De levenden waren in gedachten bij de doden
't Verklaarde
n uitzicht
Ned.-Ind. Regering waarschuwt de republiek
Dr ReelMet z'n allen de schouders er onder
Schouten naar Tmlië
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DINSDAG, 6 MEI 1M1
HERDENKING IN RIDDER
ZAAL EN WAALSD.-VLAKTE
Herdenken en vieren zijn de twee elemen
ten, die de Nationale feestdag beheersen.
Het één is zonder het ander niet denkbaar.
Dat onderscheidt deze dag van alle andere
nationale feestdagen, die we hebben. De
vreugd is immer gemengd met het leed.
De Zaterdag had reeds zijn zeer bijzonder
stempel als herdenkingsdag. Het halfstok
uithangen der vlaggen, het rouwgebrom van
derzaal te Den Haag 's middags, op de Waals-
dorpervlakte in de groeiende avond.
In de Ridderzaal waren behalve Prinses
Juliana en Prins Bemhard en een vertegen
woordiging van H.M. de Koningin, ministers,
ambassadeurs en gezanten der geallieerde
mogendheden en een groot aantal vroegere
verzetslieden aanwezig.
Het openingswoord van prof. dr R. Kra
nenburg, voorzitter van de Eerste Kamer
zette deze herdenking in het juiste licht, n.l.
tegen de achtergrond van de vele offers
voor de vrijheid gebracht.
Allen verhieven zich toen de spreker de
gevallenen herdacht. De vertegenwoordigers
van de geallieerde volkeren dankte hij voor
de offers, die hun landen zich terwille van
de vrijheid van Nederland getroostten.
Het zingen van het Wilhelmus door alle
aanwezigen sloot dit deel van de plechtigheid.
De gedachte van de verschillende ambas
sades en gezantschappen een cultureele bij
drage te schenken bij de herdenking van de
vele dooden was uiterst sympathiek. Maar zij
had dit bezwaar, dat de aandacht meer op
dat cultureele, dan op het herdenken viel.
Het Haags Strijkkwartet speelde het adagio
uit het strijkkwartet in d van César Franck.
Albert van Dalsum declameerde de slotscène
van „Vrij volk" van A Defresne, waarop le
Engelse tenor Richard Lewis, aan de vleu
gel begeleid door Thea Diepenbroek, zong.
Franse verzetspoëzie hoorden we van het
Franse echtpaar Barrault-Renauld.
Na de pauze speelde de pianist Stefan
Askenase twee composities van Serge Pro-
koffief en de bekende treurmars van Fréderic
Chopin. Maarten Kapteyn besloot de middag
met declamatie van ,,De achttien dooden"
van Jan Campert.
Herdenking op Waalsdorp.
Zaterdagavond om acht uur hield heel
Nederland twee minuten stilte. Twee
minuten, waarin het z'n doden herdacht, ge
vallen in de oorlog tegen Duitsland en Ja
pan, gesneuveld in de ondergrondse strijd
omgekomen in de kampen van Vught en
Amersfoort, Duitsland, Java en Azië.
Op de stations viel een plotselinge rust m
het bruisende leven daar en over de grote
Waalsdorpervlakte, waarheen vele duizenden
onderweg waren voor de .stille tocht" ver
klonk het langgerekt hoornsignaal, dat het
moment van het gedenken aankondigde.
Fel brandde het vuur der vier fakkels
rond de kruisen, waarnaast de vlag halfstok
hing. Een hyacinten tapijt in de kleuren van
de Nederlandse vlag bloeide ervoor, jonge
matrozen-schrijvers uit de Alexander kazerne
en toekomstige verbindingsofficieren van de
school in Den Haag vormden, met leden van
de vroegere K.P.'s Voorburg en Benoorden
hout en een groep van de Landelijke Orga
nisatie Laakkwartier de eerewacht.
Roerloos gedachten de duizenden bloemen-
dragende wandelaars naar de ex^cutieplaats
in de duinen, hier de gevallenen. In de voor
ste rijen, die juist om acht uur voor de ge
denkplaats aankwamen, gingen aan de kop
van de zeshonderd nabestaanden, de ver
tegenwoordiger van H.M. de Koningin en ir
Feber als burgervader.
Toen het Wilhelmus, gespeeld door de K.
MJC., die ook later treurmuziek speelde,
verklonken was, stroomden in brede rijen de
duizenden voorbij en him bloemenhulde
groeide uit tot een kleurrijk veld.
Natuurlijk werd Zaterdag j.l. ook op de
Grebbeberg een herdenkingsplechtig
heid gehouden, waarbij twintig geval
len strijders posthuum werden onder
scheiden. De ouders van Jan van Hooft
Uit Nijmegen ontvingen van Gen. Win
kelman de MIL Willemsorde 4e klasse
de kerkklokken in de vooravond, de stilte,
die neerzeeg om acht uur over stad en land,
zij waren even zovele kenmerken van bet
ernstig karakter van de derde Mei.
Dat was nog sterker het geval door de
groote landelijke plechtigheden. In de Rid-
INFILTRATIE WORDT NIET
LANGER GEDULD
De Nederlandse resident, ho-ofd tijdelijk
bestuur Bandoeng, de heer M. Klaassen,
verklaarde tegenover „Undited Press," dat
de Javaanse infiltratie in Nederlandse
posities en die terreur van de burgerbe
volking in het militaire demarcatiegebied
dusdanige vormen hebben aangenomen
sinds de ondertekening van Linggadjati,
dat de Ned.-Indische regering het repu-
blikeinsche leger gewaarschuwd heeft,
„dat zij gedwongen zal zijn haar eigen
maatregelen te nemen, indien dergelijke
daden voortduren."
De heer Klaassen zei de, dat de repu
blikein sche troepen de tactiek van de ver
schroeide aarde hebben toegepast langs
WOORD VAN BEMOEDIGING
VOOR DE RADIO
Ter gelegenheid van de Bevrijdingsdag
hield de minister-president, dr Beel, die
reeds onderweg was naar Indië, een radio
rede, die tevoren op gramofoonplaten was
vastgelegd. Hij vroeg zich af, of de onstui
mige vreugde op het ogenblik der bevrij
ding niet gepaard is gegaan met en gevoed
is door te grote en onvoldoend doordachte
verwachtingen, en wees op de moeilijkhe
den, die het herstel van onze welvaart en
de vernieuwing van onze samenleving in de
weg stonden en nog staan. Alleen wanneer
we allen onze sohouders gezamenlijk onder
het werk van de wederopbouw onzer wel
vaart stellen, alleen, wanneer de producti
viteit van onze arbeid zo hoog mogelijk
wordt opgevoerd, kan een menswaardig be
staan voor ons zelf en onze kinderen wor
den verkregen
Het vrijlaten van de concurrentie, de prijs-
en loonvorming, van de aanschaffing van
grondstoffen en verbruiksgoederen, zou
schrille tegenstellingen in het leven roepen
en de harde werkers, de kleine luiden en de
ouden van dagen in armoede dompelen. Dit
alles is ons aller zaak en niet enkel die van
een overheid, die ergens ver weg of zeer
hoog zetelt. De overheid steunt op de keuze
van het volk, op ieders vrij uitgebrachte
stem, zij arbeidt in opdracht van het volk.
in het belang van onze hele Nederlandse ge
meenschap.
de demarcatielijnen en die bewoners ge
dwongen hadden uit de Nederlandse ge
bieden te vluchten.
„Blijkbaar," zo vervolgde de heer
Klaassen, „sturen de republikeinen Ja
vaanse troepen in plaats van Soendanese
troepen naar dit gebied' omdat de Neder
landse troepen hier uitsluitend botsingen
met Javaanse soldaten hebben gehad."
In een telegram van Lawrence Gris-
wold, Amerikaans archeaeoloog en schrij
ver, die als speciale correspondent van
United Press juist een toumée achter den
rug heeft, wordit gezegd: „Honderddui
zenden leden van de Pasoendan -militie
voeren thans een guerillastrijd tegen het
republikeinse leger.
Voor zover ik kan nagaan, is de revo
lutie nog maar nauwelijks begonnen; de
bevolking vreest voor massamoorden
Maar er bestaat geen twijfel over het feit,
dat er een revolutie is.
AMNESTIE VOOR „LICHTE GEVALLEN"
IN NED.-INDIE?
In politieke kringen te Batavia doen hard
nekkige geruchten de ronde, dat de Ned.-
Ind. Regering een regeling voorbereidt ten
einde amnestie te verlenen aan personen, die
tijdens de Japanse bezetting voor de vijand
werkzaam zijn geweest, zonder evenwel di
recte schadelijke gevolgen te veroorzaken.
Ned. ministers in de rij voör
een sigaar
De ministers Huysmans en Mansholt heb
ben gisteren een bezoek gebracht aan de
21e Brusselse Jaarbeurs en toonden in het
bijzonder belangstelling voor de Ned. inzen
dingen. Vooral bij Philips, het Hollandhuis
en de officiële inzendingen hielden zij zich
geruime tijd op. Begrijpelijkerwijs bestond
er ook veel belangstelling voor de Neder
landse sigaren en de heren stonden dan ook,
als doodgewone burgers, netjes in de -ü toen
een firma een rondje weggaf
Zaterdag j.l. installeerde Prins üemnard de leden van de Ned. Pad vind ersraad, bij welke
gelegenheid de Prins een toespraak hield. Van links naar rechts: W. C. Roest van Limburg,
voorz. Nat. Padvindersbond; Z.K.H. Prins Bemhard; H. F. M/Baron van Voorst tot Voorst,
nide'.^nnn Nat. Padvindersbond; A. J. L. Verhoeven, Hoofdaalmoezenier, en C. A.
Schtittenheim, secr.-penningmeester.
Sinds de capitulatie van Japan heeft Indië
minder dan ooit te klagen over gebrek aan
belangstelling uit de opeenvolgende kabinet
ten en uit de Staten-Generaal. Deze belang
stelling komt onder meer tot uiting in de
verschillende bezoeken, welke van Neder
land uit aan Indië worden gebracht.
Uit het huidige kabinet zijn de heren Beel
en Jonkman thans in de Archipel. De heren
Huysmans en Lieftinck zullen nog volgen.
En dan zwijgen wij voor ditmaal van de
Commissie-Generaal als bijzondere vertegen
woordiging der Regering.
Het Parlement liet zich evenmin onbetuigd.
Het begon met de parlementaire commissie,
van welke commissie de sindsdien door haar
voorzitter gemaakte caprioles ons bijna zou
den doen vergeten dat zij genoemd placht
te worden naar de heer Van Poll.
Later volgden uit de Katholieke Volkspartij
de heren Romme en Ruys de Beerenbrouck.
Uit de Partij van de Arbeid waren het de
heren Goedhart en Palar, die naar Indië
gingen. Evenmin willen wij onvermeld laten
het bezoek aan Indië van het lid der Eerste
Kamer Stikker, uit de Partij van de Vrijheid.
Het was al met al een opmerkelijke, zij
het geenszins verwonderlijke belangstelling,
een streven om met eigen ogen te zien, nu
de verwardheid van de situatie alleen werd
geëvenaard door de verwardheid van de be
richtgeving, zovele bronnen troebel bleken
en de voorlichting zozeer te wensen overliet
en tot op zekere hoogte ook te wensen
moest overlaten
Intussen is het met bijzondere voldoening,
dat wij heden melding maken van de reis,
door de heren Schouten en Bruins Slot naar
Indië ondernomen
De plannen voor deze reis waren ons
sedert geruime tijd bekend de journa
listieke eer gebiedt het om dat te zeggen
maar men zal het begrijpen, dat wij gaarne
gevolg hebben gegeven aan het te billijken
verzoek van de heer Schouten, aan de plan
nen éérst bekendheid te geven nadat daar
aan „een begin van uitvoering" was ge
schonken. De laatste weken waren voor de
heer Schouten al druk genoeg.
Het verreweg voornaamste voornemen van
beide heren is, zich ter plaatse te oriënteren,
beginnende bij de geestverwanten en dan
al naar de omstandigheden het veroorloven
de cirkel naar bevind van zaken uitbrei
dende.
De reis is stellig mede een gevolg van de
aandrang, door de geestverwanten in Indië
uitgeoefend, om het contact, dat tot nu toe
vrijwel uit briefwisseling moest bestaan, op
een belangrijke wijze te versterken. Voorts
gold ook hier het bezwaar van de onvol
doende voorlichting, die soms zelfs een sterk
tendentieus karakter droeg; men denke aan
de vragen, welke de heer Algra hierover
stelde. En tenslotte stellen wij ons voor, dat
1 ook in Indië velen belangstellend zijn, meer
omtrent het standpunt der „oppositie" te ver
nemen. vooral nu daarvan vaak een goed
koop caricaturaal beeld wordt geboden.
Het woord, dat de heer Schouten straks,
na zijn terugkomst, in en buiten het Parle
ment spreken zal, kan door de ervaringen van
de reis slechts winnen aan waarde.
Het gezag van dat woord was thans reeds
onder medestanders maar ook onder tegen
standers groot. Ons dunkt, dat de repu
bliek, van welker „defacto"-gezag zo hoog
was opgegeven, in deze dagen (So en da) op
dat gezag alleen maar jaloers kan zijn. Men
behoefde maar een of meer der Indië-debat-
ten in de Kamer te hebben bijgewoond om
te weten, hoezeer de heer Schouten beslag
wist te leggen op allen.
Hier toch sprak een man, die zich niet
liet voortglijden op de stroom der gebeur
tenissen, die geen willoze gehoorzaamheid
predikte aan wat genoemd werd de loop der
geschiedenis maar een man, die in staat was
een diagnose te stellen en deze te toetsen
aan beginsel en hoger visie. Daarin lagen
zowel de kracht als het gezag van zijn woord.
Aan het scherpen van de diagnose zal de
reis van de heren Schouten en Bruins Slot
in de eerste plaats dienstbaar zijn. Maar wij
vertrouwen, dat buitendien verscheidene
kringen in Indië niet de kans willen laten
glippen om hunnerzijds enkele woorden te
hooren, welke de blik op de situatie alleen
maar kunnen verhelderen.
Wij wensen de beide Indië-reizigers van
harte gaarne een voorspoedige reis. een ge
zegend verblijf in Indië en eind Juni
een behouden thuiskomst.
Het ene, optimistische oog gericht op de
„goodwill" der organisatie, die „Ver. Naties"
heet, mag geen reden zijn het andere te
sluiten voor een realiteit, die triomfen viert
van politieke onzekerheid. Er zijn graden
van werkelijkheid en de verschillende
realiteitsgebieden zijn zéér van elkander
gescheiden. De ondenkbaarheid van een
„Mussolini-Hitler" oorlogsrealiteit hebben
wij maar al te pijnlijk aan den lijve onder
vonden. Wij mogen de letters van het alpha
bet hanteren en zeggen, dat er nu „vrede"
is, maar de verborgen spanningen zijn min
stens zó hevig als vóór 1940 De 1-Mei lyriek
demonstreert zich in een enorme, militaire
parade op het Rode Plein van de historische
stad, die Moskou heet, en het „Seid um-
schlungen Millionen met dem Kusz der gan
zen Welt" van den Russischen maarschalk
Boedjenny wórdt geaccompagneerd door het
geronk van honderden bombardements- en
gevechts-vliegtuigen. „De Russische strijd
krachten dienen te allen tijde gereed te zijn
voor een optreden". Zelfs de Amerikaanse
ambassadeur in Moskou, de heer Bedell
Smith, die zich per vliegtuig naar Washing
ton begeven heeft, werd er door geïnspi
reerd. „Een zeer goede show" vond hij,
met al die viermotorige bommenwerpers, die
aandoenlijk veel geleken op een Superfort.
De overbrugging „Marx-Lenin"Stalin, tre
dende van het „anti-militaire" in het „mili
taristische", laat gelegenheid genoeg te
blijven zwaaien met de rode tulp. als zou
het er in Rusland thans nog om gaan, de
krachten der reactie te bestrijden, als zou
het gaan om het teniet doen van imperialis
tische overheersing en uitbuiting, terwijl
deze reactie en dit imperialisme óók ln
Sowjet-Rusland zelf verankerd zijn. Zeker,
er zijn tegengestelde groepen, óók nu, werk
gevers en werknemers, de staat (ambtena
ren en belastingplichtige onderhorigen, maar
kan men thans in ernst nog spreken van
„kapitalisme" tegenover „marxisme"? Eer
der kan men uit de practijk constateren,
dat de totalitaire staat het christelijk-huma-
nitaire principe der persoonlijke vrij-
h e i d niet kent, waarmede nog niets ten
gunste gezegd is van gecamoufleerde demo
cratieën, die zuiver materialistisch kunnen
zijn. En dan doet het in deze tijd deugd de
politieke geloofsbelijdenis te vernemen van
de nieuwe Amerikaanse ambassadeur te
Londen, mr Lewis Douglas, er op wijzende,
dat de enkeling, de persoonlijkheid, de cen
trale figuur is in de gemeenschap dat de
mens meester en geen slaaf moet zijn, dat
hij vrijelijk zijn stem moet kunnen uitbren
gen op de candidaat zijner keuze, dus niet
als in Rusland, Polen en het Hitler-Duits-
land, het Mussoliniaans Italië, dat er gods
dienstvrijheid moet zijn en vrije menings
uiting, want immers de vrijheid is de hoog
ste van alle politieke doelstellingen. Ons stel
lende op het standpunt van mr Lewis Dou
glas, alhoewel erkennende, dat er een wis
selwerking moet zijn tusschen „das Ich"
und „das Wir", maar dat de staat nimmer
mag ontaarden en worden tot „herder" van
met blindheid geslagen kuddedieren, kan
onze sympathie niet uitgaan noch naar de
uiteengeslagen Duitse noch naar de zich
handhavende Russische totaliteit. Maar wij
staan, vooral na Moskou, voor twee machts
blokken, en zelfs de radiorede van Marshall
zal in de verstarde onbeweeglijkheid der
standpunten geen wijziging brengen. Het
negativisme van Moskou is de positieve tac
tiek van zelfhandhaving en het directe, posi
tivisme van Washington werkt negatief ter
bereiking van een compromis, gesteld dat
dit nog mogelijk is. Hoe is de verhouding
der machten AmerikaRusland? Voelt de
Rus zich krachtig op het politieke schaak
bord van Europa, de communistische pion
nen steeds verder naar voren schuivende en
is Moskou het bewijs van politieke listig
heid, veroorzakende, dat de onopgeloste
grote problemen verdere Europese ontred
dering teweeg brengen en op den duur de
linkse sympathieën zich zullen uitbreiden
en het wachten slechts is. tot het produc
tievermogen der Russische industrie zich
heeft hersteld? Als dit het geval is, heeft
Washington gelijk het Russische expansio
nisme. deze listige Russische tactiek een
donderend halt toe te roepen. Ook de be
kende Amerikaan, Walter Lippmann, heeft
in een rede voor de Amerikaanse Kamer
van Koophandel gewezen op het enorme ge
vaar, dat de Russen hun invloed uitbreiden
in landen als Perzië, Griekenland en Tur
kije, terwijl de Amerikanen veiligheids
halve posities trachten in te nemen in lan
den als Polen, Hongarije, Zuid-Slavië, een
toestand, waaruit gemakkelijk noodlottige
botsingen kunnen ontstaan. De moeilijkheid
een botsing te vermijden bestaat hierin, dat
Amerika een „vaste burcht" moet blijven,
doch tevens één poort geopend houden voor
een compromis met de Russen. De onver
zettelijkheid beider standpunten moet tot
oorlog leiden. En wat al problemen: het
„Verre Oosten", de Dardanellen, de decen
tralisatie van Duitsland, Turkije. Griekenland
etc. Amerika en Rusland streden in de oor
log^ tegen een gezamenlijke vijand, maar
de middelen daartoe werden Rusland ver
strekt door de „Lend and Lease Bill", de
leen- en pachtwet. Het betreft hier een
bedrag van 11 milliard dollar en een hon
derdtal vrachtschepen, en na het Ameri
kaanse dreigement van een algemeen uit
voerverbod naar Rusland, als Rusland niet
in een regeling treedt, zullen Amerika en
de Sowjets nu te Washington weer bespre
kingen voeren; er is dus weer contact vóór
de conferentie, die in November te Londen
zal worden gehouden, ter aanvulling van..
Moskou De „Big four" draagt een enorme
verantwoordelijkheid. Geen compromis tus
sen Amerika en Rusland beteekent op den
duur oorlog. En dit zegt David Lilienthal,
de voorzitter van de Amerikaanse commissie
voor de atoomenergie: De overwinnaar bezit
thans een machtig wapen, dat hij móét ver
bergen. want het kan een groot deel der
aarde verwoesten. Behandelt men het vraag
stuk der atoomenergie niet oordeelkundig,
maak je dan geen zorgen meer over de be-
sootting door het nageslacht. wantTdit
nageslacht zal er misschien niet meer zijn!
DE „BRAKZAND" WEE. VLOT
GEKOMEN.
De R(jksveerboot ,.Brakzand." die Vrijdag
morgen op de dienst Oostmahom-Schier-
monnikoog ten Zuiden van het eiland aan
de grond was gelopen, is Zaterdagavond om
9 uur met hoog water vlot gekomen.