met Molotof
Waarheen drijven de Communisten in China?
NEE UWE LEIDSCHE COURANT
3
DONDERDAG 5 SEPTEMBER 19M
Ik zit aan tafel
(Bijzondere correspondentie).
De Parijsche Vredesconferentie, die heele-
maal geen vredesconferentie is, doch. alleen
maar de ontwerpen voor de vredesverdra
gen heeft te bespreken, is natuurlijk een
heel ernstïig iets, want van de mannen, die
hier aan het beraadslagen zijn, hangt het
lot af van tallooze millioenen aardbewo
ners. Men kan echter niet dagelijks 24 uur
achtereen een dood-ernstig gezicht trekken
Een schalksch en bloot toeval speelde mij,
als het ware onder de tafel door, een
„troefkaart" ï(n handen. Ofschoon, ik toe
gang heb tot de journalistentribune, was
mij er heel veel aan gelegen, de vrede
stichters eens van nabij te bekijken. Toen
ik in den tuü»n van het Paleis de Luxem
bourg een goed vriend tegen het lijf liep,
lid van de Chineesche delegatie, knoopte S|k
een gesprek met hem aan en draaide het
zóó, dat dit langer duurde dan dit gewoon
lijk het geval is bij een toevallige ontmoe
ting van twee oude bekenden. Zoo onge
merkt liepen we langs de politie en de orde
bewaarders, zoo ongemerkt kwamen we l<n
de groote zaal van den Senaat en zoo on
gemerkt zaten we een oogenblik later naast
elkander aan de conferentietafel.
Links van mij bladerde de heer Masaryk,
de Tsjechische minister van Buitenlandsche
Zaken, in zijn acten. Vijf stoelen verder
bracht de heer Molotof met zijn secretaris
sen de dossiers in orde. Tegenover mij on
derhield de heer James Byrnes zich met
Dr Evatt, terwijl Manoeilsky, de vertegen
woordiger van de Oekraïne, met den vice-
Aan onze abonnes
Ihdien U het abonnementsgeld over
het 4e kwartaal 1946 per giro wïtft over
maken, verzoeken wij U beleefd dit vóór
15 September a.s. te doen. Wilt U daar
bij vooral opgeven aan welk adres de
krant wordt bezorgd?
Voor Uw welwillende medewerking
zeggen wii U bij voorbaat hartelijk dank.
DE DIRECTIE.
president van den Raad, den heer Kardelj
van Joego-Slavië, waarschijnlijk over Triëst,
misschien echter ook wel over de dranken
in de in haast geïmproviseerde bar of over
de miserabele telefoonverbindingen sprak.
Vijf minuten voordat de heer Spaak de
vergadering opende, stapte ik met mijn
fototoestel op den heer Molotof toe, die mij,
zonder een spier van zijn gelaat te vertrek
ken, aankeek. Op mijn verzoek, toch even
te glimlachen, plooide de Russische minister
van Buitenlandsche Zaken zijn mond zoo
goed en zoo kwaad als het ging, zoodat mijn
foto vrïiendelijker uitviel, dan de meeste
portretten, welke er van Molotof bestaan.
Voor een behoorlijk interview ontbrak ech
ter, jammer genoeg, de tijd, alsmede het
begrip bij de garde van secretarissen en
vertalers, welke Molotof omringt en deze
heeren gaven mij te verstaan, dat ik den
minister niet langer mocht ophouden, daar
hij moest werken. Ik ging dus weer naar
mijn plaats naast den heer Masaryk terug,
welke wonderlijk genoeg nog steeds
vrij was.
Op dat moment begon de heer Evatt zijn
redevoering over de rechten der kleine na-
t'ües. 35 Minuten lang was hij aan het woord
en gaf tamelijk langdradige beschouwingen.
Evatt sprak in een Engelsch, dat eenigszins
afwijkt van het in Engeland gesprokene
Engelsch, ten minste wat het accent betreft.
Terwijl de vertaler van Molotof Evatts uit
eenzettingen in het Russisch vertaalde, riep
Evatt wat spottend naar Masaryk: „Is de
Russische vertaling juist?", waarop Masaryk
met tegenwoordigheid van geest in het zui
verste West-end-Engelsch terugriep: „Hoe
kan ik nou daarover oordeelen? Ik versta
geen Australisch!" En dan tot mij: ^roe-
der Evatt moet vroeger opstaan als hij mij
ertusschen wil nemen".
Masaryk voelde zich heelemaal niet goed
en betoonde zich dankbaar voor een klein
doosje sariidontabletjes, dat ik hem gaf om
hem van zijn influenza af te helpen. Als
tegenprestatie verlangde ik zijn autogram,
dp* r**'*oVto Dat
schoolkinderen, hun namen op het blad pa-
pïier, dat ik hun overhandigde.
Ik waagde het echter niet den vertegen
woordiger van Ab'j-ssynië te benaderen, die
gekleed in een lange gifgroene toga, een
gifgroenen tulband op met zijn met henna
goedgeverfden baard (ten teeken, dat de
drager een pelgrimstocht naar Mekka ach
ter den rug heeft) mij wat al te streng
aankeek.
Nadat Molotofs redevoering in de beide
andere conferentie-talen was overgebracht,
sloot de heer Spaak de vergadering en „wij
gedelegeerden" verlieten de zaal om in de
bar het met elkaar eens te worden, dat de
Fransche ordedienst bizonder goed function-
neert en dat dank zij de uitstekend uitge
dachte organisatie van den prefect Luizet
geen enkele onbevoegde ook maar in de
nabijheid van de conferentiietafel kan ko
men.
.TABAKSPERIKELEN
NEDERLAND WEEFT WEER EEN TAÜAl<SG>ONlDU S WE
KUNMENI WEER pruimen)
eerste autogram bracht mij op het idee, ook
den anderen heeren te verzoeken hun na
men onder dien van Masaryk te plaatsen.
De Amerikaansche minister van Buitenland
sche Zaken, onmiddellijk zijn vulpen te
voorschijn halend, waarschuwde mij met
zijn handteekening geen chèques te verval-
schen, daar volgens in de Vereenigde Sta
ten geldend recht een dergelijk misdrijf
zware tuchthuisstraffen oplegt. Mackenzie
King, de premier van Canada, en Ma
noeilsky, die van de Oekraïne, betoonden
zich eerst verbaasd over mijn verzoek,
plaatsten dan echter eveneens, volgzaam als
Een beschouwing in het Am.
weekblad „Time"
China, dat de laatste eeuw zooveel oor
logen .gekend heeft, waarover de Japansche
tanks gedaverd hebben, dat burgerkrijg zag,
hongersnood en, verschrikkelijke overstroo-
mïingen en ongekend hevige epidemieën, dit
China van Sun-Jat-Sen en Tsjiang-Kai-
Tsjek schijnt opnieuw het hoofd te moeten
bieden aan een burgeroorlog. De wapen
stilstand, die enkele maanden geleden werd
afgekondigd, is verbroken. Regeeringslegers
en Communisten staan tegenover elkaar,
nïiet, omdat een van beide partijen de vijan
delijkheden wenscht, maar omdat de strijd
om de macht over China voor deze keus
stelt: nu vechten, of later onder slechter
omstandigheden tóch strijden.
Het Amerikaansche tijdschrift „Time" gaf
dezer dagen het volgende overzicht van de
oorzaken der tegenstellingen.
De Chineesche nationale regeering wist,
dat voor den opbouw van China herstel van
het economische leven noodig was. In haar
machtsgebied zijn de pogingen zwak en de
mislukkingen groot geweest. Daar staat ech
ter tegenover, dat zelfs het meest doeltref
fend bestuur in China niets kan doen, zoo
lang de Communisten de voornaamste ver
bindingslijnen in het land afsnijden.
De Communisten namen Harbïin, het voor
naamste spoorwegknooppunt in Mantsjoerije.
Communistische guerrilla's vallen het ver
keer te water over China's groote rivieren,
als de Yangtse Kiang, de Gele rivier en het
Groote Kanaal aan. Zij bedreigen voorts
spoorwegkruispunten als Tientsin, Tsingtao
en havens, voor het binnenlandsch verkeer
van belang. Voorts belangrijke centra als
Moekden en Tsinan. Nanking en Sjanghai
zijn van West-China afgesneden.
De Communisten boden aan hun actiie op
te geven, in ruil voor een zetel in de regee
ring. Maar Nanking was van meening, dat
de prijs hooger zou zijn, dan zoo op het
eerste gezicht scheen.
Sinds de, vertrouwelijk verloopen, onder
handelingen in het voorbije voorjaar, zijn
de nationalistische leiders, waaronder zelfs
de zeer gematigde, meer en meer tot de
conclusie gekomen, dat afspraken met de
Communisten onvruchtbaar zijn, omdat zij
niet zijn te vertrouwen.
Nanking vraagt zich af, wat de beteekenis
van een coalitie met de Communisten is,
als dezen vast blijven houden aan hun half
ondergrondsche militaire positie als een
middel, om meer concessies van de regee-
ningspartij in China, de Kwomintang, af te
dwingen. Als de coalitie slechts een droom
is van enkele goedwillende menschen, blijft
er niets anders over dan de rooden terug te
driingen van China's levensaders. Nanking
heeft weinig vertrouwen in die bezigheid.
Te vaak hebben Amerikaansche generaals
Tsjang-Kai-Tsjek en z'n generaals ver
zekerd, dat de regeering de omstandigheden
voor een vlugge overwinning volkomen
tegen heeft. De regeeringsleiders in Nan
king waarheen Tsjang-Kai-Tsjek sinds
kort zijn regeering uit Chungking ver
plaatste zien, die waarschuwingen ten
spijt, geen andere mogelijkheid dan een
voortzetting van de huidige situatie, ge
paard gaand met stagnatie in het econo
misch verkeer en verder verlies van de
volkswelvaart, of een coalitie, die voor hen
niets anders beteekent, dan dat de oorlog
wordt uitgesteld, tot de rooden Sn een nog
sterker positie zijn. Zij willen noch het één,
noch het ander dus: er is oorlog.
De Communisten van hun kant wenschen
geen herhaling van den burgeroorlog. Zij
hebben even weinig kans als de regeering
op een overwinning. BovendSen is hun po
sitie niet ongunstig: zij blokkeeren den
wederopbouw en de regeering krijgt er de
schuld van. Als ze deelnemen aan de regee
ring: zooveel te beter. Zij kunnen dan hun
militaire macht en polStieken invloed ver-
grooten. Deze „vredelievende" houding deed
de Communisten sterken invloed krijgen on
der een bevolking, die ziek van oorlog is.
Aan de andere zijde verloren zij Snvloed
onder liberale en intellectueele groepen, die
vroeger een scherp onderscheid maakten
tusschen Chineesche en Russische rooden.
De verhahn, die men uit het pas door de
rooden bezette Shantung hoort, herinneren
sterk aan die, over den rooden vloed over
Oost-Europa.
Dit verEies van prestige onder de intellec-
tueelen is voor de Communisten veel min
der belangrijk dan het verliezen van hun
huidige „worgpositie", die zij niet vrijwillig
zullen prijsgeven.
Wanneer Tsjiang en zijn adviseurs thans
tot een nieuwen burgeroorlog overgaan
en gezien het bericht, dat zij 2 millloen man
in den strijd willen werpen, lijkt het daar
veel op is het, omdat zij er van over
tuigd zijn, dat een in zichzelf verdeeld China
niet bestaan kan.
Het is overigens duidelijk, dat men een
land als China, dat 500 millioen inwoners telt
en waarin men rustig 5500 km. kan reizen,
zonder die grenzen ervan te bereiken, naar
deze ruimte en afstand moet beoordeelen.
Het afsnijden van de verbindingen door de
Communisten moge, op het eerste gezicht, een
ernstige tegenslag voor de Centrale regee
ring schijnen, de Chineezen hebben meer met
dit bijltje gehakt. Onder de Japanners kwam
het voor, dat een weg naar Chungking, de
oorlogshoofdstad „hermetisch werd afge
grendeld", zooals dat in as-bargoensch heette.
De Chineezen charterden echter 50.000 koe
lies, die alle, voor Chunking bestemde voor
raden, eenvoudig over den berg droegen en
daarmee de afzetting van den weg illusoir
maakten. Het kostte wat meer tijd, maar wat
is tijd in een land, waar man, om naar zijn
werk te gaan, iederen dag 2653 treden in het
bergpad af en 's avonds weer 2653 treden' in
JOODSCHE WOORDEN
in het algemeene spraakgebruik
IL
Ten vervolge van het artikel in het no.
van 28 Aug. geven we hier nog een aantal
Joodsohe uitdrukkingen, die we ook in onze
taal tegenkomen.
We herhalen eerst nog een uitdrukking
uit het eerste artikel, dat door het uitvallen
van een regel onduidelijk is geworden:
Kapsones maken is minder gebrui
kelijk. Het woord beteekent eenvoudig
drukte ai is dus letterlijk overgenomen.
Peigeren voor sterven is afgeleid van
het woord peiger, dat dood aas, lijk of be
dorven beduidt.
Een rare pigem is een zonderling. Wer
kelijk beteekent pigiim in het Hebr. dwaas,
onmogelijk mensch.
Bekend is de vergissing van een provinciaal
blaadje, dat een verslag gaf van een zitting
der Tweede Kamer en wilde mededeelen, dat
het vereischte aantal (het quorum) er niet
was. De redacteuT, wiens sterke zijde niet
het Latijn was, maakte er echter van: „Het
schorem was er niet". Het was hem
klaarblijkelijk onbekend, dat sheqorim be
duidt: arm, slecht of ook wel leugen.
Men meent zelfs, dat ons woord schor
remorrie zijn oorsprong aan het Hebr.
zou te danken hebben. Immers het zou dan
een verbastering zijn van baur shaur waga-
maur (onwetende, os en ezel, aartsdomme).
Iemand die te diep in het glaasje heeft
gekeken, is sikker, een van de vele dozij
nen uitdrukkingen, waarmee deze toestand
wordt aangeduid. Ook het Hebr. kent shikaur
voor dronken. Sjikkeren of sikkeren heeft
zoo de beteekenis van „zuipen" gekregen.
Een s 1 o o m e duikelaar te heeten is niet
bepaald een eer. Men meent, dat het woord
zijn ontstaan te danken heeft aan een zeke
ren Shelaumau (Salomo), den held van
anecdoten en kwinkslagen.
Een bolleboos klinkt heel wat gunsti
ger dan het voorafgaande woord. Ook hier
vinden we het Hebr. terug. In deze taal be
teekent het woord: gezinshoofd, iemand die
den eersten rang bekleedt.
Ik wees boven op cabaretzangers. Wie het
woord e m m e s hoort, denkt onwillekeurig
aan een vers van Speenhof, maar weet waar
schijnlijk niet dat het eenvoudig: goed be
teekent.
Een gannef is ook, lichtelijk gewijzigd
in uitspraak een dief in het H-ebreeuwsch.
Een woord dat op het voorgaande wat lijkt
is g a b b e r. Dit beduidt echter vriend, col
lega of partner.
Goochem is zoo bekend, dat het zelfs
in de spelling van minister Marchant bijzon
dere aandacht werd waardig gekeurd en in
een uitzondering op een regel wordt ge
noemd. Het is evenals gesjochten met
kleine wijziging uit het Joodsch overgeno
men.
Zelfs gokken, dat er toch niet zoo He-
breeuwsch uitziet, schijnt zijn ontstaan te
danken te hebben aan een woord, dat lachen
of schertsen en bij uitbreiding spelen en spe-
culeeren beteekent.
De bastaardvloek: Gossiemijne kon
stellig afgeleid zijn van „God" en „mijn". Er
is echter veel vóór te zeggen om het in ver
band te brengen met gosneinu (d.w.z. ver
zegel ons, ten goede), een uitdrukking ont
leend aan het Slotgebed van den grooten
Verzoendag.
Jatten is stelen. Het woord staat stellig
in verband met jod, dat hand beteekent.
Eveneens staat hiermee in verband jatmoos,
d.w.z. handgeld; het eerste geld dat men
's morgens ontvangt.
Ook brengt men er mee in verband de uit
drukking iemand van jetje g-e-
ven. We zouden hier te doen hebben met
een verkleinwoord van jod (hand) en dus is
de oorspronkelijke beteekenis: een pak slaag
geven.
Din beduidt een rechterlijke uitspraak,
een regel of voorschrift. Vandaar dat k e-
din (kadin) wil zeggen: naar den regel,
zooals het behoort.
Als iemand om zijn achterlijkheid of dom
heid oneerbiedig een „kaffer" wordt ge
noemd, denkt de spreker, als hij tenminste
aan iets denkt, aan een bewoner van Zuid-
Afrika, maar het Hebr. woord kaphri betee
kent ook plattelandsbewoner, dorpeling, en
er is dus veel kans dat kaffer in den ge
noemden zin zijn ontstaan in Nederland eer
der aan dit laatste woord dan aan het eerste
te danken heeft.
Het platte bezeibelen voor bedriegen
wil eigenlijk zeggen: met drek bezoedelen en
is dus eenigszins afgeweken van zijn oor
spronkelijke beteekenis.
Het spreekt vanzelf, dat dit onderwerp
hiermee lang niet is uitgeput. We gaven
slechts een enkelen blik op dit interessante
veld. De uitspraak der Hebreeuwsche woor
den werd by benadering aangeduid.
DR F. C. DOMINICUS.
's-Gravenhage.
Aanvulling bonnenlijst van de
vorige week
Voor de periode van 6 t/m 14 Sept.
BONKAARTEN Ka, Kb, Kc 610.
554 100 gr. bloem.
555 100 gr. gedr. Zuidvr.
556 100 gr. koffie.
BONKAARTEN La, Lb, Lc 610
A 02 melk2 liter melk.
B 02, C 02 melk 3y2 liter melk.
510 aardapp. 3 kg. aardappelen.
BONKAARTEN Kd, Ke, 610
054 alg100 gr. bloem.
055 alg100 gr. gedr. zuidvruchten
E 14 res. 200 gr. bloem.
BONKAARTEN Ld, Le 610
D 02, E 02 melk 6 liter melk.
010 aardapp. 1 kg. aardapp.
TABAKS ARTIKELEN ENZ.
T 46 2 rants, tabaksartikelen.
V 46 100 gr. choc, en/of suikerw
X 46 100 gr. choc, en/of suikerw.
Bij deelneming aan maaltijden van de
Centrale Keuken moeten aldaar de bon
nen 510 aardappelen worden ingeleverd.
dien weg óp moet loopen, mèt vrachten van
allerlei aard op den rug?
Langs diezelfde wegen van rust en geleide
lijkheid voltrekt zich de ontwikkeling van
China, Kwomintang en Communisten ten
spüt.