BERLIJN LEEFT OP DE RAND
VAN EEN VULKAAN
Pijpenpijpen en nog eens pijpen
Enkele gedachten over de
moderne literatuur
II Mt
deie
yeekr
Beroepskeuze
Met volle harten
■t
3
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1948
SCHIETEN IS BETER DAN STOF AFNEMEN
(Van een onzer verslaggevers)
Wie als kersvers krantenman, zo van vacantle, aankomt in dit Berlijn, rondwandelt,
rondkijkt en praat men de mensen, doet een merkwaardige ervaring op. Plotseling
is hij er zich van bewust, als een dom jongetje, zolang op het strand gegraven te
hebben, dat de vloed hem helemaal heeft afgesloten van de veilige hoogte waarop
avder en moeder zitten. En waar is nu de politie-agent op het hoge paard, die hem
halen komt?
Collega's, die hier langer zijn, die heel nensboppe irn Berlijn en haar wrakken
de Berlijnse geschiedenis van het begin
tot nu toe meemaakten, waarschuwden-
„jonge pas nou op, dat je de zaak niet
te klein ziet. Het gaat niet om de honger
hier. Het gaat niet om de luchtbrug, het
gaat niet om de Potzdamerplatz, maar
het gaat erom of, evenals in 1945 aan de
Oder in 1948?, 1949?, aan de Rijn in Rus
sische letters zal staan: „De vrouwen,
soldaten, zijn van jullie!"
Als huisvader schrik je van die rauwe
lal en je vraagt je af, of het misschien
komt, doordat deze mannen sinds jaar en
deze sfeer leven, dat ze zo praten,
ze wellicht een klap van de Ber
lijnse angstmolen beet hebben.
En je gaat weer naar buiten en kijkt
i praat en luistert.
En wat je ziet is dit: een tot het uiter
ste correcte geallieerde bezettingsmacht,
gepersonificeerd in vijf lange M.P.'s, die
onder een typische Schotse sergeant,
armen gekruist boven de smetteloos
tte pistoolholsters, achter even nieuw
blinkende ijzeren staven, uitkijken over
de Potzdamerplatz. Of er aan de andere
van het hek een Duitse politieagent
een Russische patrouille wordt
neergeslagen zoals onlangs gebeurde
aan de benen de Russische sector
wordt binnengesleept kan hen wel als
sen, maar niet als officiële bewakers
de Union Jack interesseren, omdat
lij heel goed weten, dat een dergelijke
actie, alleen maar is opgezet, om hen uit
de tent te lokken.
Tegenover deze passieve, keurig nette
Engelsen, staat de Russische patrouille,
die brutaalweg de straat overslentert,
met lompe stappen langs de M.P. loopt
i, als U het mij vraagt, niets anders
komt doen, dan om een opstopper vra
gen. die een oorlog ontketenen kan.
Terwijl alle Westerse geallieerden er
xorgvuldig voor waken de Russische zone
naar met een stap te betreden, rij-
•n rossen lorries vol Russische sol
daten links en rechts door alle zones
Ongemoeid.
De bedoeling van al deze acties is
duidelijk.
Aan de ene zijde pogen zij de Engel
sen, Amerikanen en Fransen te prikke
len. Een tegen een spatbord gegooide
steen kan bij wijze van spreken al vol
doende zijn om de Russen te doen ver
klaren: nu kan het toch niet langer, nu
moeten wij ingrijpen.
Anderzijds bedoelden zij het vertrou-
'en van de Duitsers te ondermijnen. En
geloof gerust, dat het heel wat is voor
;n Duitser, die alles ongehinderd te
en en toch nog te blijven vasthouden
in het Westen.
Heel deze Russische provocatie herin
nert sterk aan de V is Victorie-propa-
ganda van de Duitsers destijds. Ook toen
ondermijnen van de geestkracht der be
lette landen. De bevolkingen om de oren
slaan met de nederlagen der geallieer
den- Om ze op de knieën te krijgen.
Het effect toen is gelijk aan het effect
u. Ondanks de Russische beloften van
kolen en voedsel, ondanks de hele dag
volop licht en gas in de Russische sec-
an Berlijn blijft de Benlijner vast
houden aan het Westen. Zeggen de
chauffeurs die U rondrijden: als jullie
de Russen uit Berlijn gooien doen wij
lee!
Maar van uitgooien zal nooit sprake
tjjn. Wij Westerse mensen zijn zo be
schaafd. We hebben zoveel geweten, zo
veel neem-me-niet-kwalijk's en dait-
fcun-je-toch-niet-doen's!
Voorbeeld
Om een voorbeeld te noemen
Er staat hier, midden in de Britse
xstor, een Russische zender. Daarover
•orden dag aan dag de Westerse ge-
llieerden uitgekleed op een manier, die'
Goabbels tot een stotterend kond maakt.
Vlak (na-ast die zender bouwden de
Duitsers indertijd een bunker. Volgens
het verdrag vain Potsdam moeten alle
bunkers in de stad opgeblazen worden.
Dat doet men ijverig. Te ijverig zeggen
de Benlijners. Want de grobe bunker bij
de Zoo, de Berlijnse dierentuin, die na
de oorlog was ingericht als ziekenhuis,
bliezen de Britten kort geleden nog op,
ondanks het verzoek van het Berlijnse
oestuur het niet te doen, omdat er
toch al zo weinig ziekenhuisruimte is.
Maar Potsdam moet nageleefd worden
«n dus: weg er mee. De Russen mochten
slist niet! Maar dat wij er, naar Gods
belofte, met huid en haar uit zullen
komen!
Nieuwe Kerk volgende week
open voor publiek
De Nieuwe Kerk te Amsterdam, in de
volle pracht van de versiering der In
huldiging, zal Maandagmiddag om vier
uur voor het publiek ter bezichtiging
worden opengesteld. Ook de regalia, de
Rijkskroon, de Rijksappel, het Rijks
zwaard en de Scepter zullen te zien zijn.
De kerk is open Maandag van 48 uur
n.m., Dinsdag en Woensdag van 1020
uur; de helft van de entréeprijs is be
stemd voor de Stichting Herstellings
oorden voor Oud-Illegale Werkers.
Het rapport van de Londense politie
meldt, dat tijdens de twee weken van de
Olympische Spelen het Wembly Stadion
en de Empire Pool door 908.000 toeschou
wers zijn bezocht. Er zijn in die periode
slechts 8 zakkenrollers aan het werk ge
weest; een man werd betrapt op het ste
len van souvenirs. Zeven fietsen zijn ge
stolen; twee anderen en een auto ver
dwenen maar zijn later weer terugge
vonden.
Op bezoek bij een merkwaardige verzamelaar in Zeist
(Van een onzer verslaggevers)
tJ)at zijn ze nog lang niet allemaal, want er liggen nog heel wat exem
plaren in kisten opgeborgen, waarvoor geen plaats te vinden is", zegt de
heer H. v. d. Hoef Jr te Zeist, wanneer we even sprakeloos staan bij de
pijpen en nog eens pijpen, die in een der bovenvertrekken de%muren sie
ren. De vreemdste modellen en primitiefste vormen treft men bij deze in
drukwekkende collectie aan, wie zou ook kunnen vermoeden, dat er zoveel
variaties op het eenvoudige thema „pijp" mogelijk waren
Wanneer men langs de wanden ziet, zien ergens de kop van Hitler in een pij-
Laat de vlaggen wapperen
De vlaggen uit! de vlaggen uit!
Laat wapp'ren Neerlands kleuren!
Ze spreken in hun eigen taal
Van 't feestelijk gebeuren.
Waar 't Vorstenhuis „Oranje" troont
Daar wordt een Koningin gekroond;
Laat wapp'ren dus het rood, wit, blauw
Voor Juliana van Nassau!
De vlaggen uit! de vlaggen uit!
Laat Juliana 't weten,
Dat allen Haar als Koningin
Van harte welkom heten.
Zij maakte zich by elk bemind,
Vanaf de grijsaard tot het kind;
Laat wapp'ren dus het rood, wit, blauw
Voor Juliana van Nassau!
De vlaggen uit! de vlaggen uit!
Voor Haar, die wij vereren!
De Vrouw, Die aller harten won
Zal Nederland regeren.
Zij doet het oude woord gestand:
Oranje hoort by Nederland"!
Laat wapp'ren dus het rood, wit, blauw
Voor Juliana van Nassau!
Gré KempenSterkenburg.
Maar die bunker naast de Russische
render bleef tot nu toe staan. „Stel je
voor", redeneren de Britten, „dat we dat
-aait eens besohaidiigen. Dait zouden
de Russen tooh kwalijk kunnen nemen.
Denk U in, dat diit een Britse zender in
Russisch gebied was. Potsdam was dan
ieker naar de letter uitgevoerd.
yr deze enkele gevallen, die neg
•angevuld kunnen worden met de poli
tieke berichten, zoals U ze deze week
van de persbureaux hebt vernomen,
Wordit de Berlijnse situatie zo klaar als
in klont.
Wij leven opnieuw in de sfeer van
München. En weer is de politieagent ad-
precies een minuut na de misda
diger op de plaats van de moord aan
wezig, omdat de boef intelligenter is,
«Jank zij zjjn gewetenloosheid.
Kunt U zich nu voorstellen, dat ik
tol werkelijk afgrijzep, naar deze rnï-
uVan pijpen kan ik nooit genoeg krij
gen, vooral als er een geschiedenis aan
Dollars voor aankoop van vlees
en D.C. 6-toestellen
Thans is aan Nederland een bedrag var
5 millioen dollars toegestaan voor de
aankoop van zeven Douglas-DC 6 toestel
en 3.019.700 dollar voor bevroren
vlees van Brazilië en 1.067.400 voor
en vlees van Uruguay. Het totaal der
toewijzingen van de E.C.A. aan alle lan
den bedraagt thans ruim 1409 millioen
dollar.
Een veteraan verlaat de
Eerste Kamer
Kamerbewaarder Willemse
met pensioen
(Van een onzer verslaggevers)
Een bekende figuur uit de Eerste Kamer
is daar in de nieuwe zitting niet terugge
keerd. We bedoelen nu eens niet een var
de vele senatoren die na de nieuwe sa
menstelling vertrokken is, we hebben het
oog op een persoonlijkheid die zich nooit
met de politiek heeft ingelaten en toch
kans gezien heeft32 jaar in d
natoriale arena in en uit te gaan. Het
heer J. Willemse die als Kamerbewaar
der in de oude Eerste Kamer afscheid
heeft genomen. Door de parlementaire va-
cantie is dit feit onopgemerkt voorbijge
gaan, al hebben de ambtenaren van de
Griffie van de Eerste Kamer hem in intie-
ie kring gehuldigd.
In de jaren voorafgaande aan zijn Ka-
merbewaarschap, dat is voor 1945, had de
heer Willemse als bode ook veel contact
met de parlementaire journalisten, die nij
steeds op prettige wijze bijstond in hur
Kamerbeslommeringen. Als de heer Wil
lemse zijn mémoires gaat schrijven
voorlopig zal hij zijn hobby van tuinieren
blijven beoefenen dan zal hij stellig
veel aardige bijzonderheden uit het vroe
gere Eerste Kamer-leven kunnen vertel
len. Hij heeft nog de oude generaal, baron
Voorst tot Voorst als Kamervoorzitter
meegemaakt en daarna jange jaren diens
opvolger baron de Vos van Steen wijk.
Hij was een stuk parlementaire geschie
denis geworden en het is niet te verwon
deren dat wij hem heden weer in de wan-
delgangen van de Eerste Kamer ontmoet
ten uit zuivere belangstelling voor hei
Kamergedoe, dat op ieder die er eenmaal
in is opgegroeid, steeds een grote aantrek
kingskracht blijft uitoefenen.
Moge de actieve heer Willemse nog ja
ren van zijn welverdiende rust genieten.
De verwijzing naar traditie lijkt de moderne mens
een aanslag op zijn persoonlijkheid. Daarom haast
hij zich deze erfenis te verspelen.
In November '46 sprak dr. K. Heeroma, (misschien beter bekend onder zijn pseu
doniem Muus Jabose) voor de Zeeuwse Volksuniversiteit over de vraag of de lite
raire groepsvorming zin had. (Deze lezing was toen kennelijk bedoeld als crriiek
op de heroprichting van de Protestantse Jongerengroep). Hij meende toen die
vraag ontkennend te moeten beantwoorden en ik herinner mij nog uit de bespre
kingen die daarop volgden, dat Heeroma's conclusie alleszins juist scheen. Echter,
gezien het aspect van onze dagen, is het niet onbelangrijk deze vraag opnieuw aan
de orde te stellen, want oi. ontwikkelen zich tendenzen in de literatuur, die we
op grond van een christelijke levens- en wereldbeschouwing moeilijk kunnen
vaarden. De vraag naar de zin van groepsvorming vraagt daarom
stelling dan in 1946. Veel is anders gegaan dan
Een beeld uit bet Berlijn
reist men niet slechts in gedachten door
verschillende episodes der historie van
het rookinstrument, dat de mensheid nu
al zoveel eeuwen tussen de tanden ge
klemd houdt, doch belandt men ook in
verschillende werelddelen. Men vindt
hier pijpen, die de indruk wekken van
jacht hoorn of gevaarlijk wapen,
terwijl er ook. modellen zijn, die iemand
tot wanhoop zouden brengen, wanneer
ïen er werkelijk uit zou moeten roken.
Wie veronderstelt, dat de 76-jarige heer
d. Hoef stellig in zijn leven iets
maken heeft gehad met de tabakshandel
slaat de plank mis. Hij is kleermaker
professie en in het bijzonder een expert
samen met zijn zoon in het vervaar
digen van rijbroeken. De verzamelwoede
kreeg hem echter op een bepaalde dag
zijn jonge jaren te pakken en hij kan
thans met geen mogelijkheid meer zeg
gen, hoeveel pijpen hij wel bezit. Het
duizenden en nog eens duizenden.
hier hangen niet slechts de oudste Euro
pese exemplaren uit de 16e eeuw (over?
gens nietszeggende kleimodellen met
kleine kop, want het „toeback-suygheri
vroeger zeer kostbaar) doch ook
Parzische waterpijpen, de' vlierhouten
pijpjes der Eskimo's en de pijpen der
Kaja-Kaja's op Nieuw-Guinea. Een jacht-
de Duitse ex-Keizer hangt naast
van kardinaal Mercier of ge
neraal Van Aivlel, die de Russische veld
tocht onder Napoleon meemaakte. Indi
sche vredespijpen, meerschuimpijpen uit
Oostenrijk, alsmede verschillende speci
men van het verfijnde snijwerk
„Herrgott-Schnitzler", die in het Duitse
pijpencentrum Ulm zijn reliëftaferelen ir
bijzonder fraaie koppen sneed; een Molt-
ke-pijp, waaruit eens een kardinaal var
het Vaticaan rookte en zo zouden we door
kunnen gaan met Chinese pijpen, Duitse
grootvaderspijpen, pijpen met porcelei-
koppen, enz. Er zijn nog pijpen var
glas, van koper, van perlmoer.... w<
pekop gebeiteld, terwijl elders Napoleon
en diverse grootheden der Hohenzollern-
dynastie ons aan zien. Daar is nog eer
pijp, waarvan de kop bestaat uit eer
hand, die een roos met een gestyleerde
beweging omhoog houdt. Er komt een
voudig geen eind aan het aantal indruk
ken.
ït is alweer enige tijd geleden, dat
rijke Amerikaan zijn oog welgeval
lig op de kostbare curiosa liet rusten,
daar hij de hele collectie, de zeldzame
historische en niet edelstenen bewerkte
Oosterse stukke»-incluis, wilde
men. Natuurlijk was deze man
pijpenverzamelaar, maar de koop ging
niet door, want het is moeilijk om voori
geld van een grote liefde afstand te doen... I
toen verwachtten.
Tekort aan bezonkenheid
Dat men groepsvorming vlak na de oor
log laakte, mag in zoverre geen verwon
dering wekken, daar er toen nieuwe ver
houdingen waren ontstaan. Onze verzets
poëzie was het product van een dich
terschap, dat door de gemeenschap werd
gedragen, een waarlijk schone diroom; de
dichter zong voor een luisterend volk.
Men, betoogde, dat de lijn, die onze
Prot. literatuur door de tijden heen
was verbroken. Een terug-
groepen zou de eenheid van dich
terschap en volksgemeenschap opnieuw
verbreken en dit zou leiden tot een ver
zwakking van de poëzie.
Een deel van deze voorspellingen Is he
laas uitgekomen. Er is een terugval
tot de persoonlijke aesthetische vormen,
die in wezen opgericht zijn en verslap
pend werken waar te nemen- Maar het
gaat niet op, de groepsvorming
noemde zin, daarvoor verantwoordelijk te
stellen. Er zijn oi. beslissender factoren
aan te wijzen- Verschillende gesprekken
met jonge auteurs (buiten de Prot. jon
geren-gemeenschap) zijn niet zonder
betekenis. Geen „persgesprekken"
daarom zo openhartig. Dan schrikt men
allicht even op, wanneer mei
vraag: „hoe hebben jullie jongeren eigen
lijk de oorlog ervaren?" ten antwoord
krijgt: „als een heerlijke tijd", al werd
dit ook met enige reserve en bedacht
zaamheid gezegd.
Samengevat was dit hun argumen
tering:
„Ons, jongeren, is geweld aangedaan,
doch het heeft ons onschatbare voordelen
opgeleverd. Wij zijn onmiddellijk be
dreigd geweest door de dood en leerden
die angst overwinnen. We hebben ge
dood en hebben helden naast lafaards
zien sterven. We hebben onze driften
uitgeleefd en alle moraal, termen
grote woorden tot op de kern moeten
beproeven, zonder dat wij dat wilden.
Daarmee is veel van het respect voor
wat wij aan traditie bezaten verloren
gegaan. Wij zien de dingen op hun
kelijke waarde en betekenis. En omdat
we niet meer leven onder het juk
moraal, overwoekering van ideeën,
conventie, fatsoen en automatische
levensbewegingen, verwijt men ons vrij
buiterij. We hebben het voordeel vrijge
maakt te zijn van traditie en dat voor
deel moeten we behouden om ons zeil
te zijn.
Wij trachten naar een dieper kennen
van onszelf, zonder zelfmedelijden
pogen de diepere zin van het leven te
ontdekken, om bewaard te blijven
een bittere ontgoocheling."
ün. da
kunno/ lezen:
De oude meester is verdrietig. Wan
neer ik zijn leerling was, zou ik eerder
denken dat hij kwaad was; zijn magere
hand schermt heftig met het kleine
gouden brilletje en zijn woorden zijn
bits, nijdig, kort-af, soms zelfs venijnig.
En als buitenstaander ZOU ik er scherp j__. TT- er geen yrexn UKumysiKuuiy vuur
tegenin worden met 'n zinnetje, dat 3!!*stn- heeft- En ik weet: dat zullen de intel-
waar elk kind een vermogen kost aan
les en bij-les, extra-les en stoomcursus
om dan nog met een half dozijn onvol
doenden te blijven zitten. Weggegooid
geld. Naar die andere familie waar 't
kind per se studeren moet, ofschoon het
geen grein belangstelling
z"n schriften.
de beschaafde vervorming is
honend „Schoolfrik; frikje.
ik ben geen leerling doch buitenstaan
der en ik hoor achter alles
verdriet snikken.
„Het is geen manier van doen", zegt
meester. ,J)aar sloof je je zes, zeven
jaar achtereen uit om zo'n jongen voor
uit te helpen en klaar te maken voor
het leven. Een aardige jongen met een
heldere kop. Kan van alles worden. En
een maand voordat hij van school mag,
komt zijn moeder bij me en zegt dat
ie niet weerom komt. Dat hij uitge- v
zonden is naar de boeren om wat aan sturen zt
te sterken. Kwatsj, hij is zo gezond als vacantie
een visje. Nooit wat gemankeerd. En komt va-
dan komt hij je niet
het genoten onderwijs. Hij
hij trekt
zich toe, bladei
Over z"n schouder
<ft"n jongenshand en niets anders dan
r\Tn/.iH
I lectuelen van morgen zijn. Die intel-
'nfrrme lectuelen, die misprijzend neerzien op
- het schorem. De intellectuelen, die de
lakens uitdelen. Want ze zullen
zullen ze pas klaar zijn tegen de tijd
hield zo van leren; ik heb hem nog
extra les gegeven, Frans en natuur
kunde en het ging erin als stroop. Nu
In de Volkswijk
XXXVII
maand eerder mei
n als hij straks weer thuis-
de boeren, heet het: en ni w ii-i_itr
bedanken ga je verdienen, begrijp je. Misschien Neen zij zijn'nog'niet
HU „or. u., -m „«o de ambachtsschool .m al'hebbe„, ook ol is de rodlo al
dat dit volkskind, teleurgesteld, verbe
ten zeulend met z'n handwagen zijn
leed verdronken heeft in vele borrels
en aan net zo'n slappe vaatdoek van
een meid is blijven hangen als eenmaal
zijn vader dat deed.
Maar tussen die gedachten door
speelt een ander, blijer muziekje. Van
ook een groot volksgezin, waar het
ene meisje aanleg heeft voor pianospel.
SB| alles om die piano draait.
dat
deze buurt; je kunt je uitsloven wat je in de zaak i
i komen. De zaak,
het vloeiblad; hij verschikt driftig worden; advocaat, leraar, alles wat ie wer]cen Vader
kocht om 'n fondsje i
ook al wordt elke cent op zij gelegd
opdat het er van komen kan. Maar zij
zullen het klaar spelen; ze vechten
het zal hun gelukken. Al
moeder en de kinde-
wacht en zwijg want ik weet één ding oudste uit t
heel zeker: als je je leven lang in een ze net tnuis toen at scnraai neoot-n. 'n.hf,jr,(Hn 'mnrden
volkswijk schoolmeesterde, heb je het Omdat vader de inkomsten verdrinkt
t kinders is. Omdat
het thuis toch al schraal hebben.
dan ook elke dag
tot 's nachts één, twee
heeft een roeping i
klokke
Lur. Dit tynd
talent en het
al lang verleerd om gegriefd te zijn o
i moeder te lamlendig is o
'n persoonlijke miskenning. Er is iets uit te steken. En daar werk je z
anders, dat deze oude rot in het vak ven jaar aan, om er een mens v
steekt. Wachten maar; hij zal het zelf maatschappij van te maken,
wel zeggen. Meesters
En hij zegt het. „Dat ze mij weer et
in de hoek trappen, dat is tot daar o
toe", vervolgt meester. „Maar dat
niet
kan i
0'r de kaarten zal achter de notitie beroep
o'n kind zelf denken. Alles mijn gedachten
worden. Als ie in een betere naar andere gezinnen. Naar de familie,
,£childersknecht". En
wordt een Schildersknecht dan Führer
en gesel der mensheid.
W1JKPREDIKANT
Dit is niet alles pose of napraterij.
Zonder ons te verliezen in een diep
zinnig betoog, blijft hier het argument
van kracht, dat de conclusies van deze
jongeren reactie-conclusies zijn, die
telen in een verwrongen tijd, een tijd die
zich kenmerkte door excessen en geen
heeft deze in hun volle zwaarte
kunnen verwerken. Er is daarom in het
werk van deze jongeren (dat voor echt
en waardevol getaxeerd wil worden)
geen bezonkenheid waarneembaar. Rijp
werk wordt slechts geboren uit de opstu
wing van geestelijke bezonkfenheid, uit
gefundeerd levensinzicht- Er komt
gevoel van verarming, wann
het moderne werk, over het algemeen
genomen, lezen. Er wordt geen ideaal
in gesteld en men bekommert zich in
eerste en laatste instantie om de vraag
het bestaan zelf (een infectie
het existentialisme?).
Die vraag werkt zichtbaar het pessi
misme in de hand, omdat het leven in
zichzelf geen zin heeft, geen uitzicht
biedt en geen verlossing kent. Dit biedt
alleen het christelijk geloof. En derge
lijke geestelijke armoede wordt niet ver
vuld door een vrijmaking van het juk
der traditie, niet door de leus:
durf te leven." De verwijzing na
ditie lijkt de moderne mens een aanslag
op zijn persoonlijkheid en daarom haast
hij zich deze erfenis te verspelenmaar
nooit straffeloos. De loochening van een
traditie leidt tot gebrokenheid, experi
ment en verwarring.
En nu wat de groepsvorming betreft.
De ontwikkelingsgang onzer literatuur,
heeft aangetoond, dat groepsvorming
altijd is ontstaan uit protest, in het be
zwaren hebben tegen de leiding in het
literaire leven. Da Costa, en in zekere
zin ook Thijm, hadden bezwaren „tegen
de geest hunner eeuw," de geest j"| MjÉ
binding der gemeenschap.
Wat bij de jongere intellectuelen valt
te constateren is, dat zij trots hun breuk
met de traditie (een gewonnen vrijheid)
hongeren naar een nieuwe levensvervul
ling. Maar het zal een onvervulbare taak
blijven, het leven zin en richting te geven,
waar het is losgemaakt van zijn oorspron
kelijk doel: Christus. Men wil wel een
verlossing, maar niet meer langs de oude
beproefde paden. De opgang van het
Franse existentialisme is er een triest
bewijs voor. Maar daartegen zullen
ons moeten verzetten, om het leven in
het geloof te bewaren als voorheen
daarmee wordt de lijn opnieuw doorge
trokken, die ons verbond met de ontwik
kelingsgang der vooroorlogse literatuur.
Daarin schuilt een bezielende kracht, een
bron voor het heilig optimisme, dat het
dwaze Gods het wijze der wereld zal
overwinnen. Herm. Steggerda.
Dit is-dan de beslissende dag, de dag
van de troonswisseling. Koningin Wilhel-
mina heeft vandaag de Acte van Afstand
getekend. Prinses Juliana is oi
ningin. Het is vandaag de dag
afscheid. Maandag de dag der inhuldi
ging, zal voor ons besef de eerste dag zijn
van 'het nieuwe begin. Deze afscheidsdag
is niet de dag om ons aan veelheid van
woorden te buiten te gaan. Het tekenen
van de Acte van Afstand is een eenvou
dige, sobere plechtigheid, bijgewoond
door een kleine schare van mensen.'Woor-
denpraal zou hier misstaan.
Daarom kan nu, na alle goede woorden
van herdenking en dankbaarheid, de stil
te vallen, de stilte van de weemoed, die
duidelijker taal spreekt, dan het woord.
Vandaag daalt na vijftig jaren een Vrouw
af van de troon. Zjj doet afstand. Afstand
van troon en Vorstenschap. Voortaan
zijn Wilhelmina en Koningschap twee be-
grippen. Voorwaar een vreemde gedachte,
an immers sinds heugenis
•en schier natuurlijke eenheid ge
worden en gegroeid.
Een Koninklijk levenswerk wordt neer
gelegd. Wij denken er aan terug, hoe
dit werk werd aangevangen met een
plechtige eed. Die eed was een taak
een program. Die eed is nagekomen.
Vorstin Wilhelmina heeft de grondwet
onderhouden en gehandhaafd. Vorstin
Wilhelmina heeft de onafhankelijkheid en
het grondgebied des Rijks met al haar
vermogen verdedigd en bewaard. Vor
stin Wilhelmina heeft de algemene
bijzondere vrijheid en de rechten var
haar onderdanen beschermd. Vorstin Wil
helmina heeft tot instandhouding en be
vordering van de algemene en bijzondere
welvaart alle middelen aangewend, welke
de wetten te harer beschikking stelden
Zij heeft gedaan zoals een goed koning
schuldig is te doen.
Vandaag staan wij rondom Haar ir
harten vol. Het afscheid van de troon
het afscheid van de Kroon. Soms is die
Kroon iets in het afgetrokkene,
Kroon is toch ook meer en anders dan dat.
Want de Kroon heeft een Kroondraag
ster. En voor die Kroondraagster treedt
vandaag na vijftig zware jaren een jonge
Kroondraagster in de plaats.
Dit bepaalt de gedachten bij het zeer
persoonlijk element in deze gebeurtenis.
Dit herinnert er weer aan, dat wat
daag gebeurt, maar niet is een abstracte,
onpersoonlijke handeling in het staatkun
dig bestaan van land en volk, maar dat
vandaag een mens afscheid nfeemt
Wij beseffen dit te gereder, waar wij in
nze Koningin, in onze Kroondraagster
steeds en zonder ophouden de vrouw, de
hebben gezien, geëerd en liefgehad.
het wat na deze vijftig jaren mag
worden getuigd. En tot dit getuigenis is
temeer aanleiding waar toch een consti-
tutioneel-parlementaire monarchie
als waaronder wij het voorrecht hebben
te leven de persoon van de Kroondra
ger al te spoedig op de achtergrond raakt
en vervaagt.
Vandaag nemen wij afscheid van Ko
ningin Wilhelmina, maar wij behouden
de mens Wilhelmina. Dat deze liefde,
door alle herinneringen verdiept, mag
worden bestendigd. En we nemen van
daag nog eens de bede over, die voor
vijftig jaren, op 6 September 1898 Haar
Koninklijke Moeder voor Haar uitsprak:
„God de Almachtige neme Haar onder
Zijn heilige hoede en bescherming.'*
Dat een Brabant»
kapelaan 3o mes
jes aan luxe benen
hielp door-onder z'n soutane-
3o paar Beneluxe Nylon kousen
over de grens te brengen en hij
■iide ze nog wel aangeven I
Nog meer Benelux - nieuws
Gent's KlokkePodandt luidt:
Geen storm meer over Vlaander-
land Opgeborgen in n museum.
Niet alzo de Scheveningen Jo
hanna Catherina
die Qooo kabeljauwen V> een
keer ving 7 zonderéén spiering
uit te gooien.
Achter het net viste de Franse
premier Mariedie by het par.
lement bot ving.
van twee
Ameri kaansen
die met dubbel bodemige dia—
mantgevulde koffers al smok
kelend door de mand vielen#.
6n dit is de moedige HASSAN
ABD-El REHIN, die in 171 uur
het kanaal overzwom.
Hy liever dan wy
6r is frissigheid genoeg in Ne-,
derland
Midden "n de feestvreugde
ren er maskers afrukkende Gb-
publiekeinen in Djokja. "Het wa-(
ren doodgewone Moskovieban.
W
Maar Den -Haag
houdt wel van
Moscovisch gebak.
Maar laat ons niet zwartgallig
eindigen daarvoor zijn er teT-
voel vlaggen oi vr2ugd
■Hier zyn onze kransen \jocr da
oude en da jonge kbningVu