TjdltUstfux/vn
Wankelbaar
evenwicht
a NIEUWE LEIDSCHE COURANT
S
VRIJDAG 25 JUNI 1948
6Van trams, huizen en mensen in
„la belle France
Als een Nederlander per fiets of per auto via Brabant, Limburg en België
•naar Frankrijk trekt, ziet hij natuurlijk nog wel, dat er een groot verschil
bestaat tussen een Nederlandse en een Franse stad, een Nederlands en een
Frans dorp. Toch is de overgang dan zo geleidelijk geweest, dat het 'hem
waarschijnlijk niet ees zo bijzonder treft.
Stapt men echter op Ypenburg in een vliegtuig om een goed uur later
door de straten van Arras of Lille te wandelen, dan is het of men in een
andere wereld is overgeplaatst. Een wereld, waarin de mensen gemakke
lijk en beleefd, doch de huizen en openbare gebouwen, de treinen en trams
smerig en ongezellig zijn.
te blijven staan. Allerhartelijkst nodigt
men u binnen en voor er twee minuten
om zijn zit ge met een zwarte „Gitane'
tussen de lippen en een glas „vin blanc'
voor u in een genoeglijk gesprek met de
bewoner gewikkeld, die u in negen van
de tien gevallen zal vragen te blijven
eten en in tien van de tien om nog
gauw terug te komen.
En ook dat is wat waard!
Werkelijk gezellig is het in de grote
winkelstraten en op de grote pleinen,
waar soms op 12 huizen naast elkaar het
opschrift „brasserie" prijkt, hoewel
niets gebrouwen, maar des te meer
schonken wordt. Hier klopt het hart
„Hij is er afeen alle
daagse gebeurtenis
We zitten in de stadstram van Lille,
lijn E. Een verveloos en haveloos vehikel,
zowel van buiten als van binnen. Het
rammelt en schudt zo erbarmelijk, dat
vast moeten klemmen aan alles,
maar grijpen kunnen om niet op
de schoot van onze overbuurvrouw te
belanden. We gieren door een bocht
allen zetten zich nog eens extra schrap.
een schok, een geknetter er
ataan stil. Lijn E „barré", die ons
grote vaart op de hielen zat, remt uit
alle macht, doch botst toch nog met
flinke stoot tegen onze gestrande wagen
Wat is er aan de hand? Het wieltje is
in de bovenleiding geschoten, daar het
de capriolen van de tram niet langer vol
gen kon. „Hij is er af", is de enige com
mentaar van het publiek en de conver
satie wordt onmiddellijk hervat. Het is
blijkbaar een alledaagse gebeurtenis.
Conducteur en bestuurder stappen uit,
trekken aan een rafelig touw de recht
naar boven wijzende arm naar beneden
mikken, alsof ze een reusachtige draad
jdoor het oog van een even reusachtige
naald moeten steken. Na enkele mislukte
pogingen komt de zaak voor elkaar,
maar- de bestuurder blijkt zijn v
stands-handle niet geheel op stroomloos
yT en zijn rem niet vastgezet te hebben, dus
zet de tram zich op eigen houtje krakend
en steunend in beweging. Beide beamb
ten slingeren zich echter behendig op het
achterbalcon, de bestuurder is,met i
paar grote sprongen bij zijn krukken
stangen terug en daar gaan we wt
nieuwe verrassingen tegemoet
Maar in dit zelfde onooglijke voertuig
zal geen vrouw behoeven te staan, zolang
n of meisje nog een zitplaats
heeft. En voor de oorlogsinvaliden (die
Zijn er nog al wat!) wordt onmiddellijk
en spontaan plaats gemaakt, ook als de
twee genummerde plaatsen, die in elke
tram- of treincoupé officieel voor
zijn gereserveerd, reeds door veteranen
zonder rechterarm of linkerbeen, maar
met het croix de guerre in het knoops
gat, zijn bezet.
En dat is ook wat waard!
We lopen door een arbeiderswijk van
«en andere Noord-Franse stad. Huizen,
die in Nederland al jaren geleden onbe
woonbaar zouden zijn verklaard, huisves
ten hier hele families. Huizen met me
laatse muren, groenig uitgeslagen, met
kleine ramfen in diepe vensternissen er
zware deuren in boogvormige stenen pos
ten. Bijna alle deuren staan wijd open
binnen krioelen kinderen met smerige,
„.„ar vrolijke snuitjes op de zwart en
wit betegelde vloer. Alleen het allernood
zakelijkste huisraad is aanwezig: een
tafel, een paar stoelen en meestal, in een
hoek, een bed of kinderledikant. Er is
ook absoluut geen ruimte om meer te
herbergen. Woningtoestanden die in Ne
derland ten hemel schreiend zouden wor-
den genoemd, worden hier als iets van
zelfsprekends geaccepteerd.
Toen we met een Fransman, die meer
malen in Nederland was geweest, over
dit verschil spraken, gaf deze direct toe.
dat wij op dit punt een grote voorsprong
Ihebben, doch hij mompelde ook iets over:
Lvia Dordrecht naar Rotterdam ge-
ireisddaar vlak voor die grote brug-
re- gen over de Maas"waarop ik i
haastig van onderwerp veranderde.
in de wijken der beter gesitueerden
'zijn. de huizen natuurlijk groter, doch
ook buitengewoon slecht onderhouden.
Het lijkt wel, of in deze streek alleen
ben ,maar bruine verf wordt gefabriceerd,
het want zo goed als alle huizen in de Noord-
Franse steden zijn in een naargeestig
>De bruin geschilderd. En bovendien schijnt
im- het wel. of sinds de oorlog van '70 zelfs
,--fe die bruine verf maar slecht te krijgen
J was, zo haveloos en verveloos zien de
no- gevels er uit. De vensters zijn alle afge-
j.-_ eloten met geheel dichtgeschoven gordij
nen, die voor Hollandse begrippen, zelfs
in- jvoor Hollandse mannenbegrippen, wat
gjfj 'helderheid betreft, lang niet onberispelijk
'zijn. Het geheel maakt een onbeschry-
lelijk naargeestige indruk.
Maar belt ge aan zo'n kale deur er
•aagt ge toegang als vriend van eer
imilielid van een relatie in Holland, dan
•hoeft ge niet op de stoep of de mat
□aïler6te Kamer keurt Vijfmogend-
hedenverdrag goed
(Van onze Parlementsredacteur)
Met 25 tegen 4 stemmen nam de Eer-
e Kamer gisteren het wetsontwerp
>t goedkeuring van het op 17 Maart
Irussel gesloten Vijfmogendheden-vi
ïg aan. Tegen stemden de communisten
de heer Schneider (KVP). Ook nam de
de motie-Van Voorst tot Voorst
hé-r
KVP)
DE VERRADER SYMONS TER DOOD
P VEROORDEELD.
Zij De gewezen kantoorbediende W. A.
„D« fiymons uit Krefeld, geboren uit een
Nederlandse vader en een Duitse moeder,
laarjjg gister door het B.G. te Utrecht, con-
zaljform de eis, ter dood veroordeeld. Hij
j 'was in burgerkleding in 1940 de Duitse
troepen voorafgegaan en had op laffe
wijze verraad gepleegd.
die
Levenslang voor moordenaars
van- Neeltje van Campen
Bult was slechts wat goud en zilver.
SC 8 Het Hof te Amsterdam heeft gister de
aeer J7-jarige W. A. v. d. S. en de 28-jarige P.
ezen R beiden uit Hilversum, conform de
•is tot levenslang veroordeeld.
Op 2 Januari 1944 hebben zij een oude
dame, Neeltje van Campen, met een zand-
en loden pijp doodgeslagen en zijn
met gouden en zilveren voorwerpen v,
door gegaan. Zij waren beide SS-er
rijn door het B.G. tot resp. 10 en 12 jaar
veroordeeld.
PRINS BERNHARD DOOPT K.LJVL-
TOESTELLEN.
Op Dinsdag 6 Juli om half drie zal
Prins Bernhard te Amsterdam zes Dou-
glas-DC-6 toestellen van de K.L.M. met
n van leden van het Prinselijk gezin
is hier verre.
In de fleurige groepjes, die zich vor
men rond de toonbank van een „buvette",
vliegen de vrolijke opmerkingen heen en
weer. In een minimum van tijd is men
in het gezelschap opgenomen, of men
moet als een grote nurks zijn.
Er wordt hier gul en veel gelachen,
maar als het kleine polsstokje van uw
boekjes-Frans eens te kort blijkt om een
taaihindernis te nemen en ge hopeloos
in de modder blijft steken, lacht niemand
u uit. Van alle kanten probeert men u
te begrijpen en u uit te leggen, wat ge
dan wel moet zeggen. En dit
feit op zichzelf, maar één
bewijzen, dat de Fransman
beschaving bezit, die
z'n zachtst
r geen
an de vele
innerlijke
Hollanders op
veel mindere mate
eigen is. Ook op straat moet
wel heel' eigenaardig aanstellen of zeer
bijzonder opvallen, wil men op die onaan
gename wijze de aandacht van 'jong en
oud trekken, die men in Holland bij de
minste of geringste aanleiding op zich
vestigt.
Toch waren we blij toen we weer in
Holland terug waren. Net zo blij, als een
jongetje uit een net gezin maar zijn kan,
als hij na de vacantie weer in moeders
propere huishoudentje terug is, hoe leuk
het in het grote gezin van de slordige
tante, de goedlachse oom en de jolige
neven ook was. v.d.N.
Bij belgenootschappen
„De taak, die de Bijbelgenootschappen zich stellen, kan alleen vervuld worden
met de steun van het kerkelijk meelevend publiek". Deze woorden sprak dr H. C.
Rutgers, algemeen secretaris van het Nederlands Bijbel Genootschap, tijdens de
tweede en laatste dag van de conferentie van het genootschap, die voor predikan
ten en oudere-jaars theologische studenten op „Woudschoten" te Zeist werd ge
houden
dien werkten zowel Nederland als Enge-
Er openen zich grote
perspectieven
De zeer gedocumenteerde lezing had
als titel „De internationale samenwerking
in de verspreiding van de Bijbel; wa;
zij nodSg is en hoe zij werkt".
Uitvoerig toonde dr Rutgers aan,
alleen door samenwerking van de Bijbel
genootschappen vrucht geoogst kan
den. In het begin dezer eeuw hadden de
genootschappen zich zover uitgebreid, dat
de gedachte aan samenwerking opkwam.
De eerste schrede op deze weg werd gezet
door Engeland en Amerika, spoedig ge
volgd door Schotlan' en Nederland, er
zo konden Engeland en Schotland het
rijke arbeidsveld in de Balkan verdelen,
waardoor niet twee agenturen naast el
kaar bleven weken.
Ten aanzien van Nederlands-Indië werd
de samenwerking in 1936 beeikt. Voor-
SOCIAAL-POLITIEK WEEKBLAD
land in de Archipel. Het samengaan
deze vier landen had reeds direct zoveel
vrucht afgeworpen, dat besloten werd
de zomer van 1939 een internationale cc
ferentie in Zeist te beleggen om de basis
van samenwerking te verbreden.
In de zomer van 1939 werd de confe
rentie gehouden, doch toen reeds bleek,
dat het gestelde doel niet geheel bereikt
kon worden in verband met de oorlogs
dreiging. Na de oorlog kwam <}uidelijker
dan ooit tevoren aan het licht, dat
op internationale samenwerking was
gewezen. Vertegenwoordigers van
dan 12 landen kwamen in 1946 in ons land
bijeen om zich te beraden
problemen. Veel is naar Duitsland ge
stuurd. De trek van Oost-Duitsland naar
West-Duitsland plaatste de Bijbelgenoot
schappen voor nieuwe moeilijkheden
Bijbels brengen op de zwarte markt in
Duitsland fantastische prijzen op.
Ondanks de zending van lVg millioen
Bijbels naar Japan is daar nog steeds
gebrek aan het Boek der Boeken; in de
Bataklanden is de vraag naar Bijbels zo
groot, dat men graag tien maal de nor
male prijs betaalt. Tijdens de oorlog werd
het Bijbelhuis te Warschau vernield: er
geen geld het gebouw te doen her
rijzen. Er werden Bijbels gestuurd. De
eerste zending van 4000 stuks was binnen
drie dagen uitverkocht. Zending op zen
ding volgde en binnen anderhalf jaar had
men zoveel geld verzameld, dat het
Bijbelhuis kon worden herbouwd.
Een stap verder
Niet alleen ten aanzien van de werk
wijze der verschillende genootschappen
ging men tot samenwerking over, ook
werd samenwerking bereikt met betrek
king tot de grondstoffen en tussen de
Bijbelvertalers onderling. Verleden jaar
kwamen op „Woudschoten" de Bijbelver
talers bijeen. Voordien hadden de 400 5
500 vertalers, die over de gehele wereld
te vinden zijn, nimmer contact met elkaar
gehad. Door middel van een blad zal men
trachten in de toekomst moeilijkheden op
te lossen en eveneens zullen ervaringen
worden uitgewisseld.
Van niet minder gelang' is de inter
nationale samenwerking ten aanzien van
de grondstoffen. Nederland bezit b.v.
geen papier, terwijl Amerika papier ge
noeg heeft, doch Bijbeluitgaven niet ge
drukt kan krijgen. De oplossing lag voor
de hand: Amerika koopt papier en Neder
land drukt Bijbels. Het gevolg van deze
internationale samenwerking, die nog in
de kinderschoenen staat, is, dat
goedkoper en sneller gereed komt.
Het mooiste resultaat
•king werd kort geleden bereikt, toen
korte onderhandeling het mogelijk
werd, dat Duitsland Bijbels kan gaan
drukken, dank zij het papier, dat wordt
verkregen uit Zweedse cellulose, d
Amerikaanse dollars werd betaald.
Ir is, we moeten -het erkennen, vooral
de oorlog zeer hard gewerkt door de
Bijbelgenootsohappen in de verschillende
landen, zodat het ontstellende tekort
Bijbels enigszitó verlicht kon worden. Én
perspectieven openen zichzo
besloot dr Rutgers.
't Gouden feest der K.N.A.C.
In verband met de tijdsomstandighe
den heeft de K.N.A.C. afgezien van een
grootse viering van haar 50-jaróg bestaan
op 3 Juli a s. De leden zullen Vrijdag
avond 2 Juli tezamen komen in kasteel
Oud-Wassenaar" en op 3 Juli wordt in
het Palace Hotel te Scheveningen gere
cipieerd.
Het hoekje van de Zijlsingel b(j de meelfabriek „De Sleutels" heeft soms de
allures van een grote haven. VV'jj hadden er een onderhoud met een van de
schippers, die geregeld komen lossen voor de grote silo. Op de foto de
„Cornelia" uit Made, by Breda, nadat zy haar kostbare lading rogge had afge
leverd. Nog tien uren varen, en dan is schipper A. de Jong weer bü moeder
Zo gaan zij altijd af en aan
Schipper De Jong deed met de „Cornelia"*
Leidens haven aan
In dit bedrijf zit een goede boterham
(Van onze speciale verslaggeefster)
„Wie de tering naar de nering zet, vindt in het schippersbedrijf een goede
boterham", zegt schipper De Jong terwijl hij zijn bevrachtingsboekje open
vouwt. De „Cornelia" schommelt zacht heen en weer onder het druk be
drijf van het lossen. Schipper de Jong gaat op een van zijn met een hand
doek afgedekte mooie stoelen zitten en knikt, dat ik gerust zijn „boekhou
ding" mag inzien. De kleine kajuit ruikt naar verse vernis en een onbe
stemde „scheepslucht" kriebelt mijn neus, terwijl ik naar de rijen cijfer
tjes en belastingzegels kijk.
misschien omdat ik Rotter
damse ben. maar dat hoekje van de Zijl
singel bij de meelfabriek van De Koster
heeft mij altijd bijzonder getrokken. Het
kan er vol zijn vay havenrumolr. van
het lawaai van lossende schepen, van
tuffende motoren en van het geroep van
zwart-bezwete mannen, 's Avonds pin
kelen er lichtjes, die vertellen van ge
zelligheid in een kleine kajuit; soms
klinkt er het melancholieke roepen van
een scheepsfluit. En boven dat alles uit
rijst het zware dominerende blok van de
meelfabriek, wit-bestoven langs zijn
muren, donker weerkaatsend in het wa
ter aan zijn voet.
Een royale 130-tonner.
De „Cornelia" is afkomstig uit Made.
bij Breda. Een frisse, royale 130-tonner,
zoals zij daar ligt langszij van de silo.
Zakelijk-snel zuigt de lange, grijze grijp
arm de kostelijke Brabantse rogge uit het
brede ruim. Kereltjes in wit-bepoeierde
over-alls balanceren langs de boorden.
Maar schipper A. de Jong is „thuis",
als iemand van de krant met een op
dracht van haar chef in haar zak en een
tikkeltje met weemoed vermengd ver
langen in het hart zijn schuit opklautert.
„Kom maar binnen!" noodt hij met een
vriendelijk gebaar, in zijn donkere ogen.
„Er is wel geen vrouwvolk aan boord,
maar zo nauw mot u maar niet kijken!"
Ik kijk wèl nauw; het is mijn vak. En
ik zie een kleine, maar practisch inge
richte kajuit, een keurig onderhouden
parketvloer, helder-witte gordijntjes voor
de raampjes, twee buffetten zonder rom
mel en een kleine schoorsteenmantel,
waarop geen atoompje stof te zien is.
„Op de stoelen leggen we altijd een lap,
zolang we in onze werkkleding zijn, mijn
zoon en ik!" verontschuldigd zich de
trotse bezitter van het schip.
Lezers schrijven ons.
Er groeit rassenhaat tussen blank en
bruin in Afrika
Ik had het voorrecht meermalen
in Zuid-Afrika te zijiy o.a. in de steden
Kaapstad, Durban en East-London. Mag
ik u hier enige waarnemingen vertellen,
die mijns inziens typerend zijn voor de
toestanden, zoals die in het Smuts-num-
mer van de N.L.C. worden gesignaleerd?
Het was in Kaapstad, dat ik met een
Javaan een café binnen ging. De man W3s
goed ontwikkeld, verstond en sprak uit
stekend Engels en zag er keurig uit. Een
in het café zittend Engels heer verzocht
Een foto van een reportage in het
nummer van 16 Augustus 1941 van
het anti-semietische schendblad
„De Misthoorn". Deze reportage,
voorzien van tekeningen en
rijmpjes, verheerlijkt de „stoere"
Oostfrontstrijder en stelt hem tot
voorbeeld.
Jan Stout
27
Dat is vast de een of andere kwa
jongen, zei Nellie.
Arie slingerde zijn katapult toen in
hoek van de zolder, bleef in zijn hok
ten tot het donker werd en had die t
niks gedaan dan gedachteloos figuurtjes
tekenen op de rand van een krant.
Hij was ongeduriger dan ooit te vi
Volgens zijn moeder was hij als een kip
die haar ei niet kwyt kon, maar ze liet
hem rustig betijen, het zou wel weer in
orde komen.
Hij slenterde 's avonds doelloos over
straat en liep Jannechie de Kooing tegen
het lijf, ze had een paar dagen vrij ge
kregen van de dokter, dde haar Jeanne
noemde.
Ze zag er lief en netjes uit, die Jan-
nechie. je kon aan haar niet bekijken,
dat haar ouders in een krot woonden,
zij was compleet een dame.
Arie ontdekte met verbazing dat zij
een vrouw werd, een mooie, rijpe vrouw,
die ontdekking maakte hem verlegen;
hij, Arie. die altijd haar voor de gek
hield, omdat zij een oogje op hem had, hij
was verlegen voor de vrouw, die hij plot
seling in haar zag.
Hij stond even met zijn mond vol tan
den, maar Jannechie merkte dit niet. zij
was blij dat Arie zijn luidruchtigheid
had thuisgelaten en rustig naar haar
ran Arie's buren het
n gaan met hun kost-
•n leut dat ze hadden,
i kriek te lachen, die
n bar lollige vent.
t werd Arie wit.
luisterde.
Zij had Nellie
vrijerslaantje in z
Nellie liep zich e
kostganger was zeker
Wist Arie dat n
Tjonge, schrok
hij zag er uit als
O ja?
Ja, maar, er was niks aan de hand hoor
Jannechie, dat had hij die dag al drie
keer gehad, dan draaide alles voor zijn
ogen en hij voelde dat het bloed uit zijn
kop wegtrekken, hij rookte te veel de
laatste tijd en daar kwam d^t van.
Maar waarom rookte Arie dan zoveel,
maakte Jannechie zich bezorgd, het was
al meer gebeurd dat er mannen stierven
aan bloedvergiftiging, de dokter waar zij
diende had pas nog het roken aan een
patiënt verboden, hij had zyn borst door
gerookt.
Arie streek over zijn voorhoofd, op zijn
onderlip stond een druppeltje bloed, een
kerel vermande zich nu eenmaal op een
pijnlijke wijze. De duizeling was over, het
bloed stroomde weer terug naar zijn hoofd
maar toen hij een cigaret opstak beefden
zyn handen.
Kijk nou toch eens aan, hoor. wou
Jannechie een plezier te doen?
Ja?
Dan moest hij die cigaret zo ver moge
lijk wegsmijten.
Nou vooruit dan, daar ging ie dan.
Arie keek haar aan, ze was toch wel
lief en goed en bezorgd voor hem; als
Nellie er niet wasach, dat was ot
Nellie was met de kostganger het vrijers
laantje ingegaan, dat had Jannechie zelf
gezien.
Basta.
Wou Jannechie Arie ook een pleziertje
Ja??
Dan gingen K samen wandelen.
Ze spraken niet af waar ze heen gin
gen en dat hoefde ook niet want zij kwa
men als vanzelf op de stilste weg, w:
haast geen huis langs stond en slechts e
enkel paartje dicht tegen elkaar liep
praten.
In den beginne had Jannechie bet
woord alleen.
In zo'n stad. als waarin zij in betrek
king was zag en hoorde je nu eenmaal
meer dan in een dorp, daar had je bij
voorbeeld de bakker op het hoekje, dit
een bloeiende zaak en een zieke vrouw ir
de steek had gelaten en er tussen uit ge
gaan was met een meid, die bij hem een
tijdje de winkel schoon had gehouden-
Jannechie nam een diepe duik in het
verdriet van die vrouw, voelde mee met
haar en sprak de doem uit over de bak
ker en werkster beiden.
En wat moest zo'n zieke vrouw nou?
Maar Arie was opvallend stil.
Hy zei geen woord en dat zou nog niet
zo erg zyn geweest als ook de weg niet
steeds stiller en verlatener geworden was,
waarvan ook Jannechie verstilde, want
ze kon er werkelijk niets aan doen dat de
zo lang begeerde nabijheid van Arie
de stilte om haar heen haar zenuwachtig
maakten en haar voorstellingsvermogen
op volle toeren liet draaien.
Dus zwegen zij beiden na een tijdje.
Arie keek zo nu en dan om zich heen
of hij Nellie en de kostganger niet gewaar
werd en wilde het beklemmende zwijgen
dat er tussen hen hing, breken met
mop, een verhaaL
Maar zyn kiezen bleven hardnekkig op
elkaar
Dat was toch eigenlijk al te gek, vond
hij zelf, dat hij daar nu liep met
meisje, die daar allang op geloerd had
en dat hy nu niet deed, waar zijn kame
raden altijd de meest geestdriftige ver
halen over hadden: een meisje omhelzen.
Hy stelde zich voor hoe dat gaan
wat was hij eigenlijk nog maar
groentje, spijts zijn grote mond, i
tussen hem en Jannechie schoof zich
steeds het gezicht van Nellie.
Daar zuchtte hij diep om.
Maar toen hij ten leste die kostganger
in gedachten zich over Nellie's gezient
zag heen buigen knarsten zyn kiezen over
elkaar, hij was een idioot, hij moest
dag plukken en zyn kans aangrijpen.
(Wordt vervolgd)
de kellner onmiddellijk de Javaan de toe
gang te ontzeggen. De laatste was echter
niet mis. Hij vroeg de Engelsman op
welke gronden hij. die zelf een gast was,
een medegast wilde weren?
„Omdat u zwart is," antwoordde de En
gelsman.
„Maar ik ben Nederlander," repliceerde
de Javaan en liet de Engelsman zijn pas
poort zien.
„Wie heeft er nu meer recht hier te
komen, u of ik?" Waarop de Engelsman
zijn hoed greep en verdween.
In East-London was ik de gast van ds
Sneeman, Nederduits Geref. predikant al
daar. Na de wekelijkse bidstond op Dins
dagavond toerde ik met ds Sneeman in
diens auto door de stad. En al pratend
belandden wij bij de tegenstelling blank-
zwart. Ik had er mij n.l. al vaker ovei
verwonderd, dat er nooit kleurlingen in
de kerk waren. Die hadden een aparte
kerk, zo legde de dominé mij uit, en na
tuurlijk niet zo mooi als die voor de
blanken.
Of hij ook dacht, dat er een aparte Kaf-
ferhemel was? Natuurlijk niet; daar zijn
immers allen één? Maar hier op aarde
heeft God nu eenmaal het rasverschil ge
wild en dat hebben wij te accepteren. Dat
is óók een opvatting!
In Durban tenslotte maakte ik het vol
gende mee. Daar kwam een stuwadoor
een schip laden en bracht voor dit karwei
een groot aantal Kaffers mee. Persoonlijk
heb ik de Kaffers leren kennen als slaaf
se, maar bij goede behandeling goedwil
lende mensen. Toen nu op een moment
het werk niet vlotte, gaf de Christen-
stuwadoor een dezer mensen een klap in
het gezicht (anno 1938!) Het gevolg? Dat
de gehele bemanning van het schip.
Nederlanders. in staking ging- Men
eiste, dat de stuwadoor excuus zou
bieden. Na enige uren eindelijk, toen de
man inzag, dat hy zo niet verder kwam.
willigde hij deze eis in. Maar na de dag
taak werd. zoals gebruikelijk, het loon
uitbetaald door het de Kaffers in de ge
opende handen te werpen. Zy plegen
daarna een buiging te maken en achter
uit lopend te verdwynen. De geslagen
man moest tot het laatst wachten. Toen
kreeg hy het loon voor de voeten gesme
ten. En nadat hy zijn eerlijk verdiende
geld had opgeraapt, boog hij nog. voordat
hy op de gebruikelijke manier vertrok.
Deze voorbeelden zouden gemakkelijk
met vele andere zijn aan te vullen.De Kerk
de particuliere Christen en de man
de wereld ontlopen elkaar in dit opzicht
niet veel. Te weinig wordt er bedacht,
dat ook de Moorman-kamerling z
was. en dat Christus heeft gezegd: „Gy
zyt allen broeders."
Katwijk aan Zee.
C. de Jager.
Zonder veel ophef.
Want bezitter is hij. deze hardwer
kende Brabander. In 1930 kwam de ..Cor
nelia" van de helling van de fa Otto
Smit te Stadskanaal en sinds verdient zy
de kost voor een gezin van zeven kinde
ren. „En ruim!" voegt De Jong eraan
toe ..Maar je moet verstandig boeren!"
Natuurlijk gingen de Duitsers er met
de schuit vandoor. Schipper De Jong
heeft er na de bevrijding nog heel wat
moeite voor moeten doen om haar terug
te vinden. Eindelyk ontdekte hy de „Cor
nelia" in Bremen en na nog vele tribula-
tiën mocht hij haar onbeschadigd naaf
het vaderland terugbrengen, waar zij
thans weer vrachten vervoert door het
gehele land en zelfs naar het buitenland.
„Ik ben met dit schip zelfs wel naar
Lyon geweest en naar Italië!" zegt de
schipper zonder ophef. „Het is een goeie
schuit!"
„Gaan vrouw en kinderen nooit mee?"»
vraag ik.
„Nee, nu niet meer. Vroeger woonden
wij met z'n allen op de schuit, maar toen
de kinderen *groter werden en gingen stu
deren, moesten wy wel naar de wal. Myn
zoon en ik doen nu het „hfiishouden" en
als de laatste trouwt, zal de ..Cornelia"
weer bewoond zyn als vanouds!"
Hij schuift de deurtjes oper. naar twee
royale slaapkaj uiten en toont my vol
trots het héél kleine, gezellige keu
kentje. Er staat nog een schaaltje pud
ding en een bakje met komkommer. De
schipper is gewend er goed van te eten.
In het vooronder is nog een slaap-
kajuit. Ook die laat de schipper my zien:
helder-betegelde^ ruimte, goed in de
verf. Inderdaad, zo'n schuit is een trots
bezit En als ik dan ook nog een blik ge
worpen heb in de machinekamer, waar
pk dieselmotor merk Krupp te
glimmen staat ben ik er heilig van over
tuigd, dat het jonge gezin van schipper
De Jong junior eenmaal een gelukkige
toekomst tegemoet vaart
„De groetenT
„En nu gaan we weer huis-toe!" zegt
de schipper. „Tien uren varen, morgen
ochtend thuis!"
„Wanneer vaart u weer uit?" vraag ik.
„en waarheen, en waarmee?"
„Dat hangt van het bevrachtingskan-
toor af" zégt De Jong. „Sinds de evenre
dige vrachtverdeling is ingevoerd, een
rijksinstelling, hebben we af te wachten.
Het gaat om toerbeurt".
„Ook voor het buitenland?"
„Nee, dat hangt van je persoonlyke re
laties met de bevrachtingskantoren af!"
„En denkt u nog te gaan?
„Misschien", zegt de schipper vaag. Is
het niet zó belangrijk voor hem?
En dan is de schuit leeg en worden de
luiken weer dicht gemaakt. I"motor be
gint te ruisen en de kabels gaan los.
Schipper De Jong staat naast de stuur
hut en kykt, critisch.
Het is. of er een cadans gaat door dit
gebeuren: een gedicht van Jan Prins.
„Zo gaan wy altyd af en aan.
Ik mag ze door de zon zien gaan.
my voelen als een zonnekind,
en drinken van den wyden wind,
en als die schuiten dankbaar zyn
en bly, omdat we buiten zyn!"
De schuit ligt midden op het water. De
schipper gebaart; hy roept iets.
„De groeten!"
„Ook zo, schipper, roep ik terug. En
behouden vaart!" Hy boort het niet eens
BEDRIJFSORGANISATIE AANHANGIG
GEMAAKT.
By de Tweede Kamer is het wetsont
werp op de bedrijfsorganisatie aanhangig
gemaakt By dit ontwerp is het rapport
der commissie-Van der Ven als bijlag#
gevoegd.
Niet in vrachtauto's naar
T.T.-races
De politie wyst er in verband met de
T.T.-races van a.s. Zaterdag op, dat het
ingevolge de Wet Autovervoer Personen
verboden is, personen in vracht- en be
stelauto's mee te nemen, tenzy de ver
eiste vergunningen daarvoor zUn ver
leend. Op de navolging hiervan zal dt
politie toezien.
GEEN COLLECTIEVE PASSEN VOOR
BELGIE VOOR PLEZIERTOCHTEN.
Daar vorig jaar het verlenen van col
lectieve grenspassen voor België voor
tochten per touringcar heeft geleid tot
ontduiking der deviezenbepalingen, is be
sloten deze passen slechts beschikbaar t«
stellen voor tochten in verenigingsver
band en met een cultureel dpeL
De N.V. Int. Crediet- en Handelsver.
„Rotterdam" keert over 1947 9 pet uit
De 38-J. motorrijder J Ryvers uit
Breda werd, vermoedelijk tengevolge van
slippen, bewusteloos naast zijn motor ge
vonden en ie enige dagen later overleden.