Geelkerken schakel tussen en vernieuwing Dr G. J. Réveil Een kat die in liet nauw zit, maakt nog altijd rare sprongen iLI I ïSK ZATERDAG 18 JUNI 1949 BEKENDE LANDGENOTEN THUIS Een strijdbaar man, maar een vrede- zoeker tegelijk (Van e«?n onzer verslaggevers) Dr G. J. Geelkerken, Ned. Hervormd predikant in Amsterdam, is deze week Jaar geworden. Een veel omstreden figuur. Hoofdpersoon tijdens de Asser Synode der Gereformeerde Kerken van 1926 die hem schorste aanvoerder van de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband tot na de oorlog, toen h(j met die kerkgroep overging naar de N'ed. Hervormde Kerk, waar htf thans emeritus is. Een man, die een eeuw vaderlandse kerkgeschiedenis omspant. Die herinneringen heeft aan het Réveil en in de Vernieuwing van de Ned. Hervormde Kerk vandaag een belangrüke rol speelt. Zijn kamer, in de pastorie aan de So- phialaan in Amsterdam, is een oecume- nisahe kamer. Een crucifix aan de wand en een Christusbeeld op het bureau. Kuyper's en Calvijn's portretten en de Oudejaarsavondtekst uit de moeilijke overgang 19261927 daaronder: „Mijne tijden zijn in Uw hand". Wat geeft dat altijd een merkwaardige ontroering. Dat beroep op God in kerkelijke con flicten bij alle partijen. Bij inquisiteurs en ketters, bij Synodeleden en ge schorsten. Het hoger beroep dat steeds maant tot voorzichtigheid en mildheid in oordeel. Tot gebed vooral. Om de Heilige Geest. De enige. Die het ver stand verlichten kan Een strijdlbaar man; maar een vechtersbaas? ,JM'n jeugdjaren bracht ik door in Utrecht We waren daar op een Her vormde school en er werd, naar de ge woonte der tijden, altijd slag geleverd tussen onze sdhool en de „Openbare", Dat heette daar, de Puntenburgers tegen de Vossenkoppen. Met riemen en schooltassen gingen die partijen elkaar te lijf. Ik heb ervan overgehouden, dat ik op het ogenblik erg goed de weg weet in de aohterafstraatjes van de Utrechtse binnenstad. Voor mij waren dat nl. de vluohtwegen als het gevecht begon. Nee. ik was geen held. Eerder het zoetste jongetje uit de klas. En het merkwaardige was, dat. als de tijd van strijd voorbij was, ik steeds als vredes- onderhandelaar met de tegenpartij moest optreden." Dat dr Geelkerken later tóch een vechter werd, is wellicht toe te schrij ven aan het feit, dat zijn familie een even merkwaardige tegenstelling van strijden en vrede stichten te zien gaf. Vader Geelkerken was notaris in Utrecht. Voor hjj dat werd, ging er heel wat aan intrige, achteruitzetting en miskenning vooraf. Liberale ministers hielden de benoeming van de jonge Anti Revolutionaire candidaat tegen. Daarom ging hfi' in de handel. Naar Alk maar, waar dr Geelkerken geboren werd. Niet lang woonde men daar. Het onrecht, de candidaat-notaris aange daan, werd ingezien en weggewist met de benoeming tot notaris in Utrecht zélf. Het portret van deze vader hangt in de kamer. Een streng, ernstig ge zicht. Waardig. Baardig, zelfbewust en mannelijk. Zijn lijfspreuk: „Mijn suiker is beter dan hun saffraan". Een man dus, die zich bewust was van zy'n geestelijk bezit. Zelf hervormd, bezocht hü vai tot tijd, met zijn zuster, de kerk va Afgescheidenen in Utrecht, die toen Gereformeerden heetten. Ook dat gevolg van opvoeding. De grootouders van dr Geelkerken waren zeer bevriend met vooraanstaande Réveilkringen uit de dertiger jaren van de vorige eeuw. Een zuster van grootvader Geelkerken verzorgde mevrouw Zeelt, de vriendin van Groen van Prinsterer, die de boe ten van de Afgescheidenen betaalde, hun kerken financierde en predikanten bij stond. Dat voorbeeld van offervaardig heid en liefde voor de kerk, zo dicht in de nabijheid, deed de Hervormde Geel kerken van tijd tot tijd naar de kerk der Afgescheidenen gaan. Zeven jaar was dr Geelkerken, toen zijn vader met de doleantie meeging. De vader was op de vergadering in Fras- cati in Amsterdam, waar, aldus dr Geel kerken, „dr Rutgers verhinderde, dat Hoedemaker een gesprek voerde met Kuyper. Was dat maar gebeurd, dan veel voorkomen zijn." Hoe het zij, notaris Geelkerken gesignaleerd op de dolerende vergade ring in Amsterdam en werd in Utrecht geschorst met de predikanten Hoekstra «n Reinalda. Zo was deze vader, man, die nooit in het gareel liep steeds zijn eigen weg ging. Een voorbeeld voor de zoon die thans zegt: „Hö zeker achter me gestaan hebben, v hij placht steeds te zeggen: „Je moet al tijd doen, wat je geweten je voorschrijft". Dertien jaar was dr Geelkerken oud, toen zijn vader stierf. „Terwille van het beginsel" verhuisde de familie naar Am sterdam. De zoons moesten nl. studeren op het Gereformeerd Gymnasium, onder leiding van dr Woltjer. Dan volgt er een herinnering uit de eerste gemeente, Epe. Een Gerefor meerde kerk in een Vrijzinnig dorp. Verhoudingen uiterst scherp. Dr Geelkerken's ouderling-hoofdonderwijzer vrijzinnige collega op bezoek. Hij raakte, bij het weggaan, verward in de wirwar van struiken en paden van de dorpse pastorietuin. Toen vermaande de Her vormde collega zeer ad rem: „Hier is alles links collega." De weg naar buiten liep n.l. aan de linkerkant van het huis. Het is uit die Eper gemeente, dr Geelkerken in 1911 begon, dat hij heel zijn ambtelijk leven door, de grootste toegenegenheid heeft ondervonden. Drie jaar geleden, bij zijn afscheid als prac- tiserend predikant, was de eerste belij denis-catechisant uit Epe present, i als haar zoon, de eerste dopeling. ,Ik heb trouwens toch steeds veel waardering voor m'n werk mogen ondervinden." Het was me al gebleken de huiskamer, die vol stond met bloemen en geschenken van de verjaar dag! Over de jaren 1926 en 1927 wordt niet gepraat in dit gesprek. Dr Geelkerken haalt de kwestie aan, als hij zegt: „Het ging tegen het canoniseren van de theologie van Kuyper. Ik kan me ei illeen maar over verheugen, dat ei steeds weer verzet tegen komt." En over de kerken die hem volgden: .,Ik ben blij, dat ik een groep Gerefor meerden heb mogen brengen tot de in lossing van de belofte door de Afgeschei denen in 1834 ten aanzien van de Her vormde Kerk afgelegd: „weder te len komen, wanneer de kerk terug keren tot de ware dienst van God". Geelkerken is van mening, dat de kerke lijke organisatie van 1816 doorbroken is en dat de kerk, door zich te baseren op de drie Formulieren van Enigheid, haar basis en de ware dienst van God her vonden heeft. „Alle wensen zijn niet in gewilligd, maar," zo zegt hij, „het is onze taak thans zo Ver mogelijk mee te gaan. Deden we het anders," zo vervolgt dr Geelkerken, zouden we wachten tot alles en alles in orde is, dan zouden we alle recht van meespreken later verbeu- Daarom gingen we, als Hersteld met alle bezwaren dank zij de gaine J. Roussel van elastisch tricot, die door de reducerende werking Uw figuur de ideale proporties geeft. Uitsluitend bij: in Nederland: DEN HAAG, Noordeinde -50a AMSTERDAM, Leidsestraat 14 ROTTERDAM, Meent 124 Vraag onze brochure Nr. 8 groette er de vrijzinnige mensen niet. En de voorganger van de jonge predi kant had 'het kaartje van de Hervorm de collega, die dat liet bezorgen, ter aankondiging van een beleefdheidsbe zoek, terug laten brengen naar de N.H. pastorie. Jeruzalem en Babel hadden daar niets met elkaar te doen! Maar dr Geelkerken ging wél bij zijn Verband, Nog steeds heeft dr Geelkerken het druk met kanselarbeid. Er gaan maar weinig Zondagen voorbij, waarop hij niet in de een of andere kerk veraf of dicht bij preekt. In totaal is 2Vi van zljr i niet met hem meegegaan. Er erbij, die de Hervormde kerk te vrijzinnig vonden, en prompt doopsgezind werden. En anderen, die zich tot de R.K. kerk wendden. Maar dat waren enke lingen. In de hongerwinter is de hereniging van H.V. en Hervormde kerk voorbereid. Toen ruilde dr Geelkerken met verschil lende Hervormde collega's van kansel. De oude dr Gunning had al tegen hem gezegd: „Een eenmanswagen, dat wordt niets". Het was toen nodig één front der kerken te bouwen. De Hervormde broeders hebben dr Geelkerken ingeschakeld voor de her ziening van de Formulieren. Twee ervan zijn hem in het bijzonder opgedragen: De Formulieren van de Ban en de We deropneming. En dat vindt hij zelf: „de humor in dit vak, dat het allermooiste is, dat een mens ooit uitoefenen kan op aarde." Als we onze koffers gaan pakken Voor ieder huisgezin breekt binnen kortere of langere tijd de vacanüe en wie even kan, probeert deze in andere omgeving door te brengen. Dat betekent voor de huisvrouw de zorg het in gereedheid brengen van de va 'jiegaraerobe en het uitzqeken van wèl en wat niet gemist kan worden het dagelijks geluk We hebben allemaal de neiging de laatste categorie veel te ruin Veel ballast wordt meegesleept, die de plaats van nuttiger zaken ze koffers in beslag neemt Daarom het goed om reeds een veertien dagen n te voren een lijstje te maken it we mee willen nemen. We zullen dan ontdekken, dat met wat overleg heel it geschrapt kan worden en aan de andere kant er menige kleinigheid bij komt. Onze garderobe beperken we zo veel mogelijk- Natuurlijk laten we ons mantelpak, s we zo rijk zijn, niet thuis; met truitje of een blousje kunnen we imi altijd netjes zijn en er toch weer anders uitzien- paar fleurige jurken zijn ook prima, laten we onze kunst- zijdjes liever thuis, want in de koffer kreu kelen ze. Ook de poes mooie witte jurkjes pakjes van onze jongsten kunnen beter thuis laten. Onze kinderen moe kunnen ravotten in het bos, de hei of 't strand. Over een korte tijd zullen eer in 't gareel van school en huis houden meedraven. Maar moeder moet er wel voor zor gen, dat allerlei kleine rampen vlug her steld kunnen worden. Een miniatuur huisapotheekje hoort in de koffer, wat verband, een rolletje kleefpleister, een flesje jodium zullen we wel eens nodig hebben, verder schaar, garen en naald kleine herstellingen en moeder stopt er vast en zeker haar breiwerk bij. We doen verstandig de kleren in één grote koffer te bergen, maar elk der kin deren voor de eigen bezittingen een klein koffertje, overeenkomende met zijn maat, mede te geven. De kleintjes zul- hun lievelingspop in mee torsen, de jongens misschien wat treinmateriaal en de ouderen wat boeken. Het zijn juist deze dingen, die de grote koffer zo bui tensporig zwaar en vol maken. Het is bovendien wel goed om de kinderen de verantwoordelijkheid voor hun eigen spullen te doen gevoelen- Er is een rede lijke kans, dat ze later dan niet beho- Voor de VROUW TOEGEZONDEN BOEKEN Klaus Mann: Tsjaikofski. Vert. Jan Wormhoudt. Uitg. Andries Blitz, Am sterdam (306 blz.). Dr J. H. Bavinck en dr F. L. Bakker: Geschiedenis der Godsopenbaring. Het Nieuwe Testament. 2e druk. Uitg. J. H. Kol, Kampen (702 blz.). Victor E. van Vriesland: F. Bordewijk. (Schrijvers van heden.) Uitg. D. A. Daamen, Den Haag (285 blz.). Anton v. Duinkerken: Anton Coolen. Uitg. D. A. Daaman, Den Haag (178 blz.). Max Nord: Albert Helman. Uitg. D. A. Daamen, Den Haag (168 blz.). Prof. dr J. H. Bavinck, Prof dr G. Brll- lenburg Wurth en dr P. Prins: De Hei lige Geest. Uitg. J. H. Kok, Kampen (452 blz.). Kol. ds A. T. W. de Kluis: Geeft... acht! 3e druk. Uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag (125 blz.). Kol ds A. T. W. de Kluis: Ik mis hem zo! Uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag (79 blz.). M. C. Fallentin: Een jaar vol blijdschap. Uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag (380 blz.). (Op sommige uitgaven komen we na der terug.) ren tot het gilde, dat de jaarlijkse buit aan gevonden voorwerpen der Ned. Spoorwegen helpt vergroten. Moeder stopt in een hoekje nog wel wat bloc notes en potloden weg om ei regenachtige middag mee voi te komen. Verveling is een ongewenste bezoeker in onze vacantie. waar we de deur angst vallig voor gesloten moeten houden. Toch is het voor kinderen dikwijl? moei lijk om in de vreemde omgeving voort durend vertier te vinden. Ze missen het vertrouwde eigen milieu en wat voor de ouderen een geestelijke verfrissing is, geeft hun een gevoel van leegte. Het ligt er natuurlijk veel aan, hoe de vacantie doorgebracht wordt: logerend bij familie, dn een pension of door mid del van woningruil. In dat laatste geval zal moeder het alleen als een vacantie kunnen beschouwen, wanneer heel het huishouden op „vacantae-basis" gevoerd wordt. Ieder doet eigen bed en was tafel, de groteren helpen bij het schoon maken van aardappelen en groenten, bij het vatenwassen en het in orde houden van de kamers. Want anders wordt het voor de huisvrouw dubbele zorg, omdat ze op de spullen van een ander immers extra zuinig en netjes wil zijn. Vacantie houden kunnen we het beste, na een goede voorbereiding, en in onze koffer moeten we bij onze kleren nog een klein pakketje doen waarin een dosis goed humeur en de vaste wil om te genieten opgeborgen zijn. Dat halen te voorschijn wanneer het drie dagen I geheimschrift op giet, wanneer de bedden ons wat te hard dig uitziet, vooral By hun bezoek aan Utrecht vergaten de Koningin t militair hospitaal niet. de Prins gisteren net Bedrog in de school en op examens ENIGE OPMERKINGEN OVER HET EUVEL VAN HET SPIEKEN Een paar maanden geleden verscheen i een onzer weekbladen een stuk, waarin iemand zijn ergernis uitsprak het „spieken". Daar kwam een oud rector tegen op. „Leraren hebben ook >ren en ogen" betoogde hjj. En verder: ,Ieder insider weet nu, dat het toezicht bij het eindexamen doeltreffend genoeg m spieken onmogelijk te maken. Deze oud-rector meent dan verder dat ,de oorzaak van het spieken ligt ii traditie, stammend uit het verleden, toen de verhouding tussen leraar en leerling in het algemeen meer op wantrouwen gebaseerd dan tegenwoordig: het ging la guerre comme a la guerre." Deze uitspraken kwamen ons in d« gedachte, toen wij van enkele onregel matigheden hoorden, die ook dit jaar schijnen te hebben plaats gevonden. Verleden jaar hebben we de onverkwik kelijke geschiedenis aan het Catharina- Lyceum te Eindhoven gehad, waarover zelfs in de Tweede Kamer vragen zijn gesteld. Dit wees er al op dat de ge noemde oud-rector toch wel zeer opti mistisch moet zijn om gebeurtenissen als de genoemde geheel over het hoofd te i. Maar deze zaak staat volstrekt niet op zichzelf. Leraren plegen meer te weten over de interne klasse-aangele genheden dan rectoren, die trouwens ook minder gelegenheid hebben er mee ken- te maken. Wij weten dat er volgens de onder vinding van leraren nog op allerlei wij- gespiekt wordt. En daar komt heus het wederzijdse vertrouwen of wantrou- ar weinig bij te pas. Een kat in doet rare sprongen en als er ge spiekt wordt, is dit meer een gevolg van r lage cijfers en blijven zitten wantrouwen tussen leraar en leerlingen. Dat moet men niet uit het oog verliezen. Zoals doodeerlijke mensen ge regeld vergeten een geleend boek terug geven, zonder zich daardoor bezwaard te gevoelen, zo wordt ook in de kringen der schooljongens het spieken over het algemeen niet als bepaald oneerlijk be schouwd. Zij zien het vaak als een soort krijgslist. Als het verkeerd uitloopt, dan moet je de consequenties er van dra- loopt het goed uit, nu ja, dan ben je daarom nog geen bedrieger. We zou den trouwens niet graag de leraren te eten geven, die in hun schooltijd zelf wel zodanige krijgslist hebben te jbaat genomen. Er komt ook een soort van sport bij te pas. Oude leraren kennen de geraffi neerdste dingen op dit gebied wel. Een jongen met niet al te lange broek schrijft enige wetenschap, die bij het proefwerk wellicht van dienst zal zijn, op zijn blote knie en kan dan even zijn pantaton om hoog trekken om daarvan te profiteren. Een ander schrijft op zijn manchet of op ander houdt er een dat er zeer onschul- het toevallig Dit zijn kunstjes, die op iedere school wel eens uitgehaald worden. Maar wat ons dezer dagen ter kwam, is heel wat erger nog. In de school zitten de leerlingen bij de proefwerken gewoonlijk twee aan twee in één bank, zodat de oplettendste leraar niet altijd spieken kan voorkomen, tenzij hij steeds twee stellen werk geeft, wat in de prac- tijk vaak op bezwaren stuit Nu hebben we echter van candidaten voor het staatsexamen H.B.S. A gehoord dat daar de gelegenheid om werk anderen over te schrijven dit jaar wel bijzonder goed is geweest In één zalen stonden de tafeltjes zo dicht bij elkaar dat men heus geen bijzonder sterke ogen behoefde te hebben om rekeningen van elkaar over te neme is de eerste dag zo erg geweest dat het zelfs bij de surveillanten in de gaten scheen te lopen zonder dat ze er o' gens veel tegen konden doen. De tweede dag heeft men de ruimten tussen de tafel tjes wat vergroot door een gedeelte der candidaten in een andere zaal te plaat sen. Dit alles is ons van verschillende zijden door candidaten verteld. Er is dus wel geen redelijke twijfel aan. Maar we vragen ons af, waai om men deze fraude niet heeft voorkomen door zelf eens op de stoelen te gaan zitten en vast te stellen of bedrog mogelijk was. Heb ben we ook hier weer te doen mc laat-maar-waaien-geest, die na de oorlog zo algemeen is geworden? Er zijn ook nog oncontroleerbare geruchten onder de candidaten in omloop, die wijzen op een gebrek aan voldoend toezicht, maai we bepalen ons tot de onomstotelijke fei ten, die al erg genoeg zijn. Trouwens dit geval staat niet op zichzelf. We verna men van studenten aan een onzer hoge scholen. dat ook daar de spiekerij hoogtij viert Een zaal met 150 candidaten krijgt een tweetal surveillanten en bovendien o. heilige onnozelheid o n g e s t p e 1 d papier om op te werken. Hoe ge makkelijk is het dan een blaadje met aantekeningen van achter de das of uit de mouw te voorschijn te toveren! Wie kan bewijzen dat de candidaat in kwestie die aantekeningen niet in de examenzaal heeft gemaakt? Het gevolg van dit alles is dat een mondeling examen niet altijd voldoende correctie geeft en de minder verdienstelijke candidaten een hogere plaats innemen dan degenen, die hen overtreffen, maar eerlijker zijn. En nu hebben we nog geen woord ge wijd aan de schoolexamens, waar altijd het bewuste of onbewuste bedrog zijn triomfen schijnt te vieren. Het komt ons voor dat de waarde der diploma' van welke aard ook, er zeer bjj zou win nen, indien men alle schoolexamens af schafte en daarvoor staatsexamens i plaats stelde, maar dan m e t s t r e n t r 1 e en niet van de soort zoals hierboven beschreven. Hoe vaak ïen we al niet dat jongelui met eind diploma in de praotijk van het leven zo ontzaglijk tegenvallen. Wie zal zeggen, welke belangrijke factor de bovenge noemde fraudes van allerlei aard daarbij vormen? Het is meer dan tijd dat we er allen toe meewerken de waarde van het diploma te verhogen. Nederland placht beroemd te zijn om zijn hoog onderwijspeil. Zijn we op deze wijze niet bezig die faam te verliezen? 1) Men vergete ook niet dat er een bepaling bestaat, waardoor degenen die wiskunde (en enige andere vak ken) op het schriftelijk examen een 7 of hoger krijgen van het mondelinge ge deelte zijn vrijgesteld. Gelukt het dus iemand door bedrog deze 7 te be halen. dan kan het mondeling examen immer aan het licht brengen. WAAROM ZON HAAST? ivordt U dagelijks verteld de kranten steeds vermt Zodat Uc in herhaling treed. 't is zo nodig dat gij 't i Dus luister, als ik nogmaals z Directeuren over de persvrijheid Het Internationaal Congres van Dag bladdirecteuren, dat gisteren te Amster dam zijn laatste zitting hield, heeft een resolutie aangenomen, waarin wordt ge zegd, dat gezien de maatregelen, die in bepaalde landen worden voorbereid ten einde de vrije nieuwsvoorziening te be lemmeren. de Internationale Federatie Dagbladdirecteuren tegenover deze voorstellen ondubbelzinnig stelling' neemt evenals tegen elke daad, die be- Kost lemmerend zou werken ten opzichte nieuwsvoorziening en nieuwsversprei- ding. Een tweede resolutie betreft de plan- sn van de Unesco tot de oprichting van »n internationaal persinstituut. De fede ratie is bereid, samen te werken met de Unesco, teneinde definitieve voorstellen doen over de vorm, die een dergelijk instituut zou moeten vlek moet weg Gij jeugd, die geen gevaren ziet, Een ongeluk is gauw geschied; Speel op de fiets niet voor de grap, Al staat het ook verschrikk'Hjk knap Voor clonw of circus-acrobaat lidden van 't verkeer op straat. iracht- of legerauto start Slaat mij de schrik vaak om het hart. i kolossus zwenkt en draait. Of plots"ling om een straathoek zwaait Wordt menig leven ondoordacht Door woestheid in gevaar gebracht. m, chauffeur, maakt gij zo'n haast '.er gij langs de wegen raast? De tijd, die gij door snelheid wint, leven van een kind; Uw doel bereikt door zulk een vaart Is dat een mensenleven waard? in het verkeer" Leg dit i Ik zou haast zeggen, laat de wens Om bovenal te wezen „mens" Een ieder leiden in zijn gang, Tot heil van 't algemeen belang. Gré Kempen—Sterkenburs Afscheidsgroet van Muus Jacobse Het kind en andere gedichten" door Muus Jacobse. Uitg. Kok te Kampen. i kringen zo bekende dichter dichter naar toon en structuur het resul- De i Muus Jacobse. pseudoniem voor dr K. Heeroma, die kort geleden naar Batavia is vertrokken, waar hij de opbouw i de faculteit van de Nederlandse taal letteren ter hand zal nemen aan de univ siteit aldaar, heeft als afscheidsgroet zijn bundel: „Het kind en andere gedichten' uitgegeven, een groet die wij niet anders dan in dank kunnen aanvaarden. Muus Jacobse leidt zijn bundel in met een aantal gedichten aan het kind ge wijd, in verband met het vijfde gebod. Deze verzen zijn van een schoonheid, die voor Muus Jacobse opvalt, omdat zij soms een spontane en vlotte toon krijgen, die we niet van hem gewend zijn. In doorsnee zijn de verzen van deze Er zitten drie meisjes met hun hoofd- 1 f 1 1 je. <n>tr een waxbak gebogen en de GcCSt Ml IlOOtflZaaR kampleidster doorploegt hun warrige gepermanente krullebollen met nu njC£ met opj een stalen Niskakam. De drie dreu- zaai binnen te mesen, die samen nog geen twintig VOerige preek lentes tellen, ondergaan de operatie ge- af te steken, n laten: het mag dan een ongewone zelfs lastige behandeling zijn. i de slaap- ken van dit blijde kampleven en ze daar later weer haar voordeel doen. En in dit geval kan zij een gezien toehoorster blijven, want de bruintje verpleegster en dat is drie ondeugden liggen vlak bij de heel leuk. Misschien is opengekierde deur van het vertrek. En dus luistert z goede genieten, en het kwade Ze hebben bovendien een lichtzijde in het geval ontdekt: de leidster ziet er met haar witte jas net uit als een dokter of toch ook i die leidster zelf wel de meest versla gen figuur van dit troepje, want ook vandaag blijkt haar jacht geen over bodige luxe: er drijven tenminste drie wriemelende gevalletjes in de superol- oplossing. Ze doet er overigens een zeer belangwekkende ontdekking bij op en als ze tijd en lust daarvoor had, zou ze kunnen promoveren met een proefschrift over de „Mimicry INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK daar binnen gniffelend en opgewonden en hartstochtelijk bepraten is zo vies, ze smerig, zo beestachtig, dat ik het hier, in ons blad, slechts bij benadering n en een uit- ban aanduiden. Het is het verhaal van kinderbedtijd bun ervaringen met hun „grote" vrlen- om liever eens af den, jongans van 'n jaar of zestien, verteld wordt. Het zeventien. En dat verhaal wordt ge daan in bewoordingen, zo pervers, zo in-gemeen dat het zich niet leent om oververteld te worden. Trouwens, on ze taal heeft daarvoor geen uitdruk kingen. De leidsters hebben blondkopje, "lintje en nikkertje uit bed gehaald en hebben rustig en stil met hen ge- praat. Zonder grote woorden, zonder Luistert met iets te schelden of kwaad te zijn. Ze heb ben zelfs gedaan alsof ze niet precies wisten waarover de kinderen het had den en hebben naar de inhoud van hun gesprek geïnformeerd. De oudste heeft daarop zonder blikken of blo zen een verhaal verzonnen: „O juf, we hadden zo'n pret. Sjaantje heeft mij een aap genoemd en toen heb ik ge- volwassene, zegd dat zij een konijntje was Maar de beide anderen zijn direct door de mand gevallen en hebben be- bepraat hadden. En ook deden op uren waarop •.rstijven exemplaar aan de wasbak afstaat, bet eten en over het spelen en o maar het bruine bolletje een donker- de lekkere schone bedjes. Maar „ft,. der dito en zwartkopje en soortement heeft nauwelijks enkele zinnen opge- kleuters feitelijk allang in bed beho- nikkertje. Geef toe dat u zulks niet vangen, of ""oU «--•*«««. wist en dat uw kennis der natuurlijke Hoort historie op dit moment een grote t rijking heeft ondergaan. Aan alles komt een einde, ook deze hoofdelijke omslag. Wat later gaan de kleuters naar hun slaapzaal oelt zich goed? Spreken deze venjarige meiskes over zulke dingen? vertrouwt haar eigen oreii niet en weet opeens ook niet meer wat verder doen moet. Heel stil sluipt weer weg om haar assistenten te paar dozijn andere halen opdat die zich kunnen overtui- in, moe van het 9en en opdat ze dan samen hun hou- dankbaar dat ding bepalen kunnen. En i dag met luisteren ze gedrieën opnieuw te liggen, maar hoe kun je 1.„ pen in een kamer waar alles nog op kleintjes slapen spelen en ravotten er morgen weer een nieuwe vreugden zal aanbreken. Al thans, men veronderstelt dat ze zullen inslapen, maar als een uurtje later de achtergronden leidster nog eens zachtjes gaat luisteren den te kennen hoort ze toch nog geluid. Er wordt ontdekken dat stilletjes gepraat. Iets geeft haar Het gesprek heeft niet veel opge leverd. Hoe kan dat ook: hoofdjes kun je wel even reinigen, maar geesten veel minder. Daarvoor zou je derge- later lijke peuters voortdurend onder je be- drie reik moeten hebben. En dan blijft het N.. de volkswijk die hier plotseling r feitelijk nog niets wisten. Want wat die kleutertjes dere maatregelen voor moeten geno menMaar daarvoor heeft nim mer voldoende geld uw WIJKPREDIKANT .poëtisch procédé", verstande lijk. beheerst en missen zij de argeloos heid, de speelse trant van het spontaan recht uit het hart gezonden vers, dikwijls juist zo'n bekoring van kan uit gaan. Echter dit bedachtzaam wegen var woorden, dit bouwen van een vers, le vert dikwijls een sublimatie van ge dachten en zinsconstructies op, waarach- ten men de mens met verantwoordelijk heidsgevoel vermoedt, en ook dit belangrijke vorm van dichterschap. Geen vers wordt immers geboren zonder het onnaspeurlijke rhythme, dat soms plotse ling de ziel beweegt tot een zich uiten de sfeer van het zingende woord. Al cc stateren we dus hier geen boeiende lyriek, die licht aanspreekt en ontroert, we heb ben hier toch verzen waar iets van uit gaat. Heeroma is in deze bundel de on derwijzende (niet moraliserende) dich terlijke mens, die al sprekende nu en dar grote hoogten bereikt van prachtige poëzie, zoals bijv. in de volgende strophen uit zijn gedicht „Het kind" Kind, kleine kameraad van zichte dieren, Dat loopt te spelen in de morgenzon Om al de weelden van een dag te vieren. Zoals eens in het paradijs begon. het goed Ibegint, Maar toch, onwillig, moet je naar ons [horen: Wij zijn je vader en je moeder kind. Maar in dit lied wil ik je toch iets leren Van wat er, eer jij zelf was is geweest. Kind, blijf je vader en je moeder eren. Ook als je vreemde dingen van ze leest. In het werk van Muus Jacobse vindt men niet de zo vaak bij andere dichters voorkomende geestelijke excessen, de fel. heid van toon. de kreet van verzet of opstand. Waar deze bij hem doorklinken worden ze gevangen in de geloofszekerhe- blijft doorzicht, utizicht op een eeuwigheid, waarin Christus alles zal zijn in allen. Met dit uitzicht sluit ook deze bundel: Want God is nu in allen, die allen alles is, En leerde hen het lied van Zijn verrijzenis. De mensen en de dieren, berin en wolf [en lam, Ze spelen en zij vieren de bruiloft van [het Lam. En niemand zal meer leed doen en nie- [mand heeft meer pijn. God leerde hen het lied om eeuwig vrij te Izijn. En niemand kent de woorden, de woorden [zijn vergaan. Maar wie hier zingen hoorden, die rullen V HEBT mm IRJVOLAAJJ KUNNEN LEZEN: zowel hst Ruhrgebied als ionja -Hcnie ontmanteld wardzn* In de "Ruhr hck. waren. -Wet is ook niet bollig na zoveel jaren de rekening van rovende voorgang(st)ers te mee- ten betalen.' Maar Sonja vindt het niet zo erg Zij heeft nog wel vat om aan te trekken Ondanksi dO.ooo dollar schade- WyTiebben intussen nog maar 12Z vdn onze ontmantelde bedrijven terug Weliswaar alle locomotieven, maar zullen die de rest aantrekten? 6n nu wc toch over verhuizingen pra ten het monster van Lochness is ook ambulant> geworden. Dook op in een Zweeds meer. Om zo'n monster te ont dekken heb je nietzoals Pïetcr van Jaarsveld uit_Stellenbos (Zuid Afrika)een paar róntgenooen no dig. Pieter heeft trouwens voor andem monsters belangstelling dan voor monsters in een meer. -fly zoekt het moer in grondmonsters. -Had men in_ Arnemuiden slechts zo'n zienerDan zou het raad- sel van de stakende scheermessen bij de- dorps-(of stads) kapper wdlicht opgelost worden In arren moede wendden arm® luiden in Arnemuiden zich tot de Delfts© wonderdokters om de oorzaak der armoe aan te duiden. Dit is niet het enige malle qeval deze week Daar hebt U het accoord van Ba- tavia. -Het énig -?ror resultaat tot nu tce was: ont voering, moordroof en eon bom in de tuin wan mevrouw Soekarna ^e Una*-' commissie nu eens. mlrnjf J nauwgezet naar gaan kijken Tjazo ontdekt ieder op z'n beur^ wat nieuws. Wij het eerste tfruidspaar, na 1750, dat weer eens in de kerk in -B>qyl in -fries land trouwdeZo n tempo heeft met een ijlende bo (waar 8o_yl ongetwijfeld naar genoemd is X al heel wzinig uit te staan.- De oplossing van oeze vertra ging brengt het bericht dat. Qeeuwük het huisvestingsprobleem neeft cp. gelost ydccr landhuisjes op wk> len aan te schaften. Een ondernemend Boyier zal er een gekocht hebben en het> als yl-goed of per bo (dat zegt de historie sinds 1?5o niet naar BoyI gebracht hebben Toen kon-ie eindelijk trouwen. In ieder gevalniet over-ijld i Twee hooderd jaar wachten.... langer dan het hale tot nu toe. walDGSteda leven van karei Links en -Hendrik Graven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3