Poging tot herstel iproduct-Linggadjati NIEUWE LEEDSCHE COURANT 1 WOENSDAG 4 DECEMBER 1946 ANDERE OPLOSSINGEN ZIJN ZEER WEL MOGELIJK Als warme voorstanders van de toeken ning. zoo spoedig mogelijk, van dezelfde mate van. vrijheid, zelfstandigheid en onaf- haai-kelij kheid als Nederland aan dat andere deel van ons gToote vaderland, aan het Indonesië van Blank en Bruin (vanzelf sprekend in het verband van het Koninkrijk der Nederlanden), zouden wij niets liever willen, dan dat nu zonder verder talmen maatregelen werden getroffen om tegemoet te komen aan allegerechtvaardigde staat kundige wenschen van ons Indonesisch broedervolk, overtuigd als wij zijn van het rationeele van de staatsrechtelijk volkomen gelijk waardigheid van die onderscheidene be volkingsgroepen in Indonesië, om het*even of het Nederlanders. Inheemschen dan wel Chi- neezen zijn. In dit kader bezien moest de ontwerp overeenkomst, waarmede de Oommissie- Generaal voor den dag kwam, wel een bit tere teleurstelling opleveren. Een volkomen verkeerd inzicht vooral bekeken van uit het standpunt van den ken ner van Indische verhoudingen toonde de Commissie aangaande haar positie als ver tegenwoordigster van de Begeering van het Koninkrijk der Nederlanden; al ware het alléén reeds, door zich evenwaardige partij te stellen met de Indonesische delegatie, die toch werkelijk op weinig meer dan dubieus mandaat kan bogen. Het Koninkrijk der Nederlanden is een .begrip, dat niet alleen grondwettelijk, maar Wij bieden hierbij onzen lezers aan een artikel en een manifest van de hand van de heeren jhr B. C. C. M. M. van Such telen, oud-gouverneur van Sumatra's Oostkust, en mr dr P. G. Knibbe, secre taris van de Kamer van Koophandel voor Leiden en omgeving, welke een positieve oplossing bedoelen te geven in één van de moeilijkste situaties, waarvoor ons volk zich ooit in zijn oeschiedenis zag geplaatst. Ook indien wij het met het artikel en het manifest niet in alle opzichten eens zijn, leek de inhoud daarvan ons van zoo groot belang, dat wij deze stukken niet aan onze lezers wilden onthemden. V vooral ook als levende realiteit Nederlandsdh- Oost Indië, noem het Indonesië, omvat. Voor een paar maal honderdduizend nog in leven zijnde Nederlanders is Indonesië „vader- landsche grond," niet minder dan Nederland; zooals het dat ook was voor millioenen, die reeds zijn heengegaan. De moreele en ethi sche aanspraken daarop hebben wij te handhaven voor ons zeiven even goed als piëteitshalve voor hen, uit wier handen ze ons zijn nagelaten. Zulks waarachtig niet met een beroep oip het „droit de conquête" nóch op het groote aan tad politieke tr acta ten, die, veel meer dan militaire overwinningen, Indische gebiedsdeelen onder Nederlandsche Vlag vereenigd hebben. Dat recht van den Nederlander op Indo nesië als deel van zijn land, vèr uitgaande boven de materieele belangen, die hem daarmede mochten verbinden, het ging den heeren van de Commissie-Generaal blijk baar volkomen boven hun bevattingsver mogen. Zij zouden anders niet zoo gemak kelijk Indonesië afgehaakt hebben van het Koninkrijk, en zeker zouden zij dat con- tracje niet afgesloten hebben enkel en al leen met inheemsche Indonesiërs, net of die met uitsluiting van anderen de eenig- rechthebbenden zouden zijn op Indonesië; en de Nederlanders bijv. niet in het minst. De heeren van de C.-G. mogen zeker niet worden geacht net zoo min als dr van Mook het mag, in qualiteit van luit.-G.G. nog niet eens het Nederlandseh-Indone- sisohe standpunt te hebben vertegenwoor digd, of een behoorlijke verdediging daar van te hebben gewaarborgd. De resultaten hebben het duidelijk uitgewezen in over eenstemming overigens met de verwach tingen, die van hen mochten worden ge koesterd. Hun, die zóó brutaal, of ter zake zóó Met bijbels en psalmboeken er van door Ex-lid van Vreemdelingenlegioen aangehouden Oorspronkelijk achtervolgden twee recher cheurs op de L. v. Meerdervoort te Den Haag een fietsendief, van wien vermoed werd, dat hij zijn slag zou slaan. Zij verloren hem echter uit het oog, waarna een der recher cheurs aan den overkant ging posten, daar hij een anderen man met begeerige oogen om eenige fietsen had zien draaien. Toen deze zag, dat de fietsen op slot stonden, trok een boekwinkel meer zijn belangstelling. Hij ging naar binnen en werd even lat^r bespied door een der politiemannen, die, evenals de adspd- rant-dief, zijn neus in de boeken stak. De man echter liet van tijd tot tijd een boek in zijn zak glijden, zoodat de rechercheur den man zijn zakken liet omkeer en met een op- zien-barend resultaat: 2 Bijbels, 3 Psalmboe ken, 1 leesboek en 113 briefkaarten. Bij huiszoeking in een logement aan de Ged. Gracht addaar, waar de 42-j. J. B. B. B. zijn intrek had genomen, werd nog het een en ander op literair gebied gevonden. Sinds 1935 was de man in dienst geweest bij het Vreemdelingenlegioen en eerst 16 Oct. jl. teruggekeerd, zoodat van ee* zeer onaangename hernieuwing van kennismaking gesproken kan worden. Wat België in Duitschland bezetten zal De Belgische zone in Duitschland zal de volgende „Kredse" omvatten: Akenstadt, Akenland, Düren, Montjoei, Erkelenz, Gei- lemkirohen, Jülich, Schleiden, Euskirchen, Keulen (stad), Keulen (land), Bergheim, Bowne. Reandsch-Bergischer Kreis, een ge deelte van de „kreis" Rhein-Wupper en Remscheid, Siegkreis, Ober Bergischer Kreis, Altena, Olpe, Siegen, Wittgenstein, Amsberg. Meschade, Soest, Unna, Hoxter, Paderborn, Warburg, Buren, Briion en Lippstadt. weinig op de hoogte zijn, het moreele mede- recht van den Nederlander op Indonesië te durven ontkennen, hun leggen wij in gemoede de vraag voor: „Waarom ontzegt gij dan ook niet den Amerikaan en den Canadees hun recht op den oorspronkelijk toch Indiaansohen grond?" Gretig zullen zij antwoorden: „Die zijn er thans verre in de meerderheid", en zij zien daarbij over het hoofd, dat het verschil niet meer dan gra dueel is. Dit geldt ook voor Australië. Maar dèn gaan wij verder en vragen: ,,En in Nieuw-Zeeiand, in Zuid-Afrika, waar de naturellen de blanken met een 5-voud over treffen?" Tusschen haakjes komen dan déze vragen er bij: „Wat hebben de autochtho- nen déér voor aandeel in het regeerbestel? Hoe is het dóór gesteld met rasdiscrimi natie?" Wij laten de heeren met de moeilijkheid, om een zakelijk antwoord te geven. Wij ontzeggen immers den Amerikaan, den Canadees, den Australiër, Nieuw-Zeelander, Zuid-Afrikaander niet het recht op him land! Wij weten en erkennen, dat zij het waren, die het groot hebben gemaakt. Wij vragen alleen fair te blijven tegenover ons. De Engelschen en wij. Nu zal de Engelschman denken zeer ad rem te mogen opmerken, dat zijn Labour-regee- ning het wijde standpunt inneemt India de volledige onafhankelijkheid te schenken, met* loslating van aHe Britsch-imperiale aanspra ken, en dat wij dus maar dat «voorbeeld heb ben te volgen in Indonesië. Arme, diie totaal uit het oog verliest, dat Engeland nooit tot India heeft gestaan, als wij staan tot Indonesië; dat Engeland nooit capabel zou «ijn, een overeenkomstige ver houding tot zijn tropisch gebied te scheppen, als wij tot het onze hebben. Het is de levens houding van den Engelschman, die zoo iets belet. Wij dragen en droegen reeds lang, in dividueel in verschillende graden, het besef dat de Indonesiër behoort tot een broeder volk. In latenten vorm zijn die broederlijke Ontwerp-manifest jhr Op basis van goede verhouding en samenwerking De Regeering van het Koninkrijk der Ne derlanden, geleid door een oprecht verlan gen om een goede verhouding te verzekeren tusschen de Volken van Nederland en Indo nesië, en zul'ks in nieuwe vormen van vrij willige samenwerking, welke de beste ga rantie bieden voor een gezonde en krach tige ontwikkeling van beide landen in de toekomst, legt de navolgende plechtige ver klaring af: Artikel 1. De Regeering van het Koninkrijk der Ne derlanden zal op zeer korten termijn de er kenning bevorderen, desnoods op voorloo- •pigen voet. van de Vereenigde Staten van Indonesië binnen het verband van het Koninkrijk, in een staatsvorm, waarin de rechtmatige staatkundige verlangens zullen zijn samengevat van de vertegenwoordigers van alle in Indonesië levende bevolkings groepen ongeacht ras en afkomst, gekozen, geheel vrij van vrees of dwang. Artikel 2. De Regeerimg van het Koninkrijk der Ne derlanden verbindt zich op de basis van Art. 1 tot de onmiddellijke vestiging van een in staatsrechtelijk opzicht, volkomen aan het gebiedsdeel Nederland gelijkstandi- gen democratisohen staat op federatieven grondslag genaamd: „De Vereenigde Staten van Indonesië." Artikel 3.. De Vereenigde Staten van Indonesië zul len omvatten: het geheele grondgebied van Nederlandsch-Indië met dien verstande, dat indien de bevolking van eenig gebiedsdeel na overleg langs democratischen weg, te kennen geeft niet of nog niet tot de Ver eenigde Staten van Indonesië te willen toe treden, voor dat gebiedsdeel een bijzondere verhouding tot deze staten en het Koninkrijk der Nederlanden in het leven kan worden geroepen. Artikel 4. De samenstellende staten van d>e Ver eenigde Staten van Indonesië zullen zijn Java, Sumatra, Borneo, en de Groote Oost, onverminderd het recht van de bevolking van eenig gebiedsdeel om langs democrati schen weg te kennen te geven, dat zij haar plaats in de Vereenigde Staten van Indo nesië op anderen voet geregeld wenscht te zien. Artikel 5. De staatsregeling van de Vereenigde Sta ten van Indonesië, verder bij verkorting aan te duiden met V. S. I., zal worden vastge steld door een constitueerende vergadering, die zal zijn samengesteld op zoodanige wijze, dat de onderscheidene bevolkingsgroepen en hunne belangen in passende mate vertegen woordigd zijn. Artikel 6. Eerste Md: De Regeering van het Ko n ink rijk der Nederlanden zal in het gemeen belang van alle volken in het Koninkrijk de samenwerking op voet van staatsrechtelijke gelijkstandiigheid bevorderen van alle doe len van het Rijk. Tweede Md: Het vorenstaande laat onver kort de mogelijkheden tot nadere regeling van de verhouding tusschen Nederland, Suriname en Curasao. Artikel 7. Eerste lid: Ter behartiging van de belan gen der samenstellende deelen van het Ko ninkrijk der Nederlanden zal het Rijk be schikken over eigen organen. Tweede lid: Deze organen zullen worden samengesteld door de regeeringen der on derscheidene deelen van het Koninkrijk, eventueel mede door de Volksvertegenwoor digingen dier deelen. Derde lid: Als gemeenschappelijke belan gen zullen worden aangemerkt buitenland- sche betrekkingen, defensie en voorzoover noodig financiën, alsmede onderwerpen van economisch en en cultureelen aard. Artikel 8. Aan het hoofd van het Koninkrijk der Ne derlanden staat de Koning (Koningin) der Nederlanden. De decreten en besluiten ter behartiging van de gemeenschappelijke be- i gevoelens reeds doorgedrongen tot alle lagen van onze volken, hier en overzee. De En gelschman wordt nooit de broeder van den „native". Hij kan er de vriend van worden, maar als regel is hij met meer dan de gerespecteerde heer en gebieder; gerespecteerd ook als hij gehaat is. India een stuk van zijn vaderland te voe len, geen Brit drie er aan denkt zelfs. Een stuk van zijn imperium, ja, dat wel! Brengt het belang van dat imperium zooals het toevallig door een bovendrijvende partij in het moederland aangevoeld wordt mede, dat een schadepost of afschrijfpost geboekt moet worden, dan wordt zonder al te veel pijngevoelens afstand gedaan. En definieert men die gevoelens, dan blijft er de zuiver materieele hier buiten beschouwing gelaten ndet veel meer over dan spijt over impe riale trots, die gekrenkt is. Van bitter weiruig tact getuigt het dan ook. een Brit als bemiddelaar op te laten treden in een aangelegenheid, die vèr buiten zijn geestelijke competentie moet liggen; en een „comble" wordt bereikt door de keuze van de leden van de Commissie-Generaal. Indonesië één met Nederland. Zouden de rechten van den Nederlander afgemeten worden naar het aantal zijner toevallig in Indonesië wonende landgenooten ndet meer dan een paar honderdduizend erkenning zou moeilijk volgen. Maar in het aantal ligt ndet het criterium van beoor deeling. Wij hébben daarvoor den blik te richten naar Nederland als reservoir waaruit Indonesië direct en indirect steeds voor ól zijn behoeften heeft geput, geestelijke cultu- reele, zoowel als materieele; de bron waarop ook voor de toekomst Indonesië aangewezen is, méér dan op eendg ander land. De ontwikkeling van Indonesië, dit zelfs in zijn onvoltooidheid reeds grootsche monu ment, gewrocht door samenwerking van Blank en Bruin, het heeft den Nederlander het onvervreemdbaar recht geschonken In donesië ook zijn Vaderland te noemen, één met Nederland. Tallooze Nederlanders, de z.g. Indischen onder hen zoowel als totoks, om het even Suchtelen en dr Knibbe langen van de Rijksdeelen zullen bekrachti ging behoeven van den Koning (de Ko ningin). Artikel 9. Mede ter behartiging van de belangen van het Koninkrijk zullen in elk der samenstel lende deelen van het Rijk door den Koning (de Koningin), Minister-Presidenten worden benoemd. Artikel 10. De Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden zal voorts o.m. bepalingen be vatten ovef a. verzekeringen van de rechten van het Rijk en zijn samenstellende deelen jegens elkander voor de nakoming hunner weder- zijdsche verplichtingen; b. de wederzijdsofce uitoefening van het staatsburgerschap door Nederlandsche en In donesische staatsburgers; c. een regeling houdende voorzieningen voor het geval door of met de deelen van het Rijk gee»-> overeenstemming kan worden verkregen; d. een regeling van de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de organen van het Koninkrijk der Nederlanden bijstand zul len verleen en aan de Vereenigde Staten van Indonesië zoolang deze niet of onvoldoende over eigen organen beschikken; e, de verzekering in alle deelen van het Rijk van de fundamenteele en menschelijke rechten en vrijheden, waarnaar ook het Handvest der Vereenigde Naties verwijst. Artikel 11. De nieuwe Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden zal worden ontworpen en vastgesteld door een conferentie van ver tegenwoordigers der samenstellende deelen van het Koninkrijk. Artikel 12. De Regeering van het Koninkrijk der Ne derlanden zal er naar streven, dat de vesti ging van de V.SJ. in den vorm als ge- wenscht op den voet van de artikelen 1 en 5 haar beslag krijgt vóór 1 Januari 1949. Artikel 13. De Regeering van het Koninkrijk der Nederlanden zal de noodige stappen onder nemen ten einde onmiddellijk na de tot stand- koming van de V. S. I. in den door hen ee- kozen vorm toelating te verkrijgen als lid van de Organisatie der Vereenigde Naties. Artikel 14. Eerste lid: De Regeering van het Konink rijk der Nederlanden waarborgt in het Rijks gebied alle rechtmatige aanspraken van' personen en lichamen op herstel van hun rechten en teruggave van hunne goederen. Tweede lid: Een gemengde commissie zal worden ingesteld om dit herstel of deze teruggave te bewerkstelligen. Artikel 15 Teneinde de Regeering van Indië te her vormen op zoodanige wijze dat haar samen stelling en werkwijze zoo nauw mogelijk zul len aansluiten op de erkenning van de V. S. I. en op de ontworpen staatsrechtelijke structuur, zal de Regeering van het Konink rijk der Nederlanden inmiddels bevorderen, dat wettelijke maatregelen worden getroffen om in afwachting der totstandkoming van de Vereenigde Staten van Indonesië de staats- en volkenrechtelijke positie van het Koninkrijk der Nederlanden aan den nieuwen toestand aan te passen. Artikel 16 De Regeering van het Koninkrijk der Ne derlanden zal niet meer Nederlandsche troe pen in het gebied van de V. S. L legeren dan noodig is om in samenwerking met de in dat gebied aanwezige Inheemsche geregelde troe pen de orde en rust te herstellen en te handhaven, zoomede de veiligheid van het Rijk te waarborgen. Artikel 17 In het belang eener goede samenwerking van de Regeering van het Koninkrijk der Nederlanden met de organen der V. S. I. kun nen wederzijds lichamen in het leven worden geroepen met een gemeenschappelijk secretariaat. Slotbepaling. Dit manifest wordt opgesteld in het Neder- landsch en in het Indonesisch. Beide teksten zullen gelijk gezag hebben. of zij in de tropen wonen of wel in Neder land, zij hebben Indonesië lief, hartstochte lijk lief zelfs. Zij, en anderen die hun zijn voorgegaan, zij hebben door hun bloed, hun zweet, hun tranen het recht verworven niettegenstaande er fouten zijn gemaakt voor rich en voor hun stamvolk ook, om Indonesië niet minder dan de Indonesiërs hun land te noemen. Wie zich aan dat.recht vergrijpt, is een dief, een landverrader tevens. Waarlijk, Indonesië is ook van ons! Geen kroon zonder innerlijke waarde. Hebben de heeren van de Commissie- Generaal, toen zij de Kroon van de Unie, dat wanproduct uit de Toko Linggadjati, voor een paar laar op aan Hare Ma- Mr D- P G KNIBBE jesteit aanboden, er wei ,.an gedacht, dat Zij is „Koningin der Nederlanden bij de gra tie Gods"; en dat staatsrechtelijk reeds lang is vastgelegd, dat onder de Nederlanden ook Indonesië begrepen moet worden? Hoe durven zij het dan bestaan om het Koninklijk recht onderwerp van koehandel te maken met Soekarno onder de leiding van een vreemden meneer als haastigen marktmeester bij die transactie? Wat voor idee hebben die heeren toch wel van het Koninklijke devies „Je Maintiendrai"? Wij wenschen onze Majesteit getooid te zien met de ongeschonden Kroon der Ne derlanden, en niet daarnevens of daarvoor in de plaats, met een „makoeta kosong", een kroon zonder innerlijke waarde. Het is goed, dat overal in den lande, hier en overzee, luide proteststemmen opklinken om zoo mogelijk te voorkomen, dat de blun der van een Commissie-Generaal gedou bleerd wordt door een van de Regeering van het Koninkrijk. Intusschen is het duidelijk, dat zooals de zaken liggen, niet volstaan kan worden met de verwerping van dat monstrum van een overeenkomst zonder meer. Het te dezer plaatse in het midden latend, welke désa- voueeringsmaatregelen t.a.v. de leden van de Commissie-Generaal, inbegrepen de Lui tenant-Gouverneur-Generaal, genomen die nen te worden, geven wij als onze meening te kennen, dat tegenover de negatieve daad in ieder geval een positieve gesteld moet worden, terwijl het bovendien uit prestige overwegingen tegenover het buitenland wenschelijk voorkomt, bij een oplossing zooveel mogelijk aansluiting te zoeken bü hetgeen te Linggadjati te voorschijn is ge komen. Een mogelijkheid tot oplossing. Met een hieronder volgend ontwerp voor een manifest dat wij gaarne geven voor elk beter, hopen wij een steentje bij te dragen voor de oplossing van een van de moeilijkste situaties waarin onze Regeering zich wellicht ooit zag gebracht. Het ont werp bedoelt slechts één mogelij"kheid aan te geven uit meerdere, op welke wijze wij uit de Indische impasse zouden kunnen ge raken, als straks, naar wij hopen, het Che- ribonsche statuut zal worden verworpen. Op de basis van zoodanig manifest naar onze bescheiden meening bjj eenigen goe den wil aanvaardbaar voor het overgroote deel van onze 80 millioen Rijksgenooten hier en overzee kan Blank zoowel als Bruin van harte instemmen met de leuze „Indonesia Merdeka", want „Vrij Indone sië" als erkend land van beide broedervol ken, houdt gezuiverd van alle hatelijke ten- denzen van een voormalige „Los van Hol land-actie", ook voor den Nederlander de belofte in van een schitterende toekomstj Onze historische, cultureele en economische taak t.o.v. het overzee gelegen deel van ons Vaderland kunnen wij weer opnemen in voortdurende uitwisseling van krachten van West en van Oost, thans vrjj van alle restjes van oude. koloniale vertioudingen, vrij van hinderlijke Hollandsche supprema- tie in eiken vorm. De Indonesische maatschappij, dat wonder lijke mengsel van Bruin en Blank, homo geen in al zjjn heterogeniteit, zal herrijzen, klaar om als vrije staat in het machtig ver band van het Koninkrijk der Nederlanden een eervolle plaats in te nemen in de rijen, der Vereenigde Naties. Hoe, en waarom wij het manifest in dezen vorm in groote lijnen verantwoord achten, is meer in détails te halen uit de brochure „De Eenheidsgedachte bij 80 mil lioen Nederlandsche Rijksgenooten", Van Suchtelen, uitgever Sijthoff, Leiden 1945. Bestonden toen nog redenen voor vertrou wen in het Indische beleid van de heeren Schermerhorn en Van Mook, thans bestaan die zeker niet meer! Zij hebben hun kans gehad. Zij hebben die laten loopen. Het vertrouwen wordt hun opgezegd. Compleet wapenarsenaal ontdekt Ongeluk met een revolver bracht de zaak aan 't licht. Toen dezer dagen In de Residentie twee 17- jarige jongens met een revolver aa-n het spe len waren, ging deze plotseling af. De kogel trof één van hen in den buik, die in het Zie- kenhuis-Zuidwal moet worden opgenomen. Bij huiszoeking kwam echter een hoeveel heid wapens voor den dag, waarop een knockploeg tijdens de bezetting jaloers ge weest zou zijn. In beslag genomen werden: 2 stenguns, een geweer, 3 revolvers, verschei dene bajonets, 1000 stengunpatronen, hon derden geweerpatronen, onderdeden van granaten en een hoeveelheid minder gevaar lijk oorlogsmateriaal. Na de bevrijding hadden zij dit alles buit gemaakt. Van politieke redenen is geen sprake.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 6