Het beestachtige optreden van de Japanners Het 4e R.I. eert de helden van de Meidagen NIEUWE LEIDSCHE COURANT MAANDAG, 12 MEI 1917 Stadsnieuws Het drama v. d. ondergang: van de „Langkoeas" in de Javazee in '42 ONZE STADGENOOT J. DE MUL VERTELT In 1942 kreeg de vrouw van de thans in onze stad woonachtige familie J. de Mul bericht, dat haar man, die zeeman was, als „vermist" kon worden beschouwd. Mevrouw Mul kon deze verschrikkelijke tijding niet geloven, doch toen zij in de loop van dat jaar geen nadere inlichtin gen omtrent de positie van haar man ont ving. vreesde zij, dat hij niet meer in het huisgezin zou weerkeren. Wie kan zich de grote blijdschap van de familie voorstellen, toen het volgend jaar de mededeling kwam het gezin woonde toen nog in Terneuzen (Zeeland) dat de vader in een Japans krijgsge vangenkamp vertoefde? Nadat de heer De Mul vele ontberingen doorstaan had, kwam hij op Oudejaars avond 1945 thuis. Onvergetelijk! In het „Bataviaasch Nieuwsblad" van 10 Januari 1942 kwam onder de kop „Ne- derlandsch schip getorpedeerd' het vol gende bericht voor: „Het departement van Marine deelt offi cieel mede, dat in de Indische wateren een Nederlands koopvaardijschip door een vijandelijke onderzeeboot tot zinken is gebracht. Tot op heden is slechts een drie tal leden van de bemanning, welke be stond uit 135 koppen, behouden aan wal gekomen. Voor het lot der overige opva renden wordt gevreesd; zulks in verband met het beestachtige optreden van de be manning der Japanse onderzeeboot. Na het schip met een torpedo te hebben ge troffen, beschoot de vijand de te water gelaten reddingssloepen en de in de zee iwemmende drenkelingen met kanon- en jnitrailleurvuur. Klaarblijkelijk hoopte de vijand, dat niemand de ramp zou over leven. Uit het mensonterend optreden van de Japanse onderzeebootbemanning blijkt wel duidelijk, dat ook op het gebied van de onderzeebootoorlog Japan geheel en al de Duitse methoden volgt". De heer J. de Mul behoorde nl. ook tot de bemanning van het door de Japanners getorpedeerde schip „Langkoeas', Toen ae drie bovenbedoelde opvarenden, onder welke zich dus ook de heer De Mul be vond, hun leven in een sloep trachtten te redden, werd dit vaartuig opzettelijk door de vijandelijke onderzeeboot geramd en in stukken gevaren. Toen de weerloze mannen zich daarna aan het Japanse schip vastklampten, werden zij weer in zee te ruggedreven, waarop de onderzeeboot in het duister verdween. In de veelal onbeschrijflijke belevenis sen en in het feit, dat de heer De Mul zeer binnenkort door H. M. de Koningin zal worden geridderd, vonden wij aanleiding om eens met deze stoere zeeman te gaan praten. Onze zegsman, die thans op een der Leidse textielfabrieken werkzaam is. be gon met te vertellen, dat hij in 1926. bij de K(oninklijke) N(ederlandse) S(toom- vaart) M(aatschappij) in dienst trad, la ter bij de Holland-Amerika-Lijn en de Rotterdamse Lloyd. In opdracht van laatstgenoemde instantie voer ik in 1942 op het s.s. „Langkoeas', een voormalige Duitse boot van de Hamburg-Amerikalijn Op 20 Mei 1941 werd het schip voor het eerst in de vaart opgenomen voor een reis naar de Middellandse Zee. Het vertrek van Tandjong-Priok, waar de boot de no dige reparaties moest ondergaan, was vastgesteld op Nieuwjaarsdag 1942, met bestemming Soerabaja. In de nacht van 2 op 3 Januari vond het drama van de on dergang van de „Langkoeas' plaats. Noch mijn belevenissen, noch de Japanse bar baarsheid en vernietigingsstrategie zijn in details onder woorden te brengen. Hoe verheugden zij zich er over, dat het wrak in de golven ten onder ging! Na achttien uur aan een stuk in het water te hebben gelegen en daarna zes dagen zonder voed sel en water in een lekke werkboot te hebben rondgezwalkt, kwam ik op het strand van het eiland Bawean aan, waar ik door een inheemse visser werd gevon den. De gehele dag worstelde ik tegen het bbnce water om niet in de diepte te ver dwijnen. Toen het begon te schemeren, zag ik plotseling een kapot geschoten vlot naast me drijven. Ik kon me er nog wel aan vasthouden, dooh m'n krachten waren dusdanig uitgeput, dat ik me er de eerste uren niet aan kon optrekken. Na enige tijd lukte het me toch. Op het vlot kon ik tenminste weer ademhalen enuitrus ten, alhoewel ik verschrikkelijk heen en weer geslingerd werd. Hoe lang ik op dat afgebrokkelde stuk hout gezeten en ge legen heb, kan ik niet zeggen. De maan gaf die nacht voldoende schijnsel om ists te kunnen ontwaren. Toen ik de zee af- tuurde, zag ik tot m'n grote schrik en ver bazing iemand drijven. Het was een Chi nees, matroos van de„Langkoeas". Hij was niet meer bij zijn bewustzijn. Met grote moeite wist ik hem op het vlot te trekken. Niet lang daarna visten we ook nog een inheemse bediende op. De toe stand veranderde die nacht niet. Drie mannen, van hun schip getorpedeerd, uit de sloepen gebeukt en weer in het water getrapt, nu op een vlot, koud en nat, dob berend op de baren. De volgende morgen zagen we niet ver van ons een oude werkboot drijven. Ik spoorde de Chinees aan er samen naar toe te zwemmen, maar hij lag lusteloos en onverschillig naar me te staren, zonder iets te zeggen. Toen ben ik alleen het water weer ingegaan om te controleren, of de boot soms een betere verblijfplaats voor ons was dan het vlot. Dit was inderdaad het geval, ondanks het feit, dat het schip lek was. Met inspan ning van al m'n krachten zeilde ik naar het vlot en wist m'n twee lotgenoten in de boot te krijgen. We kregen dorst. Amechtig lagen we soms in het vaartuig en de tropenzon brandde zo op ons pijn lijk lichaam, dat het was om er onder te bezwijken. Langzamerhand merkte ik, dat we versuft geraakten; m'n makkers spra ken niet meer. Totdat wij land in zicht kregen. Wat er toen precies verder is ge beurd, dat heb ik nooit iemand kunnen vertellen, omdat ik meer dood dan levend was, toen we vaste grond onder de voe ten kregen. Nu het achter de rug is, kan ik gerust zeggen, dat de ramp van de .Langkoeas' een van de grote drama's is geweest, die zich op de zeeën hebben af gespeeld. Later hoorde ik vertellen, dat we, na dat we gevonden waren, spoedig naar het Darmo-ziekenhuis werden gebracht. Ik ben enige weken in het hospitaal geweest en werd daarna naar Batavia geroepen om versLag uit te brengen van m'n erva ringen. Van Juni 1942 tot October 1945 ben ik krijgsgevangene van de Japan ners in Batavia geweest. Omdat ik wei gerde voor de bezetters te werken, heb ik nog een jaar in een cel gezeten. De toe standen in de kampen, zelfs in de hospi talen, waren ondraaglijk. Niet lang na de bevrijding werd ik, op aandrang van de marineautoriteiten, per vliegtuig naar Londen gebracht en vandaar per boot naar Rotterdam. Van de minister van Verkeer en Water staat heeft de heer De Mul een dezer da gen bericht ontvangen, dat H. M. de Ko ningin er prijs op stelt déze moedige zee held op een nader te bepalen datum een decoratie uit te reiken. Het s.s. „Langkoeas" ALG. NED. BOND VAN GEPENSION- NEERDEN, AFD. LEIDEN. De afdeling Leiden van de Bond hield Vrijdag j.l. een ledenvergadering, welke werd bijgewoond door de heer G. Wolters, lid van het hoofdbestuur. De voorzitter, de heer W. van der Laan, wijdde een woord van waardering aan het overleden bestuurslid, de heer J. M. Ma- zurel. Uit het door de secretaris uitgebrachte jaarverslag bleek, dat de afdeling op 31 December j.l. 538 leden telde. De reke ning van de penningmeester over 1946 werd goedgekeurd. De aftredende be stuursleden, de he eren T. Ouwerkerk en J. G. Teney, werden herbenoemd; in de vacature, ontstaan door het overlijden van de heer J. M. Mazurel, werd voorzien door de benoeming van de heer J. H. Adriani. Als lid van de Bondsraad werd aangewezen de heer W. van der Laan, als zijn plaatsvervanger de heer J. G. Teney. De behandeling van de agenda op 5 en 6 Juli a.s. te houden vergadering van de Bondsraad gaf geer. aanleiding tot opmer kingen. Onder de leden bleek een ernstige ont stemming te bestaan over het feit, dat op de toeslag op de pensioenen over 1946 een hoger bedrag ter zake van loonbelasting is inehouden dan op die over 1945. Werd de van de toeslag over 1945 verschuldigde belasting naar het gewone tarief bere kend, de toeslag over 1946 is als een bij zondere beloning beschouwd, waarop vol gens het Besluit op de loonbelasting een naar de omstandigheden van de pen sioen genietende wisselende aftrek van 22 tot 2.2 pet is toegepast. De vergade ring nam tenslotte een motie aan, waarin teleurstelling over dat feit wordt uitge sproken; deze zal ter kennis van het hoofdbestuur worden gebracht, opdat dit ter zake kan handelen gelijk het meent te behoren. Tijdens de bijeenkomst vestigde de voorzitter er de aandacht op, dat zij, die de toeslag over 1946 nog niet hebben ge noten, deze tegelijk met hun pensioen over het 2e kwartaal 1947 ten postkantore kunnen in ontvangst nemen. Propaganda-bijeenkomst Prins Bernhard Stichting Op Vrjjdag 23 Mei in de Gehoorzaal. Wij herinneren onze lezers aan de op Vrijdag 25 Mei a.s. in de Stadsgehoor zaal te houden propaganda-bijeenkomst ten bate van de Prins Bernhard-Stichting. Het concert, dat op dezen avond zal wor den geboden door Dolf van der Linden met zijn befaamd Metropole-Orkest en door het niet minder populaire Kwartet onder leiding van Jan Corduwener, zal een bezoek zeker overwaard maken. Een beperkt aantal toegangsbewijzen is nog beschikbaar. Deze zijn verkrijg baar aan de volgende adressen: S. Erke- lens, Da Costastraat 47; P. F. Eikerbout, Stadhouderslaan 14; P. D. Beversluis, Lo- rentzkade 25, W. A. C. van Kerkhof. Narmstraat la. C. H. Nolet, Botermarkt 9 en S. van Maanen. Tiidschrift-centrale. Levendaal 25. SPREEKUUR WETHOUDER. De wethouder van Sociale Zaken, de heer S. Menkep, is verhinderd Woensdag 14 Mei spreekuur te houden. Bureau Oogstvoorziening doet beroep op studenten Wegens tekort aan krachten in de landbouw Tijdens de maanden Juli en Augustus is er in de landbouw een groot gebrek aan arbeidskrachten. Naar de Nieuwe Leid sche Cou rant verneemt, heeft het Bureau Oogst voorziening in verband hiermede een dringend beroep gedaan op de studen ten in de verschillende universiteits steden. Zij, die hulp willen verlenen, moeten zich verbinden voor een maand. Verder is de keuze van tijd en streek van te werkstelling vrij. Er zal vijftig uur per week worden gewerkt, terwijl het mini mum loon ongeveer f 35 per week zal bedragen, waarvan per dag f 1 afgetrok ken zal worden voor voeding en huis vesting. Het vervoer naar de verschil lende plaatsen geschiedt gratis. Het Bu reau Oogstvoorziening stelde zich voor de studenten in groepjes te plaatsen. Daarom geve men de provincie zijner voorkeur op (alle kleistreken komen in aanmerking). Men kan zich laten in schrijven in het Studentenhuis op het Rapenburg. De heer W. Strijbis sprak over de werkzaamheden van 't C.N.V. Op de kadervergadering te Leiden. In het gebouw Rehoboth werd Zater dagmiddag onder leiding van de heer G. Hordijk, voorzitter van de Leidse Chr. Besturenbond, een kadervergadering ge houden van het Chr. Nationaal Vakver bond, waarin de heer W. Strijbis Pzn.t hoofdbestuurslid van het C.N.V., een uit eenzetting heeft gegeven van de werk zaamheden van dit Verbond. Voor deze vergadering bestond grote belangstel ling. Uit verschillende plaatsen uit de omgeving waren de afdelingsbestuurders naar Leiden gekomen om zich te bezin nen op de taak, waarvoor zich de chris telijke vakbeweging in deze tijd gesteld ziet. In het begin van zijn rede wees de heer Strijbis er-op, dat het C.N.V. een verblijdende groei heeft doorgemaakt. Het ledental steeg tot 119083 op 1 Januari 1947; het aantal besturenbonden ver meerderde tot 246 terwijl reeds 90 studie clubs werden opgericht. De samenwer? king met de beide andere richtingen al waren er soms enkele moeilijkheden had een goed verloop. Het N.V.V. blijft echter de principiële tegenstander. De Stichting van de Arbeid functionneert goed ook al is er soms verschil van in zicht; de Stichting van de Landbouw heeft voor het landbouwbedrijf goed werk gedaan. Met de regering was of is een zake lijke discussie gaande over: loon- en prijspolitiek; extra steun voor de arbei ders in de vorstverletregeling; verbete ring der overbruggingsuitkering en het contact met het College van Rijksbemid delaars. Verder deelde de heer Strijbis mede, dat aan de totstandkoming van een wettelijke werkloosheidsverzekering me dewerking wordt verleend. Het Verbond verlangt voorts ook wettelijke maatrege len voor invaliden, weduwen en wezen en hen die hoewel zij werknemer zijn buiten de wet staan. Twee commis sies, waarin zowel ambtenaren van de departementen als leden van de samen werkende organisaties (Stichting van de Arbeid en de Landbouw) zitting hebben, bereiden wetsontwerpen op de bedrijfs organisatie en de ondernemingsraden voor. Tenslotte zotte de heer Strijbis uiteen, dat een principiële sehoJirg in de strijd tegen communisten, socialisten en kapi talisten, een eerste vereiste blijft. De strijd gaat niet voor een socialistische en daarom tegen een kapitalistische maat schappij, maar voor een maatschappij, waarin christelijke beginselen van recht en gerechtigheid zullen heersen. Het C. N.V. kiest noch voor een socialistische, noch voor een kapitalistische maatschap pij, maar het streeft naar de heerschappij van Christus op het sociaal-economisch terrein. Een zeer uitvoerige discussie, welke de heer Strijbis gelegenheid gaf op enkele punten nog dieper in te gaan, volgde op deze inleiding. Met ingang van heden is de zwemin richting „De Zijl" weer voor het puibliek opengesteld. BUURTVERENIGING „DE WATER GEUS" De buurtvereniging „De Watergeus" hield Zaterdag ter gelegenheid van haar éénjarig bestaan, een feestavond voor haar leden in „De Harmonie". De voorzitter, de heer Griffioen, opende deze avond met een hartelijk welkom, in het bijzonder aan de heer Verhulst, voor zitter der Federatie van Buurtverenigin gen. De toneelclub „De Watergeus" voer. de o.l.v. de heer Griffioen een vijftal to neelstukjes op, die zeer in de smaak vie len van de leden. Mevr. Marks bracht vóór en na de pauze enige liederen ten gehore met medewerking van de heer Eikerbout (piano) terwijl ook de goochel- trucks van de heer Eikerbout er goed in gingen. Aan het einde van de avond zette de voorzitter de dames in de bloemetjes. offer voor ons brachten. In het programma van die kruisbrigade staan de volgende vier punten opgetekend: eerlijkheid, matigheid, reinheid en gehoorzaamheid. Wanneer wij In de grote zaal van de Stadsgehoorzaal deze deugden proberen na te leven, zullen Eenvoudige plechtigheid in de Stadsgehoorzaal werd Zaterdagmorgen door de manschappen van het vierde regiment-infanterie, dat in de Meidagen van 1940 in Valkenburg en omgeving heeft gevochten, een eenvoudige dodenherdenking gehouden. De zaal werd beheerst door een groot geel kruis, geflankeerd door kransen en vlaggen, die half-stok hingen. De plechtig heid werd omlijst met treurmuziek. Als eerste spreker voerde ds P. v. d. Staay, veldprediker, het woord. Hoe zijn de helden gevallen? Dat is de kreet, die David slaakte bij de dood van Saul en Jonathan. Zo is ook in de geschie denis van ons land en volk de tiende Mei bewaard. Onze jongens gingen, met moed en dapperheid bezield. Ondanks het feit, dat verraad en sluipmoord de kenmerken van die dagen waren, deden zij hun plicht. Waarvoor zijn de helden gevallen? Zij stonden in hun eenvoud en oprechtheid voor één zaak: opdat wij en onze kinderen de vrijheid weer zouden hebben. Pater J. de Boer wees er op, dat onze kinderen mede opgevoed moeten worden in de herinnering aan wat ons volk te lijden heeft gehad in de bezettingstijd. Heeft de tiende Mei ons iets geleerd en zal deze beruchte dag iets blijven leren? Het kruis, dat wij hier zien, en de ontelbare witte kruisjes op de graven onzer helden zullen ons het antwoord op deze vragen geven. De kruisen zullen tot ons blijven spreken. Laten wij als antwoord een kruis brigade vormen, waarin dezelfde strijdmak- kersgeest gevonden wordt als bij de jongens, die in de Mei-dagen hun grootste wij kunnen beginnen met de opbouw van datgene, waar -de gesneuvelden onze aan dacht op gevestigd hebben. Nadat een minuut stilte in acht genomen was, werden twee coupletten van het volks lied gespeeld. 's Middags werden door de aanwezigen kransen gelegd op de soudatengraven te Valkenburg en te Katwijk. „SEMPRE AVANTÏ" HERDACHT „DE TIENDE MEI" Het Christelijk Mandoline- en Toneel gezelschap „Sempre Avanti" heeft Za terdagavond in de Leidse Schouwburg op sobere wijze de tiende Mei 1940 her dacht met de opvoering van het toneel werk „De stormbal hangt uit". Dit treffende spel van nood en leed uil de bezettingsjaren paste geheel in het kader van deze avond, die door zijn een voud en bescheidenheid nog lang een le vendige herinnering bij ons zal achter laten. Weer even kregen wij te zien, wat er door ons volk in al zijn geledingen geleden is en ook konden wij weer wer kelijk dankbaar zijn voor de herkregen vrijheid, die door ons zo vaak wordt misbruikt. De spelers vertolkten hun rollen op goede wijze. Het publiek gaf een gul applaus. De entr'acte muziek werd ver zorgd door het mandolinegezelschap on der leiding van de heer J. Kukler.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 4