NED. VERENIGING VOOR KOELTECHNIEK
VIERT 40-JARIG BESTAAN
De „VEBO" -tentoonstelling
een agrarisch festijn
Op 2 of 3 October eten de Leidenaars
klapstuk van „Vebo"-dikbillen
wordt met reent Prinsesjes ni-
191 NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1943
De Sleutelstad was de bakermat
prof. Kamerlingh Onnes de pionier
De Nederlandse Vereniging voor Koeltechniek, gevestigd te Leiden, Pasteurstraat 1.
viert de volgende week te Leiden en te Amsterdam haar veertig-Jarig bestaan.
Koeltechniekvelen denken bjj het horen van dit woord aan een of ander am
bacht, zonder te beseffen, welk een breed terrein van wetenschap er achter schuilt.
Zonder te weten ook, welk een opleiding men nodig heeft, wil men zich op dit
gebied „deskundig" kunnen noemen. Enigermate is de belangstelling voor deze
techniek wetenschap liever gewekt, toen onlangs Jn Amsterdam het koelhuis
van Blaauwhoedenveem—Vriesseveem uitbrandde. Hier ging heel wat „koelte" door
het vuur teloor.
Het congres ter gelegenheid van het
40-jarig bestaan wordt a,s. Dinsdag in
„De Lakenhal" begonnen met de 70ste
algemene vergadering. De genodigden'uit
binnen- en buitenland worden dan be
groet en de voorzitter, dr ir W. J. Mul
ler, hoopt een herdenkingsrede uit te
spreken. Daarna volgen een officiële ont
vangst ten stadhuize, een bezoek aan het
Kam. Onnes-laboratorium en een samen
zijn en maaltijd in „Het Gulden Vlies".
De tweede dag, Woensdag, vindt de
voorzetting van het congres plaats in ge
bouw „Industria" te Amsterdam. Na een
excursie naar het Centraal Laboratorium
van de Bloedtransfusiedienst van hei
Nederl. Roode Kruis in het Binnengast
huis wordt de lunch gebruik in het In
ternationaal Cultureel Centrum, pavil
joen Vondelpark, waarna sluiting van
déze tweedaagse bijeenkomst volgt. Het
ligt in de bedoeling, gasten eji leden
daarna nog een boottocht door de Am
sterdamse havens en grachten aan te
bieden.
Om onze lezers wat op de hoogte te
brengen van de koeltechniek, volgt hier
onder een beschouwing over deze mate
rie. overgenomen uit „Bedrijf en Tech
niek".
In de Oudheid.
De koeltechniek aldus het blad
houdt zich bezig met kunstmatig opwek
ken van koude (onttrekken van warmte)
en het aanwenden daarvan voor allerlei
doeleinden.
Dat men van koude een nuttig gebruik
kon maken was reeds in het grijs ver
leden aan de toenmalige beschaafde
mensheid duidelijk geworden. Talrijke
berichten uit de Oudheid wijzen er op,
dat verschillende factoren, zoals de ver
hoging van de levensstandaard, de handel
met het Oosten en Zuiden, het ontstaan
van grote steden, .er toe leidden, metho
den te zoeken om sommige waren, vooral
levensmiddelen, te conserveren. De Ro
meinen maakten daartoe gebruik van
sneeuw en natuur-ijs (waartegen overi
gens de zedenmeesters Plinius en Seneca
hevig opponeerden als overdadige luxe),
naast de voor de hand liggende methode
om de opslagplaatsen voor licht beder
felijke levensmiddelen niet aan de zon
zijde te bouwen (Vitruvius). In de bad
huizen kende men het „frigidarium", de
koele kamer, waarin de bezoekers zich
begaven na het warme bad. Van kunst
matige koeling was daarin geen sprake.
Ook uit de late middeleeuwen komen
mededelingen tot ons over het gebruik
van sneeuw en ijs bij de bewaring, maar
ook bij de bereiding van gerechten in de-
fijne keuken.
In het midden van de 18e eeuw was
de natuurkundige kennis zo ver gevor
derd. dat men „kunstmatige koude" wist
op te wekken, met behulp waarvan bijv.
in 1759 voor het eerst kwikzilver in vaste
toestand .werd gebracht.
Snelle groei.
Een snelle groei dezer techniek was
echter pas omstreeks 1875 mogelijk, toen
de „ijsmachine" tot een bruikbaar appa
raat was ontwikkeld (Van Linde).
In 1876 voer het eerste schip, dat was
voorzien van ueen koelinstallatie, over de
Atlantische Oceaan. Het was de „Frigori-
fique", die een lading vlees van Argen
tinië naar Frankrijk transporteerde- In
de volgende decennia werden in ons land
de eerste openbare slachthuizen ge
bouwd, waaraan koelhuizen verbonden
werden voor het vlees en dikwijls een
ijsfabriek (ter onderscheiding van 't
„ijsje" tegenwoordig aangeduid als ruw-
ijs of kristal-ijs).
„Ijsmachine".
De technische ontwikkeling liet nu toe
„koude" te maken op grote schaal, het
geen het aantal toepassingen zeer deed
toenemen. Toch werd omstreeks 1900
koude nog in hoofdzaak gebruikt voor
het bewaren van vlees en vis, bij de bier
bereiding en het reeds genoemde fabri
ceren van ijs (hiernaar werd de machine
dan ook „ijs-machine" genoemd). Daar
naast vormden de kunstijsbanen
bevriezen van mijnschatten
Poetsch) toepassingen, die zeer de aan
dacht trokken. Geen wonder, want deze
laatste methode (sinds 1893 in Zuid-Lim
burg toegepast) maakte de ontginning
van die gedeelten van het Zuid-Lim
burgse steenkolenbekken mogelijk, welke
reeds geruime tijd tevoren waren ont
dekt, doch door moeilijkheden bij de
echachtdelving (doorsnijden van losse,
waterhoudende lagen) tot dat tijdstip
braak lagen.
Prof. Kamerlingh Onnes.
De natuurkundige wetenschap hield
zich in die tijd ingespannen bezig
met het gedrag van de materie bij
zeer lage temperatuur. Voor het be
reiken van steeds lagere temperatu
ren, met het doel om daarbij onder
zoekingen op verschillend gebied te
kunnen verrichten, was het Natuur
kundig Laboratorium te Leiden het
internationale centrum. Hier arbeid
de prof Kamerlingh Onnes en tal
loze buitenlandse geleerden kwamen
in het begin dezer eeuw naar Lei
den, om van de door hem bereikte
resultaten kennis te nemen en zelf
in het Laboratorium, dat thans zijn
naam draagt, te werken. Kamerlingh
Onnes was de leidende figuur op het
gebied van de studie der lage tem
peraturen en van de internationale
samenwerking.
Ned. Ver. van Koeltechniek 40 jaar.
Prof. Kamerlingh Onnes nam het ini
tiatief tot de oprichting van de Neder-
landsche Vereniging voor Koeltechniek
(23 September 1908), die zich belig zou
houden met de studie van het opwek
ken van de toepassing daarvan-
Achttien jaar lang (tot zijn overlijden
in 1926) leidde hij de Vereniging als haar
eerste voorzitter en verwierf zich daarbij
door zijn grote gaven van verstand en
gemoed de grootste verering in binnen-
en buitenland. Hij gaf door zijn persoon
aan de vereniging een grote bekendheid,
waarvan thans nog de vruchten worden
geplukt.
Het samengaan van de wetenschappe
lijke onderzoekers met de mensen van de
dagelijkse praktijk in één organisatie, is
buitengewoon vruchtbaar gebleken. Zo
bracht de koeltechniek physici, bedrijfs-
ingenieurs, adviserende ingenieurs en
fabrikanten van koelhuizen, reders, vis
serijdeskundigen en hygiënisten. Latei-
kwamen de biologen'en bio-chemici in de
kring. Zij bestuderen toch het gedrag' Bureau
plantaardige en dierlijke producten I Froid
geven van alle doeleinden,
tegenwoordig de kunstmatige koude
wordt opgewekt, behalve voor de reeds
genoemde bewaring van vlees
noemen het gebruik:
bij de fabricage van fotografische
platen:
bij het ontwikkelen van films;
in de zuivelindustrie;
in de chemische industrie;
in de olie-raffinaderijen;
voor 't concentreren van vruchten
sappen;
voor het bereiden van therapeutica
(sera, penicilline);
bewaren v
het drogen
plasma;
in de mijnbouw;
bij het bewaren
land- en tuinbouwproducten (fruit, snij
bloemen, bloembollen);
voor militaire doeleinden („de oorlog
in de Pacific werd gewonnen dank zij de
koelinstallaties en het D.D.T.!").
Koudè-congres.
De Ned. Ver. voor Koeltechniek heeft
zich steeds tot taak gesteld stimulerend
en coördinerend werkzaam te zijn.
ondervond daarbij veel .medewerking
de- zijde der Overheid, hetgeen er
weinig toe bijdroeg, dat het 7de Interna
tionale Koude-Congres, dat in 1936 onder
het hoge patronaat van H.M. Koningin
Wilhelmina te 's-Gravenhage bijeen
kwam, tot een gebeurtenis van interna
tionale betekenis werd.
Nieuwe mogelijkheden.
Systematisch onderzoek naar nieuwe
mogelijkheden, als bewaren van fruit
in een atmosfeer met verhoogd kool-
zuurgehalte, luchtbehandeling van
bedryfs- en woonruimten en meer
economische werkwijzen, is noodza
kelijk om Nederland niet te doen
achteraan komen bij andere landen.
Opleiding koude-techniek.
Wat de opleiding van koude-technici
betreft er bestaat aan de Technische
Hogeschool in Delft gelegenheid
werktuigkundige ingenieurs om af te stu
deren in koeltechnische richting,
opleiding van middelbaar en lager koel-
technisch personeel is evenwel zeer
voldoende Een veelzijdig samengestelde
commissie zal deze zaak bestuderen
aan de vereniging jrapport uitbrengen
omtrent maatregelen die tot verbetering
kunnen leiden. In ieder geval dient vak
literatuur beschikbaar te komen, liefst
oorspronkelijke Nederlandse, maar
vertalingen van recente publicaties
andere talen.
Daarnevens vraagt het contact met het
n het Instituut International du
met de Benelux-partners
i de vereniging.
Voor de vrede!
bij de bewaring en verwerking tot voe-| aandacht
dingsmiddelen. Dit werd vooral nodig,
boen men zich niet langer bepaalde tot
het verlengen van de bewaarduur door' Moge zij haar taak vervullen met veel
koelen, maar door het bevriezen van hetj energie, in de geest die de grote voor
product deze bewaarduur vrijwel onbe- gangers reeds in 1908 te Parijs bezielde:
perkt verlengde. een steentje bij te dragen voor het
welzijn en de vrede der volkeren!
Onontbeerlijk zal haar daarbij de steun
Het is onmogelijk hier een zelfs maar' zijn van allen, wier arbeid de belang-
bij benadering volledige opsomming te stelling uitgaat naar de koeltechniek.
Wat i
i „koelt" en bevriest, i
LEIDS PALET
Ernstige regelmaat en
uitzonderlijke begaafdheid
Eet beukenootjes met mate
Dit jaar geeft ons weer een rijke oogst
aan beukenootjes. Overal worden ze dan
ook al druk verzameld. Hoewel zij niet,
zoals in de oorlogstijd, gebruikt zullen
worden als een aanvulling van het voed
sel, moet toch tegen een overmatig ge
bruik ervan gewaarschuwd worden.
Er kunnen zich n.l. bij het eten van
gfote hoeveelheden beukenoten vergifti
gingsverschijnselen voordoen, meestal
bestaande uit hoofdpijn, misselijkheid,
braken, darmstoornissen en in ernstige
gevallen zelfs,- uit krampen en bewuste
loosheid.
Omtrent de aard van de giftige stof
lopen de meningen uiteen. Deze stof is in
water oplosbaar en komt niet voor in de
olie, die uit de nootjes geperst wordt.
Gebleken is, dat de bereiding van de
nootjes géén invloed heeft op de giftige
stof, zodat deze niet vernietigd wordt
door het bakken of poffen der beuke
nootjes.
Al is niet ieder even gevoelig voor het
vergif, toch is het raadzaam niet meer
dan een handjevol (pl.m. 50 stuks) beu
kenootjes na elkaar te gebruiken.
De tabaksoogst 1948 van Sumatra's
Oostkust wordt geschat op 15 k 16.000
pakken; voor de oorlog bedroeg dit
meestal 125.000 pakken, doch vorig jaar
"d«chU 750.
Het is niet zó maar: een getuigschrift,
maar het oordeel van baron I. Opsomer,
directeur van het „Nationaal Hooger
Instituut en de Kon. Academie der
Schone Kunsten" te Antwerpen, dat ik
hier in mijn handen heb en dat die jonge
kerel tegenovep mij bestempelt als één
van de belangrijke schilders van de toe
komst. „Tijdens zijn verblijf aan deze
kunstschool gaf voornoemde leerling
steeds blijk van grote ijver, ernstige regel
matigheid en uitzonderlijke begaafdheid."
Het werd gedateerd op 16 Juli 1941 en
de toen 21-jarige Han Werz meegegven
na drie jaren van studie in de schone
Scheldestad; drie jaren van techniek en
sfeer, die hun sporen achterlieten.
„Nog een vierde jaar kwam er bij",
zegt hij, „maar dat was nogal brokkelig.
En daarna ging ik naar de Haagse Aca-
demiei waar ik een jaar portret-tekenen
en schilderen leerde bij Han van Dam en
figuur tekenen bij Meyer."
Ik herinner mij, terwijl ik naar hem
luister, verschillende aan de kamerwand
hangende schilderijen van de tentoonstel
ling in Januari van dit jaar, stillevens in
bescheiden warme kleuren en donkere
toetsen. En in het grote portret van de
jonge mevrouw Werz valt mij opnieuw
de vlotte, bijna schetsmatige manier van
uitwerken op. die mij ook toen zo frap
peerde. Fel en hard is ook dit portret
van de jonge vrouw. En als toen
raken wij weer in een levendig debat
daarover.
Maar dan begint Han Werz over zijn
onderduiktijd: in Mei 1943 naar zijn
ouders in Roozendaal, geronseld vpor
Frankrijk, waar hij in Cherbourg terecht
kwam, ondergedoken bij een boer in het
Brabantse dorpje Sprundel en later in het
vergeten gehucht Loosbroek bij Heeswijk.
„Daar ontdekte ik hem! In de zomer
van 1944", zegt triomfantelijk het -mollige
vrouwtje, dat mij zo even vol trots haar
zes maanden oude zoon liet bewonderen.
„Het was liefde op het eerste gezicht! En
hij was mij na een driedaagse kennisma
king trouw door heel die vreselijke oor
logswinter heen. Want toen mijn 14 dagen
vacantie om waren, moest ik terug naar
Leiden. En toen kwam de landing bij Nij
megen en de spoorwegstaking en de be
vrijding van het Zuiden.
Ze peinst er gelukkig over na, terwijl
ze aan een lichtblauw baby-truitje breit
en haar man met een verre glimlach in
zy'n mappen zit te zoeken.
„Hier, Cherbourg!" zegt hü, een fijn
etsje voor mij schuivend.
„Zit schilderen eigenlijk in de familie
bij u?" vraag ik.
„Ja," knikt hij en schuift een ander
etsje over het kijkje in Cherbourg.
„Mijn grootvader was kunstsmid en
een broer van mijn vader was leraar
tekenen aan het lyceum te Roozendaal.
Mijn vader was ook artistiek begaafd,
maar kon zijn talenten niet ontwikkelen
door materiële omstandigheden. Mijn
oudste broer hij is nu dood was aan
de Haagse academie gevormd als leraar
tekenen M.O. en een andere broer heeft
op het ogenblik een kunsthandel in Roo
zendaal. Daar hield ik mijn eerste expo
sitie in 1945"
„En de kleine Stephan mag óók schil
der worden,'gis hij wil!" lacht zijn
leven, sopt niet vet. Het echtpaar Werz
drijft er wel een handel in antiek bij
de „Spaanse Pot" aan het Rapenburg
heeft vooral voor studenten nogal aan
trekkingskracht maar de nood der
tijden doet zich hier toch het ergst voe
len. Er is immers geen geld voor het
noodzakelijke bij zeer velen? Hoe zou
men dan iets, hoe weinig ook, kunnen
missen voor luxe? En daaronder woi-dt
kunst helaas nog altijd gerekend.
,Ach, en wat i s je werk, in guldens
uitgedrukt, nou eigenlijk waard?" zegt
hij aarzelend. „Eind Juli reed er
Jit* k zdlt-.
Woekert over Koningin Juliana
In de stroom van Oranjelitteratuur, die de laatste tijd over ons volk is uitgegoten,
trekken enkele boeken de aandacht, omdat ze gewijd zijn aan de beschrijving van
het leven van Koningin Juliana. We moeten voor deze boeken dankbaar zijn om
dat ze het beeld van onze nieuwe Koningin completeren- Teveel nog zien we
Koningin Juliana als het prinsesje van weleer.
aI Het boek voert geen pretentie, het ii
Ambassadrice een sober relaas. Maar juist die soher-
Vooral het bij Daamen in Den Haag held toont ons de grote betekenis van
verschenen boek van R. Marsman „Haar Prinses Juliana in die bange oorlogs-
werk ging door" laat haar, die deze jaren te duidelijker.
maand de troon beklom, zien in de be- Een boek om te bezitten, mede omdat
tekenis, die zij in de oorlogsjaren had j het verlucht is met honderdvijftig mooie,
voor de Nederlandse zaak. Al was zij j hier te lande onbekende foto's van d«
toen ver van haar vaderland, zij vergat Prinses en haar familie,
haar land en de belangen van haar land
i zij moeder 1
In Canada
kleine Prinsesjes, maar ze was tevens
een onvolprezen ambassadrice voor het
kleine land aan de Noordzee. Tal van
bezoeken heeft ze gebracht bij Roose
velt, in Suriname en Curagao, in Vene
zuela en tal van plaatsen in de Ver
enigde Staten.
Een enkel voorbeeld moge illustreren,
hoe zij haar taak volbracht.
De Prinses zou een bezoek brengen
aan Chicago, de stad die het langst ge
vochten had voor Amerika's afzijdigheid
van het Europese conflict. Men was niet
erg gesteld op het bezoek van de Ne
derlandse Prinses. Het koningschap acht
te men een verouderde instelling uit, een
onder de voet gelopen landje.
De eerste vraag op de persconferentie
ging dan ook als een kanonskogel af:
„Well Princess, denkt U nog wel ooit
eens terug te gaan naar Uw vaderland?"
Er was even stilte. En daarna ant
woordde Prinses Juliana rustig, met haar
zachte stem: „Twijfelt U er aan, dat wij
de oorlog zullen winnen?"
Met één slag was de conferentie voor
de Prinses.
Wanneer op Woensdag 29 September a.s. het jaarlijks terugkerend „agrarisch
festijn", de „Vebo"-tentoonstelling, in aanwezigheid van de Commissaris der
Koningin mr L. A. Kesper en de directeur-generaal van de Landbouw ir C.
Staff door burgemeester jhr mr F- H. van Kinschot wordt geopend, dan
staat er op de Leidse veemarkterreinen een record aantal van bijna 1000
dieren, die bij wijze van spreken het „neusje van de zalm" uit de Rijn
streek betekenen. Dit deelde de energieke voorzitter van de Vebo ons op
een gehouden persconfrentie mede en de heer J. W. Bonda wees er voorts
op, dat dit alleen te danken is aan de grote en nog groeiende belangstelling
vdor de „Vebo". De agrarische bevolking van de Rijnstreek gaat het belang
inzien van deze hoogtij-keurdag.
J. van der Goot te Wassenaar deskun
dig medewerker aan ons blad gaf ver
volgens een overzioht van wat er alzo op
de „Vebo"-tenitoonstelling te zien zal
1 I illustratie var
Om het allerbeste materiaal op de
„Vebo"-keuring te kunnen brengen, heb
ben de plaatselijke fok- en contróle-
nigingen, aangesloten bij de bond
rundveefokverenigingen in de Rijn
streek, zoals bekend, reeds in de afge
lopen periode fokveedagen georgani
seerd. Dit had twee grote voordelen voor
de „Vebo".
Iedere boer, die enig materiaal heeft,
■kwam -hier en dus werd als hét ware een
voorkeuring gehouden, want de dieren,
m de een of andere reden niet voor
prijs in aanmerking kwamen, be-,
hoeven de veehouders niet naar Leiden
te sturen. Bovendien komt een jonge
fokker er lichter toe, zijn beesten in
eigen omgeving te laten keuren, dan
direct naar de „Vebo"-keuring te zenden.
Het tweede voordeel is dat de mensen,
die op de plaatselijke fokveedagen in
zonden en dus ook zelf aanwezig waren,
beeld hebben gekregen, hoe er wordt
gekeurd en dit kan tevens voor hen een
stimulans voor het verder fokken in
houden, terwijl bovendien de ervaren
fokkers met hun materiaal werken naar
het doel, dat het Ned- Rundvee-Stam
boek beoogt: het beste vee.
De bij uitstek deskundige inspecteur
in het N.R.S., die kortgeleden secre
taris van de „Vebo" is geworden, de heer
Van het zwartblaarveeslag zijn
geveer 300 individuele inschrijvingen met
42 groepen of collecties. Bovendien 16
eigenaars-groepen, elk van ca 10 koeien.
De zwartbonten zijn vertegenwoordigd
door 175 individuele inschrijvingen
groepen.
Voor de derde maal worden paarden
op de „Vebo" aangevoerd en het moet
opgemerkt: met toenemende belangstel
ling; 75 geselecteerde warmbloeden
geschreven in het V.L.N. Een bezoek
de „Vebo" alleen al waard!
Er zijn varkens en varkens. Op
,Vebo" komen er 50 van het z.g. York
shire-type, élite-dieren die aan hoge e:
voldoen.
De ook geregistreerde schapen van
Texel-type met hun prachtige wol
bouw zijn eveneens aanwezig: 125
inzendingen uit de beste stallen
Zuid-Holland.
Van het Shane-ras worden 50 g
verwacht, die alle zeer bijzondere e
schappen bezitten.
Klapstuk voi
Lezers schrijven ons:
Hansaplast in de rimboe veel begeerd artikel
veewagen door mijn étalage-raam. Ik
kreeg de waarde van het antiek keurig
terug van de verzekering, maar over een
schilderijtje van mij, dat zwaar bescha-
Materiële omstandigheden, die het hem digd was, konden we het maai- niet eens
verhinderen zouden, mogen voor hèm worden. Tenslotte moesten wij accorde-
niet bestaan. Die kikker daar is zijn ren op f37.50, de waarde van linnen,
spaarpot! Daar gaan de centjes in, die hout, lijst, verf en het uurloon voor de
over zijn van de boodschappen!" maker! Geestelijke waarden werden niet
„Zijn het er wel véél?" vraag ik pla- vergoed! Daar staat tegenover dat i't
gend. Maar ik meen het ernstig. Want, iemand, die door iets in mijn werk ge-
wk aia Sao Wem van kunst moet1 koffen is, maar geen geld heeft, graag.
thie?'
„Maar Leiden heeft mij, sinds ik mij
hier in November 1945 vestigde,
teleurgesteld!" zegt de kunstenai
slotte zeer ernstig ..Er kon meer alge
mene belangstelling en ook meer onde'
linge samenwerkinr zijn .Maar we hel
ben nog geen gebrek gleden!"
En dat is al héél wat!
de hutspot!
Op de „Vebo" zullen verder 75 vette
koeien staan, die hoewel ongere
gistreerd toch stuk voor stuk goed
in hun vet zullen zitten. Hieronder
bevinden zich de z.g.n. „dikbillen".
Een aardige bijzonderheid is, dat
deze beesten de dag na de keuring
naar het slachthuis worden gebracht
en waarschijnlijk, in kleine stukjes
natuurlijk het vleesrantsoen laat
geen hele achterhand. toe de Za
terdag en de Zondag daarop op de
borden van de Leidenaren zullen
liggen,
'In het Marktgebouw op het veemarkt-
terrein liggen Woensdag 75 partijen kaas.
Heerlijke volvette Goudse en pittige
Leidse kaas, product van de bekwame
Hollandse boerinnen, die ons land vooral
in deze jaren een wereldnaam en wat
■meer zegt een wereldmarkt bezorgen.
Deze zuivelexpositie is op aandrang van
de boeren dit jaar wederom een onder
deel van de „Vebo".
Enig in ons land is de te houden
„Vebo"-beoordelingswedstrijd voor
lingen der Landbouwscholen. Uit het
hele land komen ze hun theoretisch ver
kregen kennis aan de practijk toetsen.
De heer Van der Goot deelde o.m. nog
mede, dat voor de veekeuring een zeer
deskundige jury is aangezocht, t.w. de
heren ir H. Wibbens, oud-directeur van
het Ned. Rundvee-Stamboek, D. E. C.
Hartog, directeur van „Vee-export", en
Jac. van Griend, bestuurslid van het
N.R.S.
De „Vebo" heeft voor deze expositie
ruim ƒ3500 aan geldprijzen ter beschik
king, terwijl bovendien een aantal wis
selbekers en een vrij groot aantal me
dailles zal worden uitgereikt.
De heer Bonda wees op de volle mede
werking, die niet alleen van de agrari
sche bevolking, maar ook van 20 ge
meentebesturen werd ondervonden. Een
speciaal woord van dank wilde hij niet
onthouden. Voorts gewaagde hij va:
gestadige groei van „zijn" vereniging, die
dit jaar ruim 100 nieuwe leden mocht
opnemen.
Een woord van hulde richtte spr. ook
tot de heer H. Horn, de actieve admini
strateur, die de „Vebo"-belangen o{
voorbeeldige wijze dient.
De opening van de tentoonstelling
vindt op 29 September officieel eerst on:
12 uur in „Amicitia" plaats door de bur
gemeester; voor het publiek worden de
poorten om 9 uur „opengedraaid",
jury is dan reeds een uur hard aan hei
werk. 's Middags om 2 uur is er het défilé
van de bekroonde dieren en om 3 uur
volgt de lunch in „Zomerzorg".
Wanneer wjj dit alles bezien, ontkomen
wjj niet aan de indruk, dat er hier op
het gebied van „vee en bodem" iets
groots wordt verricht, dat aller mede
werking en instemming moet hebben.
Wat op de Leidse veemarkt zal worden
1 tentoongesteld, is het beste van het beste
uit de Rijnstreek, waarvoor niet alleen
I in het binnenland grote belangstelling
bestaat, maar dat ook in het buitenland
wordt gezocht om de uitstekende kwali
teiten. Ook op het gebied van vee en
zuivel met recht „Hollands Glorie", die
onze zozeer begeerde exportmogelijk
heden alleen maar kan vergroten.
Thuis
„Onze jonge Koningin thuis" van
prof. dr J. Waterink, dat bij Zomer en
Keuning verscheen, is van geheel an
dere aard. Het doet ons de Koningin zien
van haar geboorte tot op heden. Wie nu
menen mocht, dat hij het grootste deel
van het boek dan wel kent, die vergist
zich schromelijk. Natuurlijk staan er
bekende feiten en gebeurtenissen in.
maar de wijze waarop prol. Wsterink x*
beschrijft, de achtergrond die hij schil
dert maken ook de bekende dingen
nieuw. We weten allen, dat Prinses
Juliana en Prins Bernhard zich in 1936
verloofden, maar wat daaraan vooraf
ging, hoe ze het samen „zeer eens" wer
den, dat wisten we niet en dat leest U
in dit boek.
Zeer interessant is ook het gedeelte,
waar Koningin Juliana getekend wordt
als moeder. Prof. Waterink, die het
prinselijk gezin van naibij kent en wiens
kopij eerst door de Prinses werd doorge
lezen, laat zien dat op het paleis Soest-
dijk een eoht Hollands gezin woont,
waar de kinderen een degelijke opvoe
ding krijgen en heus niet mogen doen,
waf ze zelf maar willen. Leuk is de
illustratie van dat deel van de kopij van
er, waar hij vertelt, dat de
niet kibbelen, niet vervelend
steeds gehoorzaam zajm. Koningin
Juliana heeft daarbij In de marge een
paar grote uitroeptekens gezet.
Prof. Waterink is paedagoog, dat blijkt
telkens weer gelukkig niet op hin
derlijke wijze en zo is zijn karakteri
sering van de beide oudste Prinsesjes er
een gewordein, die men met belangstel
ling leest, evenals de motivering van het
feit, dat de Prinsesjes bij Kees Boeke op
school gedaan werden.
Een enkele zin over de Prinsesjes
Beatrix en Irene schrijven we hier over.
„Wanneer men een kunstje gaat doen,
dat een onmiddellijke intellectuele vaar
digheid vraagt, dan zegt Irene al spoe
dig: „Dat zal Trix wel beter kunnen
dan ik"; maar wanneer men een moei
lijk motorisch kunstje voordoet, bijv.
„door je eigen handen kruipen", dan
duurt het niet lang of Trix zegt: „Dat
kan Irene natuurlijk beter dan ik."
Een prettig en fraai geïllustreerd boek,
dat ons Koningin Juliana een stuk nader
brengt.
Antwoord aan „Jager
Peter"
Het Centraal NIWIN-bureau schrijft
is d. d. 23 September:
Op 23 Augustus publiceerde de NLC
een artikel van „Jager Peter", waarin
hij op niet al te vriéndelijke toon sprak
de inhoud van de jubileumpakket
ten. Deze inhoud is echter het resultaat
grondige overwegingen, waarbij alle
aandacht is gegeven aan de wensen bij
de troep; veiligheidsspelden komen in
enkel jubileumpakket voor en han
saplast is in de rimboe een even schaars
als veel begeerd artikel. Het was (en is)
intussen verre van de bedoeling van de
NIWIN om het nuttige element uit de
pakketten te weren, zoals Jager Peter
blijkt te wensen.
In één der vele honderden bedankbrie-
en, die wij ontvingen, troffen wij een
ser scherp geformuleerd oordeel over
de inhoud der pakketten. Hier volgt de
Hierbij kom ik U mijn hartelijke
dank betuigen voor het jubileumpakket
dat ik, als arts bij het Rode Kruis, het
voorrecht had hedenmorgen te mogen
ontvangen, ter ere van het 50-jarig ju
bileum van H. M. onze Koningin!
eer ik deze zending op prijs stel,
in enkele woorden uit te druk-
lar moge het U voldoende zijn
hoe goed het mij deed de v«
bondenheid te voelen, die door deze ze
ding tot uitdrukking kwam en hoe ik
getroffen was door de met zorg uitge
zochte cadeautjes, die het bevatte.
Moge de NIWIN immer slagen in haar
E. F. Zikel,
Arts bij het Roode Kruis
Semarang
vordering van 's lands belang, dan het
Britse. Hier heeft de minister volkomen
waarheid gesproken, want ons volk, dat
nog spaarzaam was tot in het jaar 1945,
is nu wel zó geschrokken van de hande
lingen van minister Lieftinck, dat men
iedere Nederlander zou willen toeroe
pen: spaart geen cent, want van alles
wat ge spaart, spaart ge niets in Uw eigen
belang, maar alles in 's lands belang.
Dit kan ik U als kleine ambtenaar vol
komen bewijzen. Van 1940 t/m 1945 heb
ben wij van kleding of huishoudelijke ar
tikelen zo goed als niets kunnen kopen.
De uitgaven voor het levensonderhoud
werden steeds kleiner, omdat de rantsoe
nering steeds minder werd. Tenslotte
werd zelfs het gebruik van gas en elcctri-
citeit stop gezet, zodat het maandtracte-
ment grotendeels naar de spaarbank ging,
de hoop, wanneer het einde van de
oorlog mocht worden beleefd, het een en
ander, wat dan dringend nodig zou zijn,
kunnen kopen.
Als goed Nederlanden bestreed men de
zwarte handel, maar daar heb ik nu
geweldig veel spijt van, want nu zeg ik
nog dikwijls: ik had nog beter aardappe-
kunnen kopen voor f 300 of 400
per mud. Dan hadden wij niet zo'n hon
ger behoeven te lijden en, bovendien ging
1946, behalve de gewone inkom
stenbelasting, toch nog ruim 50 pet. var
de gespaarde centen als heffing ineens
naar de pot van minister Lieftinck. Het
verheugt mij, dat dit in het artikel
NLC in het algemeen belang eens goed
onder de ogen van het publiek is ge
bracht. En ik zou graag willen, dat alle
bladen de moed hadden, dit artikel over
te nemen, dat de spaarders eens goed
werden ingelicht en werden gewaar
schuwd. Zodat zij allen wisten, dat zij
een
Bokking
Gedurende het grootste deel van het
jaar is bokking in ons land verkrijgbaar.
In gestoomde vorm zien we ze van on
geveer eind Juli afhankelijk van het
openen der haringtrawMr angst tot aan
Februari, Maart, in winkels en kraam
pjes.
Voor dit stomen gebruikt men uitslui
tend versgevangen haring, die licht ge
zouten is. Voor het gerookte product
daarentegen gaat men uit van de zeer
zoute pekelharing, de zogenaamde steur-
haring. Het roken duurt veel langer en
geschiedt ook volgens een andere me
thode dan het stomen.
Bij het stoimen wordt de vis door en
dt>or gaar, het vel .gaat los om de vis
heen zitten, en het visvlees blijft voch
tiger en minder zout dan van de ge
rookte. De houdbaarheid van deze ge
stoomde bokking (ook wel Harderwijker
of Lemster of strobokking genoemfl) is
minder groot dan van de gerookte (En
gelse- of spek- of zalmbokking): men
moet ze over het algemeen niet langer
dan 2 a 3 dagen Okoel) bewaren.
Maar de voedingswaarde van deze ge
stoomde vis is zeker even groot als die
haring! Ze bevat, behalve
'kostelijk eiwit evenveel als een portie
vlees van hetzelfde gewicht ook veel
de vitaminen A en D zijn
opgelost, en bovendien vefsterkende mi
neraal-stoffen. Met zo'n kostelijk voe
dingsmiddel, voor zo'n lage prijs ver
krijgbaar, kan ons land zich gelukkig
prijzen.
Als broodbelegging zullen de meesten
an u de gestoomde bokking, die zich zo
gemakkelijk laat schoonmaken, wel ken-
Maar wist u. dat ze ook het vlees
kan vervangen by een warme maaltijd?
Ook met groenten als bieten, rode kool.
en sla, vormt gestoomde bokking
goede combinatie, terwijl ze boven-
dien zeer geschikt is ter verwerking in
schoteltje van gort of macaroni.
Recepten voor 4 personen.
Stoofschotel aardappelen tomaten
uien bokking:
1% kg aardappelen, 750 gr. tomaten, 4
flinke uien, 7 a 8 Harderwijkers, boter
of margarine, peper, zout.
De aardappelen schillen, in blokjes
snijden en opzetten met weinig water,
zout en boter of margarine naar smaak.
pellen, in ringen snijden eh bij
de aardappelen voegen.
Ondetrussen de Harderwijkers schoon
maken (van kop, vel en graten ontdoen)
en de tomaten schilden. (Dit gaat gemak
kelijk, door ze even in kokend water t«
dompelen). Als de aardappelen en de
uien gaar zijn, de in etukken gesneden
tomaten erdoor roeren, even doorwar
men en tenslotte van het vuur af voor
zichtig de bokking met der massa ver
mengen. Het geheel mag niet papperig
worden. De stoofpot op smaak afmaken
met peper en zout.
Bokking-koekjes (een gerecht
voor by de boterham).
100 gr. bloem of pannekoeksmeel, 1 dl
melk, zout, peper, aroma, 2 gestoomde
bokkingen, boter, margarine of olie.
De bokking schoonmaken (van vel, kop
graten ontdoen). De bloem of het
Spijt van het sparen
In de ?:LC van 15 Sept. wordt in
artikel over spaa.'zin geschreven, dat
-ister Lieftinct he ft opgemerk. L>t het
Nederlandse /olk minder ge "oelig if
voor eèn oproep tot medewerking aar
de ■jpaajnamttftgTxs op gsaad «en de be
niet sparen voor hun eigen kwade dag, j paonekoeksmeel m een kom doen, aan-
maar voor de „kwade dag van' minister mengen met melk tot een diik beslag, er
Lieftinck. |zout en peper en wat aroma door men-
i en tenslotte de schoongemaakte en
stukken verdeelde bokking er door
leu zy
id», j