Humor van het Platteland
Afscheid
in Neurenberg
Groote brand aan boord van de Boschfontein
WANT WAT DE MENSCH ZAAIT
NIEUWE LEEDSCHE COURANT
3
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 19W
ii
Naast de voorbeelden van min of meer be-
wusten humor, opgenomen in het eerste ar
tikel op 25 Sept., zijn er ook een aantal van
volstrekt onbewusten humor ten plattelande
te noemen, die dan vooral op den stedeling
een grappigen indruk maken en hem eer
domheid lijken. Men moet echter niet ver
geten dat tot kleine gehuchten en op ver van
de beschaafde wereld staande boerderijen het
moderne leven uiterst langzaam doordringt,
in het bijzonder wanneer het oudere men-
Bchen betreft. De plattelandsbewoner in het
algemeen lacht om deze staaltjes het hardst
mee.
Een vrachtrijder noemt men den man, die
met paard en wagen (thans vaak een vracht
auto) den dienst tusschen de stad en zijn
dom rvr.^~*-v>oudt Soms komt er nu wel eens
komen, dan verzette Pier de mandenmaker
zich tegen dit pessimisme, want, zei hij: Een
gullen, dat 's niks, ik mèke een mange
(mand) en 'k d'r een!"
Voorwaar, de heele economie in een note-
dop. Bij een deftig diner zat ook een een
voudige boer aan, die op grond van de een
of andere functie in het polderbestuur daar
terecht was gekomen. Het eten volgens de
voorschriften der etiquette viel hem zwaar,
maar het ergste was dat de aardappelen,
waarvan hij een flinke portie op zijn bord
had geschept, hem wat te droog waren. Hij
peinsde zwaar op welke wijze hij deze leem
te aan den kellner zou kenbaar maken en
plotseling had hij het gevonden,-want luid
schalde het door de eetzaal: ,,Deze perzoon
heeft nog geen vet!"
Stellig van onbewusten humor was ook de
door een onhandigheid van een loopjongen uitroep van het oude vrouwtje, dat een bun
een pak of bus in een verkeerden wagen I deltje hout vond, door 'n ander gereedge-
terecht.
Daarvan vertelde een vrachtrijder het vol
gende: „Vandaag stond er een bus met een
bruin-rood goedje in mijn wagen. Het was
niet voor mij bestemd. Ik heb overal gevraagd
van wie het zijn kon, maar niemand wist er
iets van. En toch stond er J A M op,' zeker
de voorletters van den geadresseerde. Maar
ik ken niemand die zoo heet. Ik wist niet
wat ik er mee doen moest en heb het toen
maar als. wagensmeer gebruikt".
De ouwe Ko had een neef, „stikrieke", die
in Indië was geweest en daar schatten had
verdiend. Hij woonde thans in Nederland en
als die stierf, nou, dan zou er wat loskomen.
Ko zou een gemakkelijken ouden dag heb
ben. En jawel, op een dag verscheen het
overlijdensbericht en onder aan de kaart
stond: ,,De verassdhing zal Donderdag a.s.
plaats hebben".
Ko in de wolken. „Zie je wel", zei hij tot
zijn vrienden, „ik wist wel dat hij me niet
vergeten zou". De Donderdag werd met
groote spanning tegemoet gezien. Maar de
dag verliep zonder dat de verrassing, waar
op Ko hoopte, kwam. Ik behoef niet te zeg
gen dat hij nog steeds wacht.
Keesje was nog nooit buiten zijn dorp ge
weest. Op een keer had een inwoner van
Bergen op Zoom er plezier in hem eens wat
van de wereldsche grootheid te toonen. Hij
nam hem daarom naar de stad zijner inwo
ning mee. En Kees genoot van de ontzaglijk
hooge huizen. Maar wat hem het meest had
getroffen was de vriendelijkheid van zijn
gastheer, die hem een sigaar wilde laten op
steken en hem er daarom eenige voorhield.
Kees begreep hem echter verkeerd en zei la
ter: „En vriendelijk dat die man was, hij gaf
me zoo maar een handvol sigaren".
Als het over de duurte ging en sommigen
klaagden over de moeite om aan den kost te
maakt om huiswaarts te brengen: „Ik zal 't
maar meenemen, anders wordt het toch maar
gestolen".
In den bezettingstijd was een meisje wat
al te intiem met een Duitschen militair ge
weest. De gevolgen bleven niet uit.
Toen de moeder van het meisje dit be
merkte, ging ze haar nood bij haar buur
vrouw klagen. Deze vond het natuurlijk ook
heel erg. Maar de diepste ellende had ze niet
doorgrond. Dit maakte de aanstaande groot
moeder haar duidelijk door te zeggen: Ja
en weet je wat nou 't ergste is, de voader
is een Duitscher en as dat wicht nou geboren
wordt, dan kunne me 't nog nie eens ver-
stèn ok".
Leven op crediet
(Vervolg van Pag. 1)
Het zal duidelijk zijn, dat het huidige le
venspeil, gelijk dat nu gehandhaafd wordt,
Onvoldoenden steun vindt in de werkelijkheid.
Het is kunstmatig we leven boven onzen
stand en we kunnen slechts hopen, dat de
welvaartsbronnen in het komend jaar in
meerdere mate gaan vloeien. Daartoe is het
noodig, dat we onzen invoer zelf kunnen
betalen en niet langer met behulp van bui-
tenlandsche credieten ons levenspeil hand
haven. Want deze credieten geven slechts tij
delijk soelaas en moeten later met rente wor
den terugbetaald. Als zoodanig beteeken en
zij een verschuiving der moeilijkheden naar
de toekomst. En liquidatie van onze Ameri-
kaansche 'beleggingen beteekent in wezen het
opteren van reserves.
Van het nationaal inkomen, dat voor 1947
geraamd wordt op f 8.3 milliard, moet een
bedrag van f 0.8 milliard bespaard worden.
In 1946 zijn de besparingen, naar reeds ge
bleken is, belangrijk bij het in het vorig Na
tionaal Budget opgenomen bedrag achterge
bleven. In het komend jaar moet ongeveer
13 pet. van het gezinsinkomen gespaard wor
den en de minister is van oordeel, dat dit
percentage redelijkerwijze mogelijk moet
worden geacht, wanneer het Nederlandsche
volk den ernst van den economischen toe
stand, waarin het verkeert, voldoende beseft
en een ieder bereid is een zeker offer in den
vorm van minder consumptie te brengen.
Wij vragen ons echter af, of de Regeering
wel voldoende rekening houdt met den be
staand en nood in de gezinnen. Voor velen is
het moeilijk om tot sparen te komen. Toch
kan er niet genoeg gehamerd worden op de
noodzakelijkheid hiervan.
Dat de Overheid in deze zelf het voorbeeld
moet geven wie zal het ons betwisten? En
de erkenning van den minister, dat de hooge
staatsuitgaven gaan ten koste van de netto-
in vesteering en van het bedrijfsleven, toont
duidelijk aan, in welk een belangrijke mate
het veel te groote overheidsapparaat een
struikelblok vormt voor het herstel van het
bedrijfsleven.
Inderdaad, de problemen, voor welker op
lossing ons land staat, zijn netelig en het uit
zicht is nog weinig opwekkend.
Vandaag is het de laatste dag, dat de be
schuldigden in Neurenberg bezoek van hun
vrouwen mogen ontvangen. Morgen moeten,
zij de proeesstad verlaten.
Het zijn voor de betrokkenen trieste da
gen. Terwijl buiten het gerechtsgebouw en
Ten slotte nog dit kostelijke staaltje. Een
doodarm paartje had nauwelijks genoeg te
eten. En toch stond er op zekeren keer, toen
de man thuiskwam, een flink stuk worst op
tafel.
Hij was stom verbaasd en vroeg zijn vrouw
waar ze dat vandaan had. Ze zei met een
glimlach: „O. ik heb wat veeren uit ons bed
genomen en die heb ik verkocht". En de
man antwoordde, glanzend van genoegen:
„Ik wist niet dat je zoo slum (slim) was."
Is het niet teekenend voor den onbewusten
humor van deze Zuidbevelander dat hij
„oarig" (aardig) gebruikt in een be teekenis,
die geheel van de algemeen Nederlandsche
verschilt, namelijk zonderling of raar. Ja
zelfs beteekent de uitdrukking: „Ik worre zoo
oarig": ik voel me haar of onpasselijk wor
den.
Zoo ver is hij er vaak vandaan zijn eigen
humor te gevoelen, dat al wat geestig is,
hem zonderling toeschijnt.
Den Haag. Dr F. C. DOM3NICUS
De jeugdige Frau Schacht met haar kin
deren, echtgenoote van een „respectabel"
bankdirecteur.
in de rechtszaal zélf de laatste hand wordt
gelegd aan de voorbereiding van de slot
zitting, nemen de voormalige nazi-groot en
afscheid van hun betrekkingen, die zij nu
niet meer mogen ontmoeten. Geen wonder
dat de stemming gedeprimeerd is. Alleen
van Goering wordt gezegd, dat hij zich vol
ledig beheerscht.
Seyss-Inquart kwam terug op zijn plotse
linge trouwbetuiging jegens Hitler in zijn
laatste woord. „Ik heb niet willen zeggen",
DIVERSE OLIELEIDINGEN
GESPRONGEN
Hedennacht omstreekt kwart over twee is
brand uitgebroken aan boord van de „Bosch
fontein", het circa 12000 ton metende schip
van de Ver. Ned. Scheepsbouwbedrijven, dat
sedert Dinsdagmorgen bij de Ned. Dok- en
Scheepsbouwmijte A'dam in dok lag. Aan
boord van het schip bevonden zich op het
moment, dat de donkey-man den brand ont
dekte, een viertal stuurlui, vijf leden van
het machinekamerpex-soneel, alsmede enkele
marconisten, schilders en andere werklieden,
die tot 12 uur 's nachts aan het schip had
den gewerkt. Hedenochtend vroeg was het
door de geweldige rook- en dampontwikke-
ling nog niet mogelijk de oorzaak van den
brand te bepalen. Ook toen de brandweer
vanmorgen om half acht de situatie meester
Ir R. A. D. Cort v. d. Lin
den te Den Haag schrijft ons:
Het is heel begrijpelijk, dat
de menschen hebben gestaakt.
En eigenlijk kan men ze
geen ongelijk geveti.
Is het wonder, dat men
schen, die nooit iets anders
dan kwaad hooren over Ne-
derlandsch-Indië en niets dan
goeds van de Repoeblik In
donesia, de kluts kwijt ra
ken? Het is niet hun schuld,
dat ze bij den neus zijn ge
nomen. Door verkeerde en
onvoldoende berichten, door
de Regeering en door divei"-
se volksleiders, zijn ze om
den tuin geleid.
Er wordt ons gezegd, dat
de troepen naar Indië gaan
voor de orde en de veilig
heid. Jongens, al die troepen,
dan is het er toch niet pluis
in Indonesië
Er wordt ons gezegd, dat
„de Regeering vreedzame be
doelingen heeft t.o.v. Indo
nesië". Al die troepen met
vreedzame bedoelingen, dat
wil er bij de menschen niet
in. Je kunt ze veel te slik
ken geven, maar geen sten-
guns. Alles is niet pais en
vrede met die „Repoeblik"
Ja, daarmee wordt onderhanv
deld. Nou, ciaar zijn toch
geen troepen voor noodig.
Juist, daar zit hem de kneep.
„Ze gaan in plichtsvervulling
voor een goede, rechtvaar
dige zaak". In allen gevalle
is het leelijk in de knoei, en
is er een reuze wanorde.
anders waren al die troepen
niet noodig. Er is een luchtje
aan, dat ruikt de meest ver
stopte neus. En als er een
republikeinsch leger is, waar
om moeten wij dan voor de
republikeinsche orde zorgen?
Laat ze het zaakje zelf op
knappen. U ziet, het is
logisch.
Er wordt ons gezegd: we
hebben een „Nederlandsche
democratische Regeering".
Het is ons van Regeerings-
wege gezegd.
En geen Duitsche regee
ring. Neen, die hebben we
niet. Maar een Voorlichtings
dienst hebben we wel. En die
is van de Regeering. Goeb-
bels redivivus. Ik weet wat
ik zeg. En ik zal het zeggen.
Het volk weet er geen klap
van, van den toestand in
Indië. Als ze het wèl wisten,
stonden wij allen zij aan zij.
Het volk is niet dom, het is
van den domme gehouden.
Het weet niet, dat die Re
publiek Japansch is. Het
weet niet, dat het een tyran-
nie is en terreur. Dat de lei
ders verraders zijn en de
vijanden van hun volk. Het
weet nïiet, dat Indonesië een
schuilnaam is, camouflage.
Het weet niet, dat de bevol
king ons en ons gezag voor
de over-overgroote meerder
heid vriendschappelijk gezind
is. Het weet niet, dat door
dictatoriaal, onverantwoorde
lijk, nalatig optreden en door
rechtsverzakiing, ontzettend
veel leed en schade is toege
bracht aan onze menschen,
aan de Inheemschen, en aan
de gansche beschaving, die
wij brachten. Het weet niet,
dat de vernieuwing is om-
smijterij, en dat die republiek
zoogenaamd, het gemeene-
best, die vervalschte res pu-
blica, een despotisch volks
bedrog is. Het weet volstrekt
niet, dat onze beproefde ko
loniale staatkunde, geheel an
ders dan al de onwaarheid
en oppervlakkige smaling,
vooral zegeningen bracht. En
het kapitaal juist welvaart.
Waarom weten de men
schen dat niet? Omdat het
Is verzwegen. Omdat de
toorn en de verbolgenheid
van hen, die het het beste
weten kunnen, is gesmoord,
en de meening van hen, die
wel het meest van al hebben
geleden, van de gemartelden
en gedupeerden, en de woe
de van de geëvacueerden,
voor de groote massa van
het volk is doodgezwegen.
Omdat de feiten zijn ver
draaid. Omdat niet gezegd
werd, wat gezegd had moe
ten worden.
Omdat er verkeerd zaad is
uitgestrooïid. Stakings- en
desertiezaad. Van den zaad-
handel „Wijlen Goebbels".
Filiaal in Batavia, en een
kantoor in Amsterdam, adres:
Partij van den Arbeid. En nu
het zaad is opgekomen, en er
gemaaid wordt, zegt de fir
ma nota bene: „Niet van
ons, dat hebben we niet ge
leverd".
was, bleek het nog ondoenlijk de machine
kamer te betreden. De brand is uitgebroken
onder den stuurboordketel, den z.g. Schot-
schen ketel, welke nog gebruikt wordt voor
de diverse pompinstallaties. Enkele oldelei-
dingen zijn gesprongen en hébben vlam ge
vat, waardoor 't voor de mannen van de 10 te
hulp gesnelde brandweerauto's een bijna on
uitvoerbare taak scheen. Kortsluiting als
oorzaak van den brand wordt uitgesloten
geacht, daar de verlichting aan boord is blij
ven branden. De „Boschfontein" is op 7 Sept.
uit Indië teruggekeerd en lag in dok om ont-
Een aardappel van een kilo
Dezer dagen deed de kweeker F. v. d.
Berg, uit 's-Gravemzande, bij het aard-
appelrooien een verrassingrwekkenden
steek. Hij bracht n.l. een aardappel van
niet minder dan twee pond naar boven.
Of de 'heer van den Berg een groot ge
zin heeft, weten wij niet, doch voor zich
zelf had hij in ieder geval een „maaltje"
aan dezen geweldigen knol.
Frau von Ribbentrop en kroost, die
stamt uit een rijke koopmansfamilie
zoo verklaarde hij thans, „dat zij ongelijk
hebben, die Hitier veroordeelen, maar ik
kan en zal een dergelijke veroordeeling
nooit uitspreken".
Inmiddels sprak de Amerikaansche advo
caat Cunningham, die in Tokio Japansehe
oorlogsmisdadigers moet verdedigen, als
zijn meening uit, dat Schacht, Von Papen
en Von Neurath misschien vrijgesproken
zullen worden. Ten aanzien van Keitel,
Jodl. Dönitz, Raeder en Hess verwachtte hij
toegevendheid. Als er geen Joden waren
daan te worden van de resten van de uit
rusting als troepen transportschip, teneinde
weer zijn oude gedaante als vrachtschip met
passagiersaccomodatie te verkrijgen. De
voorgenomen reis naar Zuid-Afrika op 18
Oct. zal voorloopig wel moeten worden uit
gesteld. Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor.
Zestienjarige Rotterdamsche wint
prijsvraag
„Man over boord" leverde 46000 inzendingen op
In het gebouw van Nederlandsch Volksher
stel vond gisteren de officieele overdracht
plaats van de ROHYP-bouwspaarbrief aan
den winnaar van den luisterwedstrijd „Man
over boord", die door Ned. Volksherstel was
georganiseerd ten bate van het Fonds „Nood-
De gelukkige winnaar was de 16-jarige A.
W. Kok te Rotterdam. Ruim 46.000 inzendingen
waren binnengekomen, waarvan 3510 fou
tieve oplossingen.
Mej. Tjeenk Willink overhandigde Kok per
soonlijk zijn prijs en zette in het kort uiteen
waarom juist een dergelijke hoofdprijs was
gekozen, die geheel in het kader valt van de
gedachte van volksherstel. Zrj dankte den
organisator, den heer de Waal, en den auctor
intellectualis Koos Koen, die ook aanwezig
was.
Nadat mej. Tjeenk Willink nog eens het
doel van „Volksherstel" had uiteengezet sprak
de directeur van Rohyp nog een kort woord
ZIJ, DIE NAAR INDIË TERUGKEERDEN.
Per K.L.M.-Skymaster zijn naar Batavia
teruggekeerd: ir C. J. Warners, directeur van
het dep. van Verkeer en Waterstaat, dr 11.
W. van Diffelen, fung. dir. van Onderwijs en
Eeredienst, W. Alons, thesaurier-generaal en
de Inh. vertegenwoordiger van Bali op de
Malino-conferentie, Soekawatl.
•- v, is*
Frau Hans Frank met zoon en dochter,
vervolgd en vernietigd, zou dit een gewone
oorlog geweest zijn, als iedere andere, zoo
zei hij. In Neurenberg acht men de uitin
gen van den advocaat, die kort geleden
Neurenberg bezocht, zeer indiscreet.
Dinsdagavond zal de wereld weten of die
Amerikaan gelijk had.
TUINBOUW KRIJGT AMERIKAANSCHE
KOLEN EN COKES.
De brandstoffen, die voor het seizoen
1946'47 voor den tuinbouw beschikbaar
worden gesteld om een vervroegde teelt van
kasproducten mogelijk te maken, zullen
worden verstrekt in den vorm van Ameri
kaansche kolen, gedeeltelijk aangevuld met
cokes. Het is de bedoeling nog voor het
einde van dit jaar het grootste gedeelte van
de toegewezen hoeveelheden aan de bedrij
ven af te leveren.