Bij Antoon Coolen, de Brabander, die land en volk beschrijft Opstandelingen in Birma leggen alle wegverkeer stil r TU lei ZATERDAG 9 JULI 1949 BEKENDE LANDGENOTEN THUIS Het belangrijkste: Kinderen, mensen en gewone dingen (Van een onzer verslaggevers) Het kind heet Sandrieke en zy zal de gast even naar de brengen. Het gaat langs eei langs een aardappelveld en een huis met een rozentuil „Daar moet het zijn," zegt z de werkhut van Oom Toon i mulle zandweg, door een bos, glad van dennenaalden, onder een of twee draden door, want Sandrieke is bij i links afgeslagen in plaats van recht door te gaan. en ja, daar staat iets groens en vierkants aan de rand van het dennenbos. Het is de werkhut van Antoon Coolen, de Brabantse schrijver. Een groen geschilderde keet. Zy staat tussen de bomen, maar ervoor ligt een roggeveld, dat zich, geel, neigt naar de bomen, die op de achtergrond staan. Stijn Streuvels. moet, in het Vlaamse „Zo komen ze bij je met de vraag Ingoyghem, op soortgelijke wijze uitzien over het land. In de werkkeet is, behalve Antoon Coolen, zijn werkbank met druk proeven en copieën, Stijn Streuvels dan ook, per portret, aanwezig, zoals later in Coolen's werkkamer in het huis „De Kempen". Want Sandrieke mag haar gidsenarbeid nóg zo goed gedaan hebben. Oom Toon zegt dat hij het huis comfortabeler vindt voor een gesprek dan hier, en zo gaan we, met vereende krachten, de keet Slui ten. Dat is een heel werk. De Brabantse jeugd is n.l. mal op onbeheerd staande ruiten. En die, welke in een eenzaam in het bos staande hut zitten, zijn helemaal vogelvrij. „Nu moet U geen verkeerd beeld krijgen van de Brabantse jeugd" zegt Antoon Coolen, want de kinderen hier uit de streek doen dat niet, het zijn de vreemden, die langs komen lopen". Ja de vreemden. Maar die zijn dan zó talrijk hier in de buurt van Waalre, een half uur achter Eindhoven, dat er een stevig luik voor de ramen komt, extra verzegeld van binnen en voor het venster In de deur idem. Dan extra sloten op de deuren, en de bakermat van zo menig grote groene kist gewor- verhaal, aankomst, binnen een kwartier na aanraking gekomen met twee belangrijke elementen in het werk van deze romanschrijver: de kinderen van Brabant en Brabant zelf. De kinde ren uit „Kinderen van ons Volk." De Neeliskes en de Pietjes, de Janus- kes en de Graartjes vafl Doruske Tim- mep en Pietje het Man. De lelijke vle gels van Pastoor Vogels, van wie de pastoorsmeid zegt: „Kommen ze m'n keuken verinneweren?" Nu, die kinderen van Brabant, die ver inneweren Coolens werkhut van tijd tot tijd. „Kinderen" zegt hij later, als we bij een fris glas in de huiselijke werkka mer tussen de boeken zitten: „Kinderen zijn zo iets wónderlijks. Ik geloof, dat de engelen, die zoveel meer weten van het heelal en hoe het allemaal in elkaar zit, altijd voor de grap aan de kant van de kinderen komen staan, ook als die kin deren ongelijk hebben, omdat zij ze zo leuk vindon". Vandaar, dat er in de werkhut snoep jes waren voor de belhamels, die zo van tijd tot tijd eens komen oplopen en hier in deze kamer de portretten van de eigen jongens staan, die Coolen inspireerden tot het schrijven van zijn boekje „Het kleine rijk", waarvan binnenkort in Wiesbaden, bij het daar thans wepkende Insel Verlag, weer een Duitse vertaling verschijnt. ...j Dat kleine rijk van de familie Coolen, stand neemt die, door betere hygiënische verzorging en maatregelen bedwongen was, kwam de machtige opbloei der bevolking, die leidde tot vestiging van industrieën, om dat het land te klein was om alle boeren kinderen grond te geven. En Brabant le verde een goed slag arbeiders. De indu strieën hebben ze op alle mogelijke ma nieren uit de verst verwijderde dorpen gehaald. Dat reizen in bussen en treinen van allerlei elementen bij elkaar, bracht het gevaar van aantasting der moraal „Het donkere licht", het verhaal van het fabrieksmeisje Marie, die daarvan de volgen aan lichaam en ziel ondervindt, zou men eigenlijk een keerpunt in die ontwikkeling kunnen noemen. Het was een Brabantse reactie op een ontwikke ling, die verwording dreigde te zullen brengen, maar er kwamen nog andere reacties. Monseigneur F. Francke, een aalmoezenier van de arbeid, stichtte het z.g. E.K. werk (E.K. betekent Eucharis tische kruistocht en de Eucharistie is het, op de altaren in de R.K. kerken uitgestalde brood, dat naar R.K. opvat- Antoon Coolen merus als de krant. En dan hun critiek op vaders werk. De ene, die iets van een dichter in zich heeft, gedichten le zen en waarderen kan, vindt vaders verhalen prachtig. De andere kan ze niet waarderen, om dat hij alleen van spannende verhalen Naast die kinderen speelt Brabant een grote rol in de boeken en verhalen van Antoon Coolen. De Peel, het dorp aan vier en de lichtstad Eindhoven mei haar invloed op de boerenbevolking. Een berichtje in „De Telegraaf" in die tijd, over een Brabants boerenmeisje, dat slachtoffer geworden was van steedse praktijken, was aanleiding voor Coolen het boek „Het donkere licht" te schrij- Dat boek en „Peelwerkers" van de Peelserie, zijn de enige, die op Brabants grondgebied geschreven werden. „Ik schreef ze tijdens een vacantie in de Peel". De andere boeken over de Bra bantse boeren en -arbeiders schreef Coo- het Gooi, waar hij destijds de jour nalistiek beoefende! Hij vindt het n.l. nuttig, dat men af- het landschap en de ge- gelukkig en wel verzorgd scheen beurtenissen, die beschreven moeten in dat eigen gebouwde, stoere huis „De worden Van verre ziet men de dingen Kempen" bij Waalre, is een paar jaar beter. Vooral, als men zó Brabants is als geleden geschonden, tóen de tienjarige j Coolal Weliswaar is hij Zuid-Limbur- Benjamin van de familie bij het spelen ven boorte ,w,elree 18971, maar om het leven kwam. Over een gestor- 0uder5 warm beide Brabandars Hlj ven kind spreekt men in een Rooms ge- fc n Brabant al,ud ien al een kin immer als over een kleine heilige.vinde_ dl(, .juist domBdat zij 0„derd,'nkt Het zekere we°e„ dat het in de hemeL™* ld-da d= Generaliteitslanden, is en de vreugde van die wetenschap, verslindt het groot verlies. Kinderen: Sandrieke, die ecu u«uujc komt geven ten afscheid en Yvonneke, S'ond wonderen deed Hu haalde die een kusje brengt aan Oom Toon. Hoe »at er zat hu doet dat nog. gauw worden ze groot de kinderen. Coo- f^ote Plaag van Brabant was des- lens zoons zitten al op het gymnasium.! tuds de geweldige zuigelingensterfte. Toen i de Munsterse vrede, veerkrachtig bleef. Dat bleek vooral in het begin van handje ^e.ze eeuw» toen de Brabantse boer met Bevolking der Baltisclie staten door de Russen gedeporteerd Slechts spaarzaam dringen er berichten door over het vreselijke leed van de be woners der drie Baltische staten, Estland, Letland en Lithauen. Het wordt thans algemeen voor vaststaand aangenomen, dat de Russen de gehele bevolking, met uitzondering der communistisch gezinden, hebben gedeporteerd naar Siberië en naar streken langs de Kaspische Zee. Mongoolse en Tartaarse bevolkingsgroepen uit andere delen van Rusland zouden gedeporteerd zyn naar de Baltische landen. Wat de Russen hiermee beogen wordt thans duidelijk door een opzienbarende pu blicatie in een Zweeds orgaan: „Achter het ijzeren gordijn". „Ieder bericht, dat ons bereikt uit de door de Sowjets bezette Baltische landen, spreekt van fortificaties, depots, vlieg velden en spoorwegen met strategische bedoelingen en grote verkeerswegen, die men bezig is aan te leggen, iri geheel Letland, Estland en Lithauen." De fortificatie van Tallinn en omge ving in Estland heeft men dit voorjaar opnieuw ter hand genomen. Momenteel is men bezig met het graven van kana len en tankvallen. De leiding is in han den van hoge Russische officieren de technische troepenmacht wordt uitgevoerd gedeeltelijk door Duit se krijgsgevangenen, gedeeltelijk door de burgerbevolking. Zelfs vrouwen tot 55 jaar worden er aangezet. (Dat is de rode heilstaat). Geen enkele Rus laat zich uit over de bedoeling van deze werken, die overigens duidelijk genoeg is. Alle barakken in Tallinn zitten vol soldaten (infanterie en tankregimenten) en vele openbare gebouwen heeft men in beslag genomen om de troepen te herbergen. In het oog vallend is het grote aantal Mongolen. Zy zijn de meest trouwe onderdanen van het Sowjet-re- giem. Uit een diepe strook langs de kust heeft men iedere burger gedeporteerd of verder het land in gedreven. In enkele plaatsen, b.v. Klooga bij Tallinn, moch ten enige vissers blijven wonen, maar zij hebben geen vrijheid van beweging. De Duitse krijgsgevangenen die hiey moeten werken, hebben ondanks hun strenge toezicht nog meer vrijheid dan de burgerbevolking. Het kleine plaatsje Klooga herbergt twee regimenten (ong. 6000 man) n.l. een regiment infanterie onder kolonel Artosonov en een gemoto riseerd regiment. In de omgeving wordt een vliegveld gebouwd. Duitse krijgsge vangenen zijn ook te werk gesteld om een vliegveld te vergroten en te moder niseren te Parnu (een badplaats in Est land). Dit vliegveld biedt plaats aan ten minste 1000 vliegtuigen, terwijl meer naar het Zuid-Westen nog een ander vliegveld wordt aangelegd. In de zomer van 1947 telde een ooggetuige 600 vlieg tuigen op het eerste vliegveld. De meeste waren Messerschmidts, Hein- kels en Junkers, maar ook enkele Rus sische. Ongeveer evenveel moeten er in de hangars zijn geweest. Luchtdoelge schut was rond het veld opgesteld. Stapels munitie werden in gereedheid gehouden naast ieder stuk geschut en de bemanning was dag en nacht op post. Ongeveer 5 kilometers buiten Parnu aan de grote verkeersweg, die leidt naar Valga, is een groot artilleriekamp mid den in de bossen met kanonnen van ieder kaliber, zware pantser-afweer en houwitsers. Het is onmogelijk om te zeg- het werk I gen hoeveel materiaal hier ligt, zowel het kamp als de vliegvelden wor den dag en nacht bewaakt door schild wachten, die in concentrische cirkels staan opgesteld. Ten Zuid-Oosten van Parnu zijn op leidingskampen. Zowel overdag als des nachts worden er zware explosies ge boord uit die richting en soms het gedon der der kanonnen. De burgerbevolking is uit de gehele streek geëvacueerd en niemand weet wat hier in werkelijk heid gebeurt. Hardnekkige geruchten doen evenwel de ronde, dat de Russen hier hun nieuwe wapens proberen: VI, V2 en V5. De laatste, aldus wordt ge zegd, is een nieuwe Russische uitvinding. Er zijn grote depots en opslagplaatsen met graan en andere voedingsmiddelen in Parnu. Deze schijnen een noodreserve te vormen, die niet mag worden gebruikt voor burger doeleinden. Zelfs toen er een enorm tekort aan brood was, mocht er niet een ton graan uit de pakhuizen worden genomen, hoewel er duizenden en duizenden tonnen waren opgeslagen. Op de Estlandse eilanden in de Golf van Riga woont niet één burger meer. Alle inwoners zijn gedeporteerd naar de Kaspische Zee of Siberië. Op deze eilan den heeft men enkele zeer geheimzin nige verdedigingswerken aangelegd. (Vermoedelijk betreft het hier de eilan den Dagö en Oesel). Enorme hoeveel heden cemen' worden hier met schepen aangevoerd, V>ch niet een krijgsgevan gene, arbeidsslaaf of burger, mag deze eilanden betreden. De spoorweg van Tallinn naar Leningrad heeft nu een dubbele lyn." ting het lichaam des Heren is). Tot dat altaar dient men te naderen met een iein hart, vandaar deze kruistocht, die in alle centra van Brabant afdelingen stichtte, waar maatschappelijke werk sters de fabrieksmeisjes in cursusver band verenigden en haar wegwijs maak ten in het leven, buiten de omslotenheid van het ouderlijke huis. De bedrijven deden soortgelijk en Antoon Coolen roemt bijzonder het werk van de jonge Philips, die zijn „Oxford"-denkbeelden in zijn groot bedrijf met veel vrucht werkelijkheid tracht te maken. Dat is dus één kant van Coolens werk, Brabantse land en zijn bewoners, dat hij, in een binnenkort verschijnend groot werk „Land en Volk van Brabant", dat onder zijn redactie staat, nog meer wetenschappelijk beschrijft. Er'kwam een tijd, dat Coolen het Gooi verwisselde voor Deurne. En daar, in het Peeldorp, ontmoette hij dr Wiegers- ma, die hem, door de verhalen, die in zijn doktersgeslacht leefden, de stof leverde voor de romans: „Dorp aan de rivier" en „De drie gebroeders". Ook daarin: Brabantse mensen, maar andere. Gezien, ten dele, door de plattelanddok- tersbril. En, wat de betrouwbaarheid van de overlevering aangaat (er worden zeer bizarre verhalen in verteld) het volgende. Toen, na het verschijnen van „Dorp»aan de rivier", de Maatschappij voor Genees kunde een congres hield, noemde de voorzitter, bij de opening ervan, de door Coolen beschreven tocht van dokter van Take, over het kruiende ijs van de Maas om aan de overzijde een boerenvrouw bij te staan tijdens de geboorte van haar kind. een geschiedenis, waarvan hij zich nog herinnerde, dat zij gebeurd was. Dp biddende nonnekes op de oever zijn gc fantaseerde figuren, maar hoeveel zou er, op zo'n ogenblik rond zo'n gebeurte nis gebeden worden? En dus is ook dat verbeelde werkelijkheid. In Waalre, zijn tegenwoordige woon plaats, schreef Coolen: „Herberg in het misverstand". Ook dat is alweer enkele jaren geleden. De tijd, dat de romans zomaar uit m'n gedachte opkwamen is blijkbaar voorbij. Je weet nooit. Misschien komt er nog eens een moment, dat ik weer een roman'ga schrijven." Toch: werk genoeg. Behalve het boek over Brabant zó even genoemd, verza melde Coolen een aantal van zijn beste korte verhalen, die thans gebundeld gaan verschijnen. In de oorlogstyd heeft hij sprookjes uit alle landen verzameld. Er kwam één deel van uit, een tweede staat te verschijnen en een derde deel komt. Sprookjes voor grote mensen. Het brengt allemaal veel werk mee. Er moet veel gelezen worden en de boekenkast is een literair paradijs. Coolen heeft de tijd aan zich zelf. „Het is verrukkelijk om in vrijheid te leven en niet gebonden te zijn, zoals in dat vreselijke vak, de jour nalistiek, dat je, wat je tijd aangaat, aan handen en voeten bindt". Toch is Coo len blij journalist geweest te zijn. „Ik heb er tenminste van geleerd, cijfers te kun nen lezen en aardige dingen uit begro tingen te kunnen halen"- En dat is mo menteel van groot belang, want hij stelt een boek samen, dat bestemd is voor de burgemeester van Eindhoven, die, in 25 jaar tijds, de stad zag groeien van een groot dorp van 40.000 inwoners tot een stad van 130.000 mensen. Dat betekent voor de schrijver een duik in archieven en een zich verdiepen in raadsstukken en raadshandelingen van jaren her. Is 't wonder, dat er voor het sociëteits leven in Waalre bij een actief gezins- en maatschappelijk leven weinig overblijft? Dat is soms jammer, want „ik biljart er met meer hartstocht dan bekwaamheid. Dit kunnen leven volgens eigen pro gram is waarschijnlijk de oorzaak, dat Coolen, ondanks zijn 52 jaren, niet veel veroudert. Hij draagt immers zijn bruine, los gestrikte das in de halsopening van het windjack. En hij rookt, al pratend en vertellend, de ene cigaret na de an- i man met weinig geheimen omtrent zichzelf voor de buitenwereld. Daarvoor schreef te teveel boeken- Waarom hem dus langer afgehouden van de gezins- maaltijl? En bovendien: buiten roept de auto voor Eindhoven Frankrijk heeft leger van sterren, strepen, knopen en kragen Admiraal kreeg van zijn troep een kano als vlaggeschip (Van onze Paryse correspondent) Men wyt het voor een groot deel aan de politiek der gebroken geweertjes, dat Frankryk zyn strijd tegen de legers van Hitier zo snel moest staken. Niettemin ging men, vooral onder de druk der na de bevryding mee regerende communisten, direct aan het demobiliseren, een proces, dat op de dag van heden nog voortduurt. De voorstanders van een behoorlijk Frans staand leger verwijten de communisten en socialisten, dat ze Frankrjjks legerVeg „georganiseerd hebben", waarv oor inder daad wat te zeggen is. Volgens de op^ttingen van Monty is het huidige Franse leger zeker niet sterker dan het Zwitserse er. kan het vermoedelijk een geringere bijdrage leveren in de verdediging van het Euro pese continent dan b.v. het Zweedse leger zou kunnen. Monty is dan ook helemaal niet te spreken over de gang van zaken. De mannen van de gebroken geweertjes daarentegen zijn van oor deel, dat ook het handjevol troepen, dat Marianne nu nog op de been heeft, te veel dubbeltjes kost en zy verwijten de regering, dat ze de belastingcenten weg organiseert in de bodemloze put van sterren en strepen, knopen en kragen. Twee feiten zyn niet weg te redenerèn. Ten eerste is het Franse leger thans uitermate zwak, zwakker nog dan 1939 en ten tweede, ondanks deze zwakte, kost het handen vol geld om de doodeen voudige reden dat het financieel top zwaar is geworden door belachelijk veel hoog en laag kader. Het rapport dat de Franse minister van Nationale Verdedi- Indrukken uit Azië MET INDONESIAN AIRWAYS OVER 'S WERELDS RIJSTSCHUUR (Van o e speciale verslaggever Alfred van Sprang) De oude, groenige Dakota met de roodwitte vlag en het registratieteken RI (v Republiek Indonesia) 001 op de staprt maakt zich los van het in een druilerige regen treurende vliegveld Mingladon en scheert laag over de natte rijstvelden ten noorden van Rangoon. In de stuurhut controleert piloot Carl Wiss met het oog van de ervaren vlieger de vele knoppen en handles. Naast hem omklemt tweede be stuurder Soedarjono eveneens de stuurknuppel en houdt de meters voor hem in de „Meiktilaschreeuwt Wiss met een sterk Amerikaans accent boven het rumoer van de twee motoren uit. „Okayknikt zyn collega. De hoogtemeter draait regelmatig naar 6000 voet. De koers is regelrecht naar het noorden. Wiss steekt tevreden een Chester field op en bestudeert de luchtkaart, waarop een dikke potloodstreep de route geeft. Beneden glinsteren de rijstvelden flauw in een waterige zon. .Beste ryst in de wereld..." wyst Wiss omlaag. Dat is zo. En Birma is tevens de grootste rystleverancier in de wereld. Althans vroeger... Een 7.500.000.000 kilo ryst kwamen jaarlijks van de vrucht bare bodem. Ongeveer de helft ervan was voor export. Met het vele en goede djatihout (meer dan de helft van Birma bestaat uit bossen» was het een basis, waarop de economie en de welvaart van het land stevig gefundeerd waren. Maai de onveiligheid en wanorde als gevolg ontydig verkregen onafhanke lijkheid hebben de uitvoer van ryst en hout zodanig doen verminderen, dat Birma thans met een lege schatkist zit het volk armoede en honger voor lief iet nemen. Het gehele land is geïnfec teerd met actieve groepen ontevredenen, die de wapenen tegen de regering hebben opgenomen. Zy maken landbouw en weg- erkeer voor een belangrijk deel onmo gelijk. Het is door hun toedoen, dat er geen treinen rijden en de scheepvaart over de machtige Irrawaddy levensge vaarlijk is. Vele plaatsen hebben zij om singeld en men kan er slechts door de lucht in en uit. Geen munitie „Daar is Meiktila..." De RI 001 cirkelt laag over een plaats- waarin de vele grote en kleine pago da's sterk domineren: het kenmerk van Boeddhistisch Birma. Carl Wiss heeft het stuur overgenomen en zet het toestel op de vrij korte airstrip. Aan weers kanten ervan nemen soldaten met het geweer over de schouder hun posten in. Het is een voorzorgsmaatregel sinds de RI 007 kortgeleden bij het landen op dezelfde plaats door een groep onge merkt naderbij geslopen opstandelingen onder vuur genomen is en met elf kogel gaten in zyn romp naar zijn basis moest terugkeren. „We zitten aan alle kanten omsin geld..." vertelt de overste, die met een bataljon vechtgrage Kachins Meiktila bezet houdt, „op sommige punten zitten ze nog geen vijf kilometer van m« En nu en dan zien ze zelfs kans or stad binnen te glippen en met de nodige inlichtingen weer te verdwijnen. Ik kan echter niet veel anders doen dan z goed mogelijk van mijn lijf houden, heb geen munitie genoeg om in de val te gaan...!" Birma's Bandoeng We vliegen weer. „Allemaal bóerenkool..." zegt Wiss als we boven de bossen ten zuidoosten van Mandalay hangen op weg naar het INDONESIAN AIRWAYS is een particuliere luchtvaartmij. met twee Dakota's. Amerikaanse oorlogsvlie gers voeren het commando. Indo nesiërs en Birmezen vervullen de minder verantwoordelijke functies. De beide toestellen hebben een lucra tief contact met het Birmese Minis terie van Oorlog en vliegen levens middelen, munitie, benzine en troepen voor het leger, dat bijna overal aan gewezen is op verzorging door de lucht. Met hetzelfde toestel waarmee Soekarno oorspronkelijk uit Djokja karta zou vluchten heeft onze corres pondent kans gezien een tocht over Birma te maken. Ze mag dan oud geworden zijn, maar eens ach, hoe lang geleden is ze jong geweest. En als alle jonge meisjes heeft ook zij kennis gekregen aan een jongen. Een nette kerel was leven; voi dat, van beste ouders en die een flinke -jcj, in de boterham verdiende. Hij bracht voor fe tekenen, die dagen een goed weekgeldje thuis met gehei scheen niets een verkering de weg te staan. Totdat hy op een dag plotseling een flauwte kreeg; niet heel erg, alleen maar 'n beetje vlakbij gelegen Maymyo, „als er een beetje wolken zijn kom je niet aan de grond... geen van die vliegveldjes heeft Het valt mee. Langs twee wrakken van vliegtuigen, welke de Karens een paar maanden ge leden vernietigd hebben bij een verras sende bezetting van Mandalay en May myo, taxiën we naar een paar tenten en hutten. Maymyo is Birma's Bandoeng: een koele bergplaats, waar voor de oor log velen (vooral Engelsen) een buiten huis hadden om te ontsnappen aan de warmte van Mandalay. Het was een mi litair centrum, waar in de hete maanden ook verscheidene overheidsinstanties ge- -\ Ja wist zijn moeder in haar familie kwam dat voor; een broer van haar vader had het ook gehad, maar hij was jong om het leven ge- het huishoudentje, dat komen ze herinnerde het zich maar verre toekomst begon af vaag. Of dat dan ongeneeslijk was? it was ongeneeslijk. Het was r dan dat: het zo weinig standvastige poten eronder; jonge kerel in de toekomst een wrak h\j het het alles-; een schoorsteenpulletje. tin0 ging: zijn gewone werk zou hij i sprei met t INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK vreemd. Op zijn werk overviel hem Kleine bouwstenen van het geluk, dat en de maats legden hem voorzich- Onderwijl bleef zij zelf tig op het binnenplaatsje waar hij na en haakte i verloop van korte tijd weer bijkwam. Ze begrepen niet goed wat er aan s mankeerde; dat deed hij zelf trouwens ook niet en zijn ouders en zijn meisje al evenmin. Toen hij weer bij bewust zijn was, voelde hij zich alleen nog maar 'n beetje vreemd, wat doezelig, en hij ging die dag maar naar huis. Na twee dagen was hij weer helemaal pliceerd patroon. Kocht zo nu en dan de oude en ze lachten er samen over een stukje linnen voor haar uitzetje dat hij zo ineens van zijn stokje ge- en priegelde over een monogram, ter gaan was. Het zou wel van de warmte wijl ze dromerig aan de toekomst gekomen zijn; of van de benauwde dacht. De verre toekomst, want je werkplaats; of misschien iets verkeerds kon toch geen huishouden opzetten gegeten geen mens, die er achter met alleen maar een tafeltje, een pul kon komen wat je zo ineens buiten letje, een sprei en wat stukjes goed Westen kon slaan. Al moet er bij ge- Plus een schilderij? Daar denken ze zegd dat geen mens zich daar ook zo overigens tegenwoordig wel anders deed bijzonderlijk in verdiept heeft. over. èên ding stond Ondertussen werd een zeer voorlo- Het zal zo een jaar geduurd heb- liefgehad als t pige kennismaking tot een losse ver- ben, toen hy opnieuw ei kering, en deze op haar beurt tot een kreeg. Ditmaal kwam die vaste. Er werden toekomstplannen dan de eerste keer. Langer lag hij gemaakt. En er werd gespaard. Mis- bewusteloos op het plaatsje; langer schien werd er in die dagen meer ge- bleef hij zich vreemd, onzeker, suf natuurlijk niet. Ze heeft zelfs spaard van weinig geld dan thans voelen. In die dagen ging men daar- gedacht aan die mogelijkheid ze van veel: de oud-Hollandse degelijk- mee nog niet naar een dokter men hield toch van hem? En nu zit ze heid voerde nog de boventoon. Maar wachtte eenvoudig totdat het beterde ergeni in de volkswijk in een keurig j—~rd toch ook wat geld en trok dan maar weer aan het werk. kamertje. B\j het bloementafeltje met het verschijnsel zich her- gedraaide pootjes toch niet kunnen volhouden achter vendien zou er'altijd iemand moeten gecom- ziJn> die op hem lette. Zo hebben ze hem weggebracht: zijn ouders en, zijn meisje. Hij had een heldere dag toen ze dat deden en ze begrepen allen de ernst ervan, de onherroepe lijkheid. Alleen zijn meisje wilde dat laatste niet begrijpen. Opgewekt zei ze bij het afscheid: „Jij wordt vast weer beter en dan trouwen we Ze was negentien toen ze het zei en nu is het dan byna vijftig jaar geleden. Jaren aaneen heeft ze hem trouw bezocht totdat zijn verstand zo versluierd werd dat bezoeken geen zin meer hadden; dat er zelfs voor haar niets meer te hopen viel. Hij was levend dood of hij verder bleef leven, dan wel of hij stier/, 'et meer toe. Maar t: eens had ze hem jonge, nette vent, flauwte als haar toekomstige bruidegom haar gedachten bleef hij dat. s haar leven vergaan. Ze is ander getrouwd omgezet in cadeaux. Andere cadeaux Pas alweer als heden ten dage; geen nylon- haalde, kom geen opzichtige, hoogge- ger terugkwam, liet hij zich onder- hakte schoentjes en nog veel minder zoeken en vertelde hoe het allemaal de vluchtige geschenken van 'n bios- precies ging. En toen is dat ontzet- coopje of 'n circus. Meer iets voor 't tende woord gevallen: toevallijder. ^^Bli i het schoorsteen- daarna vlugger en vlug- pulletje. De gehaakte sprei ligt op li.* i.ti -i-i. haar bed. En aan de wand hangt een ouderwets schilderij: „Liefde ge neest alles". WIJKPREDIKANT ging, Monsieur Peynet, thans de assem- blée heeft aangeboden teneinde de ver gadering te bewegen hem een crediet te verschaffen van 400 milliard, doet over een en ander een onsmakelijk doekje open. Totaal beschikt Frankryk momen teel over een staand leger van 707.459 man, hetgeen op het eerste gezicht niet gek lijkt. Hiervan bevinden zich evenwel 154.011 man overzee. Gezien de toestand in Indo-China, Madagaskar en Noord- Afrika kan men deze troepen voor Euro pees gebruik afschrijven. Restant: 550.000. Daarvan moeten worden afge trokken 52.000 man gendarmerie, die men dringend nodig heeft ter bestrijding van de misdaad, 80.000 pennelikkers er 4000 meiskens, die, hoewel men beweert dat zij Frankrijks geheime wapen vor men, vermoedelijk toch meer geschikt zyn om sokken te stoppen dan te schie ten. Zodoende blijven er nog over (afge rond naar boven) 414.000 man. Tot de landmacht behoren 298.000 man. tot de zeemacht 53.000 en tot de luchtmacht 63.000. Gaat nu zitten lieve lezers en houdt U goed vast. Van die 414.000 man zyn er... 224.000 gewoon kuch-etend soldaat. De rest heeft een rang. De landmacht b.v. heeft 75 divisie- generaals voor 10 divisies, 125 brigade generaals, 1000 luitenants-kolonel, 670 kolonels, bijna 3000 commandanten. 6000 kapiteins, bijna 7000. luitenants. 25.000 sergeanten, 31.000 kdtporaals, plus nog enkele tienduizenden andere rangbekle ders tussen officier en soldaat. Spottend merken sommige bladen nu op, dat men in Frankryk op iedere negen soldaten een officier heeft. En dat kost dubbel tjes. De oorlogsmarine bestaat uit 57 bo dems en bodempjes, waarbij de „pjes" in de meerderheid zyn. Hiervoor heeft men 75 admiraals, meer dan 1200 kapi teins en 1500 luitenants ter zee. De hele marine bestaat uit 53.000 man, waar onder slechts 22.000 gewone matrozen. De moppentappers willen hebben, dat een zekere admiraal kort geleden van zyn troep een kano ten geschenke heeft gehad, want de man had nog steeds geen vlaggeschip. Maar de luchtmacht spant de kroon. Voor 500 vliegtuigen, waar onder plm. 350 onbruikbare, heeft men 26.000 soldaten en 40.000 meerderen. De sterrenregen heeft 36 generaals gefabri ceerd en 3400 officieren. Misschien is het zoetkensaan klassiek geworden ver haal van de soldaat, die met goed gevolg een brief postte voor de kapitein en der halve de andere dag een streep kreeg, inderdaad waar. „Militaire Zaken" zitten hier keurig de knoop. Terwijl nu het ene deel van Frankryk schreeuwt om het restant van wat eens leger was ook maar af te schaffen roepen de meer verstandigen in spreek koor om de samenstelling te. wijzigen de gevechtswaarrie minstens te vervyf- oudigen. De militairen zelf eisen t slotte een drastische loonsverhoging 'ren terecht dat zij lager bezoldigd worden dan in welk ander West-Euro pees land dan ook. Daarin hebben ze ook weer schoon gelijk. Een divisie-generaal komt duizend Nederlandse guldens per maand, de kapitein kan het maximum slechts tot 450 gulden brengen en de luitenant be gint met 290 gulden per maand, eindigt od 350 piek. De sergeant ontvangt weke lijks f35 tot f50 en Jan Soldaat kan ter /ernood zijn sigaretje betalen. zestigd waren. Met zijn twee grote Christelijke kerken demonstreert het zyn westerse invloed. Overste Bo Kyin voert tydelyk het commando over Noord-Birma. Een klei- echtjas met een smalle snor en groene Amerikaanse zonnebril. Op ze wyze geeft hij in enkele woorden ■n indruk van de situatie in zyn gebied. „We zitten vrij dicht by de Chinese grens, een van de oudste routes, w langs de kooplui vroeger van Birma China trokken kruist ons district... daar komen elk jaar Chinese benden ovei in Birma te roven en te stelen... daar is het nu weer het seizoen voor en het oprukken van de Chinese con- nisten naar het zuiden is het logisch, dat over communistische activiteit aan de grens spreekt..." Een oppasser brengt de overste een ?rse sirihpruim. Ook mjj biedt Mi er in aan. Ik weiger echter vriendelijk, aar beslist. „Het is waar, dat de Birmese commu nisten trachten contact te krijgen met hun Chinese collega's", gaat de overste al kauwende verder, „we hebben ver scheidene groepjes aangehouden, maar er zyn andere doorgeglipt... dat is niet te voorkomen in een dergelijk dichtbe groeid bergterrein ais hier. Hun doel is steun te zoeken bij de Chinese commu nisten om een handje te helpen in Bir- en ze hebben zeker hulp nodig besluit de overste met een zekere voldoening. Overvloed Langs de startbaan hebben kooplui primitieve stalletjes ingericht, waar al lerlei verlokkelijkheden uitgestald lig gen, welke in Rangoon niet te krijgen zyn: aardappelen, tomaten, bananen, aardbeien, doerians, uien, bloemen. Hele trossen orchideeën bengelen aan de rie ten daken der stalletjes. Er is een enorm overschot door het gebrek aan afvoer- mogelykheden. Voor een belachelijk lage prijs kan men net zoveel meenemen als dragen kan. II set...?" informeert schipper Wiss ongeduldig als hy de steeds dikker •dende wolken boven het vliegveld samentrekken. De drunls' met olie zyn uitgeladen. Vier gewonden op bran cards liggen voorin. De rest van het toe stel is opgevuld met Kachin-militairen en hun uitrusting. Ze moeten de bezet ting van een in moeilijkheden verke rende plaats gaan versterken. Tussen hen in staan enkele manden met verse groenten en vruchten. ..Okay...!" waarschuwt de telegrafist. De motoren draaien op volle toeren. Fruitstalletjes en vliegtuigwrakken flit- oorby. Dan is het weer overal het groen van de boomkruinen. Het ziet er allemaal zo vredig en vriendelijk uit. Maar beneden heerst een onverkwikke lijke burgeroorlog, waarin millioenen en hun nieuw-veroverde vrijheid en bespotting maken. Het zou een ernstige waarschuwing kunnen zijn voor st van de wereld. Maar men heeft het echter drukker met het bevorderen dan met het voorkomen van dergelijke, de stabiliteit van de toch al zo wankele samenleving in gevaar brengende, toe standen. En dat is het meest ontmoedigende in alles. dat de 2on heftig brandt, in New-\6rk Parijs" 01 Londen, rrvaar wij het od Scheven/noen nogal kil vonden". s Parijs liep een postboy,d/*e iiet Warden kon in zn slaapkool, hemd loos naar buiten zr verkoeling uan z V) kuiten icn agent vond niet dat het kon en plantte Iwi schielijk op dz bon. In \fenctië gaat Kzt ook warmp jes toe. ün anoers wel cp de kedce- In de stad ckzr gondel ieren's Wet uit met't passagieren. De gondel vaarders staken,om dat de meter boten hen brood I loos maken In de stad den Degen kan men zoiets niet ge dogen. trt de kbdoc ts die aponschult rrot een öpCngevGCht en zestien oocniykcn tot- besluit. 6on tof roeiweinig minder op windend dan dat der "ferana gas - Indianendie een ciorp verslindendvoor halve wilden wonden gokroton Maar wat zgn dan Wélen zouden wij wel willen weten. Nee,gcze-T ons maar de Golf van 8iscayz(n)waar tussen dolfijnen en Waaiende westerse vloot manoeuvreert en ^tgczameJyk vechten loart. v Ssmai «zditcn is net als samen a i zingen't fienoort tot "de sa^m bereikbare dingen. Waar ons de krachten begevczn? Ibij "t samen in vrede loven S Zie slechts naar r 7 Utzrford in Dbife- land. Daar staat, ondereen licht dat hrandt,een park tank Doch U woat(nx wei), dat vrijenj verlichting moei- igk kan ly'en. Daarom versleepten jongz ge lieven, die bankelke avono/ naar believen. Ziet thans wat de overheid presteerde (natuur/ijk een die 't minnen verleerde): debank nerej gekluisterd vneteen ke ten en heeft,sindsdien, van liefde niet rnecr geweten. Is 't een wonder, dat onvzrdrc tenin Indië wordt dcorqcscho- ten €en jeep van de Unci kreeg gatendoor kogels van bosDiriten. De oorzaak 't Vervloekte praten Voor vandaag wecrccr.ocg bes te lieden. Ga als wg loet "werk ontvlieden. Mocht Uw trip U naar Vorm voeren betracht dan de st'ite bij 'ttoencn. want op cie ze ven ^cuveieo t kan mendoor 't verkbersdvéaar niet meer keuvelen. De heuvels staan er te trillen in't heftig cla- xongillzn. dusby Uw reizen «3ls d\e tuce badaarde wy2en,dc daze «ad U geven: kanal Links en -HcndnkCrawjn t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3