Glibberige baringmassa torent op het dek
Paul Hindemith als mens en als kunstenaar
Schouten en Bruins Slot nemen Poolshoogte
Prof. dr Hugo Visscher
't Verklaarde
uitzicht
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DINSDAG, 2# MEI 1MT
ALS DE NETTEN WORDEN
„GEKLOPT"
(Een speciale N.L.C.-reportage).
II.*)
Op de tweede dag van ons verblijf aan
boord van de haringlogger, is een van de
eerste werkzaamheden het nakijken van de
Schotse blazen." Het zijn de witte, met
lucht gevulde bollen, die de 60 meter, waarin
honderden kilo's haring verwacht worden,
drijvende houden.
Een enkele bleek leeggelopen te zijn. Geen
nood de krachtige longen van een jonge
visser verhelpen dit euvel.
Vandaag heeft de kok zijn werk gedaan,
en staan dampende schaaltjes aardappelen
en kool op tafel.
^Je treft het bijzonder," verzekeren de
ervaren vissers mij, „a-ls er wat wind staat,
vliegen de schalen van hier naaT déar." En
gelijk hadden ze! Als landrot weet je zelfs
wel, dat die veelzeggende gebaTen geen vis
serslatijn zijn.
In alle opzichten is het een pleziertocht
voor de vissers. Toch vertellen zij ook van
hun moeilijkheden. Hun loon is niet slecht,
maar de belasting is hoog en voor hun kleren
en oliegoed moeten zij zeer hoge prijzen be
talen en niemand zal eraan twijfelen, dat
de vissers in het drukst van het seizoen, als
er dag en nacht gewerkt wordt, heel wat
kledij verslijten.
De avond van de tweede dag keek de
schipper eens naar het water en besluit de
netten te schieten." Maar tevens zegt hij
,,Veel zullen we hier niet vangen, het water
heeft niet de goede kleur." Achteraf bleek
maar al te goed^ dat hij volkomen gelijk
had: 13 kantjes 13 ton) konden met de
vangst van deze naoht gevuld worden. Het
gaat er evenwel om, zo spoedig mogelijk
wat haring te verschalken, om de eerste
Hollandse Nieuwe" van dit jaar aan de
markt te kunnen brengen en 'n hoge besom
ming te halen. Gedurende de gehele reis
houdt schipper Korving contact met zijn col
lega's door middel van radio-zendappara
ten. Dan klinkt het: ^Hallo, hallo Adriana,
hier de Johanna Gathariria, de Johanna
Cataharina hoort U mij, Adriana-over."
Reeds was naar Scheveningen-Radio geseind,
dat we een verstekeling aan boord hadden
Uit de berichten, die nu ontvangen worden
blijkt dan, dat de meeste schepen een aan
vang hebben gemaakt met de visserij.
Terwijl het schip achteruit vaart, worden
de netten met de blazen over boord gezet.
De reep, een dik touw, dient voor verzwa-
SUCCES VOOR VAN HEUVEN GOED
HART TE LAKE SUCCESS.
Op een Noors voorstel werd te Lake
Success mr G. J. van Heuven Goedhart
eenstemmig gekozen tot voorzitter van
de subcommmissie der V. N. voor de
persvrijheid. Prof. Henfi Laugier, onder
secretaris-generaal der V.N., verklaarde
dat beperking dier vrijheid de eerste
stap is naar ontkenning van alle vrij
heid.
HUIZENBEURS TE LEEUWARDEN
OPGERICHT
Teneinde de handel in onroerend
goed te stimuleren, heeft de makelaars
vereniging „Leeuwarden" een huizen-
beurs opgericht. Op deze beurs worden
de aan de individuele makelaars ver
strekte opdrachten tot onderhandse aan-
en verkopen uitgevoerd. Naast de beurs
makelaars hebben de opdrachtgevers
vrije toegang tot de beurs.
ring yan de netten, zodat deze als een muur
van honderden meters lang, rechtop in zee
blijven staan, 's Avonds komt de haring naar
boven en gaat trekken. Dan zwemt zij in de
netten, waar alleen de kop door kan en blijft
achter de kieuwen vast zitten. Tijdens deze
werkzaamheden draait de motor niet meer
op volle toeren en is het stampen en trillen
verminderd. Voor een passagier een ver
ademing. Ook de drukte aan boord is een
welkome afwisseling voor mij. Twee dagen
varen, zonder dat er op het kleine terreintje,
waar je op bent, iets bijzonders gebeurt,
maakt je sloom. De bemanning daarentegen
ijsbeert ni&t meer en heeft het shaggies-
roken gestaakt. Ieder heeft dan zijn taak.
Van de jongste tot de oudste. De schipper
staat aan het voorroer (het schip vaart im
mers achteruit)de matrozen binden de
blazen aan de netten en vieren ze; de jong
ste opvarende zit achter de winch windas
op voordek) en laat de reep „schieten."
Dit alles is met zo'n vlakke zee in een
paar uur tijd gebeurd. Maar vraag niet, hoe
er geworsteld moet worden, als zwaar 'weer
de golven over het dek slaan.
Is de netten „geschoten" zijn keert de rust
weer aan boord. Op de brug staan slechts
de twee vissers, die de wacht hebben. Zo
kalm en vredig als het nu op het schip is,
zo bedrijvig wordt het, als de scheepsklok
een uur of 2 aanwijst. Alle hens moeten dan
Voordat men de zgn. „blazen" aan de
netten bevestigt, moeten ze met lacht
worden gevuld. Deze jonge visser de
monstreert, aan boord, dat je daar geen
pomp voor nodig hebt.
lever» van een visser op z'n zwaarst. Uren
aan dek. Ieder draagt weer het zijne bij om achtereen, zonder rust grijpen de sterke
de vangst binnen te halen. Over hun werk
pakken hebben de vissers oliegoed aange
trokken, een zuidwester op soms, lange rub
berlaarzen aan. Was het weer dan zo slecht?
Neen, maar de rondvliegende haringen, die
uit de netten geklopt worden op de manier,
waarop de huisvrouw een nat laken klopt!
de sohubben, dat alles geeft een natte, glib
berige rommel van je welste. Dan is het
handen in de netten en halen, halen maar.
Als dan de haringen op het dek naar lucht
liggen te happen, is het nog lang niet afge
lopen voor deze nacht.
In een volgend artikel vertellen wij, hoe
het kaken en de verdere bewerkingen van
haring tot .Hollandse Nieuwe" gebeuren.
I. in het No. van gisteren.
"KTtïfcT PTTQPT?!?!?" MPT* TPTYT I d>irect aan bij de Duitse Barok en brengt
1VUAIA VjriLOrxxrjIV IVAPil I nieuwe vormen, de muzikale ontwikkelings
gang van Bach via Brahms en Reger tot
GROOT COMPONIST
(Van een onzer verslaggevers).
Paul Hindemith. Deze naam is voor velen
een begrip geworden. Een begrip, dat iden
tiek is met modern. Een voorstelling overi
gens, welke volkomen juist is. Hindemith is
modern, is geheel en al, ondanks zijn 51
jaren, een kind van deze tijd. Hindemith is
echter niet modern in de zin, welke men
graag aan dit woord geeftt n.i. op dissone
ren de wijze experimenteren met harmonieën.
Paul Hindemith is
zich volkomen be
wust van wat hij
schrijft Zijn kunst
ontspringt uit een
primaire muziek-
vreugde. Zijn
koorwerken, or
gelcomposities en
zijn „Symphoni-
sche dansen" voor
orkest zijn alle
voortbrengselen
van een zeer
originele geest en
van een sterke
beheersing van
van het métier
Zijn muziek is
absoluut en als
zodanig een bol
werk geweest te_
gen h<et verwaterende epigonendom der laat
romantiek. De kunst van Hindemith knoopt
PAUL HINDEMITH.
IN BATAVIA SPRAKEN ZIJ
MET MINISTER BEEL
De heren Schouten en Bruins Slot zijn
bezig hun veit>lijf te Batavia intensief te
benutten door het voeren van bespre
kingen met vertegenwoordigers van di
verse groepen. Zo hebben zij geconfe
reerd met dr Van Mook, met de beide
leden der Commissie-Generaal, Schermer
hor n en Van Poll, met de ministers Beel
en Jonkman, die sinds gistermiddag weer
in Batavia terug zijn. Voorts kwamen zij
in contact met de legercommandant,
lt.-gen. Spoor en met vice-admiraal Pinke.
Ook lieten zij zich inlichten door pro
minente civiele en militaire autoriteiten,
door het bestuur der verbonden politieke
partijen, door representanten «van oe-
drijfsleven en zendingskringen, alsmede
door verscheidene Indonesiërs uit de be
vrijde gebieden.
De beide bezoekers hopen morgen naar
Bandoeng te vertrekken, om van daar de
volgende week via Semarang en Soeraba-
ja naar Oost-Indonesië te gaan.
JAPANS OPGELEIDE TROEPEN
VOOR SOEKARNO
Antara meldt, dat een Nederlands
schip 700 heiko's van Halmaheira naar
Padang heeft gebracht, waarna zij naar
hun woningen naar het binnenland zul
len worden gezonden.
(Heiko's zijn leden van een door de
Japanners opgeleide para-militaire or
ganisatie. Zij waren de grootste kwel
duivels in de gevangenkampen en zijn
doordrenkt van de Japanse geest. Een
welkome versterking dus voor Soe-
karno. Red.)
een nieuw hoogtepunt. Zeker, er zijn ook
zwakke plekken in zijn werk aan te wijzen,
maar uit alles blijkt toch de ernstige wil
om de muziek echt muziek te laten en niet
te verduisteren met allerlei al te persoon
lijke gevoelens of sentimenten. Bij Hinde
mith staat de kunst voorop en slechts op de
achtergrond bevindt zich de mens. Zo is hij
ook in de omgang. Toen ik gisteren in Den
Haag een kort gesprek met hem had, bleek
me wederom duidelijk, hoe deze grote figuu-r
onder de huidige componisten, destijds door
het nazi-regime uit zijn land gezet, zich zelf
onbelangrijk acht bij de voortbrengselen van
zijn geest. Zijn klein, nogal gezet figuur en
zijn bol gelaat geven bij eerste ontmoeting
niet de indruk van een bepaalde intelli
gentie, maaT begint hij eenmaal te spreken
over muziek, dan laat de aanblik van zijn
kleine, felle ogen geen moment twijfel,
dat hier een man van gezag spreekt, een
man, die niet de oonventionele leergang voor
musicus heeft doorgemaakt, daarvoor was
zijn drang naar muziek te sterk, maar via
bioscoop, operette, Jazzband, orkest en kwar
tet, tot een zeldzame hoogte is gestegen en
zich met alle instrumenten vertrouwd heeft
weten te maken. „Ik werk niet op inspiratie,
maar op bestelling. De inspiratie komt
tijdens het werk." Dat is Hindemith, de
handwerksman, die alleen door de muziek
zelf geïnspireerd kan worden en niet door
allerlei buiten-muzikale ideeën. Tijdens de
oorlog verbleef Hindemith in Amerika, waar
hij componeerde, les gaf en dirigeerde. Met
veel waardering sprak hij over de Amerika
nen, ook op cultureel gebied. Na zijn verblijf
in Nederland gaat hij naar Duitsland om zijn
moeder, die als niet-arische in de oorlog in
haar land was ondergedoken, op te zoeken,
waarna hij zich voor goed zal vestigen in
Amerika. Hij heeft nog talrijke plannen voor
nieuwe composities, oa. een Mis voor man
nenkoor en orkest en met spanning zie ik uit
naar de nieuwe producten van deze grote
en toch zo eenvoudige componist. Vóór de
ontmoeting had de Kon. Mannenzangver.
,,Die Haghe Sangers," waarvan Hindemith
ere-lid is, enige liederen van hem en van
Jaap Vranken gezongen, terwijl de voorzitter
W. K. PouJus aan Hindemith een speciaal
vervaardigd bord van Delfts blauw over
handigde.
Communistische infiltratie in de
republiek
Mej. Olga Tsjetsjotkna, de Russische
afgevaardigde van de wereldfederatie
van de „Democratische" jeugd is, verge
zeld van een Franse en Zuid-Slavische
afgevaardigde op doorreis naar Djokja, in
Batavia aangekomen.
De man met de geuzenkop, zoals hij ge
noemd werd en zoals hij zich ook wel
gaarne noemen liet is, 82 jaar oud!, heen
gegaan. Zijn figuur is de laatste jaren niet
onbesproken gebleven. Hij was vervreemd
van hen, onder wie hij steeds een vooraan
staande plaats had ingenomen, en was een
eenzame geworden. Thans echter zal zijn
naam nog eenmaal genoemd worden, in een
naschrift op dit leven.
Prof. Visscher was van ons vervreemd door
het standpunt, dat hij tijdens de bezetting
had ingenomen. Wij zijn geneigd tot de
veronderstelling, dat prof. Visscher zeer bij
zonder om negatieve redenen, wil men: uit
reactie, tot zijn betreurde opvattingen ge-
konven is. Het was toch geen geheim, dat
prof. Visscher allengs grote bezwaren had
gekregen tegen de wijze, waarop de mo
derne democratie zich had ontwikkeld. Dat
was voor hem geen les, die hij eerst in het
jaar 1940 leerde, maar een opvatting, welke
sinds tal van jaren b.ij hem had post gevat.
Zo schreef hij in het voorjaar van 1939,
in het voorwoord van zijn omvangrijk boek
over: „De staatkundige beginselen der Ne
derlandsche geloofsbelijdenis": „Ook dit re-
volutionnaire stelsel, waaronder wij leven,
verkeert reeds in ontbinding." Het was zijn
overtuiging, dat de democratie zichzelf had
overleefd.
In deze geestesgesteldheid trof hem de
vijandelijke bezetting, en toen heeft hij de
fout gemaakt. Toen heeft hij, wij herhalen
het: uit reactie, gekozen voor ,,de nieuwe
tijd." Hij heeft niet langer getracht, de demo
cratie tegen haar uitwassen te behoeden, hij
heeft niet langer gestreefd naar gezondma
king van het staatsbestel, maar hij is ver
vallen in het andere uiterste en is terecht
gekomen bij de dictatuur.
Hij meende dit te mogen, te moeten doen
als christen. In Mei 1941 besloot hij een ar
tikel in ,,De Waag" met deze woorden: „Dus
is er geen enkele grond, dat ik als christen
ndet zou aanvaarden de autoritaire staats
vorm, die de geschiedenis ons brengt na de
catastrophe van 10 Mei".
Deze conclusie was eigenlijk geen conclu
sie. Het kon ook moeilijk anders. Het artikel
was wel bijzonder weinig overtuigend en ge
doogde niet de hier geciteerde uitspraak,
hoezeer deze ook weer in negatieve be woo r-
dingen was geformuleerd. Men krijgt uit het 1
artikel de stellige indruk, dat prof. Visscher
zich vastpraatte in zijn nieuwe overtuiging.
Uit het bevel van God aan Mozes om Israël
te leid en" meende hij b.v. van zijn kant te
mogen afleiden, dat de autoritaire staat en
het leiderschap bij uitstek schriftuurlijk
zouden zijn
Er is voor ons, ook na het heengaan van
prof. Visscher, geen reden dit alles te ver
doezelen. Maar er is evenmin aanleiding om
voorbij te zien de grote betekenis, welke hij
heeft gehad op onderscheiden gebied, als
hóogleeraar te Utrecht (benoemd door mi
nister Kuyper), als kamerlid, als auteuT (ook
ons blad heeft in vroeger jaren verscheidene
artikelen van zijn hand opgenomen).
Hij heeft in ons kerkelijke en politieke le
ven een eigen plaats ingenomen. Hij wilde in
dit alles zijn, naar zijn eigen woorden, „ieders
dienaar, maar itiemands slaaf", maar toch
werd hij ook weer gedragen door de ge
dachte, door hem als stelling opgenomen
achter het proefschrift, waarmede hij de
doctorstitel verwierf: „De verschillende ge
reformeerde gToepen in ons vaderland moe
ten, krachtens het gemeenschappelijk be
ginsel, ieder op haar wijze streven naar her
eniging op een kerkelijk erf".
±Jrot. Visscher is vereenzaamd gestorven.
De man met de geuzenkop ging heen. De
herinnering blijft aan een mens met bijzon
dere gaven, doch wie niets menselijks vreemd
was.
De reis van Lord
Mountbatten: Hindoe's
en Moslems.
Lord Mountbatten, de onderkoning van.
Voor-Indië, vloog in gezelschap van zijn
echtgenote en een staf van adviseurs naar
Londen, alwaar hij nu met de Britse rege
ring zal confereren over een bepaald voor
stel, een plan, hoe de machtsoverdracht aan
de leideTS der verschillende Indische rege
ringen kan geschieden. Volgens de „Times"
zal Lord Mountbatten op 2 Juni weer terug
zijn te Delhi, waar hij Pandit Nehru, mr
M. A. Jinnah, Liaquat Ali Khan, Sardar
Baldev Suigh en andere partijleiders het
reeds genoemde plan zal voorleggen, dat dan
de goedkeuring moet hebben verworven van
de regering te Londen. Ondanks de felle
oppositie te£en bet besluit der Labour-rege-
ring, om zich uit de Indische zaken zoveel
mogelijk terug te trekken, worJ haast
mee gemaakt. Mountbatten is no, maar sinds
kort onderkoning en heeft zich vlug dienen
te oriënteren. De correspondent van de
„Times" wijst er op, dat Mountbatten dé
moeilijkheden betreffende de politieke
situatie in Brits-Indië onmiddellijk doorzag,
dat hij met tal van politici, Hindoe's en
Moslems confereerde, zodat het plan wel
goed gefundeerd zal zijn en de gelegenheid
biedt uit de impasse te geraken, waarin
men sinds lang verkeerde. Het ziet er in
derdaad naar uit, dat er voor de Britse rege
ring redenen zijn, om het besluit van 20
Februari j 1., inhoudende, dat vóór Juni
1948 de macht moet zijn overgedragen, zo
vlug mogelijk moet worden uitgevoerd. De
moeilijkheden, die nog kort geleden op de
spits gedreven, culmineerden in het Hin
doestan der Hindoes en het Pakistan der
Moslems en nu vooral neerkomen op het
bepalen der gTenzen van de Mohammedaanse
staat, zijn volgens het Engelse blad geens
zins verdwenen en men moet het ..plan"
niet beschouwen als iets, dat bij wijze van
scheidsrechterlijke uitspraak, wordt opge
drongen, integendeel het tracht aan de wen
sen der verschillende partijen zoveel mo
gelijk tegemoet te komen. Ongelukkigerwijze,
zijn er nog geen aanwijzingen, dat de verte
genwoordigers van Congres en Moslem Liga
bereid zijn hun geschillen te laten rusten,
waardoor het pad naar de onafhankelijkheid
van Brits-Indië nog zeer onbegaanbaar is.
Als het plan verworpen wordt, door een der
partijen, kan men de illusie, de integriteit
van Indië te behouden, in rook zien ver
vliegen en wordt de taak der Britse rege
ring, als ook het laatste redmiddel niet ge
holpen heeft, wel uiterst onaangenaam Het
uit elkaar vallende Imperium moet dan op
nieuw alternatieve methoden gaan uitden
ken, volgens welke de respectieve gebieds
delen zelf maar moeten uitmaken of zij in
een Indische Unie verenigd wensen te blijven
of in welk ander politiek verband, welke
structuur óók hetgeen aan vaagheid, na de
zeer ingewikkelde prooedure-kwesties, niets
te wensen overlaat. Wat men uit Delhi of
Lahore verneemt, is zeker niet zó optimis
tisch van toon, dat er uit te concluderen
zou vallen, dat de Hindoe's vrijwillig berus
ten in de wording van een afzonderlijke
staat Pakistan. Toen Jinnah en Gandhi te
Delhi, voor het eerst sinds September 1944,
met elkaar confereerden, kwam men ondanks
wederzijdse .goodwill" toch niet tot een
accoord inzake de verdeling van Indië in.
een Hindoestan en Pakistan. Het grondver-
schil tussen de politiek-filosofische stand
punten is ook maar niet, één, twee. drie weg
te werken, ook al zou een compromis, in de
vorm van het plan van Lord Mountbatten>,
door de Indische leiders worden geaccep
teerd. Al heeft zich dan nog geen burger
oorlog ontketend, na het besluit van de Britse
regering om de macht uit handen te geven,
toch doen zich nog telkens ernstige ongere
geldheden voor, o.a. te Amritsar, waar het
de gewoonste zaak ter wereld is, als een
dozijn Moslems of Hindoes elkaar dood ste
ken. Zoals we reeds vroeger hebben uiteen
gezet. zal de toekomstige staat Pakistan,
al is het nog niet zó ver verschillende
rassen als minderheden bevatten en het
zijn juist die minderheden, die telkens weer
in actie komen. Dit verschijnsel doet zich
gelden in de Pendzjaab, waar behalve Mos
lems, die ongeveer de helft der bevolking
uitmaken, nog drie en een half millioen Sikhs
en zeven en een half millioen Hindoe's
wonen, die met Oosterse berusting en wijs
gerigheid elkaar zo nu en dan een kopje
kleiner maken. Eveneens bevindt zich in het
andere gedeelte van het „Pakistan-in-wor-
ding" een sterke niet-Mohammedaanse min
derheid, het is dat deel, hetwelk Bengalen
heet en waar de mogendheden, als een be
lofte voor de toekomst, een aanwijzing zijn
tot een verdeling van Bengalen over te gaan,
zodat botsingen tussen bevolkingsgroepen
van verschillende religie niet zo gemakkelijk
meer kunnen voorkomen. Maar zo eenvou
dig is dit alles natuurlijk niet, omdat be
halve de politiek-religie use, ook andere fac
toren, vooral de economische, een grote rol
spelen. De uitspraak van Pandit Nehru:
„De Moslem-liga kan de staat Pakistan krij
gen, als zij dat wenst," betekent geenszins,
dat het in de Pendzjaab of Bengalen zo ge
makkelijk païs en vrêe zal zijn.
HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN
DR H. COLIJN.
De Nat. Rott. Courant bracht gisteren
het bericht, dat het stoffelijk overschot
van dr H. Colijn dezer dagen onder lei
ding van het Ned. Rode Kruis te Berlijn
in Ilmenau zou worden opgegraven en in
de loop van de volgende week naar Ne
derland worden vervoerd.
Na informatie bij de familie bleek ons,
dat de autoriteiten hierover niets wisten
en zelfs het bericht als „volkomen uit de
lucht gegrepen" kwalificeerden.
NITTI HOUDT OPRDACHT IN
BERAAD
Nitti, de Italiaanse kabinets-formateur,
heeft te kennen gegeven, dat hij het
verzoek, het premierschap te aanvaar
den, in beraad houdt. Vanmiddag zullen
de besprekingen plaats hebben met ver
tegenwoordigers van vier kleine linkae
partijen.