Gesprek met 't Prinselijk Paar op Soestdijk
Von Hindenburg's testament werd vervalscht
NIEUWE LEIDSCUE COURANT
VRIJDAG 31 JANUARI 1MT
TRIX ORGANISEERDE EEN
GEZELLIGEN MIDDAG
(Vervolg van pag. 1)
Reporter: „Stellig niet".
Prins: „Eigenlijk is men dus met de ihoop
op een jongen een beetje unfair".
Reporter: „Ongetwijfeld zal dan ook
heel ons volk zich met U verheugen, ook
wanneer er een vierde Prinses mocht ko
men. Maar heeft U aan de kleur van de
kleertjes, die U zijn toegezonden, nog kun
nen bemerken, hoe de verwachting van de
breisters is? Ik meen, dat rose een meisjes-
kleur en blauw een jongenskLeur is".
Prinses: „Nou, het is zoowat half om
half. En 7er is ook een heeleboel wit bij, dat
is in ieder geval onpartijdig!'.
Reporter: Is Uwe K. H. tevreden over
het voorloopige resultaat der geschenken
actie?"
Prinses: „Niet alleen tevreden, maar
veel sterker, ik ben er door geroerd, dat in
Nederland, waar textiel zoo schaarsoh is,
van zooveel verschillende kanten Hbe gaven
zijn toegestroomd! Ik had niet durven hopen,
dat er meer dan 12.000 stuks babygoed inge
zameld zouden worden. Hierbij werd ik her
haaldelijk getroffen door de groote hartelijk
heid, die uit de gaven bleek. De moeders van
groote gezinnen, die toch zoo moeilijk iets
missen kunnen, zonden een kleedingstukje.
Leerlingen van allerlei scholen stuurden, wat
ze op de handwerkles onder deskundige led-
ding hadden gemaakt. Jeugdverenigingen
breiden in hun vrijen tijd, vrouwelijk per
soneel van een fabriek kwam iedere week op
een vrijen avond bijeen en breide gezamen
lijk babyuitzetjes. Fabrieken in Jlederland en
Nederlanders in het buitenland zonden goede
gaven. De U.V.V. heeft met dit alles heel
veel werk en ik wol dan ook graag van deze
gelegenheid gébruik maken, om het hoofd
bestuur, de provinciale vertegenwoordigsters
en de afldeelingen héél hartelijk te danken
voor al het werk, dat door haar verricht
wondt".
Reporter: „Nu wij tocji even in Uw ge
zin mogen vertoeven, mogen wij U ook nog
wel eens vragen, ons wat over Margriet te
vertellen? Voor wat de twee oudste doch
tertjes betreft, de heel huiselijke vraag: lee-
ren ze goed?"
Prins: „Och, dat gaat gelukkig wel. Als
ouders waardeeren wij het bijzonder, dat de
school zoo ruimschoots de mogelijkheid
geeft, om gaven van verstand en hart te ont
wikkelen. De school maakt haar ook zoo zelf
standig (Prinses: „Ja, dat is waar"). Zoo or
ganiseerden Trtix en Ireentje b.v. die vorige
week, zonder hiudjp van. iemand anders, voor
de bewoners en het personeel van ons huis
^en voorstelling. Vooral Trix is dol op orga-
mseeren. Zij brachten zelf de uttnoodigingën
rond en verzorgden zelf, tezamen met Mar
griet, het heele programma".
Reporter: „Schitterend. En, wanneer
ik u vragen mag, wat hield dat programma
in?"
Prinses: „Nou, enkele gymnastische en
acrobatische prestaties van de kinderen,
waar Ireentje vooral van houdt. En verder
een poppenkastvertooning van Jan Klaassen,
die den zieken Koning met een wonderdrank
beter maakt. De opbrengst van de voorstel
ling was voor het Roode Kruis; dat hadden
ze óók zelf bedacht. Iedereen moest bij den
ingang van hét zaaltje aan Trix en Ireentje
iets betalen. „Zooveel men missen kan",
stond er op de convocatie. Samen zaten ze
achter een tafeltje en schrapten de namen
va<n de lijst af, zoo gauw de gast betaald
had. Maar zoo'n voorstelling in je eigen huis
heeft natuurlijk zijn speciale bekoring".
Reporter: ,,Bij de komst van de Prin
sesjes in Nederland hebt U het verzoek ge
richt tot alle Nederlander, om Uw kinderen
zooveel mogelijk vrij te laten. Heeft de be-
1797 - SCHUBERT - 1947
Nu het vandaag 150 jaar geleden is, dat
de componist Franz Schubert geboren werd,
komen onze gedachten vanzelf op het tijd
perk der romantiek in de muziekgeschiede
nis. In deze romantiek, waartoe ook Schu
bert behoort, is er een kennelijk streven
bij de kunstenaars om zich aan de nuchtere
om zich met gedroomde idealen tevreden te
werkelijkheid van het leven te onttrekken,
stellen, met alle buitensporigheden, welke
deze instelling
met -zich mee
brengt. De meest
individueele
stemmingen wer
den op de meest
individueele
wijze in klanken
omgezet, waar- j;
door de kunste- j:
n aarsgeest soms
uit de omlijsting
van het aesthe-
tisch verantwoor
de dreigde te
barsten. Ook
Schubert was eer
kind .van zijn
tiid. doch ziin
harmonisch ont- FRANZ SCHUBERT
wikkelde kunste- (teek. J. v. d. Linde jr)
naarsnatuur bewaarde hem voor de drama
tische ontladingen van zijn tljdgenooten en
deed zelfs zijn schoonheidsideaal stellen
tegenover dat van Beethoven, voor wien hij
echter groote vereeering had. Tegenover
diens dramatiek plaatste hij zajn lyriek, al
bleef hij dan in kracht en vormbeheer-
sching meestal achter Beethoven. In één
vorm echter overtrof hij al zijn voorgan
gers en wel in het kunstlied, dat hij tot een
hoogte bracht, waarop eerst Hugo Wolf hem
kon evenaren. In dezen kunstvorm bleek hij
echter vaak de echte romanticus, wiens
fantasie soms te ver voerde, terwijl daar
naast de keuze van de teksten zijner lie
deren niet erg critisch was. Dit in tegenstel
ling met Hugo Wolf, die eerst door de litte-
raire of geestelijke waarde van een gedicht
geïnspireerd moest worden, alvorens hier
voor" muziek te maken. Niettemin blijft
Schubert de groote liedercomponist en
schepper van kleine vormen (Kamermuziek).
In de eenvoudige schoonheid zijner melo
dieën, in de groote kundigheid zijner con
structies en in de eerlijke, natuurlijke ont
roering zijner harmonieën ligt zijn kracht.
volking daar in het algemeen goed gevolg
aan gegeven?"
Prinses: „Sommige menschen hebben
het goed begrepen en anderen minder goed.
Die hebben er natuurlijk niet zoo erg over
nagedacht. Het is natuurlijk dom en onver
standig tegenover kinderen, om ze niet vrij
te laten, maar andere menschen hebben het
ook weer juist uitstekend begrepen".
Reporter: „Ja, juist. Dan had ik U
graag nog dit willen vragen: .Wij hebben nog
nooit een foto gezien van de Prinsesjes op
het ijs. Hebben ze wel eens schaatsen gere
den, of houden ze daar niet van?"
Prins: „O, ze zijn dol op schaatsenrijden.
Ze hebben verleden winter hier al kunnen
schaatsenrijden en toen ging hst vrij aardig,
en ook dezen winter, nu ze veel meer de ge
legenheid hebben door d.e felle kou iets
wat voor de meeste menschen buitengewóón
onaangenaam is terwijl het voor" kinderen,
in verband met schaatsenrijden natuurlijk,
ideaal is. Zij zijn iederen dag op het ijs en
ze kunnen het al heel behoorlijk. Maar ze zijn
'niet alleen met schaatsenrijden bezig, ze
rijden paard, vrij geregeld, op kleine paard-
jes en ook op een groot paard en dan heb
ben Ie in Canada geskied".
Reporter: „En wanneer ik dan nog
even in de sportieve sfeer mag blijven:
Margriet heeft van haar peetvaders van de
koopvaardij een schip op wielen ten ge
schenke gekregen. Heeft zij sedertdien al
eenige zeevaartkundige kwaliteiten ten toon
gespreid?"
Prins: „Ja, ze zit er den heelen tijd in
en maakt alleen daarmee bij ons in huis een
beetje de gangen onveilig, want die zijn na
tuurlijk buitengewoon prettig om daarin
rond te rijden".
Reporter: „Slagzij zal het schip wel
niet maken?"
Prins: „Nee, gelukkig ndet".
Repo.rter: „Mag ik dan nog tenslotte
deze vraag stellen: Hebben Uwe Kon; Hoog
heden ten aanzien van de te verwachten
blijde gebeurtenis nog bepaalde wenschen?
Het zal ons allen een groote vreugde zijn,
hieraan te kunnen voldoen".
Prins: ,,Juist".
Prinses: „Toen ik indertijd met het
hoofdtoestuur van de U.V.V. sprak, heib ik ge
vraagd, om voor ons persoonlijk geen ge
schenken te zenden. De nood in het land is
nog veel te groot. Maar wij beiden zouden
het heerlijk vinden, als die geest van offer
vaardigheid, die ons zoo getroffen heeft bij
de actie van de U.V.V., zou blijven voortbe
staan. Als men daadwerkelijk wil helpen om
nood in eigen omgeving te lenigen, dan zou
een groote wensoh van ons beiden worden
vervuld".
Reporter: „Kon. Hoogheden, mag ik
mij dan aan hét einde van dit vraaggesprek
den tolk maken van alle landgenooten, met
een woord van echtgemeenden dank voor
Uwe gastvrijheid. Ons aller gedachten en ons
aller gebeden zullen U en Uw gezin in de ko
mende dagen omringen".
Ip Spakenburg tobt men ook met kolengebrek. Maar daar heeft men gelukkig de beschikking
over tiirf, die in allerijl gelost wordt en waarbij ook de vrouwen dapper meehelpen.
VON PAPEN MOET ZICH ER
VOOR VERANTWOORDEN
Tijdens het proces tegen den voorm. nazi
leider Von Papen, dat thans te Neurenberg
wordt gevoerd, is gebleken, dat Von Papen
volgens zijn bewering op verzoek van Von
Hindenburg in de lente van 1934 een ont-
werp-testament voor hem had opgesteld, het
welk bestond uit twee deelen, 1. rekening en
verantwoording over zijn presidentschap "en
2. een verzoek om een monarchie na zijn
dood en de bepaling, dat Hitler tot Fuehrer
en rijkspresident zou worden benoemd. De
zoon van Von Hindenburg, die als getuige op
trad, beweerde, dat zijn vader dit tweede ge
deelte niet in zijn testament had opgenomen,
onidat hij „het oogenblik niet gekomen achtte,
om de volkseenheid door een voorstel tot mo
narchie te verstoren". De president had dit
tweede gedeelte toen in een aparte enveloppe
Gunstig oordeel over den
NSB-er Van Vessem
„De Waarheid" slaat de plank mis
De „Waarheid" bevatte onlangs onder het
opschrift „Vorrink en van Vessem" de aan
„Trouw" ontleende mededeeling, dat het
Tweede Kamerlid Vorrink mr van Vessem's
vrijlating zou hebben verzocht „op grond
van diens goed gedrag^ terwijl het commu
nistische blad voorts mededeeling deed van
de verdediging door het A.R. Eerste Kamer
lid mr Briët, die daartoe reeds in 1944 door
van Vessem aangezocht zou zijn- voor het
geval het mis ging"
„Het woord is thans aan Vorrink erf
Briët, aldus „De Waarheid".
Mr Briët vertelde hedenmiddag, desge-
vraagt, aam die Nieuwe Led dsche
Crt., dat mr van Vessem hem op,Dollen
Dinsdag vroeg hem te verdedigen. „Het is
mis" had hij toen gezegd. De heer Briët, die
alom vlaggen zag wapperen, aanvaardde
het verzoek. ,Jk deed dat", aldus inr Briët,
te gereeder, daar ik mr van Vessem als
Eerste Kamerlid had leeren kennen als een
fatsoenlijk man en geen reden had hem van
landverraad te verdenken.
Uit de stukken blijkt inderdaad, dat ook
de heer Vorrink een brief aan den- proc.
gen. schreef om de zaakmr van Vessem in
verband met diens slechte gezondheid te
bespoedigen. De heer'Vorrink staat niet
alleen in zijn gunstig oordeel over mr van
Vessem. Ook dr Ritter, prof. Geyl en wijlen
prof. de Savornin Lobman verzochten om
uiterste clementie voor den voormaligen
N.S.B.-er van Vessem. Men zal hen zeker
niet van sympathie met de beweging willen
beschuldigen.
BARONESSE VAN HARINXMA THOE
SLOOTEN KREEG f120.000 BOETE.
Het Tribunaal te Leeuwarden adviseerde
gister om Adriana J. baronesse van Harinxma
thoe Slooten te Beetsterzwaag tot f 120.000 boete
te veroordeelen, beschuldigd van het verleenen
van jachrecht aan den voorm. Rijkscommissaris
voor Friesland Ross en eenige leden van de
„Feldgendarmerie", alsmede wegens verkoop
van een „Rembrandt" aan de Duitschers
voor f160.000.
naast de enveloppe met het testament in een
safe geborgen.
In Augustus 1934, een dag na het overlij
den van den president, werden beide enve~
loppes door zijn zoon aan Von Papen over
handigd, die ze weer aan Hitier ter hand
stelde. Hitier opende de enveloppes in tegen
woordigheid van Von Papen, doch volgens de
zen laatste deelde hij niets over den inhoud
mede.
Volgens den zoon van Von Hindenburg was
het testament gelijkluidend aan het ontwerp
van zijn vader. Hij voegde er aan toe, dat
de president het document in zijn tegenwoor
digheid en misschien in die van Von Papèn
had onderteekend.
PROMOTIE VOOR BRITS CHEN
AMBASSADEUR IN WARSCHAU.
De Britsche ambassadeur in Warschau Victor
Cavendish-Bentinck, die onlangs zooals gemeld
in een spinonnage affaire was verwikkeld, werd
„overgeplaatst als gevolg van promotie". Gis
teren is een Poolsche ambtenares van 8e am
bassade gearresteerd. De ambassadeur vroeg
daarover inlichtingen.
Adolf Hoffmann, vroeger Hitler's fotograaf
en werkgever van Eva Braun, zal voor een
zuiveringsreehtbank te München voorkomen,
en zeker niet om te fotografeeren.
PUZZLE VAN DE WEEK
In deze opgave draait men om de cijfers
heen en wel in de richting door de pijltjes
aangegeven.
1. vrucht 2. bepaalde begrensde lengte
of ruimte 3. nood 4. duister, donker
5 vruchtbare streek in Nederland 6. trech
tervormige opening 7. kerkbewaarder
8. werkman, die het Werk neerlegt*9. luid
ruchtig volksfeest 10 ophelderen, zuive
ren 11. verborgen 12. stel, tweetal
13. zomervogel.
De samenstelling van de „Puzzle" van
vorige week Vrijdag was van dien aard, dat
goede oplossingen niet kónden binnenkomen.
Vandaar, dat we voor die puzzle geen prijzen
zullen toekennen, doch de komende week
de sdhade inhalen, door 6 prijzen toe te
kennen.
Het kwaad in den mensch
In het nummer van gisteren van „Je Main-
tiendrai" komt een artikel voor van A. den
Doolaard, dat een merkwaardige ontwikke
ling aangeeft in het denken van dezen socia-
listischen schrijver. Het onderwerp van zijn
artikel is „De oorlog en het kwaad". Den
Doolaard brengt in herinnering, dat hij des
tijds een boekje heeft geschreven, waarin
hij de geheele schuld van den eersten we
reldoorlog schoof op de gewatteerde schou
ders van de wapenfabrikanten". Nu is het
niet zoo, dat sindsdien die wapenfabrikanten
in ,de oogen van Den Doolaard onschuldige
lieden zijn geworden. Hij voert integendeel
verschillende bewijzen van misstanden in de
wapenfabricage aan en beschouwt de wapen
fabrikanten als medeschuldig aan den twee
den wereldoorlog.
Maar dan vervolgt hij: „Mede-schuldig,
want de ware schuldigen zijn wij. Wij, kin
deren van het geslacht der menschen, die
nog altijd de aarde bewandelen met een
E^el aan onze rechterzijde en een duivel
aan onze linker. Wij, in wier hart Kaïn en
'Abel eeuwig strijd voeren. Wij, vagelijk ge
neigd tot goedheid, maar tegelijk bezeten
door hebzucht en machtswellust. Wij, die het
Evangelie niet hebben willen begrijpen, die
onszelf rr^per liefhebben dan onzen naaste
en die God gaarne liefhebben boven alles,
maar dan op de daarvoor plechtig aange
wezen dagen en uren. Wij, die tegelijk ge
neigd zijn van onzen naaste het kwaadste
te veronderstellen en onze eigen fouten te
vergoelijken".
„Ook in den kring van democratische so
cialisten missen velen nog den moed en het
inzicht om volledig te beseffen, dat elk men-
schenhart geneigd is tot het kwaad.
„Juist in onzen kring zijn sommigen ge
neigd om met een luchthartigheid, die over
anderhalve eeuw volkerenmoord heenhup-
pelt. alsof het een neusbloeding was of een
toevallig sneetje in een vinger, het nood
lottige" waandenkbeeld van Jean Jacques
Rousseau aan te blijven hangen, dat de
mensch van nature goed is en dat hij alleen
slecht wordt onder invloed van de maat
schappij, waarin hij opgroeit In het licht
van dit woord scheen het verwezenlijken
van den Hemel op aarde van een bedrieg
lijk gemak. Het gevolg is geweest: een stort
vloed van scholen van maatschappelijke her
vormers, die meenden het kippenras met één
slag te kunnen verbeteren door het ei tel
kens op een nieuwe wijze uit te broeden,
vergetend, dat het ei een ei bleef
„Dat de mensch van nature niet goed is,
verplicht ons juist tot den strijd tegen het
kwade, biddend, dat de Schepper van alle
goed ons van het booze verlossen moge".
Tot zoover Den Doolaard in zijn treffende
teekening van wat wij zouden kunnen noe
men „des menschen ellende". Gelukkig ech
ter is hij, die weet, dat op dit eerste hoofd
stuk een tweede moet en mag volgen,
het hoofdstuk van „des menschen verlos
sing". Laat ons bidden, dat niemand, ook
geen Christen, dien weg naar den Christus
trachte te versperren.
De aankomst van admiraal Byrd
te Little-America
Admiraal Byrd is thans vóór de vierde
maal im de door hemzelf gestichte nederzet
ting Little American aangekomen. Onmiddel
lijk na de aankomst van de beide vliegtui
gen, waarin de admiraal en zijn begeleiders
van het vliegtuigmoederschip der expeditie
waren gstart, verdrongen de inwoners van
Little America, namelijk de overgeblevenen
van Byrd's vroegere expeditie, zich om het
vliegtuig. Admiraal Byrd stapte als eerste
uit het vliegtuig en begroette zijn zoon lui
tenant Byrd op hartelijke wijze. In een pers
conferentie prees hij admiraal Cruzen, den
vlootcommandant van de expeditie, die zijn
schepen met succes door de ijsvelden wist te
brengen.
TIEN JAAR ARBEIDSKAMP VOOR
FRITSCHE.
In het proces te Hamburg tegeÜ den voorm.
Nazi-leider Fritsche is 10 jaar arbeidskamp,
oonfiscatie van zijn vermogen en ontzetting
uit verschillende burgerlijke en politieke
rechten. De openbare aanklager zeide de
doodstraf te hebben willen vragen.
Goed geld naar kwaad geld?,
(Vervolg van pag. D
Ad heeft volgens Elsevder's Weetoblad dtr Van
Mook de zaak aan de Indonesische delegatie
buitengewoon appetijtelijk voorgesteld door te
verklaren, dat de Indische staatsschuld niet
noemenswaard is toegenomen (in feite verdub
beld!): schijnt toch aan de zijde der Sjahrir-
menschen geen verklaring te zijn afgelegd, dat
de „Repoeblik" deze schuld, welke ten be
hoeve van Indië is aangegaan, integraal zal
overnemen.
Deze kwestie is een beet hangijzer. Zij dient
op korten termijn op bevredigende wijze ge
regeld te worden, daar iederen dag de vorde
ringen van Nederland op Indië tengevolge
van de voorschotten grooter worden.
Het Nederlandsche volk dient te beseffen,
dat, wanneer hier, goed geld naar kwaad geld
wordt gegooid, de reeds moeilijke financieele
positie des lands ondragelijk dreigt te worden.
Men weet niet, welke bedragen in de toekomst
nog ten behoeve van Indië door Nederland
gevoteerd zullen worden, en het gevaar bestaat,
dat dit „een bodemlooze put" zal zijn, als men
aan Nederlandsche zijde niet weet, waar men
aan toe is.
Er zijn reeds buitenlandsche leeningen voor
Indië afgesloten met Nederlandsche garantie
en straks zullen nog groote kapitalen voor den
wederopbouw van dat gebiedsdeel noodig zijn.
Men hoopt daartoe op verdere buitenlandsche
hulp, welke men, naar wij meenen, zoo men
daarin zal slagen, slechts onder garantie van
Nederland zal verwerven.
Terecht vraagt de heer Th. Ligthart. de
vroegere directeur der Javasche Bank, zich af,
of Nederland bereid zal zijn, zijn lot met dat
van de „Repoebliek" zóó innig te verbinden,
dat het bij tegenspoed in een bankroet zou
kunnen worden meegesleept.
Alvorens men zich hier te lande veroorlooft
verdere financieele verplichtingen iri het bui
tenland ten behoeve van Indië aan te gaan,
dient het financieel probleem een afdoende
regeling te krijgen.
Ten slotte, welke waarborgen zal men geven,
dat een regeling van het financieel vraagstuk
ook integraal nagekomen zal worden. Ge
zien het wankel bouwsel der „Repoebliek" zou
dit een belegging van Nederlandsch geld kun
nen blijken te zijn van den zooveelsten rang.