't Verklaarde
Wordt Euwe tot wereldkampioen verklaard
Filmcritiek ook in de Chr. pers noodzakelijk
Admiraal PinkeWij doen slechts onzen plicht
NIEUWE LEEDSCHE COURANT
MAANPAQ 1T MAART IMV
r
^Fransche onnoozelheid!
Iemand kan het heden verknoeid hebben,
maar dat be teekent geenszins, dat hij het nu
in de toekomst óók zal doen. Integendeel, hij
kan, terugkomende van de dwalingen zijns
weegs, een beter gedrag aan den dag leggen,
dan de man, die zijn „heden" niet verknoeide
Het recht om het heden te verknoeien,
heeft niemand. Men doet zulks uit onkunde,
stommiteit of uit haar misschien. Daarom
zijn de woorden van *ën ex-minister-presi
dent, Paul Reynaud, woorden, die hij gespro*
ken heeft in de Fransche Kamer zeer zeker
de moeite waard, er over na te denken. Want
Paul Reynaud zei met het élan en het esprit
van den Franschman: „deze generatie heeft
wellicht het recht om het heden te ver
knoeien, maar zeker niet de toekomst". Ook
vele Nederlandsche politici zouden zich dat
kunnen aantrekken. Paul Reynaud doelde op
Indo China, waar Blum's stoere, vastberaden
houding in den-strijd tegen de Vietnameezen
indertijd zeer de aandacht trok, maar ten
aanzien waarvan, thans, een genre -politieke
slingerapen bezig zijn de zaak grondig te
verknoeien. Bij ons hebben zekere politici
er aan medegewerkt, dat de gesp van den
„gordel van Smaragd" heeft losgelaten en
deze Multatuliaansche gordel er nog maar
losjes bijsleept. De vergelijking van het Indo»
China van Frankrijk met het Insulinde van
Nederland ligt voor de hand. Luister eens, zei
Paul Reynaud, die het ideëele met de utili
teit poogde te verbinden: „gij, Franschen
moet dit bewonderenswaardig balcon van
Indo-China, met uitzicht op den Pacific niet
verliezen", want immers -het levenspeil van
de meerderheid der Fransche bevolking moeë
niet nog verder omlaag gedrukt, en Frankrijk
moet als wereldmogendheid zijn rol blij ve#
vervullen. *Paul Reynaud kèn het zeggerij
want immers, waarom Indo-China prijs
geven aan door Moskou gesteunde terroristeii
en waarom het lot van den Franschman nog
beroerder te maken dan het al is? Er is
blijkbaar geen politiek „leger des heils" meer
aanwezig, dat den frank nog redden kan; de
huisvrouw kan niets koopen, de slechte voed
selvoorziening werkt op ieders humeur en dat
wil wat zeggen in een land als Frankrijk,
waar men zich al gauw op zijn gemak voelt
met een knappend brood, een boulevard-
krant en een glas lichte wijn. Mag het
FranschBritsche pact al even het glorieuze
gevoel hebben verschaft van ,nu hebben we
ze; de mof kan ons voorloopig niets meer
doen", de Franschman, die naar de arena
van de Moskousche conferentie kijkt, moet
al, op zijn zachtst uitgedrukt, die illusie zien
ontkleuren, zoo., niet verschrompelen. De ba
rometer der wereldpolitiek schommelt met
den dag: lenteweertje is het nog geenszins.
De Fransch én zijn een emotioneel volk, hun
politiek is fel en hartstochtelijk en al wijkt
even de „anxietude", de bezorgdheid voor
het Duitsche gif, de politieke nerveusheid
blijft, die woekert door tot in het parlement.
Het typische verschijnsel doet zich voor, dat
regeering en parlement een soort van assi
milatie-proces hebben ondergaan-, zoodat er
van een zelfstandige, zelfbewuste, homogene
regeering geen sprake meer is. Blum had nog
een groot persoonlijk gezag, maar Ramadièr
veel minder. Het in een regeering opnemen
van extremistische, communistische leden
moet verlammend werken; er kan h.eter
een krachtige oppositie blijven. Al wordt het
regeeringsprogram dan beperkter, men weet
dan althans, waar men aan toe is. Het
spreekt toch vanzelf, dat de oprechte trouw
tusschen M.R.P., reputolikeinsche Volkspartij
en communisten, in den zin, zooals Vondel het
bedoelde, in Frankrijk niet gevonden wordt
en de socialistische partij en die der radica
len geraakt in het gevecht tusschen deze
twee groote politieke partijen maar in de
verdrukking. Vrees en achterdocht zijn
slechte raadgeefsters en zoo is het psycholo
gisch verklaarbaar, dat het in het Fransche
parlement tot vechtpartijtjes komt. misschien
nuttig, omdat men dan direct zijn politieke
instincten afreageert en er geen wrok blijft
hangen, maar toch wel kenmerkend voor de
disharmonie, die het heden der Fransche
politiek en economie kenmerkt. Zooals reeds
gezegd, was Paul Reynaud's ontboezeming,
voortgesproten uit de netelige situatie, waarin
men in Indo-China verkeert. Sinds den ter
reur der Vietnameezen, die tot een formeelen
oorlog leidde, waar Fransche troepen de
handen aan vol hadden en Hanoi het cen
trum van den strijd werd, heerscht er hon
gersnood, worden Franschen uitgemoord en
heeft de president van de voorloopige rege»-
ring te Saigon, zelfs zelfmoord gepleegd 01#
dat de Fransche regeering niet genoeg daad*
werkelijken steun verstrekt. Paul Reynaud
heeft in de Kamer een rapport ..voorgedlL.
gen" van den commissaris van de republiek
te Hanoi". Volgensdit rapport, is een ver
tegenwoordiger van de Vietnameesche regee
ring, die note bene met de Fransche regee
ring officieel onderhandeld heeft, verantwoor
delijk voor het vermoorden van een veertig
tal Franschen in Indo-China. De zetbaas van
den communistisch en president Ho Chi Mink,
logeert in een eerste rangs hotel te Parijs en
zou zelfs doodgewoon de zitting van de
Kamer op de gereserveerde tribune hebben
bijgewoond, terwijl y de militaire rechtbank
te Saigon een vervolging tegen dezen knaap
zou hebben ingesteld. Deze onthullingen,
waarvan de laatste zelfs ter plaatse, veroor
zaakten schermutselingen, het indienen van
een motie van wantrouwen door de socialis
ten, en schorsing van de zitting door den be
kenden voorzitter, Herriot, kortom zeer op
gewonden, nerveuse tafereel en, die een af
spiegeling zijn van het leven voor den ge
middelden Franschen burger in een. in het
ongereede geraakte, maatschappij. Wat een
schouwspel: de communisten nemen deel aan
de regeering en Thorez met zijn communis
tische mannetjes verlaten uit protest de
zaal! Er wordt, demonstratief, met de deksels
van de lessenaars geklapt en Herriot moet
de tribunes laten ontruimen: Is „la pa trie
en d auger" of niet? Al deze, bijna pro
vincialistische politieke „hocus-pocus" speelt
zich te Parijs af, terwijl men te Moskou
zoekt naar de too verformule voor Europa's
veiligheid, zij het dan met een lantaarntje,
sinds Truman zyn felle schijnwerper heeft
gericht. Vormt men in Frankrijk op die wijze
zelf niet de voedingsbodem voor een rechts
extremisme, met een dictator, precies zooals
in het Italië van nu al weer een kwart eeuw
geleden, het begrip.... Mussolini wei moest
ontstaan?
Ln Amerika gaat steeds meer protest daar
tegen oip en hij deelt o.a. in zajn artikel
mede, dat een nieuwe organisatie, de Pro-
testiantsahe FiLmcommissie N.V., een cam
pagne onderneemt om een fonds van
1.000.000 bijeen te brengen voor de pro
ductie van films, die den geest van het
Evangelisch Christendom en zijn invloed op
het menschelijk leven vertolken. Het is mijn
overtuiging, dat wij als gezamenlijke Chris
tenheid front moeten maken tegen het mis
dadig misbruik van de film en tegelijk het
Dr N. J. HOMMES OVER HET
„HOE" EN „WAAROM"
Dr N. J. Homm-es, die zajn frissche en
nuchtere beschouwingen over de cultuur
crisis in Chr. kringen vervolg^, geeft im het
jongste nummer van het Geref. Weekblad
een korte samenvatting van wat er zijn
inziens „positief gedaan moet worden om
waarlijk ruimte te geven aam Christelijke
ontapa nningsvonmien en kunstgevoel.
Achtereen vol ens bepleit hij het inrichten
van clubgebouwen voor de Chr. rijpere
jeugd, behandelt dam de film en cimeac, con
stateert dat er dringend behoefte is aan
het „Lekespel" en bepleit tenslotte het be
leggen van een cultuurcongres.
Over de film schrijft hij
„Dit vraagstuk moet door ons zeer ernstig
en veel ernstiger dan tot dusver genomen
worden, niet alleen voor onze eigen jeugd',
maar ook met het oog op onze nationale
rmoreele gezondheid in de toekomst. Voorop
sta, dat de moderne bioscoopwereld, zooals
ze reilt en zeilt, door ons en door geen enkele
Christen is te aanvaarden
Zij is in de hand van allerlei exploitanten
gewonden tot een 2woelen vergaarbak en uit
stalkast van roes, opwinding, hartstochten en
spel met eerbaarheid en zede. De bioscoop
is in vele opzichten een hoogeschool voor
misdaad en de filmsterren zijn daar de pro
fessoren.
Prof. Kraemer noemde het vorig jaar de
film de monsterkapel van den modernen
memsoh„waar hij zijn rantsoen gestandaardi
seerde Hollywood-cultuur gretig verorbert.
Dit is zeker en mag onder ons niet dispu
tabel zijn, dat een__filmwereld geïnspireerd
door de Holly wood-piassen, voor ons onaan
vaardbaar is. De huidige biosooop-atmospheer
is voor onze samenleving in vele opzichten
een pest, welke is af te bidden.
Maar dat mag niet het laatste woord zijn
onder ons. AJBes was Christus-belijdend is
en wat de Christelijke normen van eerbaar
heid wil verdedigen en bewaren, moet zdoh
aaneensluiten, en worstelen met de vraag:
hoe kunnen wij de budige bi oscoopm a cht de
lendenen breken en de film dienstbaar ma
ken aan de boodschap van het Evangelie.
Dat kan in ons vaderland nog. Zooals nu de
situatie is, zijn alle bioscoopondernemers er
bijzonder over tevreden. Wij als Christenen
la1 ten hen volkomen met rust en hun* gang
gaan. In onze pers geen advertenties en
recensies.
Ik geloof, dat wij negatief al heel veel
zouden winnen, indien heel onze Christelijke
pers week in week uit naar de Christelijke
norm van eerbaarheid en fatsoen een eer
lijke en radicale eritiek zou schrijven en
zonder aanzien, des persoons elke ondeugde
lijke film zou veroordeelen. De Christel. Pers
is vandaag nog een macht, die nog wel eehig
respect afdwingt. Wij hebben veel te lang
lijdelijk toegezien en moeten hier geza
menlijk in het offensief tegen de bestaande
peöt en1 vergiftiging van ons volk. Er is een
narcoticum van celluloid-in-blik, waaraan wij
als gezamenlijke Christenen den oorlog moe
ten verklaren. Maar daarnaast moeten wij
zebr serieus het géheele filmvraagstuk
onderzoeken in den geest, zooals dr W. G.
Overbosdh dit heeft gedaan in „In de Waag
schaal" van 21 Décember '46 en 3 Januari '47.
Wij moeten gezamenlijk onderzoeken of de
film,, gelijk het goede boek, een oprecht beeld
van mensobelijke moeiten en strijd kan ge
ven en zoo dienstbaar gemaakt kan worden
aan het Evangelie van Jezus Christus. In
„Wending." no. 10, Dec. '46, levert prof.
Fred Eastman een zeer leerrijke beschou
wing over de Aimerikaansche filmindustrie.
Van de 500 hoofdfilms, jaarlijks geprodu
ceerd, zijn amper 10 pet. van blijvende
waarde. Van de rest verklaart hij, dat zij
is „vanuit sociaal standpunt gezien verspil
ling van geM om ze te maken en verspilling
van tijd om ze te gaan zien." De oorzaak
daarvan is, dat de filmproducent gedreven
wordt dloor winstbejag en niet door eep
opvoedienden dienst aan het volk.
recht gebruik moeten zoeken en dearam ver
dient de Christelijke Filmactie als worsteling
met dit vraagstuk .onzer* steun."
Voorts merkt dr Hommes over de cineac op
„Het probleem is hier eenvoudig. M.i. moe
ten wij onze zakenmensohen stimuleeren om
te komen tot oprichting van cineacs, waar
heen wij zelf kunnen gaan om het wereld
gebeuren in beeld te zien en waarheen we
onze kinderen ook met een vrije en goede
oonscentie kunnen zenden, zonder bezorgd te
zijn, dat het journaal toch weer doorspren-
keld wordt met allerlei pikante en prikke
lende saus. M.i. liggen in een cineac, beheerd
door menschen, die het volk waarachtig die
nen willen, ook voor het Evangelie rijke
mogelij kheden
Nog een imposante opname van de situatie te Haarloo, ten Z.O. van Deventer, waar de
geweldige ijsmassa's meer van de dijken vergen dan ze verdragen kunnen.
Vice-admiraal Pinke
penstilstandsverdrag: de minimum tegen
stand voor de veiligstelling van de troepen
en voor de vervulling van hun plicht.
Men dient niet te vergeten, aldus vervolgde
adm. Pinke, dat de con trol eerende werk
zaamheden der marine slechts ten doel heb
ben subversieve actie te voorkomen. Het va
ren ter zee van de republikeinen heeft
meestal betrekking op infiltratie van strijd
krachten en propagandisten, hetgeen volko
men in strijd is met de bestaande bepalingen.
De bonafide prauwenvaart, bestemd voor
de vischivangst, wordt volkomen vrijgelaten.
Niet uit zwakte, zoo zeide adm. Pinke. maar
omdat wij de goedgezinde bevolking in geen
enkel opzicht iets te kort wenschen te doen.
Adm. Pinke is er de man niet i^ar, om zijn
medemenschen wat op de mouw te spelden.
En wanneer hij dan zegt, dat de republikein-
sche propaganda doelbewust onjfliste berich
ten de wereld instuurt is er geen reden om
zijn woorden in twijfel te trekken.
„Wij doen slechts onzen plicht", zoo besluit
adm. Pinke, „doch wij zullen niet schromen
krachtige maatregelen te nemen, wanneer de
tegenpartij zich schuldig blijft maken aan
grove schendingen van het onlangs gesloten
wapenstilstandsverdrag."
Met die wetenschap voor oogen, en de doel
bewustheid kennende, waarmede de jongens
van land en zeemacht zich van hun taak
kwijten, behoeven Nederland en Indië zich
geen zorgen te maken voor de toekomst!
Het is een triest gezicht, de jongste overstrooming van de Berkel 'en de Bolsbeek. Met lange
laarzen aan en gewapend met een schop spoeden de boeren van Haarloo zich naar de meest
kritieke plaatsen om versterkingen aan te brengen, teneinde het onheil zooveel mogelijk
U beperken.
De Belgische regeering heeft een overeen
komst geratificeerd om 20 000 verplaatste
personen uit de Amerikaansohe zone van
Duitsdhland in de Belgische mijnen toe te
laten. Over 3 weken vertrekt de eerste ©roep
naar België.
NED. MARINE IN WEZEN
EEN POLITIE AGENT
(Van onzen Indië-redacteur)
Het is een. vriendelijke, innemende per
soonlijkheid, admiraal Pinke. Hij spreekt
rustig en bedaard. Slechts op die oogenblik-
ken, waarin de oprechtheid van de Neder
landsche Marine in twijfel wordt getrokken,
verheft zijn stem zich, om onmiddellijk weer
terug te vallen tot diien vertrouwden, kame
raadschappelijk en toon.
Zaterdag Jl. ontving vice-adm. A. S. Pinke,
als commaridat Zeemacht in Ned.-Indië, de
journalisten in hotel „De Witte Brug" te Den
Haag. Op duidelijke wijze schetste hij hierbij
de taak van de Nederlandsche zeestrij dkraoh-
ten ln den Archipel. Als volkomen onwaar
wees hij alle beschuldigingen, inzake de
„Martin Behrman", van de hand. Hetgeen de
marine doet, is slechts die zeevaart tegen te
gaan, welke in strijd is met het Wetboek van
Strafrecht.
Enkele, alleszeggende voorbeelden, haalde
adm. Pinke aan, om te bewijzen, dat de goe
deren, welke uit de republikeinsche havens
worden uitgevoerd, niet op normale wijze
verkregen werden: een ton rubber had kort
geleden als tegenwaarde.... een revolver,
terwijl een dubbele hoeveelheid van het pro
duct niet meer dan een stengun opbracht!
Terugkomende op de taak der marine, zeide
adm. Pinke, dat zij tweeledig is. Allereerst
wordt de in- en doorvoer van militaire goe
deren, bestemd om het Nederlandsche gezag
t>e bestrijden, met hand en tand tegengegaan.
Daarnaast, en dat betreft de „Martin Behr
man", wordt opgetreden tegen den uitvoer
van goederen, welke voorkomen op de ver
bodslij st der Ned.Ind. Regeering. Het recht.
dat hierbij toegepast wordt, is geen oorlogs-,
>maar zuiver vredesrecht. Er is geen sprake
van blokkade, contrabande of prijsreoht, al
dus adm. Pinke, evenmin als de bewering,
dat een nieuw recht zou zijn geschapen,
waarheid bevat.
Het werk'der marine schetste adm. Pinke
als dat van een politie-agent. Wordt een ver
dacht schip in territoriale wateren aangetrof
fen, dat wordt hert, voor nader onderzoek,
naar een haven opgebracht. Daar eindigt de
taak der marine, de justitie dient te beslissen
wat er verder gebeuren moet.
De handhaving van deze wetten, zoo ver
volgde adm. Pinke, heeft niets te maken met
de wapenstilstajndsovereenkotmst of met de
onderteekening van Linggadjati. Slechts als
'het Nederlandsche rechtsgebied verandert,
zal de politie-agent zijn terrein van actie
moeten verplaatsen; slechts als de wetten
veranderen, zal hij de oude wetten niet meer
behoeven te controleeren.
Daar wij echter niet van plan zijn, ons uit
ons rechtsgebied te laten verdrijven zoolang
de bestaande wetten gelden, wordt tegen
iedere actie een tegenactfê ingezet, geheel
overeenkomstig de voorwaarden van het wa-
daging te aanvaarden op nader te bepalen
voorwaarden, die in dit geval voor hem en
den uitdager dezelfde zullen zijn. Daarna zal
dan de volgende match volgens het vastge
stelde schema in 1950 plaats vinden.
Euwe en Eliskases leiden in Mardelplata
Na de vierde ronde in het tournooi te
Mardelplata (Arg.) gaan Euwe en Eliskases
met ieder 3*& pnt aan den kop, gevolgd door
Guimard, Stahlberg, Maderna en Pilnik met
ieder 3 punten. Najdorf bezet de 9e plaats
met 2 punten en 1 afgebroken partij. Euwe
won z'n afgebroken partij uit de derde ronde
van Sanguinetti en sloeg in de vierde ronde
den Argentijn Iliesco.
VOORSTEL VAN DEN KON.
NED. SCHAAKBOND
Het bestuur van den Kon. Ndd. Schaak
bond zal op het eerstvolgende congres van
de Intern. Schaakfederatie .(begin Augustus
in Nederland) voorstellen, dr Max Euwe te
benoemen tot wereldkampioen ad interim,
zulks omdat Euwe vóór -den overleden
Aljechin titelhouder is geweest, hij nog
steeds tot de sterkste spelers ter wereld be
hoort, hij zich alle .denlffcare moeite heeft
gegeven een wedstrijd tot stand te brengen
tusschen de zes candidaten voor den wereld
titel en bereid is, voor 1947 en 1948 elke uit-