Soldatenmoeder Hiddink gaat naar Indië
Interessant „buitenbeentje" der Spoorwegen
TEM WIJL...
Nieuw navigatie-systeem voor vliegtuigen?
NIEUWE LEIDSCHE COURANT J DONDERDAG 14 NOVEMBER 19M
Wat ter plenaire zitting
behandeld werd
Tijdens de plemaire zitting te Cheriibon
werd o.m. aandacht besteed aan de water
voorziening te Soerabaja, welke binnenkort
weer normaal zal functioneeren. Verder is
overeenstemming bereikt over het plan om
den landbouw voor den Westmoesson zoo
economisch mogelijk in te richten.
Het verslag van de Comm. voor Civiele
Aangelegenheden behandelt de voedsel-
sohaarschte in de Geallieerde zone, het te
rugtrekken van de Geall. troepen en de po
litie. Een aantal regelingen werden getrof
fen om het rijstprobleem in Batavia op te
lossen. Ook heeft men de kwestie van het
Ned. en het republikeinsche geld besproken.
Een resolutie werd aangenomen, waarin
besloten werd dat de overdracht van het ge
zag door de Geallieerden aan de Nederlan
ders zal plaats vinden in die gebieden, waar
Geall. controle was ingesteld. Ook met de
politie zal men. gelijkelijk handelen.
„Ik wist niet, dat er zooveel gewonden
waren." Ik vroeg hem „U weet misschien
ook niet, dat er oorlog geweest is?"
Dat typeert mevrouw Hiddink. Ze slaat er
op los, als liet moet. Want „ze zullen weten,
dat ik er ben". Dat wil zeggen: „Ze zullen
weten, dat de soldaten veel noodig hebben
en met fraaie woorden niet geholpen zijn."
De oorlog zag haar later aan het werk voor
de krijgsgevangenen en hun families.
Op allerlei manieren zijn ze uit kampen
als Amersfoort gehaald. Tot in Stanislau
drong mevrouw Hiddink door. In den hon
gerwinter organiseerde ze het Haagsch Co
mité voor gezinnen van krijgsgevangenen,
dat 35.000 kg voedsel onder de oogen van de
moffen weghaalde en ter beschikking van die
hongerende menschen stelde. Er zijn 1500
gezinnen geholpen en 200 kinderen wegge
zonden naar het Oosten van het land.
Joden haalde ze uit de gevangenkampen.
Ze vertelt: ,,Als er een transport gevangenen
aankwam, ging ik er op af. Tegen de bege
leiders zei ik: „Ik kan zóó goed gezichten
onthouden, als ik ze éénmaal gezien heb.
vergeet ik ze nóóit meer."
Daar waren ze in die dagen al gevoelig
voor en dan viel er heel wat voor de ge
vangenen te doen. Als ik er een Jood tus-
schen uithaalde, zei ik: .Steek je neus nu
maar in je zak en kom mee". Soms zei een
wacht: „Maar dat is een Jood, dien U daar
bij U hebt?" En dan zer ik: „Nou kan ik
toch zien, dat je nog over weinig menschen-
kennis beschikt."
Het lukte altijd. Zooals alles haar lukt.
Onder haar royale, robuste hartelijkheid
smelten zelfs ambtelijke verboden, die niet
goedkeurden dat een burger, en een vrouw
nog wel, tot de troepenschepen doordrong
Maar toen zij er eenmaal was en in haar
witte jasschort de jongens aanspoorde nog
even naar huis te schrijven en spelletjes en
Naast haar „gewone" werk voor onze soldaten heeft mevrouw Hiddink natuurlijk ook een
zeer uitgebreide correspondentie. Deze rustig te lezen achter haar bureau vormt steeds
weer een der mooiste oogenblikken van haar zware dagtaak.
andere belangrijke dingen aan boord bracht,
zeiden de bevelvoerende officieren: „Mensch,
wat fijn, dat je er bent. Jij voor de jon
gens, wij voor de jongens, zoo moet het."
„Als de jongens mij zien, zien ze een stuk
Nederland. Letterlijk."
Dat is de beteekeni9 van haar Indische
reis, die op 29 November begint. „Als de
Sibajak tenminste klaar is."
Moeders, vrouwen, zusters, broers en va
ders van soldaten: Mevrouw Hiddink, Bali-
straat 12 in Den Haag, kan nog heel wat
meenemen. Vergeet haar adres nietl
Terwijl er steeds nog schoten vallen,
En Hollandsch bloed nog sawahs kleurt,
Terwijl er naast zooveel ellende,
Nog steeds meer narigheid gebeurt.
Rijdt hier ter stede, frank en vroolijk.
Bewaakt door vrijwel één compie,
Een onderwijzer uit de dessa:
Soedirman van de TJiJ.
Terwijl in kampen diep op Java,
Nog duizenden gevangen zijn.
Terwijl daar velen van bezweken,
Of vrienden zijn van maag're Hein,
Zit hier ter stede een commissie
Die eet en drinkt en reist en praat,
En als de zaak niet vlot wil lukken
Van voor-af-aan beginnen gaat.
NEEMT VOOR ELKEN SOL
DAAT WAT MEE
BETALING DUITSCHE SOCIALE RENTEN
AAN NEDERLANDERS.
Tengevolge van de stagnatie in het betalings
verkeer met Duitschland werd aan Neder
landers, die vroeger in Duitschland werk
zaam zijn geweest en aan wie, op grond van
de Duitsche sociale verzekeringswetten, een
rente was toegekend, sinds de capitulatie deze
rente niet meer uitbetaald. Genoemde rente
trekkers kunnen m.i.v. 1 Dec. 1946 in aanmer
king komen voor een uitkeering van de zijde
van het Centr. Bur. Verz. Oorlogsslachtoffers
(C.B.V.O.), waartoe belangstellenden zich kun
nen wenden tot hert plaatselijke kantoor van
het CB.V.O. onder overlegging van de noodige
bewijsstukken.
(Van een onzer verslaggevers).
Als er uit een Nederlandsche haven een
schip met soldaten naar Indië vertrekt, kunt
U op de dekken, in de loodsen en op den
wal een vrouw waarnemen, aan wie alles
eigenlijk ongewoon is.
Haar omvang, want zij is groot en breed
en forsoh, haar bezig zijn bij het in ont
vangst nemen van brieven en het uitdee-
len van kleine pakjes en versnaperingen, de
hartelijkheid, die zij voor de jongens heeft
en de bewondering, die zij haar toedragen.
„Moeder" zeggen de soldaten.
Dat doet je in 't begin vreemd aan. Op
den moedernaam ben je zuinig, die heeft m
ieder jongensleven een aparten klank, maar
in dit geval is het toch niet gek.
Mevrouw Hiddink, de „soldatenmoeder"
uit Den Haag, die we hier beschrijven, zegt:
„Ze vragenwat moeten we tegen U zeg
gen: mevrouw, juffrouw, zuster? Ik zeg:
„Zeggen jullie maar moeder, dat is het mak
kelijkste".
Ze heeft gelijk. Haar werk voor de solda
ten wordt met dat woord het best gekarak
teriseerd. Toen in 1939 de Grenadiers en
Jagers 110 jaar bestonden en mevrouw Hid
dink ter receptie verscheen, gebruikte Luit.-
Gen. van Voorst tot Voorst, de tegenwoordi
ge gouverneur van de Residentie, dien titel
in de oogenblikken dat hij, doelend op haar
werk zei: .U zou een echte soldatenmoeder
zijn"
Sindsdien is dat zoo gebleven.
In de mobilisatie, in den oorlog voor ge
wonden en krijgsgevangenen vooral, steeds
is mevrouw Hiddink dat soldatenmoeder-
schap trouw gebleven. Nu is ze het niet min
der en ze staat klaar het nog verder door te
voeren door een reis van 8 maanden naar
Ned-Indië te maken, om, overal in den Ar
chipel, de Nederlandsche soldaten te bezoe
ken, hun nooden te hooren, hen gerust te
stellen waar 7ii zich zorppn over
„Je moet niet tegen wat sjouwen opzien,"
zegt de soldatenmoeder, als we haar juist
ontmoeten met een stapel lectuur. Via
zware vrachtauto's gaat dat allemaal naar
de booten, die er voor zorgen, dat het in
handen komt van onze jongens overzee.
thuis, hun belangen te bepleiten bij de hoo-
ge legerautoriteiten en in ons land terug, de
moeders en vrouwen over de knapen ginds
te vertellen.
Mevrouw Vervat-Muylwijk, haar helpster
en de heer L. den Haan Jr., haar secretaris,
zullen haar vergezellen.
Uiteraard gaat ze niet met leege handen,
want kisten vol boeken, tijdschriften, pak
jes, geschenken, met elkaar een half scheeps
ruim vol, vormen de bagage.
Tusschen paperassen, gesprekken, boe
ken en andere beslommeringen door, vertel
len ze ons van dit prachtige werk voor den
Nederlandschen soldaat, dat haar, dochter
uit een gezin van zeventien kinderen, waar
met elkaar deelen plicht was, van jongsaf
gestuwd heeft. Zij is van meening, dat ieder
een voor den naaste doen moet wat hij kan.
„Je niet verschuilen in comité's en mensch-
lievende kringetjes, maar de handen uit de
mouwen en er op uit", is haar devies. Vroe
ger hielp ze zwervers, straatslijpers, mannen
en vrouwen waarmee niemand meer iets
kon beginnen en ze kwamen terecht.
Soldaten, alleen in de stad, vonden weldra
een tehuis bij haar en haar man. „Mijn stil
len vennoot" noemt ze hem. Gewonde solda
ten hadden, gelijk al opgemerkt, na den oor
log haar belangstelling. Twee maanden na
den wapenstilstand kwam ze in het Militaire
Hospitaal in Utrecht, waar ze van de gewon
den moest hooren, dat zij de eerste van de
burgers was, die hen bezocht.
Een hooge autoriteit in de stad zei toen:
WAAR 1001 MATERIALEN
„GETEST" WORDEN.
(Van een onzer verslaggevers.)
De reiziger, die in den trein stapt, ver
trouwt er blindelings op, dat niet tijdens de
reis de assen van zijn wagen zullen breken,
dat hij straks niet op een station zal belan
den, waar de regen door groote roestgaten
van de overkapping naar binnen stroomt,
datzoo zouden we nog veel meer kun
nen noemen. En toch zijn al deze zaken min
der vanzelfsprekend, dan men oogenschijn-
lijk zou denken. In het laboratorium der
Spoorwegen, dat na den brand in het Lijn-
gebouw te Utrecht werd ondergebracht in
barakken bij Delft, worden de 1001 mate
rialen, waaruit het reizenbedrijf der N.S. is
opgebouwd, dagelijk getest. Er draait geen
as, of het metaal werd hier onderzocht, of
het voor zgn taak berekend isgeen ma
chinist smeert zijn locomotief met olie, die
hier niet officieel gekeurd werd.
Alle verfstoffen, smeeroliën en vetten,
dieselmotorbrandstof en benzine, de grond
stoffen voor beton (zelfs het water maakt
geen uitzondering) en het beton zelve, dak
bedekkingsmaterialen in allerlei variëteiten
anorganische zouten, gordijnstoffen, isolatie
materiaaler is kortom niets, wat aan de
aandacht van het „Spoorweglab." ontkomt
Mannen in witte jassen zijn hier bezig met
eigenaardige toestellen en installaties, waar
van de leek op het eerste oog niets begrijpt
Het lijkt wonderlijk, dat er een kostbare en
ingewikkelde machineconstructie noodig is
om alleen.... blokjes beton te breken. Maai
deze betonbeproevingsmachine heeft terdege
een belangrijke functie; een monster beton
„getrokken" van een werk der N.S., waai
men met dit materiaal iets wil gaan bou
wen wordt in den vorm van een blokje
of kubus onder „druk" gebracht. Een wijzer
geeft feilloos aan, bij welke spanning het
materiaal het begeeften aldus krijgt
men een juisten indruk omtrent den weer
stand in de practijk. Woorden als „buig-
breekspanning" hooren tot de vaktermino
logie van het „Lab.". Er is echter ook nog
zooiets als „trekvastheid", met het gevolg,
dat men elders een arbeider bezig ziet, uit
cement vervaardigde „achtjes" zgn. proef
stukken met behulp van een speciale in
stallatie kapot te trekken.
Men onderscheidt overigens een chemisch-
physische en een mechanisch-metallografische
afdeeling, welke laatste bij de Technische
Hoogeschool een onderkomen vond. Laten
we eerst eens de „verfcontrole" bekijken,
welke onder de laboratoria van eerstgenoem-
rubriek thuis hoort. Ten einde een duide
lijk beeld te krijgen omtrent dikte en
consistentie van een bepaalde verfsoort, ge
bruikt men het uitvloei-apparaat volgens
Gardner: een glazen schijf, waarop concen
trische lijnen zijn aangebracht. De snelheid
van uitvloeiing laat verschillende conclusies
toe omtrent de mogelijkheid tot verf-uit-
De „betonbeproevingsmachine" van het Spoorweglaboratorium in bedrijf: een monster beton
wordt onder druk gebracht, teneinde te kunnen nagaan, bij welke spanning het breekt
DE „METEOR" NOG STEEDS VERMIST
Het van Manston (Kent) naar Eindhoven
vertrokken Meteor-vliegtuig dat door Officier
W. A. Smith bestuurd werd is nog steeds niet
terecht. De, op het vliegveld Eindhoven lan
dende machine, bleek een „Meteor" te zijn, die
tegelijk met het vermiste toestel uit Engeland
vertrokken is.
Tot alle Nederlandsche kustvaarders en vis-
schersschepen is een oproep gericht naar het
vermiste RAF-toestel uit te kijken.
strijken met een kwast. Dan is er nog de
„verweeringstank", waarin een serie met
verschillende verfmonsters beschilderde
plaatjes voortdurend door een felle lamp be
schenen en met water besproeid worden.
Hier spreekt wel het duidelijkst het prin
cipe van het „Spoorweglab.": nabootsing der
natuurlijke omstandigheden om het gedrag
van een bepaald artikel in de practijk te lee-
ren kennen. Een belangrijk toestel is ook de
Penetro-meter om de eigenschappen van
rol-, kogellagervetten enz. te doorvorschen.
Want men kan tenslotte geen Zweedsche
locomotieven of electrische treinstellen op
minderwaardig smeermateriaal laten loopen.
Dit toestel geeft een duidelijk antwoord op
de vraag, hoe de verschillende merken zich
bij uiteenloopende temperaturen gedragen
Pas wanneer men de rapporten uit het
„Lab." ontvangen heeft, gaan de Spoorwegen
ertoe over, bepaalde soorten in grootere
kwanta aan te koopen.
Voorts wordt hier met een gevoelig weeg-
proces het zuur- en vuilgehalte van afge
werkte dieselolie bepaald, electrolyse toege
past, metaallegeeringen worden onderzocht,
enz. We mogen de trekmachine voor het
bepalen van den weerstand van ijzeren dra
den en staven niet vergeten, alsmede de
kerf slagmachine (een machtig metalen arm,
die onvermoeibaar op een staafje ijzer
beukt). En als men nog bedenkt, dat de
micro- en macrofotografie ook nog een aparte
afdeeling vormt, wordt het duidelijk, dat
men hier niet over „een nacht ijs" gaat
J. St.
Terwijl het land hier wordt verkwanseld
Geofferd wordt aan ijdelheid,
Terwijl een werker zonder woning,
Behalve dorst nog honger lijdt,
Bestaan in Holland ook nog menschen,
Met grutterswaren in hun hoofd.
Die ons voor moordenaars verslijten
En, die helaas men nog gelooft!
Zoolang dit alles voort kan duren,
Zoolang een ieder dit nog slikt
Zoolang is Neerland een klein landje
Tot lagen ondergang beschikt.
Maar, waar van Heutsz voor heeft gevochten,
waar Berenschot een doodsmak deed,
waar Karei Doorman voor crepeerde,
waar Tjarda zwaar en moedig leed,
Dat Land kén niet in enkle maanden
Door demagogen uit één kliek.
Verspeeld vergokt versmeten worden
Terwille van de.Republiek!
(Een Oorlogsvrijwilliger
te Batavia d.d. 4 Nov. 1946)
DE „VOLENDAM" MET TROEPEN DER
7-DEC. DIVISIE TE BATAVIA
Gisterenavond ie de „Volendam" te Tandjong
Priok gearriveerd met aan boord 2200 man van
de 3de Inf. brig, der 7-Dec.-divisie, 100 man
van de Luchtstrijdkrachten, een detachement
Kon. Marechausée en de Prins Bernhard-
kapel.
De troepen werden bij hun aankomst be
groet door gen.-maj. Dürst Britt en gen.-maj,
Kengen.
WORDT IN ENGELAND
REEDS TOEGEPAST
Er wordt momenteel in Nederland ge
poogd een nieuw navigatiesysteem voor
het vliegwezen in het leven te roepen. Dit
systeem wordt in Engeland door de British
European Airways toegepast op het vlieg
veld Northolt bij Londen. Getracht zal wor
den over heel Europa een net van dit zgn.
„G-systeem" te leggen. Gegevens over een
vliegtuig, dat met een „G-zendinstallatie"
is uitgerust, verschijnen in den ontvanger
op een kathodestraalbuis, in den vorm van
kleine flitsen. Deze correspondeeren met cij
fers op de buis en op een kaart, die op een
bepaalde manier van een rasterwerk is voor
zien. Met behulp van een keten grondsta
tions kan zoodoende op ieder gewenscht
oogenblik de positie van een vliegtuig wor
den bepaald. De keten stations, die met
Northolt correspondeert, heet de „Oostelijke
G-keten". Overwogen wordt ook op het
vasteland van Europa dergelijke ketens te
leggen. In Frankrijk bestaan reeds drie van
deze stations-ketens en in centraal Duitsch
land is er ook een opgericht. Ook van
Tsjecho-Slowaaksche en Spaansche zijde be
proeft men op het oogenblik installaties
voor het „G-navigatiesysteem" in Engeland
aan te koopen. De British European Air
ways is doende het standaard „stralings"-
toestel, dat voor landingen dient, te vervan
gen door een apparaat voor automatische
blinde landingen. Het nieuwe apparaat wordt
op het oogenblik beproefd door middel van
den „automatischen piloot".
DEELNAME VAN NEDERLAND AAN
DE UNESCO.
Aan het verslag met betrekking tot het
wetsontwerp „Goedkeuring van het statuut
van de organisatie der Ver. Naties voor
onderwijs, wetenschap en cultuur" antiee
nen we, dat de ontwerp-begrooting van de
Unesco voor het jaar 1947 een eindbedrag
vertoont van rond 7.500.000 dollar. Indien
Nederland daarin voor eenzelfde percentage
zal moeten bijdragen als voor de Ver. Na
ties het geval is, zal het percentage voor
Nederland pl.m. 1% bedragen, hetgeen voor
1947 een bedrag zou uitmaken van pl.m.
f 300.000, terwijl voor het jaar 1946 Nederland
voor een bedrag van f30.000 aan de onkos
ten zal moeten deelnemen.