Olympische Spelen, feest van sportieve striid voor de wereldvrede SANAPIRIN biddende zieken JUEUWE LEIDSCHE COTIRANT 3 ÜSTEEÜ5G W WH f919 Bliek als Buur Daar werd niet langer in geloofd. Om bij een ander in te gaan. •-ongerief. Ofschoon idyllisch uitgebeeld Als fantasie een hoofdrol speelt, Ook dat nam 't paartje niet voor I Zo huurden zij, ten einde raad. igen huis bleek ijd'le waan, an de arke niet versmaad. >rd, al was de ruimte klein hetgeen er was; water, licht en gas m beletsel zijn. Gewoekerd me •t Gebrek aan Kon ook al ge t bliek als naaste buur, r rich thans de prins te rijk, In een villa-wijk; Gré KempenSterkenburg. Louis Couperus, 26 j. oud en toen met één slag beroemd Dank zij ELINE VEREeen nieuwe blanke tand in een kindermond' Buiten school iverken duizenden aan onze jeugd Men wryft zich de ogen uit, Als over enkele weken te Londen het startschot zal klinken... In de Oudheid streed de Griekse, mannelijke jeugd bij de Olympus in sportieve kamp om de erepalm. Zo luidt de mythe. Eeuwen later, in 1896, was het de Franse baron, Pierre de Coubertin, die de toen nog in de kinderschoenen rondwaggelende sportwereld voor zijn ideaal wist warm te maken. In Athene kwamen voor de eer ste maal vele landen bijeen, om elkaar in een onderlinge krachtmeting de sport- eer te betwisten. Het is 1948: in Londen worden de laatste voorbereidingen getroffen voor de Elfde Olympiade. Deze Pierre Coubertin zag door inter nationale sportbeoefening de weg naar vrede op de wereld open. Van zijn ideaal kwam echter bitter weinig terecht. Na de vijfde maal, dat de Spelen werden ge houden, in Stockholm in 1912, duurde het nog slechts twee jaar, dat honderdui zenden jongens de loopgraven introkken, om elkaar daar in een andere strijd af te slachten. Toch zette hij door, want hij is tot 1925 voorzitter gebleven van het Internationale Olympische Comité. De te leurstelling van de tweede wereldoorlog is hem bespaard gebleven. In 1933 stierf deze grote idealist van de wereldvrede te Lausanne. Overzicht der Olympiaden Een vorstelijke gift van de Griek Ave- roff uit Alexandrië maakte het mogelijk het oude marmeren Stadion te herbou wen om daar de eerste moderne Spelen te houden. De gedachte van De Couber tin, om alle Spelen hief te houden, vond geen doorgang, omdat de andere landen hiertegen te veel bezwaren hadden. Niet alle Olympiaden zullen wij aan de vergetelheid ontrukken. Zij liggen te ver achter ons. In 1928 werd echter ons land aangewezen om als gastheer op te tre- Voor de Nederlandse magen De Nederlandse deelnemers zullen geen rammelende magen hebben.' rekt; bacon, 200 gr. deelnemers week verst 1200 gr. kaas, 200 gr snoepgoed, 200 gr. jam, 40C gr. suiker, 400 gr. boter en vet, 3100 gr brood, 4700 gr. aardappelen, 8 liter mell en 85 gr. eipoeder. Van Nederlandse zijde wordt de vol gende hoeveelheid aangevuld: 100 kg kaas 150 kg margarine, 225 blik ken melk met suiker, 250 kg suiker, 90 ontbijtkoeken, 7000 eieren en een vol doende hoeveelheid fruit en aardappeler. den. Velen zullen zich ongetwijfeld nog deze Spelen herinneren, die in Amster dam en omgeving gehouden werden. Een Olympisch dorp werd uit de grond ge stampt, en nog in deze tijd heeft het Ne derlandse sportleven hiervan de voorde len. Na Amsterdam trokken de landen naar Los Angeles in Amerika en dit zijn eigenlijk de laatste normale Spelen ge weest, die gehouden zijn. Voor de laat ste maal dus twaalf jaar geleden, werden de idealen van de Coubertin het dichtst benaderd. Tevens waren dit de laatste Spelen, die de oprichter meemaakte. Hierna kwam in 1936 de „Waanzin van Berlijn". De Führer misbruikte deze ge legenheid om de wereld te tonen, waar toe het Nat Socialisme in staat was. De wereld van de Sport werd hier over- •ohetterd met het „Deutschland, Deutsch- land über alles". Een ieder, die deze Spe len meemaakte en eraan terugdenkt, wordt nog duizelig bij de gedachte aan de geforceerde pracht en praal, die in Ber lijn uitgesmeten werd over de deelne mers en de toeschouwers. Toch zijn deze Spelen één der meest succesvolle geweest, waaraan Nederland heeft deelgenomen. In 1940 zou Japan gastheer zijn. De ■voorbereidingen waren reeds in een gevorderd stadium, toen Japan plotseling ju het najaar van 1938 voor de eer dankte. Finland werd bereid gevonden •lsnog de Spelen te organiseren. Als actie op Berlijn noemden zij deze Spelen de „Olympische Spelen der stilte". De harde werkelijkheid van Septem ber 1939 maakte alle goede voornemens van de sportmensen tot een aanfluiting. Voor de tweede maal in 25 jaar brak wereldoorlog uit. In 1945, na het beëindigen van deze k>g kon het I.O.C. zijn werkzaamheden hervatten. Engeland werd aangew Voor de tweede maal in de geschiedenis der moderne Spelen zou in Londen ei omgeving de strijd geleverd worden on de Olympische eer De opvolgers van De Coubertin Tijdens het congres van het I.O.C., dat in 1925 te Praag werd gehouden, trad De Coubertin af als voorzitter. Op deze vergadering werd de graaf De Baillet Latour, een Belg. tot zijn opvolger ge kozen. Deze oud-beoefenaar van de paar densport had reeds vanaf 1903 ting in het I.O.C. Amsterdam zag hem voor de eerste maal in 1928 als voorzitter en het bleek, dat deze sympathieke Belg een waardig opvolger was van De Cou bertin. Helaas heeft hij niet lang deze functie mogen bekleden, want na Lo» Angeles (1932) en Berlijn (1936) o\ 1942 tijdens de Duitse o\ heersing van België. Op het eerste congres van het I.O.C. de oorlog was dus de president-zetel cant. Voor deze belangrijke functie werd d« toen 75-jarige Zweed J. Sigrid Edström aangewe zen. Deze had zijn LONDEN 1948 sporen in reld van de Sport reeds lang verdiend. In 1912 werd hij ge kozen tot voorz. van de Intern. Amateur Athletiek Federatie. Deze Federatie groeide door zijn organisatorische gaven, die hij ook in het maatschappelijk leven toonde te bezitten, uit tot één der meest invloedrijke sportorganisaties. Jaren ach tereen was hij lid en vice-voorzitter van het I.O.C. en lid van het Uitvoerend Co mité. Eén man dus, die het klappen van de zweep kent, hetgeen zeer belangrijk is bij de organisatie van zo'n grote ge beurtenis als de vierjaarlijks terugke rende Olympische Spelen. De Olympische fakkelloop onderweg Vandaag zou een Grieks meisje in nei oude dorpje Olympia met een vergroot glas een olijftakje in brand steken. Hierna zou dit vuur overgebracht worden ii antieke schaal, waarna de Olympische fakkel kon worden ontstoken. Estafette- lopers zullen dan op weg gaan om Olympische vuur over te brengen Londen, de Olympische stad van dit jaar. De route gaat langs: Katakolon, Korfoe, Bari, Parma, Milaan, Simplonpas, Ge- nève, Luxemburg, Brussel, Lille, Calais en Dover. In Katakolon zal de loper boord van H.M.S. „Hastings" gaan, dat het gezelschap naar Korfoe brengt, een Brits matroos de fakkel zal overbren gen op een fregat, dat naar Bari vaart. Op 27 Juli denkt men in Calais te arri veren, waar de fakkel met H.M.S. „Bices ter" overgebracht zal worden naar Dover. Wanneer op 29 Juli de laatste loper het Wembley Stadion binnenrent' en de fak kel overreikt om het grote vuur te laten ontsteken, zal dit de symbolische opening van de Spelen 1948 zijn. De oudste Olympische deelnemer De 44-jarige slag, H. C. van Suylekom van de Nederlandse Olympische vier zon der stuurman, kan niet op het record bo gen de oudste Olympische deelnemer t« zijn. De Ver. Staten komen nl. met een 48-jarige. Het is Ernie Reidel, het oudste lid van het Amerikaanse team. Reider maakt deel uit van de kanoploeg. Een paar jaar geleden maakte hij be kend zich dan pas uit de kanosport t< zullen terugtrekken, indien zijn zoon Er nie jr., snel genoeg was om hem op te volgen als kampioen. De jonge Reider vond echter tijdens de oorlog de dood. Hij was lid van de bemanning van een Amerikaanse bommenwerper, die werd neergeschoten. Op 13 Juli heeft Ernie Sr zijn 48e verjaardag gevierd. De dag daar op scheepte hij zich in naar Londen. Het ziet er naar uit, dat Reider tevens de oudste deelnemer van de Olympische Spelen zal zijn, tenzij zich nog een oudere aandient. Louis Couperus, Het Wembley-stadion te Londen. 100.000 toeschouwers kunnen hier ge tuige zijn van de Olympiade „Lon den 1948" van 29 Juli— 14 Augustus. De Ned. roeier van Suylekom schijnt intussen wel verzekerd te zijn van het record de enige deelnemer te zijn, die Olympische Spelen deelneemt tussenpoos van 20 jaar. In 1928 roeide hij te Amsterdam in de stuurman- loze twee. In 1932 en 1936 kwam hij niet uit op de Olympische Spelen. Weer is de wereld in rep en roer. La- tn we echter hopen, dat elke vier jaar op de vastgestelde tijden de Olympische Spelen kunnen worden gehouden, opdat telkens, zoals nu binnen enkele weken Londen de ogen van de wereld op de sport gericht kunnen zijn. Olympia. Zo blijft tenminste het werk in de wereld De maximumprijs van betonijzer op rollen, aldus heeft het Directoraat-Gene- de Prijzen uitgemaakt, is ingang van 1 Juli 1948 met f 40 per ton verlaagd, hetgeen kan worden beschouwd als een nieuw hoofdstuk in het drama van het Amerikaanse betonijzer. Nu zou men denken, dat dan gewoon f 40 per ton minder moet "worden be taald, of wel f 360 per ton. Men heeft er echter heel wat anders op gevonden, aldus de Transport Cr-t, want kopers moeten ook na 1 Juli 1948 f 400 betalen aan Rijkswater staat, waar dan tegenover staat, dat zij f 40 per ton gekochte rollen beton ijzer te vorderen krijgen van het Egalisatiefonds Betonijzer, dat des tijds is ingesteld om de miskoop van het te dure Amerikaanse betonijzer te financieren. De totale vordering, die zodoende ontstaat, moet de 16e van iedere maand worden ingediend en zal na accoord-bevinding van de zijde van het Directoraat-Generaal van de Prijzen, worden gehonoreerd. De vor dering op het Egalisatiefonds dient vergezeld te gaan van een gespecifi ceerde opgave der afleveringen, waarbij elke aflevering onder ver melding van datum en factuurnum mer afzonderlijk moet worden opge- Een zeer eenvoudige en aantrek kelijke manier van prijsverlaging. Zo blijft het werk tenminste in de wereld! kans krijgt met één zien, op hoeveel duizenden wijzen er bui ten school aan onze jeugd wordt ge werkt, gedokterd, opgevoed, bekwaamd en beïnvloed door organisaties, instituten, verenigingen, acties, tijdschriften, enz. Het documentatieblad van het departe ment van Onderwijs „Vorming buiten schoolverband", geeft een verbluffende kijk op alles wat er geschiedt door on derwijs buiten school, jeugdparlement, Oogsthulp, kamperen sport, bibliotheken, zang, dans, film, enz., enz. De uit gebreide bibliographie in dit tijdschrift, het 2de nummer van de 2de jaargang ontvingen, telt niet minder dan pagina' Hoofdpijn - Kiespijn - Zei ne/pf altijd Het was deze week 25 jaar ge-iEn leden dat Louis Couperus stierf. Het ge-1 Lodewijk meentebestuur van Den Haag heeft naai aanleiding hiervan het plan opgevat he: Lyceumplein te herdopen in Louis Cou- op de Mauritskade, dus net om de hoek, het geboortehuis van de schrijver staat. Wie dit niet wist, wordt er opmerkzaam op gemaakt door een gevelsteen. Hoewel Couperus niet in Den Haag Stierf en reeds als kind deze stad ver liet, heeft hjj er toch een groot deel van zijn leven doorgebracht en neemt in zijn romans de Residentie een zo belangrijke plaats in, dat het noemen van een plein naar hem, zeker ten volle gerechtvaardigd mag heten. Na 5 jaar in Indië te hebben gewoond, kwam hij naar Nederland terug. Zijn ginds aangevangen opleiding op het Gym. nasium te Batavia, werd op de Haagse HBS voortgezet. Hij behaalde vervolgens de akte Nederlands M. O. Maar niet met de bedoeling leraar te worden. Al spoedig had hij zich geheel aan de letteren ge wijd. zelfs gedurende zijn studie vooi bovengenoemde akte publiceerde hij ver- Een Lent van vaerzen (1884) er Orchideeën (1887). De eerste titel wijst op zjjn kennis van Vondel. Het woord bete kent niet, zoals men allicht denken zou „Lente", maar lint en is ontleend aan d« „Rijnstroom" van onze grootste dichter Met deze eerste proeven van letterkundig werk had hij echter weinig succes bij de toenmalige critici. Willem Kloos bijv. was er volstrekt niet over te spreken, hoewel het publiek er anders over dacht. Couperus heeft echter spoedig ingezien dat zijn grote kracht op een ander ter rein lag en bewees dit door zijn roman „Eline Vere", met de ondertitel „Een Haagse roman" (1889). Dit boek had een geweldig succes en maakte de zesentwin tigjarige schrjjver met één slag beroemd. Henri Zagwijn vandaag 70 jaar Uitzonderlijke figuur in ons muziekleven] Een rustige, bescheiden en toeh uitzonderlijke figuur in ons muziekleven viert vandaag zün 70ste verjaardag Houding en gebaren typeren hem als de man, die met trotse zelfverheffing zün succes zoekt, maar in stille concentratie de ge heime labyrinten van de toonkunst doorwandelt. Overal luisterend naar de klan ken, die hü op zün gang ontmoet en zoekend naar de allesbeheersende synthese, de geest in de materie. t is Heniri Zagwijin en toen ik hem dezer dagen in zün woning in Den Haag opzocht, trof mij wederom de grote liefde, waarmede hü rijn taak opvat. Een liefde, die daarom zo opvallend is, om dat zij geboren is uit de overtuiging,glat de muziek op een ander, hoger plan ge bracht kan worden. „De jongeren zün bezig tot een zeker formalisme te ver vallen. Zij hebben, om met Roland Holst te spreken, hun droom verraden." En van formalisme wil deze bekwame en veelzijdig ontwikkelde autodidact, die zijn carrière begon als onderwijzer bü het Lager Onderwijs, niets weten. Het allerbelangrijkste is voor Zagwijn de innerlijke waarden der muziek, de verbrekelijke trias gevoel, verstand en wil. Als trouw volgeling van Rudolf Steiner werkt hü zich in zün composities uit boven de alleen zinnelijke ontroering der muziek. Reeds in een van zün eerste grote werken, „De Tovenaarsleerling" (1908) geschreven zonder bekend te zün met het gelijknamige werk van Paul Du-kas valt keranelük op het streven het onderzoeken van de mogelük- heden van de klank, welk streven later onder invloed van het impressionnisme (Debussy) nog meer werd gepuurd en verrijkt „Niet wat kunnen wü met de klank doen, maar wat wil de klank van ons. Of anders: wat vraagt de tijdsklank van ons in zijn totaliteit?" En In een zeer gedocumenteerd relaas geeft Zagvrijn mij dan een overzicht van de klankprin- cipes in de loop der eeuwen, van de oudheid af, via de romantiek tot het extremisme. Maar Zagwijn vertelt nog veel meer Hoe hü, zonder eigenlijk ooit les te heb ben gehad, reeds als 11-jarige jongen componeerde, hoe hij steeds tegenslagen heeft gehad bü de uitvoering van zijn werken, speciaal ook in de oorlog, toen zü'n muziek verboden was. Dan komt zün omvangrijke Ujst composities ter sprake het merendeel, naast twee pianoconcer- en toneelmuziek, kamermuziekwer ken. De instrumentale combinaties (bijv fluit, alt en harp en harp en piano) in deze laatste composities wijzen reeds op zijn gevoel voor klankkleur, voor klank sublimatie, en thans beijvert hü zich - het geziene beeld in het auditieve realiseren, de expressie van de impres sie. Zijn declamatorium „De Geheime Zee" (op gedichten van Roland Holst) Is thans in studie bü de declamatrice Jantien van Eek en de pianist H. W. Poldermans en begin volgend jaar zal de première gaan van zün Rlaaskwintet Om de stof te leren vormen, om van de handenarbeid naar de geestelijke schepping te komen, beoefent Zagwün uit liefhebberij het boekbinden en lederbewerking. Deze componist zal danks zijn leeftijd zeker nog veel te gen hebben en zün organisatorische beid (o.a. medeoprichter van de Ver. van moderoe componisten) is belangrijk ge noeg om er de aandacht op te vestigen. Thans is Zagwün hoofdleraar aan het Toonkunst-conservatorium te Rotterdam. Corn. Basoski, Eerlijk gezegd, heb ik heel lang moeite gehad met de genezingen in de Bijbel. Om één voorbeeld te noe men: U heeft misschien in de afge lopen weken ook een preek gehoord over die lamme aan de Schone Poort des tempels. Hoe die stumperd er zijn leven lang gezeten heeft om 'n beroep te doen op de liefdadigheid der harte- triomf lozen, die zich langs hem heen reppen. fwn Totdat Petrus en Johannes komen-en j,ad zeggen: ,£ilver en goud bezit ik niet, fat maar wat ik heb geef ik u: in de~ Jezus Christus: Wandel' toegeeft dat voor bepaalde ziekten, die in wezen geestesziekten zijn, in het geloof genezing te vinden is. „Ho eens even", valt ons dan een arts in de rede, „daar kan ik over meepraten, want ik kan zelj ook zulke zenuw patiënten beter makenU merkt wel: we komen er niet uit. Nu beweer ik niet dat ik thans in rtniTirJmi de volkswijk de oplossing gevonden Lie staKKera iM meevoerde, die op tome*. T, als doorslaand bewijs den volke ge- het Daarmee ontving hij afdoende hulp: tnnnH Hnrh er ums een maar Uil ZT» hij stond op en ging springende en been'stond ongeveer achterstevoren *e f^lnomen^etn zieken i.~i:i™ j.:r_ loopt. Ze xs opgenomen in een zieken huis en als ik haar bezoek en met haar praat kan ik ook alleen maar spreken over het gaan naar het Vaderhuis. Maar zij zegt: „Ik heb ge bid om beter te worden en dus word ik beter". En ze wil dat we daar ook samen om zullen vragen. Niet uit angst voor de dood spreekt ze zo: sterven is haar waarlijk geen verschrikking. En nu het wonderlijke: zes weken later stapt i'n spreekkamer binnen en zegt: In de Volkswijk XXXI zingende het heiligdom binnen. Ja, onfar lichaam daar wordt dan ove- de meeste dominé's een halsoverkop aan het vergeeste- kreupele en hinkende genezene 1 lijken: die verlamde wordt het beeld jn fa tempel, van de hele wereld, die ook al maar voor de schone poorten der zaligheid ligt zonder te kunnen binnengaan totdat de Kerk komt en haar ge neest. Voorts biedt de tekst nog overvloeiende gelegenheid om over de minderwaardigheid van goud zilver te spreken dagen tingen en heffingen tueel mag heten Maar ondertussen blijven de ver- Christus lamden er verlamd en de kreupelen het kreupel en de doven doof en de wee blinden blind. We doen ongemerkt zendingsgeschiedenis weet ook feitelijk alsof Petrus en Johannes soortgelijke tekenen zeiden: „Lieve broeder, we kunnen Daarop wordt dan je wel niet genezen maar dat ij onbetekenend als zil- „w.De Kerk heeft onderwijl haar - iets wat in de antwoord reeds klaar. Zij zegt dat xk i je i i wel dat daarmee uit. bijzondere Godsopenbaring, toen n de Heilige Geest voor optraden. Maar ook dit is helemaal juist de wonderen enkel geschieden als het Rijk Gods zich ergens in een goudEn tegelijk hebben landstreek voor het eerst manifes- het vage gevoel dat er in deze teert en de sekte beweert dan einde lijk dat dit een gevolg is van het feit i stervende. Hopeloos ge val. En hij wil niet sterren, hü kan het niet en durft het niet. Ook hier bidden we om het wonder. En dat wonder R- schijnt te gebeuren, want een week Opreken. later is aanzienlijk beter. Dan zegt gezegd dat hVK weet ik God ,mÜ aan- preken toch iets niet klopt. Daarom zijn er altijd anderen, die dat de gestandariseerde zeggen dat de Kerk Hij komt tot bekering dit vreemde herstel put hij het geloof dat ook zijn zonden vergeven zijn. Wat later stort hij weer in en zijn stervensuur komt. Maar geen moment verlaat hem de blijde zekerheid dat dit gebreke 'blijft meerde Kerk ijlings haar wezenlijke teken aan 2Vn lichaam het bewijs is - - de rechtvaardigheid en verlossing gerust ontslaapt hij. Ja, worden. Dat zijn vooral de sekten die deze krachten terug i moet ik alle preken die zulks doen en die zich beijveren om zelf wel wonderbaarlijke gene zingen tot stand te brengen. Ik heb geweldige tekenen mee deden. 9fn veranderen, want v Waarop het gesprek tenslotte een nieuw begrip in me ov zeer wetenschappelijke wending n,s- u ook- iver genezin- daagt er een hun beteke- WIJKPREDIKANT iren publiek en critici het van Deyssel was er verrukt zag duidelük in dat het iets vas. Bü nadere beschouwing merkt men wel dat de invloed der natu ralistische Franse schrijver als Zola dui delük te voelen is. maar het boek een der eerste goede romans van deze richting in Nederland. Het grote moedigde Couperus aan en in vrij snelle opeenvolging ontstonden een aantal werken: Noodlot, Extaze, Majesteit, Wereldvrede, Hoge troeven. Psyche. Fidessa. Maar ze waren niet alle van dezelfde soort. .Eline Vere" en „Noodlot" i doordrenkt van de gedachte dat de een speelbal is van het lot en dat hü dus zo goed als geheel willoos zich moet laten voortdrijven op de stroom van het leven. Deze gedachte is voor Eline nood lottig en ze wordt meegesleurd door de stroom van het lege Haagse genotleven, waarin ze ten laatste ondergaat. De man „Noodlot" gaf zelfs aanleiding tot een brochure van C. H. den Hartog, die de inhoud aanduidde als „Noodlottig De terminisme" en de slechte invloed var dit soort letterkunde op jonge menser hekelde. „Majesteit" en „Wereldvrede" staan ir verband met de tegen 1900 groeiende ge dachte aan een algemene Europese sta tenbond, een denkbeeld dat belichaamd werd in de eerste Vredesconferentie vac het jaar 1899. Metamorfoze (1897) is een soort var autobiografie en geeft dus zün ontwikke ling als schrijver. „Psyche" en „Fidessa' eer een nieuwe soort Het zijn boeken vol sprookjes, sym boliek, Hier begint zich het eigen- Ujke karakter van de schrijver duidelü- ker af te tekenen. De gedachte, dat de het product is der erfelijkheid der omstandigheden, geraakt meer de achtergrond en we voelen thans zijn heimwee naar een wereld, schoner dan die, waarin hij leefde. Sterk komt deze gedachte op de voorgrond i het verhaal van de Japanse schilder, die door hem zelf vervaardigde r de markt gaat. Onderweg laat hü op een brug er een vallen. Ze ontplooit zioh en de jonge kunstenaar wordt zo zeer bekoord door de schoon heid van het neerzwevende schermpje, dat hü het gehele heden vergeet en al oor één laat neerdwar- rèlen op het water om enkel en alleen de schoonheid te genieten. Dit is een zinnebeeld der verhouding van Couperus tot het leven en de kunst. Dit verlangen komt ook naar voren in andere vormen. .Dionyzos" (1904) verhaalt hü van diens tocht naar de aarde om op last van de oppergod Zeus de vreugde der goden de mensen te brengen. Maar de men- zün dit genot niet waardig en bezoe delen de reinheid er van. Dionyzos is diep teleurgesteld en meent zün last niet goed te hebben volbracht. Doch Zeus weet beter: de mens is onvolkomen en de boodschapper heeft daaraan geen schuld. Daarom neemt de oppergod toch Dionyzos in de hemel op. Ook hier vinden we de symboliek al eer. Het is dezelfde gedachte die Perk uitdrukte in zün „Iris". Iedere kunste- bemerkt na het volbrachte kunst werk dat hü ver bleef van zün ideaal Het is het weemoedsgevoel, dat Geerten Gossaert (prof. Gerretson) uitdrukte i „De Stervende Pelgrim": De dichter, met een wüle sluier) uit woorden saamgeweven, En rond zich als een waas van wee moed uitgespreid, Verbergt, voor het gemeen, de waar heid van zün leven, Het smartelük gelaat van eige'ellen- digheid. Ook in „Antiek Toerisme" en „Herac les" gevoelen we dat verlangen naar eer verlossing uit zijn 20ste eeuwse omge ving. Als hü in 1919 zijn roman „Xerxes of De Hoogmoed" schrijft, komt dezelfde gedachte wel naar voren, maar we dekken tegelijkertü'd duidelyk zijn achting voor een figuur als keizer Wil helm II, die voor hem de verpersoonüj king fe van de leegheid en gloriezucht zonder hogere idealen., Kline Vere" was eenmaal door Lode wijk van Deyssel genoemd „een nieuwt blanke tand in het mondje van dat schit terende kind. onze jonge letteren". Er ondanks enige terugval in de tussentüd komt Couperus later in zün boek „Van Oude Mensen, de Dingen die voorbü- gaan" een Haagse roman, weer tot de oude hoogte, zodat een Engelse verta ling van dit werk de roem oogstte te behoren tot de zes beste wereldromans de moderne tüd (The Bookman January 1920). In een roman, gepubliceerd in züd sterfjaar ,Het zwevende schaakbord" grijpt Couperus terug naar een middel eeuws verhaal uit „Walewein". Met eer zachte ironie treurt hij er over dat de toverwagen van Merhjn een snorrende auto is geworden. En in zün verhaal „Geuren van Heiligheid" uit „Van over müzelf en anderen" grüpt het hem diep aan dat een monnik bezwükt de verleidingen van het moderne leven. Veel is er geschreven over het slappe en moedeloze van Couperus' figuren men heeft dat. stellig ten onrechte, op hem persoonlijk willen toepassen. Het een wanbegrip. Heel iets anders ligt a deze geesteshouding ten grondslag. Ik kan dit niet beter typeren dan met de laatste woorden van „Trofime", de schets over de oude reparateur van gebroken voorwerpen: „Ja, alles repareert Trofime: goud juwelen, marmer pn albast, porcelein kunstvoorwerpen Alleen, zün eigen leven, helaaszün eigen leven, zün leven, dat, ik weet niet wie of wat heeft gebroken, heeft Trofi me nooit kunnen repareren Arme, oude Trofime Den Haag. Dr F. C. Dominica». De Stichting Zeeland voor Maatschap pelijk en Cultureel Werk heeft een secti gevormd tot bestudering van de noodzak» lijke uitbreiding van het buitengewoon l.i in deie provincie. fü faèt DEZE WEEK Uv cfe &lCUr£> KUNNEN LEZEN! t<i Lbc we met verzend<2 klachten-» nieuwe kamers timmerden an de. heer BcoJ hg bezig isdaar in een nieuw kabinet te plaatsen.. Op een brede basis€n dus so- liedoi* dan het .avontuur* van dis. goud willen pur*®n uit <20n2ojaar» gcJedcn voor* Egmond gezonken^ €r zijn mensezn, die. eenvoudiger* methoden kennen om aan geld te ko. (Advertentie) Eeltknobbels aan de grote teen Heeft U een eeltknobbel de grote teen? Hier is middel dat de pün verjaagt, de ontsteking opheft, de op zwelling vermindert en de misvormde teen toestaat zün normale stand te hernemen. Dit goede middel, de beroem-1 'de Franse „Dalet Balsem" j is nu ook weer in Nederland verkrügbaar.l Vraagt Dalet Balsem aan Uw apotheker ot drogist, prü* *3-50 per tube, B.v. dc tandarts-scheikundige» u'L Den -Haagd7e noch het Qjzjn noch het andcri, maar* wcJ oen oplichter* en zakkenroller* v\es* CX die handig«*ds,die diamanten per* postduif SmokkzJden. OT de, kunstk<znncr*s die, schilcfe- rijen in de 00H09 duur* ver*kodv ten ze elkaar* nu voo* 'n habbekr*aj teruggeven. L^k Tenzij men,al$ die pastoor op de VfeluwezVi weXr telijfe. belagers weet af-en neer te. slaan-Hem vroegen ze om eer» treinkaartje en wij vragen was liet een pastoor We geloven ai* niets van! Het waren in Tecter geval wéJ giraf fzn.die deze week in Rotter da nx* aankwamen en kamelen en schild-, padden. Zij rukten op naar het Amster damse Artis Maar wat heb je aan die dfer&yfc Je weetdat de zwaluwen al wco» startklaar zijn voor de grote trekj A Jf £h dat vóór de hondsdagen, met honds alleêm! het winterweer ga*i meen hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 3