Siertuinen trokken door de
wereld der oudheid
„Ruhig bleiben! Sicherheits-
dienst!" - en ik ben gevangene
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
5
ZATERDAG 5 FEBRUARI 1949
Zoals we onlangs in een artikel over de siertuinen in de oudheid opmerjc-
ten, is de liefhebberij voor tuinaanleg bij de ondergang van het West-
Romeinse rijk tot bloei gekomen in het Oosten en later van het Oosten uil
weer Westwaarts getrokken. Hierbij vallen echter eigenaardige verschijn
selen te zien. Daarvan willen we in dit artikel iets vertellen.
Van Italië (Rome) verplaatste de tuin
architectuur zich naar Constantinopel en
vandaar naar Egypte, dus naar het Oos
ten, waar we ook de alleroudste spo
ren van tuinaanleg ontdekten. Van
Egypte uit, waar de khaliefen die aan
de overheersing der Oost-Romeinen in
Egypte een einde maakten o.a. in
Alexandrië weelderige tuinen aanlegden
naar het voorbeeld van de tuinkunst te
Constantinopel, brachten de Arabieren de
tuinkunst langs de Zuidkust der Middel
landse Zee naar het Westen.
Hoogtepunten van deze kunst vinden
we in de tuinen bij het beroemde Alham-
bra en het Paleis Generalife, beide te
Granada.
De tuinkunst had dus een wandeling
„om de oude wereldzee" gemaakt. Toch
was de liefhebberij voor de tulncultuur
In het oude West-Romeinse rUk niet uit
gestorven. Ze openbaarde zich alleen niet
soveel meer als vroeger, omdat ze alleen
nog maar beoefend werd door klooster-
Maar ze had een
grote verandering
ondergaan. De
kloosters hadden
ln de regel wel
grote en goed on
derhouden tuinen,
doch de bezetting
van die tuinen be
perkte zich voor
namelijk tot nut-
gewassen: fruit,
groenten, specerij-
gewassen en ge
neeskruiden. Ech
ter, ook hier wist
men het nuttige
met het aangename
wel samen te kop
pelen, want tuinen
zonder rozen, le
lies en pioenen
kwamen, naar men
mag aannemen,
slechts zelden voor.
Toch moet hierbij
bedacht worden,
dat deze drie sier
gewassen waar
schijnlijk ook tot
de geneeskrachtige
gerekend moeten
worden. We weten
in elk geval, dat
de roos. speciaal
de hondsroos, ge
bruikt werd (en
nog wordt) als
middel tegen nier-
noemde rozen, lelies en pioenen als
sierplanten gekend te hebben: anemo
nen, sneeuwklokjes, viooltjes, akelei,
maagdepalm, e.a.
Men moet in de 13de eeuw al heel wat
aan slertuinkunst gedaan hebben. Dc
historie vermeldt nl., dat de rijke Zwa-
bische godgeleerde en wijsgeer Albertus
Magnus, die in 1262 zich in een klooster
te Keulen terugtrok, In zijn Jongere Ja
ren een zeer fraaie siertuin had aan
gelegd en zelfs planten die ln de vrije
natuur slechts in de zomer bloeiden, ook
in de winter in bloei wist te trekken, zo
dat, toen graaf Willem n van Holland,
hem in de winter van 1240 bezocht, hy
deze ontving ln een kamer vol met
bloelende struiken. Dat was zo zeldzaam,
dat men Albertus Magnus hield voor
iemand, die aan de zwarte kunst deed.
Ook in Hongarije bereikte de tuin
architectuur in de 15de eeuw een hoogte
punt, evenals in het nabije Wenen. In
Hongarije zyn de tuinen, die koning
Matthias Corvinus omstreeks 1450 liet
steen.
De Kloostertui
nen in de Middel
eeuwen hadden 'n
goede reputatie.
Vooral die der Be-
Een oude Egyptische siertuin. Deze tuinen waren
rechthoekig aangelegd en hadden in het midden een
vierkante vijverdie waarschijnlijk diende om in te
baden. De beplanting bestond in hoofdzaak uit dadel-
nedictyncn. Van palmen, olijfbomen, wijnstokken en granaatappel
deze Benedictijner- bomen.
monniken liet Ka-
rel de Grote by zich komen. Hij gaf hun
opdracht het land te ontginnen en tuinen
San te leggen eneen verordening op
te stellen voor de aanleg van tuinen.
Deze verordening: Capitulare de villis,
werd in 812 aan alle bestuurders van
pachthoven gezonden en begon aldus:
„Volumus quod in horto omnes herbas
habeant, idest lilium rosasof: „Wij
willen, dat allen in de tuin planten zul
len kweken als lelies, rozen
Verder volgden nog 96 andere tuin
planten, dus in het geheel 99. Niet alle
zijn ze duidelijk aangegeven, omdat de
kennis van de latijnse namen bij de
monniken schijnbaar nog al eens wat te
wensen overliet (wat ze trouwens ge
meen' hebben met verscheidene tuinders
van thans).
Maar het overgrote deel der verplichte
tuinbouwgewassen is toch wel te herlei
den. Dat de door Karei de Grote aange
wezen deskundigen niet op de hoogte
waren met de groeivoorwaarden ten
Noorden van de Alpen illustreert het
voorkomen van laurier, pijnboom en vijg
op deze lijst. De controleurs. Missi do-
mleggen, wereldbekend geworden. En
bij Wenen waren het de „paradijzen",
zoals ze genoemd werden, op de Kohlen
berg en op de eilanden in de Donau, die
beroemd waren om de prachtige witte
en rode rozen, die daar werden ge
kweekt.
minici, die de keizer verslag moesten uit
brengen over land- en tuinbouw in zijn
rijk. gewagen van een grote ijver in het
kweken van de verplichte planten. Maar
laurier, pijnboom en vijg worden in deze
rapporten nimmer genoemd.
Voorbeelden
Deze door de grote Karolinger voor
geschreven tuinen dienden vele Jaren,
sterker, vele eeuwen, zelfs tot in de 15de
eeuw als voorbeelden voor tuinaanleg.
En zelfs kort voor deze laatste wereld
oorlog waren hier en daar op vergeten
plekken in de bergen en dalen, waar
men zeer afgezonderd leefde, de oud-
Karolingische tuincultures nog in ere.
Op de lyst van de „Capitulare de vil
les" komen in de eerste plaats fruitsoor-
ten voor, appels en peren. Hierbij werd
tevens aangegeven, hoe men ze in kel
ders in zand kon bewaren. Groentesoor
ten waren er vele: kool, radijs, augurken,
bonen, uien, sla, melde, postelein, lam
metjesoren, goudsbloemen (de bladeren
werden met olie en azijn als sla ge
geten). Van de aromatische gewassen
vinden we vermeld: salie, hyssop, rosma
rijn, basilieum.
Geneeskrachtige planten of zulke,
waaraan men wondere krachten toe
kende, waren er zeer veel in de lijst ge
noemd. Wij noemen daarvan enkele ni
nog bekende, nl. kervel, lavaswortel,
pioenen, kattekruit, huislook. Dit noem
de men toen Jovis barba, Jupitersbaard.
omdat men meende, dat deze plant de
toom van de dondergod stilde, zodat
daar, waar deze plant groeide, de blik
sem nooit zou inslaan. Daarom liet men
te op de dakpannen groeien, wat men
nog ten plattelande meermalen kan zien.
Hoewel niet genoemd, schijnt men, uit
oude tekeningen valt dit op te maken,
ook nog behalve de reeds eerder ge-
MARINE-OFFICIEREN BEËEDIGD.
In het kamp Woestduin by Doom zijn
gistermorgen tot reserve-officieren der
mariniers beëedigd door luitenant-kolo-
nol H. Lieftinck: C. G. Sybrandy, E. H.
Heideman, H. H. W. Greenholds, L. A.
Troost, J. Kranendonk, B. P. Wateier,
H. Muller, J. Kleefman, A. O. Loesburg,
J. M. J. Post, C. van Dijk
Nederland haalt zijn neus op
voor grofheden
Minister Stikker antwoordt Tweede
Kamer.
(Van onze Parlementsredacteur)
Minister Stikker verklaarde gistermid
dag in de Tweede Kamer, dat de organi
satie van het dep. van Buitenlandse Za
ken wel aan het doel beantwoordt en de
verbetering eigenlijk alleen een kwestie
van geld en personen is. Er is onder de
ambtenaren grote toewijding en loyali
teit. Al zal geen hemdsmouwenpolitiek
worden gevoerd, toch zullen, waar dit
nodig is, de handen uit de mouwen wor
den gestoken. Graag zou de bewindsman
voor betere salariëring zorgen, doch dit
is een algemeen vraagstuk. De minister
voelt niets voor een staatssecretaris voor
buitenlandse economische aangelegen
heden aan zijn departement. Het is een
betreurenswaardig feit, dat in het inter-
natinonaal verkeer grofheid gebruikelijk
Is geworden. Daaraan doet Nederland
niet mee. Daarom wilde dr Van Roijen in
de Veiligheidsraad niet ingaan op Aus
tralische grofheden. Om het contact van
ambtenaren van de buitenlandse dienst
met Nederland te bevorderen zullen deze.
na enige jaren verblijf buitenslands, weer
een poosje in Nederland dienst moeten
doen. Het contact met Kamerleden zal
eveneens worden bevorderd.
Het totaalbeeld van persreacties in
Amerika over de Ned. politiek in Indo
nesië is voor ons ongunstig. Dit is niet
aan gebrek aan Ned. voorlichting te wij
ten. Men hecht nu eenmaal meer waarde
aan eigen waarnemingen (en opvattin
gen) dan aan berichten uit Ned. bron.
Toch heeft ons land in Amerika nog een
grote goodwill en de eenheid van het
Ned. volk in de laatste maanden maakt
een goede indruk.
Vliegveldeommissie gister
middag geïnstalleerd
(Van een onzer verslaggevers)
De commissie, die de vliegveldkwestie
YpenfburgSchieveen zal moeten onder
zoeken. is gistermiddag om half 3, ii
Grafelijke zaal van het ministerie
Verkeer en Waterstaat. door minister
Spitzen geïnstalleerd. Nadat alle leden
zich. onder voorzitterschap van oud
minister ir J- Ringers, aan de grote
tafel, bij een knappend haardvuurtje. ge
schaard hadden, trad minister Spitzen
binnen.
De minister begon met uiteen te zetten
hoe de tegenstelling SohieveenYpen-
burg is ontstaan. Op 27 Juli 1948 ging de
Regering vrijwel accoord met het plan-
Rotterdam, maar op 19 Juli was een uit-
breidingsverzoek van Ypenburg binnen
gekomen. „Dat was nooit de bedoeling
van de regering geweest", aldus de
nister. Er kunnen nu 2 equivalente
luchthavens komen, maar de mogelijk
heden daartoe, zullen grondig onderzocht
moeten worden. Daartoe is de vliegveld
commissie in het leven geroepen.
„Op u, leden", zo zeide de minister ten
slotte, „rust thans de moeilijke taak, alle
facetten te bestuderen, n.l. ook ec
misch en militair oogpunt, alsmede ook
de exploitatiemogelijkheden. De rol
de beide vliegvelden zal nauwkeurig af
gewogen moeten worden. Is dat alles ge
beurd, dan zal advies uitgebracht moeten
worden.
Hierna richtte minister Spitzen zich
persoonlijk tot de voorzitter der
missie, ir J. Ringers.
„Ik twijfel er niet aan, of u, bekend
met de luchtvaart, openbare werken
investeringen, zult met de leden, tot
juist inzicht komen. Ik verklaar thans de
commissie voor geïnstalleerd."
Namens de gehele commissie dankte
hierna de voorzitter voor het door de
minister gestelde vertrouwen. Vervolgens
nam de eerste vergadering een aanvang.
Staking Hollandiafabrieken
opgeheven
De staking in drie der bedrijven van de
N.V. Hollandia-fabrieken te Amsterdam
is thans opgeheven.
Financieel Overzicht [van de week
De beurs hield er de moed in voor Indische waarden
Blijkens de M. v. A. van minister Lief
tinck moet er nog 1.352 millioen aan
heffingen worden voldaan. Uit de speci
ficatie blijkt, dat de aanslagen voor
ƒ490,9 millioen in vrij geld zijn betaald,
d.wk. 23 procent van het totaal reeds
voldane bedrag. Wy wyzen hierop omdat
zy, die in vry geld hebben betaald, zich
zelf hebben tekort gedaan. Zy hadden
grootboekinsohryvingen en obligaties
kunnen betalen, die 2 procent onder pari
noteren, en zich 6 millioen kunnen be
sparen. Laten zy, die nog 'betalen moeten,
dus op hun tellen passen.
In het voorlopig verslag der Tweede
Kamer werd de vraag gesteld of het be-
dryfisleven nog meer sociale regelingen
vermag te dragen. Als straks ook nog een
algemene pensioenpremie zal verschul
digd zyn, dan zal voor sociale lasten
minstens 40 procent van het beschikbare
loon geblokkeerd zyn. Wy menen, dat
het algemeen belang gebaat zal zyn met
bedryfsleven, dat niet van levens-
vaittoaarheid is beroofd door fiscale en
sociale politiek, vooral om ons te hand
haven tegen buitenlandse concurrentie,
die verscherpt zal worden.
Leverbros en Unilever waren enigszins
herstel, elk ogenblik is de aankondi
ging te verwachten der 3Vi pet obligatie
lening. Op dit officieel nog niet beves
tigde bericht reageerde de koers van cer
tificaten van gewone aandelen, daar men
meent, dat de financiering van de ge
wone aandelen daardoor in de derde
koets zou komen. Dit is wel wat simplis
tisch geredeneerd. Geen bewonderaars
van financiering met vreemd geldK menen
wy, dat Leverbros deze vorm van finan
ciering zal kiezen omdat zy deze de goed
koopste acht. Immers een nieuwe lening
kan de winstmogelij'kheden uitbreiden,
grotere winstvorming veroorzaken en de
aandeelhouders ten goede komen. Ter
beurze liep het gerucht, dat aan de obli
gaties een oonversiereoht in gewone aan
delen zou worden verbonden, hetgeen de
aantrekkelykheid zou verhogen. Het
wordt niet onmogelyk geacht, dat aan
gewone aandeelhouders Leverbros een
voorkeursrecht op de obligaties zal wor
den gegeven.
Walvisvaart trok enigszins aan op de
gepubliceerde vangstcyfers. De produc
tie van traan en spermolie is aanzienlijk
beter dan in het vorig seizoen en daar
de traan tegen een vaste prijs aan de
Regering voorverkocht is, ligt een gun
stig resultaat in het verschiet. De beurs
houdt rekening met een verhoogd divi
dend. Dit lykt ons niet onwaarschynlyk,
maar men moet rekenen met een flinke
afschrijving op de dure aanschaf. Het
speculatief karakter van het bedryf blijft
overigens aanwezig. Er zullen ook wel
eens minder geslaagde campagnes komen
en de pryzen zullen dalen als het vet-
A. J. Bracht 'tekort in Europa overwonnen wordt.
Er waren weder aardige uitgiften, al
lereerst de nieuwe aandelen van Chemi
sche Fabriek „Naarden" tegen 110 pet
met recht van voorkeur voor aandeel
houders. Voor het claimrecht bestond
behoorlyke belangstelling. i.v.m. de ster
ke financiële positie van het bedryf en
de aantrekkelyke gegevens over de gang
van zaïken in het prospectus. De Nederl.
Fabriek van Bronswerken v/h Becht
Dyserinck kwam met nieuwe aandelen
125 met recht van voorkeur voor aan
deelhouders. Het is een degelyk bedryf,
dat zijn plaats dubbel en dwars waard is.
Ook voor het claimrecht dezer emissie
bestond goede belangstelling. Uit deze
redely ke ontvangst van de emissies leide
men echter niet af, dat de kapitaalmarkt
weder gereed is voor grote
Zouden ze wat bij zich hebben?
Voorzichtig snuffelen de warme
paardenneuzen bedelend langs de
kinderhanden. En de lage voor
jaarszon lacht dat alles toe.
Urouwenkout
Marie uit Slikkerveer uit een klacht,
die misschien wel bij tientallen
onzer weerklank vindt. Naar aan
leiding van het praatje, dat wij twee
weken geleden over de Veiligheids
raad hielden, merkt zij op:
le. „Ik begryp niet. hoe een vrouw al
die politieke kwesties interesseren" en
in de tweede plaats:
„Waar halen vrouwen, die met een
koppeltje kinderen en zonder hulp zit
ten, de tijd vandaan, om al die dingen
te lezen?"
Zeg, Marie, luister eens; weet je wat
ik geloof? Dat de drukte in jouw gezin
je op 't ogenblik zo beheerst, dat je er
niet meer bovenuit kunt komen. Jy
staat niet meer boven de omstandighe
den, maar deze beheersen jou volko
men. Dit is zo begrijpelijk, omdat je le
ven met vijf kleine kinderen zonder
enige hulp te zwaar belast is. Ware dit
niet het geval, dan zou jij met je ge
zonde verstand nooit die eerste opmer
king gemaakt hebben. Als je je even in
denkt. dat de zeer belangrijke kwestie:
Nederland-Indonesië. waarin tijdens de
zittingen van de Veiligheidsraad we
relddelen en volken hun bemoeizuchtige
neuzen steken en voor ons land onaan
vaardbare resoluties op tafel leggen, dat
deze kwestie rechtstreeks de toekomst
van ons volk en dus ook de toekomst
van jouw kinderen raakt, mèg je deze
dingen toch maar niet on-geinteresseerd
terzyde leggen. Je zegt, dat je in de
krant alleen de advertenties, het kerk
nieuws en de ongelukken leest, maar
als je nu in 't vervolg deze laatste ru
briek eens liet schieten en probeerde te
begrijpen, wat er op de voorpagina van
de krant staat, zal je zien. dat dit toch
op den duur je leven verrijkt en je blik
verruimt. Vind jij het leuk, om straks als
je jongens volwassen geworden zijn,
niet met hen mee te kunnen praten
over de dingen van het grote wereldle
ven, die jouw jongens, als het „kerels"
zijn wèl zullen interesseren? Wil jij
graag door je zonen bekeken worden, als
Moeder, die er goed voor is. hun eten te
koken en hun sokken te stoppen, maar
bij wie zij niet moeten aankomen met
hun problemen en beschouwingen, om
dat zij er tóch niets van begrijpt? En
nu praat ik nog niet eens over je man.
Er is veel wat in politieke beschouwin
gen oqs vrouwen te hoog gaat. Maar
we kunnen dan toch onze man vragen,
ons één en ander eens te verklaren? Als
wij vrouwen van de grote feiten op de
hoogte zijn, zal het onze mannen een
vreugde zijn datgene waar wy geen in
zicht in hebben duidelijk te maken. Zo
groeien we immers ook geestelyk veel
dichter naar onze man toe?
En dan het tweede punt: Tydsgebrek.
Ja, daar lijden we allemaal aan. Maar
hoe komt het, dat de ene vrouw, die met
evenveel kleine kinderen en zonder hulp
zit, wel tot lezen komt en de andere niet?
Toch is eerstgenoemde niet vuil of slor
dig in haar huishouding en haar kinderen
komen altyd netjes voör de dag.
„Waar zit 'm dat nu in?" vraagt Marie.
„In haar organisatie-talent, Marie".
Wy veronderstellen nu even, dat beide
vrouwen gezond en sterk zijn. Een
vrouw, die by alle huishoudelyke
slommeringen haar geest niet wil
waarlozen zal altijd nog een gestolen
ogenblikje vinden om te lezen, heus
Marie en alle anderen, die als Marie
denken, je knapt van een kwartiertje
lezen zo op. Het tilt je eens éven boven
de omstandigheden uit en je doorbreekt
eens een ogenblik je eigen kleine kring.
Maar lees dan ook iets goeds.
Onzë practische Jo, die met zes klein
tjes ook zonder hulp' zit, geeft nog en
kele nuttige v _nken.
Sta vroeg op, maar ga dan ook niet
later dan half elf naar bed. Geef je
oudste kinderen ieder een kleine taak.
De één schept kolen, de ander dekt de
tafel en ze doen natuurlijk de bood
schappen. Koop je groenten als je in
de stad woont schoongemaakt. Dat is
wel iets duurder, maar in deze prys is
dan ook geen afval begrepen en het be
spaart je tijd, waarin je iets anders kunt
Koop nooit zuiver wollen kousen
voor je jongens, want dan kan je aan
't stoppen'bly ven. Wol met katoen is veel
sterker. Kyk iedere avond by het naar
bed brengen, de kousen na en stop zelfs
het kleinste gaatje diezelfde avond nog.
Je zit dan nooit tegen een rijstebrij-berg
kapotte kousen. Vergeet nooit te luiste
ren als je kind je iets vertelt. Laat die
voorkamer dan maar een avond stoffig
zijn of je ramen niet gezeemd, je kachel
ongepoetst of die pyama ongestreken,
maar hou dit vast, dat de geestelijke be
langen van je man en kinderen ver bo
ven je dooie huisraad gaan! Knap je al
tijd even op voor je man thuiskomt.
Laat hij alsjeblieft geen zenuwachtig-
slovende vrouw met piekharen en een
vuil schort plus legio klachten over de
ongehoorzame kinderen vinden, want
daar zou iedere man hard van weg wil
len hollen en hy zou nog gelyk heb
ben óók! Laat hem even op adem ko
men. Hij heeft óók hard gewerkt! Schenk
een kopje thee voor hem in en drink er
rustig een met mee. Vraag naar zyn on
dervindingen.
Als hy zo in zijn gezin de rustige, ge
zellige sfeer heeft gevonden, waaraan hy
behoefte had, zal hij vanzelfsprekend
jou straks helpen bij de vaat en met het
naar bed brengen van de kinderen. Als
hy tenminste geen driedubbeldoorge-
haalde egoïst is M ar g a r i t h a.
Vredesvlieger ging niet op: staart had te veel Staal-in
Ik tvas geheim agent in oorlogstijd (18)
Bliksemsnelle arrestatie op het station
van Driebergen
Het nieuwe jaar heeft zyn intrede gedaan en in mijn leven Is niets veranderd.
George van Triest heeft in myn afwezigheid tijdens de Kerstdagen opgebeld en
gezegd, dat hy me begin Januari in Utrecht wil ontmoeten om enkele nieuwtjes te
bespreken. Bram van Oord, in wiens huis ik nog altyd vertoef, heeft de afspraak
vastgesteld op Maandag 3 Januari, 's middags om twee uur. Als ik van die afspraak
boor nodig ik Bram uit bij het gesprek aanwezig te zijn. Maar van Oord is op
Nieuwjaarsdag naar Amsterdam vertrokken om zijn ouders te bezoeken en als Maan
dag 3 Januari 1944 aanbreekt is hy nog niet terug. Ik ben langzamerhand gewend
geraakt aan de grillen van myn gastheer en maak voorbereidingen voor myn ver
trek- Bram zal vermoedelijk wel rechtstreeks van Amsterdam naar Utrecht komen.
Zelf wil ik, na in Utrecht met George te hebben gepraat, doorreizen naar Amster
dam om het contact met illegale groepen te hervatten. Er hebben arrestaties plaats
gehad, er zyn nieuwe medewerkers aangetreden en die wil ik leren kennen.
Lange tijd overleg ik. of ik alle papie
ren betreffende de proclamatie voor d€
invasie-instructies mee zal nemen. Bi
besluit het te doen. Het is natuurlyk eer
zeer gevaarlyke onderneming, maai
wanneer ik in staat wil zijn de zaak ie
zijn volle omvang met mijn Amsterdamse
contactmensen door te praten, heb ik
wel nodig. Het pistool neem ik niet m
Bij een oppervlakkige routine-contróle
in de trein zullen de papieren niet op
vallen, maar het feit, dat ik 'n wi
draag wordt stellig ontdekt. En daar
in de ogen van de bezettingsmacht
halsmisdaad is, zou myn enige uitweg
een schietparty zyn. Het idee staat
absoluut niet aan en dus besluit is
„blote handen" te gaan.
In het bewustzijn, dat ik zeer bezwa
rende papieren in myn zak heb, ben ik
wat achterdochtiger tegenover myn me
de passagiers in de tram dan gewoonlyk,
maar zy stappen plichtsgetrouw by de
verschillende halten uit en wanneer ik
in de wachtkamer van het station Drie
bergen kom, is er niemand meer, die ik
behoef te wantrouwen. Of misschien dat
droefgeestige manneke, dat
der noodzaak strak schijnt aan te kyken?
Ik zeg tot mezelf, dat ik geen idioot moet
zyn en wanneer ook hij verdwenen is,
kryg ik mijn zenuwen weer itf bedwang.
Toch ben ik bly, wanneer de trein bin
nenrolt.
Ik loop langs het perron en ga de
voetbrug over. Daardoor ontmoet ik een
deinende mensenmenigte, die juist uit
gestapt is. Boven baab ik me bedacht
zaam een weg tussen de zakenmensen
met koffertjes en de dames, die terug
keren van hun boodschappen endan
gebeurt het in een ogenblik.
„Ruhig bleiben! Sicherheitspoilseir
Op hetzelfde moment, dat ik de greep
om mijn beide polsen voel, besef ik. dat
uit de mensenmassa, die me tegemoet
komt, vier mannen zijn gekomen, wa
van er één voor me blijft staan en
aankykt, één om me heen gelopen is
nu achter' me staat en de twee anderen
me elk bij een pols gegrepen hebben. Op
het ogenblik, dat zy uit de menigte op
doken. leken het heel gewone
en tóch, nu ik ze goed opneem, kan ik
me niet voorstellen ooit vier mannen
gezien te hebben, die zo typisch in hun
soort zijn met hun koude, onverbidde
lijke gezichten.
Vóór ik besef wat
omgedraaid en word
gevoerd, opgenomen
haastende mensen, vai
incident opgemerkt schynt te hebben.
„Wat is er aan de hand?" weet ik spoe
dig uit te brengen.
„Ruhig bleiben!" gromt de rechtse
beiden omklemmen myn polsen nog ste
viger. Dan kan ik opeens weer denken
en by het zien van de onverschilligheid
gebeurt, ben ik
aar de uitgang
in de drom
niemand het
de
is myn eerste gedachte: „Over
nuut ben je weg en dan weet niemand,
dat je gearresteerd bent De mensen
Amsterdam! Die moeten het weten!
Maar wat moet ik doen? Ik ben volko
men ingesloten. Even buiten de controle
ruk ik me met geweld los, doe een snelle
stap vooruit ep duik dan voorover
heb niet het plan te proberen er
door te gaan. Ik heb te veel eerbied
hun revolvers. Maar de manoeuvre heeft
het gewenste resultaat
Met een wilde schreeuw storten de
mannen zich boven op me.
„Hou dat Schwein! Ruhig! Hij probeert
er van door te gaan! Vorsicht!"
Er is een verschrikkelijk lawaai. Eén
van de heren staat boven me en houdt
zyn Walter-pistool myn eigen favo
riet! op me gericht De anderen pro
beren myn handen en voeten te pakken
te krygen en zwaaien met pistolen
handboeien. Weldra ben ik hiermee
schadelijk gemaakt en ze zetten
overeind. Eén van de S.D.-ers zegt gryn-
zend: „Dat was toch dom! Je dacht toch
zeker niet dat je een kans had, hè?
Ik weet dat hy gelyk heeft, maar v
neer ik snel over myn schouder kijk.
voel ik voldoening by het zie:
resultaat van myn werk. Op een paar
meter afstand staat een grote menigte
mensen. Zy rekken de halzen om te zien
wie de ongelukkige is. Ik ben tevreden.
Het gerucht dat „de lange kerel met de
zwarte hoed" gearresteerd is, zi*
getwyfeld tot Doorn doordringen
het horen daarvan weet Bram van Oord.
dat het tyd voor hem is om Janny Rebel
in Amsterdam te waarschuwen.
Ze duwen me in een gereedstaande
auto en gaan byna op me zitten. Een
paar fluisterende opmerkingen en
opgewonden „Nee, eerst Driebergen,
te zeggenvan de lange man, die
blykbaar de leider is. We ryden._ De
S-D.-ers kyken me zwygend
een geamuseerde glans in hun ogen. Ze
zijn blykbaar buitengewoon tevreden
over zichzelf, dat ze dit werkje zo netjes
opgeknapt hebben. Ik wil me juist af
vragen hoe groot hun bekwaamheid pre
cies is, wanneer we een scherpe bocht
naar links maken en een grindweg op
rijden, die eindigt by de ingang van eec
groot landhuis, dat door dicht struik
gewas volkomen aan het gezicht ont
trokken is.
De nu volgende handelingen hebben zy
blykbaar meer verricht. De lange
springt haastig uit de auto en belt
terwyl wy in de wagen wachten. Hy
spreekt een paar woorden tot de per
soon, die de deur opent en die van myn
plaats af onzichtbaar is. Dan stappen ook
uit. Eerst twee S.D.-ers, dan hun ge
vangene en tenslotte de twee anderen in
de achterhoede. Binnen brengen
rechtstreeks naar een grote kamer met
een mahoniehouten bureau en verschil
lende rechte stoelen.
„Ga zitten!" Ik voel me niet op myn
gemak.
Een kleine, magere man komt binnen,
kykt naar myn begeleiders en dan
„Wy willen Herr Giskes spreken. Hy
weet, dat we komen!"
Ik wacht uiterst nerveus. Waarom ben
ik hier? Het hoofdkwartier van de Si-
cherheitsdienst is toch in Den Haag? Wie
Ik hoef niet lang te wachten. De deur
gaat open en een man van middelbare
leeftyd komt binnen. Dat moet dus Herr
Giskes zyn! De mannen klakken met hun
hakken, heffen hun rechter
zeggen: „Heil Hitier!" Hy knikt alleen
aar, zegt afwezig „Heil", geeft de lange
an de hand en zegt dan:
„Zo, dat is hy dus?"
Ik voel, dat ik verwacht werd, een ge
voel, dat me volkomen van myn stuk
brengt. De man loopt op me toe en wan-
hy recht tegenover me blyft staan,
verwyderen de twee mannen aan myn
zyde zich en draaien zich half in myn
richting. Dan onderga ik de onbeschry-
felyke vernedering „bekeken" te wor-
ondervinding. die ik in de toe
komst zó vaak zal moeten opdoen, dat ik
ongevoelig voor wordt. Maar nü word
ik vervuld van gloeiende verontwaardi
ging en ik voel het bloed naar myn ge
zicht stromen. Volkomen machteloos,
hulpeloos en in de war zit ik daar. ter-
yl deze Giskes me koel staat aan te
kijken met zyn staalblauwe ogen.
Ik zwyg en beantwoord uitdagend de
blik van myn tegenstander.
Zo ik niet had geloofd
,Zo ik niet had geloofd, dat
ik het goede des Heren rem ziet»
in het land der levenden, itt
ware vergaan". Psalm 27:13.
Als ge de Bijbel bij dit woord open
slaat. dan ontdekt ge, dat de laatste dri*
woorden: „ik ware vergaan" anders ge
drukt staan dan de overige woorden. Dat
komt, omdat in de oorspronkelijke taal
de Hebreeuwse deze drie woorden niet
voorkomen. Daar staat alleen maar: „zo
ik niet had geloofd, dat ik het goede dei
Heren zou zien in het land der levenden".
De dichter spreekt niet uit wat er
dan wel zou zijn gebeurd. Hij weet het
niet! Maar. het zou vreselyk zyn!
Want deze mens had het moeilijk-
Deze mens was David. Hy was Koning.
Dus, het heeft hem aan niets ontbroken.
Zo dikwijls wordt gedacht, dat als een
mens maar geld heeft hy dan toch zeker
geen zorg behoeft te hebben. Welnu,
David had geld! En toch. wat had deze
nens het moeilijk. Met Job riep hy uit:
.heeft niet de mens een stry'd op aarde?"
Zijn leven was gevuld met kruis en
tegenspoed. Het „land der levenden",
•over hy spreekt, het was begroeid
met doornen en distelen! Lees er de
psalm maar eens op na. Zó erg was het
dat. als hy niet geloofd had, hy ware
vergaan!
Maar zeg my. is het tegenwoordig nog
anders in het land der levenden? Wordt
het kruis door menigeen niet gedragen?
Ieder mens heeft zyn zorgen en moeiten,
zijn stryd en zijn kruis. Ieder wandelt
op zyn tyd en op zyn wyze in raadselen!
Ach, hoe somber is dat lied, dat de
dichter van de 27e Psalm zingt. Als hy
niet had geloofd, dat hy het goede des
Heren zou zien, hy ware vergaan!
Doch denk nu niet dat het alleen
de Bijbel maar zó is. dat er zo'n
somber lied gezongen wordt!
Ook de wereld zingt een somber lied.
Daar is een philosoof geweest die een
wereldbeschouwing heeft nagelaten, die
één stuk somberheid is. Zó zwart zag
deze mens. die niet in God geloofde, het
leven, dat hij de zelfmoord verheer-
lykte! Een vreselijke leer. Maaris die
leer in de grond der zaak wel anders,
die de mens toeroept: „laat ons eten en
laat ons drinken, want morgen sterven
wij". Als ge goed luistert hoort ge ook
daarin de melancholie u tegen klagenl
Doch. hoe anders is dan toch het Evan
gelie! Het Evangelie zingt van de barm
hartigheid onzes Gods. met welke ons
bezocht heeft de Opgang uit de Hoogte,
om te verschynen dengenen, die gezeten
zijn in duisternis en schaduw des doods,
om onze voeten te richten op de weg
des vredes.
En dat geschiedt óók in onze Psalm.
Daarin zingt de dichter het klaaglied,
maar, hij zingt óók: het lied der
hope, het lied der kinderen .Gods! Hy
ziet in het land der levenden: het goede
des Heren. En dat heeft hem staande
gehouden. Het .goede des Heren", hoe
groot is dat:
Die.
i lot l
Om ons van zond' en ongeval f ontslaan.
De Star in Jacob op deed paan.
De Zon des Beils deed aan de kimmen
Ja, Gode zy dank. het „goede des
Heren is erJezus leeft! Ach, als
dat niet geloofd wordt, dan is heel dit
leven één donker dal Achorwaarin
het einde de dood is! Doch neen. het
goede des Heren ontsloot de deur der
hope ün Christus! Enook dit is
een vrucht van het goede des Heren, het
wordt ons verkondigd, van Godswege,
dat ook wy volkomenlyk mogen hopen
op de genade Gods, welke is in Christus
Jezus!
Hebben wy die prediking geloofd?
..Zien" ook wij haar: het goede des
Heren, in dit land der levenden?
Ach. wie haar niet ziet.... hy moet
vergaan!
En, dat wetende, roept de psalm
dichter ons toe: „Wacht op de Here, wees
sterk en Hij zal uw hart versterken, ja.
wacht op de Here!"
Joh. Stehonwer.
Alphen aan den Ryn.
„Hebben jullie hem gefouilleerd?"
vraagt hy, zonder zyn blik van me af t«
wenden.
„Nein," zegt de lange man, niet op zyn
gemak. „Nog niet!"
Hy komt op me af, steekt zyn hand in
myn binnenzak en haalt er myn porte
feuille en het pak papieren betreffende
de proclamatie uit.
„Ach! Waf hebben we hier?" grynst
Giskes en na er een blik op geworpen te
hebben gaat hy verder: „Tamelijk belas
tend. dit!"
Dan verstart zijn blik en hy snauwt me
de volgende vraag toe:
„Waar heb je die vandaan?"
Nog steeds antwoord ik niet, vastbeslo-
:n om hen eerst aan 't woord te laten.
Het is vreemd hoe afzydig de vier man
blijven. Zij beschouwen dit blykbaar als
;n particuliere zaak tussen hun chef
my.
Weer ontspant het gelaat van mijn
gastheer zich. Hy doet een stap voor
waarts en klopt me kort op mijn schouder.
.In je eigen belang raad ik je aan te
praten!" merkt hy op. „En. myn vriend,
ik weet zeker, dat je zult willen praten!
Niet dat je ons veel nieuws kunt vertel
len!" zegt hy lachend, „maar uitsluitend
als een kwestie van fatsoen."
Het gesprek is beëindigd en ik word
eer naaf de auto gebracht, die met
grote snelheid verdwynt
Waarheen? Ik heb de bangste voorga
voelens...