stilstaan bij de
Den Haag en Nederland, dat zij leerden
kennen nadat Vieux Doelen zo'n keurig
visitekaartje had gepresenteerd. Zij
schreven het, uitziende over het Voor
hout, waar in het voorjaar de rode en
witte kastanjes bloeien, waar bij fees-
rood, wit, blauw
oranje gloeien en in het najaar het
goud en bruin van een herfistbos waait.
Galsworthy, Wasserman, Moisi, generaal
Weygand, Koningin Victoria Eugenie
van Spanje, dr Eckener en professor Pic-
card, broederlijk op één bladzij. Marian
Anderson en Rubinstein, Toscanini en
generaal Pétain, schitterende sterren en
verdwenen kometen, ze hebben voor
enkele dagen of voor vele maanden ge
woond in het hotel. De heer Van Bienen
was hun gastheer en velen van hen heb
ben in vriendschap het glas met hem ge
heven!
Op Montmartre, waar we dromen over
verleden, heden en toekomst
Het is goed om zo van tyd tot tyd de sfeer van Montmartre te ondergaan, mits ge
■eet op welk uur van de dag. Als ge genoeg hebt van de Champs Elysees met de
deftige terrasjes, waar een kopje koffie dubbel duur is, als ge de treden van de
Eifeltoren hebt geteld en als ge voelt, dat ge migraine begint te krijgen van het
gekrioel van mensen en mensjes op de Boulevard des Italiens; als ge ondervonden
hebt hoe moeilyk het is om een vrjje bank te vinden in het Bois de Boulogne, kunt
ge het best eens naar Montmartre gaan. Neem de Metro. Stap uit in Pigalle of
Clichy. Klim dan vervolgens weer wat trappen op (de luien nemen de kabellift)
en ge zult, mits de juiste weg is gekozen, in Montmartre zyn.
Als de vrouw geduld en tijd heeft
De positie van de vrouw in het maat
schappelijk leven is gedurende de laatste
vyftig jaar radicaal veranderd. De grote
Wie nog nooit gevaren heeft, weet niet,
hoe een zeeman leeft
Honderd jongens in een zeekamp bij Hellevoetsluis
(Van een onzer verslaggevers)
En al dichtte De Genestet nu nog zo smalend; „Gewijde grond der vaderen,
niet op mijn verzoek ontworsteld aan de zee", een feit is, dat Neder
land bij de zee hoort en de zee een beetje bij Nederland. Op een Nederlands
wapen worstelt een leeuw met de golven, waaronder het „Luctor et
Emergo" ons toespreekt. En ergens in een havenkroeg jengelt het: „Wie
nog nooit gevaren heeft, weet niet hoe een zeeman leeft". Want nog steeds
gaan we prat op een zeevarende natie.
Eens waren we het metterdaad. Eens donderde het geschut der „Zeven
Provinciën" over de baren. Eens waren wij het, die een luitenant-admiraal-
generaal Michiel Adriaansz de Ruyter, een „bestevaer" hadden, die als
jongen zei: „Mijnheer Lampaens, stop me maar ver weg, zodat ik alleen
maar luizen zie. Anders hou ik het niet uit bij dat draaiende wiel."
Zo hebben wij by ons bezoek aan dit
zeekamp de deelnemers zien genieten
van hun zo bijzondere vacantietijd. Wy
hebben hun zeilboten over het water
zien scheren, voortgedreven door de
wind. We hebben even iets meegevoeld
van een hart, dat klopt voor de zee.
By het zeilen blyft het niet. De deel
nemers krijgen lezingen te horen van
deskundigen over tal van onderwerpen.
Als doel wordt steeds gesteld, dat deze
lezingen en trouwens het gehele verblyf
in dit zeekamp er op gericht zyn, de
jongens op te voeden in puur nationale
Alles wat afbreuk zou kunnen doen
aan de nationale eenheid, wordt geweerd.
Ergo: communisten ziet men liever niet.
Dit jeugdwerk heeft het hart gewon
nen van vele prominente figuren. Velen
hebben reeds een bezoek gebracht aan
het oude legerfort en gisteren bijvoor
beeld was generaal Kruis op bezoek.
Zo spelevaren hier veertien dagen lang
honderd jongens op het altyd woelige
watervlak en leren de zee waarderen als
een schepping Gods, welke wel bii uit
stek de kleinheid van de mens doet be
seffen.
Als het avond is geworden, houdt een
van de schippers een dagsluiting.
Dan ook wordt hoog boven op het fort
de Nederlandse driekleur gestreken, als
mede de Belgische vlag. die het zeekamp
dit jaar ook voert, omdat er zich onder
de deelnemers een klein aantal Belgen
bevindt.
Zo een gemoedsgesteldheid, zo'n ver
langen heerst er by meer jongens, ook
by die van onze tyd, al zullen hun namen
het niet zo lang uithouden als die van
De Ruyter, van Tromp of Piet Hein.
Daarom is het een gelukkige gedachte
geweest van het Nationaal Jongeren
Verbond, ook dit jaar weer een veertien
daags zeekamp te houden. Dit keer, de
zevende, niet in Den Oever, doch in het
oude marine-stadje Hellevoetsluis op het
eiland Voorne aan het Haringvliet. En
daar ergens aan de kant van het water
staat een legerfort, door de Nederlanders
gebouwd, door de Duitsers misbruikt,
en daarin huizen op het ogenblik de
deelnemers aan dit zeekamp, dat van 6
tot 16 Augustus wordt gehouden.
Het zyn honderd knapen van 13 tot
20 jaar, die als het weer het maar even
toelaat, het ruime sop kiezen met acht
sloepen, die de Nederlandse marine in
bruikleen heeft afgestaan. Want deze
veertien dagen betekenen niet een va-
eantie zonder meer. Het N.J.V. ziet ge
beuren, dat ons volk meer en meer ver
vreemdt van de zee. Daarom heeft het
deze jeugdkampen ingericht, om vele
jongens „seaminded" te maken. Voor de
marine wordt echter geen propaganda
gemaakt. Er is ook geen sprake van een
soort vooropleiding, voor de een of
andere functie op zee, zoals wel eens
wordt gedacht. Het Is slechts de bedoe
ling, de jongens vertrouwd te maken
met de zee en met alles wat daaraan
Atrect verwant is.
tentoonstelling te 's-Gravenhage,
een jaar geleden, door de vrouwen van
Nederland aan Koningin Wilhelmina aan
geboden, getuigde daarvan. De tyd is
voorbij, dat de goed gesitueerde huis
vrouw als voornaamste attributen haar
sleutelmandje en haar borduurraam had.
Zij gaat niet meer winkelen met twee
pas aehter zich de dienstmaagd, die
groente, vis en gevogelte naar huis
draagt. Wanneer het.meisje van. nu, gaat
trouwen', zyn er geen jaren van voorbe
reiding meer. De linnenkast, wordt niet
langer gevuld met dozijnen lakens en
slopen, één dozijn is al mooi.
Het is allemaal wel te begrijpen en te
vergeven. Maar is de vrouw van nu, toen
ze de drukkende last van sleur en tradi
tie overboord gooide, niet wat onvoor
zichtig geweest? We zullen in een mode
praatje niet de psychische conflicten
gaan bespreken, die de moderne vrouw
te verwerken heeft.
Het zijn niet altijd d£ grote problemen
alleen, die belangrijk zijn. Het enkele
symptoom vraagt evenzeer de aandacht.
Welnu, welk meisje zit er 's avonds nog
over een borduurwerk? Wie kent nog de
technieken van Engels, Zwitsers borduur
sel, petit point, Richelieu of Hardanger?
De enige kunst is nog het breien. De
jumpertjes vliegen van de pennen. Een
teken, dat de belangstelling en de tijd er
nog wel zijn. Maar het geduld? Het ge
duld om maar heel langzaam het werk te
zien groeien, bedenkend dat dit een stuk
voor het leven wordt. Zelfs al wordt het
borduurwerk gemaakt voor een modieus
japonnetje. Want voor 73 iets is alle ar
beid slechts verantwoord op een sterke
stof, bijv. zuiver linnen, terwijl we bo
vendien een eenvoudig model nemen,
waar we jaren succes mee kunnen heb
ben. Dat het succes groot zal zyn, wan
neer we onze winteravonden zo besteed
hebben, is wel zeker. De kunst is vrij
eenvoudig, het komt slechts aan op ge
duld en gelijkmatigheid. Wie onze foto
beziet zal echter moeten toegeven, dat het
resultaat prachtig kan zijn!
Nu wordt het uitkijken. De Sacre
Coeur immers het meest gefotogra
feerde object ter wereld. Tien tegen één,
dat ge in het „veld" van een touristen-
camera staat, waarmee men een poging
waagt de torenpartijen van de kerk of
het heerlijke uitzicht op Parijs te foto
graferen. In vierentwintig talen ver
zoekt men U om beurten om een paar
stappen op zy te gaan, tot ge tenslotte
Uw toevlucht gaat nemen op de kleine
binnenplaats van het oude Montmartre,
waar ge op het middaguur wel een
stoeltje leeg vindt.
Hier, op de hoogste „bult" van Parijs,
kunt ge dromen over verleden, hedën en
toekomst. Het verleden spreekt tot L
door de honderd jaar oude pancljes,
•in nu niets anders dan restaurants
zyn gevestigd, het ene goed. het andere
slecht, maar alle bar duur. Het heden
wordt vertolkt door de moderne Ame
rikaanse wagens, die de bult op zijn ge
komen om de hemel der bohémiens te
bekijken en o.a. door drie Nederlandse
trekkers met mandoline en narmonica,
die op weg zyn naar Parijs, Gradus uit
Den Haag, zoon van een sigarenwinke
lier, haalt de centen op, terwijl twee
Hoogeveners plus een H.B.S-er uit Breda
de Paardenkop voor de zooveelste maal
aan de muur hangen In twee uren tyds
incasseren de knapen 2260 frs. Morgen
Liften ze verder. Naar Nice.
Knappe pseuido-zigeunerinnen in lange
rokiken, die hun zigeunerteint danken aan
de zon van de Rivièra en overdag de
collegebanken bezetten in de Sorbonne,
voorspellen u tenslotte de toekomst.
Zoals het een onontwikkelde zigeunerin
betaamt, spreken ze geen woord Engels
of Duits, doch het feit, dat ze de rust
pauze tussen de ene en de andere klant
bekorten met een debat over Nietzsche
en Hegel, met een uiteenzetting over de
relativiteitstheorie en een gesprek over
de invloed van het expressionisme
Picasso, geeft wel te denken. Hoe meer
ge betaalt, hoe zonniger ziet er uw
komst uit.
Dat is Montmartre!
Vlak voor het huisje van Pierre Labric
zitten vier schilders te kladden. Ze schil
deren gevieren een geveltje, recht tegen
over hen, waarvoor een Bretons meisje
staat te schilderen. Zy beeldt op haar beurt
de vier anderen uit. Probeer
meter te lopen zonder te moeten uit
wijken voor een schildersezel? Want de
schildert de ander en die andere
schildert die ene. Geïmproviseerde ezels
versperren het verkeer Bedelaars van
alle leeftijden gaan van tafel tot tafel,
van stoel tot stoel. Een radio-artist van
r zingt: „Voulez vous danser Grand-
mère" en geeft aan acht bedelaars de
financiële rechten van zyn séance.
Dat is Montmartre!
Naar gelang de avond vordert,
andert het beeld.De bedelaars gaan
huis en de zakkenrollers nemer
hun plaatsen in. De Sorbonne-zigeune
»n zitten thuis over Hegel gebogen;
die schilders Verkopen hun zakmes
glas wijn te kunnen betalen...
midden van het gegons van vrei
talen waakt de machtige Sacré Coeur.
Die verandert nooit!
Het Palazzo Chigi in de middeleeuw
se stad Siena, waar thans de jonge
musici hun opleiding krygen.
Het onbegrijpelijke
De vader is ziek en het is e
loos geval. Hij heeft dat zelf
te goed begrepen en strijdt zijn eigen
„"X- "l.TLfr. ^ien: b« ri.kbedfen p0« op d.
i dan, op
avond, krijg ik bericht of ik hem di
rect wil komen bezoeken. Men kan
late Zaterdag- late av^nd geen veelheid van woorden
o-m 1- men tracht zich te beperken tot de
hoofdzaak de enige troost om te
dat wat wonderlik vinden, omdat hy kunnen ieven en sterven. Maar als
tenslotte reeds maanden lang zonder {fc dfln kgt evangeïie verkondigd heb. he
enige kennisgeving ziek ligt en ook „lntooli
hem zo duizelingwekkend hoog dat
men zou menen bij een volmaakt mens
te staan. Deze zieke, stervende man
blijkt overvloedig in alle deugden te
zijn geweest; er is gewoonweg niets op
hem aan te merken. „En", zegt ze,
„En hoe bestaat het nu dat zo'n man
zo'n lijdensweg moet krijgen?" Zie,
daar zit het onbegrijpelijke voor deze
goed mens noch-
omdat je een predikant, als het even
kan, niet vlak voor zijn Zondagse
preek uit zijn rust moet halen. Maar n^n^mprCt
b„+ „4„t h„hb0„- vngemener
wonderlijk
I „irf- „ot ta™. W"
daarover willen we het niet hebben;
laten we veeleer dankbaar zijn dat
dit telefoontje komt. Er spreekt een
groeiende band tussen kerk en volks
wijk uit is dat geen reden- genoeg
tot blijdschap?
Zo sta ik dan wat later bij nacht
en ontij aan het ziekbed. Rondom
zitten zijn vrouw en zijn reeds lang
getrouwde kinderen; eveneens samen
geroepen omdat het wel eens af zou
kunnen lopen. En in de kamer heerst
die beklemmende sfeer van een ver- no
trek waar een mens zich reisvaardig Is
maakt voor de allerlaatste tocht. Het dering
gans andere weg dan
de zijne. Gij zoudt zeker ook die ver
gissing begaan; gij zoudt menen dat
hier een mens verbijsterd is door zo
veel goedheid Gods dat Hij ons ook
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
benauwd i
hangt er van eo
kamfer spiritus e
bedompt: de geur zondaren, wil te maken hebben? Heb-
L-de-cologne i
niet diep ontroerd het woord
zonden en schuld. Hoe
met alle goede bedoelingen toch tel
kens weer God ongehoorzaam zijn.
Maar patiënt noch familie willen daar
veel over horen. irNeen, vader was
een zeer goed mens; al kwam hij dan
niet zoveel in de kerk". Daar onder
breekt vader zelf dat laatste getui
genis en zegt heftig: „Wel waar, ik
kwam er wel, ik ben toch in de kerk
getrouwd".
En daarmee heeft hij dan ook zelfs
op dit punt een feilloos leven geleid,
want niemand kan toch aanmerkingen
maken wanneer je huwelijk kerkelijk
ingezegend is!
We zijn er die Zaterdagavond niet
i medicamenten, gehoord dat de Heiland aan het kruis uitgekomen. We zyn
:elfs
de
moordenaar zegt, die hem zo lange, lange lijdensweken, die nog
juist nog mee uitschold en die dan op volgden, slechts heel langzaam uitge-
derdrukte snikken. Maar als ik de zijn bede om ontferming mag horen: komen. Het
opnieuw een „Heden zult ge met Mij in het paradijs ken dat ie niets hebt
patiënt zie, voel ik vv_
beetje dankbaar, want hij is nog bij zijn?" En dus spreek ik in die zin bestaan, wanneer je juist denkt heie
kennis en een gesprek is nog volkomen verder: dat we Gods weldaden nooit maal kant en klaar te zijn. Het is
mogelijk. Hij is eigenlijk zo goed bij verstaan kunnen, maar ze dankbaar vooral zo hard als je
afvraag geloven mogen; ik
gebleven bent, die zich
zijn positieven dat ik
hoe de familie er feitelijk toe' komt diende gunst alleen. Maar hij schudt staande hield tegenover allerlei
denken dat het deze nacht zal zijn hoofd en herhaalt: „Ik begrijp het zoekingen rondom. Maar ook hier
niet". Ja, en dan spreek je als predi-
kant verder en zoekt naar andere be
tracht de boodschap leerde zoeken
ar niets heengegaan
dochter de oudste zoi
aflopen. Men kan zich daar altijd in
vergissen, maar in dit geval zijn
volstrekt geen tekenen, die daar op woordingen
wijzen. Later zal ik horen dat heel des Heils te vertalen
dit voortijdige afscheid een gevolg is helpt. Totdat eindelijk
van moeders ingeving omdgt hdar
vader destijds ook op een Zaterdagt
nacht overleed.
tijd gekomen dat een eigenge
rechtigde de „vreemde" gerechtigheid
vinden. Toen is hy
tar op zyn graf heeft
geroemd in vaders
Toch
het
luide en nadrukkelijk de goede eigen- vader...
kort gesprek schappen van haar vader. Zij verheft
WIJKPREDIKANT.
In de middeleeuwse Italiaanse stad
Siena worden thans muzikale mees-
tercursussen gegeven. De directeur
van het Brabants Orkest, Willem
Brederode, speelt als altist mee in het
orkest, dat als proefkonijn voor de
jonge dirigenten wordt gebruikt
Speciaal voor ons blad zal hij in en
kele brieven zyn indrukken weer-
U hebt
1/l/V OJ2/ uWJA)
KUNNEN LEZEN i
dat een boarinrxz in 3eiererx,
ging slapen op zes eieren
De gans was het brcxzdan gans
moe de en wat -
niemand vermoed
de gebeurde zo-
waar»er laqen f,
in 't kra kei wit bed-
je zes gansjes heel zoet naast
leider van de dirigentencursus. Het zal
niet nodig zyn Paul van Kempen by de
lezers nader bekend te maken. Men zal
langzamerhand wel weten, dat ons land
hem een zoon heeft, die tot de zeer
groten behoort. Het zou mij een lief ding
waard zijn indien men in Nederland eens
hoe hy hier door een ieder ver
eerd wordt en hoe eenvoudig hij onder
die verering blyft. Ik zou ook willen,
zag welk een zegenrijke arbeid
hij verricht met de jonge kunstenaars,
die hem hun wel en wee toevertrouwen,
omdat zij voelen, dat hij èn als mens én
als kunstenaar een onaantastbaar hoge
positie inneemt Ik zou willen, dat men
n hoe het orkest reageerde op zyn,
nog niet geheel vlekkeloos Ita
liaans uitgesproken, opmerkingen, die
vaak van een heerlyke. Hollandse humor
zijn. Er zal een tyd komen, dat men in
Holland zal erkennen, dat Paul van Kern-
waarop een land trots kan
Medelyden en kwaadheid.
De dirigenten-cursus is „droog" begon-
;n. Verhandelingen over de techniek
m het dirigeren zyn gehouden en de
problemen daarvan en dat zyn er
Vele onder ogen gezien. En nu van
daag is er een soort practisch examen af
genomen, d.w.z. alle deelnemers hebben
ouverture gedirigeerd. Het orkest
speelde vijftien maal de Egmont-ouver-
ture van Beethoven, negen maal de
Euryanthe van Weber en een der deel-
bracht ter afwisseling het eerste
deel van Beethovens 2e symphonie ten
gehore. Het is opmerkelijk te zien met
welk een toewijding de orkestleden deze
taak verwerken. Met alle eerbied
de Hollandse orkestmusicus, moet
het mij toch van het hart, dat zo iets in
lieve landje niet heel eenvoudig zou
zijn. Gedurende vijf uren (van 10.00
12.30 en van 17.00—19.30) een eindeloos
herhalen en reageren op min of meer
handige gebaren van een jonge „Maestro".
achter een lessenaar in het
orkest kan men de slachtoffers eens
rustig observeren en beurtelings ver
vullen medelyden, kwaadheid en onver
schilligheid het hart van de beschouwer.
Medelyden heeft men met de jonge
lieden, die bleek en bevend op de
,bak" komen en die men kan aanzien,
dat zij maar het liefst zo ver mogelijk
van Siena weg zouden willen zijn- Zy
vergeten de opmaat te geven en het
stokje zwiept en siddert in hun handen.
De rustige en rustgevende stem van de
„maestro" en de byzonder sympathieke
houding van het orkest stellen deze
angstigen meestal spoedig gerust
Kwaad wordt men op de lieden, die
et een heersersgelaat op het podium
verschijnen met in hun ogen een blik
„Nu zal ik eens wat laten z
Ook zij vergeten de opmaat en zijl
een paar minuten even hulpeloos als de
eerste categorie, de angstigen.
Onverschillig bekijkt men hen,
volkomen zonder „leiders-talent" traoh-
ten leiding te geven aan een orkest, dat
zonder deze leiding bepaald veel beter
iu spelen.
Merkwaardige figuren treft men aan
onder de 24 deelnemers, die uit Italië,
België, Zwitserland, Amerika, Voor-
Indlë, Nederland enz. komen. Er is bijv.
een zenuwarts, directeur van een psy
chiatrische kliniek in de omstreken van
Siena. een genaturaliseerde Hongaar,
die zelf een „tic" heeft en denkt, dat hij
groot dirigent is. Het is bepaald tra
nen hem ziet, terwijl hij zich
verheven gelaat in bochten
wild met de armen zwaait
plaats, waar dit in het geheel niet
nodig is. Verder is er een alleraardigst
meisje uit Portugal, gekleed in sweater
en lange broek, die vast van plan ii
beste vrouwelijke dirigent van Europa
te worden. Het is heel grappig om t£
zien, hoe zij met driftige gebaartjes er
met flikkerende oogjes het orkest pro
beert haar wil op te leggen.
Er is een jonge Amerikaan, die al by
Koussevitsky gewerkt heeft en aan
men riet, dat hij niet voor de eerste
maal achter de lessenaar staat.
Onze landgenoot Felix de Nobel, de
bekende dirigent van het Nederlands
-merkoor, maakte een uitstekende
druk. Men voelt onmiddellijk met
„musicus" te doen te hebben. Verder
ls een der beste jongeren de Hongaar
Bela de Csillery, de echtgenoot va
bij ons reeds bekende .violiste Johanna
Martzy.
Na het examen van vandaag zijn
drie deelnemers (waaronder de psychia
ter) van de cursus uitgesloten en ge
rangschikt onder de „hopeloze geval
len".
Morgen beginnen de eigenlijke lessen
met de Pathétique van Tsohaikowsky
Alle deelnemers moeten 'n deel studeren
en het orkest moet het resultaat van
deze studie vijf uren lang realiseren
Uw briefschrijver van achter de 2e les
senaar alten zal u. indien hij het over
leeft, van deze dag binnenkort berichten.
WILLEM BREDERODE.
gisoh als i
met een
wringt i
Wü trakken in badstül van hier
naar Parus Dc Fransen gaan
daar met nun kussens op reis,
omdat door 4ooo mensen \an
„een trein-met-GGn-bed "een
staking op touw is ge2ct.
In Nederland werden drie mijl
palen geplant
Va eerste bü Arnhem voor d'op-
bouw van 'tland. n
„Wat mylpaal Niks mylpaal
zo riepen 3. en W. en ze nam<2n,
omdat het voor 't landschap niet
mooi was het prillG. paaltje wce-
dend mee
y" H-
Niemand kan tornen aan de
Nükerkcr mylpaalWant die is
voor Wim van den -Hazel, die
zonder gebazel vóór Jo jaar
van zijn bruidje van Steeg
bet „3a" woord verkreeg.
3z derde mylpaal 2ierikzee -
ólf ecuwen loopt dit stadje mee.
■Nuuitgefeest en uitgehost
niemand meer vreemd uitgedost
Men is van snoep en pret blasé:
geen badgast gaat meer ziek in
i. I"/ *2 'S
In "fèowton groter feast dan
ooit. Drie zusjes hebben tdaar
gerooid
m.
Ze trouwden op een dag met.
mannen van één slag.
Drie Gandwrights met hen
naar 't stadhui-S.
2e zaten rond - de - tafel ,tbuis:
een "Ridderzaal in 't kléin.
€n op het echte Binnenhof
zullen straks bu 'tconfere
ren
Karei Links en Goosic temphuis
niet aan, maa(R)ond®(r)TafeJ
zyn I