Moerdijk-overgang Hoe leeft de Hollandsche boer in Frankrijk? Thans „batiSe of Arnhem" met hamer en troffel nieuwe leidsche courant 3 zaterdag 24 augustus 1944 De plek, waar eens een Oranje het leven liet (Van een onzer verslaggevers.) November 1421 Storm over Zuid-Nederland. Storm en wa ter, die de landen dorschten en de dijken doorweekten. Storm, die stuwde en water, dat rukte en trok aan gronden en be schoeiingen en in een davering van schuim de landen bij het Hollandsch Diep over spoelde. De Biesbosch was ontstaan en een groot verkeersprobleem geschapen: de Moér- flijk. Een vraagstuk, dat diep in het bestaan van het Nederlandsche volk ingreep, want sinds dien spreken wij van beneden- en boven- Moerdijksch en die onderscheiding is behalve aardrijkskundig, vooral geestelijk van aard. Van het midden der vijftiende eeuw af, hebben koene schippers gepoogd, met kleine schepen de verbroken banden ten deele te herstellen. Het was een gevaarlijk en moei lijk karwei, dat tientallen menschenlevens kostte. Het vaarwater was breed en gevaar lijk, het weer onbetrouwbaar. Daardoor werd een nieuwe, zwarte datum verbonden aan de historie van den Moèr- dijk: 14 Juli 1711. In „een wilden wind reed een prinselijke karos de veerboot, een z.g. „hengst", aan den Moerdijk op. Het was de koets van den Frieschen stadhouder Johan Willem Friso, Prins van Oranje. Op weg naar Den Haag, versmaadde hij aan den Moerdijk de klei nere „hoogaars", een ander vaartuig, om in de koets tegen het weer te kunnen schui len. Het zou zijn ongeluk worden. Want Vlak voor den Zuid-Hollandschen oever grepen wind en water het schip met de karos, wierpen het uit de koers en spoel den de opvarenden van het dek. De Prins en een van zijn begeleiders kwamen in de golven om. Het was het drama, dat den Moerdijk voor goed als een gevaarlijk vaarwater in de va- derlandsche historie noteerde. Het zou nog duren tot 1872, voor er, meer dan vierhonderd jaar na den St. Elisabeths- vloed, weer een vaste verbinding tusschen Noord- en Zuid-Nederland tot stand kwam, over de. toen langste spoorburg van Europa. Zes jaren was er gebouwd en veertien over spanningen, elk van 103,25 meter, voerden de spoorlijn over bijna anderhalven kilome ter lengte ononderbroken over de golven v het Hollandsch Diep. Dertien pijlers waren er gebouwd en f 3.878.106 hadden de spoorwegen voor dit groote waterwerk neer geteld. Iedere meter brug kostte f 2639. Op 1 Januari 1872 reed de eerste trein, zonder feestelijkheden de heeren waren te druk met de jaarwisseling van Noord naar Zuid. Het draaibaar gedeelte, dat nog in de brug zat, is in 1936 vervangen door vaste bogen, wat mogelijk werd, doordat twee overspanningen aanzienlijk verhoogd Werden. Stormen bleven echter ook nadien niet uit, weer was er een onheilsvolle datum, die den Moerdijk op alle Nederlandsche lip pen bracht. Het was in den winter 1944'45. Duitsche commandotroepen voerden het schandstuk van de vernieling van onze werd uit storm geboren Dezer dagen heeft men in ons blad kun nen lezen hoe, een goed jaar na de bevrij ding, ook dit leed weer geleden is. De Moer- dijkspoorbrug is weer gereed en Noord en Zuid gaan vandaag een nieuw tijdperk van sneller verkeer in. Deze Zaterdag, 24 Augustus 1946, is weer een belangrijke datum voor dezen overgang in het Hollandsch Diep. Opnieuw gaat in Prins Bernhard een Ne derlandsche Prins over den Moerdijk doch ditmaal over den soliden ondergrond van -herstelde pijlers en zware balken In den eer sten trein na den oorlog die, feestelijk op getuigd, van Noord naar Zuid rijdt. Er wapperen vlaggen in Dordt en in Lage- Zwaluwe, want het geweld van wind, wa ter en oorlog is bedwongen. Bouwmaterialen dienen beter aangewend te worden 't Kamerlid Andriessen vraagt een verbruiksverbod. Het Tweede Kamerlid Andriessen heeft aan den minister van Openb. Werken gevraagd een verbod uit te vaardigen tot herstel en nieuw bouw van voor de volkshuisvesting van geen belang zijnde objecten, zooals tuinmuren, ser res, tennisbanen, steenen kippenhokken e.d., zoolang er in de noodgebièden nog steeds zgn. crepeergevallen voorkomen, waaronder ver staan moet worden het onmenschwaardige wonen in stallen, krotten en holen. (Dit is inderdaad geen overbodig verzoek. Red.). De reisbeperkingen tussdhen de Britsehe en Amerikaansche zone worden per 1 Sep tember a.s. opgeheven. Indië kort en klaar Het rep. blad „Merdeka" bericht, dat de rep. regeering te Batavia een inspectiekan toor heeft ingesteld, dat voor de residenties Bantam en Batavia alle aangelegenheden, die de landbouwondernemingen betreffen, be hartigd. Volgens het Britsehe hoofdkwartier zijn 150 soldaten van de T.R.I. in het gebied van Soerabaja bij gevechtsacties met Nederland sche mariniers gedood. Het aantal rubberboom en op Banka en Billiton bedraagt volgens een voorloopige raming 9 millioen, met een jaarlijksche pro ductiecapaciteit van 9000 tot 16.000 ton. Er zal in Indië geen speciaal departe ment voor Volksgezondheid komen, maar een „afzonderlijke organisatie van over heidszorg voor de Volksgezondheid, buiten de bestaande departementen". I OORSPRONKELIJKE VORM (DE. GCA»CE£RD£ BOGEN LAGuN TOT A At VÊRNKID IN H£T WAXES; •- ijwiBaw T? Wie zich een oogenblik den tijd gunt om deze foto van de herstelde Moerdijk-spoorbrug nauwkeurig te bekijken, kan slechts tot de conclusie komen, dat we als volk van „Riet en Rijshout" de taaie eigenschappen hiervan, ondanks vijf jaar verdrukking en ellende, niet zijn kwijt geraakt. Mogen we daaruit den moed en de kracht putten, die we zoo zeer noodig hebben, om de lage landen weer geestelijk en economisch sterk te maken als weleer. Johan Willem Friso met zijn Karos in den storm op het Hollandsch Diep, waar hij jammerlijk verdronk (Naar een teekening uit 1927 van B. Picart) Moerdijkbrug uit. Zes van de veertien over spanningen, onherstelbaar vernield in het water, pijlers en landhoofden ondermijnd en zwaar beschadigd, dat was het beeld van waanzin en vertwijfeling, hetwelk, mèt de Wieringermeer, Nederland het diepst ver- Wondde. Wie emigreeren wil doe het in groepsverband H(») (Door drs R. H. Bremmer te Zwolle) Voor Hollandsche boeren, die flink willen aanpakken is in Frankrijk wel degelijk per spectief. Het Fransche land is wijd en leeg. Wie in Nederland geen boerderij kan bemach tigen, zal wellicht daar een plaatsje kunnen vinden. Bovendien is daar veel vraag naar boter en kaas, op Hollandsche wijze bewerkt. En waarom zou me<n het gebod Gods om de aarde te bebouwen, alleen in verre we relddeel en gaan vervullen? Bovendien is er in Frankrijk het voordeel, dat men altijd min of meer contact kan houden met het vaderland. De post is in drie dagen over en in één dag sporen is men van Parijs in Amsterdam. Adviseeren de Nederlandsche boeren in Frankrijk op het oogenblik hun die een „tweede vaderland" zoeken, dan om nu maar te komen? Neen, zoo is het niet. Op het oogenblik, zeggen zij, is de tijd er nog niet. Men wachte nog een paar jaar. Door de enorme prijsstijging in Frankrijk met 1938 als basisjaar en een prijsniveau van 100 is de prijsindex daar nu 550 tot 600 is geen van de boeren en landheeren bereid zijn land van de hand te doen. Vele oude boeren blijven zitten, omdat ze bang zijn met hun •geld niets te kunnen uitrichten. Daarom is het advies: wacht nog een jaar of twee tot dat de situatie op geldgebied wat over zichtelijker is geworden. Nu moet men zijn vee en werktuigen te duur koopen en daar door komt men al dadelijk op te hooge las ten te zitten. Maar zoodra de geldsituatie opgehelderd is, is er zeker perspectief. Iets anders is natuurlijk, dat men zich thans reeds van verschillende mogelijkheden op de hoogte kan stellen. Bezwaren en gevaren van geestelijken aard. Zeker zijn er bezwaren aan te voeren tegen de emigratie naar Frankrijk, en het zou dwaasheid zijn, daarvoor geen oog te hebben Het grootste bezwaar m.i. is de geestelijke structuur van het Fransche volk. Frankrijk is een Roomsch land. Het Protestantisme is er wel niet geheel verdwenen, maar op het platte land is bijna alles Roomsch. En van die Roomschen zijn er nog slechts betrekkelijk weinigen, die „practiseeren". Frankrijk is een land. dat eenmaal op zijn munten de spreuk voerde „Ni Dieu, ni maitre", Geen God en geen ,,'t Geldersche Haagje" heeft grootsche plannen Toen bijna twee jaren gelden ,,tihe battle of Arnhem" de Geldersche hoofdstad, van een moderne woonstad tot een troosteloozen puinhoop maakte, hebben de Arnhemmers met schier eindelooze energie aangepakt en zij zijn er in geslaagd hiun stad weer een normaler aanzien te geven. Uiteraard bestond in Arnhem groote be hoefte aan woonruimte. Hier heeft de dienst voor den wederopbouw niet stilgezeten. Er verrezen ruim 300 noodwoningen voor arbei ders en kleine middenstanders, terwijl er thans II smaakvolle ruime noodwinkels staan en nog dit jaar hoopt men met den bouw van ruim 100 definitieve arbeiders woningen te kunnen beginnen. Ook voor de Geldersche hoofdstad is een nieuw en modern stadsplan ontworpen, dat gebaseerd is op het feit, dat Arnhem nog eens 130.000 inwoners zal kunnen bezitten. Te zijner tijd zal Musis Sacrum van het Velperplein verdwijnen, om in moderner vorm te worden herbouwd bij de tegenwoor dige haven. Deze omgeving zal worden her schapen in een cultureel centrum met bioscopen, congresgebouwen e.d. Het ver nielde gedeelte rond de St. Eusebiusikerk is geprojecteerd als het nieuwe bestuurscen trum, waar o.a. een nieuw stadhuis en het provinciehuis worden gebouwd. Tot meerderen luister van Arnhem als stad van groen en bloemen is er een Rijnbouie- vard geprojecteerd, die door plantsoenen en boomen oanzoomd zal worden. Voor de vele in Arnhem werkende arbei ders uit andere deelen des lands is een arbeiderskamp in aanbouw, dat geprojec teerd is voor een tijdsduur van tien jaar. Zoo werkt Arnhem thans onafgebroken en vol energie aan zijn herstel. „The battle of Arnhem*' is opnieuw be gonnen, thans met hamer, metselkalk en troffel en datanaal zal de uitslag niet onzeker zijn. NOG EENS DE ONDERWIJZERS SALARIS SEN Het Tweede Kamerlid Lucas heeft aan mi nister Gielen inlichtingen gevraagd over het onderscheid, dat bij de salarisregeling van on derwijzers is gemaakt tusschen niet en wel bij het gezin inwonende ongehuwden niet eenige kostwinners. Wordt nu bij het samenwonen van b.v. twee of meer onderwijzeressen of van een onderwijzeres met een pleegkind gezinsverband in den zin van de gemaakte bepaling aange nomen? Tevens vroeg de heer Lucas inlichtin gen over de bijzondere uitkeering aan alle onderwijzers, die, al of niet met geheele of gedeeltelijke inhouding van salaris, verlof ge nieten. meester", en dat heeft zich schrikkelijk aan het volk gewroken. Zoodoende komt men als Nederlandsche Protestant daar geheel alleen te staan en heeft men geestelijk weinig aansluiting aan de bewoners van het land. Doordat zeer velen religieus losgeslagen zijn van het Christelijk geloof, heeft ook het gebod Gods voor het zedelijk leven zijn klem op de consciëntie van het volk verloren. Zelfs van wat wij noemen de Christelijke „zede", is daar maar weinig overgebleven. Dus komen de Nederlandsche immigranten, die uit het geloof willen leven, zoowel gees telijk als zedelijk alleen te staan. Dit moet men zich duidelijk voor oogen stellen, wan neer men plannen heeft, naar Frankrijk te emigreeren. Het maakt ook, dat men niet ge makkelijk opsmelt in het volk, waaronder men zich vestigt. Een boerderij van Nederlandsche boeren, die ook daar als Christenen willen leven, blijft een Nederlandsche nederzetting. Wil men niet ondergaan in het Fransche leven, dan moet men zich met hand en tand daartegen blijven verzetten. En dat is een groot nadeel. Want emigreeren wil zeggen, dat men een „tweede vaderland" zoekt: dat men zich dus ook onder het volk, waaronder men zich vestigt, thuis gaat gevoelen. Dat zal men in Frankrijk in dien zin nooit doen. Daar zijn al heel wat Nederlanders volko men geestelijk en zedelijk in Frankrijk onder gegaan, en dit dient men te bedenken, als men plannen heeft om daar een nieuwe toekomst te zoeken. Alles wat het kerkelijk leven in ons vader land schenkt, moet men daar missen. De beide gezinnen, waar wij eenigen tijd verkeer den, komen ieder en Zondag samen om twee maal een preek te lezen. En een paar maal per jaar komt ds. Maaskant van Brussel om het Heilig Avondmaal, eventueel den Heiligen Doop, te bedienen en voor verdere geestelijke bearbeiding. Men bedenke eens, wat het zeggen wil, jaar in jaar uit bijna iederen Zondag alleen ,lees- kerk" te hebben. Het was dan ook met groote vreugde, dat ds. van der Stoel van Groningen en ondergeteekende, die daar samen waren, des Zondags voor die kleine groep op hun uit- Deze paarden op den Franschen akker hebben hnn plicht gedaan en tijgen huiswaarts VERWAR GEEN ZWITSER MET EEN DUITSCHER. Volgens een bericht van het A.N.P. loopt het bezoek van Zwitsersche toeristen aan Nederland terug. Dit zou zijn oorzaak vinden in de minder prettige bejegening, die hun, voor zoover zij Duitsoh sprekende Zwitsers zijn, ten deel zou vallen. Dat zulk een be jegening, die natuurlijk alleen op een mis verstand kan berusten, verre van gewenscht is, zal een ieder duidelijk zijn. noodiging het Woord bedienden. Wat wordt er dan geluisterd! En ondanks alles, wat een meeleven werd ook daar gevonden met de Kerk des Heeren! Dan blijkt, dat de Heere ook waar twee of drie in Zijn Naam vergaderd zijn, met Zijn zegen aanwezig is en werkt. Welk een be langstelling was ook daar voor het kerkelijk leven in Nederland, ook voor de kerkelijke kwestie, die de Gereformeerde Kerken op het oogenblik beroert. Wanneer men dan ook in Frankrijk geeste lijk staande wü blijven, lijkt het ons voor alle dingen noodzakelijk, dat men in kleiner of grooter groepsverband emigreert Wanneer men enkele gelijkgezinde gezinnen in de om geving heeft, blijft de mogelijkheid, des Zon dags samen te komen en door „preeklezen of anderszins de Kerk ook daar te vergaderen. Volgende week nog een korte beschouwing het cultureele en politieke leven. Het eerste artikel stond in ons blad van 17 Aug. RUBBEROVERVLOED IN SINGAPORE De voorz. van de Kamer van Koophandel te Singapore heeft verklaard, dat er zooveel rubber in Singapore is binnengesijpeld van het vasteland en uit de naburige Nederl. ge bieden, dat het er een oogenblik uitzag alsof de binnenlancfèche prijs zou ineenstorten, omdat de handel niet meer kon opnemen. Dat is voorkomen, door reeds thans de toe wijzing voor het vierde kwartaal (45.000 ton) aan Amerika te leveren. „Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: de heiligheid des Heeren." Zacharia 14 20a. „De heiligheid des Heeren": deze uitdruk king was den Israëliet goed bekend. Het was nl. het opschrift van de gouden voorhoofds- plaat, die de hoogepriester bij bijzonder plechtige gelegenheden droeg. „De bellen der paarden": we moeten wel bedenken, dat Zacharia hierbij zeker dacht aan het krijgsros, aan het paard, zooals dat in den oorlog dienst deed. Voorspeld wordt hier dus, dat eenmaal niet alleen bepaalde terreinen aan den Heere gewijd zullen zijn, maar dat de heiligheid des Heeren heel het leven zal doordringen. Op de kleinste kleinigheid, ja op het meest onheilige zal de heiligheid des Heeren be slag leggen. Hier komt tot ons een eisch. Wij zijn maar al te zeer geneigd, de heiligheid des Heeren tot bepaalde dingen te beperken, het niet op heel ons leven te schrijven: de hei ligheid des Heeren. Er zijn zoo bepaalde dingen, die we beschouwen als aan den Heer gewijd: bidden. Bijbellezen, ter kerk gaan. We hebben eens een stil oogenblik, we ge voelen ons dicht bij God: een heilig oogen blik. En dan de stervensure: Ja, dat dat oogenblik iets met God te maken heeft, daar zijn we wel van onder den indruk. Maar nu komt tot ons Zacharia's eisch: niet alleen op sommige oogenblikken, op be paalde terreinen zal de heiligheid des Hee ren beslag leggen. Ge zult het bedenken: niet alleen zoo nu en dan: maar telkens weer verkeert ge in Gods heilige tegenwoordigheid. De heiligheid des Heeren moet het opschrift zijn van heel uw leven, zelfs van de schel len der paarden. Ge moet dat opschrift schrijven op alle verhoudingen, waarin ge geplaatst wordt, op elk gebouw, waarin ge verkeert op uw huiselijk leven, op uw zakenleven, op uw openbare leven. Maar ook een belofte bevat dit woord. Het lijkt tegenwoordig wel, dat het opschrift „de heiligheid des Heeren" geheel en al van het menschenleven wordt wegge- wischt. Maar Zacharia heeft het zien komen: eens zal de heiligheid des Heeren de aarde bedekken, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken; alle verhoudingen zullen door drenkt zijn van de heiligheid des Heeren. Eisch en belofte. Ze wijzen ons naar Christus, in wien de heiligheid des Heeren vleesch en bloed geworden is. Dan alleen kunnen we den eisch gaan vervullen, als Christus' Geest het ons leert. Dan alleen zullen we deelen in de vervul ling der belofte, als we deel hebben aan Christus. Hij alleen kan ons binnenleiden in het nieuw Jeruzalem, waar Gods Naam op onze voorhoofden zal zijn, waar het geschreven zal zijn op alle dingen, tot op de bellen der paarden toe: de heiligheid des Heeren. Voorburg. Dr N. H. RIDDERBOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 5