Olympische Spelen, feest van sportieve
striid voor de wereldvrede
SANAPIRIN
biddende
zieken
JUEUWE LEIDSCHE COTIRANT
3
ÜSTEEÜ5G W WH f919
Bliek als Buur
Daar werd niet langer in geloofd.
Om bij een ander in te gaan.
•-ongerief.
Ofschoon idyllisch uitgebeeld
Als fantasie een hoofdrol speelt,
Ook dat nam 't paartje niet voor I
Zo huurden zij, ten einde raad.
igen huis bleek ijd'le waan,
an de arke niet versmaad.
>rd, al was de ruimte klein
hetgeen er was;
water, licht en gas
m beletsel zijn.
Gewoekerd me
•t Gebrek aan
Kon ook al ge
t bliek als naaste buur,
r rich thans de prins te rijk,
In een villa-wijk;
Gré KempenSterkenburg.
Louis Couperus, 26 j. oud en toen
met één slag beroemd
Dank zij ELINE VEREeen nieuwe
blanke tand in een kindermond'
Buiten school iverken duizenden
aan onze jeugd
Men wryft zich de ogen uit,
Als over enkele weken te Londen
het startschot zal klinken...
In de Oudheid streed de Griekse, mannelijke jeugd bij de Olympus in sportieve
kamp om de erepalm. Zo luidt de mythe. Eeuwen later, in 1896, was het de Franse
baron, Pierre de Coubertin, die de toen nog in de kinderschoenen rondwaggelende
sportwereld voor zijn ideaal wist warm te maken. In Athene kwamen voor de eer
ste maal vele landen bijeen, om elkaar in een onderlinge krachtmeting de sport-
eer te betwisten. Het is 1948: in Londen worden de laatste voorbereidingen getroffen
voor de Elfde Olympiade.
Deze Pierre Coubertin zag door inter
nationale sportbeoefening de weg naar
vrede op de wereld open. Van zijn ideaal
kwam echter bitter weinig terecht. Na
de vijfde maal, dat de Spelen werden ge
houden, in Stockholm in 1912, duurde het
nog slechts twee jaar, dat honderdui
zenden jongens de loopgraven introkken,
om elkaar daar in een andere strijd
af te slachten. Toch zette hij door, want
hij is tot 1925 voorzitter gebleven van het
Internationale Olympische Comité. De te
leurstelling van de tweede wereldoorlog
is hem bespaard gebleven. In 1933 stierf
deze grote idealist van de wereldvrede te
Lausanne.
Overzicht der Olympiaden
Een vorstelijke gift van de Griek Ave-
roff uit Alexandrië maakte het mogelijk
het oude marmeren Stadion te herbou
wen om daar de eerste moderne Spelen
te houden. De gedachte van De Couber
tin, om alle Spelen hief te houden, vond
geen doorgang, omdat de andere landen
hiertegen te veel bezwaren hadden.
Niet alle Olympiaden zullen wij aan de
vergetelheid ontrukken. Zij liggen te ver
achter ons. In 1928 werd echter ons land
aangewezen om als gastheer op te tre-
Voor de Nederlandse magen
De Nederlandse deelnemers zullen geen
rammelende magen hebben.'
rekt;
bacon, 200 gr.
deelnemers
week verst
1200 gr.
kaas, 200 gr snoepgoed, 200 gr. jam, 40C
gr. suiker, 400 gr. boter en vet, 3100 gr
brood, 4700 gr. aardappelen, 8 liter mell
en 85 gr. eipoeder.
Van Nederlandse zijde wordt de vol
gende hoeveelheid aangevuld:
100 kg kaas 150 kg margarine, 225 blik
ken melk met suiker, 250 kg suiker, 90
ontbijtkoeken, 7000 eieren en een vol
doende hoeveelheid fruit en aardappeler.
den. Velen zullen zich ongetwijfeld nog
deze Spelen herinneren, die in Amster
dam en omgeving gehouden werden. Een
Olympisch dorp werd uit de grond ge
stampt, en nog in deze tijd heeft het Ne
derlandse sportleven hiervan de voorde
len. Na Amsterdam trokken de landen
naar Los Angeles in Amerika en dit zijn
eigenlijk de laatste normale Spelen ge
weest, die gehouden zijn. Voor de laat
ste maal dus twaalf jaar geleden, werden
de idealen van de Coubertin het dichtst
benaderd. Tevens waren dit de laatste
Spelen, die de oprichter meemaakte.
Hierna kwam in 1936 de „Waanzin van
Berlijn". De Führer misbruikte deze ge
legenheid om de wereld te tonen, waar
toe het Nat Socialisme in staat was. De
wereld van de Sport werd hier over-
•ohetterd met het „Deutschland, Deutsch-
land über alles". Een ieder, die deze Spe
len meemaakte en eraan terugdenkt,
wordt nog duizelig bij de gedachte aan de
geforceerde pracht en praal, die in Ber
lijn uitgesmeten werd over de deelne
mers en de toeschouwers. Toch zijn deze
Spelen één der meest succesvolle geweest,
waaraan Nederland heeft deelgenomen.
In 1940 zou Japan gastheer zijn. De
■voorbereidingen waren reeds in een
gevorderd stadium, toen Japan plotseling
ju het najaar van 1938 voor de eer
dankte. Finland werd bereid gevonden
•lsnog de Spelen te organiseren. Als
actie op Berlijn noemden zij deze Spelen
de „Olympische Spelen der stilte".
De harde werkelijkheid van Septem
ber 1939 maakte alle goede voornemens
van de sportmensen tot een aanfluiting.
Voor de tweede maal in 25 jaar brak
wereldoorlog uit.
In 1945, na het beëindigen van deze
k>g kon het I.O.C. zijn werkzaamheden
hervatten. Engeland werd aangew
Voor de tweede maal in de geschiedenis
der moderne Spelen zou in Londen ei
omgeving de strijd geleverd worden on
de Olympische eer
De opvolgers van De Coubertin
Tijdens het congres van het I.O.C., dat
in 1925 te Praag werd gehouden, trad
De Coubertin af als voorzitter. Op deze
vergadering werd de graaf De Baillet
Latour, een Belg. tot zijn opvolger ge
kozen. Deze oud-beoefenaar van de paar
densport had reeds vanaf 1903
ting in het I.O.C. Amsterdam zag hem
voor de eerste maal in 1928 als voorzitter
en het bleek, dat deze sympathieke Belg
een waardig opvolger was van De Cou
bertin. Helaas heeft hij niet lang deze
functie mogen bekleden, want na Lo»
Angeles (1932) en Berlijn (1936) o\
1942 tijdens de Duitse o\
heersing van België.
Op het eerste congres van het I.O.C.
de oorlog was dus de president-zetel
cant. Voor deze
belangrijke
functie werd d«
toen 75-jarige
Zweed J. Sigrid
Edström aangewe
zen. Deze had zijn
LONDEN 1948 sporen in
reld van de Sport
reeds lang verdiend. In 1912 werd hij ge
kozen tot voorz. van de Intern. Amateur
Athletiek Federatie. Deze Federatie
groeide door zijn organisatorische gaven,
die hij ook in het maatschappelijk leven
toonde te bezitten, uit tot één der meest
invloedrijke sportorganisaties. Jaren ach
tereen was hij lid en vice-voorzitter van
het I.O.C. en lid van het Uitvoerend Co
mité. Eén man dus, die het klappen van
de zweep kent, hetgeen zeer belangrijk
is bij de organisatie van zo'n grote ge
beurtenis als de vierjaarlijks terugke
rende Olympische Spelen.
De Olympische fakkelloop
onderweg
Vandaag zou een Grieks meisje in nei
oude dorpje Olympia met een vergroot
glas een olijftakje in brand steken. Hierna
zou dit vuur overgebracht worden ii
antieke schaal, waarna de Olympische
fakkel kon worden ontstoken. Estafette-
lopers zullen dan op weg gaan om
Olympische vuur over te brengen
Londen, de Olympische stad van dit jaar.
De route gaat langs: Katakolon, Korfoe,
Bari, Parma, Milaan, Simplonpas, Ge-
nève, Luxemburg, Brussel, Lille, Calais
en Dover. In Katakolon zal de loper
boord van H.M.S. „Hastings" gaan, dat het
gezelschap naar Korfoe brengt,
een Brits matroos de fakkel zal overbren
gen op een fregat, dat naar Bari vaart.
Op 27 Juli denkt men in Calais te arri
veren, waar de fakkel met H.M.S. „Bices
ter" overgebracht zal worden naar Dover.
Wanneer op 29 Juli de laatste loper het
Wembley Stadion binnenrent' en de fak
kel overreikt om het grote vuur te laten
ontsteken, zal dit de symbolische opening
van de Spelen 1948 zijn.
De oudste Olympische deelnemer
De 44-jarige slag, H. C. van Suylekom
van de Nederlandse Olympische vier zon
der stuurman, kan niet op het record bo
gen de oudste Olympische deelnemer t«
zijn. De Ver. Staten komen nl. met een
48-jarige. Het is Ernie Reidel, het oudste
lid van het Amerikaanse team. Reider
maakt deel uit van de kanoploeg.
Een paar jaar geleden maakte hij be
kend zich dan pas uit de kanosport t<
zullen terugtrekken, indien zijn zoon Er
nie jr., snel genoeg was om hem op te
volgen als kampioen. De jonge Reider
vond echter tijdens de oorlog de dood.
Hij was lid van de bemanning van een
Amerikaanse bommenwerper, die werd
neergeschoten. Op 13 Juli heeft Ernie Sr
zijn 48e verjaardag gevierd. De dag daar
op scheepte hij zich in naar Londen.
Het ziet er naar uit, dat Reider tevens
de oudste deelnemer van de Olympische
Spelen zal zijn, tenzij zich nog een oudere
aandient.
Louis Couperus,
Het Wembley-stadion te Londen.
100.000 toeschouwers kunnen hier ge
tuige zijn van de Olympiade „Lon
den 1948" van 29 Juli— 14 Augustus.
De Ned. roeier van Suylekom schijnt
intussen wel verzekerd te zijn van het
record de enige deelnemer te zijn, die
Olympische Spelen deelneemt
tussenpoos van 20 jaar. In 1928
roeide hij te Amsterdam in de stuurman-
loze twee. In 1932 en 1936 kwam hij niet
uit op de Olympische Spelen.
Weer is de wereld in rep en roer. La-
tn we echter hopen, dat elke vier jaar
op de vastgestelde tijden de Olympische
Spelen kunnen worden gehouden, opdat
telkens, zoals nu binnen enkele weken
Londen de ogen van de wereld
op de sport gericht kunnen zijn.
Olympia.
Zo blijft tenminste het werk
in de wereld
De maximumprijs van betonijzer op
rollen, aldus heeft het Directoraat-Gene-
de Prijzen uitgemaakt, is
ingang van 1 Juli 1948 met f 40 per ton
verlaagd, hetgeen kan worden beschouwd
als een nieuw hoofdstuk in het drama
van het Amerikaanse betonijzer.
Nu zou men denken, dat dan gewoon
f 40 per ton minder moet "worden be
taald, of wel f 360 per ton.
Men heeft er echter heel wat anders
op gevonden, aldus de Transport Cr-t,
want kopers moeten ook na 1 Juli
1948 f 400 betalen aan Rijkswater
staat, waar dan tegenover staat, dat
zij f 40 per ton gekochte rollen beton
ijzer te vorderen krijgen van het
Egalisatiefonds Betonijzer, dat des
tijds is ingesteld om de miskoop van
het te dure Amerikaanse betonijzer
te financieren.
De totale vordering, die zodoende
ontstaat, moet de 16e van iedere
maand worden ingediend en zal na
accoord-bevinding van de zijde van
het Directoraat-Generaal van de
Prijzen, worden gehonoreerd. De vor
dering op het Egalisatiefonds dient
vergezeld te gaan van een gespecifi
ceerde opgave der afleveringen,
waarbij elke aflevering onder ver
melding van datum en factuurnum
mer afzonderlijk moet worden opge-
Een zeer eenvoudige en aantrek
kelijke manier van prijsverlaging.
Zo blijft het werk tenminste in de
wereld!
kans krijgt met één
zien, op hoeveel duizenden wijzen er bui
ten school aan onze jeugd wordt ge
werkt, gedokterd, opgevoed, bekwaamd
en beïnvloed door organisaties, instituten,
verenigingen, acties, tijdschriften, enz.
Het documentatieblad van het departe
ment van Onderwijs „Vorming buiten
schoolverband", geeft een verbluffende
kijk op alles wat er geschiedt door on
derwijs buiten school, jeugdparlement,
Oogsthulp, kamperen sport, bibliotheken,
zang, dans, film, enz., enz. De uit
gebreide bibliographie in dit tijdschrift,
het 2de nummer van de 2de
jaargang ontvingen, telt niet minder dan
pagina'
Hoofdpijn - Kiespijn - Zei
ne/pf altijd
Het was deze week 25 jaar ge-iEn
leden dat Louis Couperus stierf. Het ge-1 Lodewijk
meentebestuur van Den Haag heeft naai
aanleiding hiervan het plan opgevat he:
Lyceumplein te herdopen in Louis Cou-
op de Mauritskade, dus net om de hoek,
het geboortehuis van de schrijver staat.
Wie dit niet wist, wordt er opmerkzaam
op gemaakt door een gevelsteen.
Hoewel Couperus niet in Den Haag
Stierf en reeds als kind deze stad ver
liet, heeft hjj er toch een groot deel van
zijn leven doorgebracht en neemt in zijn
romans de Residentie een zo belangrijke
plaats in, dat het noemen van een plein
naar hem, zeker ten volle gerechtvaardigd
mag heten.
Na 5 jaar in Indië te hebben gewoond,
kwam hij naar Nederland terug. Zijn
ginds aangevangen opleiding op het Gym.
nasium te Batavia, werd op de Haagse
HBS voortgezet. Hij behaalde vervolgens
de akte Nederlands M. O. Maar niet met
de bedoeling leraar te worden. Al spoedig
had hij zich geheel aan de letteren ge
wijd. zelfs gedurende zijn studie vooi
bovengenoemde akte publiceerde hij ver-
Een Lent van vaerzen (1884) er
Orchideeën (1887). De eerste titel wijst op
zjjn kennis van Vondel. Het woord bete
kent niet, zoals men allicht denken zou
„Lente", maar lint en is ontleend aan d«
„Rijnstroom" van onze grootste dichter
Met deze eerste proeven van letterkundig
werk had hij echter weinig succes bij de
toenmalige critici. Willem Kloos bijv. was
er volstrekt niet over te spreken, hoewel
het publiek er anders over dacht.
Couperus heeft echter spoedig ingezien
dat zijn grote kracht op een ander ter
rein lag en bewees dit door zijn roman
„Eline Vere", met de ondertitel „Een
Haagse roman" (1889). Dit boek had een
geweldig succes en maakte de zesentwin
tigjarige schrjjver met één slag beroemd.
Henri Zagwijn vandaag 70 jaar
Uitzonderlijke figuur in ons muziekleven]
Een rustige, bescheiden en toeh uitzonderlijke figuur in ons muziekleven viert
vandaag zün 70ste verjaardag Houding en gebaren typeren hem als de man, die
met trotse zelfverheffing zün succes zoekt, maar in stille concentratie de ge
heime labyrinten van de toonkunst doorwandelt. Overal luisterend naar de klan
ken, die hü op zün gang ontmoet en zoekend naar de allesbeheersende synthese,
de geest in de materie.
t is Heniri Zagwijin en toen ik hem
dezer dagen in zün woning in Den Haag
opzocht, trof mij wederom de grote
liefde, waarmede hü rijn taak opvat. Een
liefde, die daarom zo opvallend is, om
dat zij geboren is uit de overtuiging,glat
de muziek op een ander, hoger plan ge
bracht kan worden. „De jongeren zün
bezig tot een zeker formalisme te ver
vallen. Zij hebben, om met Roland Holst
te spreken, hun droom verraden." En
van formalisme wil deze bekwame en
veelzijdig ontwikkelde autodidact, die
zijn carrière begon als onderwijzer bü
het Lager Onderwijs, niets weten. Het
allerbelangrijkste is voor Zagwijn de
innerlijke waarden der muziek, de
verbrekelijke trias gevoel, verstand en
wil.
Als trouw volgeling van Rudolf Steiner
werkt hü zich in zün composities uit
boven de alleen zinnelijke ontroering der
muziek. Reeds in een van zün eerste
grote werken, „De Tovenaarsleerling"
(1908) geschreven zonder bekend te
zün met het gelijknamige werk van Paul
Du-kas valt keranelük op het streven
het onderzoeken van de mogelük-
heden van de klank, welk streven later
onder invloed van het impressionnisme
(Debussy) nog meer werd gepuurd en
verrijkt „Niet wat kunnen wü met de
klank doen, maar wat wil de klank van
ons. Of anders: wat vraagt de tijdsklank
van ons in zijn totaliteit?" En In een zeer
gedocumenteerd relaas geeft Zagvrijn
mij dan een overzicht van de klankprin-
cipes in de loop der eeuwen, van de
oudheid af, via de romantiek tot het
extremisme.
Maar Zagwijn vertelt nog veel meer
Hoe hü, zonder eigenlijk ooit les te heb
ben gehad, reeds als 11-jarige jongen
componeerde, hoe hij steeds tegenslagen
heeft gehad bü de uitvoering van zijn
werken, speciaal ook in de oorlog, toen
zü'n muziek verboden was. Dan komt zün
omvangrijke Ujst composities ter sprake
het merendeel, naast twee pianoconcer-
en toneelmuziek, kamermuziekwer
ken. De instrumentale combinaties (bijv
fluit, alt en harp en harp en piano) in
deze laatste composities wijzen reeds op
zijn gevoel voor klankkleur, voor klank
sublimatie, en thans beijvert hü zich -
het geziene beeld in het auditieve
realiseren, de expressie van de impres
sie. Zijn declamatorium „De Geheime
Zee" (op gedichten van Roland Holst)
Is thans in studie bü de declamatrice
Jantien van Eek en de pianist H. W.
Poldermans en begin volgend jaar zal
de première gaan van zün Rlaaskwintet
Om de stof te leren vormen, om van
de handenarbeid naar de geestelijke
schepping te komen, beoefent Zagwün
uit liefhebberij het boekbinden en
lederbewerking. Deze componist zal
danks zijn leeftijd zeker nog veel te
gen hebben en zün organisatorische
beid (o.a. medeoprichter van de Ver. van
moderoe componisten) is belangrijk ge
noeg om er de aandacht op te vestigen.
Thans is Zagwün hoofdleraar aan het
Toonkunst-conservatorium te Rotterdam.
Corn. Basoski,
Eerlijk gezegd, heb ik heel lang
moeite gehad met de genezingen in
de Bijbel. Om één voorbeeld te noe
men: U heeft misschien in de afge
lopen weken ook een preek gehoord
over die lamme aan de Schone Poort
des tempels. Hoe die stumperd er zijn
leven lang gezeten heeft om 'n beroep
te doen op de liefdadigheid der harte- triomf
lozen, die zich langs hem heen reppen. fwn
Totdat Petrus en Johannes komen-en j,ad
zeggen: ,£ilver en goud bezit ik niet, fat
maar wat ik heb geef ik u: in de~
Jezus Christus: Wandel'
toegeeft dat voor bepaalde ziekten,
die in wezen geestesziekten zijn, in
het geloof genezing te vinden is. „Ho
eens even", valt ons dan een arts in de
rede, „daar kan ik over meepraten,
want ik kan zelj ook zulke zenuw
patiënten beter makenU merkt
wel: we komen er niet uit.
Nu beweer ik niet dat ik thans in
rtniTirJmi de volkswijk de oplossing gevonden
Lie staKKera iM
meevoerde, die op
tome*. T,
als doorslaand bewijs den volke ge-
het
Daarmee ontving hij afdoende hulp: tnnnH Hnrh er ums een maar Uil ZT»
hij stond op en ging springende en been'stond ongeveer achterstevoren *e f^lnomen^etn zieken
i.~i:i™ j.:r_ loopt. Ze xs opgenomen in een zieken
huis en als ik haar bezoek en met haar
praat kan ik ook alleen maar spreken
over het gaan naar het Vaderhuis.
Maar zij zegt: „Ik heb ge bid om beter
te worden en dus word ik beter".
En ze wil dat we daar ook samen om
zullen vragen. Niet uit angst voor de
dood spreekt ze zo: sterven is haar
waarlijk geen verschrikking. En nu
het wonderlijke: zes weken later stapt
i'n spreekkamer binnen en zegt:
In de Volkswijk
XXXI
zingende het heiligdom binnen. Ja, onfar lichaam
daar wordt dan ove-
de meeste dominé's
een halsoverkop aan het vergeeste- kreupele en hinkende genezene 1
lijken: die verlamde wordt het beeld jn fa tempel,
van de hele wereld, die ook al maar
voor de schone poorten der zaligheid
ligt zonder te kunnen binnengaan
totdat de Kerk komt en haar ge
neest. Voorts biedt de tekst nog
overvloeiende gelegenheid om over
de minderwaardigheid van goud
zilver te spreken
dagen
tingen en heffingen
tueel mag heten
Maar ondertussen blijven de ver- Christus
lamden er verlamd en de kreupelen het
kreupel en de doven doof en de wee
blinden blind. We doen ongemerkt zendingsgeschiedenis weet ook
feitelijk alsof Petrus en Johannes soortgelijke tekenen
zeiden: „Lieve broeder, we kunnen Daarop wordt dan
je wel niet genezen maar dat ij
onbetekenend als zil-
„w.De Kerk heeft onderwijl haar -
iets wat in de antwoord reeds klaar. Zij zegt dat xk
i je i
i wel dat
daarmee uit. bijzondere Godsopenbaring, toen
n de Heilige Geest voor
optraden. Maar ook dit is
helemaal juist
de wonderen enkel geschieden als
het Rijk Gods zich ergens in een
goudEn tegelijk hebben landstreek voor het eerst manifes-
het vage gevoel dat er in deze teert en de sekte beweert dan einde
lijk dat dit een gevolg is van het feit
i stervende. Hopeloos ge
val. En hij wil niet sterren, hü kan het
niet en durft het niet. Ook hier bidden
we om het wonder. En dat wonder
R- schijnt te gebeuren, want een week
Opreken. later is aanzienlijk beter. Dan zegt
gezegd dat hVK weet ik God ,mÜ aan-
preken toch iets niet klopt.
Daarom zijn er altijd anderen, die dat de gestandariseerde
zeggen dat de Kerk
Hij komt tot bekering
dit vreemde herstel put hij het geloof
dat ook zijn zonden vergeven zijn.
Wat later stort hij weer in en zijn
stervensuur komt. Maar geen moment
verlaat hem de blijde zekerheid dat dit
gebreke 'blijft meerde Kerk ijlings haar wezenlijke teken aan 2Vn lichaam het bewijs is
- - de rechtvaardigheid en verlossing
gerust ontslaapt hij. Ja,
worden. Dat zijn vooral de sekten die deze krachten terug
i moet ik alle preken
die zulks doen en die zich beijveren
om zelf wel wonderbaarlijke gene
zingen tot stand te brengen. Ik heb
geweldige tekenen mee deden. 9fn veranderen, want v
Waarop het gesprek tenslotte een nieuw begrip in me ov
zeer wetenschappelijke wending n,s- u ook-
iver genezin-
daagt er een
hun beteke-
WIJKPREDIKANT
iren publiek en critici het
van Deyssel was er verrukt
zag duidelük in dat het iets
vas. Bü nadere beschouwing
merkt men wel dat de invloed der natu
ralistische Franse schrijver als Zola dui
delük te voelen is. maar het boek
een der eerste goede romans van deze
richting in Nederland. Het grote
moedigde Couperus aan en in vrij snelle
opeenvolging ontstonden een aantal
werken: Noodlot, Extaze, Majesteit,
Wereldvrede, Hoge troeven. Psyche.
Fidessa.
Maar ze waren niet alle van dezelfde
soort. .Eline Vere" en „Noodlot" i
doordrenkt van de gedachte dat de
een speelbal is van het lot en dat hü
dus zo goed als geheel willoos zich moet
laten voortdrijven op de stroom van het
leven. Deze gedachte is voor Eline nood
lottig en ze wordt meegesleurd door de
stroom van het lege Haagse genotleven,
waarin ze ten laatste ondergaat. De
man „Noodlot" gaf zelfs aanleiding tot
een brochure van C. H. den Hartog, die
de inhoud aanduidde als „Noodlottig De
terminisme" en de slechte invloed var
dit soort letterkunde op jonge menser
hekelde.
„Majesteit" en „Wereldvrede" staan ir
verband met de tegen 1900 groeiende ge
dachte aan een algemene Europese sta
tenbond, een denkbeeld dat belichaamd
werd in de eerste Vredesconferentie vac
het jaar 1899.
Metamorfoze (1897) is een soort var
autobiografie en geeft dus zün ontwikke
ling als schrijver. „Psyche" en „Fidessa'
eer een nieuwe soort
Het zijn boeken vol sprookjes, sym
boliek, Hier begint zich het eigen-
Ujke karakter van de schrijver duidelü-
ker af te tekenen. De gedachte, dat de
het product is der erfelijkheid
der omstandigheden, geraakt meer
de achtergrond en we voelen
thans zijn heimwee naar een wereld,
schoner dan die, waarin hij leefde. Sterk
komt deze gedachte op de voorgrond i
het verhaal van de Japanse schilder, die
door hem zelf vervaardigde
r de markt gaat. Onderweg
laat hü op een brug er een vallen. Ze
ontplooit zioh en de jonge kunstenaar
wordt zo zeer bekoord door de schoon
heid van het neerzwevende schermpje,
dat hü het gehele heden vergeet en al
oor één laat neerdwar-
rèlen op het water om enkel en alleen
de schoonheid te genieten. Dit is een
zinnebeeld der verhouding van Couperus
tot het leven en de kunst. Dit verlangen
komt ook naar voren in andere vormen.
.Dionyzos" (1904) verhaalt hü van
diens tocht naar de aarde om op last van
de oppergod Zeus de vreugde der goden
de mensen te brengen. Maar de men-
zün dit genot niet waardig en bezoe
delen de reinheid er van. Dionyzos is
diep teleurgesteld en meent zün last niet
goed te hebben volbracht. Doch Zeus
weet beter: de mens is onvolkomen en
de boodschapper heeft daaraan geen
schuld. Daarom neemt de oppergod toch
Dionyzos in de hemel op.
Ook hier vinden we de symboliek al
eer. Het is dezelfde gedachte die Perk
uitdrukte in zün „Iris". Iedere kunste-
bemerkt na het volbrachte kunst
werk dat hü ver bleef van zün ideaal
Het is het weemoedsgevoel, dat Geerten
Gossaert (prof. Gerretson) uitdrukte i
„De Stervende Pelgrim":
De dichter, met een wüle sluier)
uit woorden saamgeweven,
En rond zich als een waas van wee
moed uitgespreid,
Verbergt, voor het gemeen, de waar
heid van zün leven,
Het smartelük gelaat van eige'ellen-
digheid.
Ook in „Antiek Toerisme" en „Herac
les" gevoelen we dat verlangen naar eer
verlossing uit zijn 20ste eeuwse omge
ving. Als hü in 1919 zijn roman „Xerxes
of De Hoogmoed" schrijft, komt dezelfde
gedachte wel naar voren, maar we
dekken tegelijkertü'd duidelyk zijn
achting voor een figuur als keizer Wil
helm II, die voor hem de verpersoonüj
king fe van de leegheid en gloriezucht
zonder hogere idealen.,
Kline Vere" was eenmaal door Lode
wijk van Deyssel genoemd „een nieuwt
blanke tand in het mondje van dat schit
terende kind. onze jonge letteren". Er
ondanks enige terugval in de tussentüd
komt Couperus later in zün boek „Van
Oude Mensen, de Dingen die voorbü-
gaan" een Haagse roman, weer tot de
oude hoogte, zodat een Engelse verta
ling van dit werk de roem oogstte te
behoren tot de zes beste wereldromans
de moderne tüd (The Bookman
January 1920).
In een roman, gepubliceerd in züd
sterfjaar ,Het zwevende schaakbord"
grijpt Couperus terug naar een middel
eeuws verhaal uit „Walewein". Met eer
zachte ironie treurt hij er over dat de
toverwagen van Merhjn een snorrende
auto is geworden. En in zün verhaal
„Geuren van Heiligheid" uit „Van
over müzelf en anderen" grüpt het hem
diep aan dat een monnik bezwükt
de verleidingen van het moderne leven.
Veel is er geschreven over het slappe
en moedeloze van Couperus' figuren
men heeft dat. stellig ten onrechte, op
hem persoonlijk willen toepassen. Het
een wanbegrip. Heel iets anders ligt a
deze geesteshouding ten grondslag. Ik
kan dit niet beter typeren dan met de
laatste woorden van „Trofime", de schets
over de oude reparateur van gebroken
voorwerpen:
„Ja, alles repareert Trofime: goud
juwelen, marmer pn albast, porcelein
kunstvoorwerpen
Alleen, zün eigen leven, helaaszün
eigen leven, zün leven, dat, ik weet niet
wie of wat heeft gebroken, heeft Trofi
me nooit kunnen repareren
Arme, oude Trofime
Den Haag. Dr F. C. Dominica».
De Stichting Zeeland voor Maatschap
pelijk en Cultureel Werk heeft een secti
gevormd tot bestudering van de noodzak»
lijke uitbreiding van het buitengewoon l.i
in deie provincie.
fü faèt
DEZE WEEK
Uv cfe &lCUr£>
KUNNEN LEZEN!
t<i
Lbc we met verzend<2 klachten-»
nieuwe kamers timmerden an de.
heer BcoJ hg bezig isdaar in
een nieuw kabinet te plaatsen..
Op een brede basis€n dus so-
liedoi* dan het .avontuur* van dis.
goud willen pur*®n uit <20n2ojaar»
gcJedcn voor* Egmond gezonken^
€r zijn mensezn, die. eenvoudiger*
methoden kennen om aan geld te ko.
(Advertentie)
Eeltknobbels aan de grote teen
Heeft U een eeltknobbel
de grote teen? Hier is
middel dat de pün verjaagt,
de ontsteking opheft, de op
zwelling vermindert en de
misvormde teen toestaat zün
normale stand te hernemen.
Dit goede middel, de beroem-1
'de Franse „Dalet Balsem" j
is nu ook weer in Nederland verkrügbaar.l
Vraagt Dalet Balsem aan Uw apotheker
ot drogist, prü* *3-50 per tube,
B.v. dc tandarts-scheikundige» u'L
Den -Haagd7e noch het Qjzjn noch
het andcri, maar* wcJ oen oplichter*
en zakkenroller* v\es*
CX die handig«*ds,die
diamanten per* postduif
SmokkzJden.
OT de, kunstk<znncr*s die, schilcfe-
rijen in de 00H09 duur* ver*kodv
ten
ze elkaar* nu voo* 'n habbekr*aj
teruggeven.
L^k
Tenzij men,al$
die pastoor op de VfeluwezVi weXr
telijfe. belagers weet af-en neer
te. slaan-Hem vroegen ze om eer»
treinkaartje en wij vragen was
liet een pastoor We geloven ai*
niets van!
Het waren in Tecter geval wéJ giraf
fzn.die deze week in Rotter da nx*
aankwamen en kamelen en schild-,
padden.
Zij rukten op naar het Amster
damse Artis
Maar wat heb je aan die dfer&yfc
Je weetdat de zwaluwen al wco»
startklaar zijn voor de grote trekj
A Jf £h dat vóór de
hondsdagen,
met honds alleêm!
het winterweer ga*i
meen hebben.