6 JJ&MÉk
Muziekdramatische kunst in België
Jubileer end Pulchri
Een schaatswedstrijd
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
6
DINSDAG 7 JANUARI 1947
Kunst en Letteren
REISINDRUKKEN VAN ONZEN
MUZIEKRECENCENT
't Begon al in Roosendaal. De wagons
derde klasse waren zoo overvol, dat het
letterlijk onmogelijk bleek mij er in te
persen. Ik stapte dus op goed geluk in
een anderen wagon en voor ik het wist
zat ik in een gemakkelijken fauteuil aan
een tafeltje met een gezellig schemer
lampje. Er was in dezen wagon een sfeer
van comfort en luxe, die des te weldadi
ger aandeed, omdat ik van Leiden tot
Roosendaal in volle coupé's had gestaan.
Dit leek weer echt op een vooroorlog-
sche buitenlandsche reis. Door een on
bewuste associatie gingen mijn gedach
ten terug naar een vroegere reis en ik
zag weer den Italiaanschen kellner, die
met een onnavolgbaren zwier de spaghetti
opdiende, terwijl de trein door het Do-
lomitenlandschap snelde.
Maar voor ik in Venetië arriveerde
werd ik uit mijn overpeinzingen gewekt
door een stem, die mij in duidelijk Ne-
derlandsch verzekerde, dat ik drie gul
den zooveel moest bijbelalen, omdat ik
Pullman reisde. Pullman vandaar dus
die luxe en de phantasieën over Italië.
Nauwelijks had ik mijn portemonnaie op
geborgen, of de Belgische conducteur
kwam mij verzoeken 46 francs te supplee-
ren. Ik vertelde hem, dat ik al bijbetaald
had, maar hij legde mij uit, dat ik niet
alleen toeslag verschuldigd was omdat
ik Pullman reisde, maar bovendien, om
dat ik met een derde klas kaartje in een
tweede klas wagon zat.
Dit was echter slechts een voorproefje
van de onverwachte uitgaven, die
iemand in Brussel te wachten staan.
Brussel wekt direct bij' aankomst den
indruk, dat de oorlog geen nasleep heeft
gehad. Bij het station staan venters met
sinaasappelen, bananen, reepen choco
lade, diverse soorten sigaretten en an
dere heerlijkheden. En een korte wan
deling door de stad is voldoende om te
zien, dat in Brussel letterlijk alles te,
krijgen is. Maar een overhemd kost al
ongeveer 400 franc!
Brussel is fleurig en gezellig. De reis
heeft mij hongerig gemaakt en 'a nachts
om 12 uur stap ik een restaurant binnen
om nog wat te eten. Een „Cöte de porc"
en een koffie kost honderd francs. Wan
neer alles zoo duur is, ben ik gauw door
mijn francs heen en over 4 dagen wordt
„Le prince Igor" opgevoerd. Deze opera,
die in ons land nooit wordt opgevoerd,
wil ik beslist zien.
Maar alles is zoo duur in Brussel. In
mijn hotel hoor ik, dat.de kamer 106 frs
per nacht kost, zonder ontbijt natuurlijk.
Den volgenden morgen ga ik het eerst
naar het Théatre de la Monnaie en koop
toegangsbewijzen voor de opvoeringen
der volgende dagen. Als ik kaarten voor
Traviata, La Bohème, La Basoche en Le
Prince Igor in den zak heb, krijg ik het
gevoel, dat het voornaamste doel bereikt
is, al zal ik van een overhemd wel af
stand moeten doen.
Na een prachtige opvoering van „Tra
viata" O.I.V. Edgar Doneux krijg ik den
dirigent te spreken, die mij uitnoodigt
den volgenden dag met hem ergens kof
fie te drinken en wat te praten.
Doneux is een jongeman van 29 jaar,
die heel snel carrière heeft gemaakt. Hij
studeerde aan het conservatoire te Luik
en zat op 20-jarigen leeftijd achter een
der cello-les9enaars van een orkest, toen
de dirigent onverwachts afzegde. Doneux
nam zijn plaats in en wist de aandacht
op zich te vestigen. Thans is hij met
Corneil de Thoran, Renez Defossez en
Robert Ledent als chef d'orchestre aan
het Théatre de la Monnaie verbonden.
Doneux vertelt mij, dat de opera in
Brussel 10 maanden per jaar, van Octo
ber tot Augustus, dagelijks, speelt. In
Augustus wordt eoht vacantie gehouden,
maar de maand September wordt ge
bruikt om nieuwe werken in te studee-
ren. Er moet dus heel hard worden ge
werkt en de oudere dirigenten zouden
graag wat meer vacantie hebben. Doneux
kan het inspannende leven goed uithou
den, maar hij heeft nu in een week al
Natuurlijk zal men het vieren, schreven
Wij onlangs, toen we het over het eeuwfeest
van Pulchri Stut^o hadden. Natuurlijk. Hoe
veel beteekenissen heeft zoo'n vluchtig neer
geschreven woord! Het kan beteekenen, dat
het gewoonte is, zulke feesten te vieren en
dat men niet met die gewoonte wil breken.
Voorts kan 't zeggen, dat het in 's menschen
natuur ligt, gedenkdagen als deze niet onop
gemerkt voorbij te laten gaan. Maar ook kan
het beduiden, dat er reden bestaat om feest
te vieren: reden om verheugd te zijn. Mis
schien heeft behalve het eerste, het tweede,
doch zeker het derde Pulchri aanleiding ge
geven om de feestelijkheden te organiseeren,
waarvan réeds melding is gemaakt. Feeste
lijkheden, die overigens en opnieuw past
hier een „natuurlijk" een demonstratie
van kunst, geen jool zullen zijn.
Bestaat er inderdaad voor Pulchri reden,
feestelijk gestemd te zijn? De vraag is hier
boven eigenlijk al beantwoord. Zoo positief
gesteld, eisoht zij evenwel een categorisch
bescheid. Met ja of neen was men er echter
niet af. Vooreerst heeft het genootschap, als
immers wel alle vereenigingen of corpora
ties (en bijna alle menschen!) voor- en te
genspoed gekend. Ook Pulohri's karretje is
niet altijd over een zandweg gegaan. Na ja
ren lang omzwerven, in de tweede helft der
vorige eeuw is het genootschap niet minder
dan vijf of zes maal verhuisd, heeft men 45
jaar geleden het groote gebouw aan het
Lange Voorhout betrokken, waar men ook
*hz nog huist. Vele moeilijkheden overwon
nen, leek Pulchri arrivé. Een royale behui
zing vergt evenwel veel aan onderhoud en
of de exploitatie van de zalen, die de kos
ten moest dekken, daarvoor steeds genoeg
IkmÊt epgeleverd? Wij weten er eigenlijk nie-
drie opvoeringen geleid en hij zal blij
zijn als morgen „La Basoche" achter den
rug is. Hij vertelt mij nog verschillende
interessante bijzonderheden over het
Belgische muziekleven en is zeer ge-
interesseerd in de toestanden op muziek
gebied in ons land. Hij heeft enkele van
onze dirigenten en zangeressen gehoord
en hij beschouwt Mengelberg als op één
na den grootsten dirigent van dezen tijd.
De grootste is natuurlijk Toscanini.
De opvoeringen, die ik onder leiding
van Doneux gehoord heb, stonden alle
op hoog peil. De opera in Brussel be
schikt over voortreffelijke solisten, een
uitstekend koor en orkest en een prachtig
ballet. In „Traviata" werd ik het meest
geboeid door madame Clairbert in de
rol van „Violetta", in „Bohème" vielen
mij de prachtige stemmen en het voor
treffelijke spel op van madame Derval
in de rol van „Mimi" en van Regnieifcin
de rol van „Rodolphe".
„La Basoche" van Messager is hier te
lande volkomen onbekend. De hoofdper
soon is de dichter Clément Marot. Het
libretto van Albert Carré heeft niet zoo
veel om 't lijf; een aaneenschakeling van
komische situaties en vermakelijke ver
wikkelingen.
Messager is geen geniaal componist
geweest, maar hij wist voortreffelijk een
De ijsclub in het dorpje Terzooi, vlak
bij Sneek gelegen, is bij "de oprichting
„Adam en Atze" gedoopt. Naar Adam
hardrijder, waarvan ik U den vorigen
keer vertelde en naar Atze, een al even
vermaard hardrijder, die om zijn vlam-
menden haardos Roode Atze werd ge
noemd.
Atze, geboortig uit Oldeboorn, is lan
gen tijd de snelste rijder op de banen
geweest. Hij had een ijzersterk lichaam
en een legendarische Ausdauer. Van hem
is het volgende verhaal bekend.
In Groningen woonde een bakkers
knecht, die, evenals zijn Friesche col
lega Atze dat in die provincie deed, alle
eerste prijzen in de wacht sleepte. Zijn
faam sing over de heele provincie. Een
paar Groninger ingezetenen bij Leeuwar
der zakenvrienden op bezoek, zongen
tijdens de visite zijn roem in alle toon
aarden en de Friezen lieten zich uiter
aard niet onbetuigd met het ophalen van
de roemruchte daden van den Frieschen
ster Atze.
Ten slotte daagden de Groningers de
Friezen uit met hun „ster" naar Gronin
gen te komen, om daar een wedstrijd
tegen den Groninger bakkersknecht te
rijden. De Friezen zeiden accoord, de
wedstrijddag werd bepaald en half Gro
ningen liep uit om dezen tweekamp te
zien.
Maar toen de trom den roffel sloeg ten
teeken dat de rijders aan den start
moesten verschijnen, was Atze niet aan
wezig. Ten tweeden male werd de trom
geroerd en ten derden male. Nog geen
Atze. Reeds overlegden de wedstrijd
leiders wat hun te doen stond, toen onze
vriend rustig kwam aanrijden. Hij was
's morgens op de schaats gestapt en naar
Groningen gereden en had zich onder
weg wat verlaat, was zijn eenvoudige
verklaring. Maar wat hem betrof, kon
wel direct worden begonnen.
Hij weigerde evenwel jas en boven
broek uit te trekken. Hij meende, dat hij
daarvoor te bezweet was. Hoewel prut
telend legden de Leeuwarders, op wier
aandringen Atze naar Groningen gekor
men was, zich daarbij neer en.... Atze
verloor den eersten rit. De Groningers
juichten, de Friezen trokken een lang
gezicht.
Na een half uurtje riep de trom de
rijders opnieuw aan den start, weer wei
gerde Atze zijn jas uit te trekken, hoe
ook de Leeuwarders sputterden. Hij ver
klaarde voldoendè uitgerust te zijn om,
zooals hij gekleed was, den Groninger te
verslaan en inderdaad hij won den rit,
maar slechts met een centimeters ver
schil. De Groningers namen hem danig
Imendal van; het zou ons eahter Aiet verwon
deren als we vernamen, dat er jaren zijn
geweest, bij het einde waarvan de penning
meester met een zorgelijk gezicht zijn boeken
en kas heeft bekeken. En niet altijd stond
er dan een schilder-kunstbeschermer klaar
om, zooals H. W. Mesdag in 1901, toen het
Genootschap na de laatste verhuizing een
zwaren schuldenlast droeg, met een dertig
duizend gulden bij te springenMesdag
kon het doe* heeft men waarschijnlijk wel
eens gehoord. Zeker, doch zijn verdienste
blijft, dat hij het dan ook dééd.
Om financieele zorgen behoeft men de
feestviering, meen en wij, nu niet achterwege
te laten. Een andere kwestie is echter of
Pulchri als k u n s t-genootschap, wat het
immers is: een vereeniging, welke' niet
slechts de belangen der leden behartigt,
maar mede de kunst wil bevorderen, reden
en recht tot feestvieren heeft. Het is thans
allerminst het goede oogenblik om iets. on
aangenaams te zeggen, maar fluisterend
achter de hand mogen wij er toch wel even
aan herinneren, dat Pulchri perioden heeft
gekend, waarin het in sleur versloomd leek
te zijn, de middelmatigheid den toon aangaf
en de gemakzucht, welke Sturm und Drang
niet anders dan als lastig scheen te kunnen
zien, de macht in handen had. Een jaar of
tien vóór de vestiging aan het Lange Voor
hout is het geweest, dat eenige jonge leden
doch onder aanvoering van Théophile de
Book, die toen toch al 40 jaar oud, du6 geen
jongmaatje meer was er uit zijn geloopen
omdat zjj den druk der doodsche, dorre con
ventie niet langer konden verdragen. En om
het requisitoir nu maar ineens te voltooien,
dat wij toöh enkel uitbrengen om tot een
vleiende tegenstelling te kunnen komen: ook
Later zijn er nog wel tentoonstellingen ge
houden, die rond-uit gezegd vervelend wa
ren, al vond men er altijd wel enkele belang
wekkende werken. Van lieverlee is dit echter
opera te schrijven. De behandeling van
soli; koor en orkest is meesterlijk, de
situatiesohildering altijd raak. Geen diep
gaand werk, maar plezierig om naar te
luisteren, door en door Fransch, geestig
en vol gratie.
„Le Prince Igor" van Borodine daaren
tegen is een opera, die meesleept, een
van de mooiste opera's, die ik heb ge
zien. En men verwondert er zich over,
dat in ons land steeds weer „La Bohème"
wordt gegeven of een andere opera van
Puccini, maar nooit een werk als „Le
prince Igor". Deze opera, waarvoor Bo
rodin zelf den tekst schreef, speelt in
1185 in Rusland; het werk begint met
een proloog, daarop volgt een ouverture,
die de drie actes inleidt. Het werk bevat
prachtige melodieën en is zeldzaam mooi
geïnstrumenteerd. De uitbeelding der
verschillende karakters is uitstekend ge
troffen en er komen heel mooie en
expressieve koren in voor. Het hoogte
punt was voor mij de tweede acte, waar
in de beroemde Polowetzer dansen voor
komen, prachtig gedanst door het corps
de ballet en voortreffelijk begeleid door
het orkest o.l.v. Corneil de Thoran.
Als ik het operaprogramma der ko
mende weken bekijk, waarop o.a. „L'at-
taque du moulin" van Bruneau voor
komt, en mij realiseer, dat in de maand
October vijf verschillende opera's van
Mozart werden opgevoerd, dringt de
conclusie zich op, dat wij in Nederland
op het gebied der muziekdramatische
kunst nog veel hebben in te halen.
Hennie Schouten.
^iit het Noorden
in het ootje en hun spotternijen prikkel
den den Fries zoo, dat hij, toen de trom
voor den beslissenden rit roffelde, jas
en bovenbroek afgooide en uitriep, dat
hij nou nog eens zou laten zien hoe een
Fries rijden kan. Toen de rijders na ette
lijke valsohe starts eindelijk gelijk „los"
waren, sprong de Fries a.h.w. naar vo
ren, als razend vloog hij langs de baan.
Toen hij de eindstreep gepasseerd was,
keerde hij zich onmiddellijk om, reed
zijn tegenstander nog een eindweegs
tegemoet en schreeuwde toen: „Waar
bliefst nou bollebuisjes-bakker?"
Ja, deze Atze was een geweldig rijder.
Als men hem vroeg, waar hij toch die
geweldige kracht aan dankte, dan ant
woordde de roode reus met slechts één
woord: „Levertraan". Een hardrijder,
verklaarde Atze, moest levertraan drin
ken, zooals een gewoon burger een glas
water. Er wordt van hem beweerd, dat hij
vóór een wedstrijd een winkel binnen
stapte en een flesch levertraan vroeg. De
flesch werd voor hem op de toonbank
gezet, de prijs werd genoemd en de win
kelierster voegde daaraan toe: „en een
dubbeltje voor de flesch.
„Die betaal ik niet" was het antwoord
van Atze. Meteen trok hij de kurk van
de flesch, zette het flesohje aan den mond
en klokte den inhoud meteen naar bin
nen.
Dat levertraan drinken heeft hem on
getwijfeld eens van den bevriezingsdood
gered. Atze lustte n.l. graag een glaasje
en wanneer hij een wedstrijd gewonnen
had, keek hij er bij de feestelijke prijs-
uitdeeling wel eens wat al te diep in.
Zoo moet het gebeurd zijn, dat een
paar Akkrumer ingezetenen den rooden
hardrijder in de sneeuw zagen' liggen
slapen, toen ze op een vroegen Vrijdag
morgen naar Leeuwarden wilden schaat
sen. Ze maakten den slaper met veel
moeite wakker en toen Atze eindelijk
bësefte, dat hij nog op schaatsen stond
en niet in zijn bed had geslapen, was de
eerste vraag hoe: laat het was.
„Te bliksche kater" was daarop Atzes
antwoorddan mag ik wel voortma
ken, want ik moet in Joure hardrijden
en de aangifte sluit over een uur. Met
een sloeg hij de sneeuw van zijn jas en
weg was de reusIn Joure won hij
's middags den eersten prijs.
De ijsclub in Terzooi houdt de herin
nering aan de beide ijsreuzen Adam en
Atze levendig. Want als een jongen de
wedstrijdaankondigingen leest en naar
den oorsprong vraagt van „Adam en
Atze", dan vertelt vader ofgrootvader
de geschiedenis van deze beroemde hard
rijders.
Leiden. K. Woudstra.
1 veranderd; Jan Toorop, eens ook in den
Pulchri-Kring bespot, is er langzamerhand
een van de meest gewaardeerde leden ge
worden en voor „modernistische" stroomin
gen, die uit het buitenland kwamen, heeft
het Genootschap tenminste in latere jaren
geen vloedplanken voor zijn deuren gezet.
Meer en meer traden jongeren toe, die soms
wel nog geenszins hadden bereikt ^at zij
beoogden, zelfs voor zichzelf nog niet goed
hadden uitgemaakt wat zij eigenlijk wilden,
maar met hun gissen en zoeken, hun zinnen
en streven verheldering en verfrissching
brachten in Pulohri's bijwijlen wat duffe
binnenhuissfeer. Zoo een moment van op
leving maakte Pulchri Studio juist nu het
tooh zijn honderdjarig bestaan viert, door;
jaren moet men teruggaan, tot den tijd toen
Weissenbruch, de Marissen e.a. hun gaven
tot den rijksten bloei hadden gebracht, om
bij tentoonstellingen te belanden, welke mis
schien nog vrijer en ruimer of sterker ont
wikkelde werkzaamheid van talenten hebben
doen zien, dan welke de uitstallingen van
werken door leden na de bevrijding ver
toonden.
Aan behoudzucht van Pulchri kan, mag
men zeggen, de Haagsche Kunstkring thans
tenminste geen reoht van bestaan meer ont-
leenen en men zou in twijfel kunnen trek
ken of naast Pulchri, dat dan tooh de oudste
rechten heeft, een tweede vereeniging noodig
is (men telt er nog andere, zwakkere, m
onze stad; doch die laten wij nu maar buiten
beschouwing), ware het niet, dat rivaliteit
veelal het goede gevolg heeft, dat zij de
rivale: wakker houdt. Hoe dit al zij, op het
oogenblik is Pulchri zeker waaksdh en vief
genoeg en als het voortgaat op den weg, die
het thans heeft ingeslagen, een moeilijken
weg, die leidt tot een doel, dat de moeiten
zal loonen, geven wij het graag een „pro
ficiat" mee.
PIETER KOOMEN
Prettig loopen?
Propaganda-dagen komen
vs
Protest tegen het uitblijven van
salarisherziening
Voor leeraren bij het M.O.
Op de te 's-Gravenhage gehouden verga
dering van de neutrale Alg. Vereen, van
Leeraren, bij het M.O. is besloten slechts
onder krachtig protest tegen den tragen gang
van zaken bij de voorbereiding der salaris
herziening de plannen tot reorganisatie van.
hn onderwijs in behandeling te nemen. Aan
het hoofdbestuur is verzocht deze motie ter
kennis van de Regeering te brengen. Aan
den minister van O. K. en W. werd een
telegram gezonden, waarin er met klem op
wordt aangedrongen te bevorderen, dat de
ingestelde salariscommissie binnen zeer kor
ten tijd tot een bevredigend resultaat zal
kunnen komen. Verworpen werd het voorstel
Latijn in te voeren op de H.B.S.-B. en even
zeer het facultatief stellen van het Duitsch.
H.M. DE KONINGIN IN DE HOOFDSTAD
TER KERKE.
In allen eenvoud heeft onze Landvrouwe
Zondag de avonddienst in de Muider-
kerk te Amsterdam bijgewoond, vergezeld
door Haar dame du palais, mevrouw L. Th.
de Beaufort en van Haar kamerheer in bui-
tengeowen dienst jhr \F. J. E. van Lenciep.
Ds G. Lans predikte aèn de hand van Zon
dag I van den Heidelberg^chen Catechismus.
Illegaliteit wenscht geen
onderscheidingen
Aangezien onbillijkheden niet kunnen
uitblijven.
Reeds eerder is uit kringen van de illega
liteit kenbaar gemaakt, dat men geen prijs
stelt op het uitreiken van onderscheidin
gen. Slechts ndien dit posthuum geschiedde,
zou er geen bezwaar gemaakt worden.
Elven wel is van bepaalde zijde toch ge
tracht, te komen tot het verleenen van on
derscheidingen aan nog in leven zijnde
illegale werkers.
Reeds is men voor de gewapende verzets
beweging begonnen met het uitreiken van
onderscheidingen, en verwacht wordt dat
binnenkort dit ook voor de ongewapenden
zal geschieden.
In verband hiermede heeft het algemeene
bestuur van de L.O. en L.K.P. in een dezer
dagen gehouden vergadering opnieuw beslist,
geen medewerking te verleenen aan het
uitreiken van onderscheidingen, mede om
dat hierdoor onbillijkheden niet kunnen uit
blijven.
HET SCHAAKTOURNOOI TE HASTINGS.
De uitslagen van de zevende ronde van.
de premier section m het sohaaktournood te
Hastings waren: AlexanderAbrahams 10;
RaizmanTartakower 10; WoodGolom-
bek l,2V2', GudmunssonAitken 10; Ya-
novskyPrins afgebr. De stand is thans:
1. Alexander 6%; 2. 3. 4. Tartakower, Yanovs-
ky en Gudmunsson, p.; 5. Abrahams
3V2I 6. Raizman 2\'2: 1. 8. en 9. Wood, Aitken
en Golombek, 2; 10. Prins, 1.
BRAND AAN BOORD VAN DE
„KONINGIN EMMA".
Zaterdagavond is een uitslaande brand uit
gebroken aan boord van het m.s. „Koningin
Emma" van de Stoomvaart Mij. „Zeeland". Dit
schip wordt momenteel op de Kon. Mij „De
Schelde" te Vlissingen van troepentransport-
schip omgebouwd tot passagiersschip. Binnen
twee uur kon de brandweer het vuur meester
worden. Er is ernstige schade aangericht, o.m.
aan de huid van het schip, die roodgloeiend is
geweest.
'T KOLENVERVOER HIER TE LANDE
NOG NORMAAL
Het kolenvervoer door de Ned. Spoorwe
gen is nog normaal, d.w.z. een aantal trei
nen gaat vla Susteren naar hun plaats van
bestemming, terwijl een aantal andere trei
nen bij Bom wordt overgeslagen met de
z.g.n. tip in de schepen. Indien deze „tip"
moet uitvallen, zullen alle treinen via S\os-
teren worden gedirigeerd.
HAAGSCHE SCHOONHEIDSSPECIALISTE
AAN DEN BOEMEL.
Een Haagsche schoonheidsspecialiste, die
in den nacht van 3 Jan. onder den invloed
van sterken drank te A'dam een haar on
bekenden man ontmoette en met hem den
nacht in een perceel aan den NZ. Voorburg
wal doorbracht, moest den volgenden och
tend tot de onaangename ontdekking komen,
dat haar metgezel zich met., haar Nertz-
bontjas, ter waarde van f 12.000, uit de voe
ten had gemaakt.
IN ENKELE REGELS
De Krijgsraad te velde te Den Haag
vedwees gisteren de zaak tegen W. J. K. K.t
die tijdens den oorlog de leiding van het
„Oranje Nassau Regiment" had en deelnam
aan diverse „stunts", naar de Haagsche
Rechtbank, omdat dit regiment niet geacht
wordt een militaire organisatie te zijn.
De zilveren eere-medarlle, verbonden
aan de Orde van Oranje Nassatt, is toege
kend aan T. Leeuwen burgh, van de ge
meentesecretarie te H. I. Ambacht.
Benoemd tot raadadviseur in alg. dienst
aan het dep. van Financiën mr L. A. v. cL
Plas, thans administrateur, terwijl tot ad
ministrateur, tevens hoofd der afd. juridi
sche zaken en bewindvoering rs benoemd
mr A. Kan, thans referendaris.
B. en W. van A'dam hebben de Prins
Bernhardstichting geplaatst op de lijst der in
die gemeente gevestigde instellingen van wel
dadigheid.
De 36-j. Z. J. W. Luff, die van 1941 t/m.
1943 gevangenbewaarder was in de Duitsche
afdeeling van het Huis van Bewaring te A'dam
is gisteren door het B.G. te A'dam veroor
deeld tot 10 jaar gev. straf (ei9ch was 15 j.),
De res.-legerpred. ds J. C. Hamel, die
gedurende den oorlog vele krijgsgevangenen
kampen, o.a. die langs den Birmaspoorweg,
bezocht, zal gedurende 5 6 weken een
tourriée maken door ons land.