BERLIJN LEEFT OP DE RAND VAN EEN VULKAAN Pijpenpijpen en nog eens pijpen Enkele gedachten over de moderne literatuur II Mt deie yeekr Beroepskeuze Met volle harten ■t 3 ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1948 SCHIETEN IS BETER DAN STOF AFNEMEN (Van een onzer verslaggevers) Wie als kersvers krantenman, zo van vacantle, aankomt in dit Berlijn, rondwandelt, rondkijkt en praat men de mensen, doet een merkwaardige ervaring op. Plotseling is hij er zich van bewust, als een dom jongetje, zolang op het strand gegraven te hebben, dat de vloed hem helemaal heeft afgesloten van de veilige hoogte waarop avder en moeder zitten. En waar is nu de politie-agent op het hoge paard, die hem halen komt? Collega's, die hier langer zijn, die heel nensboppe irn Berlijn en haar wrakken de Berlijnse geschiedenis van het begin tot nu toe meemaakten, waarschuwden- „jonge pas nou op, dat je de zaak niet te klein ziet. Het gaat niet om de honger hier. Het gaat niet om de luchtbrug, het gaat niet om de Potzdamerplatz, maar het gaat erom of, evenals in 1945 aan de Oder in 1948?, 1949?, aan de Rijn in Rus sische letters zal staan: „De vrouwen, soldaten, zijn van jullie!" Als huisvader schrik je van die rauwe lal en je vraagt je af, of het misschien komt, doordat deze mannen sinds jaar en deze sfeer leven, dat ze zo praten, ze wellicht een klap van de Ber lijnse angstmolen beet hebben. En je gaat weer naar buiten en kijkt i praat en luistert. En wat je ziet is dit: een tot het uiter ste correcte geallieerde bezettingsmacht, gepersonificeerd in vijf lange M.P.'s, die onder een typische Schotse sergeant, armen gekruist boven de smetteloos tte pistoolholsters, achter even nieuw blinkende ijzeren staven, uitkijken over de Potzdamerplatz. Of er aan de andere van het hek een Duitse politieagent een Russische patrouille wordt neergeslagen zoals onlangs gebeurde aan de benen de Russische sector wordt binnengesleept kan hen wel als sen, maar niet als officiële bewakers de Union Jack interesseren, omdat lij heel goed weten, dat een dergelijke actie, alleen maar is opgezet, om hen uit de tent te lokken. Tegenover deze passieve, keurig nette Engelsen, staat de Russische patrouille, die brutaalweg de straat overslentert, met lompe stappen langs de M.P. loopt i, als U het mij vraagt, niets anders komt doen, dan om een opstopper vra gen. die een oorlog ontketenen kan. Terwijl alle Westerse geallieerden er xorgvuldig voor waken de Russische zone naar met een stap te betreden, rij- •n rossen lorries vol Russische sol daten links en rechts door alle zones Ongemoeid. De bedoeling van al deze acties is duidelijk. Aan de ene zijde pogen zij de Engel sen, Amerikanen en Fransen te prikke len. Een tegen een spatbord gegooide steen kan bij wijze van spreken al vol doende zijn om de Russen te doen ver klaren: nu kan het toch niet langer, nu moeten wij ingrijpen. Anderzijds bedoelden zij het vertrou- 'en van de Duitsers te ondermijnen. En geloof gerust, dat het heel wat is voor ;n Duitser, die alles ongehinderd te en en toch nog te blijven vasthouden in het Westen. Heel deze Russische provocatie herin nert sterk aan de V is Victorie-propa- ganda van de Duitsers destijds. Ook toen ondermijnen van de geestkracht der be lette landen. De bevolkingen om de oren slaan met de nederlagen der geallieer den- Om ze op de knieën te krijgen. Het effect toen is gelijk aan het effect u. Ondanks de Russische beloften van kolen en voedsel, ondanks de hele dag volop licht en gas in de Russische sec- an Berlijn blijft de Benlijner vast houden aan het Westen. Zeggen de chauffeurs die U rondrijden: als jullie de Russen uit Berlijn gooien doen wij lee! Maar van uitgooien zal nooit sprake tjjn. Wij Westerse mensen zijn zo be schaafd. We hebben zoveel geweten, zo veel neem-me-niet-kwalijk's en dait- fcun-je-toch-niet-doen's! Voorbeeld Om een voorbeeld te noemen Er staat hier, midden in de Britse xstor, een Russische zender. Daarover •orden dag aan dag de Westerse ge- llieerden uitgekleed op een manier, die' Goabbels tot een stotterend kond maakt. Vlak (na-ast die zender bouwden de Duitsers indertijd een bunker. Volgens het verdrag vain Potsdam moeten alle bunkers in de stad opgeblazen worden. Dat doet men ijverig. Te ijverig zeggen de Benlijners. Want de grobe bunker bij de Zoo, de Berlijnse dierentuin, die na de oorlog was ingericht als ziekenhuis, bliezen de Britten kort geleden nog op, ondanks het verzoek van het Berlijnse oestuur het niet te doen, omdat er toch al zo weinig ziekenhuisruimte is. Maar Potsdam moet nageleefd worden «n dus: weg er mee. De Russen mochten slist niet! Maar dat wij er, naar Gods belofte, met huid en haar uit zullen komen! Nieuwe Kerk volgende week open voor publiek De Nieuwe Kerk te Amsterdam, in de volle pracht van de versiering der In huldiging, zal Maandagmiddag om vier uur voor het publiek ter bezichtiging worden opengesteld. Ook de regalia, de Rijkskroon, de Rijksappel, het Rijks zwaard en de Scepter zullen te zien zijn. De kerk is open Maandag van 48 uur n.m., Dinsdag en Woensdag van 1020 uur; de helft van de entréeprijs is be stemd voor de Stichting Herstellings oorden voor Oud-Illegale Werkers. Het rapport van de Londense politie meldt, dat tijdens de twee weken van de Olympische Spelen het Wembly Stadion en de Empire Pool door 908.000 toeschou wers zijn bezocht. Er zijn in die periode slechts 8 zakkenrollers aan het werk ge weest; een man werd betrapt op het ste len van souvenirs. Zeven fietsen zijn ge stolen; twee anderen en een auto ver dwenen maar zijn later weer terugge vonden. Op bezoek bij een merkwaardige verzamelaar in Zeist (Van een onzer verslaggevers) tJ)at zijn ze nog lang niet allemaal, want er liggen nog heel wat exem plaren in kisten opgeborgen, waarvoor geen plaats te vinden is", zegt de heer H. v. d. Hoef Jr te Zeist, wanneer we even sprakeloos staan bij de pijpen en nog eens pijpen, die in een der bovenvertrekken de%muren sie ren. De vreemdste modellen en primitiefste vormen treft men bij deze in drukwekkende collectie aan, wie zou ook kunnen vermoeden, dat er zoveel variaties op het eenvoudige thema „pijp" mogelijk waren Wanneer men langs de wanden ziet, zien ergens de kop van Hitler in een pij- Laat de vlaggen wapperen De vlaggen uit! de vlaggen uit! Laat wapp'ren Neerlands kleuren! Ze spreken in hun eigen taal Van 't feestelijk gebeuren. Waar 't Vorstenhuis „Oranje" troont Daar wordt een Koningin gekroond; Laat wapp'ren dus het rood, wit, blauw Voor Juliana van Nassau! De vlaggen uit! de vlaggen uit! Laat Juliana 't weten, Dat allen Haar als Koningin Van harte welkom heten. Zij maakte zich by elk bemind, Vanaf de grijsaard tot het kind; Laat wapp'ren dus het rood, wit, blauw Voor Juliana van Nassau! De vlaggen uit! de vlaggen uit! Voor Haar, die wij vereren! De Vrouw, Die aller harten won Zal Nederland regeren. Zij doet het oude woord gestand: Oranje hoort by Nederland"! Laat wapp'ren dus het rood, wit, blauw Voor Juliana van Nassau! Gré KempenSterkenburg. Maar die bunker naast de Russische render bleef tot nu toe staan. „Stel je voor", redeneren de Britten, „dat we dat -aait eens besohaidiigen. Dait zouden de Russen tooh kwalijk kunnen nemen. Denk U in, dat diit een Britse zender in Russisch gebied was. Potsdam was dan ieker naar de letter uitgevoerd. yr deze enkele gevallen, die neg •angevuld kunnen worden met de poli tieke berichten, zoals U ze deze week van de persbureaux hebt vernomen, Wordit de Berlijnse situatie zo klaar als in klont. Wij leven opnieuw in de sfeer van München. En weer is de politieagent ad- precies een minuut na de misda diger op de plaats van de moord aan wezig, omdat de boef intelligenter is, «Jank zij zjjn gewetenloosheid. Kunt U zich nu voorstellen, dat ik tol werkelijk afgrijzep, naar deze rnï- uVan pijpen kan ik nooit genoeg krij gen, vooral als er een geschiedenis aan Dollars voor aankoop van vlees en D.C. 6-toestellen Thans is aan Nederland een bedrag var 5 millioen dollars toegestaan voor de aankoop van zeven Douglas-DC 6 toestel en 3.019.700 dollar voor bevroren vlees van Brazilië en 1.067.400 voor en vlees van Uruguay. Het totaal der toewijzingen van de E.C.A. aan alle lan den bedraagt thans ruim 1409 millioen dollar. Een veteraan verlaat de Eerste Kamer Kamerbewaarder Willemse met pensioen (Van een onzer verslaggevers) Een bekende figuur uit de Eerste Kamer is daar in de nieuwe zitting niet terugge keerd. We bedoelen nu eens niet een var de vele senatoren die na de nieuwe sa menstelling vertrokken is, we hebben het oog op een persoonlijkheid die zich nooit met de politiek heeft ingelaten en toch kans gezien heeft32 jaar in d natoriale arena in en uit te gaan. Het heer J. Willemse die als Kamerbewaar der in de oude Eerste Kamer afscheid heeft genomen. Door de parlementaire va- cantie is dit feit onopgemerkt voorbijge gaan, al hebben de ambtenaren van de Griffie van de Eerste Kamer hem in intie- ie kring gehuldigd. In de jaren voorafgaande aan zijn Ka- merbewaarschap, dat is voor 1945, had de heer Willemse als bode ook veel contact met de parlementaire journalisten, die nij steeds op prettige wijze bijstond in hur Kamerbeslommeringen. Als de heer Wil lemse zijn mémoires gaat schrijven voorlopig zal hij zijn hobby van tuinieren blijven beoefenen dan zal hij stellig veel aardige bijzonderheden uit het vroe gere Eerste Kamer-leven kunnen vertel len. Hij heeft nog de oude generaal, baron Voorst tot Voorst als Kamervoorzitter meegemaakt en daarna jange jaren diens opvolger baron de Vos van Steen wijk. Hij was een stuk parlementaire geschie denis geworden en het is niet te verwon deren dat wij hem heden weer in de wan- delgangen van de Eerste Kamer ontmoet ten uit zuivere belangstelling voor hei Kamergedoe, dat op ieder die er eenmaal in is opgegroeid, steeds een grote aantrek kingskracht blijft uitoefenen. Moge de actieve heer Willemse nog ja ren van zijn welverdiende rust genieten. De verwijzing naar traditie lijkt de moderne mens een aanslag op zijn persoonlijkheid. Daarom haast hij zich deze erfenis te verspelen. In November '46 sprak dr. K. Heeroma, (misschien beter bekend onder zijn pseu doniem Muus Jabose) voor de Zeeuwse Volksuniversiteit over de vraag of de lite raire groepsvorming zin had. (Deze lezing was toen kennelijk bedoeld als crriiek op de heroprichting van de Protestantse Jongerengroep). Hij meende toen die vraag ontkennend te moeten beantwoorden en ik herinner mij nog uit de bespre kingen die daarop volgden, dat Heeroma's conclusie alleszins juist scheen. Echter, gezien het aspect van onze dagen, is het niet onbelangrijk deze vraag opnieuw aan de orde te stellen, want oi. ontwikkelen zich tendenzen in de literatuur, die we op grond van een christelijke levens- en wereldbeschouwing moeilijk kunnen vaarden. De vraag naar de zin van groepsvorming vraagt daarom stelling dan in 1946. Veel is anders gegaan dan Een beeld uit bet Berlijn reist men niet slechts in gedachten door verschillende episodes der historie van het rookinstrument, dat de mensheid nu al zoveel eeuwen tussen de tanden ge klemd houdt, doch belandt men ook in verschillende werelddelen. Men vindt hier pijpen, die de indruk wekken van jacht hoorn of gevaarlijk wapen, terwijl er ook. modellen zijn, die iemand tot wanhoop zouden brengen, wanneer ïen er werkelijk uit zou moeten roken. Wie veronderstelt, dat de 76-jarige heer d. Hoef stellig in zijn leven iets maken heeft gehad met de tabakshandel slaat de plank mis. Hij is kleermaker professie en in het bijzonder een expert samen met zijn zoon in het vervaar digen van rijbroeken. De verzamelwoede kreeg hem echter op een bepaalde dag zijn jonge jaren te pakken en hij kan thans met geen mogelijkheid meer zeg gen, hoeveel pijpen hij wel bezit. Het duizenden en nog eens duizenden. hier hangen niet slechts de oudste Euro pese exemplaren uit de 16e eeuw (over? gens nietszeggende kleimodellen met kleine kop, want het „toeback-suygheri vroeger zeer kostbaar) doch ook Parzische waterpijpen, de' vlierhouten pijpjes der Eskimo's en de pijpen der Kaja-Kaja's op Nieuw-Guinea. Een jacht- de Duitse ex-Keizer hangt naast van kardinaal Mercier of ge neraal Van Aivlel, die de Russische veld tocht onder Napoleon meemaakte. Indi sche vredespijpen, meerschuimpijpen uit Oostenrijk, alsmede verschillende speci men van het verfijnde snijwerk „Herrgott-Schnitzler", die in het Duitse pijpencentrum Ulm zijn reliëftaferelen ir bijzonder fraaie koppen sneed; een Molt- ke-pijp, waaruit eens een kardinaal var het Vaticaan rookte en zo zouden we door kunnen gaan met Chinese pijpen, Duitse grootvaderspijpen, pijpen met porcelei- koppen, enz. Er zijn nog pijpen var glas, van koper, van perlmoer.... w< pekop gebeiteld, terwijl elders Napoleon en diverse grootheden der Hohenzollern- dynastie ons aan zien. Daar is nog eer pijp, waarvan de kop bestaat uit eer hand, die een roos met een gestyleerde beweging omhoog houdt. Er komt een voudig geen eind aan het aantal indruk ken. ït is alweer enige tijd geleden, dat rijke Amerikaan zijn oog welgeval lig op de kostbare curiosa liet rusten, daar hij de hele collectie, de zeldzame historische en niet edelstenen bewerkte Oosterse stukke»-incluis, wilde men. Natuurlijk was deze man pijpenverzamelaar, maar de koop ging niet door, want het is moeilijk om voori geld van een grote liefde afstand te doen... I toen verwachtten. Tekort aan bezonkenheid Dat men groepsvorming vlak na de oor log laakte, mag in zoverre geen verwon dering wekken, daar er toen nieuwe ver houdingen waren ontstaan. Onze verzets poëzie was het product van een dich terschap, dat door de gemeenschap werd gedragen, een waarlijk schone diroom; de dichter zong voor een luisterend volk. Men, betoogde, dat de lijn, die onze Prot. literatuur door de tijden heen was verbroken. Een terug- groepen zou de eenheid van dich terschap en volksgemeenschap opnieuw verbreken en dit zou leiden tot een ver zwakking van de poëzie. Een deel van deze voorspellingen Is he laas uitgekomen. Er is een terugval tot de persoonlijke aesthetische vormen, die in wezen opgericht zijn en verslap pend werken waar te nemen- Maar het gaat niet op, de groepsvorming noemde zin, daarvoor verantwoordelijk te stellen. Er zijn oi. beslissender factoren aan te wijzen- Verschillende gesprekken met jonge auteurs (buiten de Prot. jon geren-gemeenschap) zijn niet zonder betekenis. Geen „persgesprekken" daarom zo openhartig. Dan schrikt men allicht even op, wanneer mei vraag: „hoe hebben jullie jongeren eigen lijk de oorlog ervaren?" ten antwoord krijgt: „als een heerlijke tijd", al werd dit ook met enige reserve en bedacht zaamheid gezegd. Samengevat was dit hun argumen tering: „Ons, jongeren, is geweld aangedaan, doch het heeft ons onschatbare voordelen opgeleverd. Wij zijn onmiddellijk be dreigd geweest door de dood en leerden die angst overwinnen. We hebben ge dood en hebben helden naast lafaards zien sterven. We hebben onze driften uitgeleefd en alle moraal, termen grote woorden tot op de kern moeten beproeven, zonder dat wij dat wilden. Daarmee is veel van het respect voor wat wij aan traditie bezaten verloren gegaan. Wij zien de dingen op hun kelijke waarde en betekenis. En omdat we niet meer leven onder het juk moraal, overwoekering van ideeën, conventie, fatsoen en automatische levensbewegingen, verwijt men ons vrij buiterij. We hebben het voordeel vrijge maakt te zijn van traditie en dat voor deel moeten we behouden om ons zeil te zijn. Wij trachten naar een dieper kennen van onszelf, zonder zelfmedelijden pogen de diepere zin van het leven te ontdekken, om bewaard te blijven een bittere ontgoocheling." ün. da kunno/ lezen: De oude meester is verdrietig. Wan neer ik zijn leerling was, zou ik eerder denken dat hij kwaad was; zijn magere hand schermt heftig met het kleine gouden brilletje en zijn woorden zijn bits, nijdig, kort-af, soms zelfs venijnig. En als buitenstaander ZOU ik er scherp j__. TT- er geen yrexn UKumysiKuuiy vuur tegenin worden met 'n zinnetje, dat 3!!*stn- heeft- En ik weet: dat zullen de intel- waar elk kind een vermogen kost aan les en bij-les, extra-les en stoomcursus om dan nog met een half dozijn onvol doenden te blijven zitten. Weggegooid geld. Naar die andere familie waar 't kind per se studeren moet, ofschoon het geen grein belangstelling z"n schriften. de beschaafde vervorming is honend „Schoolfrik; frikje. ik ben geen leerling doch buitenstaan der en ik hoor achter alles verdriet snikken. „Het is geen manier van doen", zegt meester. ,J)aar sloof je je zes, zeven jaar achtereen uit om zo'n jongen voor uit te helpen en klaar te maken voor het leven. Een aardige jongen met een heldere kop. Kan van alles worden. En een maand voordat hij van school mag, komt zijn moeder bij me en zegt dat ie niet weerom komt. Dat hij uitge- v zonden is naar de boeren om wat aan sturen zt te sterken. Kwatsj, hij is zo gezond als vacantie een visje. Nooit wat gemankeerd. En komt va- dan komt hij je niet het genoten onderwijs. Hij hij trekt zich toe, bladei Over z"n schouder <ft"n jongenshand en niets anders dan r\Tn/.iH I lectuelen van morgen zijn. Die intel- 'nfrrme lectuelen, die misprijzend neerzien op - het schorem. De intellectuelen, die de lakens uitdelen. Want ze zullen zullen ze pas klaar zijn tegen de tijd hield zo van leren; ik heb hem nog extra les gegeven, Frans en natuur kunde en het ging erin als stroop. Nu In de Volkswijk XXXVII maand eerder mei n als hij straks weer thuis- de boeren, heet het: en ni w ii-i_itr bedanken ga je verdienen, begrijp je. Misschien Neen zij zijn'nog'niet HU „or. u., -m „«o de ambachtsschool .m al'hebbe„, ook ol is de rodlo al dat dit volkskind, teleurgesteld, verbe ten zeulend met z'n handwagen zijn leed verdronken heeft in vele borrels en aan net zo'n slappe vaatdoek van een meid is blijven hangen als eenmaal zijn vader dat deed. Maar tussen die gedachten door speelt een ander, blijer muziekje. Van ook een groot volksgezin, waar het ene meisje aanleg heeft voor pianospel. SB| alles om die piano draait. dat deze buurt; je kunt je uitsloven wat je in de zaak i i komen. De zaak, het vloeiblad; hij verschikt driftig worden; advocaat, leraar, alles wat ie wer]cen Vader kocht om 'n fondsje i ook al wordt elke cent op zij gelegd opdat het er van komen kan. Maar zij zullen het klaar spelen; ze vechten het zal hun gelukken. Al moeder en de kinde- wacht en zwijg want ik weet één ding oudste uit t heel zeker: als je je leven lang in een ze net tnuis toen at scnraai neoot-n. 'n.hf,jr,(Hn 'mnrden volkswijk schoolmeesterde, heb je het Omdat vader de inkomsten verdrinkt t kinders is. Omdat het thuis toch al schraal hebben. dan ook elke dag tot 's nachts één, twee heeft een roeping i klokke Lur. Dit tynd talent en het al lang verleerd om gegriefd te zijn o i moeder te lamlendig is o 'n persoonlijke miskenning. Er is iets uit te steken. En daar werk je z anders, dat deze oude rot in het vak ven jaar aan, om er een mens v steekt. Wachten maar; hij zal het zelf maatschappij van te maken, wel zeggen. Meesters En hij zegt het. „Dat ze mij weer et in de hoek trappen, dat is tot daar o toe", vervolgt meester. „Maar dat niet kan i 0'r de kaarten zal achter de notitie beroep o'n kind zelf denken. Alles mijn gedachten worden. Als ie in een betere naar andere gezinnen. Naar de familie, ,£childersknecht". En wordt een Schildersknecht dan Führer en gesel der mensheid. W1JKPREDIKANT Dit is niet alles pose of napraterij. Zonder ons te verliezen in een diep zinnig betoog, blijft hier het argument van kracht, dat de conclusies van deze jongeren reactie-conclusies zijn, die telen in een verwrongen tijd, een tijd die zich kenmerkte door excessen en geen heeft deze in hun volle zwaarte kunnen verwerken. Er is daarom in het werk van deze jongeren (dat voor echt en waardevol getaxeerd wil worden) geen bezonkenheid waarneembaar. Rijp werk wordt slechts geboren uit de opstu wing van geestelijke bezonkfenheid, uit gefundeerd levensinzicht- Er komt gevoel van verarming, wann het moderne werk, over het algemeen genomen, lezen. Er wordt geen ideaal in gesteld en men bekommert zich in eerste en laatste instantie om de vraag het bestaan zelf (een infectie het existentialisme?). Die vraag werkt zichtbaar het pessi misme in de hand, omdat het leven in zichzelf geen zin heeft, geen uitzicht biedt en geen verlossing kent. Dit biedt alleen het christelijk geloof. En derge lijke geestelijke armoede wordt niet ver vuld door een vrijmaking van het juk der traditie, niet door de leus: durf te leven." De verwijzing na ditie lijkt de moderne mens een aanslag op zijn persoonlijkheid en daarom haast hij zich deze erfenis te verspelenmaar nooit straffeloos. De loochening van een traditie leidt tot gebrokenheid, experi ment en verwarring. En nu wat de groepsvorming betreft. De ontwikkelingsgang onzer literatuur, heeft aangetoond, dat groepsvorming altijd is ontstaan uit protest, in het be zwaren hebben tegen de leiding in het literaire leven. Da Costa, en in zekere zin ook Thijm, hadden bezwaren „tegen de geest hunner eeuw," de geest j"| MjÉ binding der gemeenschap. Wat bij de jongere intellectuelen valt te constateren is, dat zij trots hun breuk met de traditie (een gewonnen vrijheid) hongeren naar een nieuwe levensvervul ling. Maar het zal een onvervulbare taak blijven, het leven zin en richting te geven, waar het is losgemaakt van zijn oorspron kelijk doel: Christus. Men wil wel een verlossing, maar niet meer langs de oude beproefde paden. De opgang van het Franse existentialisme is er een triest bewijs voor. Maar daartegen zullen ons moeten verzetten, om het leven in het geloof te bewaren als voorheen daarmee wordt de lijn opnieuw doorge trokken, die ons verbond met de ontwik kelingsgang der vooroorlogse literatuur. Daarin schuilt een bezielende kracht, een bron voor het heilig optimisme, dat het dwaze Gods het wijze der wereld zal overwinnen. Herm. Steggerda. Dit is-dan de beslissende dag, de dag van de troonswisseling. Koningin Wilhel- mina heeft vandaag de Acte van Afstand getekend. Prinses Juliana is oi ningin. Het is vandaag de dag afscheid. Maandag de dag der inhuldi ging, zal voor ons besef de eerste dag zijn van 'het nieuwe begin. Deze afscheidsdag is niet de dag om ons aan veelheid van woorden te buiten te gaan. Het tekenen van de Acte van Afstand is een eenvou dige, sobere plechtigheid, bijgewoond door een kleine schare van mensen.'Woor- denpraal zou hier misstaan. Daarom kan nu, na alle goede woorden van herdenking en dankbaarheid, de stil te vallen, de stilte van de weemoed, die duidelijker taal spreekt, dan het woord. Vandaag daalt na vijftig jaren een Vrouw af van de troon. Zjj doet afstand. Afstand van troon en Vorstenschap. Voortaan zijn Wilhelmina en Koningschap twee be- grippen. Voorwaar een vreemde gedachte, an immers sinds heugenis •en schier natuurlijke eenheid ge worden en gegroeid. Een Koninklijk levenswerk wordt neer gelegd. Wij denken er aan terug, hoe dit werk werd aangevangen met een plechtige eed. Die eed was een taak een program. Die eed is nagekomen. Vorstin Wilhelmina heeft de grondwet onderhouden en gehandhaafd. Vorstin Wilhelmina heeft de onafhankelijkheid en het grondgebied des Rijks met al haar vermogen verdedigd en bewaard. Vor stin Wilhelmina heeft de algemene bijzondere vrijheid en de rechten var haar onderdanen beschermd. Vorstin Wil helmina heeft tot instandhouding en be vordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen aangewend, welke de wetten te harer beschikking stelden Zij heeft gedaan zoals een goed koning schuldig is te doen. Vandaag staan wij rondom Haar ir harten vol. Het afscheid van de troon het afscheid van de Kroon. Soms is die Kroon iets in het afgetrokkene, Kroon is toch ook meer en anders dan dat. Want de Kroon heeft een Kroondraag ster. En voor die Kroondraagster treedt vandaag na vijftig zware jaren een jonge Kroondraagster in de plaats. Dit bepaalt de gedachten bij het zeer persoonlijk element in deze gebeurtenis. Dit herinnert er weer aan, dat wat daag gebeurt, maar niet is een abstracte, onpersoonlijke handeling in het staatkun dig bestaan van land en volk, maar dat vandaag een mens afscheid nfeemt Wij beseffen dit te gereder, waar wij in nze Koningin, in onze Kroondraagster steeds en zonder ophouden de vrouw, de hebben gezien, geëerd en liefgehad. het wat na deze vijftig jaren mag worden getuigd. En tot dit getuigenis is temeer aanleiding waar toch een consti- tutioneel-parlementaire monarchie als waaronder wij het voorrecht hebben te leven de persoon van de Kroondra ger al te spoedig op de achtergrond raakt en vervaagt. Vandaag nemen wij afscheid van Ko ningin Wilhelmina, maar wij behouden de mens Wilhelmina. Dat deze liefde, door alle herinneringen verdiept, mag worden bestendigd. En we nemen van daag nog eens de bede over, die voor vijftig jaren, op 6 September 1898 Haar Koninklijke Moeder voor Haar uitsprak: „God de Almachtige neme Haar onder Zijn heilige hoede en bescherming.'* Dat een Brabant» kapelaan 3o mes jes aan luxe benen hielp door-onder z'n soutane- 3o paar Beneluxe Nylon kousen over de grens te brengen en hij ■iide ze nog wel aangeven I Nog meer Benelux - nieuws Gent's KlokkePodandt luidt: Geen storm meer over Vlaander- land Opgeborgen in n museum. Niet alzo de Scheveningen Jo hanna Catherina die Qooo kabeljauwen V> een keer ving 7 zonderéén spiering uit te gooien. Achter het net viste de Franse premier Mariedie by het par. lement bot ving. van twee Ameri kaansen die met dubbel bodemige dia— mantgevulde koffers al smok kelend door de mand vielen#. 6n dit is de moedige HASSAN ABD-El REHIN, die in 171 uur het kanaal overzwom. Hy liever dan wy 6r is frissigheid genoeg in Ne-, derland Midden "n de feestvreugde ren er maskers afrukkende Gb- publiekeinen in Djokja. "Het wa-( ren doodgewone Moskovieban. W Maar Den -Haag houdt wel van Moscovisch gebak. Maar laat ons niet zwartgallig eindigen daarvoor zijn er teT- voel vlaggen oi vr2ugd ■Hier zyn onze kransen \jocr da oude en da jonge kbningVu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 3