Voordrachtskunst in tweeërlei vorm gebracht Delftsch sergeant redde Medischen Dienst 't Is 12 Maart 1947de vorst begint nog eens Geen zeerooverij NIEUWE LEID8CHE COURANT WOENSDAG 1» MAART 19*7 NEL OOSTHOUT EN HAAR STUDIE VAN JEANNE D'ARC De voordrachtskunst in ons land kent enkele groote," representatieve figuren, weliswaar onderling geheel verschillend, maar toch allen van een peil, dat tot over de grenzen geroemd wordt. De differentiatie irf'de voordrachtskunst vindt haar oorsprong in twee rich tingen, n.l. de eigenlijke declamatie en het tooneelmatige voordragen, het acteeren, welke beide rich tingen weer in meerdere uitingsvormen zijn onder te verdeelen. De declamatie brengt het woord-an-sich, suggereer altleen door de stern- middelen de. beweging van het gedicht of verhaal en vermijdt derhalve, in haar hoogsten vorm, de uiterlijke handeling, welke het- ge sproken woord moet ^siuggereeren. Deze uiter lijke handeling kan vooral zoo funest zijn bij het zeggen van gedichten. De dichter schreef, tenzij hij. een dramatisch spel in tooneelvorm maakte, zijn gedicht niet om het te laten voordragen, of beer plastisch te laten uit beelden, evenmin als Bach zijn orgelwerken schreef om alle registers op uit te probeer en. Nel Oosthout in haar prachtige creatie van Jeanne d'Arc, waarmee zij in Enge land zulke triomphen vierde. De directe ontroering legde de dichter in versvorm vasit, zonder zich daarbij te be zinnen op een andere plastiek dan zijn woord plastiek. We moeten het gedicht zien als een versterking van de suggestie, welke alleen door het zeggen haar uitwerking heeft en geen uiterlijke beweging als een „blauw-potlood- streep" behoeft. Dit is een pathos, dat declamatorisch onvermogen moet maskeeren. De andere vorm van voordrachtskunst, het tooneelmatige voordragen, vereischt andere maatstaven. Hier is 1 de zichtbare handeling zoo niet primair, dan toch in ieder geval zeer belangrijk. Bij een werk als Shake- speare'5 „Hamlet" bv., hoe veelzeggend de tekst op zichzelf ook is, zijn het auditieve en het visueele element onaf scheid enlijk aan elkaar verbonden en in bonte mengeling bewegen de tooneelspelers zich op de speel ruimte om de suggestie zoo sterk mogelijk te doen zijh en zoowel in beweging als in spraak de uit te beelden persoon tot een levende realiteit te maken. Het instudeeren van een toonèelwerk gaat dan ook niet zon der moeite gepaard. Elke acteur of actrice moet zich volkomen concentreeren op de juiste typeering van de tooneelfiguur r en elke regisseur zal steeds weer trachten 'den persoon van den acteur op den achtergrond te laten verdwijnen. Moeilijk wordt het dan ook als één acteur meerdere figuren moet typeeren en het is de groote verdienste van enkele onzer voordrachtskunstenaars, om een geheel tooneelwerk, waarin de handeling ge schiedt door meerdere personen, geheel al leen uit te beelden. Ons land kent twee kunstenaressen, die alhoewel geheel ver schillend van genre de kunst verstaan in hetzelfde costuum, met dezelfde grime en voor hetzelfde décor, een beweeg van ver scheidene menschen te kunnen suggereeren en meerdere karakters te kunnen typeeren; het zijn Charlotte Kohier en Nel Oosthout. Over Oharlotte Köhler later, thans Nel Oost hout. Geboren in Apeldoorn, waarna zij in Den Haag de meisjes-HBS doorliep, werkte zij kort op de Tooneelschool, alsmede eenigen tijd in München. Het spelen in groepsver band bracht haar reeds vroeg veel succes, doch zij zocht naar een vorm, waarin zij geheel haar dramatisch vermogen zou kunnen uitleven. Onder leiding van haar man, den regisseur Albert, van Doorn, maakte zij een grondige dramatische training door, waar na zij zich in staat voelde een geheel eigen stijl te ontwikkelen en naar werken ging zoeken, welke niet alleen voldoende inspi ratie aan haar zelf zouden geven, maar ook voor het publiek van beteekenis zouden zijn. Teneinde ook haar stemmiddelen juist te gebruiken, werden vooraf gedichten en prozastukken bestudeerd en met een uiterste van klankplastiek weergegeven binnen de grenzen van- stijl en vorm, aangegeven door den inhoud ervan. Als eerste tooneelwerk werd „Jeanne d'Arc" van Bernard Shaw onder handen genomen en het is het merk waardige bij de keuze der stukken, dat Nel Oosthout steeds zocht haar werken, han delend over groote figuren, welke nog steeds iets te zeggen hebben. „Ik wil^het publiek de groote figuren der menschheid toonen en het doordringen met de kracht van hun geestdrift, moed en opofferingsgezindheid", zei Nel Oosthout mij onlangs en zij heeft bewezen, dit te doen. „Hoe wordt nu een werk als bv. „Jeanne d'Arc" onder handen ge nomen? Allereerst wordt natuurlijk het karakter van de hoofdfiguur in groote lijnen vastge steld. Eerst de vervoering, persoonlijke inspi ratie en het heilig enthousiasme om een groote 2aak te dienen, later de tragiek bij haar veroordeeling door de gezamenlijke machten van Staat en Kerk. Na het volko men uitwegen van dit karakter, worden de andere figuren bestudeerd en daar omheen gegroepeerd, hun spel tegenover en met el kaar geregisseerd1, alsof het een troep was. Bij het doorlezen van- Shaw's werk, kunnen we een geweldige, innerlijke ontwikkeling, die Jeanne d'Arc doormaakt, constateeren. Juist deze ontwikkeling over te brengen in de voordracht, was een taak, welke Nel Oost hout zich voor alles stelde. Zoo werd dit werk tot in alle details bestudeerd, enkele zuiver Fransch-historische bekortingen door gevoerd en na een jaar strenge voorbereiding voor het publiek gebracht. Bij de laatste op voering van dit werk door Nel Oosthout in Den Haag trof mij wederom de schier vol maakte suggestie, welke Nel Oosthout met enkele bewegingen en stappen bereikt. Deze vertooning treft, zooals ook in de andere door Nel Oosthout gebrachte stukken als „De Krljtkring" van Li Hing Tao, „Thomas More" van Henr. Roland Holst en „Don Quichotte verbannen" van Loenatsjarski, door de echt heid van typeefing niet alleen, maar ook door het begrip van tempo en rhythme, van ruim- teverdeeling en harmonischen opbouw, van bewegen van talrijke figuren en wijziging van scenes. Zoo is Nel Oosthout in staat van alle figuren de meest getrouwe typeering te geven, daanbij geholpen door een sterk mi misch vermogen en de prachtige articulatie- mogelijkheden van haaT stem. Na de studie van Shaw's .Jeanne d'Arc" in het Engelsch. bracht een tournée door Engeland haar vorig jaar ongekende suce^sen en terecht schreef de Britsche pers:: „a unique performance of the dramatic art mastery of mime and mo vement". Deze kunstenares, die tij lens de bezetting elke medewerking aan de Kultuur kamer weigerde, heeft aldus een geheel eigen stijl ontwikkeld en is in onze dramatische voordrachtskunst een figuur van grootg be*. Corn. Basoskf. MAAR IS NU „TE OUD" VOOR VAST VERBAND (Van een onzer verslaggevers; Het is geen wonder, dat in een land, waar in de vette kluiven der bijzondere rechtsple ging in veel gevallen buiten het prikkeldraad flaneeren, totaal pnsöhuldigen soms ver schrikkelijke dingen meemaken. Een" van de sprekende voorbeelden daar van is seTgeant F. G. L. Tierates uit Delft, één van de illegale paarden, die de haver, die ze verdienden, niet gekregen hebben. Nu gaat het in de eerste plaats niet om het krij gen van het één of ander. Maar sergeant T. is het slachtoffer geworden van een gruwe lijk onrecht e>n daar moet toch iets aan té doen zijn. In 1940 stond Tierates als Roode Kruis- soldaat op Ockenburg. Hij maakte er ver schrikkelijke dagen mee/^cwam behouden te rug en werd in den Opbouwdienst geplaatst en zag die instelling overgaan in den Arbeids dienst. Niét alzoo Tierates. Hij bleef op post, als magazijn beheerder van het Roode Kruis. Hij deed dat in opdracht van zijn militaire superieuren. De bevrijding leerde, hoe hij zijn taak opvatte. Een heel magazijn van de meest kostbare-, schaarsche- en noodige me dische instrumenten, voorwerpen, zieken huis uitrustingen, operatiekamerinstallaties, medicijnene.d. dook i«i de magazijnen van den Arbeidsdienst onder. Na Dollen Dinsdag werden er hulpziekenhuizen in Woudenberg, Scherpenzeel (kraamvrouwenkliniek van dr de Groot) Ede en Veenendaal yan ingericht, tot groote vreugde van de artsen, die de han den in elkaar sloegen van verbazing om wat er nog was en van de bevolking, die van alles berooid, ziek en gewond, hier hulp vocid. Daar is veel list voor noodig geweest. Maar in eenige jaren ondergrondschen strijd leerde de heer1 Tierates dat aan. Hij hielp vele tien tallen Joden, hij redde, bij spoorwegaan slagen gewonde jonge illegale werkers van DOOI GAF SLECHTS EVEN VERADEMING Koning Winter heeft een paar dagen adem geschept, om nog een laatste dur ven we haast niet te zeggen krampach tige aanval op de macht over het weer te kunnen doen. Was er gisteren alüe aanleiding om te Verwachten, dat het nu eindelijk eens lang zaam lente ging worden, thans meldt het K.N.M.I., dat zich weer een nieuwe koude luchtstroom over Europa uitstort, die in Zweden de thermometers tot 30 gr. onder nul deed dalen. In Denemarken vroor het vanmorgen 10 tot 15 gr. en ook in ons land kwam het kwak weer onder nul. Nergens was het evenwel meer dan 5 gr. Heel traag ontwikkelt zich een nieuwe depressie, die een volgende aanval op de vorst gaat onder nemen, hetgeen waarschijnlijk weer met sneeuw gepaard zal gaan. Hoewel een sneeuwvacht in de steden, die juist schoon zijn, weer veel narigheid zal brengen, is het voor den land- en tuinbouw wensohelijk, dat de reeds gezaaide producten bij her- nieuwe vorst, door sneeuw beschermd zijn. In tusschen heeft de dooi van gisteren, die naar ieders meening definitief was, ook in het geheele land zijn narigheden gebracht. Het verkeer in* Friesland werd bijna geheel femgelegd door de gladheid. Het melk ver voer naar de steden werd volkomen onmo gelijk. Den nacht tevoren hadden zware regenbuien bij een temperatuur onder nul straten en wegen met een hobbelige laag ijs bedekt. Op Ameland waren de dorpen door sneeuwverstuiviTigen onderling van elkaar afgesloten. Reeds 15 dagen zijn de bewoners van familieberichten verstoken en verschil lende ontslagen patiënten wachten in het Leeuwarder ziekenhuis op een gelegenheid om naar hun eiland te komen. Op het strand liggen de schotsen metershoog opgestapeld en slechts een enkel open plekje toont de Noordzee. In 1942 voer de postboot 52 dagen achtereen niet en thans heeft zij reeds in geen 80 dagen gevaren en nog steeds is de Waddenzee een onoverkomelijke ijsmassa. Dank zij een gezamenlijke krachtsinspan ning van de Urkers, hebben het beurtschip en de „Insula" elkaar gisteren in het kanaal naar Emmeloord ontmoet, zoodat door dit vaarwater de aanvoer van de zoo noodige levensmiddelen weer mogelijk is geworden. De levensgevaarlijke tochten over den Kaon- perdijik door de vrachtrijders Basterkamp en Van Slooten, die hun wagens zoo goed als verloren zijn, behooren dus tot het verleden. De winter begint zoo langzamerhand ge woonte te worden, maar later spreken wij, zooala onze grootvaders nu over 1890, over den nog langeren, bannen winter van 1946/ 1947. Voor April verwacht De Bilt echter hoogere temperaturen dan normaal. De rivieren en de dooi In verband met dood en hevigen regen in het stroomgebied van den Rijn, wondt ver wacht, dat de huidige hooge stand van de Nederl. Rijntakken nog enkele dagen zal aanhouden. In de Maas, die eveneens vrij hoog is, zijn alle stuwen, behalve die in Grave en Lith, geopend. Gisteravond heeft het drijfijs zich tusschen de brughoofden van de schipburg in den IJssel bij Deventer vastgezet, zoodat de pas weer ingestelde veerdienst moest worden opgeheven. De stad wordt beveiligd tegen het wassende water en het drijfijs. Vooral de spoor- en schipbuig zullen het nog zwaar te verduren krijgen. Op den Rijn bij- Arnhem was gis teravond nog slechts licht ijs en de Waal bij Nijmegen was ijsvrij. HERDENKING ILLEGAAL WERKER UIT SURINAME. Vrijdag a.s. wordt in de R.K. Kerk te Amersfoort om 11 uur een requiem-mis op gedragen voor Segundo Jorge Adelberto Ecury, een jong illegaal werker van Aruba, die op 22-j. leeftijd op 6 Nov. 1944 tezamen met 12 medestrijders door de Duitschers in de Wassenaarsche duinen ie gefusilleerd. De zaak van de „Martin Behrman" in Indië heeft nogal stof doen opwaaien en misschien heeft deze en gene zich afgevraagd waar dit weer toe leiden zal. Nu is de zaak vrij nuchter en het recht, dat aan Neder landsche zijde is, zal hierbij zijn gewonen k>op hebben. Waarschijnlijk zal de machtsgroep-Soekamo eerder dan anders zelfstandig handelsbetrek kingen kunnen aangaan. Niettemin hebben het gebeurde met het Amerikaansche schip, het optreden van Hr. Ms. torpedobootjager Kortenaer en de houding van den Ameri- kaanschen gezagvoerder wel enkele punten, die wij uit zee-historisch en zeerechterlijk standpunt nog iets nader willen zien. In de eerste plaats de vraag, of een oor logsschip in volle zee het recht heeft een, koopvaarder aan te houden, te doorzoeken, en op te brengen? Het antwoord daarop moet bevestigend lui den. Dit recht van een oorlogsschip steunt op het zeebuitrecht. Zoolang dat buitrecht als volkenrecht, blijft gehandhaafd, zoolang kan een oorlogsschip van een erkenden staat elk willekeurig koopvaardijschip aanhouden, doorzoeken en zoonoodig opbrengen. _Wat de Britsche marine ten aanzien van. schepen met Joodsche vluchtelingen op reis naar Palestina doet, steunt op het recht van aanhouding, insitatie en opbrengen. President Paul Kruger is juist met een oor logsschip van Zuid-Afrika vertrokken en niet met een koopvaarder. Een koopvaardijschip, zou in volle zee door een Britschen kruiser kunnen worden aangehouden en Paul Kruger van boord gehaald. Van een oorlogsschip kan dat niet, omdat oorlogsschepen territoir zijn.- En wat voor een oorlogsschip in volle zee geldt, is zeker van kracht in de eigen ter ritoriale wateren. Het optreden van Hr. Ms. torpedobootjager „Kortenaer" tegen de „Martin Behrman" is zoowel in open zee als^binnen de territoriale wateren ten volle gerechtvaardigd. Dit is geen zeerooverij. Zeerooverij zou zijn, als Soekar- no een vloot op zee had en tot deze daden overging. Tenslotte iets over de houding van den gezagvoerder van de „Martin Behrman". De gegevens hierover zijn wat verwardj Zooveel is wel bekend, dat hij tijdelijk het commando over zijn schip heeft neergelegd. Een uitzonderlijke daad. Er zou over de laatste vijf en dertig jaar Nederlandsche zeegeschiedenis een oneindige lijst van schepen te maken zijn, die alle door buitenlandsche oorlogsschepen werden aan gehouden en opgebracht zijn en waaruit de lading werd gelost. Op al die schepen voer den Nederlandsche gezagvoerders het bevel. Zij protesteerden maar behielden het com mando. Er was dan ook geen sprake van, dat hun, particulier -iets in den weg werd gelegd. Ik herinner me in den vorigen oorlog van St. Petersburg (Leningrad) te zijn vertrokken, met een wacht van Russische marine solda ten aan boord. Zij betrokken bepaalde pos ten, maar de gezagvoerder 'behield het com mando en in Kroonstad gingen ze weer van boord. Nog een voorbeeld wil ik noemen: Toen ons land neutraal was (19141918, 19391940), werd de post van onze schepen gehaald. Dat was in strijd met het volkenrecht. De be trokken gezagvoerders protesteerden, zij moesten voor overmacht zwichten, maar zij hielden het commando. Geen enkele Neder- men. Hij benadeelde daarmee de vaderland- landsche gezagvoerder die gedaan heeft wat sche zaak. Dat kon T. hem niet hertellen dez€ Amerikaansche kapitein deed: niet lan- gaan. T. begreep H's dienstijver niet. De man £€r commando voeren. Dat zou ontijdig teekenis geworden. den dood, door hen uit him schuilplaatsen weg te slempen en in z"n noodziekenhuizen onder te brengen, hij werkte samen met ille gale strijders wier namen een klank als een bronzen klok hebben, kortom hij liet niets na om zich voor Koningin en Vaderland ver dienstelijk te maken. Zooals dat Vaderland zijn verdienstelijke zonen eert Indertijd is iederen illegalen werker uit Londen vrij mandaat gegeven. .Baboteér, werk tegen, bestrijd deci mof, waar je hem vinden en raken kunt. U hebt onzen zegen". Dat was de toon der regee'ringsverk-laringen. Tierates liet zich dat geen tweemaal zeg gen. Afkomstig uit Den Haag, woonde hij echter in Veenendaal in een Jodenhuis. ïlij vond dat vervelend en hij had de Joodsche familie, die er toch niet kon blijven wonen onderduikadressen en meubelopslag aange boden. Hij ""beheerde een radios in gebruik bij den Arbeidsdienst, maar belangrijk con tact voor de illegale beweging, waar het om het beluisteren van Engeland ging. De Vee- nendaalscfhe politieman Hendriks acht to zich eens geroepen, het apparaat in beslag te ne- had Jbdentransporten begeleid, moederziel alleen. De vermaning de slachtoffers van de Duitschers te laten onsnappen en mee onder te duiken had H. uit angst van de hand ge wezen. Dat ergerde T. Toen H. de radio had meegenomen, zei hij„Je zult hem terugge ven, al moet ik hem door de Feldgendarmerie laten halen". In de bijltjesdag-mentaliteit van de eerste dagen na de bevrijding, was dat voldoende om T. achter het prikkeldraad te krijgen, ge arresteerd door den tot P.OJD.-hoofd gebom- bardeerden politieman Hendriks. Hét Utrechtstihe Tribunaal heeft de zaak uitgezocht en Tierates van allen blaam gezui verd. Zijn commandant vaardigde een dienst order uit, die hem in oer en waardigheid her stelde. Maar dat alles geschiedde, nadat T. acht maanden onschuldig tusschen S.S.-ers in Amersfoort had gezeten en ieder oogenblik leans liep van deze .lotgenooten' precies zoo veel slaag te krijgen als hij hebben wilde, omdat hij een militaire uniformbroek droeg en ze hem begroet hadden met de kreet „Ha jongens een BB.-er". Je moet maar boffen. Deze ellende overkwam den heer Tierates nadat hij bericht kreeg dat zijn eene broer tegen de Duitschers sneuvelde in Mei 1940 en de andere, na bij een razzia gepakt te zijn, in een Duitsch kamp omkwam. Maar het smadelijkste bleef voor hem nog over. Vijf jaar zorgde, hij uit handen van de Duitschers te blijven. Als burgerarbeidscon- tractant werkte hij in den Arbeidsdienst, wat hem iedere week een kapitaal aan salaris scheelde in vergelijking tot hen, die zich wel in uniform staken, terwijl hij er bovendien schip verlaten zijn" en derhalve strafbaar. Artikel 360 van het wetboek van Koophan del zegt: Indien een schip wordt opgebracht, aangehouden of opgehouden is de kapitein verplicht het schip en de lading te reclamee ren en de daartoe noodige maatregelen te nemen. Hij geeft van het gebeurde dadelijk kennis aan den reeder en aan den bevrach ter en handelt zooveel mogelijk in overleg met 'hen en volgens hun orders. In de meeste gevallen is dat overleg met den reeder onmogelijk. Blijkbaar kon de ka pitein van de „Behrman" dat wel. Ontheft de reeder den kapitein van het commando, dan is dat een zaak des reeders. Slechts in één geval legt de gezagvoerder het bevel over zijn schip neer, n.l. indien het schip onder een andere, dat is onder een vreemde vlag zou worden gebracht. Dit is in Maart 1918 aan meer dan tachtig Nederlandsche schepen, liggende in Amerikaansche en Brit sche havens, overkomen. Als één man hebben toen alle Nederland sche gezagvoerders,, officieren en manschap pen hum functies neergelegd. Een daad die groote indruk in de wereld heeft gemaakt. W. E. VAN PQPTA. in overleg met zijn commandant van vóór den oorlog werkte. Den Staat verplichtte hij aan zich door het sa u vee ren van ^en zoo be langrijk onderdeel der medische verzorging van het léger, maar thans blijven zijn po gingen om in vasten militairen dienst te ko men zonder succes. Hij is te oud! Het komt ons voor, dat er, na alles wat Tie rates meemaakte reden is zich de beloften van onze Londensche regeering te herinneren! Aan de gezichtjes der kleine patiënten van „Bronovo" te Den Haag was wel te zien, hoe gelukkig zij waren, toen him gistermiddag eenige geschenken werden overhandigd, welke door het Amerikaansche Jeugd-Roode Kruis waren ingezameld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1947 | | pagina 7