Indrukken uit het hart van de Republiek Comm.-Generaal in Nederland aangekomen Ned-ïwl. Regering tot grote coulance bereid Royaal gebaar 't Verklaarde uitzicht RIEUWK UIMCHE COURANT 9 DONDERDAG. 29 MEI 1MT DJOKJA HEEFT LAK AAN ALLE AFSPRAKEN •Het „Alg. Hbld., wiens hoofdredacteur te gelijk met de ministers Beel en Jonkman uit Indië terugkeerde, en die, in tegenstel ling tot deze bewindslieden, ook het republi keinse gebied bereisde, schrijft o.m.: „Maar wie in het politieke hart der repu bliek, in Djokjakarta, waar president Soe- karno met zijn regering troont, zijn oor te luisteren legt, kan niet anders dan tot de conclusie komen, dat Linggadjati daar geen of slechts een zeer beperkte en eenzijdige betekenis heeft. De politiek der republiek wordt in Djokja gemaakt en niet in Batavia. Sjahrir moge in Batavia naar redelijke op lossingen met de Ned.-Indische regering en met de Commissie-Generaal neigen, maar wanneer hij zulke ontwerp-oplossingen aan de machthebbers in Djokja voorlegt, breekt hij zijn hoofd op een onverzettelijke muur van weerstand. Want Djokja ziet in Ling gadjati slechts het middel tot één doel: de versterking van de republiek tot de alles beheersende factor in geheel Indonesië, tot een eenheidsstaat Indonesië van volledige souvereiniiteit. waarbij het federale beginsel totaal op de achtergrond geraakt, en waar bij over de Unie met het Koninkrijk der Nederlanden in het geheel niet gedacht of gesproken wordt, laat staan over de hoog ste leiding van het Huis van Oranje. Een geesteshouding, die dus ook in geen enkel opzicht het ontstaan en bestaan aan vaardt van de z.g. Malino-gebieden, die nu bezig zijn zich tot federale staten van ge lijke standing en met gelijke rechten als de republiek te ontwikkelen. Djokja staat naar de geest nog altijd op het standpunt van de republiek zoals die met haar vitium originis in Augustus onder Soekarno werd uitgeroepen, als exponent van het totale Indonesische nationalisme, als drager van geheel Indonesië, als volkomen souve- reinen staat, die geen enkel oppergezag boven zich wilde erkennen. Vergeleken daar mede is Linggadjati een duidelijke terugval, een binding aan hoger Unie-gezag, en voor de republiek bovendien ook nog een onder schikking aan een federale Indonesische structuur, waarin de republiek slechts een van drie (of meer) federale, gelijkgerechtig de staten zal zijn. In het hart der republiek d.w.z. bij haar intellectuelen en semi-in- tellectuelen vindt deze gedachte weinig of geen weerklank. Men leeft en denkt er nog in de eerste phase van de nationale revolutie, waarin bij de overgrote meerder heid het blinde sentiment overheerst. Dat sentiment zit bij een ieder die lezen en schrijven kan en die bewust deelneemt aan dit proces van nationale geboorte, onge twijfeld diep. Het zijn deze mensen, die met hun macht van het ogenblik leiding geven aan de overgrote analphabetische massa, die destijds door de Japanse propaganda wel is opgezweept, maar enkele hooggeplaatste republikeinen erkenden, dat zelf tegenover ons toch nauwelijks in staat is om de na tionale idee, die zó ver uitgaat boven de kleine sawah, die hun dagelijkse wereldje uitmaakt, bewust te beleven. En zo vormt Djokja het bolwerk van onverbiddelijk en totalitair nationalisme, en drukt zijn stempel op de republiek en ook op de regeringsver tegenwoordigers, die in Batavia met de Ne derlanders onderhandelen. Maar de republiek heeft Linggadjati dan toch getekend! En hoeveel verschil van interpretatie er ook denkbaar is, enkele fundamentele punten zijn toch niet voor betwisting vatbaar. Wij bedoelen de federale structuur van Indonesië in eerste aanleg, het Unie-verband met Nederland en de West, en de aanvaarding van het Huis van Oranje aan de top van het geheel. Wie die vraag in Djokja stelt, krijgt een ontwijkend ant woord of in het geheel geen antwoord. Want Djokja wil en kan deze onderschikking van de republiek aan hogere eenheden niet ver dragen. Sjahrir c.s hebben dit accoord in Linggadjati en Batavia naar de vorm aan vaard, maar het Djokjase bolwerk verwerpt het naar de geest, en de bestwillende re publikeinse ministers, die er hun handteke ning onder zetten, staan daar machteloos te genover. Het blijkt bovendien uit tal van re publikeinse gedragingen: het benoemen van „gouverneurs" voor de Malino-gebieden, die zich tot zelfstandige staten negara's ontwikkelen, en waar de republiek geen enkele zeggenschap heeft; uit de voortduren de pogingen om republikeinse strijdkrachten en politieke agitatoren uit de republiek m de Malinogebieden te doen infiltreren; uit de weigering der republiek om op econo misch en financieel gebied samen met de Nederlanders en met de andere federale staten organen te scheppen, waarin de fe derale en Unie-samenhang van beleid en belangen van volkswelvaart vorm kan vin den. Het blijkt uit het streven naar onafhanr kelijke buitenlandse betrekkingen en verte genwoordigingen, alsof de republiek souve- rein was en namens heel Indië kan spreken. Het blijkt uit de onmogelijke eis aan Ne derland om vóór alles de troepen uit de re publiek terug te trekken, waardoor het op pergezag het machtsapparaat waarover iedere verantwoordelijke regering moet be schikken uit handen zou geven en een speel bal zou worden van willekeurige tegenkrach ten. Het blijkt uit tal van republikeinse open bare redevoeringen, waarin Linggadjati slechts als een phase in de strijd wordt be schouwd, en geenszins als een in zichzelf aanvaardbare oplossing." De Warmondse spoorbrug, welke In 1944 door bommen zwaar beschadigd werd, zal geheel herbouwd worden. Zolang de noodbrug, welke daartoe wordt aangelegd, nog niet gereed is, gaat het treinverkeer nog over de opgeknapte oude brug. EEN ZWIJGZAME PROF. SCHERMERHORN (Van een onzer verslaggevers) Gistermiddag om twintig voor vier zijn de Commissarissen-Generaal, prof. W. Schermerhorn en M. van Poll, uit Indië in Nederland aangekomen. Het vliegtuig was bijna een uur vroe ger dan werd verwacht, zodat er nog niet zo'n heel groot gezelschap ter begroeting aanwezig was, toen de leden van de Com missie-Generaal uitstapten. Prof. Scher merhorn, ietwat langzaam-statig, was de eerste, die het vliegtuig verliet, al spoedig gevolgd door de meer bewegelijke heer Van Poll. Op de vraag aan prof. Schermerhorn, of hij iets wilde vertellen antwoordde hij ontkennend. Na de plichtplegingen in de douaneloods verdween de heer Van Poll INZAKE HET RUMOER OP WEST-JAVA Het standpunt van de N.-I. regering be treffende het bestuur van Buitenzorg is, naar Aneta Batavia seint, als volgt: Er is nog niet voldoende klaarheid en de regering zal zich niet rechtstreeks daarin mengen. Zij zal ech ter medewerken tot een oplossing, die aan de positie van de-republikeinse ambtenaren recht doet wedervaren, en tegelijkertijd tege moet komt aan de wensen der bevolking. Aan de heer Koestomo zal duidelijk worden gemaakt, dat handelingen, zoals door hem begaan, niet meer worden geduld. Tegen j reeds gepleegde strafbare feiten zal op nor- male wijze worden opgetreden. Het verwon- dert de regering ten zeerste, dat de republi- 1 keinse voorlichtingsdienst zozeer de nadruk i legt op deze feiten, daar de moeilijkheden I dieper liggen Wat zijn deze strafbare feiten, I De heer Kupers optimistisch gestemd Tegelijkertijd met de Commissie-Gene- raai is de heer Kupers op Schiphol terug gekeerd. Hij zeide, dat hij zelfs niet Dij de republikeinen vijandschap tegen de Nederlanders had waargenomen (De ver- lieslijst luidt: 1 Nederlander gedood, vijf gewond. Red Hij was getroffen geweest door net vertrouwen en de goede wil, die hij in het republikeinse gebied bij de bevolking had aangetroffen. Hij had niets 'an hongersnood gemerkt, wel van orde en rust. Zowel bij de Nederlandse als de re publikeinse onderhandelaars had hij de overtuiging geconstateerd, dat men tot overeenstemming moet komen. De stand punten van beide partijen liggen niet zo ver meer uit elkaar. aldus de regering, in vergelijking met de 150 meest weerzinwekkende moorden, waarmede de totstandkoming van het republikeinse ge zag te Buitenzorg gepaard ging. Naar het lid der republikeinse delegatie Soepeno aan Aneta heeft verklaard, zal een bestuursraad worden samengesteld van drie republikeinen, onder wie de regent, en vier leden van de Pasoendan Het regentschaps kantoor zal als „statusloze" instelling worden heropend, waarmede de republikeinen het niet eens zijn CAMPBELL ZET ZIJN HANDEL VOORT M. C. Campbell, de (communistische) handelsvertegenwoordiger in Australië, zet, naar Anea uit Sydney seit, zijn handel voort, hoewel Australië hem niet erkend. Hij heeft bij zijn terugkeer uit Java een lijst meegebracht van artikelen, die de republiek wenst, en verklaarde zich bereid Australische en Indonesische zakenlieden met elkaar' in contact te brengen UITSPRAKEN RAAD VAN CASSATIE. De Raad v. Cassatie veroordeelde gisteren ochtend de landstormer H. Zijp te Purme- rend tot 6 jaar R.W.I. (Uitspraak A'damse B.G. 9 j.). Het beroep in de volgende zaken werd verworpen: W. F Kayser te Driewegen (Landstorm), 9 j. gev.straf; de Waffen-SS'er K. Jager te Veendam, 20 J. R.W.I.Aaltje Sikken te Emmen, verraad, 5 j. gev .straf; de landstormer A. Berghuis te Scheemda, 12 j. R.W.I.; de verrader Th. Ferkranus, Dokkum, 15 j. R.W.I. schielijk, terwijl prof. Schermerhorn op zijn auto wachtte, temidden van lang zamerhand binnenkomende Tweede Ka merleden van de Partij van de Arbeid. Daar waren o. a. prof. Logemann, Koos Vorrink, jhr v. d. Goes van Naters, mr Joekes en enige anderen, die echter in de eerste plaats gekomen waren ter be groeting van de heer Kupers, voorzitter van het NV.V., die met hetzelfde vlieg tuig uit Indië arriveerde. Prof. Schermerhorn raakte al spoedig in ernstig gesprek met de heren Koos Vorrink en jhr v. d. Goes van Naters. Wij menen te weten, dat zij probeerden een afspraak te maken voor een verga dering, te houden door prof. Schermer horn, met de gehele Tweede Kamerfractie van de Partij van de Arbeid. Tenslotte gelukte het een der journa listen, prof. Schermerhorn enkele vra gen te stellen, naar aanleiding van de door Ass. Press gepubliceerde gegevens over de aan Sjahrir overhandigde nota. Prof. Schermerhorn was niet verrast over deze publicatie, die juiste en onjuiste feiten bevat. Hetzelfde verhaal ging in Batavia al rond, heel kort nadat er over vergaderd was. De kwestie van de fede rale overgangsregering is juist; over het valuta-vraagstuk wordt in de nota echter niet gesproken. De grote moeilijkheid is geweest, aldus prof. Schermerhorn, dat we in Indië aan beide zijden midden in de dingen van de dag zaten. Wij richtten ons te sterk op de financieel-economische vraagstukken en de republiek zat te staren op gevallen als Modjokerto enz. Daardoor werd het grote doel wel eens uit het oog verloren. Op de vraag, of de bezettingsactie van de Pasoenda-beweging onverwacht kwam. antwoordde prof. Schermerhorn, dat in Indië alles kan worden verwacht. Hij achtte het zeer begrijpelijk, dat een be paalde bevolkingsgroep gebruik maakte van de mogelijkheid, haar verlangens te bevredigen. Ook werd gevraagd, hoe lang de C.G. in Nederland zou blijven. Daar weet ik nog niets van, luidde het antwoord; voor- lopig zit ik hier best naar mijn zin. Nadat reeds verschillende lander, nadden mogen profiteren van de sympathieke en stellig gezonde opvattingen, welke Amerika ten aanzien van allerlei hangende financiële kwesties blijkt te koesteren, is het thans wel met bijzondere voldoening, dat wij melding kunnen maken van het feit dat de Vereen. Staten een aanzienlijk deel der Nederlandse schulden hebben kwijtgescholden en zich ac coord hebben verklaard met een gunstige af betalingsregeling voor wat betreft het res tant. Dit restant bedraagt thans 67.500.000 dollar Gaarne onderstrepen wjj de woorden van dank, welke minister Lieftinok in zijn radio rede heeft uitgesproken Terecht kon hij op merken, dat dit ..geschenk" wel zeer in staat is, de vriendschapsbetrekkingen tussen het Nederlandse en Amerikaanse volk te ver sterken. Maar buitendien zijn de handels betrekkingen tussen Nederland en de Ver. Staten, ja de economische verhoudingen tus sen twee werelddelen, doo: leze royal-® eeste gediend. Hebben de Amerikaanse troepen tijdens de tweede wereldoorlog hun belangrijke bijdrage geleverd om ook ons land van terreur en tyrannie te verlossen, het nieuwe gebaar van Amerika maakt het ons mogelijk om de financiële toekomst die overigens nog donker genoeg blijft iets minder somber tegemoet te zien. De nieuwe daad van Amerika is ook daar om van belang, omdat wij de laatste tijd wel eens de indruk hadden gekregen, dat het treffen van een geldelijke regeling ietwat stroef verliep. Men kon dan ook wel eens de enigszins wrange opmerking beluisteren, dat ons land kennelijk niet voldoende door het communisme werd bedreigd en dat daarom voor een financiële regeling met Nederland minder haast noodzakelijk scheen dan ten aanzien van andere landen (Griekenland en Turkije) het geval was In deze omlijsting doet de edele daad van Amerika dubbel weldadig aan. Wij motiveren haar met minister Lieftinck uit de Amerikaanse waardering voor hetgeen ons volk tijdens de oorlog heeft gestreden en ge. leden Minister Lieftinck kon herinneren aan de heldhaftige spoorwegstaking, waarvan, vooral generaal Eisenhower het belang scherp heeft gezien en die aan de andere zijde vart de Oceaan even grote bewondering heeft gewekt als dat z(j ons volk heeft ge sterkt in het verzet Maar daarnaast willen wij het Amerikaanse gebaar evenzeer motiveren als een blijk van de overtuiging van het Amerika van van- Chronisch wereld- tekort aan voedings middelen. Om te kunnen arbeiden, moet de mense lijke machine van brandstof worden voor zien, voedsel van een bepaalde calorische waarde en als aan die eis niet kan worden voldaan, loopt het met het „herstel" spaak, van een surplus aan herstel, in de vorm van „Duitse schadevergoeding" maar niet te spreken. Vóór de oorlog konden er in e, Oostelijke landen hongersnood-epide mieën, of, minder erg, gevallen van voed selschaarste. rijsttekorten e.d. voorkomen, rvan de Europeaan, onder het lezen van zijn ochtendblad, met belangstelling kennis nam! Maar Europa was rijk aan voedsel, aan voorraden vooral, zodat ook aan landen als Duitsland, Italië, een behoorlijk bestaan ver zekerd was. De rivaliteit, de expansie-drang, de ideologische „wil tot de macht" deed uit het oog verliezen, dat de landen van elkaar afhankelijk waren, dat tegenover importen, exporten staan, dat heel het wereldproductie apparaat reeds zo verschakeld was, dat „oorlogswinst" feitelijk een fictief begrip is. Want zelfs, als men Amerika en Rusland als de twee belangrijke winstnemers zou be schouwen, rijst de vraag, wat Amerika zon der Europa als afnemer en Rusland zonder Amerikaanse dollars kan beginnen. Vóór de oorlog was er in - Europa een „baisse" aan belangstelling voor het dagelijks voedsel, die tijdens de oorlog in een „hausse" verkeerde en de na-oorlogse en vermoedelijk nog lang voortdurende, economische ontwrichting danst ons nu nog voor de ogen in de vorm van genummerde rantsoenbonnen. De assen der vredesmachinerie worden voorlopig nog niet rijkelijk met oliën of vetten en zeker niet met boter gesmeerd. In bijna alle landen zucht men onder het distributie-apparaat. Toen wij hier in uitgeput Nederland de ze geningen van het „food dropping" gewaar werden, was men in Engeland aan de strijd tegen brood verspilling en de „coupons" nog niet toe. Hoe lang nog? Komt er verbete ring in? Hoe is het met de wereldvoorraden en de tekorten in tal van landen? Tengevol ge van de oorlog is er nog steeds een enorme vraag en het aanbod, naar verhouding, veel te gering, waarbij dan komt, dat de eerste jaren na de oorlog door droogte misoogsten ontstonden en men van een wanverhouding moet spreken tussen de productie der Ame rikaanse staten en het overige deel der we reld. Daar heeft Acheson, de onder-minister van buitenlandse zaken in de Ver Staten, immers onlangs nog op gewezen. In tal van landen van Europa is de voedselpositie nog zo précair, dat Trygve Lie, de secretaris der Ver. Naties, nogmaals een beroep heeft ge daan op alle leden der „V.N." om hulp te verlenen. Men zit niet stil, men confereert, men maakt plannen, omdat uit welbegreoen eigenbelang wordt ingezien, dat .van een „hersteld Europa" niets terecht komt, als in de voedselnood niet spoedig wordt voorzien. Vertegenwoordigers van Engeland, Canada, Noorwegen, Frankrijk, Egypte, Indië, Neder land, zijn thans te Washington bijeen en be reiden 'n conferentie voor van alle ministers van landbouw en voedselvoorziening over de ganse wereld, voor het opstellen van een plan. Men wil trachten te komen tot „rant soeneringsstandaarden, maatregelen treffen voor de verzameling van landbouwproducten en het edele devies luidt: „weg met de zwarte markt" Waar moet het graan van daan komen? Uit Amerika! En de Ameri kaanse mfnister van landbouw kwam met de verrassende mededeling, dat „de wereld" niet van de Ver. Staten kan verwachten, dat deze meer dan 350 millioen bushels (schepel) van de tarwe-oogst van deze zomer zullen exporteren, die in totaal geraamd wordt op 1250 millioen bushels. Verleden jaar heeft Amerika reeds aan de rest van de wereld 550 millioen bushels geleverd. De gedelegeer den in Washington zullen nu Amerika een juist beeld kunnen geven van de graanbe- hoeften, die in de diverse landen bestaan. Om eens twee totaal verschillende landen te noemen: In Vóór-Indië moet in de komende vier maanden rekening worden gehouden met hongersnood op grote schaal, aldus de gedelegeerde Abhyankar. En zelfs Denemar ken, dat vóór de oorlog een der belangrijkste Europese exporteurs van vlees en spek was, moet volgens de minister van voedselvoor ziening, Kristensen, deze producten gaan rantsoeneren Er heerst in Denemarken een tekort aan aardappelen, dat aanleiding gaf tot stakingen en relletjes. Wij zijn er lang zamerhand aan gewend, dat het rapiport van de secretaris-generaal der „Internationale Nood Voedselraad" niet rooskleurig kan zijn. Fitzgerald wijst ook thans weer op een chronisch wereldtekort aan voedingsmidde len en meststoffen. Evenals verleden jaar is er te weinig graan en rijst om de basis rantsoenen te houden op het., winterniveau, dat te laag was voor het handhaven der gezondheid en dus voor een goede arbeids kracht. Alle landen, die graan en rijst im porteren, zullen daar dus de last van onder vinden, vooral in de periode vóór het najaar aanbreekt, omdat eerst de nieuwe oogst moet worden binnengehaald. Heel dit rapport is een tragische lijst van voedseltekorten, vet ten. oliën, vlees, copra en alleen de suiker productie zal zich „vermoedelijk" goed hand haven, al speelt onze vóóroorlogse bloeiende suikerindustrie op Java. daar nog niet veel rol in. Immers vóór de oorlog bedroeg de gemiddelde jaarproductie van Java-suiker anderhalf millioen ton, terwijl die voor 1947 geschat wordt op 75000 ton, dat is dus 5 procent. De „Int. Nood Voedselraad" zal nu een missie naar Java zenden, teneinde te onderzoeken op welke wijze men over deze rietsuiker de beschikking kan krijgen. Dit rapport is zeer leerzaam. Want al kan men de Zuid-Afrikaanse premier. Smuts, toe geven. dat er nieuwe botsing dreigt tussen twee. totaal verschillende ideologieën. de therapie van Marshall, steunverlening aan noodlijdende landen kan die voorkomen. Graan voor Europa en grove rijst voor Oost- Azië kan de politieke „beri-beri", de ziekte, die communisme heet. genezen. daag. dat aan het oude internationale isole ment een einde is gekomen; dat de volkeren een geimeenschappelijke taak hebben in het wereldherstel en dat daartoe desnoods be paalde offers moeten worden gebracht. Im mers slechts langs deze weg zal het mogelijk zijn om een toekomst tegemoet te gaan, waarin de zorgen, welke nu nog zo bergen- hoog zijn, enigszins kunnen worden wegge nomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3