Orgel van de Nieuwe Kerk te Katwijk aan Zee nadert zijn voltooiing DE ROMAN Een verkeerd besluit „Ook academici hebben verantwoordelijkheid jegens Kerk en Christendom Uan boeken en tijdschriften NIEUWE LELDSCHE COURANT 5 ZATERDAG 9 OCTOBER 1948 Dispositie veroorlooft zuivere uitvoering van zowel oude als nieuwe literatuur Het orgel in de Nieuwe Kerk aan de Voorstraat te Katwijk aan Zee werd door de Duitse orgelbouwer Daniël Nolthing (Emmerich) in 1882 voor een der R.K. kerken te Nijmegen ge bouwd. In 1887 werd het door de Ned. Herv. gemeente van Katwijk aan Zee aangekocht voor de in aan bouw zijnde Nieuwe Kerk. Vele kerk gangers hebben al sinds lang opge merkt, dat het orgel grote gebreken vertoonde. Na tal van besprekingen met de heren J. van der Hucht en Leen Haasnoot ontstond het „Comité restauratie kerkorgel Nieuwe Kerk", waarin de heren ds J. G. van Ieperen (voorzitter), Leen Haasnoot (secreta ris) en J. van der Hucht zitting heb ben. Aan de firma G. van Leeuwen te Lei derdorp, de heer K. M. Luyten te Rotter dam (adviseur van de Vereniging voor kerkvoogdijen) en de heer Joh. Zweers, organist te Katwijk aan den Rijn, werd verzocht om rapporten. Na 'het uitbren gen van de drie rapporten, die stuk vooi stuk weinig vleiend waren, besprak het comité de situatie met de kerkvoogdij. Een krachtige actie werd op touw gezet, om aan de benodigde gelden te komen. Op 3 Maart 1947 verleende de vergade ring van kerkvoogdij en notabelen goed keuring aan de door het comité voorge legde plannen. Aan de firma v. Leeuwen werd opgedragen „de bouw van een orgel met drie klavieren en vrij pedaal, vol gens het electrisch-pneumatisch systeem" De Kerkvoogdij was tot deze op dracht in staat gesteld door de grote offervaardigheid van de gemeente. Het comité had intussen namelijk al een bedrag van ruim f7000 aan gif ten verzameld (dit bedrag is nu reeds tot f 11.000 aangegroeid). Het comité stelt zich voor f15.000, de kerkvoog dij zich voor f20.000 garant, zodat de financiële moeilijkheden overwonnen zijn. De werkzaamheden zijn in het begin van di/t jaar in de werkplaatsen vai firma Van Leeuwen begonnen. Het oude orgel is onderwijl geheel uitgebroken en een stenen kast in plaats van de vroegere houten reeds gebouwd. Slechts een ge deelte van het in het orgel aanwezige pijpwerk en een deel van de kast bleken in zodanige staat, dat de onderdelen er van bij het vervaardigen van het nieuwe orgel dienst kunnen doen. Er wordt dus een geheel nieuw orgel gebouwd. Het fraaie orgelfront blijft echter ongewij zigd, omdat het onder bescherming van „Monumentenzorg" staat. Het comité had besprekingen met ver schillende organisten en orgeibouwkun- dige instanties. De heer Nic. van Beelen te Katwijk aan Zee bijvoorbeeld gaf zijn gewaardeerde zienswijze ten beste. Aan de heer Hennie Schouten te Leiden werd verzooht, als definitief adviseur van comité op te treden. Het orgel wordt gebouwd volgens de plannen, die de heer Schouten in overleg met de firma Van ^Leeuwen heeft gemaakt. De principes der dispositie Om onze lezers een indruk te geven van de bouw van het nieuwe orgel, heb ben we de heer Schouten verzocht, hier van een overzicht te geven. De heer Schouten schreef ons als volgt: Om de principes te verduidelijken, die wij bij de samenstelling der dispositie hebben gevolgd, willen wij gaarne een korte historische beschouwing laten voor afgaan In de 17de en de eerste helft der 18de eeuw bereikte de orgelbouwkunst een ongekende hoogte. In deze bloeiperiode werden de praohtige grote orgels in de St. Bavo te Haarlem, de Oude Kerk te Amsterdam en de Janskerk te Gouda gebouwd. Op deze orgels is een prachtig evenwicht tussen de verschillende klank groepen. De toenmalige orgelbouwers disponeerden naast kernachtige grond stemmen verschillende soorten van vul stemmen, d.z. stemmen, die helderheid en doorzichtigheid aan de klank verle nen en over een tiiimibre geschikiken, d;at op geen enkel ander instrument kan wor den benaderd. Ook besteedden zij grote aandacht aan de tongwerken, die, solis tisch gebruikt, prachtige solostemmen zijn en die het volle werk een majestueus karakter geven. In de 19de eeuw was men niet meer gevoelig voor het specifieke klankkarak ter der oude orgels. De romantische or gelbouwers en organisten vonden een orgel des te mooier, naarmate het meer op een orkest leek. De prachtige oude vulstemmen en tongwerken moesten plaats maken voor orkestrale timbres. Het machtige instrument met zijn zuivere klank, de muzikale belichaming van de Protestantse geest, moest het veld rui men voor het orkestrale orgel. In dc laatste decennia wordt weer teruggekeerd naar de dispositie-prin cipes der 17de en 18de eeuw. Hierbij wordt echter wel eens over het hoofd gezien, dat de oude orgels ideaal zijn voor de vertolking der werken van Bach, maar minder voor die der wer ken van Franck en andere componis ten uit de laatste eeuw. Wij hebben nu getracht, voor het orgel te Kat wijk Jaarboekje van de Geref. Kerk van Leiden Het jaarboekje van de Gereformeerde Kerk van Leiden 1948-1949 is uitgekomen. Het ziet er keurig uit. De omslagtekening van A. Sierag toont ons de Zuiderkerk, terwijl is ingelegd een foto van de eme- Xitus-predikant der Leidse gemeente, ds W. Bouwman, die op 14 Januari van dif jaar tachtig jaar is geworden. De inhoud van het boekje spreekt ons van vervulde wensen en blijvende verlan gens. Van zorg. die niet terneer drukt tot pessimisme, omdat in vi de Koning der Kerk de toekomst wordt tegemoet gegaan. Die zorg is ook van fi nanciële aard. maar steeds heeft de ge meente van Leiden het geld bij elkaar gebracht en voor de toekomst hoopt dat niet tevergeefs een beroep op de le den zal worden gedaan. Al is er thans nog weinig uitzicht, toch hoopt men dat bin nen afzienbare tijd vergunning zal den verkregen voor uitbouw. De Geref. Kerk van Leiden neemt wel een bijzondere plaats in. Van de aan de gemeente verbonden predikanten zijn er drie „specialisten", waarover ds Toornvliet een artikeltje schreef. Deze specialisten zijn voor het werk in de zie kenhuizen, onder de Oosterse studenten en onder de studenten aan de Leidse Uni versiteit; terwijl ds Wiersinga predikant' in algemene dienst, is afgestaan aan de| generale zendingsdeputaten. Verder bladerend lezen dispositie samen te stellen, stilistisch zuivere uitvoering zowel der oude als der nieuwere li teratuur veroorlooft. In deze dispositie vindt men de pres- tantenkoren, de vulstemmen en tongwer ken, die nodig zijn bij de uitvoering der werken van Bach en zijn grote voorgan gers. Op het pedaal zijn tongwerken van verschillende hoogte gedisponeerd. De betekenis van deze stemmen op het pe daal wordt duidelijk, wanneer men be denkt, dat in talrijke koraalbewerkingen van Bach de koraalmelodie op het pedaal wordt voorgedragen en op het manuaal of op de manualen'omspeeld wordt door stemmen, die contrasterend timbre .vra gen. Maar ook zijn Bourdons 16' en 8' ge disponeerd, die absoluut nodig zijn bij de vertolking der werken van Franck, Wi- dor, Vierne en andere componisten. Ook zijn in de dispositie een voix céleste en een flüte harmonique opgenomen. En natuurlijk is het derde manuaal in zwei- kast geplaatst. De klankmogelijkheden worden zeer vergroot, doordat niet alleen het positief aan het hoofdwerk kan worden gekop peld, maar ook het hoofdwerk aan het positief. Het hoofdwerk kan daarom niet alleen als hoofdwerk, maar ook als twee de klavier fungeren. Een aantal voetknoppen stek de orga nist dn staat, om zelf te registreren. Hij kan onder het spelen van registratie ver anderen, zonder dat hij zijn spel een ogenblik behoeft te onderbreken. Een enkele voetbeweging is namelijk vol doende om- van tevoren vastgestelde stemmen in te schakelen en andere uit te schakelen. Het behoeft nauwelijks te worden ge zegd. dat het instrument ook als kerk orgel aan hoge eisen moet kunnen vol doen. Want een orgel, waarop de werken van Baoh stilistisch zuiver gespeeld kun nen worden, is ook een ideaal instrument voor de begeleiding van de gemeentezang en in de volste zin van het woord een „kerkorgel". Welke registercombinaties, welke soor ten van uitkomende stemmen er bij het koraalspel mogelijk zijn, moge blijken uit onderstaande dispositie, die orgelken ners en orgelliefhebbers zeker zal inte- De dispositie zelf Hoofdwerk, Man. II (Cg3): 1. Bour don 16'; 2. Praestant 8'; 3. Roerfluit 8'; 4. Bourdon 8'; 5. Octaaf 4'; 6. Nachithoorn 4'; 7. Quint 2 2/3'; 8. Octaaf 2'; 9. Mix tuur 46 st.; 10. Cornet 5 sit. disc.; 11. Trompet 8'. Positief, Man. I (Cg3): 12. Praestant 8'; 13. HoLpyp 8'; 14. Quintadeen 8'; 15. Spitsfluit 4'; 16. Nasard 2 2/3'; 17. Blok fluit 2'; 18. Scherp 4 st.; 19. Kromhoorn 8'. Bovenwerk, Man. Ill (Cg3): 20. Baar pijp 8'; 21. Flüte doux 8'; 22. Viola di Gamba 8'; 23. Voix Céleste 8'; 24. Praes tant 4'; 25. Flüte harm. 4'; 26. Flageolet 2'; 27. Sesquialter 2 st.; 28. Dulciaan 16'; 29. Hobo 8'; 30. Regaal 4'. Pedaal Cf': 31. Praesbantbas 16'; 32. Subbas 16'; 33. Octaaifibas 8'; 34. Gedekte bas 8'; 35. Koraalbas 4'; 36. Fluitbas 4'; 37. Bazuin 16'; 38. Ruischpijp 3 st.; 39. Trompet 8'; 40. dnq 4'; 41. Cornet 2'. Nevenregisters: 42. Koppel Man. 1II; 43. Koppel Man. IHII; 44. Koppel Man. III; 45. Koppel Man. IllI; 46. Koppel Man. IPed. trede; 47. Koppel Man. II Ped. trede; 48. Koppel Man. III—Ped. trede; 49. Tremulant Man. I; 50. Tremu lant Man. III. Combinatieknoppen: Tongwerken Man. I af; Tongwerken Man. II af; Tongwer ken Man. III af; Tongwerken Ped. af; Vrije comb. I en II; Tutti, zonder Cornet. Voix Céleste en Sequialiter. Melkcontröle- en fokver. „De Lage Landen" Het productieverslag over het melkjaar 1947-'48 En enkele aantekeningen naar aanleiding daarvan Nu de fokveedagen en tentoonstellin gen voor dit seizoen zo-zoetjes-aan weer gehouden zijn, gaat menige veehouder, vooral nu er voor hem een wat rustiger tijd aanbreekt, ook eens aan de economi sche positie van zijn bedrijf denken. Elke boer zal het met ons eens zijn, dat 1948 wel zeer gunstig is, vergeleken «net 1947. En dan willen wij niet in de eerste plaats denken aan de betere gel delijke waardering van het product, maar aan de betere natuurlijke omstan digheden. 1948 mag voor de vacantie- mensen in vele opzichten een minder goed jaar zijn geweest, voor onze vee houders en we denken in het bijzon der aan de Rijnstreekboeren is het een ongekend gunstig grasjaar geweest. Uiteraard zijn de cijfers over dit jaar nog niet bekend, maar voor vele koeien zal het wel 1000 kg melk en meer bete kenen, die dit jaar meer zijn geprodu ceerd. Dan laten we nog buiten be schouwing het extra veevoer, dat de veehouder verleden jaar om deze tijd al aan het vervoeren was en dat uit eindelijk dikwijls de gehele melkgeld- opbrengst bedroeg, om het vee maar van de hongerdood, te redden. Het spreekt wel van zelf. dat de jaar verslagen van onze melkcontroleurs over 1947 dan ook wel erg in mineur zijn gesteld. Deze mensen hebben wel een zeer ontmoedigend jaar gehad, om dat hun werk, dat uiteraard in het teken der verbetering staat, met zeer ontmoedigende cijfers sluit. Het spreekwoord zegt: „Buurmans leed verzacht" en dit kan hier ook wel van toepassing worden gebracht, gezien het feit. dat het in den lande overal overal slecht is geweest. Aan dit alles dachten wij, toen we dezer dagen van de controleur J. van Bemmelen een uitvoerig verslag ont vingen van bovengemelde vereniging over het afgelopen dienstjaar. Een der gelijk verslag heeft, naast de grote waarde die het heeft voor de diverse leden, ook een buitengewoon propagan distische waarde in het algemeen. Om er wat meer bekendhaid aan te geven, willen we gaarne enkele gegevens ont lenen aan dit zeer verdienstelijke over zicht. Er blijkt uit, dat bij de vereniging zijn aangesloten 65 bedrijven, waarvan een volledig overzicht gegeven kon wor den, met totaal 1421 koeien of bijna 22 koeien per bedrijf, die gemiddeld vier jaar en acht maanden oud' woren. De gemiddelde productie bedroeg 3082 kg melk met 3.34 pet. vet en 103 kg botervet in 300 dagen. Dat is 100 kg botervet minder dan in 1946. Deze productie, die practisch niet boven het gemiddelde komt van de jaarproductie van alle koeien in ons land, kan zeer zeker in meer normale omstandigheden belangrijk worden verhoogd. Wij zijn er dan ook van overtuigd, dat dit jaar veel bedrijven wel 1000 kg-liter per koe hoger zullen komen. We kunnen niet nalaten, uit het vele cijfermateriaal enkele waardevolle ge gevens te putten. Het bedrijf met de gemiddelde hoog ste uitkomst had van 25 koeien in 307 melkdagen 140 kg botervet. Idem. dat met de gemiddelde laagste uitkomst van 24 koeien 71 kg botervet in 301 melk dagen. Hier kan de meest volslagen leek 0]b het gebied van veeverbetering een conclusie trekken en wel deze: trachten, de koe bij de horens te pakken, en in dit geval de slechte, om via selectie de veestapel te verbeteren en uiteindelijk de productie te verhogen. De heer Van Bemmelen heeft in zijn verslag een berekening gemaakt aan de hand van de huidige melkprijs, van twee ogenschijnlijk gelijkwaardige be drijven, dus met dezelfde voedselpo- Voor de tuchtrechter Slap bleekwater H. A. O. uit Alphen aan den Rijn had bleekwater van de hand gedaan, dat niet de eisen voldeed. Mr. Goudsmit gaf dat de sterkte van het water niet voldoende was geweest, maar vroeg toch clementie, daar zijn cliënt in staat van faillissement verkeert en hem alles is tegengelopen. De tuchtrechter merkte op. dat O. reeds voor de derde maal terecht stond en veroordeelde hem tot een boete f 400. Dure kleermaker A. V., kleermaker alhier, had voor het i maken van een herencostuum f 200 gere- al hét' kend (in plaats van f 125). V. erkende, hoog sitie, maar waarvan het éne een gel delijke opbrengst heeft per koe van f670.70 en het andere van f506.46, dus een verschil van f 164.24.f Hij toont verder duidelijk aan de waarde van melkcontróle, ook uit financieel oogpunt bekeken, n.l. wat de kosten betreft. Het verschil in prijs van 1 kg melk van 3.20 pet. of 3.30 pet. be draagt 0 4 cent. Dit wordt dus op 3000 kg f 12 per koe. Als men bedenkt, dat men met oordeelkundig fokken en boe ren dit vrij gemakkelijk kan behalen, dan wegen de voordelen van melkcon tröle toch heel gemakkelijk op tegen de kosten, die nog lang niet de helft van f 12 bedragen. We willen o.a. even noemen de nafok van de bekende Alfons 2449 S, een stier indertijd zelf hoog bekroond, doch die reeds vroegtijdig verkocht moest woj- den voor de slachtbank wegens onge schiktheid voor de dekdienst. Zijn dochters, 2- en 3-jarigen, bleken aan zienlijk boven het gemiddelde van de vereniging te produceren, terwijl deze dieren op de laatstgehouden Vebo-ten- toonstelling ook qua exterieur een heel goed figuur hebben geslagen. We hebben dit alles thans eens geme moreerd, omdat velen het nut van melk contröle nog niet inzien of niet willen Deze nog jonge vereniging gaat rus tig haar gang en als me zo dagelijks hoort van de vooruitgang, die verschei dene veehouders maken, ook door mid del van melkcontröle, dan kan het niet anders dan grote voldoening schenken voor het bestuur en zijn controleur, dat men leiding aan dit werk mag geven, wat tenslotte in het algemeen welzijn is. Wassenaar. J. van der Goot. De „VanderSteng" in Leiden aangekomen Is onder deskundige leiding te bezichtigen Gistermorgen om 11 uur is de „Vander- rijke universele betekenis van de Marine. Steng", het contactvaartuig van „Onze Leiden heeft geen directe verbinding met Marine", statig de haven bij de Kolk,de ze, maar had in zijn midden de aan het eind van de Haarlemmerstraat, j kweekschool voor zeevaart. De bedoeling binnengevaren. En daar zal het tot Vrij-lis, in Leiden weer nieuwe steunpunten te dag a.s. blijven liggen en dagelijks (uit- leggen en belangstelling te wekken voor gezonderd) van 25 en van 710 onder zeevarend Nederland. Dit vaartuig, aldus deskundige leiding te bezichtigen zijn. ,spr. wil daar de basis voor zijn. Het wil Om 2 uur gistermiddag was een verte-1 het varen bevorderen en gelden verkry- genwoordiging van de burgerij aan'gen om andere plannen te kunnen ver boord, o.w. .de burgemeester. Deze werd; wézenlijken, zoals de bouw van tien door de commandant, res.-kapt. W. Rever- schepen van kleiner formaat dan de mann, verwelkomd. In een speechje liet „VanderSteng". die 299 bruto-registerton de kaptein uitkomen, dat het doel van de meet, voor instructieve schoolreizen. Van komst van de „VanderSteng" een'de overheid verlangt „O.M." geen sub- legendarische naam van de zeeman door|sidie, maar morele steun, alle eeuwen is, contact te leggen en deVervolgens heeft het gezelschap het belangstelling te bevorderen voor alles, j vaartuig bezichtigd. We willen over de wat op, om en van het water leeft. Het vele bezienswaardigheden, die de „Van- vaartuig is een geschenk van het Neder landse volk, ook van de jeugd. En het volk weer zee-„minded" te maken, worden er instructieve zeevaarten ge maakt, waarbij de gasten als roergangers, enz. dienen. Zo wordt er 's morgens o.m, geroeid en gezeild in teamverband. De voorzitter van het comité „Onze Marine" wees vervolgens op de belang- Over optischekranten koppen Soms leidt de zuciht om alles „beweging" derSteng" biedt, hier niet uitweiden, maar kunnen de Leidenaars een bezoek aan het vaartuig zeer aanbevelen. van een keizerlijke keukenprins Ooit gehoord van een man, die een haantje afsloeg met een prima salaris, zes maanden betaalde vacantie, vorstelijke fooien, twee auto's, een zomer huis, tijgerjachten, volop amusement en tal van andere kleinere voordelen? Die man bestaat en het baantje ook. Het werd hem aangeboden door een keizer. Kunt u zich voorstellen, dat de man, die dit alles afsloeg, genoegen heeft genomen met de functie van chef in een cafetaria? Dat ia in. Washing ton gebeurd. In dienst bij de „Leeuw van Juda" De keizer in kwestie is Haile Selassie van Ethiopië en de man die Erwin H. Faller, voormalig hofmeester van Zijne Keizerlijke Majesteit. Toen Haile Selassie hem zijn oude baan tje weer aanbood, schreef deze Faller zijn vroegere baas terug: „Het spijt maar er is zo een en ander veranderd sinds de Italianen ons beiden uit Afrika hebben gejaagd". De negenendertigjarige Faller is Zwit ser van geboorte. Thans is hy Amerikaans burger door naturalisatie en in het ge lukkige bezit van een Amerikaanse vi en dito schoonmoeder, welke combinatie sterk genoeg is om hem thuis te houden al zou de „Leeuw van Juda" van honger aan het brullen slaan. Toch denkt Faller nog wel eens - niet zonder genoegen aan die dagen tussen 1933 en 1936, toen hy de keizer lijke familie van Abessinië in goede luim hield met diners, waarbij niet minder dan vijf vleesgerechten op tafel kwamen. Een hoogtepunt in zijn loopbaan als keizerlijke hofmeester was de 3e Novem ber 1935, toen hij van „wat kliekjes' diner in elkaar zette voor 1200 gasten van de negus, onder wie kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden. Alle bezoekers toonden zich zo in schik met het maal, dat Haile Selassie zijn opperkeukenmeester vriendelijk op de schouder klopte en hem een fooitje van 800 dollar toestopte. Maar dit prachtige ten koste van krantenbericht te brengen tot wonderlijke uitvindingen, aldus „Het Vrije Volk". In het Engelse dagblad „Daily Maiil" stond onlangs een „optische" kop. die er als voligt uitzag: Jongen (zeven jaar) verdrinkende vader na. Maar het aardigste voorbeeld van „optisohe typografie" vind ik voorlopig een versje, dat ik onlangs in een Ame rikaans boek aantrof en dat, vertaald, als voligt luidde: Een kniaap ging naar zijn meisje toe Met felle harteklop En toen hy aan haar huisdeur kwam op stoepje Liep De vader stond al aan de deur Die zei: „Wat mot jy, blaag?" Hij greep het ventje in zijn nek Van de Ned. vervan ex-politieke gevangenen De Nederlandse vereniging van ex-politieke gevangenen uit de bezettings- Q tijd heeft op haar te Leiden gehouden congres gesproken en gestemd over de vraag of 't lidmaatschap der CPN verenigbaar is met het lidmaatschap der vereniging. Met 12 tegen 19 stemmen besloot men de communisten niet uit te sluiten. En vervolgens besliste het congres, dat in het algemeen een politieke gezindheidsverklaring van de leden niet vereist was. Om de betekenis hiervan te verstaan, aldus ir H. van Riessen in „De Zwerver", moet men iets meer weten van het milieu dezer vereniging. De communisten heb ben haar de eer aangedaan in grote ge tale toe te treden en daar de ex-politieke gevangenen van anderen huize ovei algemeen weinig belangstelling deze vereniging hadden, namen de munisten weldra een belangrijke plaats in. Dat was voor hen ook nodig, want zij konden niet volstaan met de procla matie. dat zij de dragers van het verzet in Nederland geweest waren, terwyl de belangrijke afwikkelingsorganen. Stichting 1940—1945, de G.A.C.. G.O.I.W.N. en de L.O.-L.K.P.-Stichting hun invloed 'gering en in overeenstem ming met hun betekenis in het verzet zelf was. In de Vereniging van ex-p tieke gevangenen lag dus hun kans Wie dit een verdachtmaking van edele motieven der communisten vindt, kijkt de wereld van heden aan voor een doedelzak. Alles wat een communist doet, doet hij als communist, vol gens de plannen der partij. Of hij de op zet nu door heeft en het spel bewust meespeelt, of als naieveling aan het handje van de partijleiding gaat, is daar- an geen belang. En die plannen hou- Dr. K. E. H. Oppenheimer: Logica der wetenschap anders dan die van openbaring en geloof (Van een onzer redacteuren) De Ned. Herv. Gemeente van Leiden kan morgenavond zeggen: „Nu hebben wij een studentenpredikant!" Het is reeds lang geleden, dat de besprekingen ter vervulling deze predikantsplaats een aanvang namen. Geruime tijd heeft men gezocht. Men vond, maardr K. E. H. Oppenheimer van Hallum (Fr.) bedankte- De teleur stelling was groot, niet alleen in de Gemeente, vooral in de kringen van bepaalde studentencorpora. Weer werd een beroep op dr Oppenheimer gedaan. Toen nam hy het aan. Gelukkig was de tijdruimte tussen het aannemen en de vestiging van dr Oppenheimer in onze stad niet groot. Leiden telt morgen dus twee studentenpredikanten: ds G. Toornvliet van de Geref. Kerk en dr Oppenheimer van de Ned. Herv- Gemeente, Zy zullen samen het Evangelie brengen in de academische wereld, die niet zo goed de biyde Boodschap nodig heeft als elke andere vorm van samenleving. misohe wereld. De nieuwe predikant zal dezelfde plaats innemen als de andere predikanten. Alleen dit verschil is er: de gehele stad is zijn wijk, omdat de stu denten, met wie hy in het bijzonder te maken krygt, over de hele stad zijn ver spreid. Ook zyn taak is dezelfde: predi king van het Evangelie, ook en voorname- lyk door de catechese. De Kerk heeft lange tyd haar mis- slonnaire taak onder de studenten verwaarloosd. Maar sinds haar ver nieuwing en bewustwording heeft men begrepen, dat het wenselyk, ja, zelfs noodzakeiyk is, dat ook de aca demisch gevormden verantwoorde- lykheid dragen, constructief en ac tief, voor Kerk en Christendom, juist omdat ze op vooraanstaande posten staan en iets te zeggen hebben in de wereld. Vakbekwaamheid is belang- ryk, maar onze academici moeten ook in staat zyn ons volk geesteiyke lei ding te geven. ook de taak van de studenten predikant om de misverstanden, die er zijn, uit de weg te ruimen. Zoals bekend, zal dr Oppenheimer morgenochtend in de Pieterskerk door ds H. C. Touw van Utrecht, in Leiden geen onbekende, worden bevestigd, ter wijl hy morgenavond om vijf uur zyn intrede hoopt te doen in dezelfde kerk. Hoogleraren willen gunstiger regeling mili taire dienst studenten Dezer dagen hield de Ned. Ver. van hoog- iraren en lectoren haar eerste algemene ergadering in Amsterdam. De vergadering esloot in de eerste plaats het probleem van et studium generale te bestuderen. Aan het opgedragen stappen te doen bij betreft de militaire dienst. Ook het vraag- c van het psychotechnisch onderzoek d op de agenda geplaatst. Prof. Lange- Beivogen levensperiode Dr Oppenheimer, die zich bereid klaarde om met ons een onderhoud te hebben, werd in 1905 te Berlyn geboren. Hij bezocht daar het gymnasium en de universiteit, waar hy promoveerde. In 1934 week hy naar ons land uit in verband met de komst van Hitler. Velen met hem ontvluchtten het in die tijd heersende regiem. Hij studeerde onge veer vier jaar aan de Ryksuniversiteit te Groningen en verbond zich als predikant op 11 Juni 1939 aan zijn eerste Gemeente: Nieuw Dordrecht. Dit geschiedde om dat dr Oppenheimer uit Duitsland ge boortig is met toestemming van H.M. Koningin Wilhelmina. In de bezettingstijd heeft dr Oppen heimer actief deelgenomen aan het ille gale verzet in Drente. In '44 zag hy zich genoodzaakt met zyn gezin, dat bestaat uit drie personen, onder te duiken, om dat hij weigerde te voldoen aan de Duitse militaire dienstplicht Het is te begry- pen, dat deze predikant, in een hachelijke positie kwam te verkeren. Zyn onder duiktijd, waarin hem veel angst en zorg niet gespaard bleven, heeft hy in ver schillende plaatsen, doorgebracht. Dr Oppenheimer was een van de eerste bui tenlanders, die onmiddellijk na de bevrij ding van ons land werden genaturali- Geivoon en toch bijzonder Het spreekt vanzelf, dat ons gesprek zich concentreerde op het werk, dat dr Oppenheimer in universitaire kringen byzondere werk in en door de Kerk en in dat deze prys te hoog was geweest, maar zal gaan verrichten, al deze artikelen is een grondtoon van zyn klant zou in zyn oor hebben ge- Eerst zullen contacten moeten worden dankbaarheid. Zo doet God. ook door het fluisterd: „Ik wil er wel f 200 voor be- gezocht en gevonden. Beschouw my. al- werk van de Geref. Kerk in Leiden, Zynl talen". De rechter zei, dat V. dit had moe- dus onze zegsman, als een vooruitge- Rijk komen, ten weigeren. De boete was f 40. schoven post van de Kerk in de acade- Omvangrijke moeilijkheden De moeilijkheden aan de taak van studentenpredikant verbonden, zyn niet van geringe omvang, omdat de acade mische wereld' geseculariseerd is en voor een groot deel vervreemd van de Kerk. Dit hangt samen met de intellectualise- ring van de academicus. Deze zal moeten leren inzien, dat de logica van de wetenschap anders Is dan de logica van openbaring en geloof. Misschien hoeft hy nog niet te zeggen met een oude Kerkvader: „Ik geloof, omdat het absurd is", maar wel: „dat openbaring en geloof hun eigen structuur, norm en ver schijningsvorm hebben". Daardoor moet men een zeker begrip tonen, al dus dr Oppenheimer. militaire autoritei teling v i tot c den in, met alle middelen macht te werven voor de partij en ten behoeve van de eindoverwinning daarvan. Of daarby met het middel der misleiding moet werken, is geen bezwaar en niet immoreel in de ogen der con nisten. omdat tegen de vijand van party „proletariaat" alles geoorloofd is en de enige maatstaf van waarheid, raai en recht is, wat de macht party dient. Zodoende moet noch waarde hechten aan de belofte der C.P.N.'ers als Kamerlid afgelegd, noch betekenis toekennen aan de instemming met de statuten van b.v. de vereniging in discussie. Zyn in het licht van deze feiten de beslissingen van de Ver. van ex-politieke gevangenen nu juist? Wy menen beslist van niet. Het congres had niet moeten overwegen, of de st a t u een voldoende waarborg boden voor samenwerking, maar het had de vraag moeten stellen, of er onder de leden ren, die de statuten onderschrijven met hun naam, maar niet met hun hart. En dat geldt voor de communisten, want die zyn in principiële zin ondemocratisch totalitair en zij wraken zodoende de grondslagen van iedere vrije vereniging. Bovendien moet men zich afvragen, het zin heeft een groep mensen in vereniging samen te brengen, uitsluitend op de negatieve grond, dat de Duitsers politieke redenen opgesloten heb ben. Om concreter te zijn: welke zin heeft het, met mijnheer Jansen een clubl n, omdat ook hy last heeft ge- de misdaden van mijnheer Pie- tersen, als mynheer Jansen van plan is by de eerste de beste gelegenheid ons te mishandelen volgens de practyken van mynheer Pietersen? Nu kan men zich afvragen, op welk tijdstip het practisch noodzakelijk is, om de consequenties uit het principiële standpunt te trekken. Zo'n vraagstuk ligt b.v. in de Stichting 1940'45. De beantwoording van die vraag is af- hankelyk van de invloed en van het ge tal der deelnemende communisten. Voor de Ver. van ex-politieke gevangenen lijkt ons dit antwoord duideiyk. De in vloed der C.P.N. is daarin van meetaf te groot geweest Wie de communistische ideologie kent, moet als democraat b.v. weigeren, tezamen met communisten een vergadering toe te spreken, zoals dat in de Ver. van ex-politieke gevangenen regelmatig geschiedt. jammer, dat men op het congres niet tot de essentie van de zaak is door gedrongen, maar bij een formalistisch standpunt is gebleven. Dat biedt de C.P.N. een kans, die zy zal benutten. begin bracht Faller grote zorgen voor de rest van het bezoek van de kroonprins, want de keizer beval hem nu, voor 14 dagen menu's voor het ontbyt, de lunch en het diner samen te stellen zonder een enkele schotel te herhalen. „Dat heeft me heel wat hoofdbreken gekost", zeide Faller, „maar ik heb bet klaar gespeeld". Gegadigden genoeg Eens vernietigde de keizerlyke hof- drukker de met gouden letters gedrukte menu's, omdat er een Italiaanse schotel, „ravioli a Ia milanaise" op voorkwam. De Italianen waren toen al onderweg en hij vond het niet patriottisch, zo iets op te dienen. Faller verzon een andere naam en serveerde de schotel toch. Faller was de uitverkorene uit 500 sollicitanten- De koning der koningen had n.l. een zaakgelastigde naar Zwitserland gestuurd om daar een chef-kok te huren en niet minder dan 500 gegadigden, waaronder Faller. hadden zich voor het baantje aan gemeld. Faller vroeg de afgezant van de keizer, waarom hy helemaal naar Zwitserland was gekomen teneinde een keukenmees ter voor de keizer op te duikelen. De af gezant antwoordde hem, dat de negus een onderdaan van een neutrale staat wilde hebben, die hem trouw zou blyven als er weer eens een oorlog uitbrak. Naarmate hij langer te Addis Abeba verbleef, zag Faller zyn taak groeien. Hy werd meer dan alleen maar keukenprins. Hij kreeg de vrye hand in de paleishuis houding. Het paleis zelf was volgens Faller niet zo groot. Het bevatte slechts 50 vertrekken en 50 badgelegenheden. maar onder Fal- ler's functie viel ook yet samenstellen en uitrusten van kameelkaravanen, het inkopen der benodigde levensmiddelen en het toezicht op het personeeL Incident Soms kon het er wel eens raar toegaan. Zo gebeurde het eens, dat tydens een banket van buiten een oorverdovend la waai in de eetzaal binnendrong. Toen de gasten naar buiten keken, zagen zy drie leeuwen zo maar los rondlopen. De die ren hadden honger en ze vraten prompt twee inboorlingen op. Terwijl ze daarmee bezig waren, niet zonder elkander de beste brokken te be twisten, werd nagegaan hoe ze uit de kei zerlyke kooi waren gekomen. Het onder zoek leverde de vólgende feiten op: 1. Een van de drie bewakers zat in de gevangenis, omdat hy een collega had ver moord. 2. De tweede was zonder verlof af- 3. De derde was dronken en had verge ten de dieren te voederen. Aangezien de leeuwen het symbool wa in van Haile Selassie „de leeuw van Juda" mochten zy niet worden gedood. Maar wat dan? Toen dacht iemand aan de bewaker in de gevangenis. De man werd onmiddellyk uit de plaatselyke bas tille gehaald en naar de leeuwen ge bracht. Zonder wapen of vlees dreef hy kalm by elkaar en de moord vergat n toen maar en hy mocht opnieuw des keizers leeuwen bewaken. Hongerende kok Toen de Italianen te dicht bij kwamen, staken Selassie's trouwe onderdanen de hoofdstad in brand en met deze gingen het Zwitserse hotel en de nachtclub, die Faller had ingericht, in vlammen op. Met wat half verkoolde tafels en stoe len. die hy uit de smeulende resten van de stad te voorschijn haalde, begon ny opnieuw. Maar de Italianen namen hem gevangen. Ze gaven hem twaalf dagen lang niets te eten, toen wisten de Zwit- hem tegen borgstelling vrij te krij gen. een kort verblijf te Buenos Aire» kwam hy in 1937 naar de Verenigde Sta- waar hy in verschillende grote keu kens de schepter zwaaide. Faller heeft ook in het Amerikaanse leger gediend. In die tyd wydde hy zyn talenten aan een generaal in een oplei dingskamp, die hy buitengewoon ver wend schijnt te hebben. Toen tenminste de dag kwam. waarop Faller voor de dienst overzee werd opgeroepen, weiger de de lekkerbek zyn kok te laten gaan. Behalve vrouw en schoonmoeder zyn r twee andere redenen, waarom Faller zijn baan in Afrika niet terug wil hebben: hij vindt het leven in de Verenigde Sta- prettig en hij wil een boek over zijn ervaringen in Ethiopië afmaken. Hy is bang, dat het laatste hem te Addis Abeba zo gemakkelyk zou gelukken. Achter de Kromme Dissel, door| H. Braber e.a. Uitig. N.V. Van Hees, Amsterdam. Wist U dat er een Boerenwagenclub bestaat, met wetenschappelijke mensen, oudheidminnaars en bekwame wagenma kers als lid? In alle stilte heeft deze club nutftig werk gedaan voor (het behoud en de ken nis van de producten van kunstzinnig heid en vakmanschap op het gebied van de wagenbouw in vroeger eeuwen, voor al onder de boerenbevolking. In het prachtig verzorgde boek met de karakteristieke titel „Achter de kromme dissel", vertelt de secretaris van de Boe renwagenclub, de heer H. Braber, in en kele zeer interessante artikelen over al deze dingen. Een aantal deskundigen als ir M. C. A. Meischke. ds J. Kalf. dr P. J. Meertens en dr Th. C. Oudemans schre ven eveneens artikelen. Het boek heeft iemand, die ook maar een greintje gevoel heeft voor folklore en wat daarmee samenhangt, zo te pak ken. U zult het lezen als een roman. Nauw als de ontwikkeling en het ge bruik van de boerenwagen in vroeger eeuwen met het leven van de bezitter samenhing, weerspiegelt zich in dit boek de humor en de ernst van dat leven. De samensteller heeft met veel liefde voor zijn object en met veel kenmds van zaïken zich van zijn taak gekweten, wat ook hieruit kan blijken, dat men bij het lezen door zyn enthousiasme wordt aangesto ken. Een leerzaam en onderhoudend boek over een onderwerp, dat veel interessan ter is dan U zou denken. i Vrouwen naar Jacatra, door A. den Hertog. Udtg. A. W. Sythoff, Leiden. Uit alles blijkt, dat de schrijver zich goed in zijn stof heeft ingeleefd. Hy heeft bovendien een vlotte pen en dus behoeft het niet te verwonderen, dat dit boek van begin tot eind boeit. Of het beeld, dat de schrijver geeft van het Batavia uit de dagen van Coen, juist is, wagen we te betwijfelen. Niet, dat we zouden ontkennen, dat de situaties en de per sonen uit het boek toen voorkwamen, maar wel dat dit het totaalbeeld zou zijn. Naast een dronkeniap als proponent Dub- beltryok waren er gelukkig ook andere en betere predikanten. Erotiek en machts wellust waren zeker niet de enige drijf veren, die de Nederlanders beheersten Coen is teveel beschreven van uit de hoek van de nietsontziende gestrengheid, zonder meer. De auteur heeft dart wel gezien, warrt Aletta en Gen bijv. zijn in derdaad anders, al blijkt ook bij hen weinig van geloofskracht, -maar hy heeft toch niet kunnen verhinderen, dat zijn beeld wat eenzijdig werd. Nittemin. nie mand zal spijt hebben dit boek te heb ben gelezen. Piloot Paul, door Gerard Smit. Uitg. A. Roedofs van Goor, Mep- peL Een jongensboek over de beaettingptijd, waarin we meeleven met de vele turen van piloot Paul. Een boek ws jongens zeker naar zullen grijpen. This is Holland, door John Luger en Aad van Leeuwen. Uitg. W. L. Sakn, Amsterdam. zijn aantrekkelijkheden wordt getekend, zonder te vervallen in de voorstelling, dat alle Hollanders op klompen lopen. Het is mooi geïllustreerd. Terra-bibliotheek. Uitg. J. A. Boom en Zoon, MeppeL Verschenen is het prospectais van het eerste abonnement der by uitgeverij J. A. Boom en Zoon te Meppel verschijnen de Terra-bibliotheek. Terecht wordt in het prospectais opgemerkt, dat wij op vele terreinen met onze kennis vijf jaar ten achter zyn. Daar staat tegenover, dat de algemene belangstelling voor verre landen en vreemde volken by een groot ons volk aanmerkelijk is toe genomen. De „Terra-bibliotheek" stelt zich ten doel, een reeks informerend» boeken te vormen over de landen en volken van onze aarde. De bibliotheek staat onder leiding van prof. dr H N. ter Veen, hoogleraar in de sociografie te Amsterdam en wordt verder ontworpen met medewerking van tal van vooraan staande deskundigen. Over tal van lan den is reeds een boek in vocobere-dmg. Als eerste drie rullen weiken verschy- Turkye, Japan en Zwitserland, de hand van dr W. E. NoonJ- man, prof dr H. N. ter Veen en dr C. Mensch. Het byzondere van deze biblio theek is, dat reeds thans de opzet reke ning houdt mer. in ieder geval twee soor- boeken (steunende op de jonpnta en) naast elkaar, beéde sseo wan* devol tot het Het in ons nummer van 4 Sept. be sproken boek „Koningin WilhehniMf* van P. de Zeeuw, uitg. H. Voenman en Zonen te Wageiungen. telt geen 40 maas m hèfrn»ten fin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 5