Batavia ging vanochtend rustig aan *t werk 't Verklaarde uitzicht Beslissing gevallen MINISTER BEEL SPRAK HET VERLOSSENDE WOORD Dr Gani toonde zich gisteren stom verbaasd w m* NIK UWE ffEIDSCHE COUHANT VAN MOOK VOELDE ZICH KENNELIJK OPGELUCHT Onze Indië-redacteur Wim Tousent seinde ons vanochtend uit Batavia: Zo is dan de enig mogelijk zijne be slissing gevallen. De uitvoering ervan geschiedde Zondagavond op een ogen blik waarop practisch niemand dit ver wachtte. Ik was er bij aanwezig, toen in Batavia alle republikeinse gebouwen werden be zet. Dit was eveneens met geval bij het in bezit nemen van het Radiostation der republiek op het Koningsplein. De bezet ting verliep volkomen ordelijk, zonder slag of staat, in minimum tijd, en wel zodanig dat de luisteraars niets bemerkte. Het programma van gramafoonmuziek werd onmiddellijk voortgezet. In Batavia was het resultaat overal gelijk. De sol daten zowel van het K.N.I.L. als van de Koninklijke Landmacht kweten zich prachtig van hun taak, daarbij gesteund door het overrompelend karakter van deze militaire actie. In Batavia ging de burgerij rustig en onbewust van het ge beurde naar bed. Dr van Mook held op het paleis te Rijswijk een persconferentie waar alle binnen- en buitenlandse correspondenten aanwezig waren. De Lt.-G.-G. bleek rus tig en bedaard en bevestigde na een korte groet dat de actie omstreeks mid dernacht begonnen was. De verschil lende vragen, welke daarop door de correspondenten werden gesteld, beant woorde dr Van Mook uitvoerig. Ik had de indruk, dat dr Van Mook opgelucht was. Er kon zelfs een lach en scherts op overschieten. In zijn radio rede welke te acht uur des nachts volg- ZWARE BRAND TE HERPEN MAAKT 20 MENSEN DAKLOOS Zaterdagmiddag ontstond door onbe kende oorzaak brand in de landbouw- schuur van de landbouwer Meulespas op het Fooy te Herpen (gemeente Raven- stein). Spoedig sloeg het vuur over op de grote boerderij van Heulespas, terwijl kort daarna de op ongeveer 50 m af stand staande landbouwershuizeii, be woond door de gezinnen Megens en Van der Wielen, eveneens vlam vatten. Zo wel de gebouwen als een waardevolle voorraad landbouwproducten, machine rieën en landbouwinventaris, alsmede de huishoudelijke inboedels gingen verloren. Bij Meulenpas werden tevens nog enige varkens een prooi der vlammen. Door deze brand zijn ruim 20 personen dak loos geworden. Verzekering dekt slechts gedeeltelijk de zeer aanzienlijke schade. Zaterdag kon men nabij Leiden weer een ontelbaar aantal zeiljachten heen en weer zien kruisen, terwijl de bemanning blijk baar maar aan een ding dacht: De nieuwste resultaten ,ran de Kaag week. de, was dr Van Mook eveneens volko men beheerst. Hij wees op het steeds ge toonde onuitputtelijke geduld van de Nederlandse regering, dat thans echter voorbij was. „De Regering is nu ver- plcht de maatregelen te nemen welke geëigend zijn om orde en rust te her stellen, waarbij de regering overtuigd is van de hulp der goedwillende Indone siërs", zo zeide hij. Bij het morgenkrieken vertoonde Ba tavia weer een rustig beeld. Alle Indo nesische arbeiders gingen als gewoon aan het werk. WILDE NOG EEN KOERIER NAAR DJOKJA ZENDEN... Onze Indië-redacteur, Wim Tausent, seinde ons hedenmorgen uit Batavia: In een exclusief interview, dat dr Koets de directeur van het kabinet van dr Van Mook mij hedenmorgen toestond, zeide hij mij, dat de regering slechts zeer node tot deze alleszins noodzakelijke stap was overgegaan. Was er eind vorig jaar, vol gens dr Koets nog reden tot optimisme, de gebeurtenissen van de laatste maan den hebben wel onomstotelijk aangetoond dat er groepen binnen de republiek zijn, die niet bereid zjjn medewerking te ver lenen. Reeds ten tijde van het bezoek van dr Beel aan Indië was het duidelijk dat de Nederlandse regering onder geen enkele omstandigheid Indië aan zijn lot wilde overlaten. Tot het uiterste is gepoogd om alsnog de republiek tot rede te brengen. Het was echter onmogelijk. Hoe weinig de republikeinen rekenden op een militaire actie moge blijken uit het feit, dat, toen dr Koets vannacht het besluit van de Nederlandse regering aan Metsfe te Zwolle verduhterth ea 27.000 textielpunten Onlangs is te Zwolle een ernstige dief stal van textielpunten aan het licht ge komen. Geconstateerd werd nl dat de 22-jarige mej. M. U. de B. kans had gezien tussen Sept. 1946 en April 1947 bij de fa H. aldaar niet minder dan 27000 punten te ontvreemden (coupures), die via de assistent van een Zwolse dancing, zekere J. K„ aan winkeliers van de hand wer den gedaan. Het meisje ontving van de opbrengst circa f 4000, waarvoor ze hoofd zakelijk kleren en sieraden had gekocht. Voor de Zwolse rechtbank werd thans tegen haar 1 jaar geeist (waarvan 4 mnd voorw.) en tegen K. 8 maanden. Gani overhandigde, deze mededeelde, ,.Het geschrift morgen per speciale koe rier naar Djocja te zullen sturen", maar hiertoe bestond vanzelfsprekend geen ge legenheid meer. Ten overvloede merkte dr Koets nog op, dat de regering niet de bedoeling heeft door gewelddadig optreden een an dere richting in te slaan. Zij wil slechts de omstandigheden scheppen, waaronder de uitvoering van Linggadjati mogelijk is. republiek Indonesia, was dr Koets onbe- Dat in de toekomst gebeuren zal met de kend. De Indonesische bevolking dient haar wensen kenbaar te maken. Het be richt, dat enige dagen geleden stond in het republikeiinse ..Nieuwsblad', als zou de Nederlandse regering reeds het oog hebben op bepaalde Indonesische figuren voor leidersfuncties, is volgens dr Koets volkomen uit de lucht gegrepen. Ik wil hieraan nog toevoegen, dat de radiorede van dr Van Mook, evenals de dagorder van Generaal Spoor niet nage laten hebben een diepe indruk te maken. Ongetwijfeld wordt de noodzaak van het militair optreden hierdoor ingezien. Het politiële optreden moet dienen tot herstel van recht en orde, maar even zeer tot het kans bieden aan de moge lijkheden, welke de Ryksconferentie zal hebben uit te werken. In deze dagen gaan onze gedachten zeer in het bijzonder uit naar onze man nen in Indië, naar onze soldaten en hun officieren. Maar ook verwijlen onze ge dachten bij hun verwanten in het va derland; bij hun ouders, hun vrouwen, kun kinderen en hun verloofden. Ons blad heeft er zich een eer in gesteld, om in de maanden die voorbijgingen juist de eenvoudige, de gewone militair aan het woord te laten, iets te laten zien van zijn leven in Indië, van zijn bestaan daar van elke dag. Wij weten, hoezeer het geduld van de soldaten in de thans achter ons liggende tijd op de proef ge steld is. Van de wijze, waarop zij zich onder dit alles hebben gedragen, heeft de minister-president in zijn radiorede met waardering gewag gemaakt. Ons voortdurend gebed vergezelle thans onze jongens in Indië. Ons voort durend gebed zij met de hunnen in het vaderland. Zij mogen allen zonder op houden overtuigd zijn van het mede leven van geheel ons volk. Het geloof aan Gods leiding kan nu een grote troost zijn. Wij vertrouwen dat de legerleiding als het mogelijke zal doen om de ver liezen zo gering mogelijk te doen zijn. God zij aller schild en betrouwea. De Griekse regering heeft nooit opgehou den., Joego-91ecviëi Bulgarije en Albanië er van te 'beschuldigen, de Griekse guerilla» strijders te steunen. Zoals wij nog onlangs stipuleerden!, werd in lhe<t rapport van de „commissie van onderzoek" vastgesteld, dat inderdaad die staten, met in/begrip dus wan Albanië, zich aan. actie tegen de wettige Griekse regering hadden schuldig gemaakt, maar dat de Grieken zelf, ook niet hele maal vrij uitgingen. Reeds toen wekte het verbazing, dat de bovengenoemde „commis sie van onderzoek" weliswaar een zekere mate van politieke vrijhield in Griekenland erkende, maar dat óók ,,terreuir-daden" wer den gesignaleerd, door de Griekse gendar merie en de officieel toegelaten, rechtse strijdgroepen in. practijtk gebracht. De fou ten waren, volgens het rapport, aan beide kanten begaan en door de houding de® Griekse regering, die tot vervolgingen van minderheden in Macedonië overging, werd de guerilla-actie gedeeltelijk geprovoceerd en versterkt. Feitelijk was zulks dus meer een beschuldiging van een verkeerd toege paste tactiek en van „interne" aard, waal de internationale moeilijkheden slechts in* diiirect mee te maken hebben. Wij wezen er echter bij herhaling op, dat het kern-ver schil niet zo grote omvang had aangeno men, als Rusland die buur-staten niet hald gesteund, teneinde invloed te behouden op 1 de binnenlandse, huishoudel ijke aangelegen heden van Griekenland; omdat de Brits- Amerikaanse en Russische belangen hier elkaar kruisen. Immers, de Brits-Ameri kaanse mogendheden trachten de wettige regeringen in Griekenland en Turkije te steunen, teneinde de Slavische penetratie, die naar het Oosten gericht is, tegen te houden. Rusland nu, gebruikt de bevriende Balkan-staten ter verwezen! ijkding van hiet eigen imperialisme, terwijl er bovendien ook strategische, territoriale belangen, dus ge biedsuitbreiding, bij te pas komen. Zoals men weet, wenst Albanië o.a. het Zuidelijk deel van de Epirus. De berichten dezer weeki, betreffende het geweldige parbisanen-offen- siêtf, hebben een en ander duidelijk beves tigd. Wij herinneren er aan, dat toen de Balkan-commissie naar Genève terugkeerde, een kleinere, subcommissie bij de Griekse grens achterbleef, die tot taak had grene- sdhendimgen te constateren. Deze subcom missie stuitte daarbij in de praetijk steedü op grote moeilijkheden; wij kregen de in druk, dat de beschuldigde staten de inmen ging van de Veiligheidsraad aan hlun Balkan» laars lapten. De grote moeilijkheid krumera, bestaat hierin, dat men wel op papier kan vaststellen, van welke zijde de aggressie begint, maar dat iedere interventie tot vruchteloosheid gedoemd is, als de Veilig heidsraad niet over voldoende macht be schikt. Het moet op de Balkan blijven rom melen; Rusland heeft er belang bij de Griekse onrust te activeren en de bevriende communisten een handje te helpen, omdat zulks de Russische machtsuitbreiding bevor dert. De Griekse regering krijgt nu, in feite, gelijk met haar aanklacht, dat de doof oommuinistische agitatie veroorzaakte ter reu® de hand in het spel gehad heeft bij de jong ste inval van guerilla-strijders uit Albanië, De genoemde „Balkan-subcommissie" van de ,,Ver. Naties" heeft erkend, dat benden, naar schatting 2000 man sterk, de plaats Konitza hadden aangevallen. Er wordt ge rapporteerd, dat „een lid der commissie" (de nationaliteit wordt niet genoemd) wanl oordeel was, dat er sprake was van „een zuivere en zorgvuldig voorbereide, militaire actie". Een zeer ernstige beschuldiging dus, waar Amerika en Engeland op dienen te reageren. Maar, het rapport voegt er aan toe, dat de Griekse klacht, dat het een internationale brigade was, die aan de aan val deelnam, niet bewezen is, waardoo® het ook weer moeilijk wordt, Sowjet-Rus land als de medeplichtige aan te wijzen, Het recht van veto, dat Gromytoo in de Veiligheidsraad kan doen gelden, de be zwaren van Russische zijde geuit, om de achtergelaten „subcommissie" tot een soort van permanent, internationaal detective bureau te promoveren, wijzen er echter op, dat de Sowjets geen recherche-werk op de Balkan verkiezen en er daar dus iets ver heimelijkt wordt. Trouwens, de communis ten in Albanië, hebben het Griekse volk openlijk tot verzet tegen de wettige rege ring aangespoord. Een week is er verwoedt gevochten, de aanvallen der guerilla-troe pen wenden, gelukkig, weer afgeslagen en de verzetslieden hebben zich, met achter lating van belangrijke verliezen, in Ooste lijke richting, in het Pmdusgebergte terug getrokken. Maar hiermede is het drama niet beëindigd. De psychologische oorzaken, die de moeilijkheden in de hand werken., blij ven, en geruggesteund door het rapport van de oorspronkelijke, omvangrijker Balkan- oommissie, hetwelk indertijd te Lake Suc cess werd gepubliceerd, valt ook niet te ontkennen, dat de huidige Griekse regering het begrip „democratie" verkeerd interpre teert en zij niet een afspiegeling is van alle stromingen, welke zich in het Griekse volk doen gelden. Van verschillende zijden hleeft men er op aangedrongen, een meer democratische coalitie-regering te vormen, mede ter versterking van haar gezag in het buitenland, en zich dus van ongemotiveerde razzia's en onderdrukking van minderheden, zoals die der Slaven in Macedonië, te ont houden. Op die wijze maakt Griekenland het ingrijpen van Amerika moeilijker en wordt het begrijpelijk, dat de Engelse steun verlening zo weinig effectief kon zijn. In dit verband, verdient óók de aandacht, dat de Griekse regeringapers de Brits-militaire missie in Athene verwijt, dat de militaire opleiding niet deugt en men het Griekse leger niet het juiste soort materiaal ter be schikking hleeft gesteld, hetgeen aan de aandacht der Russen stellig niet zal ont snappen. Wij blijven bij onze mening, dat zelfs commissies „ter plaatse" de Balkan- moeilijkheden niet oplossen en men eek telkens weer de indruk krijgt, dat er diplo matiek geschipperd wordt, teneinde vooral niet de lont in het kruitvat te werpen! Het ons verstreekte bericht, dat Is B. van Ginkel te Amsterdam-Sloterdijk beroe pen zou zijn te Bloemen daal, is onjuist, so deelt het persbureau der Ned. Herv. Kerk méa, De beslissing is gevallen. Zoals de mi nister-president gisteravond in zijn radiorede tot _het Nederlandse volk heeft verklaard, heeft de Regering zich ge noodzaakt gezien, haar vrijheid van handelen in Indië te hernemen. Zij is niet langer confererende partij. Zij is thans weer uitsluitend Regering, en wel een Regering, die met de haar ten dien ste staande middelen bezig is te doen hetgeen de taak van elke Regering is: gebroken orde en geschonden recht her stellen. De sobere rede van de minister president was sterk van inhoud. Sterk, omdat dr Beel er de nadruk op kon doen vallen, hoezeer de Neder landse Regering gestreefd heeft naar een vredelievende oplossing en hoe zij er altijd weer op uit was, de republiek tot bezinning te brengen en tot uitvoering van hetgeen deze zelf vrijwillig en on gedwongen op zich had genomen. Inder daad had de politiek onzer Regering zich tot nu toe gekenmerkt door een lank moedig afwachten. Sterk was de rede van dr Beel verder door de overvloed van argumentatie om het politiële op treden van onze troepen te motiveren.. Aan die argumentatie heeft de republiek zelf hem geholpen met een onbaatzuch tigheid, welke alleen maar aan haar zelf overschatting evenredig is. Men kan op goede gronden uitspreken, dat de on macht van de republiek om te verwezen lijken hetgeen zij plechtig had onder tekend, slechts door haar onwil over troffen werd. Het gewapendeoptreden van de Ne derlandse Regering is een betreurens waardige plicht. Het gaat om herstel van recht en orde. Het gaat erom, rust en vrijheid te brengen aan de Indone sische bevolking. Het gaat erom, om met uitsluiting van kennelijk kwaadwillige elementen de goede verhoudingen tus sen Nederland en Indië te hernieuwen. Het gaat niet en het kan goed zijn dit juist bij de aanvang van dit poli tiële optreden uitdrukkelijk te verkla ren om herstel van enig koloniaal systeem. Veeleer moeten wij uit zijn op het scheppen van een rechtsorde, waar van de basis reeds in de Koninklijke rede van 7 December 1942 werd gelegd. Onze Regering staat sterk tegenovei de wereld, met name tegenover Ame rika en Engeland, maar ook tegenover Voor-Indië, omdat uit haar tot nu toe met overgroot geduld gevoerd beleid zonneklaar gebleken is, hoezeer een terugkeer naar koloniale verhoudingen naar vreemd Jfl. Zoo heeft dan gisteravond om 8 uur de minister-president, dr L. J. M. Beel, het beslissende woord via de radio in de Neder landse huiskamers gesproken. Thans moet de Regering, aldus de kern van zijn betoog, zich op het standpunt stellen, dat èn het op 14 October 1946 gesloten bestand èn de op 25 Maart 1947 getekende overeenkomst van Linggadjati door de republikeinse regering en haar organen zodanig zijn overtreden en geschonden, dat de Regering hierbij goede wil niet meer aanivezig kan achten en dus haar vrijheid van handelen overeenkomstig hetgeen bij aangaan van het accoord van Linggadjati harerzijds is uitgestippeld, moet her nemen. De Regering heeft de Landvoogd gemachtigd, tot politieel optreden over te gaan, om datgene te verwezenlijken, waartoe de republiek onmachtig blijkt. Deze stap heeft de Regering grote moeite gekost. Zij heeft zorgvuldig nagelaten, enige druk op de republiek uit te oefenen zo lang het er om ging, tot een accoord te komen. Iedere neiging om het gezonde nationalisme te weerstreven, is haar vreemd. Het is echter ten enenmale onaanvaardbaar, dat een eenmaal getekende overeenkomst van dag tot dag wordt geschonden. De Regering blijft aan de beginselen van Linggadjati vast houden. Wie mocht menen, dat er aanleiding is om zich van deze beginselen te ontdoen, zal de Regering tegenover zich vin den. Ook tegenover de republiek behouden zij ten volle hun kracht. Zodra een leiding der republiek bereid en bij machte is, tot een daadwerkelijke samenwerking overeenkomstig Lingga djati, staat een gelijkberechtigde plaats, als door andere deel staten ingenomen, voor haar open, 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3