Bij Antoon Coolen, de Brabander, die
land en volk beschrijft
Opstandelingen in Birma leggen
alle wegverkeer stil
r
TU lei
ZATERDAG 9 JULI 1949
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
Het belangrijkste: Kinderen, mensen
en gewone dingen
(Van een onzer verslaggevers)
Het kind heet Sandrieke en zy zal de gast even naar de
brengen. Het gaat langs eei
langs een aardappelveld en
een huis met een rozentuil
„Daar moet het zijn," zegt z
de werkhut van Oom Toon
i mulle zandweg, door een bos, glad van dennenaalden,
onder een of twee draden door, want Sandrieke is bij
i links afgeslagen in plaats van recht door te gaan.
en ja, daar staat iets groens en vierkants aan de rand
van het dennenbos. Het is de werkhut van Antoon Coolen, de Brabantse schrijver.
Een groen geschilderde keet. Zy staat tussen de bomen, maar ervoor ligt een
roggeveld, dat zich, geel, neigt naar de bomen, die op de achtergrond staan.
Stijn Streuvels. moet, in het Vlaamse „Zo komen ze bij je met de vraag
Ingoyghem, op soortgelijke wijze uitzien
over het land. In de werkkeet is, behalve
Antoon Coolen, zijn werkbank met druk
proeven en copieën, Stijn Streuvels dan
ook, per portret, aanwezig, zoals later
in Coolen's werkkamer in het huis „De
Kempen".
Want Sandrieke mag haar gidsenarbeid
nóg zo goed gedaan hebben. Oom Toon
zegt dat hij het huis comfortabeler vindt
voor een gesprek dan hier, en zo gaan
we, met vereende krachten, de keet Slui
ten. Dat is een heel werk. De Brabantse
jeugd is n.l. mal op onbeheerd staande
ruiten. En die, welke in een eenzaam in
het bos staande hut zitten, zijn helemaal
vogelvrij. „Nu moet U geen verkeerd
beeld krijgen van de Brabantse jeugd"
zegt Antoon Coolen, want de kinderen
hier uit de streek doen dat niet, het zijn
de vreemden, die langs komen lopen".
Ja de vreemden. Maar die zijn dan zó
talrijk hier in de buurt van Waalre, een
half uur achter Eindhoven, dat er een
stevig luik voor de ramen komt, extra
verzegeld van binnen en voor het venster
In de deur idem. Dan extra sloten op de
deuren, en de bakermat van zo menig
grote groene kist gewor-
verhaal,
aankomst,
binnen een kwartier na
aanraking gekomen met
twee belangrijke elementen in het werk
van deze romanschrijver: de kinderen
van Brabant en Brabant zelf. De kinde
ren uit „Kinderen van ons Volk."
De Neeliskes en de Pietjes, de Janus-
kes en de Graartjes vafl Doruske Tim-
mep en Pietje het Man. De lelijke vle
gels van Pastoor Vogels, van wie de
pastoorsmeid zegt: „Kommen ze m'n
keuken verinneweren?"
Nu, die kinderen van Brabant, die ver
inneweren Coolens werkhut van tijd
tot tijd.
„Kinderen" zegt hij later, als we bij
een fris glas in de huiselijke werkka
mer tussen de boeken zitten: „Kinderen
zijn zo iets wónderlijks. Ik geloof, dat de
engelen, die zoveel meer weten van het
heelal en hoe het allemaal in elkaar zit,
altijd voor de grap aan de kant van de
kinderen komen staan, ook als die kin
deren ongelijk hebben, omdat zij ze zo
leuk vindon".
Vandaar, dat er in de werkhut snoep
jes waren voor de belhamels, die zo van
tijd tot tijd eens komen oplopen en hier
in deze kamer de portretten van de eigen
jongens staan, die Coolen inspireerden
tot het schrijven van zijn boekje „Het
kleine rijk", waarvan binnenkort in
Wiesbaden, bij het daar thans wepkende
Insel Verlag, weer een Duitse vertaling
verschijnt. ...j
Dat kleine rijk van de familie Coolen, stand neemt
die, door betere hygiënische verzorging
en maatregelen bedwongen was, kwam
de machtige opbloei der bevolking, die
leidde tot vestiging van industrieën, om
dat het land te klein was om alle boeren
kinderen grond te geven. En Brabant le
verde een goed slag arbeiders. De indu
strieën hebben ze op alle mogelijke ma
nieren uit de verst verwijderde dorpen
gehaald. Dat reizen in bussen en treinen
van allerlei elementen bij elkaar, bracht
het gevaar van aantasting der moraal
„Het donkere licht", het verhaal van het
fabrieksmeisje Marie, die daarvan de
volgen aan lichaam en ziel ondervindt,
zou men eigenlijk een keerpunt in die
ontwikkeling kunnen noemen. Het was
een Brabantse reactie op een ontwikke
ling, die verwording dreigde te zullen
brengen, maar er kwamen nog andere
reacties. Monseigneur F. Francke, een
aalmoezenier van de arbeid, stichtte het
z.g. E.K. werk (E.K. betekent Eucharis
tische kruistocht en de Eucharistie is
het, op de altaren in de R.K. kerken
uitgestalde brood, dat naar R.K. opvat-
Antoon Coolen
merus als de krant. En dan hun critiek
op vaders werk. De ene, die iets van
een dichter in zich heeft, gedichten le
zen en waarderen kan, vindt vaders
verhalen prachtig.
De andere kan ze niet waarderen, om
dat hij alleen van spannende verhalen
Naast die kinderen speelt Brabant een
grote rol in de boeken en verhalen van
Antoon Coolen. De Peel, het dorp aan
vier en de lichtstad Eindhoven mei
haar invloed op de boerenbevolking.
Een berichtje in „De Telegraaf" in die
tijd, over een Brabants boerenmeisje, dat
slachtoffer geworden was van steedse
praktijken, was aanleiding voor Coolen
het boek „Het donkere licht" te schrij-
Dat boek en „Peelwerkers" van de
Peelserie, zijn de enige, die op Brabants
grondgebied geschreven werden. „Ik
schreef ze tijdens een vacantie in de
Peel". De andere boeken over de Bra
bantse boeren en -arbeiders schreef Coo-
het Gooi, waar hij destijds de jour
nalistiek beoefende!
Hij vindt het n.l. nuttig, dat men af-
het landschap en de ge-
gelukkig en wel verzorgd scheen beurtenissen, die beschreven moeten
in dat eigen gebouwde, stoere huis „De worden Van verre ziet men de dingen
Kempen" bij Waalre, is een paar jaar beter. Vooral, als men zó Brabants is als
geleden geschonden, tóen de tienjarige j Coolal Weliswaar is hij Zuid-Limbur-
Benjamin van de familie bij het spelen ven boorte ,w,elree 18971, maar
om het leven kwam. Over een gestor- 0uder5 warm beide Brabandars Hlj
ven kind spreekt men in een Rooms ge- fc n Brabant al,ud ien al een
kin immer als over een kleine heilige.vinde_ dl(, .juist domBdat zij 0„derd,'nkt
Het zekere we°e„ dat het in de hemeL™* ld-da d= Generaliteitslanden,
is en de vreugde van die wetenschap,
verslindt het groot verlies.
Kinderen: Sandrieke, die ecu u«uujc
komt geven ten afscheid en Yvonneke, S'ond wonderen deed Hu haalde
die een kusje brengt aan Oom Toon. Hoe »at er zat hu doet dat nog.
gauw worden ze groot de kinderen. Coo- f^ote Plaag van Brabant was des-
lens zoons zitten al op het gymnasium.! tuds de geweldige zuigelingensterfte. Toen
i de Munsterse vrede, veerkrachtig
bleef. Dat bleek vooral in het begin van
handje ^e.ze eeuw» toen de Brabantse boer met
Bevolking der Baltisclie staten door de
Russen gedeporteerd
Slechts spaarzaam dringen er berichten door over het vreselijke leed van de be
woners der drie Baltische staten, Estland, Letland en Lithauen. Het wordt thans
algemeen voor vaststaand aangenomen, dat de Russen de gehele bevolking, met
uitzondering der communistisch gezinden, hebben gedeporteerd naar Siberië en
naar streken langs de Kaspische Zee. Mongoolse en Tartaarse bevolkingsgroepen
uit andere delen van Rusland zouden gedeporteerd zyn naar de Baltische landen.
Wat de Russen hiermee beogen wordt thans duidelijk door een opzienbarende pu
blicatie in een Zweeds orgaan: „Achter het ijzeren gordijn".
„Ieder bericht, dat ons bereikt uit de
door de Sowjets bezette Baltische landen,
spreekt van fortificaties, depots, vlieg
velden en spoorwegen met strategische
bedoelingen en grote verkeerswegen, die
men bezig is aan te leggen, iri geheel
Letland, Estland en Lithauen."
De fortificatie van Tallinn en omge
ving in Estland heeft men dit voorjaar
opnieuw ter hand genomen. Momenteel
is men bezig met het graven van kana
len en tankvallen. De leiding is in han
den van hoge Russische officieren
de technische troepenmacht
wordt uitgevoerd gedeeltelijk door Duit
se krijgsgevangenen, gedeeltelijk door de
burgerbevolking. Zelfs vrouwen tot 55
jaar worden er aangezet. (Dat is de rode
heilstaat). Geen enkele Rus laat zich
uit over de bedoeling van deze werken,
die overigens duidelijk genoeg is.
Alle barakken in Tallinn zitten vol
soldaten (infanterie en tankregimenten)
en vele openbare gebouwen heeft men
in beslag genomen om de troepen te
herbergen. In het oog vallend is het
grote aantal Mongolen. Zy zijn de meest
trouwe onderdanen van het Sowjet-re-
giem. Uit een diepe strook langs de kust
heeft men iedere burger gedeporteerd
of verder het land in gedreven. In enkele
plaatsen, b.v. Klooga bij Tallinn, moch
ten enige vissers blijven wonen, maar
zij hebben geen vrijheid van beweging.
De Duitse krijgsgevangenen die hiey
moeten werken, hebben ondanks hun
strenge toezicht nog meer vrijheid dan
de burgerbevolking. Het kleine plaatsje
Klooga herbergt twee regimenten (ong.
6000 man) n.l. een regiment infanterie
onder kolonel Artosonov en een gemoto
riseerd regiment. In de omgeving wordt
een vliegveld gebouwd. Duitse krijgsge
vangenen zijn ook te werk gesteld om
een vliegveld te vergroten en te moder
niseren te Parnu (een badplaats in Est
land). Dit vliegveld biedt plaats aan ten
minste 1000 vliegtuigen, terwijl meer
naar het Zuid-Westen nog een ander
vliegveld wordt aangelegd. In de zomer
van 1947 telde een ooggetuige 600 vlieg
tuigen op het eerste vliegveld. De
meeste waren Messerschmidts, Hein-
kels en Junkers, maar ook enkele Rus
sische. Ongeveer evenveel moeten er in
de hangars zijn geweest. Luchtdoelge
schut was rond het veld opgesteld.
Stapels munitie werden in gereedheid
gehouden naast ieder stuk geschut en de
bemanning was dag en nacht op post.
Ongeveer 5 kilometers buiten Parnu
aan de grote verkeersweg, die leidt naar
Valga, is een groot artilleriekamp mid
den in de bossen met kanonnen van
ieder kaliber, zware pantser-afweer en
houwitsers. Het is onmogelijk om te zeg-
het werk I gen hoeveel materiaal hier ligt,
zowel het kamp als de vliegvelden wor
den dag en nacht bewaakt door schild
wachten, die in concentrische cirkels
staan opgesteld.
Ten Zuid-Oosten van Parnu zijn op
leidingskampen. Zowel overdag als des
nachts worden er zware explosies ge
boord uit die richting en soms het gedon
der der kanonnen. De burgerbevolking
is uit de gehele streek geëvacueerd en
niemand weet wat hier in werkelijk
heid gebeurt. Hardnekkige geruchten
doen evenwel de ronde, dat de Russen
hier hun nieuwe wapens proberen: VI,
V2 en V5. De laatste, aldus wordt ge
zegd, is een nieuwe Russische uitvinding.
Er zijn grote depots en opslagplaatsen
met graan en andere voedingsmiddelen
in Parnu. Deze schijnen een noodreserve
te vormen, die niet mag worden gebruikt
voor burger doeleinden. Zelfs toen er een
enorm tekort aan brood was, mocht er
niet een ton graan uit de pakhuizen
worden genomen, hoewel er duizenden
en duizenden tonnen waren opgeslagen.
Op de Estlandse eilanden in de Golf
van Riga woont niet één burger meer.
Alle inwoners zijn gedeporteerd naar de
Kaspische Zee of Siberië. Op deze eilan
den heeft men enkele zeer geheimzin
nige verdedigingswerken aangelegd.
(Vermoedelijk betreft het hier de eilan
den Dagö en Oesel). Enorme hoeveel
heden cemen' worden hier met schepen
aangevoerd, V>ch niet een krijgsgevan
gene, arbeidsslaaf of burger, mag deze
eilanden betreden. De spoorweg van
Tallinn naar Leningrad heeft nu een
dubbele lyn."
ting het lichaam des Heren is). Tot dat
altaar dient men te naderen met een
iein hart, vandaar deze kruistocht, die
in alle centra van Brabant afdelingen
stichtte, waar maatschappelijke werk
sters de fabrieksmeisjes in cursusver
band verenigden en haar wegwijs maak
ten in het leven, buiten de omslotenheid
van het ouderlijke huis. De bedrijven
deden soortgelijk en Antoon Coolen
roemt bijzonder het werk van de jonge
Philips, die zijn „Oxford"-denkbeelden
in zijn groot bedrijf met veel vrucht
werkelijkheid tracht te maken.
Dat is dus één kant van Coolens werk,
Brabantse land en zijn bewoners, dat
hij, in een binnenkort verschijnend groot
werk „Land en Volk van Brabant", dat
onder zijn redactie staat, nog meer
wetenschappelijk beschrijft.
Er'kwam een tijd, dat Coolen het Gooi
verwisselde voor Deurne. En daar, in
het Peeldorp, ontmoette hij dr Wiegers-
ma, die hem, door de verhalen, die in
zijn doktersgeslacht leefden, de stof
leverde voor de romans: „Dorp aan de
rivier" en „De drie gebroeders". Ook
daarin: Brabantse mensen, maar andere.
Gezien, ten dele, door de plattelanddok-
tersbril. En, wat de betrouwbaarheid van
de overlevering aangaat (er worden zeer
bizarre verhalen in verteld) het volgende.
Toen, na het verschijnen van „Dorp»aan
de rivier", de Maatschappij voor Genees
kunde een congres hield, noemde de
voorzitter, bij de opening ervan, de door
Coolen beschreven tocht van dokter van
Take, over het kruiende ijs van de Maas
om aan de overzijde een boerenvrouw bij
te staan tijdens de geboorte van haar
kind. een geschiedenis, waarvan hij zich
nog herinnerde, dat zij gebeurd was. Dp
biddende nonnekes op de oever zijn gc
fantaseerde figuren, maar hoeveel zou
er, op zo'n ogenblik rond zo'n gebeurte
nis gebeden worden? En dus is ook dat
verbeelde werkelijkheid.
In Waalre, zijn tegenwoordige woon
plaats, schreef Coolen: „Herberg in het
misverstand". Ook dat is alweer enkele
jaren geleden. De tijd, dat de romans
zomaar uit m'n gedachte opkwamen is
blijkbaar voorbij. Je weet nooit. Misschien
komt er nog eens een moment, dat ik
weer een roman'ga schrijven."
Toch: werk genoeg. Behalve het boek
over Brabant zó even genoemd, verza
melde Coolen een aantal van zijn beste
korte verhalen, die thans gebundeld gaan
verschijnen. In de oorlogstyd heeft hij
sprookjes uit alle landen verzameld. Er
kwam één deel van uit, een tweede
staat te verschijnen en een derde deel
komt. Sprookjes voor grote mensen. Het
brengt allemaal veel werk mee. Er moet
veel gelezen worden en de boekenkast is
een literair paradijs. Coolen heeft de
tijd aan zich zelf. „Het is verrukkelijk om
in vrijheid te leven en niet gebonden te
zijn, zoals in dat vreselijke vak, de jour
nalistiek, dat je, wat je tijd aangaat, aan
handen en voeten bindt". Toch is Coo
len blij journalist geweest te zijn. „Ik heb
er tenminste van geleerd, cijfers te kun
nen lezen en aardige dingen uit begro
tingen te kunnen halen"- En dat is mo
menteel van groot belang, want hij stelt
een boek samen, dat bestemd is voor de
burgemeester van Eindhoven, die, in 25
jaar tijds, de stad zag groeien van een
groot dorp van 40.000 inwoners tot een
stad van 130.000 mensen.
Dat betekent voor de schrijver een
duik in archieven en een zich verdiepen
in raadsstukken en raadshandelingen van
jaren her.
Is 't wonder, dat er voor het sociëteits
leven in Waalre bij een actief gezins- en
maatschappelijk leven weinig overblijft?
Dat is soms jammer, want „ik biljart er
met meer hartstocht dan bekwaamheid.
Dit kunnen leven volgens eigen pro
gram is waarschijnlijk de oorzaak, dat
Coolen, ondanks zijn 52 jaren, niet veel
veroudert. Hij draagt immers zijn bruine,
los gestrikte das in de halsopening van
het windjack. En hij rookt, al pratend
en vertellend, de ene cigaret na de an-
i man met weinig geheimen omtrent
zichzelf voor de buitenwereld. Daarvoor
schreef te teveel boeken- Waarom hem
dus langer afgehouden van de gezins-
maaltijl? En bovendien: buiten roept de
auto voor Eindhoven
Frankrijk heeft leger van sterren,
strepen, knopen en kragen
Admiraal kreeg van zijn troep een kano als vlaggeschip
(Van onze Paryse correspondent)
Men wyt het voor een groot deel aan de politiek der gebroken geweertjes, dat
Frankryk zyn strijd tegen de legers van Hitier zo snel moest staken. Niettemin
ging men, vooral onder de druk der na de bevryding mee regerende communisten,
direct aan het demobiliseren, een proces, dat op de dag van heden nog voortduurt.
De voorstanders van een behoorlijk Frans staand leger verwijten de communisten
en socialisten, dat ze Frankrjjks legerVeg „georganiseerd hebben", waarv oor inder
daad wat te zeggen is.
Volgens de op^ttingen van Monty
is het huidige Franse leger zeker niet
sterker dan het Zwitserse er. kan het
vermoedelijk een geringere bijdrage
leveren in de verdediging van het Euro
pese continent dan b.v. het Zweedse
leger zou kunnen. Monty is dan ook
helemaal niet te spreken over de gang
van zaken. De mannen van de gebroken
geweertjes daarentegen zijn van oor
deel, dat ook het handjevol troepen, dat
Marianne nu nog op de been heeft, te
veel dubbeltjes kost en zy verwijten de
regering, dat ze de belastingcenten weg
organiseert in de bodemloze put van
sterren en strepen, knopen en kragen.
Twee feiten zyn niet weg te redenerèn.
Ten eerste is het Franse leger thans
uitermate zwak, zwakker nog dan
1939 en ten tweede, ondanks deze zwakte,
kost het handen vol geld om de doodeen
voudige reden dat het financieel top
zwaar is geworden door belachelijk veel
hoog en laag kader. Het rapport dat de
Franse minister van Nationale Verdedi-
Indrukken uit Azië
MET INDONESIAN AIRWAYS OVER
'S WERELDS RIJSTSCHUUR
(Van o
e speciale verslaggever Alfred van Sprang)
De oude, groenige Dakota met de roodwitte vlag en het registratieteken RI (v
Republiek Indonesia) 001 op de staprt maakt zich los van het in een druilerige
regen treurende vliegveld Mingladon en scheert laag over de natte rijstvelden
ten noorden van Rangoon. In de stuurhut controleert piloot Carl Wiss met het oog
van de ervaren vlieger de vele knoppen en handles. Naast hem omklemt tweede be
stuurder Soedarjono eveneens de stuurknuppel en houdt de meters voor hem in de
„Meiktilaschreeuwt Wiss met een sterk Amerikaans accent boven het
rumoer van de twee motoren uit.
„Okayknikt zyn collega. De hoogtemeter draait regelmatig naar 6000
voet. De koers is regelrecht naar het noorden. Wiss steekt tevreden een Chester
field op en bestudeert de luchtkaart, waarop een dikke potloodstreep de route
geeft. Beneden glinsteren de rijstvelden flauw in een waterige zon.
.Beste ryst in de wereld..." wyst Wiss
omlaag.
Dat is zo. En Birma is tevens de
grootste rystleverancier in de wereld.
Althans vroeger... Een 7.500.000.000 kilo
ryst kwamen jaarlijks van de vrucht
bare bodem. Ongeveer de helft ervan
was voor export. Met het vele en goede
djatihout (meer dan de helft van Birma
bestaat uit bossen» was het een basis,
waarop de economie en de welvaart van
het land stevig gefundeerd waren. Maai
de onveiligheid en wanorde als gevolg
ontydig verkregen onafhanke
lijkheid hebben de uitvoer van ryst en
hout zodanig doen verminderen, dat
Birma thans met een lege schatkist zit
het volk armoede en honger voor lief
iet nemen. Het gehele land is geïnfec
teerd met actieve groepen ontevredenen,
die de wapenen tegen de regering hebben
opgenomen. Zy maken landbouw en weg-
erkeer voor een belangrijk deel onmo
gelijk. Het is door hun toedoen, dat er
geen treinen rijden en de scheepvaart
over de machtige Irrawaddy levensge
vaarlijk is. Vele plaatsen hebben zij om
singeld en men kan er slechts door de
lucht in en uit.
Geen munitie
„Daar is Meiktila..."
De RI 001 cirkelt laag over een plaats-
waarin de vele grote en kleine pago
da's sterk domineren: het kenmerk van
Boeddhistisch Birma. Carl Wiss heeft
het stuur overgenomen en zet het toestel
op de vrij korte airstrip. Aan weers
kanten ervan nemen soldaten met het
geweer over de schouder hun posten in.
Het is een voorzorgsmaatregel sinds de
RI 007 kortgeleden bij het landen op
dezelfde plaats door een groep onge
merkt naderbij geslopen opstandelingen
onder vuur genomen is en met elf kogel
gaten in zyn romp naar zijn basis moest
terugkeren.
„We zitten aan alle kanten omsin
geld..." vertelt de overste, die met een
bataljon vechtgrage Kachins Meiktila
bezet houdt, „op sommige punten zitten
ze nog geen vijf kilometer van m«
En nu en dan zien ze zelfs kans or
stad binnen te glippen en met de nodige
inlichtingen weer te verdwijnen. Ik kan
echter niet veel anders doen dan z
goed mogelijk van mijn lijf houden,
heb geen munitie genoeg om in de
val te gaan...!"
Birma's Bandoeng
We vliegen weer.
„Allemaal bóerenkool..." zegt Wiss
als we boven de bossen ten zuidoosten
van Mandalay hangen op weg naar het
INDONESIAN AIRWAYS is een
particuliere luchtvaartmij. met twee
Dakota's. Amerikaanse oorlogsvlie
gers voeren het commando. Indo
nesiërs en Birmezen vervullen de
minder verantwoordelijke functies.
De beide toestellen hebben een lucra
tief contact met het Birmese Minis
terie van Oorlog en vliegen levens
middelen, munitie, benzine en troepen
voor het leger, dat bijna overal aan
gewezen is op verzorging door de
lucht. Met hetzelfde toestel waarmee
Soekarno oorspronkelijk uit Djokja
karta zou vluchten heeft onze corres
pondent kans gezien een tocht over
Birma te maken.
Ze mag dan oud geworden zijn,
maar eens ach, hoe lang geleden
is ze jong geweest. En als alle jonge
meisjes heeft ook zij kennis gekregen
aan een jongen. Een nette kerel was leven; voi
dat, van beste ouders en die een flinke -jcj, in de
boterham verdiende. Hij bracht voor fe tekenen,
die dagen een goed weekgeldje thuis met gehei
scheen niets een verkering
de weg te staan. Totdat hy op een dag
plotseling een flauwte kreeg; niet
heel erg, alleen maar 'n beetje
vlakbij gelegen Maymyo, „als er een
beetje wolken zijn kom je niet aan de
grond... geen van die vliegveldjes heeft
Het valt mee.
Langs twee wrakken van vliegtuigen,
welke de Karens een paar maanden ge
leden vernietigd hebben bij een verras
sende bezetting van Mandalay en May
myo, taxiën we naar een paar tenten en
hutten. Maymyo is Birma's Bandoeng:
een koele bergplaats, waar voor de oor
log velen (vooral Engelsen) een buiten
huis hadden om te ontsnappen aan de
warmte van Mandalay. Het was een mi
litair centrum, waar in de hete maanden
ook verscheidene overheidsinstanties ge-
-\
Ja wist zijn moeder in haar
familie kwam dat voor; een broer
van haar vader had het ook gehad,
maar hij was jong om het leven ge-
het huishoudentje, dat komen ze herinnerde het zich maar
verre toekomst begon af vaag. Of dat dan ongeneeslijk was?
it was ongeneeslijk. Het was
r dan dat: het zo
weinig standvastige poten eronder; jonge kerel in de toekomst een wrak
h\j
het
het
alles-; een schoorsteenpulletje. tin0 ging: zijn gewone werk zou hij
i sprei met t
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
vreemd. Op zijn werk overviel hem Kleine bouwstenen van het geluk,
dat en de maats legden hem voorzich- Onderwijl bleef zij zelf
tig op het binnenplaatsje waar hij na en haakte i
verloop van korte tijd weer bijkwam.
Ze begrepen niet goed wat er aan s
mankeerde; dat deed hij zelf trouwens
ook niet en zijn ouders en zijn meisje
al evenmin. Toen hij weer bij bewust
zijn was, voelde hij zich alleen nog
maar 'n beetje vreemd, wat doezelig,
en hij ging die dag maar naar huis.
Na twee dagen was hij weer helemaal pliceerd patroon. Kocht zo nu en dan
de oude en ze lachten er samen over een stukje linnen voor haar uitzetje
dat hij zo ineens van zijn stokje ge- en priegelde over een monogram, ter
gaan was. Het zou wel van de warmte wijl ze dromerig aan de toekomst
gekomen zijn; of van de benauwde dacht. De verre toekomst, want je
werkplaats; of misschien iets verkeerds kon toch geen huishouden opzetten
gegeten geen mens, die er achter met alleen maar een tafeltje, een pul
kon komen wat je zo ineens buiten letje, een sprei en wat stukjes goed
Westen kon slaan. Al moet er bij ge- Plus een schilderij? Daar denken ze
zegd dat geen mens zich daar ook zo overigens tegenwoordig wel anders deed
bijzonderlijk in verdiept heeft. over. èên ding stond
Ondertussen werd een zeer voorlo- Het zal zo een jaar geduurd heb- liefgehad als t
pige kennismaking tot een losse ver- ben, toen hy opnieuw ei
kering, en deze op haar beurt tot een kreeg. Ditmaal kwam die
vaste. Er werden toekomstplannen dan de eerste keer. Langer lag hij
gemaakt. En er werd gespaard. Mis- bewusteloos op het plaatsje; langer
schien werd er in die dagen meer ge- bleef hij zich vreemd, onzeker, suf natuurlijk niet. Ze heeft zelfs
spaard van weinig geld dan thans voelen. In die dagen ging men daar- gedacht aan die mogelijkheid ze
van veel: de oud-Hollandse degelijk- mee nog niet naar een dokter men hield toch van hem? En nu zit ze
heid voerde nog de boventoon. Maar wachtte eenvoudig totdat het beterde ergeni in de volkswijk in een keurig
j—~rd toch ook wat geld en trok dan maar weer aan het werk. kamertje. B\j het bloementafeltje met
het verschijnsel zich her- gedraaide pootjes
toch niet kunnen volhouden
achter vendien zou er'altijd iemand moeten
gecom- ziJn> die op hem lette. Zo hebben ze
hem weggebracht: zijn ouders en,
zijn meisje. Hij had een heldere dag
toen ze dat deden en ze begrepen
allen de ernst ervan, de onherroepe
lijkheid. Alleen zijn meisje wilde dat
laatste niet begrijpen. Opgewekt zei
ze bij het afscheid: „Jij wordt vast
weer beter en dan trouwen we
Ze was negentien toen ze het zei
en nu is het dan byna vijftig jaar
geleden. Jaren aaneen heeft ze hem
trouw bezocht totdat zijn verstand
zo versluierd werd dat bezoeken geen
zin meer hadden; dat er zelfs voor
haar niets meer te hopen viel. Hij
was levend dood of hij verder
bleef leven, dan wel of hij stier/,
'et meer toe. Maar
t: eens had ze hem
jonge, nette vent,
flauwte als haar toekomstige bruidegom
haar gedachten bleef hij dat.
s haar leven vergaan. Ze is
ander getrouwd
omgezet in cadeaux. Andere cadeaux Pas
alweer als heden ten dage; geen nylon- haalde,
kom
geen opzichtige, hoogge- ger terugkwam, liet hij zich onder-
hakte schoentjes en nog veel minder zoeken en vertelde hoe het allemaal
de vluchtige geschenken van 'n bios- precies ging. En toen is dat ontzet-
coopje of 'n circus. Meer iets voor 't tende woord gevallen: toevallijder.
^^Bli i het schoorsteen-
daarna vlugger en vlug- pulletje. De gehaakte sprei ligt op
li.* i.ti -i-i. haar bed. En aan de wand hangt
een ouderwets schilderij: „Liefde ge
neest alles".
WIJKPREDIKANT
ging, Monsieur Peynet, thans de assem-
blée heeft aangeboden teneinde de ver
gadering te bewegen hem een crediet te
verschaffen van 400 milliard, doet over
een en ander een onsmakelijk doekje
open. Totaal beschikt Frankryk momen
teel over een staand leger van 707.459
man, hetgeen op het eerste gezicht niet
gek lijkt. Hiervan bevinden zich evenwel
154.011 man overzee. Gezien de toestand
in Indo-China, Madagaskar en Noord-
Afrika kan men deze troepen voor Euro
pees gebruik afschrijven. Restant:
550.000. Daarvan moeten worden afge
trokken 52.000 man gendarmerie, die
men dringend nodig heeft ter bestrijding
van de misdaad, 80.000 pennelikkers er
4000 meiskens, die, hoewel men beweert
dat zij Frankrijks geheime wapen vor
men, vermoedelijk toch meer geschikt
zyn om sokken te stoppen dan te schie
ten. Zodoende blijven er nog over (afge
rond naar boven) 414.000 man. Tot de
landmacht behoren 298.000 man. tot de
zeemacht 53.000 en tot de luchtmacht
63.000. Gaat nu zitten lieve lezers en
houdt U goed vast. Van die 414.000 man
zyn er... 224.000 gewoon kuch-etend
soldaat. De rest heeft een rang.
De landmacht b.v. heeft 75 divisie-
generaals voor 10 divisies, 125 brigade
generaals, 1000 luitenants-kolonel, 670
kolonels, bijna 3000 commandanten. 6000
kapiteins, bijna 7000. luitenants. 25.000
sergeanten, 31.000 kdtporaals, plus nog
enkele tienduizenden andere rangbekle
ders tussen officier en soldaat. Spottend
merken sommige bladen nu op, dat men
in Frankryk op iedere negen soldaten
een officier heeft. En dat kost dubbel
tjes.
De oorlogsmarine bestaat uit 57 bo
dems en bodempjes, waarbij de „pjes"
in de meerderheid zyn. Hiervoor heeft
men 75 admiraals, meer dan 1200 kapi
teins en 1500 luitenants ter zee. De hele
marine bestaat uit 53.000 man, waar
onder slechts 22.000 gewone matrozen.
De moppentappers willen hebben, dat
een zekere admiraal kort geleden van
zyn troep een kano ten geschenke heeft
gehad, want de man had nog steeds geen
vlaggeschip. Maar de luchtmacht spant
de kroon. Voor 500 vliegtuigen, waar
onder plm. 350 onbruikbare, heeft men
26.000 soldaten en 40.000 meerderen. De
sterrenregen heeft 36 generaals gefabri
ceerd en 3400 officieren. Misschien is
het zoetkensaan klassiek geworden ver
haal van de soldaat, die met goed gevolg
een brief postte voor de kapitein en der
halve de andere dag een streep kreeg,
inderdaad waar.
„Militaire Zaken" zitten hier keurig
de knoop.
Terwijl nu het ene deel van Frankryk
schreeuwt om het restant van wat eens
leger was ook maar af te schaffen
roepen de meer verstandigen in spreek
koor om de samenstelling te. wijzigen
de gevechtswaarrie minstens te vervyf-
oudigen. De militairen zelf eisen t
slotte een drastische loonsverhoging
'ren terecht dat zij lager bezoldigd
worden dan in welk ander West-Euro
pees land dan ook.
Daarin hebben ze ook weer schoon
gelijk. Een divisie-generaal komt
duizend Nederlandse guldens per maand,
de kapitein kan het maximum slechts tot
450 gulden brengen en de luitenant be
gint met 290 gulden per maand, eindigt
od 350 piek. De sergeant ontvangt weke
lijks f35 tot f50 en Jan Soldaat kan ter
/ernood zijn sigaretje betalen.
zestigd waren. Met zijn twee grote
Christelijke kerken demonstreert het zyn
westerse invloed.
Overste Bo Kyin voert tydelyk het
commando over Noord-Birma. Een klei-
echtjas met een smalle snor en
groene Amerikaanse zonnebril. Op
ze wyze geeft hij in enkele woorden
■n indruk van de situatie in zyn gebied.
„We zitten vrij dicht by de Chinese
grens, een van de oudste routes, w
langs de kooplui vroeger van Birma
China trokken kruist ons district... daar
komen elk jaar Chinese benden ovei
in Birma te roven en te stelen... daar
is het nu weer het seizoen voor en
het oprukken van de Chinese con-
nisten naar het zuiden is het logisch, dat
over communistische activiteit aan
de grens spreekt..."
Een oppasser brengt de overste een
?rse sirihpruim. Ook mjj biedt Mi er
in aan. Ik weiger echter vriendelijk,
aar beslist.
„Het is waar, dat de Birmese commu
nisten trachten contact te krijgen met
hun Chinese collega's", gaat de overste
al kauwende verder, „we hebben ver
scheidene groepjes aangehouden, maar
er zyn andere doorgeglipt... dat is niet
te voorkomen in een dergelijk dichtbe
groeid bergterrein ais hier. Hun doel is
steun te zoeken bij de Chinese commu
nisten om een handje te helpen in Bir-
en ze hebben zeker hulp nodig
besluit de overste met een zekere
voldoening.
Overvloed
Langs de startbaan hebben kooplui
primitieve stalletjes ingericht, waar al
lerlei verlokkelijkheden uitgestald lig
gen, welke in Rangoon niet te krijgen
zyn: aardappelen, tomaten, bananen,
aardbeien, doerians, uien, bloemen. Hele
trossen orchideeën bengelen aan de rie
ten daken der stalletjes. Er is een enorm
overschot door het gebrek aan afvoer-
mogelykheden. Voor een belachelijk lage
prijs kan men net zoveel meenemen als
dragen kan.
II set...?" informeert schipper
Wiss ongeduldig als hy de steeds dikker
•dende wolken boven het vliegveld
samentrekken. De drunls' met olie
zyn uitgeladen. Vier gewonden op bran
cards liggen voorin. De rest van het toe
stel is opgevuld met Kachin-militairen
en hun uitrusting. Ze moeten de bezet
ting van een in moeilijkheden verke
rende plaats gaan versterken. Tussen
hen in staan enkele manden met verse
groenten en vruchten.
..Okay...!" waarschuwt de telegrafist.
De motoren draaien op volle toeren.
Fruitstalletjes en vliegtuigwrakken flit-
oorby. Dan is het weer overal het
groen van de boomkruinen. Het ziet er
allemaal zo vredig en vriendelijk uit.
Maar beneden heerst een onverkwikke
lijke burgeroorlog, waarin millioenen
en hun nieuw-veroverde vrijheid
en bespotting maken. Het zou een
ernstige waarschuwing kunnen zijn voor
st van de wereld. Maar men heeft
het echter drukker met het bevorderen
dan met het voorkomen van dergelijke,
de stabiliteit van de toch al zo wankele
samenleving in gevaar brengende, toe
standen.
En dat is het meest ontmoedigende
in alles.
dat de 2on heftig brandt,
in New-\6rk Parijs" 01 Londen,
rrvaar wij het od Scheven/noen nogal
kil vonden".
s Parijs liep een postboy,d/*e
iiet Warden kon in zn slaapkool,
hemd loos naar buiten
zr verkoeling uan z V) kuiten
icn agent vond niet dat het kon
en plantte Iwi schielijk op dz bon.
In \fenctië gaat Kzt ook warmp
jes toe. ün anoers wel cp de kedce-
In de stad ckzr gondel ieren's
Wet uit met't passagieren.
De gondel vaarders staken,om
dat de meter boten hen brood I
loos maken In de stad den
Degen kan men zoiets niet ge
dogen.
trt de kbdoc ts die aponschult
rrot een öpCngevGCht en zestien
oocniykcn tot- besluit.
6on tof roeiweinig minder op
windend dan dat der "ferana
gas - Indianendie een ciorp
verslindendvoor halve wilden
wonden gokroton
Maar wat zgn dan Wélen
zouden wij wel willen weten.
Nee,gcze-T ons maar de Golf van
8iscayz(n)waar tussen dolfijnen
en Waaiende westerse vloot
manoeuvreert en ^tgczameJyk
vechten loart. v
Ssmai «zditcn
is net als samen a i
zingen't fienoort
tot "de sa^m bereikbare dingen.
Waar ons de krachten begevczn?
Ibij "t samen in vrede loven
S Zie slechts naar
r 7 Utzrford in Dbife-
land. Daar staat,
ondereen licht
dat hrandt,een
park tank
Doch U woat(nx
wei), dat vrijenj
verlichting moei-
igk kan ly'en.
Daarom versleepten jongz ge
lieven, die bankelke avono/
naar believen.
Ziet thans wat de overheid
presteerde (natuur/ijk een die
't minnen verleerde): debank
nerej gekluisterd vneteen ke
ten en heeft,sindsdien, van
liefde niet rnecr geweten.
Is 't een wonder, dat onvzrdrc
tenin Indië wordt dcorqcscho-
ten €en jeep van de Unci
kreeg gatendoor kogels van
bosDiriten. De oorzaak
't Vervloekte praten
Voor vandaag wecrccr.ocg bes
te lieden. Ga als wg loet "werk
ontvlieden. Mocht Uw trip U
naar Vorm voeren betracht
dan de st'ite bij 'ttoencn.
want op cie ze ven ^cuveieo t
kan mendoor 't verkbersdvéaar
niet meer keuvelen. De heuvels
staan er te trillen in't heftig cla-
xongillzn. dusby Uw reizen
«3ls d\e tuce badaarde wy2en,dc
daze «ad U geven: kanal Links
en -HcndnkCrawjn t