JAN VAN RIEMSDIJK, die de Veluwe beroemd maakte Luchtverkeer op Schiphol gaat door, ook bij slecht weer 3 ZATERDAG 9 APRIL 1949 BEKENDE LANDGENOTEN THUIS Dicht er-zanger wordt zeventig jaar (Van een onzer verslaggevers) Droog en schraal is de zandgrond rond het Veluwse dorp Heerde. De boer gaat er achter de ploeg, die één paard met gemak door het land trekt. En op dat stukje land dit^r, is het zelfs een boerenjongen, die de, door vader bestuurde ploeg, wel is waar met Inspanning maar toch met succes door het land sleept. De boer hier is als z(jn grond. Karig van woorden. Maar h(J heeft z'n stille" gedachten over alle dingen. Over het groeien van z(|n oogst, het wassen van r.yn vee, over de vreemdeling die voorby gaat en met wie hy, of er geen werk bestaat, genoegeiyk kan staan praten, over het wereldgebeuren ver weg, dat enige jaren geleden, hier en daar een boerdery wegstreek, maar dat doet een donderbui in de zomer óók wel eens. Wat men in Nederland van de Veluwse het avontuur van „Niekes in het bad", boer weet, dankt men aan de man, die i het zijn maar grepen uit z'n bundel, die te midden van deze boerenbevolking al de, bij piano en harmonica gezongen liedjes, langzamerhand geworden zijn- leefde, een heel mensenleven lang. Jan van Riemsdijk, de Veluwse dichter- zanger. Zeventig jaar wordt hij op 23 April a.s. Wie kent Rem niet? Van de radio b.v waarvoor hij ontelbare malen is opgetreden met z'n liedjes en grapjes over die laconieke Veluwse boeren, die weinig woorden nodig hebben, om veei te zeggen? Hij heeft de Veluwe beroemd gemaakt in Nederland. Zijn huis „De Tippe", als een boerderij gebouwd, staat midden in dat Veluwse land. Dennen en heide rondom, wat „bluumpies" (bloemen) langs de huis muur. klimop langs de gevel Een huis als alle boerenhuizen hier. Je valt met de deur binnen. Het „veurhuus" is Jan's „mooie kamer" Als elk ordentelijk voor huis langs de Dellerweg. En wat in de boederijen de stal is, promoveerde bij de Van Riemsóijks tot eetkamer. Ter- tijde staat het „zomerhuusaen" en daarin dicht Jan en schildert zijn vrouw. Die daar overigens ndet zo heel veel ge legenheid voor heeft. Want als zij niet, met de baas van ,,De Tippe", het boeren lied zingt, heeft zij wel zóveel te doen in het Heerdese verenigingsleven, dat ze het palet er bij neer moet leggen- Van de stad naar het land. Hij had een merkwaardige loopbaan, Jan van Riemsdijk. Geboren in Rotter dam als zoon van een makelaar in tabak, belandde hij, op zijn tiende jaar, op de dorpsschool in Heerde. omdat zijn vader, door lichamelijke omstandigheden ge dwongen, de stad voor het land moest verwisselen. Daar werd de grondslag ge legd voor zijn loopbaan later Want dat Veluwse dialect is een taal op zichzelf. En wie er niet in geboren wordt, leert het nooit goed spreken! „Maar als je van je tiende jaar af met de Heerder jongens en meisjes naar school bent ge gaan." zegt Jan van Riemsdijk, „dan leer je het uit de kiek!" En de zeden en gewoonten van de streek niet minder. Als men Jan van Riemsdijk dan ook ziet in zijn boeren pak. hem hoort praten en zingen, ge looft U dan maar gerust, dat daar het prototype van de Veluwse boer voor U staat. En zijn droge humor is de humor van het land. In Wageningen bezocht hij, na zijn lagere schooltijd, de landbouwschool. Om de praktijk van het botermaken te leren, werkte hij in Sleeswijk Holstein. Heerde zag hem terug als exploitant van een particuliere boterfabriek. In het be gin van deze eeuw hadden zij nog een bestaan, maar, in het Noorden en Oosten vooral, kregen zij daarna een zware srtrijd met de Coöperaties te voeren- In zekere zin kan men zeggen, dat Jan van Riemsdijk dóór de boeren naar de boeren gedreven is. Want toen Henri Dekking, die ook voorzitter van dé Nederlandse Journalisten Kring geweest is, eens in Heerde een voordracht hield en bij de Van Riemsdijks logeerde, las Jan hem een zelf vervaardigd gedicht voor. „Ik kan ook wel veurdragen," zei hij toen. Het was het verhaal: „Hoe Bert het varkensfokken leerde". Een pover ver telseltje van een boer en boerin, die met het jeugdig kroost in het varkens- bok op zeker ogenblik geen raad wisten. „Wie heb toen die zestien biggen, die d' kinder in bedde 'e leg", zeggen Bart en zijn vrouw. Het was een pretentie loos vera, maar het was een nieuw genre, dat insloeg Bij Dekking eerst, bij vele anderen later. „Een boer op 't land hef een leep verstand," zong hij later, en z'n lied „Leve de boeren". Een lied, dat de stede ling aan het verstand brengt, dat de boer een hoogst belangrijk personage is in de nationale economie. „Buten eier en melk kan geen dame of heer, Wie mut toch de heele stad blieven voeren? Dat bent de boeren!" Hij heeft gedichten gemaakt over de mensen van het land: De lepe Hannes en Henneman Sir-k, die om de schoorsteen veger uit te sparen, zelf maar het voor- jaarskarwei op het dak trachtte te klaren, maar bij zijn onhandige manipu laties klem kwam te zitten in z'n eigen schoorsteen. Hoe zijn die boeren? Toen de schoorsteenveger hem tenslotte los gewrikt had zei de man: „Lach mar, zei hie, 'k zat wel vaste, 'k Ben weer lus en heb mien zin. De beste bessem ben ik zellens Er zit geen stukkien roet meer in". De liefde op het land, de trage reactie als er brand is, het hoogst gewichtig levensmoment „de brullofte" (de brui loft), de Begraffenisse, de boerenvisie op de „Zommergasten", een zo belangrijk ding als „De klokke van de toorne", met z'n bim, bom over dood en leven, het „Arfhuus" (erfhuis), eeuwige bron eindigende ruzies, Een van mijn lezers is nieuwsgierig hoe hij met de komma's moet omspringen bij het schrijven van een brief. Daar dit een vraag is die menigeen belang zal in boezemen, wil ik hierover graag mijn mening zeggen. Ik stel voorop dat er geen enkel lees teken is, waarbij het zo zeer op het ge voel aankomt als bij dit. Want men ver- gete niet dat het gaat over een 1 s- teken, dus een aanwijzing hoe men hardop dient te lezen. Men mag dus niet zomaar willekeurig komma's rond strooien, maar moet inderdaad aangeven door zyn teken dat er even moet ge wacht worden en meestal ook dat de stem Slaan we nu een spraakkunst op. dan vinden we daar b.v. de volgende regel: „Een komma wordt in 't algemeen ge bruikt om een korte rust aan te geven. Het plaatsen van komma's staat in nauw verband met het rhythme van de zin. Als er tussen de delen van een samengestelde zin niet gerust wordt, moet er ook geen komma geplaatst worden. Vaak wordt dit wel gedaan, vooral voor een betrek kelijk voornaamwoord, wat aanleiding geeft tot verkeerd lezen. Andere spraakkunsten geven een aan tal regels, die echter alle tot de boven genoemde zijn terug te brengen. Uit dit alles volgt dat het zeer goed mogelijk is door een komma, al of niet geplaatst, een verschillende betekenis aan een zin te geven. Ik geeft een voorbeeld. 1. De jongens die hun werk af hadden, mochten gaan spelen. 2. De jongens, die hun werk af hadden, mochten gaan spelen. In het tweede geval betekent de zin dat alle jongens moéhten gaan spelen, o m- d a t ze met hun werk klaar waren- In het eerste geval echter was er slechts een gedeelte van de jongens, die op grond van het afgemaakte werk mochten gaan spelen. Men ziet dus dat een komma, ofschoon als vrij onbeduidend beschouwd, toch een grote invloed op de betekenis van een zin kan hebben. Men vertelt dat op zekere dag de Tsaar aller Russen op de kant naast een verzoekschrift om genade, met potlood had geschreven: „In geen geval, naar Siberië." Maar zijn gemalin was een vrouw met een zacht en edel karakter en toen zij dit verzoekschrift met de aan tekening op de schrijftafel van haar echt genoot zag liggen, werd zij met medelij den vervuld en schrapte de komma. Daardoor was het lot van de gevangene, althans gedeeltelijk, verzacht. En de czaar liet, naar men zegt, deze trek van medelijden zijner gade. ook al merkte hij die op. toch voor zijn mening door gaan. Ook heb ik eens ergens een grafschrift gelezen dat aldus luidde: Hier ligt begraven mijn vrouw Griet In den hemel is zij niet In de hel dat weet ik wel. Nu mag men toch wel aannemen dat degene die de moeite neemt een graf schrift voor zijn overleden echtgenote te laten beitelen, dit niet doet om haar na haar dood te bespotten. Daaruit volgt dan ook dat de steenhouwer stellig een paar komma's had weggelaten, die de be droefde weduwnaar zeker had geschre ven: achter „zij", en achter „hel". Het plaatsen van leestekens is in 't algemeen van veel belang. Ik geef aan „Koninginnefees", de verkiezingen en de lezers die wat slordig met leestekens Hij heeft z'n versjes gezongen „boeren, burgers en buitenlui" zegt Jan zelf. „Veur domenees en notarissen; in Amerika en in Indië". Die twee tournees, dat waren wel hoogtepunten in z'n vijf en dertig-jarig artistenleven Amerika viel achteraf niet mee. De belangstelling was er te ver deeld, er zat de mensen daar kennelijk niet genoeg nieuws in die Hollandse boeren. Maar Indië was een gebeurtenis. Met een Hudson trok hij, met z'n kleine gezelschap, voor twaalf cent per kilo meter heel Java en Sumatra over. Dat kon nl- in die dagen van „koloniale onderdrukking", zonder dat iemand er het leven bij liet. Twee keer is hy op het Loo voor Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik opgetreden. Dat was een unicum en hij is er ook geweldig trots op. Prins Hen drik was zeer gecharmeerd van één van Jan's gedichten, dat gebaseerd was op een gebeurtenis met een van de, door de Prins geïmporteerde, wilde zwijnen- Eén van die dieren was uitgebroken. Het was een beer. Een boer in Wijihe had nader hand een heel toom vreemde biggen in het hok De hele buurtschap stond er om heen en kon het raadsel niet ver klaren. Zelfs Wageningen kwam er aan te pas en het slot was, dat de boer een flinke winst maakte uit die kruising van wild en tam. In „De vremde biggen" heeft Jan van Riemsdijk dit feit bezon gen en hij heeft het voor Prins Hendrik vele malen moeten herhalen, want die vond het prachtig. En nu kan men vragen: „Zijn de boeren nog zo, als Jan van Riemsdijk ze tekende?" Hij zelf zegt: „Nee, ze ver anderen snel. Landbouwscholen, cursus sen. het zelfbestuur in de Coöperaties, hebben van de Veluwse boeren meer exploitanten van hun bodem gemaakt dan grondbewerkers als hun vaders en moeders waren- Met de klederdracht verdwijnen veel zeden en gewoonten en ook veel argeloosheid, zoals die nog uit Jan's verzen spreekt. Het boerenpak, dat hij bij zijn optreden draagt, hebben alleen de heel oude boeren nog en Jan van Riemsdijk heeft het zijne in Olóe-. broek moeten laten maken. Dat is aan" de andere kant van de Veluwe. De boerenbevolking ondergaat de nivelle ring van de tijd, ook door de sport beoefening, die maakt, dat een boeren jongen niet meer van een stedeling ie onderscheiden is- Maar tóch zit er nog iets van dat laconieke in. Vlak voor de oorlog, toen de eieren zo weinig opbrachten en er op een prijs van 1 cent per ei nog be knibbeld werd. vertelde een Heerdese boer Jan van Riemsdijk, dat hij het de moeite niet meer waard vond, de eieren te verkopen. „Wij eten ze zelf op," zei hij- „Dan moe'j d'r nogal wat opmaken iedere dag," meende Jan. „Och", zei de boer. „ik heb et met verder kunnen brengen dan tot zeuven per dag. maar onze Gait hier eet er wel zeuvent i e n e op een dag!" Ja, ja, er zit nog wel stof in Heerde voor Jan van Riemsdijk. Vorig jaar is hij flink ziek geweest. Maar hij knapt op. En ondanks de zeven kruisjes gaat hij binnenkort weer voor de radio „En misschien nog es naar Amerika," zegt hij. Daar woont z'n zoon. mr Rom- bout van Riemsdijk. In Californdë. Maar ja. Jan heeft het al eens eerder gezegd: „Ie kunt er wel kommen, maar d'r is een bult water veur"- En sindsdien is daar nog niet veel in veranderd! Schiphol heeft slecht weer. Laaghangende wolken worden door een gure zeewind over de hangars en gebouwen gejaagd en ran tyd tot tyd doet een motregenvlaag de enkele personen, die zich op het platform bevinden, huiverend in de kraag van hun overjas wegduiken. Maar op de houten tijdelijke verkeerstoren aan de rand van het platform heerst nu volop activiteit; het luchtverkeer gaat door en nu het weer zo slecht is, moeten de aankomende machines stuk voor stuk worden bin- nengeloost. Huize ,,De Tippe", waar Jan van Riemsdijk woont vV/U fieTX Ergens boven de wolken klinkt moto rengeronk; een K L M.-vogel vliegt daar op zoek naar de thuishaven. Op de toren zit de verkeersleider met zijn staf en luistert in zijn microfoon; hij hoort de stem van de gezagvoerder die zich aan hem meldt: „Hallo Schiphol, hier KL.M. Baker Peter, over". De verkeersleider antwoordt hierop: „Hallo K L.M. Baker Peter, hier Schip hol. over!" Het wachtbaken De gezagvoerder geeft nu aan de ver keersleider zijn positie, hoogte en snel heid op. waarna deze hem de nodige ge gevens betreffende de windrichting, grondzicht, te gebruiken landingsbaan, wolken-hoogte, e.d meedeelt- De PH-TBP is echter niet de enige machine, die zich op dit moment in de lucht bevindt; er cirkelen in de wolken boven Schiphol nog enige vliegtuigen rond. die allemaal willen landen. Daar om geeft de verkeersleider aan iedere machine een landingsbeurt; nummer één mag landen, terwyl nummer twee wordt gedirigeerd naar het z.g. wachtbaken. dat ten Noorden van Amsterdam, in Pas op voor die gevaarlijke „radio-onderdelen" Monteur werd er blind van De electrotechnische adviseur bii de Arbeidsinspectie wijst er op, dat enkele recente ongevallen de aandacht hebben gevestigd op de aanwezigheid in ons land van „radio-onderdelen", die levensge vaarlijk blijken te zijn en bedrieglijk veel lijken op onschuldige toestellen. Een 22-j. monteur zou onlangs in een Bra bants dorpje zulk een onderdeel doorme ten, waarbij een ontploffing gesohiedde De monteur zal vermoedelijk voor de ver dere duur van zijn leven blind zijn. Ook in de oorlogsjaren hebben zich dergelijke I ONZE SCHILDERIJEN-GALERIJ^ JACHT XN ROMANTIEK Hij had door de bossen den gejaagd, op zijn paard Dat was toch wel heerlijk zo in de vrije natuur te kunnen leven en achter het wild aan te zitten. Zijn hart was vol vreugde over dit voorrecht en onderwijl zocht zijn oog nauwkeurig de omtrek af. Een behoor lijke buit moest hij meebrengen; dat moest, want hij had het beloofd. Aan wie? Aan zijn Marike, of beter, aar. - u„c haar. die spoedig zijn Marike zou zijn gevallen voorgedaan. De voorwerpen be- Straks J(m bifhaar binnenkomen, mei buit en dan zouden de vel- lukkig: Hendrik goede keus. staan uit met bruin papier gewikkelde pakketjes van 5 a 6 cm lengte. 2 a 2Vz cm breedte en 6 a 7 mm dikte, voorzien van twee samen aan één contactpen ver bonden rode draden en van twee witte draden, eveneens samen aan één contact pen. Ze zijn met springstof gevuld en werden in de oorlog vermoedelijk ge bruikt voor het vernietigen van radio toestellen van neergeschoten vliegtuigen door de bemanning, om de constructie geheim te houden. Mem is tha-ns met de restauratie begon nen van het Carlton hotel in Amsterdam, waar in 1943 een brandend Brits vlieg tuig op viel, Koopt een Amerikaansn groep dit pand voor 1 Mei dan zal he' opnieuw als hotel w-ord-en ingericht. An ders wordt, het voorlopig als flatgebouw benut met 100 zg. service-flats. Wanneer moet men toch een komma zetten? omspringen de volgende zinnen tot hun lering. 1. De burgemeester zegt: „De com missaris is een ezel." En daarnaast de zelfde zin, maar met andere leestekens: 2. „De burgemeester", zegt de commis saris. „is een ezel." Het verschil tussen deze twee is wel zeer groot. Bekend is ook het raadselrijmpje: De boeren van het Noorderland Hebben tien vingers aan elke hand Vijf en twintig aan handen en voeten Wie zou ooit zo'n boer ontmoeten? Ik laat het aan de scherpzinnigheid van de lezers over de tekens zó te plaatsen dat er geen leugens in het rijmpje voor komen. En ik eindig met een zin, waarin ik opzettelijk de komma's op de verkeerde plaats heb gezet, waardoor deze onzinnig wordt. Ik laat weer aan u over hem te verbeteren. Plotseling kwam baron Van Crayen- donck binnen op zijn hoofd, de glim mende hoge zijden aan de voeten, lak schoenen in de hand. de stok met gouden knop in het rechteroog, het spiegelende oogglas lachtte luid en daverend en riep: „Goeden dag, vrienden!" Den Haag. Dr F. C. Dominicus. hij, Hendrik, en zijn Marike. Nog een schot en als een blok viel de wilde eend omlaag. Victor, de hond. vloog er reeds op af om de vogel bij zijn baas te bren- Vooruit, Victor, nu naar 't vrouw- Steeds sneller ging het, als een paard dat de stal ruikt. Daar. daar stond het huis. Zijn sporen behoefde haar paard niet meer aan te zetten, het dier het reeds. Meerdere malen al had het buiten gewacht tot de baas terug kwam. Geduldig wachtte het. soms erg lang ook. Victor rende vooruit en was reeds in de poort, toen Hendrik nog van het paard moest komen. De hond was Marike altijd de heraut en dan ging haar hart sneller kloppen. „Hendrik„Marijkede be groeting was hartelijk en het verdere verblijf bleef intiem. Verliefden hebben elkaar altijd zoveel te vertellen en ook al zeggen ze niets, dan nog is er dat on hoorbare gesprek van de beide har ten. „Marike, zou je moeder er nu wer kelijk geen bezwaar tegen hebben?" Ma rike schudde het hoofd, legde ge ruststellend haar hand op zijn schou der en fluisterde hem zoiets van: „Heus niet. Hen drik. ze is trots op Dit romantische tafereeltje zag ook onze op 27 Sept. 1812 in Dordrecht geboren schilder Ary Johannes Lamme, die van 18521870 directeur was van het Museum Boymans te Rotterdam. Hij kwam uit een echte kunstschildersfamilie- Zijn op leiding kreeg hij van zijn vader Arnoldus Lamme, zowel schilder als vendu- en lingmeester te R'dam, en van zijn beide neven Ary en Henri Scheffer, die vooral in Parijs bekendheid kregen. Ary Jo hannes Lamme was een der ras-echte vertegenwoordigers van die richting in de kunst, die men romantiek noemt en in welke periode het gevoel de vrije teu gel werd gelaten. De emotie moest de schilderendel. hand stuwen en dan kreeg men kunstwerken, die hun waarde ook nu nog hebben behouden, ook nu In een tijd. waarin de emotie zo vaak verdron gen wordt door het verstandelijke. Lam me wist deze emotie op schone en kleur rijke wijze uit te beelden, technisch knap en met veel gevoel voor lichteffecten. En daarom mag hij, die op 25 Febr. 1900 te Berg en Dal overleed, niet vergeten worden. Evenmin als de romantische schilderkunst in haar geheel en dank zij de nasporingen van de Haagse kunst kenner op dit gebied, Pieter A. Scheen, is er veel- over deze periode uit de Ned, kunstgeschiedenis bekend geworden. B. het Victor? De hond voelde instinctief de intimiteit van dit moment en wendde zijn kop af naar de trap. Dit afwenden had trou- reden. Hoorde het dier Wist niet. dat trap. iets. dat de geliefden op dat moment niet hoor den? Toch wist Victor niet precies wat het was. Het dier wist niet .dat boven, achter een grote pot met bloe men, Marike's moe der heel voorzich tig naar haar kin deren gluurde. En 2Ü blij Het is al weer jaren geleden dat het gebeurde. Een samenloop van omstan digheden bracht me in het huis waar ze woonde, ergens in de oude binnen stad, en op mijn zwerftocht dieping tot verdieping hoorde ik daar ineens achter één vi i wat schelle De vreemde vrouw Ik bekende wie ik was en waarom ik had aangebeld. En daar beginnen me die ogen te lachen, te lachen mei u de talloze deu- gewoon te schaterlachen en haar hoge Maar aar in elk geval stem zingt: „Ben jij heus een dominee? En nc enthousiaste meisjesstem plus de klank En kom je nou bij mij op bezoek? dit orgeltje gekocht omdat ik altijd van een amechtig harmonium. En nog Maar weet jij dan wel wie en wat ik graag zingen wil. Meid, heeft hij ge- getroffen hebben als geweest ben? Ik ben geen net meissie QQre kun^. inet mij de gQOt opduiei- heen moest heb ik mijn man ontmoet". „Ja", schatert ze ineens, „ja, want ik ben heus getrouwd hoor, al zou je vast niet zeggen, dat het mijn man i, want hij kan mijn overgrootvader n; hij is al haast zestig jaar. goed als hij voor me zorgt, heeft hij me de vorige maand de wijs niet zo overbekend „Daar ruist langs de wolken le)l> 'daar word ik nog T Nou wil je zeker r „Nee", zei ik. „Nee, nu blijf ik lie ver hier op de overloop met je staan praten, maar als het jou hetzelfde is een lieflijke naamDat lied in dit huls verraste me e» gevolg gevend ïl„n',nkomën. welV aan een plotselinge opwelling klopte ik aan. Ze scheen het niet direct te horen, want de stem jubelde onver vaard verder, maar toen mijn kloppen in bonzen was overgegaan, brak de lofzang af en vlugge voeten naderden. 'n Moment later ging de deur open en stonden we tegenover elkaar. Ik weet niet wie het meest verbaasd was: zij, omdat er ineens zo'n vreemde meneer voor haar opgedoken was of ik, omdat ik zo heel iemand anders zag dan ik verwachtte. Want ik had ge- 0aa». anders moeten we eerst meend een jong meisje te ontmoeten, Paar stoelen naar toe slepen i zo'n zeldzaam kind, dat midden in de °°k weer zo'n bedoening." achterbuurt aan „God en Godsdienst En zo zat ik even later aan vasthoudt" gelijk zulks in ouder- rige tafeltje voor het raam et wel pleegt haar levensgeschiedenis. Ik vertel die klap INDRUKKEN UIT DE VOLKSWIJK dan toch i egd, als jij hou van die Heiland je wil zingen, doe dat dan en speel d'r slech- dan meteen dat wijsje bij: je kan mindere muziek maken ,Is uw man niet thuis?", wilde ik weten. „Nee", schudde ze, „nee, hij past een paar ouwe zieke mensen op, hierboven achter. Hij zit er overdag bij en ik ga er 's nachts naar toe. Je kunt die stumperds niet alleen laten, want dan rollen ze direct hun bed uit. Nou en wij hebben toch niets om handen, want mijn man loopt al jaren in de steun en toen zijn wij maar be gonnen met hen op te passen. Toen ik ziek was, hebben die zusters toch ook dag en nacht voor me klaar gestaan. binnen 1 gebeuren. Maar dit vrouwtje e was niet bepaald een jong meisje eer. Niet dat ze een bejaarde opoe i dat. Misschien enkel maar de afloop. „En n ben ik erg ziek geweest", zei ze, i ik dacht dat het met me gedaan Ik heb maanden tussen leven en :n dat 's „Ga je wel eens naar de kerk?" in formeer ik verder. Ze knikt enthou- het keu- siast van ja. „Natuurlijk wat zin- hoorde gen ze daar fijn hè? Ik snap er geen it ze allemaal beweren, maar dat zingen en dat orgel, daar kun je nooit genoeg van krijgen." „Wel eens gedacht over belijdenis 'n goede dertig jaar oud, dood gezweefd. Maar t veel in dat kor leven hebben meegemaakt om er zo volslagen verslonsd, vernield, uit te n. Haar ganse wezen deed je den- l de „vreemde vrouw" uit het had geleerd, dingen gebeurd. Er is met Pasen kinderzangclub op onze zaal gekomen dat en die heeft gezongen. .41 die versjes je voor lere ■oeger op de christelijke school Nee, ik doe Spreukenboek: het scheen wel alles vervallen, ontluisterd aan was. Behalve dan twee dingen: haar wist ik dat Jezzis toch nog c stem, die me gelokt had en haar ogen. Natuurlijk hè, want anders die me vrolijk stonden aan te staren, kinderen niet net naar mijt „En wat mot u?" informeerde ze met gestuurd. En toen ik uit h die heldere stem. huis kwam en ik niet wis doen?" Mijn het weet, en haar antwoord is weer zo'n schaterlach: „Belijdenis? Ach man, toch niets voor mij: daar moet :o, en dan mijn leven, liever hier belydenis ijn huisje En zo geschiedde het dat met Pasen ergens in de volkswijk het de opgestane Heiland klonk, die Een wonder is dat, want niet veel belijders qpan het daar mee- gaf. ik Wijkpredikant. Buiksloot, is opgesteld. Hier moet ie machine op 300 meter blijven cirkelen. Een volgende moet op 600 meter rondjes maken, terwijl elk volgend vliegtuig hier bovenop „gestapeld" wordt, met 300 r tussenruimte. Ook de PH-TBP krijgt dus van de verkeersleider een be paalde hoogte aangewezen, waarop hij voorlopig moet blijven cirkelen. Natuurlijk wordt dit systeem niet altijd straf gehandhaafd; een toestel, dat veinig benzine over heeft of waarvan de bemanning al een lange reis achter de rug heeft, of dat om een andere reden snel moet landen, krijgt op ver zoek voorrang- Wanneer vliegtuig no. 1 geland is, laat de verkeersleider vlieg- no- 2 driehonderd meter lager komen en vervolgens de hele „stapel" voor een 300 meter zakken De onderste machine kan dan gaan landen. Signalen, ivijzers en lampjes Schiphol is uitgerust met verschillende blindlandingsinstallaties en de me moderne verkeersvliegtuigen kunnen al deze installaties gebruik maken. In de regel berusten deze systemen op het uitzenden van radiogolven, die aan boord in het vliegtuig worden ontvangen. Op het instrumentenbord van PH-TBP bevindt zich een klein, rond instrument met twee wijzers er op, horizontale en een verticale. Deze wijzers reageren op de ontvangst horizontaal en een verticaal veld. die door de zender op de grond worden uit gezonden. Wanneer beide wijzers lood recht op elkaar staan, volgt de machine de juiste dalingsbaan, maar wanneer eer beide wijzers uitslaat, moet de ge zagvoerder bijsturen. Dit landingssysteem heet in de vliegwereld ILS (Instrument Landing System). De vlieger in de PH-TBP heeft nog ;n ander middel om zijn landing zo zicht op Schiphol uit te voeren. Hy zet koptelefoon op en hoort daarin onafgebroken fluittoon; dat is voor hem het bewijs, dat hij op de juiste koers de landingsbaan zit. Wanneer hij hiervan afwijkt, hoort hy aan de kant een reeks punten en aan de andere kant een reeks strepen; de vlieger kan aan deze signalen horen naar welke kant hij moet sturen om weer op de goede koers te komen- Om zijn afstand het begin van de landingsbaan weten te komen, behoeft hy alleen m- en paar lampjes op het instrumi ten-bord te letten; op 3 km van de lan dingsbaan staat het z g- voormerkbaken, n de koptelefoon een z.g. floeptoon geeft en op het instrumentenbord een rood lichtje doet branden. Op 300 meter de landingsbaan staat het hoofdmerkbaken, dat hetzelfde effect de koptelefoon veroorzaakt en een groen lampje doet branden. De vliegers kennen dit laatste systeem als SBA (Standard Beam Approach1). Het derde op Schiphol gebruikte systeem werkt met een z.g. dwarspeiler, die aan de hand van door de telegrafist het vliegtuig uitgezonden signalen positie van het toestel ten opzichte de landingsbaan bepaalt en langs radiotelefonische weg aan de vlie ger doorgeeft; daardoor weet deze hoe veel hij van zijn koers afwijkt en hoeveel "J dus moet bijsturen- Dit laatste systeem heet QDM-QGE systeem- Zonder zicht geland De gezagvoerder van de PH-TBP kiest ai een van deze drie blindlandings- systemen uit. welke hij voor zyn landing wil gebruiken; dan richt hij zich tot de verkeerstoren om te vragen of dit systeem in gebruik is- Als de verkeers leider hem dit bevestigd heeft, kan de landing beginnen. Op de aanwijzingen van de instrumenten en op de fluittonen in de koptelefoon glydt de KX.M - vogel door de wolkenmassa naar ba: op Schiphol; de rode en groene lampjes flitsen aan en uit; de ogen van de ge zagvoerder zijn onafgebroken op instrumenten gericht. Het hoofdmerk baken laat zijn floeptoon horen; de baan is dus bijna bereikt. Nu nog even door zakken. Een paar laaghangende wolken flarden schieten langs het cockpitraam, dan ziet de vlieger vlak voor zich een glinsterende betonvlakte: baan 23 van Sohiphol. Een paar tellen later taxiet de PH-TBP naar het platform; de instrumenten landingsbakens hebben de zilveren vogel behouden op het nest binnengeloodst. OOK BREDA TROK VERVOLGING TEGEN JEHOVA'S GETUIGEN IN Ook de vei-volg-kig tegen de getuigen van Jehova, die in Breda met het tijd schrift „De Wachttoren" ventten, is in- getrokken, evenals dat indertijd te Zand- voort is geschied. Per vergissing was oproeping niet ingetrokken, zodat deze zaak voor de kan-tonrechter aan de orde kwam, doch later werd aangehouden to* 20 Mei LIEVER EEN LEGE DOP Een oud gezegde luidt aldus: „Je erg'ren moet je niet; Toon hoogstens je verwondering Bij wat er ook geschiedt". De grenscorrecties hebben dus „Verwondering gewekt, Daar Duitsland, als ik goed begrijp, Aan het langste eindje trekt. 't Spreekwoordelijke halve ei Is tot een kwart verkleind; Misschien dat zelfs dit kwart nog wel Tot op een achtste kwijnt. De veel gevreesde lege dop Was liever mij geweest; Een aalmoes kan geen balsem zijn Die d'oude wond geneest. Wanneer in d'Eerste Kamer straks Dit wetsontwerp passeert. Grijp ik mij aan de strohalm vast Dat men het daar negeert. Gechicaneer met plicht en recht Ligt niet in onze lijn; Wannéér men grenzen corrigeert Moet 't ook afdoende zijn. Gré Kempen-Sterkenburg. DEZE WEEK irt de jüiant jflmnnen tewn over de voorspoedige groei var» de Marshall-baby. VLf milliard dol lar in één jaar bedroeg de vreug de, die Hy zyn ouders en naaste familieleden bereidde. Intussen werd een nieuwe spruit in. Washington ten doop ge houden: Atlantisch pact qp-iaamd. ten flinke kerel van twaalf pond. £r was ketelmuziek rond de geboorte. £rzyn aftyd men sen die op een meisr je hópenals het een jongen is. Hun misnoegen uitte zich in rot eieren en tomaten voor "BevinWE echter geen beving be-ving. -Het gaat er nu maar om#, of die twaalf-ponder die vetófcien mannen onder de duim k loudendie, volgens Churchill van het Kremlin uit. de wereld onder hun duim trachten te krijgen. De eerste klap kregen die veertien deze weektoen Kr*av- chenko zyn proces won. pje klap was löo.ooo francs waard. Genocq oven politiek,. Is het niet geweJdfq, dat Visser kuiper by de. Afsluitdijk, een zalm van 10 kg. ving ':)h Voeg daarbij de spek-vlood waarin, da Haagse slagers dreigen te ver-» zinkenen U begrypt,dat het by Ons tenminste botertje tot de boom is. Daarom kunnen w'y de winige mortiergrana- ten.die er noa zyn ge rust in de vuilnisbakken deponeren De springstoffen huis-aan huiscol lectes van de po litie hebben nu toch genoog opge leverd. En toch is er, bij al deze vreugde, iets mis in dit vette land. De stadsfantere van Muldeh wei gert te blazen voor de thuiskcrende oorlogsvrywilligcrsEen valse noot in'tfenfaanlyk leven, zeggzn karei Links en -Hendrik Grcven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1949 | | pagina 3