De andere moeder NIEUWE LEIDSCHE COURANT 4 ZATERDAG 9 JULI 1949 Binnen 50 jaar Nederland voor de helft Rooms-Katholiek Meer liefde gevraagd over en weer, tussen Roomsen en Protestanten Het derde artikel, dat dr N. G. M. van I vier eeuwen mee M.S.C. in het r.k- dagblad ..Dejhet immuun voor „komen tot iets". Tijd" wijdt aan de verhouding Rooms— Protestant luidt aldus: „Wie meent, dat de intense belangstel ling van de protestant voor het katholi cisme op gelijke wijze wordt beant woord, vergist zich. Een typisch beeldje van deze vergissing vinden wij in „De Protestant" <4;11;48). Een ijverige dominee klaagt daar over de kerkelijke toestand op Ameland. Daar moet harder gewerkt worden, want: „Rome lacht delijdend over een vervallen gemeente als te Nes, en put daaruit de conclussie: o zielige reformatie Nietwaar? Wij kunnen ons zo leven dig voorstellen, hoe Pius XII de consisto riezaal der kardinalen binnentreedt met een geruststellende glimlach op de lip pen: „De reformatie, Eminenties? Zielig. Kijkt U eens naar Nes op Ameland De katholiek, althans in ons land, is minder aggressief dan zijn hervormde medebroeder, hij* leeft minder fel, ge moedelijker, blijder en (laten we het er kennen) zcn-gelozer. Hem trekt meer een Carnaval dan een bijltjesdag. Hiermee is echter de kwestie van een ■toekomstige pacificatie niet opgelost. Het is niet zeker, dat ons land ooit overwegend katholiek zal worden, maar het is waarschijnlijk. Indien het vermoe den juist is, dat bij de laatste volks telling bijna veertig procent van de be volking zich opgaf als katholiek, moet men met de mogelijkheid rekening houden, dat binnen een halvi vijftig procent overschreden wordt Wat dan? Het wil ons voorkomen, dat de door snee-katholiek temidden zijner anders denkende collega's nog niet de levens stijl bezit van de, leider. Het Vat! mag dan, volgens Hermelink, het trum van de meest verfijnde diplomatie zijn, waarbij Kremlin en State Depart ment slechts beginnelingen genoemd kunnen worden gen is nog weinig op ons katholieke volksdeel neergedruppeld. Niet dat wij de diplomatie beschouwen als een bal sem voor alle wonden, maar mocht ooit het katholicisme door hoofdelijke stem ming zijn wil kunnen doorzetten oi ieder terrein, dan is wel een allerfijnste tact nodig, afgezien nog van het inzioht, dat wij de persoonlijkheid van de te genstander moeten eerbiedigen als zijn hoogste natuurlijk goed. Ons katholieke volk zal dan wel diep doordrongen moeten zijn van het feit, dat het een staat bestuurt, geen partij; dat het kapitein is op de grote vaart, geen stuurman van zijn eigen plezier jacht Het zal breed moeten denken precies moeten weten, hoever het met anderen mee kan gaan zonder zijn prin ciepen te verloochenen, en niet uit in dolentie blijven aan de veilige kant ten koste van de minderheid. Vragen we ons ernstig af: is het ka tholieke volksdeel reeds zo doordrongen van de brede evangelische liefde, reeds zo opgevoed tot de christelijke hoffelijk heid. dat -het in staat zal zijn op waar dige wijze de verplichtingen te vervul len, die een toekomstige adel het zal opleggen, en die het (praktisch) in geen Voor onze Schakers Correspondentie en oplossingen (bin nen 14 dagen) aan onze schaakredacteur Goudreinetstraat 125, 's-Gravenhage Enkele miniatuurparty tjes Als het warm is moeten we weinig mogelijk inspannen. Hieraan ge dachtig geven we nogmaals enkele par tijtjes uit de rubriek Chess Caviar „Chess Review", Allereerst een tweepaardenspel ii nahand tussen Lewis en Dayton, speeld in 1942, waarin de witspeler snel het loodje legt. 1 e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pi Pxe4 5. Tel? d5! 6. Lb3 Lc5 7. d4 Pxd4 E. Pxe5 Df6 9. Lxd5 Dxf2t 10. Khl Dglt! 11. Kxgl Pe2tt 12. Kfl Pg3t 13- hxg3 Pxg3 mat! Dan een partijtje, gespeeld in Polen in 1948, waarin de zwartspeler slechte varingen opdoet met het geweigerde ko ningsgambiet. De spelers zijn Grynfeld (wit) en Tarnovski (zwart). Volstrekt geen onbekende grootheden. Dit tot troost van minder sterke spelers. 1. e4 e5. 2. f4 Lc5 3. Pf3 d6 4. d4 exd4 5. Lc4 Pf6 6. e5 dxe5 7. fxe5 Pd5 8. Lg5 Pe7 9. Pbd2 P8c6 10. o—o o—o 11. Pe4 Lb6 12 Ld3 Lg4 13. Pf6t! gxf6 14. Lxf6 Dd7 15. Dd2 en zwart gaf het op. De nieuwe opgaven. We hebben onze nieuwe opgaven ook ditmaal aan de gemakkelijke kant ge houden. U krijgt de punten natuurlijk niet helemaal cadeau. Dat flauwe aardigheid en voor U ook niet bevredigend zijn. Maar het zal U toch minder inspanning dan gewoonlijk kos ten, tenminsteals Uw oordeel met het mijne correspondeert. Zo niet. moet U de goede bedoeling maar lief nemen! Opgave 318 (Voor goede oplossing i' punten). Wit: Kcl. Da8. Pc7. pion d2 (4). Zwart: Kb3, pionnen b4, b5, c2, d3 en d4 (6). Wit begint en geeft mat in twee zetten. Opgave 319 (Voor goede oplossing drie punten). Wit: Kc7 en Dc4 (2). Zwart: Ka5, Pb8, pionnen a6 en a7 (4). Wit begint en geeft mat in drie zetten. Opgave 320 (Voor goede oplossing vier punten). Wit: Ke5, Le4, Pe6, pionnen c4, c6, g4, g6 (7). Zwart: Ke8 (1), Wit begint en geeft mat in vier zetten. Opgave 321 (Voor goede oplossing vijf punten). Wit: Kbl, Tg5, Pe4 en pion h2 (4)- Zwart: Kh8. Lal, pion b2 (3). Wit begint en geeft in vijf zetten mat. We wensen onze oplossers succes bij hun pogen dit viertal- problemen te over meesteren. Voor serie A zijn de nos 318 en 319, voor serie B de nos 319 en 320. voor serie C de nos. 320 en 321. De oplossingen. De oplossingen der vier partijstellin gen uit de vorige rubriek luiden als V°No 314 (Dr Rey—N.N.. 1942): 1. Pe7T Lxe7 2. ThSt Kg7 3. Dh6 mat No 315 (MichelRossetto, Buenos Aires 1942): 1 Dh6t Txh6 2. Lxhöt Kh7 of Kh8 3. Lf8 mat. No 316 (HeinonenGauffin, 1947): 1. Pe6t fxe6 (a) 2. Lh6t KI7 (b) 3. Dg7t Ke8 4. Lg6 mat. a) Of 1Kg8 2 LxfGt en mat op de volgende zet. b) Of 2Kxh6 3. Dg6 mat. No 317 (P. Schmidt—dr Schmidt. 1946): 1. Dh6t Kxh6 (a) 2. hxgött Kg5 (b) 3. Th5t Kxh5 4- f4t Pxe2 (c) 5. Pf6t Kf6 6. Thl Kg7 7. Pe8t Txe8 8. Txh7t Kf6 9. Txf7 mat. (a) Op 1Kh8 volgt 2. hxg6 en snel mat. (b) Indien 2Kg7 dan volgt 3. Txh7 mat. (c) Zwart kan xijn vonnis een zet uitstellen door het Inschakelen van 4Df3t 5. Lxf3 Pxf3 6. Pf6* enz. Dit kan eveneens geschieden door na 6. Thl te spelen 6Dh3 7. Txh3t Kg7 enz. gedragen heeft? Is de gevaren van het bezit het reeds de barmhartige houding van de Zaligmaker tegenover het geknakte riet zonder compensatie van een verdrongen derwaardigheidsgevoel? Wij menen, dat velen deze vragen niet durven beantwoorden met de gerust heid, die zij zouden wensen Er is zeker de laatste decennia veel verbeterd, wel van boven af. Maar is er nog niet te veel achterdocht, te veel verdenking van kwade trouw, te weinig begrip voor het feit, dat ook menig andersdenkende liever zijn leven verliest dan zijn tuiging? En dat wij met de organisatu en machtsontplooiing de tegenstander zo gemakeklijk het gevoel bijbrenger., dat hij liefdeloos teruggestoten wordt? De katholiek dient ook volkomen lijk te staan tegenover de inhoud de reformatorische belijdenis. De voudige gelovigen behoeven geen onder richt te ontvangen in de grondbeginse len van de calvinistische theologie, mi wat men er over vertelt, moet wj zyn. Het zou van weinig vertrouwen onze eigen waarheid getuigen, indien wij de kleinen door leugenachtige dryving moesten afschrikken r en zijn aanhangers. Waarom niet de volle overtuiging van onze katho lieke adel hun een hoofse ridderlijkheid bijgebracht tegenover de christen, dwaalt, maar daarom zijn recht op liefde i eerbied niet verloren heeft? In dit verband vragen wij of het verantwoord is, dat iedere schry- geschiedenisboekje zonder deskundige voorlichting zijn v voorlegt aan kinderen over i oorzaken der Hervorming en de aller- gecompliceerdste schuldvraag enkele alinea oplost? De gevoelsindrukken die de tienjarige leerling ontvangt bij de lessen, dikwijls verscherpt door intonatie en gelaats uitdrukking van de onderwijzer, bepa- het leven liefde keer. Hier is eigenlijk een meesterhand vereist. In ieder geval zal heel de opvoeding op dit gebied er op gericht moeten zijn, dat hot katholieke kind later in staat is ook als lid van de leidende party rustig eenvoudig met zijn andere landge noten samen te wonen, zonder te zijn aangetast door een in sommige pro testantse kringen nog voorkomend - hoofdbewonercomplex. Van katholieke zijde wordt een groots gebaar vereist om de spanning onder de christenen van ons land te vermdnde- Maar dan mogen wij ook verwach ten. dat bij de protestanten de overtui ging doorbreekt, dat kruitdamp en sma lende leuzen, wantrouwen en vrees ons niet kunnen voeren tot de oplossing var het conflict. Laat men aan reformatorische zijde bekennen, dat ook daar een meesterhand ontbreekt, die geschiedenisboekjes (belangrijker nog) catechismussen anti-katholieke tendenties. Wat Hellenbroek en Landwehr in een jam merlijk groot aantal herdrukken jeugd voor het leven hebben meege geven aan z.g. roomse opvattin-gen, is belachelijk en te goeder trouw wel licht lasterlijk. Hier doet zich het gemis voelen van •n ereraad, waarin vooraanstaande theologen van beide richtingen zitting Het fiat van deze raad waarborg moeten zijn. dat de leer door de andere partij juist is weergegeven, dat geen nodeloos kwetsende termen zijn gebruikt. Zullen de aanhangers van het refor- matorisch-christendom een halve eeuw ver willen zien bij de opvoeding van hel kind? Zal daar op ander gebied het ge sprek verkozen worden boven frontvor ming? De publicaties der élite geven hoop. hun reacties echter stemmen tot pessimisme. Prof Berkouwer noemt de recente discussie over hetprocessiever bod in deze tijd van contact en gesprek zeer terecht „zonder meer pijnlijk", tracht hij haar te motiveren (Trouw, 18; 6). Wij durven verder gaan en vragen: „Hoeveel psychologischer, hoeveel be langrijker voor de vrede binnen ons va derland zou een ander adres geweest zijn door dezelfde raad van Protestantse Kerken aan de Ministers: „vertrouwend op het gezonde verstand en de toene mende irenische houding in leidende katholieke kringen, verzoeken wij art. 177 te blijven uitleggen, zoals het sinds enige -tijd door breed-denkende rechters is uitgelegd. Het zij vrede!" Men heeft de geste niet gewaagd, waardoor men een slag gewonnen had In het pacificatie-proces. Men heeft de slag verloren en alle motiveringen teza- kunnen niet de Indruk wegnemen, dat de eenheid der protestanten zich nog steeds het meest natuurlijk mani festeert door een protest. Ondanks alles blijft onze taak. omdat Jj niet voorwaardelijk is. maar abso luut. De Katholieke Kerk kan zich niet verminken, geestelijk niet en evenmin in haar zichtbare groei. Maar zij draagt in haar wapen niet het „Oderint dum metuant", „laat ze maar haten, als ze bang zijn". Zij wil niet worden gevreesd en zij wil niet voeren tot haat. Een ander devies staat haar voor ogen: Al zouden alle volkeren neerliggen in uw voeten, zo ge de liefde niet hebt, het baat u tot niets." En de schaar knipt Wanneer onze kleine dochter voor het eerst uit logeren gaat, willen we haar graag een j,k,oi nachtponnetje meegeven. Ons model 42. van deze week, kan moeder helpen om dat eens keurig voor elkaar te krijgen. kunnen er een va_ gezellige gebloemde ka toentjes voor nemen flanel, dan is ons meiske ook voor de winter heer- lijk ingespannen. Het pa troon is verkrijgbaar voor de leeftijd van 4, 6 en 8 jaar. Voor 10 jaar Jcan het bijbesteld worden. De patronen kunnen afgehaald worden aan ons bureau Hogewoerd 103, Leiden (van Maandag 2 uur af) tot Zaterdag 16 Juli k i 0.35. Per post worden ze toegezonden na ontvangst van f 0.50. Het modelletje, waai- 2.25 2.75 stof van 90 cm voor nodig is, heeft een schouderpasje. Onder de opgestikte naad springt de ruimte uit. Het splitje komt midden achter, de knoopjes voor dienen slechts als garnering. Met een paar kleine zakjes wordt het een grappig geheel. Toen het praatje door 't dorp gin-g, datl Gek, brulde Henk, je bent niet wijs. Teuntje Verhagen trouwen ging trou- Frans graaide op dat zelfde ogenblik het met Bart de hoefsmid, die verleden doosje met lucifers Henk uit handen, met drie kinderen was achtergeble-l Zo, dat had hij alvast. Wat Henk ver keken de mensen elkaar verbaasd der te vertellen had, kon hem geen klap schelen. En als Henk hem niet helpen [PUZZLE PAN DE WEi ek) Horizontaal: 1 tweetal, paar, 4 bretel, gevangeniskamer, 9 groot koopvaardij schip, 10 inhoudsmaat (afk.), 11 flink, kloek, 12 binnen. 13 onbebouwde ruimte rondom een woning, 14 telwoord, 15 steek met een puntig voorwerp, 16 fraaie zangvogel. 18 pan, 19 been, 20 zwart (afk.), 21 maanstand (afk.), 22 likeur, 23 reptiel, 24 machinebankwer- kersgereedschap, 25 ploegsnede, 26 be- dektbloeiende plant, 27 plezier, 28 spil, 29 herkauwer, 30 on-meetbaar getal, 31 roep waarin iemand staat, 32 oppervlak- temaat, 33 vluchtheuvel. 34 liefdesgod heid. Verticaal: 1 bootsman, 2 vrucht- vliesje, 3 onbepaald telwoord, 4 schoof, 5 lichaamsdeel, 6 maanstand (afk.), 7 waad-vogel, 9 katjesdragende loofboom, 11 gebeurtenis, 12 loofboom, 13 haat, 14 dwaas, 16 inwendig deel van vis, 17 deel het etmaal, 19 diploma, 20 onder- Teunbje, trouwen met Bart? Hoe was 't mogelijk! Teuntje hoorde wel wat er achter haar rug gemompeld werd. Doch het een noch het ander deerde haar. Te veel was er in haar ziel omgegaan, om aan praatjes1 Doe vf.n ii«..r-u zich te storen. Nu waren ze getrouwd. 's Avonds zaten ze samen. Hij in gemakkelijke stoel, wachtend op de krant, zij gebogen over Frans zijn jas, waarin hij een flinke winkelhaak had gehaald. Teuntje, ik begrijp het niet, en scheen meer in zich zelf dan tot haar te praten, zodat ze vragen moest: Wat niet Bart? Dat van jou en Frans. Die verhou ding bedoel ik. Als ik toch denk verdriet, dat dat kind me heeft bezorgd, dan staat m'n verstand stil bij de keer van deze dagen. Teuntje liet haar naald rusten, aar hem op, zwijgend. Bart overviel haar. Ze zat juist te denken aan flict dat ze 's middags met Frans had gehad en waarvan zijn vader niets ge- geworden was. Ze wilde het niet m ook. Eerst moest ze Frans beter leren kennen om over zijn fouten te kun nen spreken. Wat moest ze Bart antwoorden? Ik denk, aarzelde ze, dat -het door 't vreemde komt, dat er is tussen hern en mij, waardoor hy voor een ongenblilc in z'n vaart gestuit is. Bart dacht fia. Net iets voor Teun tje om verder te zien dan het ogenblik. Ik geloof toch zeker, dat jij hem winnen zult. zei hij toen. Nee Bart, zo mag je niet spreken. Ik kan niets, wanneer het mij van Boven niet gegeven wordt. kant van de voet. 22 jong takje, 23 vaar tuig, 24 slimme viervoeter, 25 model, 2( makker, 27 mil. auto, 29 raamscherm. 3( 3or. 31 zangnoot, 32 maanstand (afk) Oplossing van de vorige puzzle Horizontaal: 1 transparant, 8 dog, 10 gijl, 11 A.C., 13 regen, 14 D.M., 15 fel. 17 den, 18 kap. 19 Irene. 20-anode, 21 kei. 22 gek, 24 pel, 25 as. 2 6 kerel. 28 h, ~~j ton, 30 net, 32 thermometer. Verticaal: 1 trafikant, 20 A.D., 3 4 page, 5 Rijn, 6 al. 7 tempelier. 9 gede gen, 10 genaken. 12 Ceres, 14 dadel, 16 lei, 18 kop. 23 ergo, 26 kor, 27 lee, 2' 31 t.t. De prijswinnaars zijn ditmaal: le prijs: C. A. van Beveren, Hoofd6tr. 83, Noord- wijk "aan Zee; 2e prijs: Nic. Timmers, Loostérw. 47. Voorhout; 3e prijs: H. A. Chaudron, Van Speykstr. 42, Leiden. Inzendingen per briefkaart uiterlijk s. Donderdagmorgen aan ons bureau In de linkerbovenhoek van de adreszijde tb vermelden „Puzzle-oplossing" Na 1 October kortere grens controle.te Roosendaal M.I.v. 1 October, bij het van kracht worden van het nieuwe spoorboekje, zal de grenscontrole bij Roosendaal niet i "minuten eisen. De Nederlandse diensten zullen hun controle gedeelte lijk gaan uitoefenen in de rijdende trein op het traject RotterdamRoosendaal Geslaagd dank zij. RESA - HILVERSUM (Bekende Schriftelijke Cursus) Vraagt ons prospectus Staatsexamen A en B. Mulo dlpl., Zal ik1 je helpen, Frans? Teuntje zag, dat hij moeite had zijn s van de kapstok te wippen. Frans sloeg haar hand terug: Blijf af. zeg ik je. 'k Vraag je toch zeker niets. Teuntje probeerde kalm te zijn, ook toen ze vroeg: Kan dat niet anders Frans? Zeg in ieder geval, nee moeder, als je denkt 't zelf te kunnen doen. Moeder, klonk het smalend; hoor ou es, die wil dat ik moeder tegen haar zeg, ha, ha! Nee Frans, zo is 't niet. Het was je vaders wens. O. vader, die vraagt zo vaak wat, .aar daarom doe ik 't niet. Z.wyg, gebood ze. Ik wil niet dat zo over je vader spreekt. Och mens, hou zelf je Vlug legde zij haar hand op zijn mond. Maar Frans, bestrafte ze. Nijdig sloeg hij van zich af. Sleepte n jas bij een mouw de gang door rende weg. Op straat gromde hij na: 'k Zal r wel krijgen, 'k Heb met haar praat jes niks te maken. Die vervelen me ai zolang ze daar rondloopt. En hij keek om 1 z'n boze blik haar nog treffen kon. In het achterkamertje, waar de -brood- bordjes nog op afruimen te wachten stonden, liet Teuntje zich op een stoel neervallen, verslagen. Het ging niet goed Wat was die jongen snauwerig bits. Gisteren al en als de dag nu begon. En wat voor reden had hij? wilde wel alles doen om hem te leren inzien hoe hij zich zelf deren onnodig verdriet deed. Doch hoe? Met hem -praten? Och, dat was de eerste dagen nog wel mogelijk geweest. Toen had hij, hoewel wrevelig, naar haar geluisterd, ook nog wel gedaan wat zij van hem vroeg. Tot opeens in een ruzietje met Bram waar zij tussen kwam, Frans haar vinnig had toegeslingerd: Houd je stil, n! je hebt hier niets te zeggen. Daarna had hij meer gedurfd. Teuntje voelde haar taak zw, en. Vertrouwde ze te veel op eigen kracht?Vader, smeekte ze, ij een trouwe helper. Toen stond ze op en ging aan haar morgenbezigheden. En terwijl de klein tjes vrolijk om haar heen sprongen, zon ze op iets waarmee ze Frans een plezier kon doen. Zou ze voor vandaag wat koken hij veel van hield? Ze wist al wat! Flensjes zou ze bakken 1 er veel suiker tussen strooien. Daar as de jongen dol op. En zorgen dat in beker chocolademelk voor hem klaar stond als hij uit school kwam. Op het schoolplein rumoerde de jeugd, 't Was speelkwartier. Frans rende dwars door een groep spelende meisjes heen om bij Henk, z'n vriendje, te komen. Zeg jog, heb jy lucifers, vroeg hij. Ik, deed de ander verbaasd. Wat moet ik met lucifers? Weet ik dat. In jouw zakken zit an ders pruttel genoeg. Wat moet je dan. wilde Henk weten. Als jy zorgt dat ik lucifers kryg, zal 'k je 't zeggen. Daar is nog al kunst aan. pochte Henk, maakte zich uit de voeten en kwam in een ommezien terug met een doosje lucifers. Bewaren voor straks als we naar huis gaan, commandeerde Frans, 'k Moet gat branden in m'n kous, dat er een knol door kan. Gisteren heb 'k met een spijker er een ingetrokken, da's de moei te niet. Dat heeft ze zo weer dicht Waar die jongen dan toch (blijft, brom de Bart, die graag 't eten op tafel zag vrouw, er is geen wachten i nog, vond zij. 't Is KORT VERHAAL door Gré van Ast gezellig voor Frans als wij bezig zijn. Vijf, zes, zeven minuten vergingen. Geen Frans. Ik kan onmogelijk langer wachten, driftigdë Bart. Precies één uur moet 'k in de smederij wezen om 't paard van boer Klaassens te 'beslaan. Ja, zuchtte Teuntje. Als -het dat moest ze ook rekening houden met Bart zijn zaken en ze bracht het eten binnen.' Toen ze 'klaar -waren zei Bart: Als de jongen er over een half uur nog niet waarschuw me dan. En hij ging naar z Nauwelijks waren zijn stappen verklon ken of daar kwam Frans de achterdeur in. Voetje voor voetje sleepte hij zich voort in de bijkeuken. Au, -kreunde hij au, en plofte neer op een kistje. Net kwam Teuntje aanlopen. Ze droeg een bakje met eten, dat ze naar de kippen wilde brengen. Jongen, waar kom jij vandaan! Bij na had ze uitgeroepen: „Wat zie uit!" Ze zag dat z'n jas slordig neerhing gezicht besmeurd was. Hij heeft zeker weer gevochten, dacht ze. Zc 't hem vragen? Nee, toch m-aar 't Gaf misschien weer woorden. Zijn hapje zal ze klaarmaken. De kippen heb ben de tijd en ze zette het bakje zolang op de grond. Maar mèt dat ze het doet, ontdekte dat e® met Frans erger dingen gebeurd zij-n. Ook viel het haar op hoe hulpeloos hij daar zat. Frans de druktemaker leek :n triest jongetje. Even bleef ze hem aanzien of ze zeggen wilde: Is 't nou zover met je gekomen? Frans liet toe, dat z'n moeder z'n schoen uittrok en de kous, die niet meer l lor. iets - jongen watisdatHoekom je aandie plekop je been 't Lijkt welHeb je weer met vuur gespeeld? een schuldige toonde hij zich. Heb je pijn? Erg, zei Frans en slikte iets weg. vroeg ze dat: Heb je pijn? Niets boos was ze en hij dacht nog wel 't geval van 's morgens dat ze zeggen zou: Net goed, jongetje. En nu deed juist zo aardig. En ze smeerde van i bruine goedje op z'n been, wond er toen De pijn werd er al een beetje minder van. Hij had wel „dank u wel" willen zeggen. In do keuken stond er voor hem al leen nog gedekt. Hij moest gaan eten. ook al weer een meevallertje, vond hij. En hij kreeg worst, gebraden worst. Heerlijk was dat. En toen nog flensjes. Hij kon er niet over u" Teuntje was onderwijl naar Bart ge gaan. Hij was druk en zag haar niet. Bart, moet ze roepen. Bart! Is er wat met de jongen, vroeg hij Hij is thuis, dat wilde ik je /en zeggen. Mooi zo. bromde Bart en hanteerde Hij vraagt niet naar bijzonderheden, gelukkig maar, dacht Teuntje en ze haastte zich terug naar Frans. Ze zag hem bezig. Hij ruimde zyn eigen bordies weg en kwam daarna aandragen met het tafelzeil, dat hij reeds op de stok had gerold. Toen vroeg hy: „Kan ik nog wat oor U doen?" Die vraag gaf Teuntje een diep gevoel. Ze bloosde er van. Zo'n jongen toch! Ze kwam naar hem toe en keek hem recht in de ogen. Frans dacht: Zou ze nu toch beginnen /er die gerafelde kous? Wat hij gedaan had was ook lelijk van hem geweest, "ou ie 't zeggen? Zijn gedachten bleven toeven. Frans, kijk me eens aan! Hij zag naar haar op en vroeg: „Is Heb je dan nog veel pijn? Teuntje dacht dat hij de brandwond bedoelde. Ik wou weten van de kous, zei h Is datvindt U 't erg? Welnee jongen,' die is immers weer gemaakt. Wees maar dankbaar, dat goed afgekomen bent. Er had heel wat anders door kunnen gebeuren. Weet vader 't al. Nee Frans. Zegt U 't hem? Teuntje moest even nadenken, toen zei ze: Frans, hou je veel van je vader? Hij knikte. En waarom plaag je hem dan tel kens weer, Frans? Omdat je dat prettig Waarom praat ze alleen over vader, denkt Frans. Hij maakte het haar im- ook lastig. En ze mopperde nooit zoals vader deed. Ze vroeg: „Hou je van vader" ¥iï'pper$cfieppn jajen naar JOHN MASERELD 60 „Niet erg, tenminste, maar ze heeft water binnen." „Neem me niet kwalijk dat ik het zeg, mijnheer", zei Kemble. „Ik doe het alleen om U te waarschuwen. Ze hebben een dodelijke ziekte aan boord, dat is mijn mening en voordat ze weg voeren hebben ze de kranen openge zet om het te laten zinken". „Dat is best mogelijk," zei Kruiser. „En het kan zijn, dat ze een paar stervenden aan boord hebben gela ten. Het kan gele. koorts zijn, of pok ken. Ik ga nu alleen aan boord, of samen met jou, Rodmarton. want jij kent het schip. En terwijl ik aan boord ben, .houdt u af aan een lijn, tot ik weet, wat eraan mankeert. Be grijp het goed, stuurman, u laat ons tweeën aan boord, steek dan af en blijf op een afstand, want ze bevalt me niets." „Mij ook niet, mijnheer," stemde Fairford toe. „Ik zal op een afstand blyven, als u een lijn wilt vastma ken." „Hé, ik heb nooit geweten, dat het zo'n sierlijke achtersteven had," zei Kruiser, terwijl ze met gestreken zeil roeiend het schip naderden. Hoog rees.de ovale achtersteven boven hen op en vermeldde in een vergulde krans naam en haven: Bird of Dawning, London The light comes after me.l) Boven en onder de vergulde krans stond het devies: een witte haan, met vuurrode nekveren en vergulde spo ren op een stok. „Het licht volgt me na," spelde Edgeworthl „En nou volgen wij jou na, ouwe knar, als je daar maar om denkt." „Even wachten voor we langszij komen," zei Kruiser. „We moeten ze praaien, vóór we aan boord gaan. Vooruit, alle hens tegelijk." De hele bemanning riep uit één mond; „Cock, ahoy! Bird of Dawning, ahoy!" Ze hadden geen antwoord verwacht op hun praaien maar er kwam ant woord. Uit het kippenhok by de grote mast kraaide een haan hen zwakjes toe. „Een haan", zei Kruiser. „Dan is het niet verlaten, mijn heer", zei Rodmarton. „Ze zouden de kippen nooit achter gelaten hebben. Ze zijn vast alle maal aan de pest gestorven." „Wie heeft de boten dan meege nomen?" vroeg Kruiser. „Ze gingen in allerijl van boord, denkende, dat het schip zinkende was, en het is niet gezonken." Lij fronste zijn wenkbrauwen, hij wist niet, wat -hij ervan denken moest. Hij stond op en praaide weer: „Bird of Dawning, ahoyJ" Weer kraaide de haan tepug, alsof het hat schip zelf was, dat antwoord gaf. Het merendeel van de manschappen zei, dat te een boon waren, als ze er iets van begrepen. „Hoe eerder wij het inspecteren, hoe beter", zei Kruiser. „Het zal ons nog een doodschrik op het lijf jagen, zolang we het niet weten." Hij zelf was wat benauwd bij de ge dachte aan de afgrijselijke dingen, die hij daar op slechts enkele vademen af stand misschien zou vinden. Maar naast die verschrikking bestond de hoop, dat zij, vóór het schip zonk, nieuwe voorréden konden vinden. „Stuur op de vallen af, Coates", zei hij. „Zie, dat je de voorste lijn te pak ken krijgt, Rodmarton. dan grijp Ik de achterste. Opletten, aan bakboord, dat jullie de riemen niet tegen boord stuk slaat. Houd haar af met een sliet, Edgeworth, jij ook, Kemble". Voorzichtig kwamen zij langszij, Coates aan het roer, Rodmarton voor uit, Kruiser in de roertalies, klaar om te springen, en de twee anderen klaar om af te houden. Reusachtig doemde het schip boven hen op, hief zijn groene koperen dubbeling, terwijl het wegrolde en toonde kale, glanzende plekken, waar de blokken langs ge-, schuurd hadden. Even hield de rollen de beweging op, toen kwam het schip met snel" toenemend geratel op hen af, tot zijn raas op dalende speren ge leken. „Bakboordriemen binnen", riep Kruiser. „Een halve streek stuurboord, en vlug. Let op je kans, Rodmarton." Lenig als een kat, ondanks zijn ver moeidheid, sprong hij naar de talie, die van de achterdavit slingerde, greep haar, klorn er langs naar boven, zwaai de zich over de reling en sprong op het dek. Rodmarton volgde hem aanzienlijk minder lenig. Kruiser nam een opge schoten kabel van de pennen en boog zich over de reling. „Van onderen", riep hy. „Pak die lijn en zet haar vast om de voorste doft. Dan afvallen, tot ik „Vast" roep". Hij vierde de lijn en keek toe, hoe de bemanning de boot afhield tot ze een vijftien vaam achter het schip lag. De bemanning stond op een kluitje voorop toe te kijken. Rodmarton stond bij de stuurboordreling te kijken als een vis op het droge. De woorden van Kemble en van de anderen waren hem niet langs de koude kleren gegaan. Misschien lag zijn broer Joe wel dood in zijn kooi in een van die dekhuizen vlak bij hem. Kruiser liep naar de kuil en haalde de peilstok op: er stond drie voet drie duim water in. Aardbeien en kersen De aardbeien- en kersentijd duurt slechts enkele weken; wie ervan genie ten wil, moet zijn kans waarnemen als de pluk in volle gang is en het fruit het goedkoopst verkrijgbaar. En wie nof iets van de geur van de zomer wil be waren kan het fruit in de vorm vat jam, vruchten op sap of limonade vooi het winterseizoen conserveren. Dat zijn van die zelfgemaakte produc ten, die een huisvrouw met. trots laat zien en proeven Wanneer men daarvoor maar het goede ogenblik kiest, kan het ook een flinke besparing betekenen op onze uitgaven voor fabrieksconserven. aardbeien e; (2 a 3 potjes) 500 g aardbeien. 500 g kersen, 1 citroen, kg suiker. De vruchten schoonmaken, ontpitten, fijndrukken en langzaam ze zacht zijn. Het citroensap toevoegen en de vruchtenmassa inkoken tot 2/3 van het volume. De suiker erbij doen en de jam laten koken, totdat een paar drup pels, op een koud bord afgekoeld, niet meer uitvloeien. (Bij het inkoken goed roeren, zodat de jam niet aanbrandt). Ze heet in de goed schoongemaakte potjes doen, die, om het stukspringen te voor komen, in een teil met warm water zijn geplaatst. De potjes afsluiten met een stukje vochtig cellofaan of perkament papier. dat met een touwtje strak het potje wordt gespannen. Men kan de jam ook bedekken met een laagje ge smolten paraffine, alvorens het potje te sluiten. Aardbelenlimonade 1 liter aardbeiensap, lVx kg suiker, 35 g citroenzuur. Het vruchtensap aan de kook brengen en de suiker er in oplossen. Het sap la ten doorkoken en afschuimen. Het ver volgens koud laten worden. Het citroen- ïur in een weinig water laten oplossen i afkoelen. Het koude- sap met de koude citroen- iur-oplossing vermengen. De limonade siroop overdoen in goed schoongemaakte flessen en deze met een kurk afsluiten. Kersenpannekoekjes 200 g zelfrijzend bakmeel, 1 ei, Vg liter melk, 1 snuifje zout. 500 g kersen, wat boter of margarine, suiker. Het bakmeel in een kom doen, het ei in breken, iets zout toevoegen en er met de melk een glad beslag van roeren. De kersen wassen, van stelen en pitten ontdoen en ze door het beslag roeren. In de koekenpan wat boter of margarine smelten en van het beslag pannekoekjes bakken, die aan weerszijden lichtbruin en van binnen gaar moeten zijn. Er op de schaal wat suiker over strooien. Olietank van Nederlands schip in het Kattegat ontploft Gisternacht is in het Kattegat 'n riiwe- olietank van het 250 ton metende motor schip „Eljo" uit Amsterdam ontploft Het schip is op eigen kracht de haven van Kopenhagen binnengekomen. De machinist is in een ziekenhuis op genomen met brandwonden en «jen ze nuwschok. De brand, die op de ontploffing volg de werd door de bemanning bedwongen wil weten waarom ik hem plaag. Wie dacht daar nou bij. Als je wat uit wilde halen deed je het. Hij kon geen antwoord geven. En toch wilde hij' wat zeggen, iets waaruit ze merken kon. dat hij haar aardig vond. Want ineens is 'hij daar heel zeker van Hij zint, zint En Teuntje wacht. Weet ze wat daar arrelt in z'n jongensbrein? De school, schrikt Frans. Hij moet aar school. Vijf minuten heeft hij maar Zal hij weggaan, zo, zonder woorden. Geen ogenblik bedenkt hij zich meer. Plots richt hij zijn hoofd en geeft moeder Dag moeder, zegt hij dan -bedankt dit en wijst naar zijn verbonden been. Dan gaat hij haastig heen. Lang nog staart Teuntje naar de deur waardoor ze Frans zag heen gaan. Een grote blijdschap is over haar ge komen. Haar adem gaat lichter, gemak kelijker nu. Er is een glimpje hoop. 't een juichtoon in haar ziel ziet ze Boven. Vader, ik dank U voor dit ogenblik. Indien ik maar Want zy zeide: Indien ik maar Zyn klederen mag aanraken, ik zal gezond worden. Dit woord is door de vrouw, van wie het afkomstig is, misschien meer by zichzelf gedacht dan hardop gezegd. Haar kwaal was er dan ook niet naar om dit zo tegen anderen te zeggen en er met iedereen over te spreken. Ze was er intussen ernstig genoeg aan toe. Die kwaal heeft haar levenskracht gesloopt en haar levensvreugde gedoofd. Ze heeft eraan gedaan en eraan laten doen, wat ze maar kon. Maar by nie mand heeft ze baat gevonden. En ze is er ook nog al haar geld mee kwyt ge- Nu komt Jezus in haar omgeving. Zou Hy haar kunnen helpen? Dat is voor haar geen vraag. Hij kan het. Dat weet ze. Maar dan moet ze met Hem in aanraking komen, al is het maar met Zyn kleed. Dus gaat ze naar Hem toe. Maar niet zo, dat iedereen begrijpt waarom het haar te doen is. De mensen moeten het niet bemerken. Ze heeft het by zichzelf goed overlegd, het zal al voldoende zijn, als ze maar de kans krijgt, even Jezus' opperkleed vast te grijpen. De Meester behoeft niet eens bijzondere aandacht aan haar te schenken. Hij behoeft ook geen woord tot haar te zeggen. Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, ik zal gezond worden. Wat een geloof! Misschien niet in elk opzicht zuiver, zoals uit het vervolg blijkt, maar toch een groot geloof! Geen vraag, of Jezus het wel kan! Geen vrees, dat haar kwaal te^zeer ver ouderd is! Geen twijfel, of ze wel aan de voorwaarden voldoet, die deze Rabbi stelt Alleen dit: Jezus is groot! Jezus is machtig! By Jezus is genezing! Niet hierop komt het immers aan, dat wij veel mooie en grote dingen over Je zus weten te vertellen en dat wy onze beschouwingen-over Hem houden. Dat deden de mensen in de dagen van Jezus' omwandeling ook. Zij liepen achter Hem aan. Ze lgefden van sensatie. Maar met hun eigen leven kwamen zij toch niet verder. Dat onthielden zy aan Hem. Maar dit is het eerste in het geloof, dat wij met onze eigen levensnood naar Jezus gaan. omdat hij de Ene en Enige is, die verlossing, genezing, vrede geeft. Jezus Christus is groot, wonderlijk groot. Hy komt met Zyn Evangelie elke dag langs ons. Hy staat midden in ons leven. geen ziekte, geen kwaal, geen nood, geen probleem en vooral geen zonde, of uitkomst voor. En Hij wil ook die uitkomst geven. Hy heelt alle onden en stilt alle smart. Want Hij is dé Redder der wereld. Als wy ons leven maar by Hem bren gen! Als wy h^t maar van Hem ver wachten! Als wij maar iets kennen van dat: indien ik.maar...! Want het is wel erg, dat er zoveel leed ellende in de wereld is, dat er huwe lijken op springen staan en gezinnen dreigen onder te gaan. Maar het ergste is, dat men met dit alles aan Jezus Chris tus voorbijgaat, Die alleen levensherstel kan geven en Die dit wil geven over de geHele breedte en in de volle diepte. Wie kan zeggen, dat de Heiland der wereld voor hem geen genezing heeft? Hij k a n het! En Hij wil het! Indien ik maar Zijn klederen mag aan raken, ik zal gezond zijn! De vrouw, die dit zei, zocht gezond heid; zy kreeg vrede! Zij wilde alleen Jezus' opperkleed aanraken; zij is aange raakt door Zyn Middelaarsliefde. Zij heeft Jezus ontmoet en haar leven is er door behouden! Wie tot de Heiland gaat, vindt altijd meer dan hij zoekt. Tussen al de mensen; die dit gene- zingswonder aanzagen, stond ook Jaïrus. Jezus was op weg naar zyn huis, waar zyn dochtertje op sterven lag en even later gestorven bleek te zijn. Jaïrus is diep verslagen. Maar toch niet wanhopig. Want hij ziet nu met eigen ogen, dat by Jezus het grootste niet tè groot en het wonderlijkste niet tè wonderlijk is. Hij kan nog hoop hebben, zelfs voor zyn gestorven dochtertje. Gaan wy nu even zelf op de plaats in Jaïrus staan. Wy, met onze zorgen vragen, met onze lasten en angsten, vooral met onze zonden. geen hoop, zolang wy alleen de_Heiland, de Verlosser. wat er gebeurt, zodra we in het geloof Hem aanraken. Dan wordt alles landers. Dan wordt het onmogelijke mogelijk en het ondenk bare wordt werkelijkheid. Dan gebeuren **- wonderen! Want Christus is nog dezelfde. Wie tot Hem gaat, wordt geholpen. Indien ik maar...! Hy zal ook nu weer zeggen: Uw geloof heeft u behouden. Ga heen in vrede! En zingend zullen wy verder door het leven gaan: Zy worden nooit beschaamd, die op Zyn goedheid bouwen! Leiden G. F. Hajer WAT WENST U UIT DE AETHER? Radioprogramma voor vanavond HILVERSUM I (301) KRO 7.Nieuws. 7.15 Kampvuren langs de Even. I Gram 15 Gram. 8 20 LichtbL Symphonische dansen 9— Zomersproeten 9.45 KRO-krulsklankpuzzle.. 10.— Metropole st. 10.30 Wij lulden de Zondag in. 11.— ws 11.20 Avondconcert. 12.— Sluiting HILVERSUM II (415) VARA Artistieke staalkaart. VPRO 7.30 Bou- en restaureren. 7.45 Boekbespreking A 8.— Nieuws. 8.05 Dingen van de dag VARA-Varla 8.15 Als u met vacantle 820 Promenade-orkest 8.45 De e Bal. 0.45 Soc. commentaar. 10.— Vin na Schrammeln. 10.25 Mensen die wtj letje. 11.- 10 40 1 Nieuws 11.15 Sfeer en •hythme. 11.35 Gram 12— Sluiting. Wat de radio Zondag brengt IWERSUM I (301). KRO. 8 Nieuws: 8.15 3alletmuz.; 8.30 Hoogmis: NCRV 9.30 Nieuws; 9 45 Concert; 1000 (IKOR) Kerkdienst; KRO 12.45 Apologie: 12 35 Gram., 12.40 Amuse mentsorkest: 12 55 Zonr.ewjjzer; 1.00 Nieuws: .20 Amusementsorkest: 1.45 Het bock: 2 00 Camermuziek; 2.40 Gemengd koor; 3.40 Zang- •ecltal: 4 00 Gram.: 4.10 Reportage: 4 25 Vcs- >ers: NCRV 5.00 Kerkdienst: 6 30 Strijdkrach ten: 7.00 Psalmen: 7.15 Kent Gij uw Bijbel: 7 30 Nieuws: KRO 7 45 Gram.; 750 In 't 8 05 Vacantle: 8 12 Uit en thuis; 10.15 Reportage: 10 45 Avondgebed; 1100 "ieuws; 11.15 Gram. HILVERSUM II (415) VARA. 8 00 Nieuws: 8.15 Postduiven: 8 20 Gram 8 30 Rusten zonder Roesten; 8,40 De Krekels; 9.10 Post- alven: 9.15 Men vraagt...; 9.45' Geestelijk ven; 10.00 Meester-Trlo: 10.30 In den tuin :r Poëzie; 10.50 De Jonge Flierefluiters; .15 Triangel; AVRO 12.00 „The Roman es": 12.30 Zondagclub: 12 40 Symphonie Orkest: 1.00 Nieuws; 1.15 Gram.; 1 20 Zigeu nerprimas 2.00 Gram,; 2.05 Boekenhalfuur: 2.30 Holland Festival; 4.20 Gram.; 4.30 Sport- VARA 5.00 Accordeonorkest; 5.20 „Die Delftsche Sanghers"; 5.40 Mandollne- 00 Nieuws; 6.15 Sport: 6.30 VPRO Studiodlenst; IKOR 7 00 Ktnderdienst 7.30 Bijbelvertelllne; AVRO 8 00 Nieuws: 8 05 8.15 Waltztime; 8.45 Hoorspel: 9.00 De Speeldoos: 9.15 Een klankbeeld; 10.00 Omroeporkest: 11.00 Nieuws: 11.15 Dans- orkest; 11.45 Gram. Wat de radio Maandag brengt HILVERSUM 1 (301) NCRV 7 Nieuws. 7.1S Gymnastiek: 750 Gram.; 8.00 Nieuws: 8.45 Gram.; 9.15 Voor de zieken; 9 30 Kussenge vecht; 9.40 Philh. Orkest: 10 30 Morgen dienst: 11.00 Gram.; 11.40 Viool en piano; 12 10 Gram.; 12.30 Voor land- en tuinbouw; 12.33 Lunchconcert; 1.00 Nieuws: 1.15 Pro menade-Orkest; 2.00 Schoolradio; 2 35 Orkest; 3.30 Plano; 4.Ö0 Bijbellezing; 4.45 Gram.; 5 00 Kleuterklokje; 5.15 Orgel; 6 00 Plano: 6.15 Sport. 7.00 Nieuws; 7.15 NCRV-Leeslamp; 7.30 Act. Geluid; 8.15 Kerkconcert; 9.30 Met band en plaat; 9.00 Hoorspel; 10.05 Reisverhaal; 10.45 •denking: 11.00 Nieuws; 11.15 Concert. HILVERSUM II (415) VARA. 7.00 Nieuws; 7.18 Gram.; 8.00 Nieuws; 8 15 Gram.; 8.40 Or gel: 9.00 Kamermuziek; VPRO 10.00 Voor de ouden van Dagen; 10.05 Morgenwijding: VARA. 10.20 Reportage: 11.30 Strijkorkest; 1140 Zang en plano; 12.00 Miller-Sextet; 12 30 Land- en tuinbouw: 12.38 Gram.; 1.00 Nieuws; 1.15 Kalender; 1.20 Orkest; 2 00 .Gram.: 2.30 Causerie; 2 45 Oratorium 355 Hoorspel; 4 40 Gram.; 5 00 De school ls uit; 5.30 Muziekcorps: 6 00 Nieuws: 6.20 Malando: 6.45 1 7 00 Reportage; 7.30 Piano: 8 00 Nieuws: 8 05 Dingen van den dag; 8.50 Voordracht; 9.10 Actueel; 9.45 Lezing; 10.00 Orkest: 11.00 Nieuws: 11.15 Dansmuziek. In de sluizen te IJmuiden zijn gisteren 70 uitgaande- of binnenkomende schepen geschut, een cijfer, dat in geen 20 jaar is bereikt. Snelle verlichting van spit in de rug door dit eenvoudig recept. Wij kennen tegen rheumatiek, spit In de rug en lendenpijn geen beter middel dan dit receptje, dat U beslist moet probe ren. Haal by Uw apotheker of drogist 15 gram Rheumagic-olie en 85 gram brandspiritus. Vermeng dit in 'n schone fles, goed schudden, U hebt dan 100 gr. prima liniment waarmede U de pijniyke Êlaatsen bet. Niet masseren of wrijven! e py'n verdwijnt snel. Dit ouderwetse middel mag in geen enkel huls ont breken. Advf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 4