Kerstgebruiken in Zweden
„Kindeke klein": motief voor de Kerstmuziek
Wat de Radio tijdens de Kerstdagen biedt
NIEUWE LEtDSCHE COURANT
4
DINSDAG 24 DECEMBER 1348
Kerstmis Is een feest van licht en blijd
schap. Het is dan ook geen wonder, dat hi
Zweden, waar de nachten zoo lang en don
ker en de dagen zoo guur en kort zijn, het
verlangen naar den Kersttijd zeer groot is.
In de natuur is alles dood. Kerstmis be-
teekent nieuw leven. In den Kerstnacht wordt
Jezus Christus geboren. Zouden de men-
schen daar in het hooge. koude Noorden
geen groot feest van maken?
De natuur in Zweden is grootsch en wijd.
Er zijn maar een paar groote steden. De rest
van de bevolking leeft temidden van dichte
bosschen en geweldige meren. De invloed,
die de natuur op het leven van den Noor
derling uitoefent, is dan ook overal merk
baar.
In oude tijden was het Kerstfeest een hei-
densch feest. Het Zweedsche woord voor
Kerstmis is Jul en beteekent wiel, rad. Het
meest aannemelijke is dus wel, dat het oor
spronkelijk een zonnefeest was. In de Zweed
sche Kerstgebruiken is nog veel dat aan dien
donkeren, herdenschen tijd herinnert. Maar
er zijn slechts weinig menschen, die de her-
skomst van die gebruiken weten. Het volk
gaf er langzamerhand een Christelijk tintje
aan en zorgde zelf dat ze bij de tegenwoor
dige Kerstfeestviering in zwang bleven.
De Kersttijd duurt in Zweden heel wat
langer dan in ons land. De feestelijke span
ning begint al in den adventstijd. Een be
kend liedje dat door heel Zweden gezongen
wordt in dien tijd, luidt:
„Nu is het weer Kerstfeest
Nu is het weer Kerstfeest
En 't Kerstfeest zal duren tot aan Paschen
Nee, nee, dat is niet waar,
Daartusschen hebben we nog Vasten".
13 December wordt de eerste, officieele
feestdag. Dan doet Lucia haar intrede. Zij is
de brengster van het licht en luidt den
Kersttijd in. In den vroegen morgen gaat
ze het huis rond met koffie en gebak. Een
groenen krans met kaarsen draagt ze in het
haar.
In de steden gaat het natuurlijk veel
moderner toe. Daar wordt Lucia feestelijk
ingehaald net zooals bij ons St. Nicolaas.
Waarom Sankta Lucia zoo populair gewor
den is in Zweden, weet men eigenlijk niet.
Zij is oorspronkelijk een heilige uit Syra
cuse. Om haar heen zijn in den loop der tij
den allerlei fantastische verhalen geweven
In sommige gedeelten van Zweden werd zij
vroeger zelfs beschouwd als een boosaardig
wezen, dat in verbinding stond met booze
geesten. De kinderen werden met haar bang
gemaakt. Het verhaal ging, dat God zelf
haar eenmaal had uitgestooten. Hier zien we
een duidelijke verwarring met Lucifer.
Maar in het Zweden van thans is Lucia
de voorbode van een tijd vol glans en licht
(vgl. lat. lux-lucis).
Zoo nadert langzamerhand de groote dag.
Als de vrouwen met bakken en brouwen be
ginnen is de Kerstdag al zeer nabij. In vroe
ger tijd was daarvoor uitgezocht de Thomas
dag, de 21e December. Op dien dag begon
de Kerstdrukte eerst goed. Een oud spreek
woord zegt: „God zij met Thomas, die den
Kersttijd beginnen doet en de duivel hale
Knut, die hem eindigen doet".
De 24e December heet in 't Zweedseh: Ju-
lafton, d.i. Kerstavond. Dan is iedereen
vroeg in de weer en moet alles tijdig klaar
zijn. In oude tijden werden dien dag op de
fdeuren en stallen kruisen gekrast, want nooit
Bevroren gesprekken
(Vervolg van pag. 3)
Nu zullen ze straks allicht meezeuren met de
jammeraars, die achter gesloten deuren kla
gen over H erodes' wandaad. Maar zij zijn
zelf schuldiger dan hij. En God geeft hun
deel aan de heidenen. Want God zorgt wel
dat de Wijzen den weg naar het Kind vin
den en de ster gaat hen voor. Maar het is
mijn diepe overtuiging, dat wanneer de ker
ken van vandaag èn de gemeenteleden van
heden niet spréken gaan, ook ons deel aan
anderen zal komen. God kent de Zijnen wel
in Rusland, in Afrika en~in Indische gewes
ten, onder paupers en intellectueelen en Hij
zal niet één hunner verloren laten gaan. Zij
bereiken hun doel. Maar dan staan wij er
buiten en wee over ons en over onze kin
deren: een stem wordt in Rama gehoord,
geklaag, geween en veel gekerm.
Het laatste en mogelijk het meest wezen
lijke is echter dat onze knieën bevroren
zijn. Ook daarin gelijken wij het Sanhedrin,
dat van geen aanbidding weet. Ik kan mij
niet voorstellen dat zij onkundig gebleven
zijn van dat wat dan zeker minstens
reeds enkele maanden geleden in Bethle
hem geschied is Maar zij willen de koude
niet in en blijven thuis. .En zelfs de vraag
der Wijzen drijft hen niet naar buiten. Ze
weten de dingen verstandelijk in de per
fectie, maar gaan niet in op den lokroep
„Komt allen tezamen."
Er is dit jaar in allerlei periodieken der
Verschillende kerken nadrukkelijk gelezen
op het dor-wetenschappelijk karakter onzer
hedendaagsche prediking. Zeker is wel.' dat
de overgevoeligheid van een vorige genera
tie thans In het andere uiterste is overge
slagen en het objectieve overal den boven
toon voert Dit verstandelijke heeft zijn
waarde, want zonder dit weten had het
Sanhedrin zelfs van Bethlehem nie\ kunnen
reppen Maar het heeft ook 'n grens En
een kerk, die alleen maar verstandelijk weet
waar Christus geboren is, en wat dit voor
de wereld beduidt, blijft achter bij de voor
trekkers der heidenen, die gekomen zijn om
Hem hun zuiverste schatten aan te bieden
Daar maakt weten plaats voor een diep zich
verwonderen. Het oreeren voor stamelen, het
staan voor knielen en aanbidden
God geve dat wij ons door koude Kerst
dagen niet thuis laten houden Hij geve ook.
dat allen, die dan het Woord bedienen, ver
vuld zijn van den Heiligen Geest, zoodat de
ijskorst om veler harten ontdooid worde.
Want dan alleen zal het waarlijk Kerstfeest
voor ons zijn als ook van ons gezegd kan
worden: „Zij stonden tot schreiens bewogen
en knielden bij Jezus neer," 1
Rotterdam. Ds G. van Veldhuizen, i
was de macht van de booze geesten grooter
dan ju^st in dien donkeren tijd voor Kerst
mis. Die kruisen werden zélfs wel op de
koppen van de dieren geteekend. Soms ge
bruikte men in plaats daarvan de initialen
I.H.S.
Nu wordt doe kruisvorm nog op alle mo
gelijke manieren toegepast. Maar er zal wel
niemand meer een bijgeloovige bedoeling
mee hebben!
Voor de vogels wordt op „julafton" ook
extra gezorgd. Op een hooge stok of op het
dak van een schuur wordt een schoof haver
geplaatst, waaraan de vogels zich te goed
kunnen doen. „Onze Lieve Heer zal ons
terugbetalen, wat wij den vogels geven,"
heette het vroeger.
De middag van dezen belangrijken 24en
December heeft ook nog iets bijzonders.
Vooral de kinderen zijn er al dagen van
tevoren mee bezig. Het wordt een soort
kalender voor hen. „Nu is het de dag voor
den dag voor dopdag," enz. Bij die plech
tigheid is iedereen tegenwoordig. Niet
alleen de familie, maar ook de bedienden.
Want nu is het dopdag! Ieder neemt een
vork in de hand, prikt er een stuk brood
aan en „dopt" dat in het vleeschnat, waarin
de groote hoeveelheid ham, worst, spek of
wat dan ook voor den Kerstmaaltijd gekookt
zijn. Men vermoedt, dat ook dit gebruik nog
dateert uit den heddenschen tijd, toen de
menschen bij de groote offerfeesten zich ge
meenschappelijk schaarden om de geweldige
vleeschpotten
Op „julafton" wordt dus wel aan iedereen
gedacht. Het is een dag voor groot en klein
en zelfs voor de dierenGeen wonder, dat
er op dien dag ook speciaal aan de zieken
en armen werd gedacht. Ze kregen geschen
ken in den vorm van koek, vleesch, soms
ook kleedingstukken. Hieruit zijn de mo
derne Kerstgeschenken, waarmee de Zweed
sche winkels al weken lang overladen zijn,
ontstaan.
Nu begint het Kerstfeest ook binnenshuis.
Het Kerstvuur wordt aangemaakt en de fees
telijke stemming stijgt tot een hoogtepunt.
Het Kerstvuur werpt zijn schijnsel over alle
bekende voorwerpen en maakt ze op „julaf
ton" tot Iets bijzonders. Ook hieraan was
vroeger een bijzondere beteekenis verbonden.
Al het koper, zilver, staal, enz. dat door
het vuur beschenen werd zou in het komend
jaar vermeerderd worden.
Het kon ook wel gebeuren, dat wanneer
je gezellig bijeenzat op .Julafton," de deur
plotseling met kracht opengeduwd werd en
een bok van stroo op geheimzinnige wijze
midden in de kamer terechtkwam. Dat was
de Kersftbok, die ook nai nog nimmer bij de
Kerstversiering ontbreekt. Deze Kerstbokken
trekken ook wel zingende langs de hoeveaf
om geld op te halen. Het zijn dan men
schen als bokken verkleed.
De dag voor den-heiligen Kerstnacht werd
besloten met een uitgebreiden feestmaaltijd.
En dan wordt het nacht, die wondere, stille
nacht, welke over zoo'n groot deel van de
wereld sinds de geboorte van Christus ge
vierd wordt. Niet alleen de menschen
werd er vroeger gezegd maar ook de
natuur viert dit feest mee. Als we Selma
Lagerlöf's „Christuslegenden" lezen, vinden
we die gedachte vaak terug.
In den Kerstnacht immers konden de die
ren spreken om de lof van het Kind te be
zingen. Met de menschen knielden ze neer
voor het Kind in de Kribbe, juist zooals de
os en de ezel dat gedaan hadden in Betble-
hems stal! Het water van de rivieren en
meren had een bij zonderen kracht en werd
op het moment, dat Christus' geboren werd,
in wijn veranderd. Geen wonder, dat de
boeren vroeger 's nachts hun vee uit de stal
len haalden om ze te laten drinken van dat
wondere water!
Er gebeuren in den Kerstnacht zooveel
onbegrijpelijke dingen. Niet alleen de die
ren, de boomen én bloemen bogen zich in
aanbidding voor den Christus, maar ook de
dooden bewogen zich over velden en we
gen om hun hulde te brengen aan het Kind.
Geheimzinnig was het daarbuiten en als je
niet hoefde vóór den Kerstdienst, dan was
het beter binnen te blijven, want de doo
den wilden ongestoord Kerstfeest vieren.
MET K£Rj>TVOuf*
Maar eens op een keer was er een vrouw
te vroeg op weg naar de kerk gegaan. Ze
hoorde toch zingen daarbinnen en ging
nieuwsgierig de kerk in. De menschen, die
ze daar bijeen zag, herkende ze niet. En
ook de dominee was vreemd voor haar.
Angstig geworden haastte ze zich om weg te
komen. Maar de geesten van de afgestor
venen omringden haar, rukten haar shawl af
ZOETELIJKE MYSTIEK OM
CHRISTUS' GEBOORTE
Morgen is het Kerstfeest, het oude en toch
steeds weer nieuwe feest van Christus' ge
boorte. En de gansche Christenheid vult de
kerken om dien Christus te belijden, komt
„tezamen, komt verheugd van harte, om
Bethlehems stal in den geest te bezoeken en
te aanbidden". Deze Christenheid hoort dan
het Kerstevangelie, zingt haar Kerstliederen
en voelt in de sfeer van deze kerkdiensten
de blijdschap, maar ook den ernst van het
grootsche gebeuren in den stal van Bethlehem,
nu ruim 19 eeuwen geleden. Sommige kerk
gebouwen uit den aard van ons blad den
ken we hierbij alleen aan de Protestantsche
zijn versierd met hulststakjes, kerstboomen
en flakkerende kaarj es, welke de symbolen
heeten van het licht, dat Christus' geboorte
op aarde bracht. In deze sfeer-brenging, hoe
goed bedoeld ook overigens, ligt een gevaar,
dat niet ondenkbaar is. Het gevaar nJ. van
het laten spreken van het Kerstfeit alleen
door de uiterlijke dingen als hulsttakjes en
brandende kaarsjes, waarbij dan vaak de
liturgie zoo is ingericht, dat naast de lezing
van het betrokken Bijbelverhaal eigenlijk
geen plaats meer is voor het wijzen op Je
diepere beteekenis van deze geboorte, welke
meer dan dan de komst van een „kindeke
klein, een kindeke teer" Hier is, zooals
Openb. 12 zegt. de geboorte van een „man-
nelijken Zoon,' die alle heidenen zal hoeden
met een ijzeren hoede" De groote reforma
toren hebben dan ook niet zonder ieden fel
geageerd tegen deze sfeer-brenging. Dit ging
niet tegen den Kerstboom an-sich, maar uit
angst voor het afleiden van de aandacht
Met reden heeft de Kerk zich ook gekeerd
tegen talrijke liederen, welke, zooals vele
Middeleeuwsche teksten bewijzen. geboren
zijn uit het verlangen alleen het teedere en
lieve van het pas-geboren kinderleven te
schetsen, daarbij geen enkel detail van het
moederschap verwaarloozende. Als voorbeeld
noemen we het tweede couplet van „Ghy
moest van vrouden ivreugde) beven":
„Ghy naemten in uwen arme,
Ende gaeft hem, in uwen scoot,
U meechdelike borsten
Al in zijn mundeken root"
Een dergelijke sensualisme werd door de
Kerk ondeugdelijk geacht voor de juiste
viering van het Kerstfeest en met zorg zijn
dan ook de liederen, welke in de kerkdien
sten worden gezongen, uitgezocht. Als belang
rijk bestanddeel van den Protestantschen
Eeredienst, moeten ook de te zingen liederen
passen in het geheel der liturgie En vooral
b:j de orthodoxe kerkgenootschappen zal Het
één predikant zich bezondigen aan het laten
zingen van b.v „Heer Jezus heeft een
hofken" niet uit cultureele ongevoeligheid:
maar om het objectieve karakter der Pro-
testantsche liturgie te handhaven.
Helaas hebben tal van organisten blijk ge
geven en doen dit nog voor deze ob
jectiviteit niet vatbaar te zijn en vóór den
aanvang van den kerkdienst worden de
gemeenteleden vaak bedolven onder een
lawine van Kertslied-melodieën, welke naar
vo.m en inhoud niet passen in de liturgie. De
meest naïeve Middeleeuwsche liederen wor
den aan het orgel op de meest naïeve wijze
vertolkt. Het zachte zwevende geluid van een
Vox Celeste, nog mystieker gemaakt door
een tremulant, moet dan sfeer brengen en
het is vaak alsof we de heerlijke, lieve ver
kleinwoordjes van de gedichtjes terugvinden
in de zoete, liefelijke stemmetjes van het
orgel. Wijlen Jan Zwart gaf, al willen we zijn
beteekenis en waarde voor het orgelspel
geens ontkennen, b.v. zoo'n zoutelooze Kerst-
ornamentiek aan het „Stille Nacht", in zijn
befaamde Kerstsuite. Met een dergelijke
Kerstmuziek is de Prot. Eeredienst niet ge
baat en door deze onzuivere mystiek worden
de gemeenteleden niet gesticht. En het ergste
is, dat de liederen, die uit den Eeredienst
verbannen worden, terecht komen in voor-
of naspel. Allicht vraagt ge of zulke Kerst
liedjes dan geheel contrabande voor de Pro
testanten moeten zijn? Zeker niet, op een
speciaal Kerstconcert kan de organist des
noods zijn vleugels uitslaan en zijn sub
jectieve ontroering aan het publiek in klan
ken mededeelen, terwijl dan ook de Middel
eeuwsche liederen, als zijnde geboren uit een
oprecht, maar-naïef geloof, gezongen kunnen
worden. Maar binnen het verband van de
liturgie zal de organist zich dienen te ont
houden van allerlei subjectieve gevoelsontla
dingen, zal hij de gemeente geen zelf-bereide
Kerstpudding of Kerstpunch hebben voor te
zetten. Op het „Hoogfeest naar de Schrif
ten" wordt er geen suiker in den heiligen wijn
van Gods Woord gedaan, maar zullen in klas
sieke vormen en met kloek-muzikale compo
sities de feestgangers moeten worden voor
bereid tot „die zedighe en eerbiedighe aen-
dacht, die in 't uytspreken van d'aenstaende
heilige woorden werdt vereischt". Aan net
„Kindeke kiein" hebben we dan geestelijk en
muzikaal niets meer.
CORN. BASOSKI.
en zoo kwam ze tenslotte met de grootste
moeite weer buiten. Toen ze later op den
dag over het kerkhof liep, vond ze op de
verschillende graven stukjes van haar shawl.
Wel een duidelijk bewijs, dat de zielen van
de afgestorvenen in den Kerstnacht romcf-
d waalden!
De resten van den Kerstmaaltijd op „ju
lafton" mochten ook vroeger nooit opgeruimd
worden. De tafel bleef gedekt staan. Zelfs
werd het ontbrekende nog vaak aangevuld.
Ook de lichten bleven branden. Want de ge
storven familieleden konden immers heel
goed in den naoht een bezoek komen bren
gen en moesten dan de tafel toebereM vin
den!
In andere oude verhalen wordt dit gebruik
weer anders uitgelegd. Daar werd de tafel
gereed gehouden voor het bezoek van het
Kind en Zijn engelen. Den avond te voren
werd ook stroo op de vloeren gespreid. Daar
kon het Kind op slapen. En de buitendeur
werd niet afgesloten, want wie zou het Kind
durven of willen buitensluiten?
De vlammen van de kaarsen, die den nacht
door bleven branden, splitsten zich op het
moment, dat Christus geboren zou zijn, in
drieën. Een beeld van de Heilige Drieëen-
heid!
Maar rustig slapen de menschen, terwijl
al deze geheimzinnige dingen gebeuren. Wel
is de rust kort, want vroeg in den morgen
gaat bijna iedereen naar de kerk. Dat is het
hoogtepunt van den Kersttijd. Onder den
nachtelijken hemel door de wit-besneeuwde
bosschen glijden de sleden met klingelende
bellen over den weg.
Warm en goed is het in de kerk en er
hangt een bijna heilige stemming. Hier is
rust, hier is vrede. De donkere nacht is bijna
voorbij, het loopt tegen den nieuwen dag,
En juichend klinken de stemmen door de
kerk, terwijl het orgel het bekende Kerst
lied speelt:
„Wees gegroet, gij schoone morgenstond
die door der profeten heilige mond,
ons eenmaal werd verkondigd!
Gij grootste en heiligste der dagen,
waarop het hemelsoh welbehagen
de aarde weer bezoekt....".
De eerste Kerstdag wordt in het gezin ge
vierd. De moderne mensch heeft daar ook
den Kerstboom een plaats gegeven. De
Kerstboom was niet gebruikelijk in Zweden.
Het idee is uit Duitschland afkomstig. Daar
is de Kerstboom ook nog niet eens zoo oud.
De eerste Kerstboom is waarschijnlijk af
komstig uit de Elizas, waar hij in het jaar
1605 voor het eerst genoemd wordt.
Met den eersten Kerstdag is het hoogte
punt van den Kersttijd voorbij. Maar de
feesten blijven voortduren, ruu hiier dan daar.
De tweede Kerstdag is ook van oudsher,
een bijzondere dag geweest. Hij wordt offi
cieel „Staffansdag" genoemd. De dag dus
van Stefanus. Deze was aan de paarden
gewijd, want:
Staffan is een stalknecht,
die zijn vijf veulens te drinken geeft.
Sterren schitteren aan den hemel
En de dageraad is nog niet gekomen.
Maar Staffan is zijn stal al uit
om te rijden naar de bron
en het water daar met een nap uit te
schep<pem.
Dit is een heel oud volkswijsje, dat door
de „Staffanseangers" op den tweeden Kerst
dag gezongen wordt. Een zinnetje, dat later
ook nog in het bedje voorkomt, handelt
over de „lachte ster". Daarmee wordt natuur
lijk weer de „Ster van Bethlehem" bedoeld.
Zoo nadert langzamerhand het einde van
dien feesttijd. Eerst komt nog de zg. „der
tiende dag", de laatste feestdag. Het is de
dertiende dag na Kerstmis. De „driekonin
genkaarsen" staan op tafel en er wordt nog
eens voor het laatst flink gegeten en ge
dronken. In het wit-gekleede „sterrenjon
gens" trekken langs de hoeven en huizen,
een, lichtende ster met zich meedragend. Ze
zingen hun liedjes en dragen vaak wat voor.
Na den ..dertienden dag" gaat iedereen
weer gewoon aan zijn dagelijksch werk.
Maar nog staat de Kerstboom in de Zweed
sche huizen. Die gaat pas op den 13en
Januari weg. Dat is Knutsdag. Knut is oor
spronkelijk een Deensch heilige, die op
7 Januari 1131 vermoord werd. Nu is het
wonderlijke, dat Knutsdag in Zweden op
den 13en gevierd wordt. Lang heeft men
gezocht naar een verklaring. Tenslotte bleek
de oplossing heel eenvoudig te zijn. Stel je
voor, dat aan dien heerlijken tijd van feest
vieren al op 7 Januari een einde had moe
ten komen! Nee, de Zweden verschoven den
dag van den heiligen Knut naar den 13en
Januari, en dlit werd uiteindelijk ook de
officieele dag. Maar nu is het dan ook echt
afgeloopen. „Tjugiondag Knut kör julen ut"
zeggen de Zweden. D.i. „Knut van den
20sten (na Kerstmis) jaagt het Kerstfeest
eruit!"
C. Ploos van Amstelde 1 Jong.
Voorburg
EERSTE KERSTDAG
Programma voor Hilversum I (301 M.)
VARA. 8.00 Kërstklokken. 8.02 Kerst-
wensch. 8.03 Nieuws. 8.18 Omroepkoor. 9.00
Verhaal: Het Kerstkind. 9.15 Strijkkwartet.
VPRO. 10.00 Kerstpoëzie. 10.30 (IKOR) Prot.
kerkdienst. VARA. 12.02 Stradiva-sextet. 12.35
Mijlpalen op weg naar den vrede. 13.00
Nieuws. 13.15 Ramblers. 13.50 Om en nabij
de twintig. 14.15 Brieven aan iedereen. 14.45
Eng Kerstliederen. 15.15 Kerstmis 1946 15.55
Ziekenbezoek 16.45 Het stond in de krant.
17.15 Joh. Jong. 17.30 Meisjes- en kinderkoor.
18.00 Nieuws. 18.15 Kerstfeest in Zeeuwsch-
VI. 18.30 Strijdkr. 19.00 Canada-Nederland.
VPRO. 19.30 Kerstdienst. VARA. 20.02
Nieuws 20.05 Weeroverz 20.08 Metropole
Ork 20.40 Tooneelspel: Blanco Posnets ware
gedaante. 21.25 Operette. 22.00 Philharm. ork.
23.00 Nieuws 23.15 Langs de steden der we
reld. 24 00 Sluiting.
Programma voor Hilversum II (415 M.).
NCRV, 7.00 Kerstzangdienst. KRO. 8.00 Kin-
ner I Klokker. 8.03 Nieuws. 8.18 Inleiding
Hoogmis. 8.30 Hoogmis NCRV. 9.45 NCRV-
Ork. 10.00 (IKOR) Prot. kerkdienst. 11.30
Kerstklanken. 12.15 NCRV-klein-ork. 13 00
Nieuws. 13.15 Orgel. 13.45 Kerstmis in de mu
ziek 14.45 Kerstprogr. v. d. jeugd. 15.45 Or
kestwerken 16.15 Rijk Overzee. 16.30 Matro-
zenkoor. 17.00 Kerkdienst. 18.30 Kerstliederen.
19.00 Adr. Engels (orgel). 19.30 Nieuws. 19.45
Philharm. ork. 20.30 Kerstdeclamatorium.
21.20 Kinderzang. 22.00 Nieuws. 22.15 Actueel
geluid. 22.30 NCRV-harmonie-ork. 23.00 Beet
hoven. 24.00 Sluiting.
TWEEDE KERSTDAG
Programma voor Hilversum I (301).
A V.R.O. 8.00 Nieuws; 8.15 Kerstklokken}
8.30 Gram.; 9.15 Morgenwijding; 9.30 Een
Rose is ontloken; 9.47 Adolf Busch. VP.R.O.
1000 De brandende fakkel. IKOR 10.30 Prot.
kerkdienst. AVRO. 12.00 Cantate uit Weih-
nachtsoratorium; 12.30 Vrouw; 12.40 Clave-
cimbel; 13.00 Nieuws; 13.15 Aeolian sextet;
13.45 Ode aan de vrouw; 14.10 Voordracht;
14.30 Muziek-mozaiek; 15.00 Zieken en ge
zonden; 16.00 Piano; 16.15 Kerstnacht; 17.00
AVRO-kaleidosooop; 17.20 Welk dier deze
week? 17.30 audeville-ork.; 18 00 Nieuws;
18.15 Stem van de viool; 18.30 Strijdkr.;
19.00 En nu naar bed; 19.05 Sport; 19.20
Volksherstel Verzoekprogr.; 20.00 Nieuws;
20.05 Weeroverzicht; 20.15 Musica Antiqua;
21.00 Vrouw in de wereldliteratuur; 21.30
Kersitpralines; 23.00 Nieuws; 23.15 Skynxas-
ters; 24.00 Sluiting.
Programma voor Hilversum H (415).
NCRV 8.00 Nieuws; 8.15 Jongenssopraan;
8.30 IKOR Prot. studiodiienst KRO 9.45 In
leiding Hoogmis; 10.00 Hoogmis; 1130 Kwar
tet; 12.03 Kersttriptiek; 12.30 Willy Bouge-
not; 13.00 Nieuws; 13.15 Kamerkoor; 13.45
Klokken van Reimerswael N.C.R.V 14.00
Nederl. Sextet; 14.30 Kleuters; 15 05 Bijbel-
sche sonaten; 15.45 Kerstfeest in Militair
Hospitaal; 16.45 Concert; 17.00 Kerstlied;
17.50 Rijk Owrzee; 18.00 Concert; 19.00
Nieuws; 19.15 Ver. Internat. Jeugdverkeer;
19.30 Collegium Musi cum; 20.00 Nieuws;
20 05 The Messiah; 21.30 Kerstnacht; 22.30
Gram.; 22.45 Avondoverd.; 23.00 Nieuw6£
23.15 Avondconcert; 24.00 Sluiting.