IN TUNIS, WAAR DE BEDELAAR MET GELD KLETTERT Corinne F rauzen, echtgenote moeder en kunstenares De Bierlialle is onze plaats van ontmoeting De trouwtekst U HEBT DEZE WEEK VRJ w ZATERDAG 30 APRIL 1949 Pantoffelparade en liandel op de Avenue de France Als de oude bedelaar in een winkelportiek van de Avenue de France wakker wordt, is het nog zeer vroeg in de ochtend. De koude heeft hem gewekt. Immers, ook een Aprilnacht in Tunis kan koud en vochtig zyn. Blind is deze bedelaar. Stof en vliegen doofden het licht in zün ogen, zoals dat gebeurt by zovele Arabieren. En bedelen is een eerzaam beroep. Overdag zit hy honderd passen verder, op zyn gewone plaats bij de trap van een kerk. Rhythmisch laat hy een twintig francs-stuk in zyn metalen bedelnap op en neer dansen en verdient er misschien nog veertig francs by. Rhythmisch dreunen de vier motoren van een K.L.M.-machine op datzelfde vroege uur, even voordat geland wordt op het uitstekend ingerichte vliegveld van Tunis-El Aouina, wat in het Nederlands ver taald „de pruim" betekent. Regelmatig landen drie maal per week vroeg in de morgen de K.L.M.-machines van de Trans-Sahara-route noordwaarts vliegend in Tunis. In vier en een half uur is de machine na deze tussenlanding in Amsterdam, waar het nog voorjaar is. In deze korte tijd heeft de bedelaar intellectuele Arabieren, die elkaar het misschien één keer zijn gekletter met de geldstukken onderbroken om Allah' zegenwens af te smeken over een milde gever. Slechts luttele uren vloog j Franse zakenman, die op El Aouina stante. van de zomer terug naar het v< ..Vier en een half uur vliegen is 't" zei liij tegen een vriend, „en dan ben ik I weer terug" Het einde van een vaeantie Zij za en op een café-terras in Sidi Bou Said Een lieflijk plaatsje, enkele kilo meters ten noorden van Tunis, gelegen aan de groen-blauwe Golf van Tunis. Trapsgewijs is het dorpje gebouwd tegen een heuvel, die steil uit zee oprijst, slechts een smal strand overlatend Waar kan men^ beter zijn laatste vacantiedag doorbrengen dan op een terras, vijfhon derd meter boven een spiegelgladde zee, overgaat in een nevelige oneindig heid en slechts ten dele begrensd is dooi de. vage contouren van heuvelachtige kus'en. Blauw if de hemel en blauw ook is het traliewerk van de vrouwenvertrekken van de omliggende huizen. Tropisch- warm schijnt de April-zon in dit N.W.- deel van Afrika. Ver beneden haalt een er zijn netten binnen. Morgen zullen de visjes netjes in het gelid met hun kopjes omhoog op de vismarkt van Tunis verhandeld worden Dan is een van die e Franse heren al weer terug, zoals hij dat zelf uitdrukt. De zomer tegemoet. Wekelijks, op Maandag, Woensdag en Zaterdag, tegen het vallen van de sche- ing, komt er een K.L.M.-DC-6 uit Amsterdam in Tunis aan. De zomer te gemoet, is deze machine gevlogen. Licht jes twinkelen overal rond de Golf van Tunis. De schaduwen over Sidi Bou Saids ■childeraohtige witte huisjes, over de rilla-tjes en ruines van Carthago en over de havenwerken van La Gaulette, de na tuurlijke haven van Tunis, worden op dat uur snel dieper. Op de schaars verlichte asphaltwegen. die van Tunis naar de plaatsen in de om trek leiden, haasten in lompen gehulde Arabieren zich naar de stortplaatsen van het stadsvuil. Als groepen grauw-grijze ens, die in het schemerduister niets menselijks meer hebben, lopen zij in lukkeldraf langs de berm van de wegen, vaak zware jutezakken met hun buit van afval op de rug torsend. Het zijn de al lerarmsten.' die op deze wijze het dage lijks brood bijeen trachten te krijgen, want grote armoede heerst onder een belangrijk deel van de Arabieren in Tunis. Daarnaast is er ook grote rijkdom. Arm of rijk echter, vrijwel iedere Ara- "aier handelt. Alle dagen van de week is er een uit gebreide markt in het Europese deel van de stad. Kooplieden, die van heinde en komen, arriveren er reeds vroeg in de ochtend om hun koopwaren uit tc «tallen. Tegen acht uur is het er al stamp vol. Kleurig als een zomerse tuin zijn de enorme uitstallingen groenten Crème witte bloemkolen, goud-gele worteltjes, -se artisjokken en oranje sinaasappe- zijn er er te koop, en niet te verge ten de Hollandse aardappelen. Zo worden ze tenminste genoemd Iets wat uit Ne derland komt namelijk, duidt in deze een eerste kwaliteit aan. Hollandse sigaretten, Hollandse boter. Hollandse melk en Hollandse kaas, zijn veel be geerde producten. En die koopman, die deze waren verhandelt, verkondigt dit feit dan ook op luidruchtige wijze, trach tend het marktrumoer en het geschreeuw van zijn huurlieden te overstemmen. De Avenue de France, een van de brede lanen van Tunis, waar druk gefla neerd wordt door de Europese bevolking, wordt door bedelaars en kooplui tot een grote kermis gemaakt Tegen zes uur lijkt het wel of de gehele bevolking uit gelopen is om mede te doen aan de pan toffel-parade in de grote avenues. Fran- Italianen, Joden en Arabieren slen teren langzaam over de trottoirs. In de bar-tjes, die allen aan de straatkant ge heel open zijn, is geen plaats onbezet. Er wordt gedobbeld aan hoge toonbanken om een rondje. Op de terrassen hetzelf de beeld. Hier enkele Fransen, die druk gesticulerend de waardevermindering Van de franc bespreken, elders een groep laatste nieuws uit de krant vertellen. Ook de gesluierde vrouwen doen mee aan het luchtige en vrolijke straatleven. Met de hand houden zij de sluier tot onder de ogen. Het witte overkleed om hult haar geheel. Doch onder dat over kleed dragen zij gewone Europese kle ding. Het elegante, Parijse schoeisel van de meesten verraadt dat duidelijk. Soukhs in Medina. De meeste Arabieren, ook de beter ge situeerden, wonen in de Medina, de Arabische wijk van Tunis. Dit stadsdeel is omgeven door oude, vuil-witte wallen en kunstig gebouwde poorten. Hier leven tallozen in krotterige, stinkende wonin gen en slechts enkelen in koele paleizen of huizen, die verfraaid zijn met mo zaïeken en kunstig stucwerk. Tapijten en lopers dekken de vloeren van deze woon steden. Grote banken met zijden kussens noden tot zitten en converseren, terwijl men zwarte koffie drinkt aan lage ronde tafels. In deze Medina liggen de Soukhs, een complex dat de winkelwijk vormt van het Arabisch stadsdeel. Een warrelige opeenhoping van nauwe straatjes, die Tunis: witte huizen en een blauwe zee bijna alle overdekt zijn. Vooral Joden Arabieren drijven hier in de duizenden kleine winkeltjes hun handel. Naar ge lang de aard van de koopwaar zijn deze Soukhs in verschillende wijken inge deeld. Zo is er de wijk van de zilversme den. de koperbewerkers, de wevers, de sandalenmakers, de parfumverkopers en nog vele anderen. Vaak wordt men naar binnen genood om in de schemerige achterruimte van de winkel een kopje koffie te drinken. Zonder verplichting tot kopen overigens. Wordt er echtef niets gekocht, dan is een lang loven er bieden het gevolg. Maar de vertrekken de klant, die na 3 kwartier onderhande len met een nietig onsje ogenzwart ver dwijnt, wordt als een vorst uitgeleide ge daan, alsof hij de hele zaak had leegge- Kleurig en schilderachtig zijn deze Soukhs. Het grootste deel is gebouwd ir de 12e eeuw. het tijdperk van de Hafsi- des, onder wie Tunis een van de belang rijkste handels- en industriesteden var Noord Afrika is geweest. Thans, na een lange inzinking, bloeit de buitenlandse handel van Tunesië weer op Sinaasappelen, olijfolie, dadels en fosfaten zijn de belangrijkste export producten. Het verkeer met het buiten land groeit gestadig Vooral het lucht- De voerman, die op zijn primitieve tweewielige wagen, bespannen met paardje voortrijdt, kijkt naar boven, zijn ogen met de hand tegen het zonlicht be schuttend. Dan gooit hij de slip van zijr overkleed over zijn linkerschouder er vuurt het paardje aan. Twee middelen van vervoer, var origine overigens door duizenden jaren van elkaar gescheiden, ontmoeten elkaar. De koopman-is over vier en een half üur met zijn kisten sinaasappelen in de ha venwijk. het vliegtuig wordt in diezelfde tijd in Amsterdam, Parijs of Londen aan de grond gezet, terug van een reis over werelddelen en zeeën. BEELDHOUWENDE VROUWEN Maakte grootste verzetsmonument in Nederland Op de bank tegenover my zit een nog jonge vrouw. Ze is vlot en sportief gekleed, zonder echter het karakter van het vrouw-zyn te hebben verloren. In haar don- kpre ogen ligt een onweerstaanbare lach en de prachtige, zwart-glanzende lokken geven fijnbesneden gelaat een bijzonder relief. In de lichte kamer prijken overal bloemen. Een grote bos rode tulpen siert het blankeiken bureau en boven de bank hangt een geschilderd bloemstuk. Bloemen horen by deze vrouw, wier naam plotseling zo'n bekendheid kreeg. Het is Corinne Franzen-Heslenfeld, de Haagse beeldhouwster, die thans het grootste verzetsmonument in Nederland heeft voltooid. In de schaduw van de Domkerk te Utrecht heeft het een plaats gevonden en daar zal het, na een dienst de kerk, op 4 Mei om 15.30 uur worden onthuld door Prins Bernhard. „Twee jaar lang hebben mijn gedachten mijn handen zich met dit werk bezig gehouden en toen ik in 1946 de opdracht aanvaardde, realiseerde ik me niet direct de moeilijkheden die me bij het maken dit 6% meter hoge beeld boven het hoofd hingen". En dat is begrijpelijk voor ieder die iets van de gevaren bij het beeldhouwen afweet. Als het model op grootte in klei is geboet seerd, kan de indruk heel anders zijn, dan het beeld zelf op een 6 meter hoog voetstuk in da ruimte staat. Omdat het dan van onderaf zien, komen de verhoudingen heel anders te liggen en recht spreekt Corinne Franzen dan ook in een experiment. Terwijl ze mij een sigaret aanbiedt heb ik de gelegenheid even haar handen te bekijken, een speciale hobby van me, daar de handen vaak zoveel van de persoon kunnen zeggen. Door het voor veler be grippen wat onvrouwelijk werk met ha- beitel zijn Corinne's handen wat breed geworden, maar de lange, slank- toelopende vingers duiden op een grote beweeglijkheid en gevoeligheid, maar ge- ook de indruk van een sterke zelfbe wustheid. „Toen ik als schilderleerlinge prof. Jurres aan de Rijksacademie te A'dam omzwaaide naar de beeldhouwers klasse, waarschuwde prof. Bronner me, dat je van beeldhouwen lelijke handen en dikke benen kreeg", is haar reactie op een voorzichtig, maar gemeend compliment mijnerzijds en ik heb hier het zichtbaar bewijs voor; dat de theorieën van de grote paedagoog in dit opzicht faalden. Reeds in 1930 won Corinne Franzen de Prix de Rome en haar verblijf in Italië bezorgde haar een marmergroep voor'het Holl. Instituut te Rome. Daarna woonde zij enige tijd in Frankrijk, zwierf vervol gens de wereld rond en woont nu enkele jaren in Den Haag, met haar echtgenoot. Deens zakenman en haar 2^-jarig dochtertje Suzetje. Voor mij liggen op de ronde tafel ver schillende detail-foto's van het monument vol trots laat Suzetje me een foto zien, waarop ook mamma staat. Het is moeilijk het werk van Corinne Franzen een be paalde invloed te bespeuren. Van de aca demici staat haar kunst wel het verst ver- wijderd. Er is veel beweging in haar werk en daardoor een prachtige uitdrukking van het gebaar. De vrouw die de fakkel der vrijheid draagt (één der in het voet stuk gebeitelde versregels van Jan Engel man is: „Draag voort die vlamis niet statisch, maar van een grote dyna mische beweeglijkheid, hetgeen ook in „CONTROVERSEN" (Vervolg van Pag. 1) Nu weten wij natuurlijk ook wel, dat bij de aanpak van een vraagstuk met ver schillende factoren dient rekening te worden gehouden. De een heeft meer moeite om mee te komen dan de ander. Vooral in de gevallen, waarin het in het verleden heeft ontbroken aan de juiste voorlichting, of waarin zelfs beginselen op verkeerde wijze in het vuur zijn ge bracht, kan men die moeilijke meeko- mers kwalijk ernstige verwijten maken. Hier dient op rustige manier te worden overtuigd. Maar overtuigen is al een Wij achten het onjuist en niet gelukkig en bovendien getuigend van weinig psychologische tact. wanneer men een behandeling van zulk een onderwerp reeds in eerste instantie gaat bemoeilij ken door het te plaatsen in het kader van de controversen, die bij voorkeur niet mogen worden opgeworpen. Waarom niet liever het volle accent gelegd op de positieve en overtuigende aanpak, die nu reeds al te lang is achterwege gebleven? Of er ten aanzien van de positie der vrouw in het politieke leven dan geen enkele controverse is? Inderdaad, zij is er. al zal men goed doen. hier in genen dele te overdrijven. Maar die controverse bestond reeds en wordt niet thans eerst opgeworpen. Zij bestond reeds van het ogenblik af. waarop in een gelukkig reeds tamelijk ver verleden d°ze zaak is aangepakt geworden en door de wijze, waarop dit toen is geschied. Daardoor heeft men zichzelf en anderen toen aan zekere risico's gewaagd en die risico's moeten nu langs de weg van actieve be zinning en liefderijke overtuiging uit de weg worden geruimd. Het gaat hier niet om het opwerpen van een controverse met alle al dan niet daaraan verbonden risico's, maar juist om het wegwerken van een controverse, die reeds lang genoeg haar leven heeft ge rekt met alle daaraan verbon den risico's. We meenden goed te doen, dit vraag stuk van de controversen eens op deze wijze te moeten stellen. Dat we dit de den naar aanleiding van de positie dei- vrouwen in het politieke leven, is in dit verband slechts een hoffelijke illustratie en een geringe genoegdoening voor de in feite onheuse behandeling, welke haar reeds zolang wedervoer. Laat ons dit niet vergeten: Vrees om een vraagstuk aan te roeren leidt tot in zinking in het leven. Stilstand is in feite achteruitgang. Wat had het politieke leven niet reeds een winst kunnen doen met belangstel ling van de zijde der vrouwen. In plaats daarvan hebben we geriskeerd, dat we het wel zonder konden, daarbij krach ten, door de Schepper in ons midden neergelegd, op ondankbare wijze ver waarlozend. Van mensen, die het met het beginsel ernstig nemen, mag men anders en beter verwachten. Volgens i ?t vervullen v •sneuveld C. 24 jaar oud. n familiebericht is bij i zyn plicht in Indonesië d. Zee uit Herwijnen, Ik was geheim agent in oorlogstijd (34) Ziekenbarak van kamp Lahde werd uitgemoord (Van een bijzondere medewerker) Als in trance loop ik langzaam weg van de gevangenis. Ik kan niet gelov dat ik vry ben* 't Z&1 wel een val zyn. Ik wacht op iets, dat weer plotseling e eind aan myn vrijheid zal maken. Dan hoor ik van de overkant van de straat een fluitje. Ik kyk op en zie myn vriend Wim rustig en bezadigd ln de bleke lente zon op een laag muurtje zitten. Hy beduidt me, dat ik naar hem toe moet komen. „Ik heb op je zitten wachten", zegt hy, alsof er geen oorlog en geen Duitsland is en alsof er nooit een gevangenis geweest is. „Kom naast me zitten, dan wachten we op Hoeben. Hy zal over een minuut of tien wel komen". Ik voel me w« loos. Gebeurt dit allemaal werkelijk? „Waar zyn de anderen?" vraag ik en ga op de grond zitten met mjjn rug tegen de muur. „Ze wachten op ons in de Bierhalle. We zyn ongeveer een uur geleden uit de gevangenis gegooid. De Bierhalle is onze ontmoetingsplaats. Maar lk wou hier op je wachten". Tien minuten later wordt ook Hoebeii uit de gevangenis gegooid. Men zou verwachten, dat hij in de grootste op winding naar buiten zou komen rer Maar nee hij strompelt op ons toe. verdwaasd als ik was en zijn gezicht drukt de hoogste verbazing uit. En dan gaan we met z'n drieën op niet of het zijn onverstoor bare stem is of de vreemde bh'k var voorbijganger, die me tot bezin ning roept. ,Wat denk jij er van?" zeg ik en Wim met .Waarvan?" vraagt klank van verbazing in zijn stem. „Van die invrijheidsstelbng!" „Niets! Wat moet ik er van .denken' Het werd 'hoog tijd, dat is alles. Ik heb het nooit erg leuk gevonden Hij zwijg' ogenblik. „Waarom vraag je dat' Wat bedoel je daarmee?" „Ik kan het nog ndet goed geloven. Ik ben bang, dat ze er een beroerde be doeling mee hebben. Maar ik kan die gevangenis niet meer zien! Laten wr een stuk verderop gaan. En laten w« proberen er gewoon uit te zien. We val- n zo te veel op." Ik heb zo'n idee, dat het niet raad- lam is. dat men in ons een Auslander f een gevangene herkent. Ons voor komen broek in onze sokken gestopt, oude vuile kapotte overjassen, ons boord vastgemaakt met een veiligheidsspeld of een stuk touw, onze kale koppen dat alles is nogal opvallend. We doen mogelijk is, al blijft dót beperkt tot het ophalen van onze broeken en het neerslaan vam onze boordjes. Kort daarop komt Hoeben met een troepje gevangenen de straat door mar cheren. Zijm gezicht is goud waard, wan- ftij ons daar op een bank in het plantsoen ziet zitten. Hij is zó verbaasd, dat hij vergeet bij zijn troep te blijven achterop raakt. Met open mond gaapt hij dit onbegrijpelijke wonder aan. zoeken zijn ogen het plantsoen af i begeleider eh wanneer hij die ontdekken kan, vraagt hij met wilde baren om een verklaring. We steken als enig antwoord onze duimen omhoog laten hem koelbloedig vdorbijgaan door de gevangenispoort verdwijnen. Naast het door haar vervaardigde portret houwster Corinne FranzenHeslenfeld ei Maar se veei i haar moeder poseert de hceld- i voor de 'fotograaf Dick van het andere werk van Corinne Franzen is en: in haar kopstudies, in het ren- paardje m Marlot, in de gevelstenen van het Leids stadhuis en in de versiering an de Maastunnel te R'dam. In het bezit van Koningin Juliana is og een portret, dat Corinne Franzen ver vaardigde van wijlen de Koningin- Moeder. Nog lang praten we verder op die ene middag, dat Corinne Franzen in de laatste tijd vrij heeft om zich aan haar gezin te wijden. En haar man en dochtertje men ondanks haar druk en veeleisend werk als kunstenares de belangrijkste plaats in haar leven in. Als ik weg ga regent het buiten het koud. maar in het huis aan de Timor- straat in Den Haag is er de warme sfeer van het gezin, waar de vrouw achtge- note, moeder en kunstenares is. Corn. Basoski. Het werkterrein van een predikant is nu eenmaal wijder dan zijn wijk, ook al zal hij aan zijnafgebakend aantal straten de meeste aandacht be steden. Maar aan de andere kant kan gebied hij i open hemel; als een kwetsbaar ge schenk. „Wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet" had tot achtergrond de uiteengerukte gezin- diet hem leïdelijke tegenprestaties te eisen. Die gen dwr^Jezts' Christdie* mj niet van er wei kerkelijk overtrouwen, zijh kracht geeftwas een geloof sbelijde- n kan hy meestal hertrouwde weduwen en we- njs van jonge mensen, die dagelijks x nan, te duwnaars, die in veel vroeger jaren voor ogen zagen hoeveel gevaren ook maakten. het huwelijk omringden. Men tuist trouw diende te zijn, hun leraar bevordei zijn deur wijzen en even weigeren om degenen bij hem als herder om hulp gen. Deze situatie blijft voor- en na delen bieden: bekend is het geval van die héél oude predikant uit een der grootste steden des lands, die in de twintiger jaren afscheid preekte na dat hij zijn gemeente langer dan een kwart eeuw gediend had, en die zelfs toen niet met zekerheid kon zeggen waar precies zijn wijk lag: gemeente leden uit alle windstreken hadden zi Maar dat t royale i i verhaal apart dat ik dat volgende maal bewaar. Ge- INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK gelegenheid had gevonden zelfs maar een oppervlakkige ver kenning van zijn eigen zaaiveld. Maar tegelijk bewaart hel contact met niet- wijkbewoners voor een al te grote eenzijdigheid en opent dit de pasto rale ogen voor andere moe en levensvragen dan die Pappenheimers. Vooral in heeft elke wijk meestal een heel et gei merkteken en de gemeente van Chris- lus is groter, wijder en gevarieerder :e'< Ju" trouwtekst tc kies dan de kapitalistenbuurt, de arbei- tebePale,l_ welke dersstraten of de kantoorbedienden gemeente. Eén van die escapades buiten de wijk vormen de huwelijksbevestigiil- Laat ik meteen zeggen dat, wc weer enkel mijn volkswijk me a „trouwtjes" moest helpen, ik wel zi sporadisch deze ambtstaak zou vt vullen. Want slechts weinigen bege- de ren hier deze dienst. Mogelijk omdat beden zovelen pas trouwen tegen de tijd dal de eersteling verwacht mag worden. Mogelijk ook omdat ook dat deze trouw zware offers kon eisen: „Laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorge steld is". Maar tegelijk juichte men: „Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?" Of men bad: „Laat Uw trouw mij gedurigljjk behoeden." Met de bevrijding kwam ook een andere tekstkeus. „God is groot en wij begrijpen het niet": „De rechterhand veel beslag op zijn tijd gelegd dat hij aeen aeleaenheid hnH L„nnw„„ lukklf: c.r -Un ook nog jonge sen, die tn de kerk komen om Gods des Heren doet krachtige daden" zegen te vragen en het is me een „Mijn ziel is stil tot God, van Hem voorrecht als ze mij verzoeken om in is mijn heil." Dat waren de jubelende die dienst voor te gaan. klanken van die eerste na-oorlogse -ge,.. „e "aar daarbij is me één ding opZe hebben moor kort geduurd: andere moeilijkheden Bevallen: de wijze waarop genoemde de wereld bleek alweer geen paradijs paartjes het huwelijk bezien. Ik kan en de zorgen waren nog niet over- d daar ongetwijfeld een oordeel over wonnen. Er waren allerlei moeilijk- vellen want jaar na jaar vraag ik heden: de huisvesting voorop. Een altijd weer aan de trouwlustigen om paartje vond na lang zoeken een bn- n en zelf derdak: „Zelfs vindt de mus een huis gezongen bV Uwe altaren". Anderen gingen een zullen worden. En nu moet het mij woonschuit betrekken. „En zij gingen van het hart dat er een verblijdende 'Tl de ark". Nog een ander ging sa- ernst en bezinning achter deze keuze tnenwonen met de ouders. „De wo- blijkt te staan. Een bezinning, die 'lillB der rechtvaardigen zal God ze- thans veel dieper is dan by voorbeeld genen" En naast deze woorden over in de jaren vóór de oorlog. Destijds concrete moeilijkheden andere, die koos men geijkte teksten, die als van- a"e noden onder ogen zien. „Dat de zelf op een bruiloft betrekking sche- goedertierenheid en de trouw my niet nen te hebben: „En Jezus was ook verlaten"; „Welgelukzalig is de mens, genood tot de bruiloft„De lief- die wijsheid vindt, die verstandigheid ergaat nimmermeer"; de zegen- voortbrengt": ,£ij lacht over de toe psalm 121, of ook de school- komende dag": „Draagt elkanders se navolging van de koninklijke tekst lasten"; „Verdragende elkander en bij het huwelijk van de Prins en de vergevende elkander". Maar mij ver- Prinses. Maar daarin is in de oorlogs- heugt mateloos hoe reëel, gelovig t met de kerk verloren jaren neejt oj oang is om grote kosten te men. 1 maken ook al geeft de kerk op dit welijk volledige wijziging geko- schriftuurlijk zoveel jonge gezin Men ging steeds meer het hu- de toekomst tegen gaan. waagstuk onder Wijkpredikat de Bierhalle. Drie vrije i weg i Sinds deze dag heb ik Hannover ta< melyk goed leren kennen, doch de sira ten en pleinen hebben er nooit zo uit gezien als op deze eerste wandeling n; onze imvrijheidssteHing. We kunnen hoeken omslaan, straten oversteken gaan en staan waar we willen. De kleur der huizen is anders dan anders, de lucht, de hemel, de étalages, alles vreemd en bedwelmend nieuw. Bij de ingang van de Bierhalle wordt ons de weg versperd door een dikke Duitser, blijkbaar de eigenaar. Hij treedt ons met uitgespreide armen tegemoet. „Geen buitenlanders!" schreeuwt hij. „Verboten für Auslander". Ik ken nu langzamerhand de mentali teit van het super-ras, loop recht op de kerel af en zeg met een stalen, solda teske stem: „Hoe komt U er bij om mij op die mamier de weg te versperren, was!?" Zijn armen vallen slap langs zijn lichaam, zijn gezicht wordt lang stem sterft weg tot een niet overtuigend gefluister. „Geen buitenlanders, Herr!" „Natuurlijk niet, maaren ik richt me zo groot mogelijk op, „houdt U mij voor een buitenlander!? Dat is eem be lediging mein Herr. Dat is wel summum!" „Nee. nee, natuurlijk niet, mem Herr. Verzeihung!" „Dan is het goed!" snuif ik en met een wenk naar Wim en Hoebem: „Kom mee let niet op hem!" We lopen rakelings langs de overdon derende eigenaar het restaurant binnen, waar we de anderen vimden, elk glas bier voor zich! Ze zijn in een opge wonden gesprek gewikkeld met twee mannen, die we vroeger in het moord kamp van Lahde ontmoet hebben. Vreselyk! Hun verhaal is verschrikkelijk. Een paar dagen geleden hadden de autoritei ten besloten het kamp te liquideren De geïnterneerden zouden naar Hannover marcheren en daar in vrijheid gesteld •orden. De mensen in het hospitaal en de ziekenhut waren op rapport geroepen voor medisch onderzoek. Hun was ge vraagd. of zij konden lopen. Was dit niet mogelijk dan zouden ze met wa gens gaan. De meeste ongelukkigen ga- de wagens de voorkeur en wer- afwachting van verdere orders aar bed gestuurd. Toen het on derzoek geëindigd was werden de deu ren van het hospitaal gesloten en was de Peiitschman, de jonge Poolse beul, met zijn machine-pistool de verschil lende kamers rondgegaan en had van (de deuropening uit de zieken in hun bed "doodgeschoten. Daarna was de hut in brand gestoken. Er waren ongeveer ne gentig manuien in het hospitaal geweest, di'. gebeurde. De andere gevange- werden in colonne's ingedeeld en marcheerden het kamp uit. Zodra de laatste man het hek door was. ging het hele kamp in vlammen op. Ieder, die de marcherende colonne niet bij kon houden, werd er uit gehaald en moes* langs de weg een kuil graven. Staande de rand van zijn eigen graf kreeg hy een nekschot, waarna de aarde weer in de kuil geschept werd en de mars verder ging We vragen ons af. waaraan wij het geluk da-raken, dat we juist op tijd uit die hel ontslagen zyn. De neerslachtige stemming duurt niet lang. We zijn te zeer in beslag genomen door de moei lijkheden van het ogenblik om eten en m slaapplaats te vinden. Stammtisch Het blijkt, dat „Stammtisch" het enige dat we zonder Marken kunnen krij gen. Het is een gerecht bestaande uit knolraap, een paar worteltjes, af en toe een aardappel en verder water. Maar het vult de maag en dat is al heel wat, Gelukkig krijgen we even later van een paar hulpvaardige landgenoten wat geld twee Hollandse meisjes doen er wat vetbonnen en een broodbon bij. Het is natuurlijk zeer edelmoedig, maar er zijn uitgehongerde mannen, die moe- >n en dan betekent twintig gram honderd gram brood niet veel. Dit is een probleem, dat om een onmid dellijke oplossing vraagt. We tracteren onszelf op een glas bier en beginnen een breedivoerige discussie. Paters en ik spe- dictatoriale rol en ver ordenen. dat elk lid van de groep moet proberen zoveel mogelijk eten te be machtigen. dat allemaal bijeengebracht op de etensuren eerlijk verdeeld zal worden. De ontmoetingsplaats is de Bier halle, tenzij we intussen iets beters vin den. Dan moeten we verder een plaats zoeken, waar we kunnen slapen. We ontdekken weldra, dat de Bunker onder het grote station de enige mogelijkheid biedt. We ertrek-ken in optocht om de plaats in ogensohouw te nemen. Hel blijkt, dat grote schuilkelders zijn. diep on der he; station, elk voot* ongeveer vier honderd man. Bunker nummer zes is de Auslander, wie het ten streng ste verboden is hu-n gezdcht in één van de andere kelders te laten zien. Maar bunker nummer zes stinkt zo ontzettend onbeschrijfelijk smerig, dat we besluiten ieder in een van de andere kel ders te kruipen en de volgende ochtend bij elkaar te komen in bunker nummer drie, waar de hoofdingang is. Daar Wim >ns zeer tot elkaar aangetrokken voelen, besluiten we bij elkaar te blijven tevergeefs naar een zitplaats ge zocht te hebben (de kelder is stampvol Duitsers), nemen we onze oei-lucht tot de enig overblijvende mogelijkheid: de vloer. Daar mijn jas de dikste is. spreid de deze op het beton uit. gebruiken jasjes als hoofdkussens en Wims regenjas als deken en leggen ons ter ruste. in de k wwit .VENEN LEZEN.' dat_de aards een langzaam jan. actie begonnen is. -Het tempo rond de aardas wordt vertraagd. Zelfs tot 4? dagen voor een omwenteling zog gen de geleerden. Dit geslof-slof rond de aardas zou een protest kunnen zijn te gen onze meer dan gekkehaast. Waarom moetan de blanke Wes terlingen 20 hard uit China ren nen voor de rode Oosterlingen? Kan dat niet wat kalmer, zyn 92- matigde mensen als wij geneigd tc vragen. Maar dat gooit maar bommen op Amethisten en maakt amok in de slaapkamer van da Amerikaan se ambassadeur te Nanking. £n het ergste isdat niemand hier en gunter dé courage kan opbrengen om er wat tegen te Integendeelvoor het eerst na honderd jaar kunnen blank ge schuurde schepen de gele Tang: tse kiang niet meer bevn—w. Dat moet .voor die drie hendere/. jarigen in Dordrecht (cfo nooit anders geweten hebben of het zat goed met die jjangtse) wel een verdrietig verjaarscadeau zijn geweest. Toch heeft de wcnzld blijkbaar behoefte aan vrede. Anders zdu die Tsjechische minister niet in de mynen gekropen zijn om, ten bate van de vrede, te delven voor het Phaags congres dat hen ven. enigde.aie qecn visum voorts, rijs hadden kunnen krijgen (Van vrede ga- ■"sprokzn) Dan had men zich voorts in Ryssen niet zo druk. gemaakt over twee wilde zwij nen die er het sanatorium verg kozenbóven de bossen. Zaals dia Assisscha bruid daae waak da bruidegom in r<aoa-wagan varkoos boven dia met Haar ten sUdbutoz v*as ven. sehanen. Zo hooft ladarcan watmaar wy hebban aan extra spcK- rfSntsoan cn wacr 45 textiel-, puntan. Werd ar ook aan bon voor ex tra salaris gegevanvoor spek en bonen zouden niet moe aba* karei Links tzn +tondrikGreven,'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3