Nieuwe Nedboeken over muziek Waterpolocompetitie begon met 'n verrassing Dag aan dag langs de oevers van de Rijn NIEUWE LEIDSCHE COURANT WOENSDAG, 4 JUNI 1947 DE JOHANNES-PASSION VAN BACH Van de geestelijke 'koorwerken!, die Bach schreef, heeft alleen de Matthaus- passion algemene bekendheid gekregen; de Johannespassie wordt naar verhouding weinig uitgevoerd. Om ook voor dit werk belangstelling te wekken hebben prof. Van der Leeuw 1) en Wouter Paap 2) elk een boekje geschreven. Al verschil len beide werkjes uiteraard in details, beide schrijvers gaan grotendeels van dezelfde gezichtspunten uit. Dat de Johannespassion een geheel ander karakter heeft dan de Matthaus- passion verklaren zij terecht uit de grote verschillen tussen het Evangelie naar Matthaus en dat naar Johannes. Bach heeft zich aldus prof. Van der Leeuw „als beslist gelovige en bewust theoloog die hij was, terdege rekenschap moeten geven van de eigen aard van de bijbeltekst, die hij voor zich nam". Ook Wouter Paap gaat op de verschillen tussen beide Evan geliën vrij uitvoerig in, maar zoals te ver wachten was, vinden wij in het boekje van prof. Van der Leeuw een theologi sche vergelijking tussen de beide Evan geliën. De andere Evangeliën worden volgens de schrijver gedragen door een bepaalde bedoeling: de heilsboodschap te brengen aangaande Jezus Christus, in de vorm van een geschiedverhaal. Het Johannesevan- gelie daarentegen is geen geschiedver haal, maar een preek over de komst van de Heiland, geïllustreerd door gebeurte nissen uit het leven van Jezus. Dit Evan gelie is daarom veel minder aanschou welijk en vertoont een streng karakter. De Christusfiguur spreekt in ongenaak bare majesteit zijn goddelijk woord. De Joden zijn niet de menselijke figuren uit de andere Evangeliën, maar een daemo- nische schare, representanten van de helse macht. De lijdensgeschiedenis krijgt daardoor iets van een bovenaardse wor steling tussen goddelijke en daemonische machten. De Christus, die Bach in zijn Johannes passion schildert, is niet de „herzliebster Jesus," maar de Heer der Wereld, de koren der Joden zijn niet die van een opgezweepte menigte, maar koren van duivelen. Beide schrijvers geven een historische beschouwing over de passie; in die van prof. Van der Leeuw komt een kleine onjuisthefd voor. De eerste motetpassie is namelijk niet van Obrecht, maar waar schijnlijk van Longheval. Ook behandelen zij vrij uitvoerig de tekst van Brockes, waarop zij terecht scherpe critiek uit oefenen. Daarna wordt de muziek door beide schrijvers gecommentarieerd. Bij verge lijking van beider beschouwingen blijkt weer eens, dat men zeer voorzichtig moet zijn met het projecteren van verkla ringen in een müzikaal kunstwerk. Als Jezus voor de tweede maal vraagt „Wie zoekt gij"? is het antwoord van het koor weer „Jesum von Nazareth." Wouter Paap vergelijkt dit koor met het voorafgaande op dezelfde tekst en hij concludeert: „In het eerste antwoord lag nog een zekere verwondering, een zekere welwillendheid ook, doch wanneer men wordt gedwon gen de r.aam te herhalen, ligt in de vas tere nadruk op het thans dalende interval (reine quint) opeens een bedreiging op gesloten. Men lette ook op de nijdige ruk in de laatste maat van de altpartij." Pref. Van der Leeuw schrijft over het zelfde koor: „Het koor Jesum von Na zareth wordt herhaald, maar met enkele veelbetekenende wijzigingen. De vervol gers zijn geschrokken, zij hebben alle ze kerheid verloren. Daarom blijven de flui ten weg: de glans is daarmede verdwe nen, maar de zenuwen zijn in de eerste viool geschoten, die de onrustige zestien den van de fluiten heeft overgenomen." Uit deze vergelijking blijkt wel, dat twee schrijvers tot geheel verschillende conclusies kunnen komen, wanneer z-ij muziek interpreteren. Doch in elk geval kunnen de beschouwingen van beide auteurs er toe bijdragen liefde voor het werk te wekken. Daar zij in sommige op zichten van verschillende gezichtspunten uitgaan, vullen beide boekjes elkaaT uit stekend aar- Een boek over Sweelinck. In 1934 publiceerde Van den Sigtenhorst Meyer een biographie over Sweelinck 3) die als het eerste standaardwerk over de Nederlandse meester mag worden be schouwd. Het boek bevat prachtige hoofd stukken over de tijd, waarin Sweelinck leefde, over de instrumenten, waarvoor hij schreef, over de positie van de orga nist omstreeks 1600 en vooral over de werken van Sweelinck. Sindsdien is er een groot aantal onbe kende werken ontdekt, terwijl de schrij ver door toedoen van derden de beschik king kreeg over tot nu toe niet gepubli ceerde gegevens, waarvan hij uiteraard dankbaar gebruik heeft gemaakt. In verschillende opzichten verschilt de tweede druk daarom belangrijk van de eerste. Zo heeft de schrijver de beschou wing over de beide orgels, die Sweelinck in de Oude Kerk te Amsterdam be speelde, herzien. Thans is gebleken, dat Sweelinck reeds de beschikking over een orgel met drie manualen heeft gehad. In het hoofdstuk, waarin de werken worden behandeld, zijn thans ook ver schillende composities besproken, die eerst kort geleden werden ontdekt. De schrijver gaat o.a. vrij uitvoerig in op de koraalvoorspelen, die Sweelinck, deels als voorbeelden voor leerlingen heeft ge schreven, deels om na de kerkdienst te kunnen spelen. Daarom staan deze koraal voorspelen niet op de hoogte van de variaties over de wereldlijke thema's. In het voorbericht voor de tweede druk wordt een tweede deel aangekondigd, waarin de vocale muziek van de meester zal worden behandeld. Wij mogen de schrijver dankbaar zijn voor een zo gron dige en veelzijdige behandeling van leven en werken van onze grootste componist. Antonius Stradivarius. Dirk J. Balfoort, die reeds veel over de geschiedenis der strijkinstrumenten publiceerde, heeft thans een boek ge schreven, dat een helder licht werpt op de betekenis van de beroemde Italiaanse vioolmaker Stradivarius. 4) De schrijver zet op duidelijke wijze uiteen, waar het bij de bouw van een viool op aankomt. Wanneer men zijn beschouwingen over de structuur van het hout leest, wordt het duidelijk, dat het nooit mogelijk is van een viool een absoluut zuivere copy te maken. Na een uitvoerige uiteenzetting omtrent de verschillende hout- en lak- soorten komt de schrijver tot de conclu sie, dat de uitzonderlijke resultaten, die Stradivarius heeft bereikt, alleen te dan ken zijn aan diens groot genie, dat hout èn lak èn afmetingen èn de algemene bouw èn de onweegbare elementen in volkomen harmonie met elkaar heeft weten te bren gen. Balfoort maakt nuttige vergelijkingen tussen de instrumenten, die Stradivarius in de verschillende perioden van zijn leven bouwde en vermeldt interessante bijzonderheden omtrent enkele beroemde instrumenten. Het resultaat van zijn speurzin is geworden een bijzonder le zenswaardig boekje, dat de belangstelling verdient van ieder, die zich voor de ge schiedenis der strijkinstrumenten interes seert. Geschiedenis van de wals. Over de geschiedenis van de wals schreef dr Beeser een zeer gedocumen teerde studie 5), die echter niet voor iedereen gemakkelijk te volgen zal zijn. De vele niet vertaalde citaten in vreemde talen zullen voor velen de lectuur be moeilijken. Wij lezen interessante dingen omtrent het ontstaan en de geschiedenis van de wals, over de strijd, die de zedemeesters tegen deze dans voerden en over de mees ters van de wals, Strauss, Lanner, Schu bert, Weber, Brahms, Richard Strauss en Ravel. Dit uitstekend geschreven boekje getuigt van groote eruditie en weten schappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. 1. Dr G. van der Leeuw, Bach's Johan nespassion; Uitgeversmij. Holland Am sterdam. 2. Wouter Paap, De Johannespassion van Bach; Bruna, Utrecht. 3. Van den Sigtenhorst Meyer, Swee linck en zijn instrumentale muziek, Ser- vire, Den Haag. 4. Balfoort, Stradivarius; Becht, Am sterdam. 5. Dr E. Reeser. De geschiedenis van de wals; Becht. Amsterdam. Hennie Schouten. Sport en Wedstrgden De Zijl IPoelmeer I eindigde in een gelijk spel „Leert de jeugd zwemmen, want de jeugd verdrinkt," is jarenlang een de vies van de Ned. Zwemibond geweest. Het zou nog een devies moeten zijn. Want de jeugd verdrinkt nog steeds en niet alleen de jeugd. Deze zomer is warm (er werden gisteren in de Zijl niet minder dan ruim 2000 baden genomen) en het koele water kan het lichaam verfrissing geven. Het water geeft die ook, maar eist zijn tol. En het is een afschuwelijke tol: honderden mensenlevens in een enkel jaar, in een klein land, dat geleerd heeft zijn polders, weiden en wegen te be schermen tegen dat water, maar vergeten heeft er zijn bewoners tegen te bescher- men. De waterpolowedstrijden in „De Zijl werden Dinsdagavond geopend met een enthousiaste publieke belangstelling, die zeker een duizendtal liefhebbers van deze sport hebben doen genieten van enkele zeer goed gespeelde wedstrijden en op afdoende wijze werd bewezen, dat de zwemsport hier in „de Kooi" zeker niet aan het verminderen is. Het voorgerecht begon met de ontmoe ting: De Zijl IIpoelmeer II (41). De wedstrijd zelf was van zeer goed gehalte en de talrijke toeschouwers heb ben genoten van een spannende partij, waarbij uiteindelijk de Zijl II winnaar werd. Reeds dadelijk waren de Zijl- zwemmers in de aanval, maar keeper Mo lenaar kon zijn doel schoon houden. Nadat beide doelen om beurten in gevaar waren gebracht, wist Kikkert goed in te schieten 1—0, een voorbeeld, dat hij voor rust nog wist te herhalen en zo bracht hij de stand op 20. In de tweede helft zorgde Poelmeer voor de verrassing door vrij spoedig de achterstand te verkleinen (21), waar door er opnieuw spanning kwam. Goed samenspel van Lepelaar met Arbouw gaf laastgenoemde een kans, die hij op zui vere manier wist te accepteren (31). Met een goede doorslagbal zorgde de zelfde speler voor een 41 einduitslag. De Zijl IPoelmeer I (11) De wedstrijd tussen De Zijl IPoel meer I werd de grote sensatie van deze avond. Nadat een ver schot van W. van Weizen in de veilige handen van keeper van Vliet was gekomen, konden achter waartse schoten van Prevoo, die o.i. te zwaar werd gedekt, geen succes opleve ren. Het was daarom een grote fout (Poelmeer deed in dit geval hetzelfde) dat beide midvoors volhardden in 'n 4 meterspel, terwijl vrij zwemmen zeker tot betere resultaten had kunnen leiden. Nu was slechts een goed opzwemmen van Ydens oorzaak, dat Versluys een niet te missen kans kreeg en keeper Dragt on houdbaar kon passeren (01). De Zijl deed het niet minder en bijna direct na het uitzwemmen bracht Prevoo in goede schietkans en van Vliet was niet bij machte het vliegend schot te keren. In de tweede helft was de strijd even eens aantrekkelijk met beide doelen om beurten in gevaar; echter schoot de Zijl hier zeer slecht en gingen enkele kan sen door te zelfzuchtig spel verloren. Na dat Dragt een scherp schot had gekeerd, bleef de bal op de doellijn dobberen en ging een zeker doelpunt voor Poelmeer verloren. De Zijl was nadien sterk in de aanval en ook het Poelmeerdoel beleefde ang stige ogenblikken, zonder dat doelpun ten werden gemaakt. Het einde kwam met een verdiende verdeling van de punten, maar zeer zeker zal J>e Zijl" moeten zorgen, dat wanneer het niet lukt, zwemmen en nog eens zwemmen meer kansen biedt! „De Zijl" IV—BZV I (1—4). Het nagerecht was een wedstrijd tus sen „De Zijl" IVBZV I 14, een wed strijd om spoedig te vergeten en waarbij „De Zijl" voor de rust niet wist hoe te spelen. Vrij vlug in geheel vrije positie werd het 01, zelfs 02 en 03. In de tweede helft ging het veel beter en was de tegenpartij zeker even slecht als „De Zijl". De eindstand kwam met 14 een uitslag, die zeker anders had kunnen zijn. LZC begon minder goed en zowel het eerste als het 2e zevental verloren in Haarlem resp. met 10 en 40. ORANJE GROEN (ADSP.)—V.TX. (ADSP.) 2—1. Bovengenoemde wedstrijd werd giste ren gespeeld op het O. Gr.-terrein aan het Zwarte Pad. De strijd ging gelijk op. Na 10 minuten was het Willem Ravensbeirgen die met een hard schot er 10 van maakte. Direct daarna gaf Arnold Lenting een voorzet, welke door Jan Verkuilen werd benut (20). Met deze stand kwam de rust. Een doelpunt van Jan Verkuilen werd afgekeurd wegens buitenspel. V.T.L. kreeg een strafschop toegewezen, welke door de mid voor werd benut (21). Het einde kwam met een 21 overwinning voor O. Gr., zodat O. Gr. in zijn laatste wedstrijd tegen U.V.S. (B) nog 1 punt nodig heeft voor het behalen van het kampioenschap. Officiële publicatie INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE OPENBARE SCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemene kennis: le. dat tot en met 30 Juni 1947 gelegen heid bestaat tot inschrijving van nieuwe leerlingen, gedurende een kwartier vóór de aanvang van elke schooltijd aan: a. de School voor u.l.o. aan de Pieters kerkstraat; b. de Meisjesschool voor u.l.o. aan de Breestraat; c. de School voor Voortgezet gewoon Lo. (ingang Oude Vest 35); d. de Opleidingsscholen voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt en de Kern straat; e. de Opleidingsscholen voor u.l.o. aan de Langebrug, de Rijnsburgersingel de Mare- singel, de Driftstraat en de Drie October- straat; f. de o. 1. scholen aan de Zuidsingel B e& de Medusastraat; 2e. dat bij de inschrijving een geboorte bewijs moet worden getoond; 3e. dat de kinderen met uitzondering van die waarvoor toelating tot de u.l.o.- scholen of tot de School voor Voortgezet gewoon l.o. wordt gevraagd vóór 1 Oc tober a.s. de leeftijd van 6 jaar moeten hebben bereikt. F. H., van Kinschot, Burg. J. Bool, Secretaris. Leiden, 3 Juni 1947. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR DE OPENB. BEWAARSCHOLEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemene kennis, dat aan de Openbare Bewaarscholen in het Elisabeths- hof aan de Atjehstraat en aan de Gorte straat gelegenheid bestaat tot het doen in» schrijven van leerlingen gedurende ee* kwartier vóór de aanvang van elke school tijd. De kinderen moeten op het tijdstip van toelating de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. F. H. van Kinschot, Burg. J. Bool, Secretaris. Leiden, 3 Juni 1947. Ds A. A. van Ruler hoogleraar te Utrecht De Generale Synode der Ned. Herv. Kerk be noemde gisteren in de vacature- prof. dr. M. J. A. de Vrijer tot kerkelijk hoog leraar te Utrecht in de bijbelse Godge leerdheid, de geschiedenis der Ned. Herv. Kerk en haar leerstellingen en de Chr. Zen ding ds. A. A. van Ruler te Hilversum. De nieuwe hoogleraar werd in 1908 geboren en werd in 1932 candi- daat, om het volgende jaar zijn intrede t doen in Cubaard (Fr.). Hij publi ceerde: „Kuypers idee ener Christelijke cultuur", „Religie en Politiek" en „Visie en Vaart". Wij meldden reeds, dat ds. v. Ruler op 1 Juli te Groningen hoopt te promoveren. ALPHEN a. d. RIJN. Hoe de ontdekking van een prijzen- delict kan leiden tot het achterhalen van andere overtredingen, bleek uit het vol gende: In de slijterij van Z. te Alphen aan de Rijn werd whisky te duur aange boden. Het onderzoek voerde naar de leverancier V. te Leiden, die niet alleen de whisky, maar ook portwijn te duur bleek te hebben verkocht aan verschil lende afnemers. Bovendien had l.g., die als grossier niet in het bezit is van een volledige- of slijtvergunning, hoeveelhe den van beneden de 10 liter verkocht, hetgeen hem een proces-verbaal wegens overtreding van de Drankwet bezorgde. Verder bleek de whisky te zijn vervoerd zonder geleid eb il jet, hetgeen leidde tot een onderzoek in samenwerking met ambtenaren van de invoerrechten en ac cijnzen te Leiden. Daarbij kwam vast te staan, dat een hoeveelheid van 96 liter vervoerd was van Nijmegen naar Leiden op een vervalst document. De speeltuin „Bloemhof", gelegen in het Bloemhofkwartier, komt steeds meer in trek. Dit vraagt van het bestuur, dat het bedacht blijft op uitbouw. Mede door de offervaardigheid van de leden is een smalfilmapparaat aangeschaft en voorts staat een glijbaan op 't programma. De nog ontbrekende gelden hoopt men door milddadigheid van particulieren en indu striëlen bij elkaar te brengen. De laatste weken deden zich ver scheidene malen op meerdere plaatsen breuken voor in de waterleiding. Enkele malen is dit de gemeente op een vrij be langrijk waterverlies komen te staan. Zo waren er gevallen aan de Groeneweg en de Gouwesluis. Naar men ons mede deelde, betreft het hier nog steeds gevol gen van de langdurige vorstperiode in de afgelopen winter. Zoals indertijd door ons werd ge meld, was het de bedoeling, dat de heer J. A. P. Bakker, chef-monteur bij de P.T.T. en een der eerste telefonisten in onze gemeente, deze dienst met pensioen ging verlaten. Onvoorziene omstandig heden veroorzaakten, nog uitstel, maar gistermiddag vond in het nieuwe gebouw van de Technische dienst het afscheid plaats. Hierbij waren vrijwel alle collega's aanwezig en afgevaardigden van het ver dere P.T.T.-personeel. Het woord werd eerst gevoerd door de heer Nauta, de directeur van de telefoondienst te Den Haag, die ook een oorkonde overhan digde. Vervolgens spraken de heren Huis man, directeur P.T.T.-kantoor, Boskoper, chef, Oostdam, oudste van de groep tech nisch personeel en tenslotte de opzichter Hartman. Deze laatste bood namens het personeel een horlogeketting en een zil veren couvert met inscriptie aan. GEBOREN: Anton J, z van L P Kante been en K v d Wel; Cornelia H M, d. van C J v Niekerk enMJv Rijn; Sophia J M, d van C J v Niekerk en M J v Rijn; Neeltje, d. van L. Koopman en J Zuidam; Adri, d. van G Steehouwer en A A C de Roon Hertoge; Alida E M, d. van J M de Heij en A E v d Zwet; Rinke, z. van C v d Berg en J Duiker; Gemma C M, d. van G Meijer en C M v Deuzen; Johan nes, z. van M J Simon en J M Koene koop; Antonius H, z van T C Vreulink en W M L Smit; Cornelia J J M, d. van H M Bleijenberg en van J H Lammen; Her man, z van J Ruardij en H Wortman; Anthonia W M, d van C J de Heij en J H. Simmerman; Adriana E, d van C H Boerefijn en S Hesseling; Weintje, d. van A. Verkaik en B Ruitenburg; Ferdinand, z. van E G v d Werff en MC Odijk. ONDERTROUWD: R P W Vreeburg, 31 j. en J A van den Brink, 22 j.; G M van Egmond, 26 jr en T C M van Vliet, 29 j.J J Foekking, 45 jr en W C Vierbergen, 21 jr.; J Kersbergen, 39 jr en E Burggraat GETROUWD: B J van der Sluis, 28 Jr en L Starreveld. 33 jr.; W van Wijngaar den. 27 jr en M Eikelenboom, 24 j.; L J Leeflang, 30 jr en P Kastelein, 30 jr.; P Oskam, 25 jr en G L Saton, 25 j.; J van Roon, 27 jr en C H Groeneveld, 22 jr.; P M Schepers, 27 jr en P G Gerse, 20 jr. OVERLEDEN: M v d Hoek, 86 Jr; A V d Berg, 78 j.; H v d Pol, 80 jr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 5