Sluier van Schermerhorns opdracht opgelicht
Minister Jonkman's rondblik over Ned.-Indië
Kabinetscrisis in Soekarnoland waarschijnlijk
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 7 DECEMBER 1948
OFWEL DE TAAK DER
COMM.-GENERAAL
Als bijlage aan de Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer, met betrekking tot
de begrooting van „Overzeesdhe Gébiedsdee-
len", beeft de Regeering bijna drie maan
den nadat zij haar instructie aan de Comm.-
Generaal verstrekte dit document toege
voegd.
Deze publicatie van de richtlijnen der Com
missie-Generaal komt op een oogenblik,
waarop de volledige kennis van deze feiten
van essentieel belang mag worden geacht.
De instructie bevat twee afdeelingen, over
den stijl en de taak van de Go mm-.Gen, be
nevens een aide-memorie, gericht aan d<
Engelscbe regeering.
zDe eerste afdeeling, die de stijl der Comm.-
Gen. vastlegt, bepaalt o.m.: „De Commissie'
Generaal streeft bij haar werkzaamheden
steeds naar eenparigheid van besluiten en
formuleering van inzichten, alsmede naar
overeenstemming met het gevoelen van den
Luit.-Go-u v.-Gen. De drie laatste artikelen
van deze afdeeüiing (art. 11, 12 en 13) zeg
gen: De Commissie-Generaal heeft het recht
ons (de Regeering) voorstellen te doen om
trent alle aangelegenheden, welke liggen op
het terrein van haar werkzaamheden, als
mede omtrent haar instructie. Zij brengt
de Regeering geregeld verslag uit van haar
werkzaamheden en haar bevindingen, welk
verslag zich kan voonzien van alle beschou
wingen, welke zij nuttig acht. Zij doet zulks
aldus, dat de minister van Overzeesche Ge-
biedsdeelen in staat wordt gesteld, de Sta
ten-Gen era al daarover zoo volledig moge
lijk in te lichten.
Afdeeling 2 omschrijft de taak der Com
missie-Generaal in de punten 14 tot en met
19. Onder meer stelt de tekst voor de Com
missie-Generaal: mede te werken aan de
voorbereiding van een nieuwe staatkundige
ordtening van Nederlandsoh-Irfddë, in het
bijzonder door besprekingen te voeren en
waar noodig afspraken te maken mat van
ouds bestaande en met nieuw gevormde
staatkundige organisaties en met vertegen
woordigers van de verschillende volkeren
len bevolkingsgroepen voor zoover het opper
bestuur en de Nederlandsche wetgever hier
voor mede verantwoordelijk zijn: voor te
bereiden de Rijksconferentie, waarop in on
derling overleg tusschen vertegenwoordigers
Uit alle rijksdeelen de hervorming van het
staatsbestel van het geheele Koninkrijk zal
worden overwogen.
Na te gaan welke belangen bij een om
zetting van de oude Rijkseenheid in een op
den grondslag van een vrijwillig aanvaard
volledig deelgenootschap gevestigde meer
federatieven staatsbouiw gemeenschappelijk
door middel van Rijksorganen behartigd zul
len moeten worden en de verzorging daar
van voor te bereiden.
Bij de vervulling van haar opdracht gaat
de commissie uit:
A) Volkenrechtelijk: Van het
Handvest der Vereenigde Naties en van de
met de geallieerden aangegane overeen
komsten;
B) Staatsrechtelijk: Van de
Grondwet voor het Koninkrijk der Neder
landen en de daarop steunende wetgeving;
C) Staatkundig van: 1. de Konink
lijke rede van 7 December 1942; 2. de Re-
geeringsverklaring van 10 Februari 1946; 3.
de Troonrede van 23 Juli 1946 4. de aide-
mémoire van 6 Augustus 1946 en 5. het
Regeeringsbeleid, schriftelijk en mondeling
Uiteengezet bij de behandeling in de Staten-
Generaal van het wetsontwerp tot instelling
der Commissie-Generaal.
Daarvan uitgaande laat de commissie zich
leiden door deze richtlijnen:
1. De nieuwe rechtsorde, welke zij voor
bereidt. zal eenerzij ds moeten passen bij de
omstandigheden, zoo als de tweede wereld
oorlog die elders in de wereld, in het bij
zonder elders in Azië, heeft geschapen, zal
anderzijds Nederlands roeping overzee, met
name ten aanzien van de Indonesische vol
keren. moeten erkennen:
2. De vernieuwing van de samenwerking
Van de Nederlandsche en Indonesische vol
keren en de andere bevolkingsgroepen van
Ned.-Indië zal op de eerste plaats de in
stemming van de vertegenwoordigers der
Indonesische volkeren, alsmede die van de
andere bevolkingsgroepen moeten verwer
ven;
3. De vaststelling van wat de commissie
afspreekt en voorbereidt zal vervolgens van
de samenwerking van Ned. Regeering en
Staten-Generaal afhankelijk zijn.
De commissie bouwt voort op de Malino-
conferentie en bevordert het welslagen van
de bijeenkomst te Pangkalpinang.
De commissie bevordert de hervatting van
besprekingen met vertegenwoordigers van
de nieuw gevormde staatkundige organi
satie, welke zich aandient als de Republiek
Indonesia.
In geval van ernstdgen twijfel omtrent de
aanvaardbaarheid van bepaalde vertegen
woordigers raadpleegt zij onzen minister.
In het aide-mémoire aan de Engelsche
regeering verklaarde de Ned. Regeering zich
op 6 Augustus jl, ondanks de ondervonden
moeilijkheden, bereid, mits de op dat tijd
stip onderbroken evacuatie der geïnterneer
den werd hervat, om nogmaals haar mede
werking te verleehen aan een poging om
langs den weg van samenspreken met die
groep, waarin zich constructieve en redelijke
figuren bevonden, tot een oplossing van het
conflict te geraken.
Ten aanzien van Java verklaarde de Ned.
regeering nogmaals bereid te zijn het de facto
bestuur van de Republiek hierover met uit
zondering van de zich onder geallieerde
controle bevindende gebieden te erkennen,
indien deze althans bereid was haar plaats in
te nemen in een staatkundige structuur voor
Indonesië als een in volledig deelgenootschap
gelijkwaardig lid van een nieuw hervormd
Koninkrijk, waarvan alle leden zich ver
plichten de fundamenteele democratische prin
cipes te handhaven.
Gezien de nog niet geconsolideerde ver
houdingen in de republiek zélve, achtte de
Ned. regeering het vanzelfsprekend, dat deze
zekere waarborgen en zekerheidsstellingen zou
geven van haar vastbeslotenheid en vermogen
om tot een werkelijke oplossing te geraken.
De belangrijkste hiervan waren de onmid
dellijke inivijheidstelling van de geïnterneer
den, die nog steeds in het binnenland ver
toefden, het treffen door de Republiek van
maatregelen ten einde de volledige vrijheid
voor leven en eigendommen van alle inwoners
zonder onderscheid van nationaliteit, ras of
religie te verzekeren, staking van alle vormen
van propaganda, die onvereenigbaar kunnen
worden geacht met den geest van de te sluiten
overeenkomst, de oprichting van een gemeen
schappelijk bestuursorgaan voor de uitwisse-
WAT KLOPT HIER NIET?
Tot chef van den geneeskundigen dienst xn
Ned. Oost-Indië is benoemd de arts Baden,
voorheen lid van de Artsenkamer. De Ned.
artsen, vrijwilligers-off icier en, verschenen
niet op de receptie van den heer Baden en
werden gestraft De gestrafte artsen, die hun
straf veeleer als een eer gevoelden, hebben
bij den commandant der zeemacht geprotes
teerd. Aldus het Oosterhoutsch Nieuwsblad.
ling van gegevens en het verstrekken van
adviezen aan de Nederl. reg. en de republi-
keinsche autoriteiten betreffende de voedsel
voorziening en andere eerste levensbehoeften,
de algemeene gezondheidstoestand, de weder
opbouw en de hervatting van den handel, het
verkeerswezen en monetaire aangelegenheden.
Ten aanzien van Sumatra verklaarde de
Nederlandsche regeering zich bereid de op
neming van dit eiland in het bestuursgebied
van de Republiek te erkennen, indien een
voorafgaand onderzoek zou uitwijzen, dat de
algemeene stemming onder de bevolking
aldaar aan deze oplossing de voorkeur zou
geven.
In geval een overeenkomst zou worden be
reikt. verlangde de Ned. reg., dat onder
handhaving van de bestaande militaire posities
onmiddellijk stappen zouden worden genomen
tot staking der vijandelijkheden en het plegen
van daden van gewéld, terwijl voorts zonder
verwijl verdere besprekingen zouden worden
gevoerd om nader te beslissen omtrent de
voorwaarden voor en de omstandigheden waar
onder een algeheele politieke overeenstem
ming zou kunnen worden bereikt.
De Nederlandsche Regeering beëindigde deze
opsomming met de nadrukkelijke verklaring,
dat bovenstaande voorstellen als één geheel
moeten worden gezien, zoodat zij zich derhalve
het recht voorbehield, haar standpunt nader
te bepalen in geval van niet aanvaarding of
afwijking van eenig gedeelte daarvan.
Z.K.H. Prins Bernhard, gevolgd door lt.-adm. Helfrich en lt.-gen. Kruis, tijdens de inspectie
der troepen, welke gisteren hebben deelgenomen aan de parade ter gelegenheid van het
16e lustrum van het Leidsch studentenweerbaarheidscorps „Pro Patria".
GREPEN UIT DE MEMORIE
VAN ANTWOORD
In de Memorie van Antwoord inzake de
begrooting van Overzeesche Gebiedsdeelen
merkt de minister ojn. op, dat het bij bena
dering nog niet is op te geven, wanneer de
indiening van een aan de eischen beantwoor
dende Indische begrooting kan worden ver
wacht.
De Regeering sluit zich gaarne aan bij
de hulde, die door verscheidene leden ge
bracht is aan den luit.-G.G In dit verband
zij meegedeeld, dat van dr Van Mook geen
ontslagaanvrage is ontvangen.
2. De gewenschte opening van zaken m.
b.t. het Indische vraagstuk meent de Reg.
thans het beste te kunnen bevorderen door
de vertrouwelijkheid van de instructie aan de
Comm.-Gen. op te heffen, welke instructie
thans als bijlage is toegevoegd. Uit art. 15
kan worden opgemaakt, dat de Regeering
den opzet der federatieve constructie, welke
op de Malino-conferen tie is aanvaard, voor de
structuur van geheel Indonesië aannemelijk
acht.
3 Voorts ontleenen wij aan de M. v. A. dat
aan niemand in Indië, die bepaalde staat
kundige idealen is toegedaan, beletselen m
den weg zullen worden gelegd, mits deze vrij
heid niet wordt misbruikt om tot opstand en
omverwerping van het wettig gezag aan te
zetten en geen terroristische methoden zullen
worden aangewend.
4. Verder deelt de minister mede geen en-
KOMT THANS SOEKIMAN OP
SJAHRIR'S PLAATS?
De reeds gisteren gemelde verwerping van
de ontwerp-overeenkomst van Linggadjati
door de Islamietische partij „Masjoemi" op
Java heeft, volgens Ass. Press, mogelijk een
crisis in het kabinet der „republiek" tot ge
volg. Inheemsche politieke leiders te Ba
tavia zijn van meening, dat zij onafwend
baar is, tenzij de Mohammedaansche „minis
ters" breken met hun partij, en een nieuwe
Mohammedaansche groep van geestverwan
ten van Sjahrir vormen.
Dezelfde bronnen verklaren, dat indien de
Mohammedaansche leden van het kabinet
hun ontslag indienen, Sjahrir zelf zijn ont
slag zal indienen bij Soekarno. Men ver
wacht, dat laatstgenoemde dan den leider
van de Islam-partij, dr Soekiman, verzoeken
zal een nieuw kabinet te vormen.
Een dergelijk Mohammedaansch kabinet zou
de verplichting op zich nemen, de onder
handelingen met Nederland te heropenen en
te trachten, grootere concessies te krijgen
dan bij de ontwerp-overeenkomst van Ling
gadjati verkregen zijn.
De Mohammedaansche ministers in het
kabinet van Sjahrir, aldus een zegsman uit
de omgeving van de Commissie-Generaal,
hebben altijd het taaiste element gevormd.
Reeds vóór de vonning van zijn kabinet,
heeft Sjahrir met de Islamietische partij een
strijd om de macht moeten voeren. Het ver
baast de Commissie-Generaal niet, dat de
ontwerp-overeenkomst door de Islamietische
partij als een hefboom wordt gebruikt in den
blijkbaar opnieuw ontbranden strijd.
MERDEKA OVER HET BASIS-ACCOORD
VAN CHERIBON.
Het republikeinsche blad „Merdeka" van
29 November wijst er op, dat in republikein
sche kringen de voor- en tegenstanders van
het basis-accoord ongeveer even sterk zijn.
Het blad is daarom van oordeel, dat het voor
barig van de „republikeinsche regeering" zou
zijn de aanvaarding van het accoord als
zeker aan te nemen „Al is de „regeering"
het met den inhoud volkomen eens, dat wil
geenszins zeggen, dat het volk deze overeen
komst nu ook moet aanvaarden"
kei bezwaar te hebben tegen het overleggen
van de handelingen van de conferenties re
Malino, Pangkalpinang en Denpasar, indien
hiermede wordt bedoeld de tekst der rede
voeringen.
5. De notulen van de vergaderingen der
Comm.-Gen. heeft art. 9 der instructie even
wel geheim verklaard.
6. 'n Overzicht van den financieelen toestand
betreffende Ned.-Indië kan thans nog niet
worden geproduceerd. De kasbegrooting voor
het tweede halfjaar '46 toont aan een tekort
van 652 millioen gulden, waarbij zij opge
merkt, dat dit betreft gebieden door de Ned.
Ind. Reg. beheerd. Een globale becijfering van
de schuldpositie van Ned.-Indië per uit. Oc
tober wijst een eindcijfer van rond 2900 mil
lioen gulden, zijnde meer dan het dubbele van
den stand voor de Duitsche invasie.
7. Ook over den economischen toestand in
Indië is nog geen nauwkeurig en volledig
beeld te geven Het is duidelijk, dat zoowel
in- als uitvoer in de komende maanden sterk
zullen toenemen.
8. De Ina. Regeering heeft zeer voorloo-
pige schattingen doen verrichten van de
directe schade, tijdens 'de Japansche bezet
ting toegebracht aan verschillende onderdee-
len van het economische apparaat. Zij kwam
hierbij op een bedrag van 2255 millioen
gulden.
9. Dat er in Indië onvoldoende persvrijheid
zou zijn, wordt in de M. v. A. ontkend. De
situatie heeft weliswaar meegebracht, dat
het drukpersbedrijf voorloopig in handen van
de Overheid moest blijven, doch gestreefd zal
worden naar teruggave aan het particuliere
bedrijfsleven.
10. Tot 15 Nov. zijn bijna 73.000 evacué's
naar Nederland gerepatrieerd. Van dit aantal
zijn 69.114 per schip en 3802 per vliegtuig
overgebracht. De massa-evacuatie is thans ten
einde. De totale passage-kosten worden ge
raamd op 82 millioen gulden.
11. Ten aanzien van Suriname en de Ned.
Antillen merkt de minister op, dat de concrete
wijzigingen in het bestuur thans gereed zijn
en binnen afzienbaren tijd aan den gouver
neur zullen worden aangeboden. Hij be
treurt het feit, dat er den laatsten tijd wrij
ving is ontstaan tusschen den gouverneur en
de St. van Curagao.
12. De min. is voornemens de Kamer een
ontwerp van wet aan te bieden tot instelling
van een welvaartsfonds voor Suriname.
SALARISSEN EN PENSIOENEN DER
INDISCHE AMBTENAREN.
Naar aanleiding van de vraag, welke rege
lingen zijn getroffen ta.v. de salarissen en
pensioenen zoowel van militaire als van
burgerlijke ambtenaren in Ned.-Indië ge
durende de bezettingsperiode, merkt de
minister in de M/v.A. op. dat in Juni van
dit jaar door de Ind. Regeering een com
missie is ingesteld, welk tot taak heeft de
Regeering op korten termijn van advies te
dienen omtrent de uitbetaling van bezoldi
gingen e.d. De voorstellen der bedoelde
commissie zijn thana bij de Ned.-Lnd. Reg.
in behandeling.
„Wie zal den strijd aanbinden?"
„Gij1 Kon. 20 14b.
Benhad ad, de koning van Syrië trekt met
een groot leger op tegen Samaria tijdens de
regeering van Achab plan. 858 vóór Christus.
Nog op wijden afstand zendt hij boden naar
Achab, dat deze den strijd kan voorkomen
door een tribuut te betalen, goud, zilver en
een deel van zijn harem. De boden keeren
terug met de boodschap, dat Achab het in
overweging neemt, en vertellen tevens, dat
Israël voor den strijd niet gereed is. Zoo
ingelicht, rukt Benhad ad in snelle vaart op
naar Samaria en stuurt bericht, dat den vol
genden dag een commissie huiszoeking zal
doen en alles wat begeerlijk is in hun oogen
zal wegsleep en. Dat wordt Achab te oar. In
overleg 'met de oudsten weigert hij daarop'
in te gaan.
Dat antwoord doet Benhad ad, die met zijn
generaals aan den borrel is, opstuiven van
woede. In tusschen heeft een profeet des Hee-
ren Achab de overwinning verzekerd, opdat
deze weten zou, dat God de Heere is. Hem
vraagt de koning: „Wie zal den strijd aan
binden?" En het antwoord luidt: „Gij!" Daar
op afgaande begint Achab den aanval en
verslaat, verjaagt het vijandelijk leger met
zijn dronken generaals en koning die nauwe
lijks zijn vrijheid redt.
Gods Woord roept ons op tot den strijd
tegen daemoniséhe machten, die zich in deze
wereld laten gelden en indien het mogelijk
ware, ook de christelijke kerk zouden ver
nietigen. Ze hebben het gemunt op ons hart,
op ons gezin, op ons werk, op ons leven, op
jongen en ouderen Het is him er niet om
te doen om geld of goed ons te ontnemen,
maar ons levensgeluk, ons huwelijksgeluk,
onze christelijke saamgébondenheid aan te
randen en te verbreken. Ik kan in kort be
stek dat niet nader uitwerken, dat behoeft
ook niet, wij weten er allen van. De oorlogs
jaren brachten hun bijzondere gevaren mee
voor ons geestelijk en zedelijk leven, na de
bevrijding is het gebleven in anderen vorm
en gedaante.
Over een paar weken gedenkt heel de
christenheid, dat Eén van God in deze wereld
is verschenen, Jezus Christus, die den strijd
heeft aangebonden tegen zonde en duivel om
ons daarvan te verlossen En wij weten hoe
Hij de overwinning heeft behaald, Christus
Victor! Toch, al zijn zij overwonnen, ze zijn
niet uit deze wereld verbannen, ze trachten
aan de macht des Heeren zich te ontworstelen
en maken het ons moeilijk genoeg. Er is dan
ook geen sprake van, dat ons vertrouwen op
Christus ons zorgeloos, laks of traag zou
mogen maken. Ook mogen wij ons niet tot
een defensieve houding bepalen. Het offensief
moet op alle fronten geopend en voortgezet
worden. De Staat, de Kerk, de school, de
pers hebben hierbij hun taak, maar wij
mogen het daarvan niet alleen verwachten,
wij moeten zelf in de eerste rijen staan. „Gij!
gij!" zóó worden wij zelf tot den strijd op
geroepen. En Christus zal de overwinning ons
schenken, „opdat wij zouden weten, dat God
de Heere is."
Noordwijk-p. W W. SIDDRE.
Even rechtzetten
Namens het Dagelijksch Bestuur der
L.O.-L-K.P.-Stichting schrijft is H. v.
Riessen ons:
In enkele bladen zijn uitlatingen van
Summer Welles geciteerd, die betrekking
hebben op het voorgestelde accoord eener
Nederlandsche Unie, opgesteld te Cheribon.
Sumner Welles beweert daarin o a., dat het
van beteekenis is, dat de heer Schermer-
horn, die zoo'n belangrijk aandeel in de on
derhandelingen heeft gehad, verzetsleider in
Nederland was. terwijl de Nederlandsche
verzetsgroepen de overeenkomst krachtig
steunen.
Het Dagelijksch Bestuur der L.O.-L.K.P.-
Stichting protesteert tegen deze onjuiste
voorstelling. De heer Sdhermerhorn was
geen verzetsleider in Nederland en heeft
zich, toen hij uit het kamp kwam, voome
mel ij bezig gehouden met de oprichting van
de Nederlandsche Volksbeweging.
Bovendien is er geen sprake van. dat
de oude verzetsgroepen a oh ter het voorge
stelde accoord staan. De voorstanders vor
men slechts een kleine minderheid
van de oude verzetsbeweging.
Het Dagelijksch Bestuur betreurt deze
onjuiste voorlichting met name. omdat zü
aan het buitenland gegeven wordt en daar
door over het algemeen door het Neder
landsche volk moeilijk te controleeren en te
rectificeer en is.
Het Dagelijksch Bestuur acht zich. als re
presentant van de grootste verzetsorganisa
ties, gerechtigd deze verklaring af te leggen.
AL WEER HUMBUG
In gezaghebbende kringen te Den Haag
wordt de suppositie van den Haagschen
correspondent van de „New York Times",
als zou de Ned. Regeering de gedachte van
de instelling van een Rijkskabinet voorstaan,
„volkomen uit de lucht gegrepen" genoemd.
Men wijst er in deze kringen op, dat de
ontwerp-overeenkomst niet meer is dan een
basis-accoord en dat dit accoord als zooda
nig uitsluitend is bedoeld als grondslag voor
verdere besprekingen, welke tot een con
structie van de geprojecteerde unie moeten
leiden. Omtrent den naderen vorm dezer
constructie heeft het Kabinet voorshands
haar definitief standpunt nog niet bepaald.
DE PRIJZEN VAN LANDBOUW
PRODUCTEN.
Meer nog dan het absolute prijspeil zijn de
verhoudingen tusschen de prijzen der ver
schillende producten van belang voor de
vaststelling van het bouwplan voor 1947. Het
ligt in de bedoeling, de thans geldende ver
houdingen, behoudens enkele correcties, te
handhaven. Deze correcties hebben betrek
king op een relatieve verlaging van de prij
zen der suikerbieten, een kleine verhooging
van den prijs der erwten en een aanmerke
lijke verhooging van den prijs van lijnzaad.
Voor stroovlas zal geen richtprijs worden
vastgesteld. T.a.v. karwij- en blauwmaanzaad
dient rekening gehouden te worden met de
prijzen die in de importlanden hiervoor be
dongen kim worden, eventueel met en mi
nimum.