Geelkerken schakel tussen
en vernieuwing
Dr G. J.
Réveil
Een kat die in liet nauw zit,
maakt nog altijd rare sprongen
iLI I
ïSK
ZATERDAG 18 JUNI 1949
BEKENDE LANDGENOTEN THUIS
Een strijdbaar man, maar een vrede-
zoeker tegelijk
(Van e«?n onzer verslaggevers)
Dr G. J. Geelkerken, Ned. Hervormd predikant in Amsterdam, is deze week
Jaar geworden. Een veel omstreden figuur. Hoofdpersoon tijdens de Asser Synode
der Gereformeerde Kerken van 1926 die hem schorste aanvoerder van de
Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband tot na de oorlog, toen h(j met die
kerkgroep overging naar de N'ed. Hervormde Kerk, waar htf thans emeritus is.
Een man, die een eeuw vaderlandse kerkgeschiedenis omspant. Die herinneringen
heeft aan het Réveil en in de Vernieuwing van de Ned. Hervormde Kerk
vandaag een belangrüke rol speelt.
Zijn kamer, in de pastorie aan de So-
phialaan in Amsterdam, is een oecume-
nisahe kamer. Een crucifix aan de wand
en een Christusbeeld op het bureau.
Kuyper's en Calvijn's portretten en de
Oudejaarsavondtekst uit de moeilijke
overgang 19261927 daaronder: „Mijne
tijden zijn in Uw hand". Wat geeft dat
altijd een merkwaardige ontroering.
Dat beroep op God in kerkelijke con
flicten bij alle partijen. Bij inquisiteurs
en ketters, bij Synodeleden en ge
schorsten. Het hoger beroep dat steeds
maant tot voorzichtigheid en mildheid
in oordeel. Tot gebed vooral. Om de
Heilige Geest. De enige. Die het ver
stand verlichten kan
Een strijdlbaar man; maar een
vechtersbaas?
,JM'n jeugdjaren bracht ik door in
Utrecht We waren daar op een Her
vormde school en er werd, naar de ge
woonte der tijden, altijd slag geleverd
tussen onze sdhool en de „Openbare",
Dat heette daar, de Puntenburgers tegen
de Vossenkoppen. Met riemen en
schooltassen gingen die partijen elkaar
te lijf. Ik heb ervan overgehouden, dat
ik op het ogenblik erg goed de weg
weet in de aohterafstraatjes van de
Utrechtse binnenstad. Voor mij waren
dat nl. de vluohtwegen als het gevecht
begon. Nee. ik was geen held. Eerder
het zoetste jongetje uit de klas. En het
merkwaardige was, dat. als de tijd van
strijd voorbij was, ik steeds als vredes-
onderhandelaar met de tegenpartij
moest optreden."
Dat dr Geelkerken later tóch een
vechter werd, is wellicht toe te schrij
ven aan het feit, dat zijn familie een
even merkwaardige tegenstelling van
strijden en vrede stichten te zien gaf.
Vader Geelkerken was notaris in
Utrecht. Voor hjj dat werd, ging er heel
wat aan intrige, achteruitzetting en
miskenning vooraf. Liberale ministers
hielden de benoeming van de jonge
Anti Revolutionaire candidaat tegen.
Daarom ging hfi' in de handel. Naar Alk
maar, waar dr Geelkerken geboren
werd. Niet lang woonde men daar. Het
onrecht, de candidaat-notaris aange
daan, werd ingezien en weggewist met
de benoeming tot notaris in Utrecht
zélf. Het portret van deze vader hangt
in de kamer. Een streng, ernstig ge
zicht. Waardig. Baardig, zelfbewust en
mannelijk. Zijn lijfspreuk: „Mijn suiker
is beter dan hun saffraan". Een man dus,
die zich bewust was van zy'n geestelijk
bezit. Zelf hervormd, bezocht hü vai
tot tijd, met zijn zuster, de kerk va
Afgescheidenen in Utrecht, die toen
Gereformeerden heetten. Ook dat
gevolg van opvoeding. De grootouders
van dr Geelkerken waren zeer bevriend
met vooraanstaande Réveilkringen uit
de dertiger jaren van de vorige eeuw.
Een zuster van grootvader Geelkerken
verzorgde mevrouw Zeelt, de vriendin
van Groen van Prinsterer, die de boe
ten van de Afgescheidenen betaalde, hun
kerken financierde en predikanten bij
stond. Dat voorbeeld van offervaardig
heid en liefde voor de kerk, zo dicht in
de nabijheid, deed de Hervormde Geel
kerken van tijd tot tijd naar de kerk der
Afgescheidenen gaan.
Zeven jaar was dr Geelkerken, toen
zijn vader met de doleantie meeging.
De vader was op de vergadering in Fras-
cati in Amsterdam, waar, aldus dr Geel
kerken, „dr Rutgers verhinderde, dat
Hoedemaker een gesprek voerde met
Kuyper. Was dat maar gebeurd, dan
veel voorkomen zijn."
Hoe het zij, notaris Geelkerken
gesignaleerd op de dolerende vergade
ring in Amsterdam en werd in Utrecht
geschorst met de predikanten Hoekstra
«n Reinalda. Zo was deze vader,
man, die nooit in het gareel liep
steeds zijn eigen weg ging. Een voorbeeld
voor de zoon die thans zegt: „Hö
zeker achter me gestaan hebben, v
hij placht steeds te zeggen: „Je moet al
tijd doen, wat je geweten je voorschrijft".
Dertien jaar was dr Geelkerken oud,
toen zijn vader stierf. „Terwille van het
beginsel" verhuisde de familie naar Am
sterdam. De zoons moesten nl. studeren
op het Gereformeerd Gymnasium, onder
leiding van dr Woltjer.
Dan volgt er een herinnering uit de
eerste gemeente, Epe. Een Gerefor
meerde kerk in een Vrijzinnig
dorp. Verhoudingen uiterst scherp. Dr
Geelkerken's ouderling-hoofdonderwijzer
vrijzinnige collega op bezoek. Hij raakte,
bij het weggaan, verward in de wirwar
van struiken en paden van de dorpse
pastorietuin. Toen vermaande de Her
vormde collega zeer ad rem: „Hier is
alles links collega." De weg naar buiten
liep n.l. aan de linkerkant van het huis.
Het is uit die Eper gemeente,
dr Geelkerken in 1911 begon, dat hij heel
zijn ambtelijk leven door, de grootste
toegenegenheid heeft ondervonden. Drie
jaar geleden, bij zijn afscheid als prac-
tiserend predikant, was de eerste belij
denis-catechisant uit Epe present, i
als haar zoon, de eerste dopeling.
,Ik heb trouwens toch steeds veel
waardering voor m'n werk mogen
ondervinden." Het was me al gebleken
de huiskamer, die vol stond met
bloemen en geschenken van de verjaar
dag!
Over de jaren 1926 en 1927 wordt niet
gepraat in dit gesprek. Dr Geelkerken
haalt de kwestie aan, als hij zegt: „Het
ging tegen het canoniseren van
de theologie van Kuyper. Ik kan me ei
illeen maar over verheugen, dat ei
steeds weer verzet tegen komt."
En over de kerken die hem volgden:
.,Ik ben blij, dat ik een groep Gerefor
meerden heb mogen brengen tot de in
lossing van de belofte door de Afgeschei
denen in 1834 ten aanzien van de Her
vormde Kerk afgelegd: „weder te
len komen, wanneer de kerk terug
keren tot de ware dienst van God".
Geelkerken is van mening, dat de kerke
lijke organisatie van 1816 doorbroken is
en dat de kerk, door zich te baseren op
de drie Formulieren van Enigheid, haar
basis en de ware dienst van God her
vonden heeft. „Alle wensen zijn niet in
gewilligd, maar," zo zegt hij, „het is
onze taak thans zo Ver mogelijk mee te
gaan. Deden we het anders," zo vervolgt
dr Geelkerken, zouden we wachten tot
alles en alles in orde is, dan zouden we
alle recht van meespreken later verbeu-
Daarom gingen we, als Hersteld
met alle bezwaren
dank zij de gaine J. Roussel
van elastisch tricot, die door de
reducerende werking Uw figuur
de ideale proporties geeft.
Uitsluitend bij:
in Nederland:
DEN HAAG, Noordeinde -50a
AMSTERDAM, Leidsestraat 14
ROTTERDAM, Meent 124
Vraag onze brochure Nr. 8
groette er de vrijzinnige mensen niet.
En de voorganger van de jonge predi
kant had 'het kaartje van de Hervorm
de collega, die dat liet bezorgen, ter
aankondiging van een beleefdheidsbe
zoek, terug laten brengen naar de N.H.
pastorie. Jeruzalem en Babel hadden
daar niets met elkaar te doen!
Maar dr Geelkerken ging wél bij zijn
Verband,
Nog steeds heeft dr Geelkerken het
druk met kanselarbeid. Er gaan maar
weinig Zondagen voorbij, waarop hij niet
in de een of andere kerk veraf of dicht
bij preekt. In totaal is 2Vi van zljr
i niet met hem meegegaan. Er
erbij, die de Hervormde kerk te
vrijzinnig vonden, en prompt doopsgezind
werden. En anderen, die zich tot de R.K.
kerk wendden. Maar dat waren enke
lingen.
In de hongerwinter is de hereniging
van H.V. en Hervormde kerk voorbereid.
Toen ruilde dr Geelkerken met verschil
lende Hervormde collega's van kansel.
De oude dr Gunning had al tegen hem
gezegd: „Een eenmanswagen, dat wordt
niets". Het was toen nodig één front
der kerken te bouwen.
De Hervormde broeders hebben dr
Geelkerken ingeschakeld voor de her
ziening van de Formulieren. Twee ervan
zijn hem in het bijzonder opgedragen:
De Formulieren van de Ban en de We
deropneming.
En dat vindt hij zelf: „de humor in dit
vak, dat het allermooiste is, dat een
mens ooit uitoefenen kan op aarde."
Als we onze koffers gaan pakken
Voor ieder huisgezin breekt binnen
kortere of langere tijd de vacanüe
en wie even kan, probeert deze in
andere omgeving door te brengen. Dat
betekent voor de huisvrouw de zorg
het in gereedheid brengen van de va
'jiegaraerobe en het uitzqeken van
wèl en wat niet gemist kan worden
het dagelijks geluk
We hebben allemaal de neiging
de laatste categorie veel te ruin
Veel ballast wordt meegesleept,
die de plaats van nuttiger zaken
ze koffers in beslag neemt Daarom
het goed om reeds een veertien dagen
n te voren een lijstje te maken
it we mee willen nemen. We zullen
dan ontdekken, dat met wat overleg heel
it geschrapt kan worden en aan de
andere kant er menige kleinigheid bij
komt. Onze garderobe beperken we zo
veel mogelijk-
Natuurlijk laten we ons mantelpak,
s we zo rijk zijn, niet thuis; met
truitje of een blousje kunnen we imi
altijd netjes zijn en er toch weer
anders uitzien-
paar fleurige jurken
zijn ook prima,
laten we onze kunst-
zijdjes liever thuis,
want in de koffer kreu
kelen ze. Ook de poes
mooie witte jurkjes
pakjes van onze jongsten kunnen
beter thuis laten. Onze kinderen moe
kunnen ravotten in het bos, de hei of
't strand. Over een korte tijd zullen
eer in 't gareel van school en huis
houden meedraven.
Maar moeder moet er wel voor zor
gen, dat allerlei kleine rampen vlug her
steld kunnen worden. Een miniatuur
huisapotheekje hoort in de koffer, wat
verband, een rolletje kleefpleister, een
flesje jodium zullen we wel eens nodig
hebben, verder schaar, garen en naald
kleine herstellingen en moeder
stopt er vast en zeker haar breiwerk bij.
We doen verstandig de kleren in één
grote koffer te bergen, maar elk der kin
deren voor de eigen bezittingen een
klein koffertje, overeenkomende met zijn
maat, mede te geven. De kleintjes zul-
hun lievelingspop in mee torsen,
de jongens misschien wat treinmateriaal
en de ouderen wat boeken. Het zijn juist
deze dingen, die de grote koffer zo bui
tensporig zwaar en vol maken. Het is
bovendien wel goed om de kinderen de
verantwoordelijkheid voor hun eigen
spullen te doen gevoelen- Er is een rede
lijke kans, dat ze later dan niet beho-
Voor de
VROUW
TOEGEZONDEN BOEKEN
Klaus Mann: Tsjaikofski. Vert. Jan
Wormhoudt. Uitg. Andries Blitz, Am
sterdam (306 blz.).
Dr J. H. Bavinck en dr F. L. Bakker:
Geschiedenis der Godsopenbaring. Het
Nieuwe Testament. 2e druk. Uitg. J.
H. Kol, Kampen (702 blz.).
Victor E. van Vriesland: F. Bordewijk.
(Schrijvers van heden.) Uitg. D. A.
Daamen, Den Haag (285 blz.).
Anton v. Duinkerken: Anton Coolen.
Uitg. D. A. Daaman, Den Haag (178
blz.).
Max Nord: Albert Helman. Uitg. D. A.
Daamen, Den Haag (168 blz.).
Prof. dr J. H. Bavinck, Prof dr G. Brll-
lenburg Wurth en dr P. Prins: De Hei
lige Geest. Uitg. J. H. Kok, Kampen
(452 blz.).
Kol. ds A. T. W. de Kluis: Geeft... acht!
3e druk. Uitg. J. N. Voorhoeve, Den
Haag (125 blz.).
Kol ds A. T. W. de Kluis: Ik mis hem zo!
Uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag (79
blz.).
M. C. Fallentin: Een jaar vol blijdschap.
Uitg. J. N. Voorhoeve, Den Haag (380
blz.).
(Op sommige uitgaven komen we na
der terug.)
ren tot het gilde, dat de jaarlijkse buit
aan gevonden voorwerpen der Ned.
Spoorwegen helpt vergroten. Moeder
stopt in een hoekje nog wel wat bloc
notes en potloden weg om ei
regenachtige middag mee voi
te komen.
Verveling is een ongewenste bezoeker
in onze vacantie. waar we de deur angst
vallig voor gesloten moeten houden.
Toch is het voor kinderen dikwijl? moei
lijk om in de vreemde omgeving voort
durend vertier te vinden. Ze missen het
vertrouwde eigen milieu en wat voor de
ouderen een geestelijke verfrissing is,
geeft hun een gevoel van leegte.
Het ligt er natuurlijk veel aan, hoe de
vacantie doorgebracht wordt: logerend
bij familie, dn een pension of door mid
del van woningruil. In dat laatste geval
zal moeder het alleen als een vacantie
kunnen beschouwen, wanneer heel het
huishouden op „vacantae-basis" gevoerd
wordt. Ieder doet eigen bed en was
tafel, de groteren helpen bij het schoon
maken van aardappelen en groenten, bij
het vatenwassen en het in orde houden
van de kamers. Want anders wordt het
voor de huisvrouw dubbele zorg, omdat
ze op de spullen van een ander immers
extra zuinig en netjes wil zijn.
Vacantie houden kunnen we het beste,
na een goede voorbereiding, en in onze
koffer moeten we bij onze kleren nog
een klein pakketje doen waarin een
dosis goed humeur en de vaste wil om
te genieten opgeborgen zijn. Dat halen
te voorschijn wanneer het drie dagen I geheimschrift op
giet, wanneer de bedden ons wat te hard dig uitziet, vooral
By hun bezoek aan Utrecht vergaten de Koningin t
militair hospitaal niet.
de Prins gisteren net
Bedrog in de school en op examens
ENIGE OPMERKINGEN OVER HET
EUVEL VAN HET SPIEKEN
Een paar maanden geleden verscheen
i een onzer weekbladen een stuk,
waarin iemand zijn ergernis uitsprak
het „spieken". Daar kwam een oud
rector tegen op. „Leraren hebben ook
>ren en ogen" betoogde hjj. En verder:
,Ieder insider weet nu, dat het toezicht
bij het eindexamen doeltreffend genoeg
m spieken onmogelijk te maken.
Deze oud-rector meent dan verder dat
,de oorzaak van het spieken ligt ii
traditie, stammend uit het verleden, toen
de verhouding tussen leraar en leerling
in het algemeen meer op wantrouwen
gebaseerd dan tegenwoordig: het
ging la guerre comme a la guerre."
Deze uitspraken kwamen ons in d«
gedachte, toen wij van enkele onregel
matigheden hoorden, die ook dit jaar
schijnen te hebben plaats gevonden.
Verleden jaar hebben we de onverkwik
kelijke geschiedenis aan het Catharina-
Lyceum te Eindhoven gehad, waarover
zelfs in de Tweede Kamer vragen zijn
gesteld. Dit wees er al op dat de ge
noemde oud-rector toch wel zeer opti
mistisch moet zijn om gebeurtenissen als
de genoemde geheel over het hoofd te
i. Maar deze zaak staat volstrekt niet
op zichzelf. Leraren plegen meer te
weten over de interne klasse-aangele
genheden dan rectoren, die trouwens ook
minder gelegenheid hebben er mee ken-
te maken.
Wij weten dat er volgens de onder
vinding van leraren nog op allerlei wij-
gespiekt wordt. En daar komt heus
het wederzijdse vertrouwen of wantrou-
ar weinig bij te pas. Een kat in
doet rare sprongen en als er ge
spiekt wordt, is dit meer een gevolg van
r lage cijfers en blijven zitten
wantrouwen tussen leraar en
leerlingen. Dat moet men niet uit het oog
verliezen. Zoals doodeerlijke mensen ge
regeld vergeten een geleend boek terug
geven, zonder zich daardoor bezwaard
te gevoelen, zo wordt ook in de kringen
der schooljongens het spieken over het
algemeen niet als bepaald oneerlijk be
schouwd. Zij zien het vaak als een soort
krijgslist. Als het verkeerd uitloopt,
dan moet je de consequenties er van dra-
loopt het goed uit, nu ja, dan ben
je daarom nog geen bedrieger. We zou
den trouwens niet graag de leraren te
eten geven, die in hun schooltijd zelf wel
zodanige krijgslist hebben te
jbaat genomen.
Er komt ook een soort van sport bij
te pas. Oude leraren kennen de geraffi
neerdste dingen op dit gebied wel. Een
jongen met niet al te lange broek schrijft
enige wetenschap, die bij het proefwerk
wellicht van dienst zal zijn, op zijn blote
knie en kan dan even zijn pantaton om
hoog trekken om daarvan te profiteren.
Een ander schrijft op zijn manchet of op
ander houdt er een
dat er zeer onschul-
het toevallig
Dit zijn kunstjes, die op iedere school
wel eens uitgehaald worden.
Maar wat ons dezer dagen ter
kwam, is heel wat erger nog. In de school
zitten de leerlingen bij de proefwerken
gewoonlijk twee aan twee in één bank,
zodat de oplettendste leraar niet altijd
spieken kan voorkomen, tenzij hij steeds
twee stellen werk geeft, wat in de prac-
tijk vaak op bezwaren stuit
Nu hebben we echter van candidaten
voor het staatsexamen H.B.S. A gehoord
dat daar de gelegenheid om werk
anderen over te schrijven dit jaar wel
bijzonder goed is geweest In één
zalen stonden de tafeltjes zo dicht bij
elkaar dat men heus geen bijzonder
sterke ogen behoefde te hebben om
rekeningen van elkaar over te neme
is de eerste dag zo erg geweest dat
het zelfs bij de surveillanten in de gaten
scheen te lopen zonder dat ze er o'
gens veel tegen konden doen. De tweede
dag heeft men de ruimten tussen de tafel
tjes wat vergroot door een gedeelte der
candidaten in een andere zaal te plaat
sen. Dit alles is ons van verschillende
zijden door candidaten verteld. Er is
dus wel geen redelijke twijfel aan. Maar
we vragen ons af, waai om men deze
fraude niet heeft voorkomen door zelf
eens op de stoelen te gaan zitten en vast
te stellen of bedrog mogelijk was. Heb
ben we ook hier weer te doen mc
laat-maar-waaien-geest, die na de oorlog
zo algemeen is geworden? Er zijn ook
nog oncontroleerbare geruchten onder
de candidaten in omloop, die wijzen op
een gebrek aan voldoend toezicht, maai
we bepalen ons tot de onomstotelijke fei
ten, die al erg genoeg zijn. Trouwens dit
geval staat niet op zichzelf. We verna
men van studenten aan een onzer hoge
scholen. dat ook daar de spiekerij hoogtij
viert Een zaal met 150 candidaten krijgt
een tweetal surveillanten en bovendien
o. heilige onnozelheid o n g e s t
p e 1 d papier om op te werken. Hoe ge
makkelijk is het dan een blaadje met
aantekeningen van achter de das of uit
de mouw te voorschijn te toveren! Wie
kan bewijzen dat de candidaat in kwestie
die aantekeningen niet in de examenzaal
heeft gemaakt? Het gevolg van dit alles
is dat een mondeling examen niet altijd
voldoende correctie geeft en de minder
verdienstelijke candidaten een hogere
plaats innemen dan degenen, die hen
overtreffen, maar eerlijker zijn.
En nu hebben we nog geen woord ge
wijd aan de schoolexamens, waar
altijd het bewuste of onbewuste bedrog
zijn triomfen schijnt te vieren. Het komt
ons voor dat de waarde der diploma'
van welke aard ook, er zeer bjj zou win
nen, indien men alle schoolexamens af
schafte en daarvoor staatsexamens i
plaats stelde, maar dan m e t s t r e
n t r 1 e en niet van de soort zoals
hierboven beschreven. Hoe vaak
ïen we al niet dat jongelui met eind
diploma in de praotijk van het leven zo
ontzaglijk tegenvallen. Wie zal zeggen,
welke belangrijke factor de bovenge
noemde fraudes van allerlei aard daarbij
vormen? Het is meer dan tijd dat we
er allen toe meewerken de waarde van
het diploma te verhogen. Nederland
placht beroemd te zijn om zijn hoog
onderwijspeil. Zijn we op deze wijze niet
bezig die faam te verliezen?
1) Men vergete ook niet dat er een
bepaling bestaat, waardoor degenen die
wiskunde (en enige andere vak
ken) op het schriftelijk examen een 7 of
hoger krijgen van het mondelinge ge
deelte zijn vrijgesteld. Gelukt het
dus iemand door bedrog deze 7 te be
halen. dan kan het mondeling examen
immer aan het licht brengen.
WAAROM ZON HAAST?
ivordt U dagelijks verteld
de kranten steeds vermt
Zodat Uc in herhaling treed.
't is zo nodig dat gij 't i
Dus luister, als ik nogmaals z
Directeuren over de persvrijheid
Het Internationaal Congres van Dag
bladdirecteuren, dat gisteren te Amster
dam zijn laatste zitting hield, heeft een
resolutie aangenomen, waarin wordt ge
zegd, dat gezien de maatregelen, die in
bepaalde landen worden voorbereid ten
einde de vrije nieuwsvoorziening te be
lemmeren. de Internationale Federatie
Dagbladdirecteuren tegenover deze
voorstellen ondubbelzinnig stelling'
neemt evenals tegen elke daad, die be- Kost
lemmerend zou werken ten opzichte
nieuwsvoorziening en nieuwsversprei-
ding.
Een tweede resolutie betreft de plan-
sn van de Unesco tot de oprichting van
»n internationaal persinstituut. De fede
ratie is bereid, samen te werken met de
Unesco, teneinde definitieve voorstellen
doen over de vorm, die een dergelijk
instituut zou moeten
vlek moet weg
Gij jeugd, die geen gevaren ziet,
Een ongeluk is gauw geschied;
Speel op de fiets niet voor de grap,
Al staat het ook verschrikk'Hjk knap
Voor clonw of circus-acrobaat
lidden van 't verkeer op straat.
iracht- of legerauto start
Slaat mij de schrik vaak om het hart.
i kolossus zwenkt en draait.
Of plots"ling om een straathoek zwaait
Wordt menig leven ondoordacht
Door woestheid in gevaar gebracht.
m, chauffeur, maakt gij zo'n haast
'.er gij langs de wegen raast?
De tijd, die gij door snelheid wint,
leven van een kind;
Uw doel bereikt door zulk een vaart
Is dat een mensenleven waard?
in het verkeer"
Leg dit i
Ik zou haast zeggen, laat de wens
Om bovenal te wezen „mens"
Een ieder leiden in zijn gang,
Tot heil van 't algemeen belang.
Gré Kempen—Sterkenburs
Afscheidsgroet van Muus Jacobse
Het kind en andere gedichten" door
Muus Jacobse. Uitg. Kok te Kampen.
i kringen zo bekende dichter dichter naar toon en structuur het resul-
De i
Muus Jacobse. pseudoniem voor dr K.
Heeroma, die kort geleden naar Batavia
is vertrokken, waar hij de opbouw i
de faculteit van de Nederlandse taal
letteren ter hand zal nemen aan de univ
siteit aldaar, heeft als afscheidsgroet zijn
bundel: „Het kind en andere gedichten'
uitgegeven, een groet die wij niet anders
dan in dank kunnen aanvaarden.
Muus Jacobse leidt zijn bundel in met
een aantal gedichten aan het kind ge
wijd, in verband met het vijfde gebod.
Deze verzen zijn van een schoonheid, die
voor Muus Jacobse opvalt, omdat zij soms
een spontane en vlotte toon krijgen, die
we niet van hem gewend zijn.
In doorsnee zijn de verzen van deze
Er zitten drie meisjes met hun hoofd- 1 f 1 1
je. <n>tr een waxbak gebogen en de GcCSt Ml IlOOtflZaaR
kampleidster doorploegt hun warrige
gepermanente krullebollen met nu njC£ met opj
een stalen Niskakam. De drie dreu- zaai binnen te
mesen, die samen nog geen twintig VOerige preek
lentes tellen, ondergaan de operatie ge- af te steken, n
laten: het mag dan een ongewone
zelfs lastige behandeling zijn.
i de slaap-
ken van dit blijde kampleven en
ze daar later weer haar voordeel
doen. En in dit geval kan zij een
gezien toehoorster blijven, want de bruintje
verpleegster en dat is drie ondeugden liggen vlak bij de
heel leuk. Misschien is opengekierde deur van het vertrek.
En dus luistert z
goede genieten, en het kwade
Ze hebben bovendien een lichtzijde
in het geval ontdekt: de leidster ziet
er met haar witte jas net uit als een
dokter of
toch ook i
die leidster zelf wel de meest versla
gen figuur van dit troepje, want ook
vandaag blijkt haar jacht geen over
bodige luxe: er drijven tenminste drie
wriemelende gevalletjes in de superol-
oplossing. Ze doet er overigens een
zeer belangwekkende ontdekking bij
op en als ze tijd en lust daarvoor had,
zou ze kunnen promoveren met een
proefschrift over de „Mimicry
INDRUKKEN UIT DE
VOLKSWIJK
daar binnen gniffelend en opgewonden
en hartstochtelijk bepraten is zo vies,
ze smerig, zo beestachtig, dat ik het
hier, in ons blad, slechts bij benadering
n en een uit- ban aanduiden. Het is het verhaal van
kinderbedtijd bun ervaringen met hun „grote" vrlen-
om liever eens af den, jongans van 'n jaar of zestien,
verteld wordt. Het zeventien. En dat verhaal wordt ge
daan in bewoordingen, zo pervers, zo
in-gemeen dat het zich niet leent om
oververteld te worden. Trouwens, on
ze taal heeft daarvoor geen uitdruk
kingen.
De leidsters hebben blondkopje,
"lintje en nikkertje uit bed gehaald
en hebben rustig en stil met hen ge-
praat. Zonder grote woorden, zonder
Luistert met iets te schelden of kwaad te zijn. Ze heb
ben zelfs gedaan alsof ze niet precies
wisten waarover de kinderen het had
den en hebben naar de inhoud van
hun gesprek geïnformeerd. De oudste
heeft daarop zonder blikken of blo
zen een verhaal verzonnen: „O juf, we
hadden zo'n pret. Sjaantje heeft mij
een aap genoemd en toen heb ik ge-
volwassene, zegd dat zij een konijntje was
Maar de beide anderen zijn direct
door de mand gevallen en hebben be-
bepraat hadden. En ook
deden op uren waarop
•.rstijven
exemplaar aan de wasbak afstaat, bet eten en over het spelen en o
maar het bruine bolletje een donker- de lekkere schone bedjes. Maar „ft,.
der dito en zwartkopje en soortement heeft nauwelijks enkele zinnen opge- kleuters feitelijk allang in bed beho-
nikkertje. Geef toe dat u zulks niet vangen, of ""oU «--•*«««.
wist en dat uw kennis der natuurlijke Hoort
historie op dit moment een grote t
rijking heeft ondergaan.
Aan alles komt een einde, ook
deze hoofdelijke omslag. Wat later
gaan de kleuters naar hun slaapzaal
oelt zich
goed? Spreken deze
venjarige meiskes over zulke dingen?
vertrouwt haar eigen oreii niet en
weet opeens ook niet meer wat
verder doen moet. Heel stil sluipt
weer weg om haar assistenten te
paar dozijn andere halen opdat die zich kunnen overtui-
in, moe van het 9en en opdat ze dan samen hun hou-
dankbaar dat ding bepalen kunnen. En i
dag met luisteren ze gedrieën opnieuw
te liggen, maar hoe kun je 1.„
pen in een kamer waar alles nog op
kleintjes slapen
spelen en ravotten
er morgen weer een
nieuwe vreugden zal aanbreken. Al
thans, men veronderstelt dat ze zullen
inslapen, maar als een uurtje later de achtergronden
leidster nog eens zachtjes gaat luisteren den te kennen
hoort ze toch nog geluid. Er wordt ontdekken dat
stilletjes gepraat. Iets geeft haar
Het gesprek heeft niet veel opge
leverd. Hoe kan dat ook: hoofdjes kun
je wel even reinigen, maar geesten
veel minder. Daarvoor zou je derge-
later lijke peuters voortdurend onder je be-
drie reik moeten hebben. En dan blijft het
N..
de volkswijk
die hier plotseling
r feitelijk nog niets
wisten. Want wat die kleutertjes
dere maatregelen voor moeten geno
menMaar daarvoor heeft nim
mer voldoende geld uw
WIJKPREDIKANT
.poëtisch procédé", verstande
lijk. beheerst en missen zij de argeloos
heid, de speelse trant van het spontaan
recht uit het hart gezonden vers,
dikwijls juist zo'n bekoring van kan uit
gaan. Echter dit bedachtzaam wegen var
woorden, dit bouwen van een vers, le
vert dikwijls een sublimatie van ge
dachten en zinsconstructies op, waarach-
ten men de mens met verantwoordelijk
heidsgevoel vermoedt, en ook dit
belangrijke vorm van dichterschap. Geen
vers wordt immers geboren zonder het
onnaspeurlijke rhythme, dat soms plotse
ling de ziel beweegt tot een zich uiten
de sfeer van het zingende woord. Al cc
stateren we dus hier geen boeiende lyriek,
die licht aanspreekt en ontroert, we heb
ben hier toch verzen waar iets van uit
gaat. Heeroma is in deze bundel de on
derwijzende (niet moraliserende) dich
terlijke mens, die al sprekende nu en dar
grote hoogten bereikt van prachtige
poëzie, zoals bijv. in de volgende strophen
uit zijn gedicht „Het kind"
Kind, kleine kameraad van zichte dieren,
Dat loopt te spelen in de morgenzon
Om al de weelden van een dag te vieren.
Zoals eens in het paradijs begon.
het goed
Ibegint,
Maar toch, onwillig, moet je naar ons
[horen:
Wij zijn je vader en je moeder kind.
Maar in dit lied wil ik je toch iets leren
Van wat er, eer jij zelf was is geweest.
Kind, blijf je vader en je moeder eren.
Ook als je vreemde dingen van ze leest.
In het werk van Muus Jacobse vindt
men niet de zo vaak bij andere dichters
voorkomende geestelijke excessen, de fel.
heid van toon. de kreet van verzet of
opstand. Waar deze bij hem doorklinken
worden ze gevangen in de geloofszekerhe-
blijft doorzicht, utizicht op een
eeuwigheid, waarin Christus alles zal zijn
in allen. Met dit uitzicht sluit ook deze
bundel:
Want God is nu in allen, die allen alles is,
En leerde hen het lied van Zijn verrijzenis.
De mensen en de dieren, berin en wolf
[en lam,
Ze spelen en zij vieren de bruiloft van
[het Lam.
En niemand zal meer leed doen en nie-
[mand heeft meer pijn.
God leerde hen het lied om eeuwig vrij te
Izijn.
En niemand kent de woorden, de woorden
[zijn vergaan.
Maar wie hier zingen hoorden, die rullen
V HEBT
mm
IRJVOLAAJJ
KUNNEN LEZEN:
zowel hst Ruhrgebied als
ionja -Hcnie ontmanteld wardzn*
In de "Ruhr hck.
waren. -Wet is ook niet bollig
na zoveel jaren de rekening van
rovende voorgang(st)ers te mee-
ten betalen.'
Maar Sonja vindt
het niet zo erg
Zij heeft nog wel
vat om aan te trekken Ondanksi
dO.ooo dollar schade-
WyTiebben intussen nog maar 12Z
vdn onze ontmantelde bedrijven
terug Weliswaar alle locomotieven,
maar zullen die de rest aantrekten?
6n nu wc toch over
verhuizingen pra
ten het monster
van Lochness
is ook ambulant>
geworden. Dook op in een Zweeds
meer. Om zo'n monster te ont
dekken heb je nietzoals Pïetcr
van Jaarsveld uit_Stellenbos (Zuid
Afrika)een paar róntgenooen no
dig.
Pieter heeft trouwens voor andem
monsters belangstelling dan voor
monsters in een meer. -fly zoekt
het moer in grondmonsters.
-Had men in_
Arnemuiden
slechts zo'n
zienerDan
zou het raad-
sel van de
stakende scheermessen bij de-
dorps-(of stads) kapper wdlicht
opgelost worden
In arren moede wendden
arm® luiden in Arnemuiden zich
tot de Delfts© wonderdokters
om de oorzaak der armoe aan
te duiden.
Dit is niet het enige malle qeval
deze week
Daar hebt U het
accoord van Ba-
tavia. -Het énig -?ror
resultaat tot nu tce was: ont
voering, moordroof en eon bom
in de tuin wan mevrouw Soekarna
^e Una*-'
commissie nu eens.
mlrnjf J nauwgezet naar
gaan kijken
Tjazo ontdekt ieder op z'n beur^
wat nieuws.
Wij het eerste
tfruidspaar, na
1750, dat weer
eens in de kerk
in -B>qyl in -fries
land trouwdeZo n tempo heeft
met een ijlende bo (waar 8o_yl
ongetwijfeld naar genoemd is X
al heel wzinig uit te staan.-
De oplossing
van oeze vertra
ging brengt het
bericht dat.
Qeeuwük het
huisvestingsprobleem neeft cp.
gelost ydccr landhuisjes op wk>
len aan te schaften.
Een ondernemend Boyier zal
er een gekocht hebben en het>
als yl-goed of per bo (dat zegt
de historie sinds 1?5o niet
naar BoyI gebracht hebben
Toen kon-ie eindelijk trouwen.
In ieder gevalniet over-ijld i
Twee hooderd jaar wachten....
langer dan het hale tot nu toe.
walDGSteda leven
van karei Links en -Hendrik Graven.