De letters SS hebben in Nederlands-Indië een bijzonder goede klank VACANTIE NIEUWE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 27 MEI 1948 Maar men verstaat er in ons tropisch rijk dan ook iets beters onder (Van onze hoofdredacteur) De lettercombinatie SS heeft in Nederland en in heel Europa geen gun ttige klank. Maar in Indië wordt die combinatie graag gezien. Daar vormen de SS de beginletters en tegelijk de aanduiding -yan de Indische Staatsspoorwegen. En van die Indische Staatsspoorwegen weet men Java alleen maar goeds te vertellen. Ook in Indië hebben tijdens de bezet ting de spoorwegen heel wat veren moe ten laten. In de rumoerige tijden daarna Is het er voor de spoorwegen aanvan kelijk niet beter op geworden. Maar thans dient men alle bewondering te hebben voor wat de mannen der SS hebben ge presteerd. Om goed te beseffen wat ze hebben gepresteerd moet men bedenken, dat de Nederlanders bij het begin van de poli tiële actie op Java eigenlijk niet meer dan vier tamelijk beperkte terreinen, zgn. pockets, bezet hadden. Van spoor wegverbindingen kon niet veel terecht komen. Er was een lijntje van Priok naar Batavia, maar wat er verder aan spoor lijnen bruikbaar was, was in republi keinse handen. Een stad als Bandoeng was eigenlijk alleen door de lucht bereik baar. Bij de politiële actie hebben de Ne derlanders zo spoedig mogelijk en zoveel mogelijk de spoorlijnen benut. Dat ging natuurlijk niet met instemming vai republiek. De eerste nacht na het begin der actie leverde al een typerend staaltje op. Een legertroep werd in die nacht met een trein uit Batavia in de richting Tjikampek gezonden om een belangrijk strategisch punt te bezetten. Dit gelukte, maar de militairen waren niets te vroeg, want even later kwam al uit de republi keinse richting een onbemande locomo tief met een vaartje van 80 km aange reden, die de Nederlandse trein had i ten laten ontsporen Ook nu nog ontbreken de overvallen niet helemaal. Dan gebeurt het, dat bij een klein stationnetje ongemerkt wat exfremisten op de wagens klimmen, i de trein op een stil traject, dan trekken zij de remmen aan en de trein staat-als het ware kant en klaar voor de bende, die al op de loer lag om haar slag te slaan Een eresaluut Dank zij de ijver van het SS-personeel ligt er thans weer een eerbiedwekkend en nauwsluitend treinennet op het groot ste deel van Java. Al was tijdens de Japanse bezetting veel materiaal wegge voerd naar Brima en Malakka, in de voornaamste behoeften wordt nu voorzien. Men behoeft niet te vragen, welke herstellingen eerst moesten worden verricht, zowel aan de rails als aai treinen zelf. Meermalen moest de genie van het leger worden ingeschakeld versperringen op te ruimen en vernielde bruggen te repareren. Een verheugend verschijnsel is, dat de bevolking zelf van de treinen een druk gebruik maakt. Het vervoer op de ring baan van Batavia is nu al 805.000 maand, tegen vóór de oorlog slechts 412.000. Daarbij moet men echter in aan merking nemen, dat de haven Priok bij Batavia nu haar arbeiders niet als i heen vooral uit kampongs bij Priok be trekt, maar uit Batavia zelf. Niettemin Zijn het respectabele cijfers. Ook in andere opzichten profiteert de bevolking van de betere verbindingen. Nog kort geleden waren er gebieden, die zo moeilijk bereikbaar waren, dat de voedselvoorziening in die streken grote moeilijkheden onderworpen hetgeen de prijzen zeer ongunstig be ïnvloedde. Dat is nu afgelopen. Soms is de prijs van de rijst al van f 3.30 tot f 1 per liter gedaald. Wanneer straks in Djokja, de hoofd stad van de republiek, de eindeloze be- «prekingen met de republikeinen worden voortgezet, zal de Nederlandse delegatie met een speciale trein gebruik maken van de spoorlijn BataviaDjokja. Tussen Batavia en Bandoeng lopen weer twee versnelde treinen per dag, waarbij tus sen Batavia en Tjikampek nog niet de oude snelheid van 90 km wordt gehaald, aar toch de 60 km wordt bereikt. Zelf heb ik de treinrit BataviaBan doeng gemaakt en wel in een „aircondi- tionned" wagen, waarin dus, ondanks het klimmen van de zon, de temperatuur voortreffelijk bleef. Misschien is deze tocht per trein nog mooier dan de autorit BataviaBandoeng, waarover ik in vorige brief al lyrische ontboezemingen slaakte. Want uit het treinvenster is het samengaan van natuurschoon "en mense lijke arbeid en vernuft wellicht nog tref fender en de indruk van het onvolprezen Javaanse land wellicht nog gevarieerder. Om te watertanden 3 men het drukke Batavia achter zich heeft, komt eerst de wijde laagvlakte met haar enorme velden, waarop de rijst bijna gereed is voor de oogst. Ik ben geen deskundige, maar geef gaarne de mening de kenners door, dat de rijstoogst ditmaal bijzonder goed belooft te den. Het zien van de groenende landen al een speciaal genot. Stopt de trein bij een vriendelijk sta tionnetje, dan is het, of heel de omge ving naar de trein is samengestroomd. Bruine jongetjes en meisjes bieden bana- te koop aan en allerlei vruchten, e in Holland nog alleen i kennen, en dat geschiedt prijzen, die wel ver boven het i oorlogse peil moeten liggen, maar v eetgrage Europeaan ze nog der aarzeling in ontvangst neemt. Straks, voorbij Poerwakarta, buigt de spoorlijn het bergland in. De Gedeh (bijna 3000 meter hoog) hadden we reeds lang als een blauwwazig gevaarte in de morgennevels tegen de horizon zien ver rijzen, maar nu wordt het landschap var minuut tot minuut dreigender en ma jestueuzer. Onze trein voert ons langs smalle brug getjes over diepe ravijnen er is er eer van 98 meter diep met een brug var 240 meter lengte straks schieten we de Sakatsaat-tunnel iij met zijn lengte van bijna 1 km. Doch ook het bergland is maar schijnbaar woest, want ook hier heeft in dit uiterst dichtbevolkte land de mens bijna geen stukje onbenut en onge cultiveerd gelaten. A^n de voet der ber gen liggen de terrassen van de sawahs en hoger tegen de hellingen thee- en rubberondernemingen. Zo rijden we de rijke Preanger-gebie- den binnen en naderen we vijf uur na ons vertrek uit Batavia op de koele hoogvlakte Bandoeng, de fraaie, wijd uiteengebouwde stad, hoofdstad West-Java. Maar eerst zien we, al ons tot de harde werkelijkheid terug te voeren, nog het beruchte Baros-kamp, waarin de Japanners de intellectuelen van allerlei richting interneerden en kwelden en de geblakerde muren van door extremisten verbrande en verwoeste huizen Java kan mooi, heel mooi zijn, maar het heeft iets van een tere plant, die roept om bescherming tegen vernieling en ter- 40 MEERDAAGSE REIZEN per week, o-a. 8 dg. Valkenburg-Ardennen F. 137.50 6 dg. Ooif-Nederland F. 1 00. - 6 dg. Zeel.-Belg. badplaatsen F 123— 4 dg. Zuld-Llmburg c 3 dg. Zuld-Llmburg 3 dg Zeeland-Belgl* Prima hotels, deskundige leiders geen paspoort, tijdig aanmelden. 45 VERSCHILLENDE DAGTOCHTEN o.a. VALKENBURG, ZEELAND en BRUSSEL 51.50 CEBUTO REISBUREAUX REIZEN ZONDER ZORGEN EX-BURG. PLEKKER WEER OP VRIJE VOETEN. Het Haarlemse Tribunaal heeft N.S.B.-burgemeester Plekker een deten tie opgelegd van 5 jaar, waarvan 3 jaar en 7 mnd. voorw. Daarmee is Plekker op vrije voeten gesteld. Woningproblemen III Eenvoudiger productie-proces voor woningen is noodzakelijk (Van onze bouwkundige medewerker) De naaste toekomst ziet ?r niet hoopvol uit, zoals in het vorig artikel ook reeds werd geconstateerd. Voorlopig blijft er een tekort aan materiaal, aan arbeiders en aan geld en het schijnt wel, dat we met de bestaande bouwmethode de bezwaren, die uit deze tekorten voortvloeien, niet zullen kunnen overwinnen. Er is derhalve de laatste Jaren gezocht naar een eenvoudiger productieproces an de woning, waarbij deze bezwaren zich minder sterk doen gevoelen. Allerwegen op zoek naar nieuwe bouwvormen Dit zoeken naar nieuwe bouwvormen is internationaal en overal wint de over tuiging veld, dat hierin nieuwe moge lijkheden aanwezig zijn. Erkend dient te worden, dal onze bouwmethode in veel opzichten ver ouderd is. Allerlei gebruiksvoorwerpen, die een eeuw geleden uit de hand werden ge maakt, worden nu aan de lopende band vervaardigd en ongetwijfeld heeft dit geleid tot groter productie en lager kost prijs. Dit geldt voor de meest eenvoudige voorwerpen als een borstel of een scho teltje zowel als voor de meer samenge stelde als radio en auto, mits het fabri cageproces langs wetenschappelijke weg wordt bepaald. Voor de woning is dit veel minder ge makkelijk dan voor het losse voorwerp, ■omdat de eerste nu eenmaal aan een bepaalde plaats is gebonden. Wel zijn enkele onderdelen reeds ul an jaren genormaliseerd en zijn, wat het materiaal betreft, nieu EEN SCHILDERIJ VAN STEVIG GAREN EN WARM-GETINTE WOL In „De Knipscheer" te Laren is het gobelin voor de Tweede Kamer bijna voltooid Zestiende-eeuwse kunst in moderne trant (Van één onzer redacteuren). De gobelinkunst dateert uit de zes tiende eeuw en in de benaming van deze „behanigseltapijten" wordt de uitvinder, de Fransman Jean Gobelin, geëerd. Jean Gobelin was een wolwever uit Pa rijs en zijn nakomelingen hebben met zijn vondst goede zaken gemaakt. Er verschenen spoedig gobelin-fabrieken, doch destijds kostte het vervaardigen van zulk een „schilderij-in-textiel" dik wijls jaren tijdis. Er werd toen veel ge werkt naar cartons van bekende mees ters en de wevers of weefsters moesten dan zelf de vergroting bepalen en het kunstwerk als 't ware na-schilderen'met Een speciaal voor tapisseriewerk ver vaardigd ontwerp laat zich gemakke lijker verwerken. Nadat de kunstenaar zijn ontwerp heeft gemaakt werk is. dat je nooit verveelt .Aldoor hetzelfde?"Maai neen tochzie eens al die kleuren, al die motieven, die fijne hoekjes en die mooie, egale vlakkenHet is één en al afwisseling!" En weer vliegen de spoelen heen en weer, en rijst het kammetje vinnig de wollen .draden op hun plaats „Als ik wilde" Haagse Comedie Als laatste stuk, dat de Kunstkring „Het Schouwspel" voor zijn leden gaf, bracht de Haagse Comedie gisteravond het Franse blijspel: „Als ik wilde" („Si je voulais") van Paul Géraldy en Robert Spitzer. In een vlotte opvoering hebben Paul Steenbergen en de zijnen ons laten ge nieten van dit stuk vol Franse humor. Er werd gespeeld met de luchtigheid, die voor een Frans blijspel vereist is. Wan neer bij Germaine, de vrouw van Philippe, op een dag plotseling de vrouwelijke ijdel- heid en behaagzucht om de hoek komen ikijken, beleven we rare dingen en brengt ze inderdaad haar omgeving wel eens tot wanhoop. Ida Wasserman-was een heer lijke aanstelster en ze had in Paul Steen bergen, als Philippe, een uitstekende tegenspeler. De dwaas-komische rollen liggen Jan Retèl en René, de dichtende neef, had zich geen beter vertolker kun nen wensen. Het was voor „Het Schouwspel" een uitstekend slot van een serie, waarin we heel wat goeds gezien hebben. B. groot schilderij op bordpapier ware grootte gereed is, tekent hij de lijnen tussen de versohiillende kleuren miniutieus na op wat papier. Deze tekening wordt onder de sche ringdraden op het weefgetouw beves tigd en de wever of weefster heeft deze lijnen maar te volgen. Achiter hen hangt ihet voorbeeld, voor de kleuiren Het spreekt wel vanzelf, dat men geen leek aan dit werk kan zetten, ook al zijn de spoelen gewonden met de be nodigde kleuren, ook al is de schering gespannen en ligt de tekening er onder. De scheringdraden b.v. lopen recht, en het is uiterst moeilijk, om daarop mooie gebogen lijnen te weven. Doordat vele kleuren en tinten te zamen het schilderij vormen, werkt de wever met twintig tot dertig spoelen, want juist op de nuancering in een be paalde tint komt het aan. Daarvoor moet de wol dikwijls met een schaduwtint worden gemenigd en het gevoel hiervoor moet de wever bezitten. Ziet een beeldende kiunstenaaT zijn werk in het geheel langzaam groeien, heel anders is dit met de wever. Het ge deelte dat klaar is, wordt dadelijk om de rol gewonden om vuil-worden te voorkomen. Eerst als de laatste inslag- draad is gelegd kan het gehele wand tapijt van de rol worden afgenomen en ziet hij eindelijk zijn werk voor zich. Geen wonder, dat de spanning tenslotte groot wordt! De spoelen rusten. Nadat Jaap Bouwhuys in regerings opdracht het ontwerp voor dit gobelin voor de Tweede Kamer had voltooid.is het werk voortgezet in de ateliers van de handwever ij „De Knipsoheer" te Laren. Het is er vol in de lichte ruimten, welke in het achterhuis van een lande lijke Gooise boerderij zijn ingericht Er moet nodig worden uitgebreid, maar. ach, de klacht van de heer Claessen is de traditionele na-oorlogse verzuchting. Dus wordt er maar zoveel mogelijk met de ruimte gewoekerd. Genoeglijk tussen grote en kleine weef toestelleneen spin newiel en een woiwinder hangt het grote, bonte ontwerp tegen de wand. Met de rug er bijna tegenaan zitten de beide gobelinweefsters, die nu ruim drie maanden bezig zijn en met enkele dagen het reusachtige werk voltooid zullen neb ben. Ze willen wel even de spoelen la ten rusten om haar kunst te demon streren en zij verzekeren ons, dat dit Kleurenspel. De heer Claessen vertelt een en ander van dit tapijt, dat toch wel even ver rast met zijn zeer heldere, sprekende kleuren. Wij venvachten de wat bronzige, zacht-vloeiende gobelin-tinten te zien en stonden tegenover stralend-groen, tinte- lend-fraise, helderwit en staalgrijs, een fel-geprononceerd kleurenspel, sterk do minerend in het vriendelijk milieu. Wy werden echter spoedig attent gemaakt op het feit, dat ook de oude gobelins eenmaal fris en helder van kleur zijn "het als geweest. Een wandtapijt krijgt op de duur vanzelf een fletse tint en toekomst te kunnen behouden, moet het oorspronkelijk in «sterke kleu ren worden uitgevoerd. Begint men met zachte tinten, dan is er later geen figuur of motief meer te ontdekken. Dit wandtapijt, dat 2.45 x 3.50 groot stelt voor drie schikgodinnen door lier handen de lotsdraad loopt. De irste windt de kluwen af (de jeugd), de tweede heft de draad hoog (het rijpe leven), de derde knipt de neerhangende draad door (de dood). Het tapijt wordt uitgevoerd in hand- ïsponnen en op het atelier geverfde wol. Juist door het handspinnen ver krijgt men die fijne oneffenheden in de draad, welke het geheel levend maken. Het typische van een gobelin is, dat het geen achtergrond heeft. Elke figuur staat op de voorgrond en is sterk ge- projeoteerd. Jaap Bouwhuys heeft de drie vrouwenfiguren styldstisch gete kend. Het tapijt is prachtig van lijn en vertoont een zwier en een extase welke zich in weefwerk nauwelijks kan denken. Zo denkt niemand er aan om bij het bouwen van de volkswoning de deuren de hand te maken lijfcheden, die beton, staal en glas bie den, worden reeds dankbaar gebruikt. en meer fabriekmatige bouw wijze is in de praktijk nog maar weinig terecht gekomen. En toch kunnen talrijke onderdelen in goed ingerichte fabrieken genormaliseerd worden vervaardigd. Het is wel duidelijk, dat heel wat tra ditionele bouwconstructies door andere zullen moeten worden vervangen en dat nuttig gebruik dient gemaakt te worden van alle ons thans ten dienste staande materialen. Evenzeer is duidelijk, dat dit eist een uitgebreide studie van verschillende wo ningtypes, die voor normalisatie en in- dustralisatie geschikt zijn. alsmede van de verschillende onderdelen hiervan. De hieraan verbonden bouwkundige vraagstukken dienen langs wetenschap- pelijk-analytische weg benaderd te wor den. Met deze studie is reeds tijdens de oorlog een begin gemaakt en in de kringen van architecten en ingenieurs wordt hier voortdurend aan gewerkt. Indien het gelukken zou hierdoor te komen tot een meer doelmatig gebruik beschikbare materialen en van de arbeidskrachten, waarbij zeker veel dan tot nóg toe van ongeschoolde krachten gebruik gemaakt kan worden, iu daardoor op den duur zeker ook de kostprijs der woning kunnen worden gedrukt. Uniformiteit Ditbetekent echter ook tegelijk een groter uniformiteit van het product. Men komt tot een aantal meer of minder ge lijke types en de grote verscheidenheid, die thans nog opgeld doet, zal moeten worden prijsgegeven. Aan de ene kant zal dit ongetwijfeld een zekere verarming in de uiterlijke verschijning met zich brengen, doch dit offer zal gebracht moeten worden om de voordelen van meer fabriekmatige constructie te ver krijgen. Hoe groot die te brengen offers zullen zijn bij deze confectiebouw, zal mede afhangen van het werk van onze architecten, die zich op de nieuwe bouw wijze zullen moeten instellen en de daar voor geëigende vormen zullen moeten vaststellen! Onze nieuwe minister van Wederop bouw heeft zich ook reeds in dezen zin uitgelaten en voorzover uit de dagblad- berichten is op te maken heeft ook hij hiervan wel enige verwachting voor de toekomst. In het bovenstaande ls het Engelse woord „prefabrication" opzettelijk niet gebruikt, maar de lezer zal begrepen hebben, dat het die richting uit moet. De onderdelen worden zoveel mogelijk in de fabrieken klaargemaakt in grote aantallen. naar de bouwplaatsen ver voerd en daar door bekwame vaklieden „gemonteerd". Bij een dergelijke bouwmethode is de snelheid, waarmee gebouwd kan worden de moge- 1 vanzelf ook veel minder afhankelijk van de weersinvloeden. Alleen in de laatste phase van de bouw ter plaatse, bij de montage dus, laat de weersinvloed zich gelden. Samenvattend wat hierboven gezegd is, komen we tot de conclusie, dat bij meer doelmatig gebruik van materiaal en arbeidskracht een goedkoper product mogelijk zal zyn, zodat bij een nieuwe bouwmethode aan de drie, in het begin genoemde, voorwaarden gemakkelijker zal zijn te voldoen. Beleid echter nog iets. waarover boven nog niet werd gesproken. Dat is de or ganisatie van de wederopbouw in het algemeen en raakt dus het algemeen re geringsbeleid. Hierover is in de laatste tijd weinig goeds gezegd. De onzekerheid is groot en de wijzigingen in de betreffende re gelingen zijn niet van de lucht. Terecht schreef de directeur-secretaris van het Instituut voor Volkshuisvesting kortgeleden in het orgaan in ditzelfde verband „Onder het regeren bij persbe richt di^nt voorgoed een streep te wor den gezet". Zal het onze nieuwe minister gelukken om met vaste hand dit departement te leiden, zodat weer van „beleid" gespro ken kan worden? Zal het hem gelukken om zich van het topzware ambtenaren apparaat te ontdoen? De bouwnijverheid zou er ongetwij feld wel bij varen en de bevolking zou eerder weer hoop kunnen koesteren, dat de volkshuisvesting weer krachtig ter hand wordt genomen, tot heil van ons Nederlandse volk. Buitenlandse artsen als belangstellend bezoeker te Leiden Het werk der kindergeneeskunde geniet wereldvermaardheid Stijve houten poppen prijken tussen de pijpen. De armen bewegen en slaan vast beraden op een trom, een bekken, of laten een bel rinkelen. De houten gezich ten blijven uitgestreken, doch vastbera den. De lippen, met verwaterde rode verf, opeengeperst. De wangen ook afgeblad derd rood en ingevallen. Het mes van de „beeldhouwer" wilde het zo. Napoleon staat in 't midden. Z'n armen bewegen zelfs niet. De hand is verdwenen onder het witte vest. Zoals de echte Napoleon gewoon was. Z*n dode ogen staren recht vooruit naar de bakstenen van de blinde muur. Of in de etalage met de beter- geklede modepoppen. Als de draaiers en ophalers hun ruggen gekromd hebben om het gevaarte op de nieuwe concert- plaats te brengen. Uit de pijpen gorgelt en borrelt het. De houten armen slaan. De gezichten zeggen niets. Een geldbus rammelt. De hanteerder wijst, met z'n vrije hand, gevormd tot beschuldigende wysvingerpijl, voorbijganger. Die geeft. Of niet. Er zit iets weemoedigs in dit gezeur. Je kunt er om lachen. Even. Om dan aan iets ernstigs te denken, 't Is moeilijk om het te zeggen. Zelfs te denken. Maar het orgel zingt. Het kreunt in z'n bassen, jankt hoog-tiere- lierend, met metaal-getsjing van de bek kens. Het vormt een ondergrond, waarop stadsrumoer geborduurd kan worden Rammelende spatborden, auto-claxons, schreeuwende jongens, voetstappen op trottoirs, geluid van geld-op-geld in de bussen. Draaiorgel. Orgie van gorgelende vreugde. En melancholie. Gemengd tot iets, wat men zou missen, als 't er niet meer was. En waarvoor sommigen hun schouders ophalen. In kleinerende min achting: Muziek van de straat. Daar behoort het ook bij. De straat met haar orgel. Napoleon-van-hout. Starend, vèr achter Waterloo. Het orgel speelt het verleden, verdedigend inge steld, doch richt zich op heel het volk, schreven we enkele dagen geleden. Wij wezen er toen reeds op, dat dit scheen het soms anders altijd in de bedoeling heeft gelegen. Alleen maakten de omstandigheden het niet mogelijk, dat dit zo duidelijk aan de dag trad. Het woord, dat ds Talma, nog predikant te Arnhem, sprak in verband met het werk der Christelijk-sociale beweging: „Voor het volk, om Chrisus' wil", is daarvan mee het bewijs. t Er is echter tweeërlei reden, het C.N.V. thans in het bijzonder het recht en de plicht heeft, zich tot het volk te richten, om het op te roepen, zich achter zijn vaan te scharen. Het recht is niet hierin gelegen, dat het C.N.V. met zyn meer dan 130.000 leden een der grote vakcentralen is. Het baseert zich echter hierop, dat de Chris telijke vakbeweging, op grond van de historie van ons land sinds de opkomst van de vakbeweging, kan aantonen, dat zij de juiste koers heeft gewezen en het tot zegen van ons land en volk geweest, dat die koers is gevolgd. Wij willen dit heel kort bewijzen. rJEN, in de zeventiger jaren van vorige eeuw, de vakbeweging begon op te komen, waren de Christenman- mee onder de voortrekkers en wezen ïr direct op, dat het, voor* een goede ontwikkeling, moest gaan in de richting bedrijfsorganisatie. Zij gingen uit de eenheid van het bedrijf, waarin vrije ondernemers en vrije arbeiders samenwerkten. Die hadden gezamenlijk overleg te plegen over de voorwaarden, waaronder gewerkt moest worden. Om dat de vrijheid van de arbeiders niet algemeen werd erkend en hun positie daardoor zeer gedrukt werd, ging het eerste aanloop om de sociale mede zeggenschap. Dat de economische daarop moest volgen, lag in de rede. De socialisten leefden toen nog geheel i de sfeer van de klassenstrijd. Voor m waren de vakorganisaties niet an ders dan apparaten in de strijd, uit uit eindelijk moest leiden tot de dictatuur het proletariaat. Daarom werd de vakbeweging telkenmale gebruikt (in feite m i s bruikt) voor allerlei politieke doeleinden. Nog in 1918 werd dit in het groot gedaan. En nóg zijn er op dit punt Ln het N.V.V. af en toe spanningen, die leren, dat de oude gedachte nog niet geheel dood is. Maar men heeft, althans Om de ziel van ons volk officieel, de zienswijze der Christelijke vakbeweging moeten aanvaarden. Om dezelfde reden was er aanvanke lijk bij de socialistische vakbeweging verzet tegen de collectieve contracten. De Christelijke vakbeweging was daar voorstandster van. Dè socialistische vak beweging heeft de onjuistheid van haar oorspronkelijke opvatting moeten erken- Na de iftvrijdng kwam de Stichting van de Arbeid tot stand, als vast orgaan van overleg tussen de organisaties van werkgevers en die van arbeiders. Het N.V.V. heeft de klassenstrijd uit zijn statuten geschrapt en werkt mee in de richting van bedrijfsorganisatie; in 1890 had men zoiets niet kunnen dromen. Maar de Christelijke arbeidersbeweging werkte toen reeds met werkgevers samen voor het beleggen van het le Christelijk- sociaal Congres, dat aan de gedachte der bedrijfsorganisatie een nieuwe impuls zou geven. Deze ontwikkeling geeft de Christe lijke vakbeweging het recht, zich tot het volk te wenden en het te zeggen: 70 jaar geschiedenis heeft bewezen, dat de Chris telijke beginselen de juiste weg wijzen bij de ontwikkeling der maatschappij; Christelijke vakbeweging is daarom de enig juiste, op het belang van maat schappij en arbeiders gerichte vakbewe ging. Er zijn er, die het anders willen en zeggen: het N.V.V. heeft zijn statuten veranderd er is nu geen bezwaar, om in het N.V.V. te gaan; gij kunt er dan invloed ten goede oefenen. Dit lijkt ons toch de zaak ondersteboven draaien. Want daarmee stoot men het positieve element van het Christendom van zijn eerste, richtinggevende plaats naar het tweede plan. Dit positieve element moet verankerd liggen in de statuten. Dat is bij het N.V.V. niet en bij het C.N.V. wèl het geval. De doortrekking van de lijn kan nimmer verkregen worden door een iet wat gewijzigd N.V.V., maar moet gezocht worden in het werk der Christelijke vakbeweging, die een zegen voor ons volk bleek te zijn. Nu komen we tot de plicht, die de Christelijke vakbeweging in deze tijd heeft ten aanzien van heel het volk. Vele duizenden leven thans in een geestelijk luchtledig. Het liberalisme heeft nimmer veel vat gehad op de beiders; maar voorzover het die had, heeft het als geestelijk begrip afgedaan. Met het socialisme, dat helaas de honderdduizenden in zijn ban sloeg, is het niet anders. Dat het N.V.V. de klas senstrijd, dat wezensdeel van het socia lisme, uit zijn statuten schrapte, is een symptoom. Het is gebleken, dat het socialisme met zijn klassenstrijdsleer wel verderven, maar niet behouden kan. Doch dit heeft deze benauwende be tekenis, dat die vele duizenden, die de vaan van het socialisme volgden, thans geestelijk voor een leegte staan. Een aantal hunner, bij wie de klassen strijdsopvoeding nog werkt, keert zich daardoor tot het communisme, dat mers zegt, de klassenstrijd nog te hand haven al vertelt het er niet bij, dat in zijn klassenloze maatschappij (Rusland is het voorbeeld) allen staatsslaven wor den, beheerst door een bevoorrechte kaste. Het grote aantal echter dergenen, die niet tot het communisme willen c gaan, staat, geestelijk gezien, met lege handen en zoekt naar een nieuwe levens inhoud. De plicht der Christelijke vakbeweging is het nu, die honderdduizenden de bood schap te brengen; alleen het Christen dom kan die leegte waarlijk vullen; alleen het Evangelie de historie heeft het bewezen biedt een oplossing voor de sociale vragen, waarmee gij worstelt. Die boodschap te brengen, is de taak der Christelijke vakbeweging. Ze is het vooral nü. De kansen voor die boodschap zijn groter dan ooit Met recht: De velden zijn-wit om te oogsten. Zyn de arbeiders weinige? Dat hoeft niet zo te zyn, als elk Chris ten zijn taak verstaat. De meer dan 130.000 leden van het C.N.V. hebben hier een roeping. Zij hebben de taak van het apostelschap. Zij hebben de boodschap van het Christendom ook voor 't sociale leven uit te dragen. Zij niet alleen. Die taak hebben alle Christenen. Beginnende bij zichzelf, hebben zij het Nederlandse volk de kracht van het Christelyk-sociaal besef te laten zien. Zien wij het wel, dan heeft het C.N.V. juist met het oog op deze roeping het jaar 1948 utgeroepen tot bijzonder pro- pagandajaar. Het gaat om de ziel ons volk. Niemand, die in Christus enige kracht heeft, verzuime, zijn aan deel in de worsteling om die ziel te Honderdvijf buitenlandse artsen uit alle landen van Europa, bezochten gisteren middag de Sleutelstad als onderdeel van een trip, die was opgenomen in het pro gramma van de vier maanden durende cursus sociale kindergeneeskunde, die op het ogenblik te Parijs wordt gehouden. De cursus wordt georganiseerd vanwege de speciale afdeling van de U.N., die zich bezig houdt met de zorg voor de jeugd. Onder leiding van prof. Bonnet van üe Sorbonne arriveerde het gezelschap gis terenmiddag te half één om deel te ne men aan een lunch in „Zomerzorg". Aan deze maaltijd, waar prof. dr E. Gorter als gastheer mede aanwezig was, werd het woord gevoerd door prof. dr S. Bok. decaan der Med. Faculteit, die de gasten een hartelijk welkom toeriep. Zijn rede werd beantwoord door prof. Bon net, die dit bezoek aan Leiden verant woordde met te wijzen op het lage sterf tecijfer onder de kinderen van Neder land en op de Europese en zelfs wereld vermaardheid. die prof. dr C. J. Gorter op dit terrein heeft verworven. Zyn werk in de practijk (in theorie kent men het reeds) was het doel van deze excursie. In de afdeling Kindergeneeskunde van het Acad. Ziekenhuis, waarheen het ge zelschap zich vervolgens begaf, hield prof. dr E. Gorter een voordracht, waarin hij er allereerst op wees, dat de vooruitgang van de preventieve geneeskunde i laatste tien jaar misschien iets minder snel is gegaan, dan die van de curatieve geneeskunde In deze laatste hebben de nieuwe geneesmiddelen, welke bepaalde bacteriën doden of hun groei belemme ren. een steeds grotere betekenis gekre gen. Nu kan men deze zelfde geneesmid delen, waartoe behoren sulfonamiden, penicilline en streptomycine. ook met voordeel aanwenden om te voorkomen, dat by zieke kinderen bepaalde com plexen optreden. Zo kan men, door ze kinderen, die mazelen of kinkhoest heb ben. toe te dienen, het optreden longontsteking veelal voorkomen, men nu deze maatregelen rekenen tot het gebied der preventieve geneeskunde, dan zou bovengenoemd verschil ten gun ste van de curatieve geneeskunde groten deels verdwijnen. Maar ik geloof, aldus spr., dat het beter is, dit niet te doen. Het zy verre van mij, aldus prof. Gor ter, U een overzicht te willen geven vat alles, wat er aan vooruitgang te boeken is in de preventieve geneeskunde by het kind. Slechts enkele voorbeelden, waar bij vooral uitkomt, welke persoonlijkhe den en onderzoekers aan de vooruitgang hebben medegewerkt. Prof. Gorter noem de dan allereerst de fractionnering var de eiwitten van het bloedplasma. Men ii in staat om met physico-chemische me thoden het bloedplasma-eiwit in tal vat verschillende fracties te scheiden, waar onder er enkele zijn welke de preven tieve geneeskunde zijn ten goede geko- men. Hierbij is men er in geslaagd het gamma globuline te isoleren, dat o. a in kleine hoeveelheid werkzaam is om patiënten met mazelen te beschutten. Het wordt uit gemengd plasma van een groot aantal gezonde mensen geïsoleerd. En daarbij gebruikt men de methode van Cohn, die als physico-chemicus het on derzoek naar de plasma-eiwitten om zui ver wetenschappelijke redenen begonnen is en nooit dacht, dat zijn onderzoek bruikbaar zou kunnen worden voor dt toepassing in de preventieve genees kunde. Zou men er in slagen, om door het gamma globuline het uitbreken va mazelen te voorkomen, dan zou de me thode zelfmoord hebben gepleegd, omdat dan het gemengde plasma van vele ge zonde mensen geen anti-stoffen meer zou bevatten. Men kan zich uit deze moeilijk heid redden door minder in te spuiten en daarmee een lichte mazelen te ver krijgen, waarbij wel anti-lichamen wor den gevormd. Om andere redenen is Stanley er toe gekomen, tegen griep een bruikbaar vac cine te bereiden. Van hem was een onder zoek naar het virus van de mozaïekziekte de tabak bekend, dat hij zover kon dat het verkregen werd als zuiver kristallijn eiwit. Toen in Amerika de oorlog uitbrak, kreeg Stanley bezoek van de chef van de geneeskundige dienst, die duidelijk maak te, dat ook Stanley voortaan ander werk doen en dat alleen een onderzoek, 'in elke soldaat zou kunnen profi teren, voor de medische diensten waarde had. Zo is er in anderhalf jaar een vac cine bereid door het virus van de griep te laten groeien op bebroede kippen eieren. Het wordt in de ultra-centrifuge gezuiverd, dat het geen overgevoelig heid tegen kippeneiwit meer heeft. Zo heeft hier, aldus spr., de preventieve ge neeskunde wederom zyn voordeel gedaan Michal Szwalbe. de 29-jarige Pool was tezamen met Christian Ferraa eerste prijswinnaar voor viool in het Sóheveningse .Muziekconcours met laboratoriumonderzoek, dat op zuiver wetenschappelijke basis was begonnen: Tal van andere methoden van preven tieve geneeskunde zijn wel degelijk ont staan door nauwkeurig. v methodisch, systematisch en met grote hardnekkig heid voortgezet onderzoek, dat recht op het doel af ging. Als voorbeeld noemde spr. het onderzoek van Ramon, over ana- tosine tegen diphterie en tetanus. Tenslotte wenste spr. er nog op te wijzen, dat het dringend noodzakelijk is, dat al deze nieuwe methoden ook inder daad algemene toepassing voor de kinde ren vinden en hieraan ontbreekt nog veeL Om hierin blijvende verbetering te bren gen, is het nodig het gehele volk op te voeden en iedereen te overtuigen van het grote nut van deze methoden. Reeds bij het onderwijs aan studenten en vooral bij het voortgezet geneeskundig onderwij» moet men steeds door voorbeelden de betekenis laten uitkomen van de preven tieve geneeskunde. Hierbij dienen de kli nieken zelf deze methoden dagelijks toe te passen. Nadat het gezelschap de kinderkliniek van prof. Gorter had bezichtigd, werd nog een bezoek gebracht aan het kleuter dagverblijf „Margriet", waar men werd ontvangen door dr P. J. Gaillard en dr Boekholt. Dr Gaillard memoreerde de tot standkoming van deze stichting, waarna het gezelschap grote interesse voor da inrichting aan de dag legde. BRAZILIAANS SENATOR STERFT ONDER DE OGEN VAN VAN ZEELAND Toen Paul van Zeeland, die te Rio da Janeiro de ga9t is van de Braziliaanse letterkundige academie, dezer dagen een lezing zou aanvangen, zakte senator Ro bert Simonsen, die hem inleidde, plotafr» ling ineen en gaf de geest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1948 | | pagina 3