Van heidendom tot Christendom
Vliegenook een geschikt vak voor vrouwen
Op Paschen alles
anders
IflEuwE LEIDSCHE CöiJil AJSJ'T
EATEÏIDAG, 5 A»fL Wl
Onder al-Ie omwentelingen die de wereld
geschiedenis kent, is er zeker geen grooter
en belangrijker in zijn gevolgen geweest dan
die, waardoor onze voorvaderen het heiden-
dOtm afzwoeren en Christenen werden. Maar
indien men meent dat deze overgang vlot ge
gaan is, -heeft men het mis. Er waren te veel
zinnelijke elementen in het heidendom aan
wezig, die den natuurlijken mensdh sterk
aantrokken., welke in het reine Christendom
uit den aard der zaak geheel afwezig waren.
Daarbij kwam dat de wijze, waarop b.v.
Karei de Groote de heidenen dwong om ,.in
te gaan" niet bepaald aanlokkelijk was voor
hen. Overal waar ziwaard en geloof samen
gingen, heeft dit moeilijkheden gegeven, men
den-ke slechts aan de bekeering" der Mooren
en Joden in Spanje.
Het is dus geen wonder dat de evangelie
predikers hun uiterste best moesten doen
om den overgang zoo geleidelijk mogelijk te
maken en dat tad van heidensche gewoonten
en gebruiken, zij het in min of meer geker-
stenden vorm, in ziwang bleven.
Ik denk hierbij in de eerste plaats aan het
symbool van het kruis. De dondergod Donar
of Thor genoot onder de Germanen een
groote vereering. Men stelde zich hem voor
als een machtig wezen met rossigen baard,
tjzeren handschoenen en met een kracht-
gordel om de lendenen. Op zijn door twee
bokken getrokken wagen reed hij over de
wolken en met zijn hamer kliefde hij ze.
Dan vlogen de keilen of donderbeitels naar
de aarde. Hij was de bestrijder der booze
machten en de god der vruchtbaarheid, stel
lig omdat na een donderbui de aarde weer
was opgefrisch-t en alles weliger tierde. In
den nood riep men hem aan en zijn hamer
werd als weldadig voor den mensch be
schouwd. Vandaar dat men met het hamer-
teeken of met het hakenkruis wapens, ge
reedschappen en urnen sierde. Maar net
hamerteeken leek veel op het kruisteeken en
zoo hebben de evangelisatiepredikers vaak
genoegen moeten nemen met *het gekersten
de heidensche symbool. De roode kleur, zeker
wel in verband met den rossigen baard, was
Thor gewijd. Vandaar dan ook dat het rood
staart je en het eekhoorntje hem geheiligd
waren. En als wij nu met Kerstmis een
bijzondere voorliefde toonen voor roode
hulstbessen, roode papiersfrikken aan muren
en lamp, hebben we hierin stellig evenzeer
een overblijfsel te zien van den ouden Donar-
dienst als van het licht dat uit de kribbe
van Bethlehem straalt.
Toen Thor tot den rang van plattelands-
god was gedaald en de Wodansdienst meer
op den voorgrond trad. gaf ook deze heiden
sche, Germaansche god verschillende elemen
ten aan Christelijke voorstellingen. Hij was
voor onze voorouders de almachtige, die op
zijn achtvoetig ros Sleipnir op de vleugelen
van den storm het hemelruim doorvloog met
breedgeranden hoed en waaienden mantel.
Hij reed over de daken der huizen en keek
door den schoorsteen naar binnen, naar het
roode, heilige haardvuur om te zien of de
menschen booze of goede daden volvoerden.
De schoorsteen, de eenige uitkijkplaats naar
- het hooge, onmetelijke hemelruim en het
verblijf der goden is thans nog steeds de
weg, dien Sinterklaas neemt om zijn welda
den bij ons binnen te brengen. Ook hier
weer met allerlei franje voorzien, niets
anders dan de oergermaansche heidensche
vorm. Op vele rotsen meende men den in
druk van een paardenhoef te bespeuren. Daar
was Wodan langs gekomen. De Rosstrappe
in den Harz zal wel een van deze plaatsen
In Davos kunnen 400 Ned. long
lijders worden ondergebracht
Aan het jaarverslag van de Ver. tot Be
hartiging der belangen van Nederl. Longlij
ders ontleenen we, dat, de omstandigheden
in aanmerking genomen, ook de laatste jaren
voor de vereen, en het sanatorium te Davos
gunstig zijn geweest. Het gebouw doet thans
ongeveer een jaar dienst als moederhuis voor
een groep in de nabijheid gelegen sanatoria,
waardoor ongeveer 400 Nederl. patiënten
kunnen worden ondergebracht. De perso-
nieelstaf steeg tot bijna 150 personen. Men
hoopt na 1 Sept. 1947, als de verzorging voor
rekening van de ,,Don Suisse" ophoudt, an
deren bereid te vinden deze taak over te ne
men. De verlies- en winstrekening der Ver
een. toont over 1944 een verlies van f 37.915
en over 1945 een verlies van f 120.218, als
mede een koersverlies van f 62.378
ZONNEVLEK VAN EEN MAAND TERUG
OPNIEUW ZICHTBAAR.
Dè afd. aardmagnetisme van het KNMI be
richt, dat aan den Oostelijken rand van de
zon een buitengewoon groote zonnevlek is
verschenen. Het is dezelfde vlek, die een
maand geleden de aandacht trok en met het
ongewapende oog zichtbaar was.
geweest zijn, al vertelt ons nu de legende
over de achtervolging van een Christelijke
prinses door een heidensdhen prins. En juist
als in den G-ermaansahen tijd gelooven ook
thans nog vele menscfhen dat een gevonden
hoefijzer geluk aanbrengt. Hoezeer de dienst
van Wodan verbreid is geweest, getuigen
thans nog de woorden Woensdag, Woens-
drechit en Woensel.
Pas-chen heet in het Duitsch Ostern en
in het Engelsch Easter. Men neemt aan dat
deze beide woorden verbasteringen zijn van
den naam der Germaansche godin Ostara of
Bostra, de lentegodin, voor wie men vuren
o.p de hoogten ontstak, iets waaraan onze
Paasch-vuren herinneren. In bijna alle lan
den is het gewoonte oP Paschen eieren te
eten. Nu was reeds in den Germaansohen tijd
het ei het zinnebeeld van het jonge, op
bloeiende leven, dat immers in het voorjaar,
een door de godin Ostara in een viervoeter
veranderde vogel was, wiens vroegere ge
daante hem nog de macht gaf op den feest
dag der godin eieren te leggen. Het schieten
op Oudejaarsavond, dat we op 31 December
j.l. weer overal hebben kunnen hooren is
eveneens een op Germaansch bijgeloof be
rustend gebruik. Men meende dat juist op
den laats ten dag van het jaar de booze
geesten zich in groote menigte in de lucht
bevonden om met het Nieuwe Jaar de huizen
binnen te dringen. Om hen te verschrikken
schoten de Germanen dan hun pijlen af. Wij
doen dit nu met geweren, zonder wellicht
te weten waarom. Dat het jaar vroeger op
een anderen datum begon, doet hier natuur
lijk niets aan af.
Ook het ophangen van het mistletoe, een
Engelsche gewoonte op Kerstmis, is oer-
germaansch. Men schrijft aan deze zonder
linge plant, die op andere planten leeft, een
geheimzinnige kracht toe, vandaar dat ze
ook nu nog bijzondere rechten geeft. Wie
een meisje onder het mistletoe ontmoet, mag
Wij kwamen aan Zijn graf: Hij was er niet
Gods Engel zei, dat Hij was opgestaan,
Naar Galilea ons was voorgegaan.
Hij was ons voorgegaan, Hij was er niet.
MUUS JACOBSE.
in den Paaschtij-d, zich overal vertoonde?
Daar kwam bij dat oudtijds het eieren eten
gedurende de Groote Vasten verboden was
en dat dus de tijd, waarin dit weer was
geoorloofd met vreugde werd begroet. Ook
het kleuren der eieren, inzonderheid het
rood kleuren, was een oud symbool voor den
terugkeer der zon na den donkeren winter.
In vele streken van Duitschland maakt men
de kinderen wijs dat de haas met Paschen
eieren legt en op prentbriefkaarten, die op
dit feest worden verzonden, zit men dan ook
vaak een haas met een mandje eieren op
den rug. Dit vertelsel is ontstaan, doordat
wegens zijn sterke voortplanting de haas
het symbool der dierlijke vruchtbaarheid
werd. De Germanen geloofden dat het beest
haar kussen, zoodat de Engelschen Christ
mastime soms schertsend „Kiss miss time"
noemen. Ook de Kerstkransen zijn Ger
maansch van oorsprong. Het zijn voorstel
lingen van het zonnerad uit den tijd, toen
de zonnedienst wijd verbreid was in deze
landen. De Kerstboom dateert echter uit
veel later tijd. Hij komt voor het eerst om
streeks 1600 voor. Eén ddng moet ik nog ver
melden. Men zegt dat onze krakelingen oor
spronkelijk ook voorstellingen van het zon
nerad waren. Karei de Groote zou echter
om het heidensche er in te vernietigen, ge
boden hebben de twee ednden in een kruis
samen te leggen. Zoo komen ze aan den
tegenwoordi-gen vorm.
Den Haag. Dr F. C. Dominicus.
„MAAR NIET OP LIJNDIEN
STEN", ZEGT IDA v. ZANTEN
(Van een onzer verslaggevers)
Pegasus heet de hond, die in het huis
Eikelaan 12 te Bennebroek de kat achterna
zit. Een toepasselijke naam. Het dier, een
Rhodesische dog, met een merfcwaardigen
borstel in de lengte over den rug, is van
Johannesburg in Zuid-Afrika meegevlogen
naar Amsterdam, met „de vrouw" achter de
stuurinrichting van de vliegmachine. En
daarmee weet u, dat we gast zijn van mej.
Ida Veldhuizen van Zanten, die, zooals we
Zaterdag j.l. meldden, na een Odyssee per
vliegtuig over half Europa en heel Afrika,
terugkeerde in het vaderland.
Een vrouwelijke piloot. Een „eenig" be
roep in Nederland En een mooi beroep
Vindt ze zelf.
U vergist u, als u denkt een jonge vrouw
te vinden die blasé is, een jonge vrouw met
allures. Eigenlijk kon ze net zoo goed onder
wijzeres op een dorpsschool zijn. Het doet
zeifis merkwaardig aan te zien, dat ze tóch
haar nagels licht rood lakt en lippenstift ge
bruikt. Daar is ze eigenlijk geen type voor,
net zoo min als ze het type is, dat men zich
van een vliegster vormt. Ze is hypervrouwe-
lijk, moeilijk aan het praten te krijgen over
zichzelf, maar ze heeft die merkwaardige
afwezigheid van eiken vorm van emotie, die
men dikwijls aantreft bij mengchen, die ge
wend zijn in moeilijke situaties plotselinge,
afdoende beslissingen te nemen.
B.v.: ,,Hebt u no? nn «el tikjes gehad onder,
jreg?"
,,Neen, veel bijzonders niet. Ik heb twee
maal een noodlanding moeten maken op één
motor, omdat de andere defect was, maar
het is altijd goed verloo-pen." Zoo, alsof ze
niet boven de Afrikaansche wildernis zat op
dat oogenblik en die eene resteerende motor
een geweldenaar was! Het was er één van
150 P.K.
Lijndienst, zooals op de K.L.M.-machines,
lokt haar niet. Neen, het charter-vliegen,
zooals in ons land Frits Diepen op 't oogen
blik doet. Dat is werk waarbij een vrouw
heel goed piloot kan zijn. Haar ervaring be
wees het. In de Miles Aerovan, waarmee ze.
zooais we schreven, met passagiers van Lon
den naar Zuid-Afrika vloog, was ze piloot
en stewardess tegelijk. Ze had de zorg voor
de navigatie, moest den benzinevoorraad in
de gaten houden en tegelijk op de passagiers
letten, ze door de douaneformaliteiten lood
sen, voor de fourage aan boord zorgen en
honderd andere kleine dingen meer doen.
„Maar dat heb je alleen maar", zegt ze, „als
je van dergelijke chartervluchten maakt."
Na de gedwongen rust, die de dokter haar
voorschreef, wil ze probeeren in Engeland
of elders bij een dergelijke maatschappij
weer in dienst te gaan. „Het geeft je als
vrouw de meeste voldoening in de vliegerij",
zegt ze.
Er zullen weinig meisjes zijn. die Ida van
Zanten's voorbeeld kunnen volgen. De Na
tionale Luchtvaartschool leidt n.l. nog geen
vrouwelijke leerlingen op en zoo gemakke
lijk als voor den oorlog, toen onze eenige
vrouwelijke pilote haar brevet haalde, gaat
het niet meer. „Ik was toen al stewardess bij
de KXJVt.". zegt ze, „en ik had m*n brevet
al gehaald in Engeland. Een sportbrevet. Ik
wou graag bij de K.L.M. en ik dacht: het
kan nooit kwaad als je dan vliegen kunt.'
Tijdens haar diensttijd kreeg ze een prach
tige kans de verworven bekwaamheid bij te
houden, want de K.L.M. bezat een sporttoe-
stel en voor 5 per uur kon het personeel
daarin z'n studiebochtjes draaien. Dat waren
de eerste schreden, die Ida van Zanten op
het aviatieke pad zette.
De oorlog kwam de luchtdroomen ver
storen, maar de droom bleef en, zooals we
ook al schreven, ze week met enkele ande
ren uit, over Zwitserland en Portugal naar
Engeland. Pogingen om per schip te gaan
waren mislukt.
Naar Zwitserland duurde de tocht een
week. Erg vlot voor dien tijd en omstandig
heden. De gids, die het gezelschap leiden
zou, liet verstek gaan, maar zonder hem
ging het ook. Tien uur lang waadden ae
vluchtenden door de sneeuw van de Fran-
sche Jura. vóór de Zwitsersche grens uit
komst bracht. De mannen verdwenen er voor
kort in een gevangenis en de vrouwen in
een klooster. Het duurde toen nog 8 maan
den, voor de reis over Portugal vervolgd
kon worden. In Engeland werkte zij eerst
voor het Nederl. ministerie van Oorlog in
Londen, maar daarna, dank zij haar lucht-
vaardigheid bij de A.T.A., den luchtvaart
hulpdienst, die zich ten doel stelde vlieg
tuigen uit de fabrieken naar de vliegvelden
te brengen
„Duitschers heb ik daarbij nooit in de
lucht ontmoet. Een collega éénmaal, maar
die redde zich door erg laag te gaan
vliegen."
Reis- en ondernemingslust vormden te
zamen deze Nederlandsche vliegster, die on
danks een succesvolle carrière zichzelf kon
blyven.
„Houd het daarvoor, dat gij wel der
zonde dood zijt, maar Gode levend
in Christus Jezus", Romeinen 6 1L
Volgens een oude legende maakten twee
monniken deze afspraak met elkaar: Hij, die
't eerst stierf, zou zich manifesteeren aan
den overledene, om hem te vertellen, of t
aan de andere zijde van het graf precies
was, zooals zij zich hier dachten, 't Ant
woord kwam. Alles behalve in classiek
Latijn, doch kort en bondig: totaliter aliter.
Over de heele linie alles anders.
Op Paschen is alles over de heele lini#
anders. Totaliter aliter.
Dien vreeselijken, slechten, goeden Vrij
dag was het zóó.
De priesters winnen het. De haat wint het
van de liefde. Het onrecht van het recht.
Op Paschen is het precies andersom.
Jezus Victor, overwinnaar. Hij alleen. Hij
volkomen.
De liefde wint het van den haat Het
goddelijk recht van alle onrecht.
Op Paschen breekt een andere werkelijk
heid door dan die der zichtbare, tastbar#
dingen.
Paschen is de overwinning Gods.
De overwinning van Hem, Die overgel-
verd is om onze zonde, en opgewekt om
onze rechtvaardigmaking.
Op deze realiteit, deze goddelijke werke
lijkheid, mogen we onze oogen gericht hoi»-
den. Daarin ligt onze Paaschvreugde.
We mogen dit niet alleen, we moeten het.
In den brief aan de Romeinen zegt de
Apostel: Houd het daarvoor of zooals
prof. Brouwer vertaalt: Zóó moet gij het
beschouwen, dat gij voor de zonde doodt zijt,
maar dat gij voor God leeft in Christus
Jezus.
Daarvan moeten allen uitgaan, tot wie hij
zijn schrijven richt.
Dit moet de rotsvaste zekerheid zijn,
waarop zij hun geestelijk gebouw optrek
ken. Voor de zonde dood, maar leven voor
God.
Hoe hebben we 't nu?
Is daar niet altijd in ons leven die omlaag-
trekkende macht? Die zuigkracht naar be
neden?
Als er één geweest is, die dit wist, dan
Paulus, die den strijd kent tusschen het
goede, dat hij wil en niet doet en het kwade,
dat hij niet wil en doet.
Hoe zit dat nu?
Hoe kan hij nu spreken van dood zijn
voor de zonde, van leven voor God?
De oplossing ligt in die woorden: „in
Christus Jezus".
Christenen kunt ge beschouwen, zooals
zij zijn in zichzelf. Onreine, zondige men
schen. Zoo ziet hen de wereld, di* snooit
uitgesproken komt over zulke geslepen
huichelaars. Zoo ziet hen de booze, die, als
in het Oud-Testamentisch visioen, wijst
op hun vuile plunjje. Zoo zien ze ook zich
zelf, als ze in stilte schreien over alles in
hun leven, dat niet is naar Gods norm.
Deze visie, dit oordeel, gaat uit van de
bange werkelijkheid der zonde.
Er is echter ook een andere kijk.
Allen, die den Heiland liefhebben, kunt
ge zien, zooals ze zijn „im Christus Jezus"-
Hij het hoofd, zij de leden.
Hij de wijnstok, zij de ranken.
Hij de bruidegom, zij de bruid.
Zij organisch met Hem verbonden.
Dan is het zóó.
Toen Hij stierf, zijn zij met Hem ge
storven.
Toen Hij begraven werd, zijn zij met
Hem begraven.
Toen Hij verrees, zijn zij met Hem op
gestaan, om in levensnieuwheid met Hem
te wandelen.
Sterker nog, toen Hij opvoer, zijn zij
met Hem mede gezet in den hemeL
Zoo mogen we 't alles anders zien.
Zoo moetep we 't anders zien.
Houd het daarvoor.
Niet: dring dit u zelf een oogenblik op.
Laat u een oogenblik hierdoor verrukken
als door een schoonen waan.
Neen: „houdt het daarvoor" wil zeggen:
open de oogen en zie, oordeel, zooals God
oordeelt.
Daarvoor is noodig de visie des geloofs,
waarvan Augustinus zeide: visio est tota
me rees, de visie is het gansche loon.
Toen die Eéne stierf, zijn we allen met
Hem gestorven.
Toen Hij verrees, zijn we met Hem opge
wekt.
Eens lag een oud vrouwtje te sterven.
De dominee, die haar bezocht, zei: „nu zal
't er voor je op aankomen, moedertje".
Met een eeuwigheddsglimlach op 't ge
laat antwoordde dit eeuwigheidskind: „neen,
dominee, 't is er voor mij al op aangeko
men. Toen mijn Heiland stierf, ben ik met
Hem gestorven, toen Hij verrees, ben ik
met Hem opgestaan, toen Hij opvoer, ben
ik met Hem in den hemel gezet".
Wei'lk een kracht ligt er in dit alles,
alles anders zien.
De kracht van een, die niet in het onze
kere strijdt, maar die weet, dat hjj meer
dan overwinnaar is „in Christus Jezus".
's-Gravenhage.
Dr M. M. den Hertog.
DE JEUGD GAAT AARDAPPELS ROOIEN!
Het dep. van Landbouw c.a. heeft in over
leg met de Ned. Jeugdgemeenschap een aan
tal 14-daagsche kampen geprojecteerd voor
hulpverleening bij de a.s. pootaardappeloogst
van 8 Juli tot 15 Augustus. De kampen wor
den gehouden in de Wieringermeer. op Texel.
In den Waard-Groetpolder bij Winkel en in
polders in Zuid-Holland, Noord-West Bra
bant, Groningen en Zeeland. Deelnemen kun
nen jongens boven 16 jaar, die zich bij hun
jeugdorganisaties moeten aanmelden. Het
landbouwtarief wordt als vergoeding uitge
keerd.
Dr TORREY JOHNSON IN ONS LAND.
De wereldleider van de Youth for Christ-
beweging, dr Torrey Johnson, brengt van 8
tot 13 April een bezoek aan ons land en
spreekt op 8 April in de Luth. Kerk te Den
Haag, verder achtereenvolgens te Haarlem.
Amsterdam, Utrecht, Leeuwarden.