Sobere viering van het 9e lustrum der S.S.R. Meisje riep Duitsche hulp in tegen ouders C.H. Unie organiseert in Jan.'47 een „Uniedag" NIEUWE LEID SC HE COURANT WOENSDAG 27 NOVEMBER lMf Stadsnieuws Ilerdenkingssamenkomst en receptie van 't bestuur De feestelijkheden ter gelegenheid van het 9e lustrum van de afd. Leiden van de S.S.R. werden gistermiddag voortge zet met een herdenkingssamenkomst in werd om ca. 9 uur de huishoudelijke vergadering voortgezet o.l.v. den praeses J. Bol. In allerlei schafceeringen 'hebben de disputen „Peic", „Tera", „Mocea", „Aenaeus", „Taenia" en „Lucifer" ver slag gedaan van hun wederwaardigheden in het afgeloopen jaar. De ab-actis van de S.S.R., mej. De Tijdens de receptie van het bestuur der afd. Leiden van de S.S.R., welke gisteren haar 9e lustrum vierde, kwam ook prof. dr. G. J. Sizoo van Amsterdam zijn gelukwenschen aan bieden. Geheel rechts prof. dr. A. Goslinga, die als feestredenaar optrad. het Groot-Auditorium der Universiteit. Als spr. trad op prof. dr A. Goslinga, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, die een referaat hield over: „Groen van Prinsterer als nationale fi guur". Allereerst schetste spr. Groen van Prinsterer als student in de rechten en letteren te Leiden, waar hij zijn studie tijd goed heeft besteed. Zoo was hij lid van 4 dispuutgezelschappen en zijn om gang met Thorbecke was o.m. op een kransje, waarin de Grieksche lectuur werd behandeld. Groen was gezien bij studenten en professoren, zoo zelfs, dat men hem als hoogleeraar wilde voordragen. Hiervan is echter niets gekomen. Na geschetst te hebben hoe we Groen als nationale figuur moeten zien, teeken- de spr. hem in zijn werk als historicus. Voor hem was het een wonder, dat de Gewesten Hofland en Zeeland den strijd tegen Spanje tot een goed einde hadden gebracht en zijn inzicht in de historie was vrucht van de zuivere Reformatie, geboren! uit een zuivere kerk. Uitvoerig tond spr. stil bij Groen als Kamerlid en ■et in zijn hart vasthouden aan het open baar onderwijs, zooals hij het zag voor katholieken, protestanten en Israëlieten. Een bewijs, dat hij het volk als geheel niet uit het oog verloor. Hij stond op de bres voor de zelfstan digheid, het nationale besef en de onaf hankelijkheid van het Ned. volk en zijn geschriften over deze onderwerpen von- den alom 'belangstelling. Niet allen, aldus spr., zijn wij natio nale figuren, maar we zullen er wel goed aan doen zijn voorbeeld te volgen. Het Nederlandsche volk heeft meer behoefte aan eendracht dan aan eenheid, dat in de laatste jaren tot de hoogste afgoderij leidde. Spr. wees vervolgens op de gevaren, die er voor de Geref. groep bestaan Voor den oorlog was het nationale besef in onzen kring zwak aanwezig. We mo gen echter wel beseffen, dat de Geref. protestanten direct of indirect een stem pel op ons volk hebben gedrukt en dit is ook nu niet zonder beteekenis. Zelfs prof. v. d. Leeuw, aldus spr., heeft moeten toegeven, dat de neo- Gereformeerden, zooals hij het uitdrukt, een belangrijke factor, soms zelfs de kern van het verzet in de oorlogsjaren zijn geweest. Ons wacht een groote taak, aldus be sloot spr. en niet alleen in eigen kring. We zullen samenwerken, waar dat mo gelijk is, tot heil van ons volk, waaraan wij ons met de diepste vezelen van on ze ziel verbonden weten. In „Het Gulden Vlies" recipieerde daar na het bestuur. Zeer velen, w.o. de pro fessoren Goslinga en Sizoo, weth. Van Schaik namens het Gemeentebestuur, reünisten, het Collegium van de L.S.C. en V.V.S.L., afgevaardigden van vele zusterafdeelingen, disputen van S.S.R., enz., kwamen hun gelukwenschen aan bieden. In den foyer van de Stadsgehoorzaal Ook het Collegium kwam ter receptie en wij zien hier den praeses, den heer K. J. CsA (rechts), het afdeelingsbestuur van de S.S.R. toespreken. Boer, bracht verslag uit over de jaren 19451946, waarin zij om. memoreerde het toetreden in 1945 van de S.S.R. tot de Civitas Academicae en het contact, dat er in Zwitserland is gelegd met de Ghristen-studenten. Het ideaal blijft het Evangelie uit te dragen in de wereld. De praeses hield vervolgens zijn jaar rede, waarin hij de novitaatscommissie dank bracht voor het vele werk, dat zij heeft verricht en stilstond bij de huidige situatie iin de disputen, die, doordat de Universiteit in 1940 werd gesloten, veel nadeel in hun streven ondervonden. Ook •hij stond stil bij het aansluiten bij de C.A. en wees er op, dat nog zeer veel werk wacht. Na de opvoering van „De student thuis", van Frederik van Eeden, volgde de bittersteek, waarna met een zeer ge zellig souper de feestelijkheden werden besloten. S.C.R.E.D. kan met voldoening op dit lustrumfeest terugzien. Oude Romeinsche nederzetting bij Nijmegen Interessante lezing van dr H. Brunsting in het Rijksmuseum van Oudheden Gisteravond heeft dr H. Brunsting in het Rijksmuseum van Oudheden een lezing ge houden over „mpia Noviomagus". Ulpia Noviomagus is de Rameijnsche ne derzetting, die ten Westen van Nijmegen aan den Waaloever lag, ter hoogte van het latere fort Krayenhoff. Het is niet zeker, of zij den titel oolonia voerde, zooals b.v. Keulen en de Romeinsche stad bij Xanten. Met de laatste, de Golonia Ulpia Traiana, heeft het den naam Ulpia gemeen, die be wijst, dat de bewoners van keizer Ulpius Traianus het Romeinsche burgerrecht ver kregen. In de 17e eeuw waren het twee predikan ten te Nijmegen, Joh. Smetius en zijn ge- lij knamigen zoon, die achtereenvolgens een verzameling bijeen brachten van het daar gevondene. Boor afslag kwamen er nl. aan den Waaloever voortdurend nieuwe over blijfselen aan het licht. Ook bij den bouw van het fort Krayenhoff werd nogal wat gevonden; een deel kwam in het Leidsehe Museum door de zorgen van Reuvens, die er ook een opgraving ondernam in 1834. Deze is nog altijd ongepubliceerd gebleven. Spr. vertoonde o.a. foto's van enkele vond sten en van de origineele opgravingskaar- ten, die een complex van 90 bij 60 m. doen zien. Eenigszins vergelijkbaar zijn de in 1921 door Daniëls iets verder Zuidelijk ontdekte grondslagen van een tempeloomplex, dat 90 bij 40 m. meet. Reuvens dacht overigens aan een badgebouw. In elk geval is Ulpia Noviomagus, dat van 70260 bestond, een regelmatig aangelegde stad geweest, met mis schien een paar duizend inwoners. Daar onder waren zeker Bataven. Het eigenaar dige is, dat men bij dezen 'zooveel Kelti sche namen (Lugdunum, Noviomagus, ook persoonsnamen) aantreft. Het is waarschijn lijk, dat de Bataven niet al te zuivere Ger manen zijn geweest, maar al van den aan vang af, toen ze den Rijn af kwamen zak ken, met Keltische elementen vermengd waren. SPEELTUENVER. „DE DEMPING" In wijkgebouw „Levendaal" werd een ledenvergadering gehouden van de speeltuin- ver. „De Demping". Besloten werd nog niet tot bestuursverkie zing over te gaan, aangezien ook de Hooge- woerd en Utrechtsche Veer in de speeltuin actie zullen worden betrokken. Na afloop bleef men nog eenigen tijd in gezellige stemming bijeen. WIE NOG VOORKOMEN In het gisteren gepubliceerd bericht in zake het voorkomen van enkele bekende per sonen voor het Leidsehe Tribunaal is een storende fout geslopen. Het is n.l. niet de heer N. Questroo, doch de heer N. Kwestroo, garage houder te Leiden, die binnenkort wordt ge dagvaard. TRIESTE ZAAK VOOR HET LEIDSCHE TRIBUNAAL Gistermorgen was de zitting van het Leidsehe Tribunaal alleen gewijd aan de be handeling van uitgestelde zaken. Als eerste beschuldigde stond terecht Anna M. Kok, 'uit Alphen aan den Rijn, wie o.m. ten laste was gelegd, dat zij de hulp van den vijand had ingeroepen om van haar ouders haar kleeren terug te krijgen, toen deze haar vanwege haar gedrag het ouderlijk huis hadden ontzegd. Bij deze tusschenkomst was haar vader toen door een Duitscher doodgeschoten. Haar zaak was door het Tribunaal uitge steld ter inwinning van een reclasseerings- rapport, dat thans ter tafel kwam, doch dat allerminst in het voordeel van beschuldigde sprak. Het bleek, dat zij zich herhaaldelijk aan diefstallen had schuldig gemaakt, dat zij zich afgaf met militairen en een al te groote fantasie bezat. Zij had voorts om twee maan den gevangenisstraf te ontloopen, de wij'k genomen naar Duitschlamd en was daar moeder geworden. Haar gevangenisstraf was haar daarna door Seyss Inquart kwijt ge scholden. Het rapport noemde haar een ge vaarlijk type. Haar verdediger, mr Averbeck, betoogde aan de hand van het rapport, dat haar falen in het leven voornamelijk te wijten is aan de verkeerde opvoeding, welke zij heeft ont vangen en uit alles blijkt, dat zij eigenlijk verminderd toerekeningsvatbaar moet wor den geacht. Na in raadkamer te zijn geweest, her vatte de voorz. het verhoor van beschuldigde, na afloop waarvan hij zeide te betreuren, dat onder de rechtspraak van het Tribunaal geen onder toezdchtstelling mogelijk is, waarvoor beschuldigde zeer zeker'in aanmer king zou komen. Uitspraak doende, legde het Tribunaal daarna interneering op tot 1 Mei 1947. Opnieuw kwam ook in behandeling de zaak tegen J. H. Janse te Leiden, tegen wien als nog ingebracht was de beschuldiging, dat hij zich in 1944 zou hebben aangemeld bij den hulpdienst van de Landwacht te Rotterdam. Beschuldigde ontkende dit hem ten laste gelegde en mr Vos, zijn verdediger, wees in den breede op het dubieuse van deze be schuldiging, aan de hand van verschillende getuigenverklaringen van N.S.B.-ers. PI. vroeg derhalve onmiddellijke invrijheidsstel- ling van verdachte, hetgeen het Tribunaal na raadkamer toestond, voorts met ontzet ting uit beide kiesrechten. De laatste zaak, welke in behandeling kwam, was die tegen mej. P. A. Bouwens- Snijders te Katwijk, vroeger te Roosendaal. Zij zou in deze plaats Duitschers aanwijzin gen hebben gegeven bij een fietsenvordering en zich tevens minderwaardig hebben uitge laten over H.M. de Koningin. Beschuldigde ontkende, zoowel het een als het ander en er ontstond daarna een uitvoe rig getuigenverhoor, waarbij *n vijftal ge tuigen uit Roosendaal werd gehoord', het geen aan getuig en,geld den staat heel wat geld kostte. En het verhoor kwam nog geen stap verder, want de zaak werd opnieuw aangehouden om alsnog een getuige uit Roosendaal te hoor en. Mevr. J. Th. KuklerSnoeker te Leiden werd ojm. beschuldigd van lidmaatschap van de NSNAP, het aangeven bij den be- ruchten Steffin, dat J. Dubbeldemati zich beleed'igend over Hitier zou hebben uitge laten tengevolge waarvan deze werd opge pakt, een week vast gehouden en mishan deld, en den handelaar P. J. Leune te heb ben aangegeven wegens zwarten handel. Verd. ontkende genoemd lidmaatschap, dat zij wel had aangevraagd omdat zij en haar thans eveneens nog gedetineerde echtgenoot dit de beste beveiliging achtten tegen de consequenties van hun voormalig lidmaat schap van de CPN. Zij was evenwel niet als lid toegelaten. Eveneens ontkende zij het ten laste gelegde verraad. Zij had D. slechts aangegeven wegens beleediging van haarzelf, doch wist niet dat Steffin Duit scher was. Op verzoek van de raadsvrouwe, mr N. Muller, werd de zaak aangehouden voor het inwinnen van een psychiatrisch rapport, T. Lekkerkerker, leeraar te Oegstgee'st, werd ten laste gelegd, dat hij in den be zettingstijd een functie bij de radio had aan vaard, welke bestond uit het verzorgen van de Engelsche uitzendingen naar het Oosten, ook was hij lid geweest van het Verbond van Ned. Journalisten. Voor het lidmaat schap van de N.S.B. had hij in 1938 bedankt omdat hij het met deze beweging niet eens was. Zijn verdediger, mr E. J. M. H. Bolsius, bracht naar voren, dat verd. de functie bij de radio had aanvaard omdat hij als leeraar, met een gezin van vier kinderen, slechts f 90 per maand verdiende. Wilde verd. deze functie kunnen blijven waarnemen dan moest hij zich ook aansluiten bij het Ver bond van Ned. Journalisten. Volgens mr Bolsius kon hem dit lidmaatschap niet ten laste worden gelegd, want dit Verbond stond niet op de index van verboden vereeni- gingen. Alhoewel geen copy van de Engel sche uitzendingen meer beschikbaar is, wees mr Bolsius er op, dat deze uitzendingen, volgens een in het Engelsch verschenen boek over de B.B.C., nog de beste waren. Aan het einde van zijn pleidooi vroeg mr Leiden in bezettingstijd Door M. G. Verwey, Uitgave A. W. Sijthoff's Uitgeversmjj, N.V., Leiden. De eenige publieke, geestelijke nalaten- schap, welke de ook door ons nog diep be- treurde wijlen weth. M. G. Verwey heeft na- gelaten, is zijn boek „Leiden in bezettings- tijd". Het is een onopgesmukt relaas van „herin- neringen van een gemeentebestuurder", geen roman of een biografie. Juist daarom 1 dit boek een blijvende waard£, omdat hieruit tenvolle de persoon van Verwey spreekt, zoo- als hij heeft geleefd in de moeilijke jaren 19401945; het vormt een stuk geschiedenis van de Sleutelstad, welke zich in den bezet tingstijd heeft afgespeeld. Verwey heeft als wethouder alles van r medegemaakt en in zijn boek komt tot uit- drukking, dat hij het bewust heeft doorleefd, En mede hierdoor werd zijn houding bepaald, welke helaas niet door allen is begrepen. Bij het lezen van zijn boek wordt het echter duidelijk, waarom en hoe hij is blij. ven arbeiden voor zijn stad en haar inwoners, die hij lief had. Wij lezen van de evacuatie- Bemoeiingen, die hem rechtstreeks aangingen als evacuatiecommissaris en in welke functie de heer Verwey zooveel mooi werk voor Lei- dens burgerij en anderen heeft verricht, Tevens schetst hij uitvoerig zijn houding tegenover den bezetter en den toenmaligen burgemeester en in dit alles liet hij zich leiden door zijn beginsel en het stadsbelang, totdat het hem tenslotte onmogelijk is worden verder mede te werken en op heldere wijze legt hij hiervan getuigenis af in het hoofdstuk, „waarom ik als wethouder be dankte". Hoe dankbaar was Verwey, dat op 5 Mei 1945 mr A. van de Sande Bakhuyzen weer de leiding van het gemeentebestuur op zich kon nemen en hij hem hierbij terzijde kon staan, terwijl hij spoedig het ambt van bur gemeester moest overnemen, waaraan helaas een ontijdig einde kwam door zijn plotseling verscheiden op 17 Febr. 1946. Dit boek, dat opent met een voorwoord van oud-burgemeester, mr A. van de Sande Bakhuyzen en wordt besloten met een karak terschets van mr S. Mok, is verlucht met ver schillende foto's uit den0bezettingstijd en na de bevrijding. Wij wenschen dit werk van wijlen weth. Verwey in vele handen, zeker in die van alle Leidenaars, want het blijft een waardevolle herinnering. Een uitnemend geschenk voor de a.s. feestdagen. WIJLEN WETH. M. G. VERWEY SPEELTUINVER. „MORS CHKWARTIER" Onder zeer groote belangstelling is gisteren avond in de Chr. School van den heer Tijm- stra, Morsohweg, een tentoonstelling geopend van geschonken en gekochte cadeaux voor St. Nicolaas. De viering van het St. Nicolaas- feest zal plaats vinden op Zaterdagmiddag 7 Dec. a.s. om 2 uur precies in den Foyer van de Stadsgehoorzaal. Vertrek Vondellaan om 1.15 uur nm. St. Nicolaas hoopt dan persoon lijk aanwezig te zijn. Verder zullen nog op treden een zangkoor van den Speeltuin en een goochelaar. DISTRIBUTIEVARIA Morgen zijn aan de beurt om bonkaarten af te halen de letters Li t/m einde L en M t/m Me. Het distributiekantoor is geopend van 8.3912 en 1416 uur. HAAGSCHË RECHTBANK De los-arbeider P. B. had in Lisse en Hil- legom rijwieldiefstal gepleegd en in verband met de acht veroordeelingen die hij reeds heeft ondergaan, vorderde de Officier tegen hem twee jaar gevangenisstraf met aftrek preven tief. De rechtbank heeft in deze zaak een psychiatersonderzoek bevolen. De smidsknecht G. G. uit Lisse heeft zien té verantwoorden gehad terzake van diefstal; de rechtbank heeft hem veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf waarvan vier maan den voorwaardelijk met drie jaar proeftijd Bolsius onmiddellijke in vrijheidsstelling, omdat hij van nieening was, dat verd. voor deze feiten langen tijd in interneering had doorgebracht. Na raadkamer besloot het Tribunaal hiertoe. Groote bijeenkomst in de Stads gehoorzaal te Leiden Als inzet van de propaganda-actie in 1947 roept de Kamerkringvereeniging Leiden van de Chr. Hist. Unie, wier ressort zich uit strekt van Wassenaar tot Woerden en van Hillegom tot Krimpen a. d. Lek, haar leden en die van de C.H. jongeren- en vrouwen groepen in dit gebied op tot bijwoning van den grooten „Uniedag", welke 15 Januari a.s. in de Sleutelstad zal worden georgani seerd, aldus verneemt de Nieuwe Leid sehe Courant. Naar het officieele programma verluidt, zullen de deelnemers om 10 uur 's morgens worden ontvangen, waarna men in clubver band eenige belangrijke gebouwen, waaraan onze stad rijk is, zal bezoeken. Na een lunch zullen in den middag acht sectievergaderingen plaats vinden, waar willekeurige onderwerpen aan de orde zul len worden gesteld; elke sectie zal derhalve een bepaald probleem kunnen behandelen. De dag zal besloten worden met een groote bijeenkomst in de Stadsgehoorzaal, waar verscheidene sprekers het woord zullen voeren. De voorbereidingen van dezen dag wor den getroffen door een speciale commissie, terwijl voor de plaatselijke organisatie in iedere afdeeling één contactlid is aangewezen. Nadere bijzonderheden inzake het pro gramma zullen binnenkort worden gepu bliceerd. Zaterdagmiddag a.s., 3 uur, zal een be spreking plaats vinden met de vertegen woordigers van de kiesvereenigingen over den te organiseeren „Uniedag". Deze bijeenkomst wordt gehouden in „Zomerzorg",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 6