NED. VERENIGING VOOR KOELTECHNIEK VIERT 40-JARIG BESTAAN De „VEBO" -tentoonstelling een agrarisch festijn Op 2 of 3 October eten de Leidenaars klapstuk van „Vebo"-dikbillen wordt met reent Prinsesjes ni- 191 NIEUWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1943 De Sleutelstad was de bakermat prof. Kamerlingh Onnes de pionier De Nederlandse Vereniging voor Koeltechniek, gevestigd te Leiden, Pasteurstraat 1. viert de volgende week te Leiden en te Amsterdam haar veertig-Jarig bestaan. Koeltechniekvelen denken bjj het horen van dit woord aan een of ander am bacht, zonder te beseffen, welk een breed terrein van wetenschap er achter schuilt. Zonder te weten ook, welk een opleiding men nodig heeft, wil men zich op dit gebied „deskundig" kunnen noemen. Enigermate is de belangstelling voor deze techniek wetenschap liever gewekt, toen onlangs Jn Amsterdam het koelhuis van Blaauwhoedenveem—Vriesseveem uitbrandde. Hier ging heel wat „koelte" door het vuur teloor. Het congres ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan wordt a,s. Dinsdag in „De Lakenhal" begonnen met de 70ste algemene vergadering. De genodigden'uit binnen- en buitenland worden dan be groet en de voorzitter, dr ir W. J. Mul ler, hoopt een herdenkingsrede uit te spreken. Daarna volgen een officiële ont vangst ten stadhuize, een bezoek aan het Kam. Onnes-laboratorium en een samen zijn en maaltijd in „Het Gulden Vlies". De tweede dag, Woensdag, vindt de voorzetting van het congres plaats in ge bouw „Industria" te Amsterdam. Na een excursie naar het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van hei Nederl. Roode Kruis in het Binnengast huis wordt de lunch gebruik in het In ternationaal Cultureel Centrum, pavil joen Vondelpark, waarna sluiting van déze tweedaagse bijeenkomst volgt. Het ligt in de bedoeling, gasten eji leden daarna nog een boottocht door de Am sterdamse havens en grachten aan te bieden. Om onze lezers wat op de hoogte te brengen van de koeltechniek, volgt hier onder een beschouwing over deze mate rie. overgenomen uit „Bedrijf en Tech niek". In de Oudheid. De koeltechniek aldus het blad houdt zich bezig met kunstmatig opwek ken van koude (onttrekken van warmte) en het aanwenden daarvan voor allerlei doeleinden. Dat men van koude een nuttig gebruik kon maken was reeds in het grijs ver leden aan de toenmalige beschaafde mensheid duidelijk geworden. Talrijke berichten uit de Oudheid wijzen er op, dat verschillende factoren, zoals de ver hoging van de levensstandaard, de handel met het Oosten en Zuiden, het ontstaan van grote steden, .er toe leidden, metho den te zoeken om sommige waren, vooral levensmiddelen, te conserveren. De Ro meinen maakten daartoe gebruik van sneeuw en natuur-ijs (waartegen overi gens de zedenmeesters Plinius en Seneca hevig opponeerden als overdadige luxe), naast de voor de hand liggende methode om de opslagplaatsen voor licht beder felijke levensmiddelen niet aan de zon zijde te bouwen (Vitruvius). In de bad huizen kende men het „frigidarium", de koele kamer, waarin de bezoekers zich begaven na het warme bad. Van kunst matige koeling was daarin geen sprake. Ook uit de late middeleeuwen komen mededelingen tot ons over het gebruik van sneeuw en ijs bij de bewaring, maar ook bij de bereiding van gerechten in de- fijne keuken. In het midden van de 18e eeuw was de natuurkundige kennis zo ver gevor derd. dat men „kunstmatige koude" wist op te wekken, met behulp waarvan bijv. in 1759 voor het eerst kwikzilver in vaste toestand .werd gebracht. Snelle groei. Een snelle groei dezer techniek was echter pas omstreeks 1875 mogelijk, toen de „ijsmachine" tot een bruikbaar appa raat was ontwikkeld (Van Linde). In 1876 voer het eerste schip, dat was voorzien van ueen koelinstallatie, over de Atlantische Oceaan. Het was de „Frigori- fique", die een lading vlees van Argen tinië naar Frankrijk transporteerde- In de volgende decennia werden in ons land de eerste openbare slachthuizen ge bouwd, waaraan koelhuizen verbonden werden voor het vlees en dikwijls een ijsfabriek (ter onderscheiding van 't „ijsje" tegenwoordig aangeduid als ruw- ijs of kristal-ijs). „Ijsmachine". De technische ontwikkeling liet nu toe „koude" te maken op grote schaal, het geen het aantal toepassingen zeer deed toenemen. Toch werd omstreeks 1900 koude nog in hoofdzaak gebruikt voor het bewaren van vlees en vis, bij de bier bereiding en het reeds genoemde fabri ceren van ijs (hiernaar werd de machine dan ook „ijs-machine" genoemd). Daar naast vormden de kunstijsbanen bevriezen van mijnschatten Poetsch) toepassingen, die zeer de aan dacht trokken. Geen wonder, want deze laatste methode (sinds 1893 in Zuid-Lim burg toegepast) maakte de ontginning van die gedeelten van het Zuid-Lim burgse steenkolenbekken mogelijk, welke reeds geruime tijd tevoren waren ont dekt, doch door moeilijkheden bij de echachtdelving (doorsnijden van losse, waterhoudende lagen) tot dat tijdstip braak lagen. Prof. Kamerlingh Onnes. De natuurkundige wetenschap hield zich in die tijd ingespannen bezig met het gedrag van de materie bij zeer lage temperatuur. Voor het be reiken van steeds lagere temperatu ren, met het doel om daarbij onder zoekingen op verschillend gebied te kunnen verrichten, was het Natuur kundig Laboratorium te Leiden het internationale centrum. Hier arbeid de prof Kamerlingh Onnes en tal loze buitenlandse geleerden kwamen in het begin dezer eeuw naar Lei den, om van de door hem bereikte resultaten kennis te nemen en zelf in het Laboratorium, dat thans zijn naam draagt, te werken. Kamerlingh Onnes was de leidende figuur op het gebied van de studie der lage tem peraturen en van de internationale samenwerking. Ned. Ver. van Koeltechniek 40 jaar. Prof. Kamerlingh Onnes nam het ini tiatief tot de oprichting van de Neder- landsche Vereniging voor Koeltechniek (23 September 1908), die zich belig zou houden met de studie van het opwek ken van de toepassing daarvan- Achttien jaar lang (tot zijn overlijden in 1926) leidde hij de Vereniging als haar eerste voorzitter en verwierf zich daarbij door zijn grote gaven van verstand en gemoed de grootste verering in binnen- en buitenland. Hij gaf door zijn persoon aan de vereniging een grote bekendheid, waarvan thans nog de vruchten worden geplukt. Het samengaan van de wetenschappe lijke onderzoekers met de mensen van de dagelijkse praktijk in één organisatie, is buitengewoon vruchtbaar gebleken. Zo bracht de koeltechniek physici, bedrijfs- ingenieurs, adviserende ingenieurs en fabrikanten van koelhuizen, reders, vis serijdeskundigen en hygiënisten. Latei- kwamen de biologen'en bio-chemici in de kring. Zij bestuderen toch het gedrag' Bureau plantaardige en dierlijke producten I Froid geven van alle doeleinden, tegenwoordig de kunstmatige koude wordt opgewekt, behalve voor de reeds genoemde bewaring van vlees noemen het gebruik: bij de fabricage van fotografische platen: bij het ontwikkelen van films; in de zuivelindustrie; in de chemische industrie; in de olie-raffinaderijen; voor 't concentreren van vruchten sappen; voor het bereiden van therapeutica (sera, penicilline); bewaren v het drogen plasma; in de mijnbouw; bij het bewaren land- en tuinbouwproducten (fruit, snij bloemen, bloembollen); voor militaire doeleinden („de oorlog in de Pacific werd gewonnen dank zij de koelinstallaties en het D.D.T.!"). Koudè-congres. De Ned. Ver. voor Koeltechniek heeft zich steeds tot taak gesteld stimulerend en coördinerend werkzaam te zijn. ondervond daarbij veel .medewerking de- zijde der Overheid, hetgeen er weinig toe bijdroeg, dat het 7de Interna tionale Koude-Congres, dat in 1936 onder het hoge patronaat van H.M. Koningin Wilhelmina te 's-Gravenhage bijeen kwam, tot een gebeurtenis van interna tionale betekenis werd. Nieuwe mogelijkheden. Systematisch onderzoek naar nieuwe mogelijkheden, als bewaren van fruit in een atmosfeer met verhoogd kool- zuurgehalte, luchtbehandeling van bedryfs- en woonruimten en meer economische werkwijzen, is noodza kelijk om Nederland niet te doen achteraan komen bij andere landen. Opleiding koude-techniek. Wat de opleiding van koude-technici betreft er bestaat aan de Technische Hogeschool in Delft gelegenheid werktuigkundige ingenieurs om af te stu deren in koeltechnische richting, opleiding van middelbaar en lager koel- technisch personeel is evenwel zeer voldoende Een veelzijdig samengestelde commissie zal deze zaak bestuderen aan de vereniging jrapport uitbrengen omtrent maatregelen die tot verbetering kunnen leiden. In ieder geval dient vak literatuur beschikbaar te komen, liefst oorspronkelijke Nederlandse, maar vertalingen van recente publicaties andere talen. Daarnevens vraagt het contact met het n het Instituut International du met de Benelux-partners i de vereniging. Voor de vrede! bij de bewaring en verwerking tot voe-| aandacht dingsmiddelen. Dit werd vooral nodig, boen men zich niet langer bepaalde tot het verlengen van de bewaarduur door' Moge zij haar taak vervullen met veel koelen, maar door het bevriezen van hetj energie, in de geest die de grote voor product deze bewaarduur vrijwel onbe- gangers reeds in 1908 te Parijs bezielde: perkt verlengde. een steentje bij te dragen voor het welzijn en de vrede der volkeren! Onontbeerlijk zal haar daarbij de steun Het is onmogelijk hier een zelfs maar' zijn van allen, wier arbeid de belang- bij benadering volledige opsomming te stelling uitgaat naar de koeltechniek. Wat i i „koelt" en bevriest, i LEIDS PALET Ernstige regelmaat en uitzonderlijke begaafdheid Eet beukenootjes met mate Dit jaar geeft ons weer een rijke oogst aan beukenootjes. Overal worden ze dan ook al druk verzameld. Hoewel zij niet, zoals in de oorlogstijd, gebruikt zullen worden als een aanvulling van het voed sel, moet toch tegen een overmatig ge bruik ervan gewaarschuwd worden. Er kunnen zich n.l. bij het eten van gfote hoeveelheden beukenoten vergifti gingsverschijnselen voordoen, meestal bestaande uit hoofdpijn, misselijkheid, braken, darmstoornissen en in ernstige gevallen zelfs,- uit krampen en bewuste loosheid. Omtrent de aard van de giftige stof lopen de meningen uiteen. Deze stof is in water oplosbaar en komt niet voor in de olie, die uit de nootjes geperst wordt. Gebleken is, dat de bereiding van de nootjes géén invloed heeft op de giftige stof, zodat deze niet vernietigd wordt door het bakken of poffen der beuke nootjes. Al is niet ieder even gevoelig voor het vergif, toch is het raadzaam niet meer dan een handjevol (pl.m. 50 stuks) beu kenootjes na elkaar te gebruiken. De tabaksoogst 1948 van Sumatra's Oostkust wordt geschat op 15 k 16.000 pakken; voor de oorlog bedroeg dit meestal 125.000 pakken, doch vorig jaar "d«chU 750. Het is niet zó maar: een getuigschrift, maar het oordeel van baron I. Opsomer, directeur van het „Nationaal Hooger Instituut en de Kon. Academie der Schone Kunsten" te Antwerpen, dat ik hier in mijn handen heb en dat die jonge kerel tegenovep mij bestempelt als één van de belangrijke schilders van de toe komst. „Tijdens zijn verblijf aan deze kunstschool gaf voornoemde leerling steeds blijk van grote ijver, ernstige regel matigheid en uitzonderlijke begaafdheid." Het werd gedateerd op 16 Juli 1941 en de toen 21-jarige Han Werz meegegven na drie jaren van studie in de schone Scheldestad; drie jaren van techniek en sfeer, die hun sporen achterlieten. „Nog een vierde jaar kwam er bij", zegt hij, „maar dat was nogal brokkelig. En daarna ging ik naar de Haagse Aca- demiei waar ik een jaar portret-tekenen en schilderen leerde bij Han van Dam en figuur tekenen bij Meyer." Ik herinner mij, terwijl ik naar hem luister, verschillende aan de kamerwand hangende schilderijen van de tentoonstel ling in Januari van dit jaar, stillevens in bescheiden warme kleuren en donkere toetsen. En in het grote portret van de jonge mevrouw Werz valt mij opnieuw de vlotte, bijna schetsmatige manier van uitwerken op. die mij ook toen zo frap peerde. Fel en hard is ook dit portret van de jonge vrouw. En als toen raken wij weer in een levendig debat daarover. Maar dan begint Han Werz over zijn onderduiktijd: in Mei 1943 naar zijn ouders in Roozendaal, geronseld vpor Frankrijk, waar hij in Cherbourg terecht kwam, ondergedoken bij een boer in het Brabantse dorpje Sprundel en later in het vergeten gehucht Loosbroek bij Heeswijk. „Daar ontdekte ik hem! In de zomer van 1944", zegt triomfantelijk het -mollige vrouwtje, dat mij zo even vol trots haar zes maanden oude zoon liet bewonderen. „Het was liefde op het eerste gezicht! En hij was mij na een driedaagse kennisma king trouw door heel die vreselijke oor logswinter heen. Want toen mijn 14 dagen vacantie om waren, moest ik terug naar Leiden. En toen kwam de landing bij Nij megen en de spoorwegstaking en de be vrijding van het Zuiden. Ze peinst er gelukkig over na, terwijl ze aan een lichtblauw baby-truitje breit en haar man met een verre glimlach in zy'n mappen zit te zoeken. „Hier, Cherbourg!" zegt hü, een fijn etsje voor mij schuivend. „Zit schilderen eigenlijk in de familie bij u?" vraag ik. „Ja," knikt hij en schuift een ander etsje over het kijkje in Cherbourg. „Mijn grootvader was kunstsmid en een broer van mijn vader was leraar tekenen aan het lyceum te Roozendaal. Mijn vader was ook artistiek begaafd, maar kon zijn talenten niet ontwikkelen door materiële omstandigheden. Mijn oudste broer hij is nu dood was aan de Haagse academie gevormd als leraar tekenen M.O. en een andere broer heeft op het ogenblik een kunsthandel in Roo zendaal. Daar hield ik mijn eerste expo sitie in 1945" „En de kleine Stephan mag óók schil der worden,'gis hij wil!" lacht zijn leven, sopt niet vet. Het echtpaar Werz drijft er wel een handel in antiek bij de „Spaanse Pot" aan het Rapenburg heeft vooral voor studenten nogal aan trekkingskracht maar de nood der tijden doet zich hier toch het ergst voe len. Er is immers geen geld voor het noodzakelijke bij zeer velen? Hoe zou men dan iets, hoe weinig ook, kunnen missen voor luxe? En daaronder woi-dt kunst helaas nog altijd gerekend. ,Ach, en wat i s je werk, in guldens uitgedrukt, nou eigenlijk waard?" zegt hij aarzelend. „Eind Juli reed er Jit* k zdlt-. Woekert over Koningin Juliana In de stroom van Oranjelitteratuur, die de laatste tijd over ons volk is uitgegoten, trekken enkele boeken de aandacht, omdat ze gewijd zijn aan de beschrijving van het leven van Koningin Juliana. We moeten voor deze boeken dankbaar zijn om dat ze het beeld van onze nieuwe Koningin completeren- Teveel nog zien we Koningin Juliana als het prinsesje van weleer. aI Het boek voert geen pretentie, het ii Ambassadrice een sober relaas. Maar juist die soher- Vooral het bij Daamen in Den Haag held toont ons de grote betekenis van verschenen boek van R. Marsman „Haar Prinses Juliana in die bange oorlogs- werk ging door" laat haar, die deze jaren te duidelijker. maand de troon beklom, zien in de be- Een boek om te bezitten, mede omdat tekenis, die zij in de oorlogsjaren had j het verlucht is met honderdvijftig mooie, voor de Nederlandse zaak. Al was zij j hier te lande onbekende foto's van d« toen ver van haar vaderland, zij vergat Prinses en haar familie, haar land en de belangen van haar land i zij moeder 1 In Canada kleine Prinsesjes, maar ze was tevens een onvolprezen ambassadrice voor het kleine land aan de Noordzee. Tal van bezoeken heeft ze gebracht bij Roose velt, in Suriname en Curagao, in Vene zuela en tal van plaatsen in de Ver enigde Staten. Een enkel voorbeeld moge illustreren, hoe zij haar taak volbracht. De Prinses zou een bezoek brengen aan Chicago, de stad die het langst ge vochten had voor Amerika's afzijdigheid van het Europese conflict. Men was niet erg gesteld op het bezoek van de Ne derlandse Prinses. Het koningschap acht te men een verouderde instelling uit, een onder de voet gelopen landje. De eerste vraag op de persconferentie ging dan ook als een kanonskogel af: „Well Princess, denkt U nog wel ooit eens terug te gaan naar Uw vaderland?" Er was even stilte. En daarna ant woordde Prinses Juliana rustig, met haar zachte stem: „Twijfelt U er aan, dat wij de oorlog zullen winnen?" Met één slag was de conferentie voor de Prinses. Wanneer op Woensdag 29 September a.s. het jaarlijks terugkerend „agrarisch festijn", de „Vebo"-tentoonstelling, in aanwezigheid van de Commissaris der Koningin mr L. A. Kesper en de directeur-generaal van de Landbouw ir C. Staff door burgemeester jhr mr F- H. van Kinschot wordt geopend, dan staat er op de Leidse veemarkterreinen een record aantal van bijna 1000 dieren, die bij wijze van spreken het „neusje van de zalm" uit de Rijn streek betekenen. Dit deelde de energieke voorzitter van de Vebo ons op een gehouden persconfrentie mede en de heer J. W. Bonda wees er voorts op, dat dit alleen te danken is aan de grote en nog groeiende belangstelling vdor de „Vebo". De agrarische bevolking van de Rijnstreek gaat het belang inzien van deze hoogtij-keurdag. J. van der Goot te Wassenaar deskun dig medewerker aan ons blad gaf ver volgens een overzioht van wat er alzo op de „Vebo"-tenitoonstelling te zien zal 1 I illustratie var Om het allerbeste materiaal op de „Vebo"-keuring te kunnen brengen, heb ben de plaatselijke fok- en contróle- nigingen, aangesloten bij de bond rundveefokverenigingen in de Rijn streek, zoals bekend, reeds in de afge lopen periode fokveedagen georgani seerd. Dit had twee grote voordelen voor de „Vebo". Iedere boer, die enig materiaal heeft, ■kwam -hier en dus werd als hét ware een voorkeuring gehouden, want de dieren, m de een of andere reden niet voor prijs in aanmerking kwamen, be-, hoeven de veehouders niet naar Leiden te sturen. Bovendien komt een jonge fokker er lichter toe, zijn beesten in eigen omgeving te laten keuren, dan direct naar de „Vebo"-keuring te zenden. Het tweede voordeel is dat de mensen, die op de plaatselijke fokveedagen in zonden en dus ook zelf aanwezig waren, beeld hebben gekregen, hoe er wordt gekeurd en dit kan tevens voor hen een stimulans voor het verder fokken in houden, terwijl bovendien de ervaren fokkers met hun materiaal werken naar het doel, dat het Ned- Rundvee-Stam boek beoogt: het beste vee. De bij uitstek deskundige inspecteur in het N.R.S., die kortgeleden secre taris van de „Vebo" is geworden, de heer Van het zwartblaarveeslag zijn geveer 300 individuele inschrijvingen met 42 groepen of collecties. Bovendien 16 eigenaars-groepen, elk van ca 10 koeien. De zwartbonten zijn vertegenwoordigd door 175 individuele inschrijvingen groepen. Voor de derde maal worden paarden op de „Vebo" aangevoerd en het moet opgemerkt: met toenemende belangstel ling; 75 geselecteerde warmbloeden geschreven in het V.L.N. Een bezoek de „Vebo" alleen al waard! Er zijn varkens en varkens. Op ,Vebo" komen er 50 van het z.g. York shire-type, élite-dieren die aan hoge e: voldoen. De ook geregistreerde schapen van Texel-type met hun prachtige wol bouw zijn eveneens aanwezig: 125 inzendingen uit de beste stallen Zuid-Holland. Van het Shane-ras worden 50 g verwacht, die alle zeer bijzondere e schappen bezitten. Klapstuk voi Lezers schrijven ons: Hansaplast in de rimboe veel begeerd artikel veewagen door mijn étalage-raam. Ik kreeg de waarde van het antiek keurig terug van de verzekering, maar over een schilderijtje van mij, dat zwaar bescha- Materiële omstandigheden, die het hem digd was, konden we het maai- niet eens verhinderen zouden, mogen voor hèm worden. Tenslotte moesten wij accorde- niet bestaan. Die kikker daar is zijn ren op f37.50, de waarde van linnen, spaarpot! Daar gaan de centjes in, die hout, lijst, verf en het uurloon voor de over zijn van de boodschappen!" maker! Geestelijke waarden werden niet „Zijn het er wel véél?" vraag ik pla- vergoed! Daar staat tegenover dat i't gend. Maar ik meen het ernstig. Want, iemand, die door iets in mijn werk ge- wk aia Sao Wem van kunst moet1 koffen is, maar geen geld heeft, graag. thie?' „Maar Leiden heeft mij, sinds ik mij hier in November 1945 vestigde, teleurgesteld!" zegt de kunstenai slotte zeer ernstig ..Er kon meer alge mene belangstelling en ook meer onde' linge samenwerkinr zijn .Maar we hel ben nog geen gebrek gleden!" En dat is al héél wat! de hutspot! Op de „Vebo" zullen verder 75 vette koeien staan, die hoewel ongere gistreerd toch stuk voor stuk goed in hun vet zullen zitten. Hieronder bevinden zich de z.g.n. „dikbillen". Een aardige bijzonderheid is, dat deze beesten de dag na de keuring naar het slachthuis worden gebracht en waarschijnlijk, in kleine stukjes natuurlijk het vleesrantsoen laat geen hele achterhand. toe de Za terdag en de Zondag daarop op de borden van de Leidenaren zullen liggen, 'In het Marktgebouw op het veemarkt- terrein liggen Woensdag 75 partijen kaas. Heerlijke volvette Goudse en pittige Leidse kaas, product van de bekwame Hollandse boerinnen, die ons land vooral in deze jaren een wereldnaam en wat ■meer zegt een wereldmarkt bezorgen. Deze zuivelexpositie is op aandrang van de boeren dit jaar wederom een onder deel van de „Vebo". Enig in ons land is de te houden „Vebo"-beoordelingswedstrijd voor lingen der Landbouwscholen. Uit het hele land komen ze hun theoretisch ver kregen kennis aan de practijk toetsen. De heer Van der Goot deelde o.m. nog mede, dat voor de veekeuring een zeer deskundige jury is aangezocht, t.w. de heren ir H. Wibbens, oud-directeur van het Ned. Rundvee-Stamboek, D. E. C. Hartog, directeur van „Vee-export", en Jac. van Griend, bestuurslid van het N.R.S. De „Vebo" heeft voor deze expositie ruim ƒ3500 aan geldprijzen ter beschik king, terwijl bovendien een aantal wis selbekers en een vrij groot aantal me dailles zal worden uitgereikt. De heer Bonda wees op de volle mede werking, die niet alleen van de agrari sche bevolking, maar ook van 20 ge meentebesturen werd ondervonden. Een speciaal woord van dank wilde hij niet onthouden. Voorts gewaagde hij va: gestadige groei van „zijn" vereniging, die dit jaar ruim 100 nieuwe leden mocht opnemen. Een woord van hulde richtte spr. ook tot de heer H. Horn, de actieve admini strateur, die de „Vebo"-belangen o{ voorbeeldige wijze dient. De opening van de tentoonstelling vindt op 29 September officieel eerst on: 12 uur in „Amicitia" plaats door de bur gemeester; voor het publiek worden de poorten om 9 uur „opengedraaid", jury is dan reeds een uur hard aan hei werk. 's Middags om 2 uur is er het défilé van de bekroonde dieren en om 3 uur volgt de lunch in „Zomerzorg". Wanneer wjj dit alles bezien, ontkomen wjj niet aan de indruk, dat er hier op het gebied van „vee en bodem" iets groots wordt verricht, dat aller mede werking en instemming moet hebben. Wat op de Leidse veemarkt zal worden 1 tentoongesteld, is het beste van het beste uit de Rijnstreek, waarvoor niet alleen I in het binnenland grote belangstelling bestaat, maar dat ook in het buitenland wordt gezocht om de uitstekende kwali teiten. Ook op het gebied van vee en zuivel met recht „Hollands Glorie", die onze zozeer begeerde exportmogelijk heden alleen maar kan vergroten. Thuis „Onze jonge Koningin thuis" van prof. dr J. Waterink, dat bij Zomer en Keuning verscheen, is van geheel an dere aard. Het doet ons de Koningin zien van haar geboorte tot op heden. Wie nu menen mocht, dat hij het grootste deel van het boek dan wel kent, die vergist zich schromelijk. Natuurlijk staan er bekende feiten en gebeurtenissen in. maar de wijze waarop prol. Wsterink x* beschrijft, de achtergrond die hij schil dert maken ook de bekende dingen nieuw. We weten allen, dat Prinses Juliana en Prins Bernhard zich in 1936 verloofden, maar wat daaraan vooraf ging, hoe ze het samen „zeer eens" wer den, dat wisten we niet en dat leest U in dit boek. Zeer interessant is ook het gedeelte, waar Koningin Juliana getekend wordt als moeder. Prof. Waterink, die het prinselijk gezin van naibij kent en wiens kopij eerst door de Prinses werd doorge lezen, laat zien dat op het paleis Soest- dijk een eoht Hollands gezin woont, waar de kinderen een degelijke opvoe ding krijgen en heus niet mogen doen, waf ze zelf maar willen. Leuk is de illustratie van dat deel van de kopij van er, waar hij vertelt, dat de niet kibbelen, niet vervelend steeds gehoorzaam zajm. Koningin Juliana heeft daarbij In de marge een paar grote uitroeptekens gezet. Prof. Waterink is paedagoog, dat blijkt telkens weer gelukkig niet op hin derlijke wijze en zo is zijn karakteri sering van de beide oudste Prinsesjes er een gewordein, die men met belangstel ling leest, evenals de motivering van het feit, dat de Prinsesjes bij Kees Boeke op school gedaan werden. Een enkele zin over de Prinsesjes Beatrix en Irene schrijven we hier over. „Wanneer men een kunstje gaat doen, dat een onmiddellijke intellectuele vaar digheid vraagt, dan zegt Irene al spoe dig: „Dat zal Trix wel beter kunnen dan ik"; maar wanneer men een moei lijk motorisch kunstje voordoet, bijv. „door je eigen handen kruipen", dan duurt het niet lang of Trix zegt: „Dat kan Irene natuurlijk beter dan ik." Een prettig en fraai geïllustreerd boek, dat ons Koningin Juliana een stuk nader brengt. Antwoord aan „Jager Peter" Het Centraal NIWIN-bureau schrijft is d. d. 23 September: Op 23 Augustus publiceerde de NLC een artikel van „Jager Peter", waarin hij op niet al te vriéndelijke toon sprak de inhoud van de jubileumpakket ten. Deze inhoud is echter het resultaat grondige overwegingen, waarbij alle aandacht is gegeven aan de wensen bij de troep; veiligheidsspelden komen in enkel jubileumpakket voor en han saplast is in de rimboe een even schaars als veel begeerd artikel. Het was (en is) intussen verre van de bedoeling van de NIWIN om het nuttige element uit de pakketten te weren, zoals Jager Peter blijkt te wensen. In één der vele honderden bedankbrie- en, die wij ontvingen, troffen wij een ser scherp geformuleerd oordeel over de inhoud der pakketten. Hier volgt de Hierbij kom ik U mijn hartelijke dank betuigen voor het jubileumpakket dat ik, als arts bij het Rode Kruis, het voorrecht had hedenmorgen te mogen ontvangen, ter ere van het 50-jarig ju bileum van H. M. onze Koningin! eer ik deze zending op prijs stel, in enkele woorden uit te druk- lar moge het U voldoende zijn hoe goed het mij deed de v« bondenheid te voelen, die door deze ze ding tot uitdrukking kwam en hoe ik getroffen was door de met zorg uitge zochte cadeautjes, die het bevatte. Moge de NIWIN immer slagen in haar E. F. Zikel, Arts bij het Roode Kruis Semarang vordering van 's lands belang, dan het Britse. Hier heeft de minister volkomen waarheid gesproken, want ons volk, dat nog spaarzaam was tot in het jaar 1945, is nu wel zó geschrokken van de hande lingen van minister Lieftinck, dat men iedere Nederlander zou willen toeroe pen: spaart geen cent, want van alles wat ge spaart, spaart ge niets in Uw eigen belang, maar alles in 's lands belang. Dit kan ik U als kleine ambtenaar vol komen bewijzen. Van 1940 t/m 1945 heb ben wij van kleding of huishoudelijke ar tikelen zo goed als niets kunnen kopen. De uitgaven voor het levensonderhoud werden steeds kleiner, omdat de rantsoe nering steeds minder werd. Tenslotte werd zelfs het gebruik van gas en elcctri- citeit stop gezet, zodat het maandtracte- ment grotendeels naar de spaarbank ging, de hoop, wanneer het einde van de oorlog mocht worden beleefd, het een en ander, wat dan dringend nodig zou zijn, kunnen kopen. Als goed Nederlanden bestreed men de zwarte handel, maar daar heb ik nu geweldig veel spijt van, want nu zeg ik nog dikwijls: ik had nog beter aardappe- kunnen kopen voor f 300 of 400 per mud. Dan hadden wij niet zo'n hon ger behoeven te lijden en, bovendien ging 1946, behalve de gewone inkom stenbelasting, toch nog ruim 50 pet. var de gespaarde centen als heffing ineens naar de pot van minister Lieftinck. Het verheugt mij, dat dit in het artikel NLC in het algemeen belang eens goed onder de ogen van het publiek is ge bracht. En ik zou graag willen, dat alle bladen de moed hadden, dit artikel over te nemen, dat de spaarders eens goed werden ingelicht en werden gewaar schuwd. Zodat zij allen wisten, dat zij een Bokking Gedurende het grootste deel van het jaar is bokking in ons land verkrijgbaar. In gestoomde vorm zien we ze van on geveer eind Juli afhankelijk van het openen der haringtrawMr angst tot aan Februari, Maart, in winkels en kraam pjes. Voor dit stomen gebruikt men uitslui tend versgevangen haring, die licht ge zouten is. Voor het gerookte product daarentegen gaat men uit van de zeer zoute pekelharing, de zogenaamde steur- haring. Het roken duurt veel langer en geschiedt ook volgens een andere me thode dan het stomen. Bij het stoimen wordt de vis door en dt>or gaar, het vel .gaat los om de vis heen zitten, en het visvlees blijft voch tiger en minder zout dan van de ge rookte. De houdbaarheid van deze ge stoomde bokking (ook wel Harderwijker of Lemster of strobokking genoemfl) is minder groot dan van de gerookte (En gelse- of spek- of zalmbokking): men moet ze over het algemeen niet langer dan 2 a 3 dagen Okoel) bewaren. Maar de voedingswaarde van deze ge stoomde vis is zeker even groot als die haring! Ze bevat, behalve 'kostelijk eiwit evenveel als een portie vlees van hetzelfde gewicht ook veel de vitaminen A en D zijn opgelost, en bovendien vefsterkende mi neraal-stoffen. Met zo'n kostelijk voe dingsmiddel, voor zo'n lage prijs ver krijgbaar, kan ons land zich gelukkig prijzen. Als broodbelegging zullen de meesten an u de gestoomde bokking, die zich zo gemakkelijk laat schoonmaken, wel ken- Maar wist u. dat ze ook het vlees kan vervangen by een warme maaltijd? Ook met groenten als bieten, rode kool. en sla, vormt gestoomde bokking goede combinatie, terwijl ze boven- dien zeer geschikt is ter verwerking in schoteltje van gort of macaroni. Recepten voor 4 personen. Stoofschotel aardappelen tomaten uien bokking: 1% kg aardappelen, 750 gr. tomaten, 4 flinke uien, 7 a 8 Harderwijkers, boter of margarine, peper, zout. De aardappelen schillen, in blokjes snijden en opzetten met weinig water, zout en boter of margarine naar smaak. pellen, in ringen snijden eh bij de aardappelen voegen. Ondetrussen de Harderwijkers schoon maken (van kop, vel en graten ontdoen) en de tomaten schilden. (Dit gaat gemak kelijk, door ze even in kokend water t« dompelen). Als de aardappelen en de uien gaar zijn, de in etukken gesneden tomaten erdoor roeren, even doorwar men en tenslotte van het vuur af voor zichtig de bokking met der massa ver mengen. Het geheel mag niet papperig worden. De stoofpot op smaak afmaken met peper en zout. Bokking-koekjes (een gerecht voor by de boterham). 100 gr. bloem of pannekoeksmeel, 1 dl melk, zout, peper, aroma, 2 gestoomde bokkingen, boter, margarine of olie. De bokking schoonmaken (van vel, kop graten ontdoen). De bloem of het Spijt van het sparen In de ?:LC van 15 Sept. wordt in artikel over spaa.'zin geschreven, dat -ister Lieftinct he ft opgemerk. L>t het Nederlandse /olk minder ge "oelig if voor eèn oproep tot medewerking aar de ■jpaajnamttftgTxs op gsaad «en de be niet sparen voor hun eigen kwade dag, j paonekoeksmeel m een kom doen, aan- maar voor de „kwade dag van' minister mengen met melk tot een diik beslag, er Lieftinck. |zout en peper en wat aroma door men- i en tenslotte de schoongemaakte en stukken verdeelde bokking er door leu zy id», j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 5