Een vernietigend vonnis over Jhr de Oeer Waarom er nog een nieuw Kabinet kwam Fiere houding van Koningin Wilhelmina Hitiers betrekking met Eva Braun al oud NIEUWE LETOSCHE COURANT 2 MAANDAG 6 MEI 1MB Vertrouwen van Koningin en Regeering beschaamd De nota van prof.-. Gerbrandy, over het regeeringsblad in Londen uitgeoefend, houdt zich uitvoerig bezig met de houding, die de ex-premier de Geer in Londen en later, bij zijn terugkeer naar Nederland in Lissabon, heeft aangenomen. Prof. Gerbrandy schrijft, dat reeds in de dagen van strijd van 10 'tot 14 Mei 1940, de heer de Geer een groote gehechtheid aan huis aan den dag legde. Terwijl alle ministers over nachten ter plaatse aan het Bezuidenhout waar het kabinet vergaderde, ging de heer de Geer geregeld naar huis en zelfs, toen de toe stand uiterst critiek was, bleek hij niet bereid den nacht buitenshuis door te brengen. Dat de regeering HM. de Koningin advi seerde naar Engeland te gaan is geenszins te danken aan het krachtig optreden van den heer de Geer. Het communiqué, na het ver trek van Koningin en regeering uitgegeven, dat vooral nadruk legde op het doorvechten van Nederland, had niet de instemming van den toenmaligen premier. In Londen verloor de heer de Geer meer en meer aan vertrouwen. Het niet kunnen instem men met het bovengenoemde communiqué, de eerste radiorede van den premier, die hij zon der haar iemand te laten lezen, uitsprak en die, daar zij in de richting van een compromis ging, een allermiserabelsten indruk maakte en zijn critiek op het besluit de saldi van Ne derlanders in het buitenland te blokkeeren, maakten de positie van den heer de Geer langzamerhand onhoudbaar. Driemaal kwam hij in de vergadering van den Ministerraad met een of anderen opzet gericht op het'vinden van contact met den vijand. Als voorbeeld wordt afgedrukt een eigenhandig door hem geschreven en getee- kend voorstel, dat is bewaard gebleven. Het luidt als volgt: Naar aanleiding van het beroep, door den Führer van het Duitsche rijk in zijn Rijks dagrede van 19 Juli jX gedaan op redelijk Jhr DE GEER en gezond verstand ter beëindiging var den oorlog, verzoekt de Nederlandsche re geering te mogen vernemen, op welker grondslag (met name wat de positie van Nederland betreft) de Führer zich voor stelt, dat op dit oogenblik vruchtbare be sprekingen ter bevordering van den vrede zouden kunnen worden geopend. (w.g.) de Geer' In zijn eerste onderhoud met mr. Churchil had hij al gesuggereerd een soort vrede var Amiens. De reactie laat zich denken. De ongerustheid van HM. de Koningin steeg. Tegen het einde van Augustus 1940 vroeg de heer cle Geer ontslag, zonder dat dez< aanvraag betiteld kon worden als „vrijwillig" In de daarop gevolgde kabinetsformatie doox Prof Gerbrandy, is de heer de Geer opzette lijk niet gevraagd, hoewel hij onomwonden te kennen saf, dat hij gaarne minister van Finan ciën wilde blijven. Na zijn aftreden leefde de heer de Geer vrij teruggetrokken in Boxmoor buiten Londen tot aan zijn vertrek naar Lis sabon. De heer Gerbrandy beschrijft dan, hoe. op grond van de vèrdiensten en bekwaamheden van den heer de Geer. gezocht werd naar ee" vorm. zijn activiteit dienstbaar te maken aan het vaderland. Dit was te meer gewenscht zoo schrijft de heer Gerbrandy. omdat de heer dfe Geer neiging vertoonde, naar Zwitserland te willen reizen, waartegen de ministerraad ernstig bezwaar had. Men vond tenslotte de oplossing, door den heer de Geer te belasten met een financieel onderzoek in Nederlandsch- Indië. De heer de Geer aarzelde aanvankelijk voorbereidingen voor zijn reis te treffen, doch het feit, dat twee kinderen van herruin Ihdië woonden, deed hem tenslotte besluiten te gaan In Lissabon ontving hij van den Minister van Koloniën zijn opdracht. Al spoedig kwamen berichten uit Lissabon die twijfel deden rijzen of de heeF de Geer zijn woord zou houden Met het oog hierop heb ik. ongerust gewórden, reeds vrij spoedig een ontwerpradioredevoering gereed gemaakt welke zou kunnen dienen, indien de heer de Geer zijn woord zou breken, afzwenken naar Zwitserland of erger nog naar Nederland en aldus zijn vroeaere ambtgenoten in den steek zou laten, eerlijk gezegd bedriegen, aldus Prof Gerbrandy. In Februarit 1941 kwam plotseling de Boston zender in Amerika met het voor de regeering in Londen afschuwelijke nieuws, dat de heei de Geer, oud-minister-president, naar Neder land was teruggekeerd. Gewaarschuwd door den heer Pelt, leider van den regeeringsvoor- lichtingsdienst, heb ik terstond mijn November ontwerp-radiorede met dezen besproken en na overleg met enkele terstond bereikbare ambtgenooten den heer Pelt gemachtigd dit ontwerp, voor zoover noodig gewijzigd, voor de microfoon als regeeringsverklaring te doen uitgaan. Daar zuks nog precies op tijd kon ge schieden, hield de Nederlandsche regeering de positie zeer behoorlijk in de hand en was het nadeel tegenover het buitenland tot een mini mum gereduceerd. Het Nederlandsche volk heeft voorts een zeer gezonde reactie ge toond door de daad van den heer de Geer als desertie, zoo niet erger, te brandmerken. De derde episode, die met den heer de Geer verband houdt, is de publicatie van zijn bro chure „De synthese in den oorlog", welke aan H.M. de Koningin vooraf werd toegezonden met de mededeeling, dat hij deze brochure slechts zou publiceeren. indien H.M. de Konin gin geen bezwaar maakte. Het spreekt vanzelf, dat den heer de Geer geen antwoord werd ge geven. Dit ware bovendien niet uitvoerbaar geweest daar de publicatie spoedig na toezen ding van den tekst volgde Ik heb ernstig overwogen, of het gewenscht was op deze brochureschrijver^ van den heer de Geer te reageeren. Mijn persoonlijke meening was, dat het raadzaam was zulks te doen. Ik had daar toe een ontwerp-radiorede gereed gemaakt. Na gehouden bespreking heb ik op grond van de in het overleg naar voren gebrachte overweging, dat te veel aandacht schenken aan den heer de Geer een schaduwzijde had, van de uitzending afgezien. HELLFRICH WILDE DE JAPANNERS AANVALLEN. Vóór den Japanschen aanval op Pearl Harbour, aldus prof. Gerbrandy, was er de Nederlandsche regeering alles aan gelegen, den Japanners geen politiek wapen in han den te geven, dat de schuld voor het ont ketenen van den oorlog in den Pacific op Nederland of Nederlandsch-Indië zou kun nen werpen. Dit moet vermeld worden, omdat in de laatste dagen vóór het uitbreken van den oorlog in den Pacific onze commandant zeemacht Nederlandsch-Indië, Admiraal Belfrich, aldaar oris dringend één en ander maal verzocht tot den aanval te mogen overgaan met Nederlandsche onderzee booten tegen de Japansche invasievloot voor het te laat was. Zij waren overtuigd, dat, militair gesproken, de wensch van admiraal Helfrich niet ongerechtvaardigd was, maar Nederland kon" de verantwoor delijkheid voor dit doen uitbreken van den strijd, gezien haar positie, niet dragen. Zondag 7 December 1941 viel de beslis sing na den Japanschen aanval op Pearl Harbour. In den gevel van het Weeshuis aan de Hooglandsche Kerkgracht werd Zaterdag een gedenksteen onthuld, bij welke plechtigheid ook prof. mr S. R. Cleveringa het woord voerde. Terwijl de oorlog op z'n eind liep Over de kabinetsformatie in het begin van 1945 schrijft de heer Gerbrandy, dat recon structie van het kabinet noodig was, door ziekte, afwezigheid en genomen ontslag (de heeren Burger, ALbarda en van den Tem pel). Te Veel posten \yaren onbezet en de toestand was uiterst bedenkelijk. Over toet ontslag van den heer Burger geeft de heer Gerbrandy de reeds bekende verklaring van de zonder overleg gehouden radiorede, die het beleid van 4 jaren van het kabinet door kruiste. De heeren Albarda' en van den Tem pel waren het niet eens met de door den premier in dezen gevolgde gedragslijn. De opdracht, die H. M. de Koningin den heer Gerbrandy gaf, luidde: „Vorm een in wezen nieuw kabinet door opname van door U, uit hiet Zuiden van Nederland te kiezen frissche figuren, houd door het handhaven van de figuren, die het beleid tegenover het buitenland dragen, de gedachte van een reconstructie levend, zorg dat het nieuwe kabinet een echt team vormt". Men kan volhouden, dat het advies, door mij steeds gegeven, nl. dat een reconstructie de ware oplossing ware, toch niet veel ver schilde van de uiteindelijke opdracht, het feit. dat een ontslagaanvrage van het ge- Tijdens de moeilijke periode in Londen Het is een heel bijzondere tijd geweest voor het Londensche kabinet, zoo schrijft prof. Gebrandy aan ^het slot van zijn rap port. Dit memorandum spreekt niet over het aandeel, dat H. M. de Koningin in dezen ar beid heeft gehad. De Koningin is onschend baar. Maar h»et zij toch even gereleveerd, hoe de krachtsinspanning der Regeering haar uitdrukking heeft gevonden in Koninklijke daden: Haar vluchten over den Atlantischen Oceaan, Haar redevoering voor het Ameri- kaansche Congres en Haar samenspreking met President Roosevelt. De persoonlijke radioredevoeringen der Koningin, die zoo vele lichtpunten hebben gevormd voor de bevolking onder de bezetting, werden door Hare Majesteit voorbereid onder een nauw gezette kennisneming, tot zelfs van de kleinste bijzonderheden, uit de rapporten, welke vertelden van wat er leefde onder het Nederlandsche volk en van waf de naakte waarheid was over die wereld van terreur, welke in Nederland heerschte. De wijze van aanwezigheid der Koningin in Engeland, de fierheid, waarmede zij het standpunt van elke afwijzing van eenig akkoord met den overweldiger demonstreerde, zijn een asset /oor de positie van het Koninkrijk geweest, tie niet in woorden is weer te geven en hebben een diepen indruk in groot-Brittannië en de wereld achtergelaten. Prinses Juliana heeft meerdere malen tot Nederland, tot de Rijks genoot en en tot de Britsche en Amerikaan- sche volken over de radio gesproken. Ik mag niet nalaten tevens te herinneren, dat Z.K.H. Prins Bernhard zich steeds beschik baar heeft gesteld en met medewerking van het geallieerd hoofdkwartier sinds Augustus 1944 het bevel heeft gevoerd over de Bin- nenlandsche Strijdkrachten en deze taak, naar ik van die zijde mocht vernemen, op zeer gewaardeerde wijze heeft vervuld. HANDELSSCHEEPVAART EN MARINE. Prof. Gerbrandy deelt in zijn verslag mee, d^t in Mei 1945 de hoéft onzer handels vloot in geallieerden dienst was onderge gaan. Om de Nederlandsche behoeften aan goederenvervoer voor wederopbouw en her stel tot gelding te brengen, trad de regeering toe JoX de internationale scheepvaartpool Dat de Koninklijke Marine zoo goed samenwerkte met de Britsche is vooral aan het beleid van luit.-admiraal Furstner te danken. Een zaak heeft de oorlog met ontstellende duidelijkheid geleerd: een kortwieken van dit wapen, gelijk helaas voor 1940 geschied was, zal voor de toekomst niet slechts een ramp maar een misdaad zijn. heele kabinet was voorafgegaan en de nuance, die in de vernieuwingsgedachte lag, maakten het verschil practisoh beduidend. Ik heb ffcet een bezwaard hart deze op dracht, welke naar luid van door mij ge voerde voorbesprekingen tot een in het Noorden des lands onbegrepen kabinetsfor matie zou leiden, aanvaard, omdat ik mij, na raadpleging van ambtgenooten, niet verant woord achtte als kapitein het schip, ondanks hiet nieuwe van de bemanning, in den steek te laten, aldus de schrijver. De samenwerking in dit kabinet was voor treffelijk. Dat de samenstelling in twee phasen geschiedde, kwam, omdat de heer Gerbrandy besprekingen moest voeren met generaal Eisenhower en men het .niet wen- schelijk vond, dat hij als demissionair mi nister-president in diens hoofdkwartier zou verschijnen. De heer Gerbrandy verklaart met nadruk, dat er ondanks tegenstellingen en verschil van meening in Londen steeds een groede en hartelijke saimenwerking was. HET HERSTEL VAN HET GEZANT SCHAP BIJ HET VATIC AAN. De overwegingen, welke de Nederland sche regeering in Londen er toe brachten het herstel van het gezantschap bij den Paus te bevorderen, ondanks de vroegere afwijzende houding van het parlement, zijn in het kort de volgende: Het Vaticaan was een waarnemingspost van gnoot belang op diplomatiek gebied; Versctoeidenen onzer bon dgenooten on derhielden normale betrekkingen met het Vaticaan; gelijkheid van politiek in dezen zin was gewenscht; De versterking van de diplomatieke re laties tusschen het Vaticaan en Japan in 1942 maakten het te meer gewenscht, dat de daarvoor in aanmerking komende geal lieerden, die tegen Japan levensbelangen hadden te verdedigen, in de representatie op het Vaticaan niet ontbraken. De houding van de R-K geestelijkheid en van het R-K volksdeel in Nederland, voor wie destijds het verwerpen van de voor het gezantschap op de begrooting aange vraagde gelden toch een teleurstelling had beteekend, verdiende in de behandeling van deze zaak ernstige overweging Van Pro testa n tsche zijde in Nederland wist men, dat het herstel meer toegejuicht dan becritiseerö zou worden. Even buiten Neurenberg is 15.000 ton Duitsche munitie in de lucht gevlogen. Een meisje van 16 en man van 39 Een correspondent van de NkC. heefteen kort bezoek aan Garmisch-Partenkirchen ge bracht, om de zuster van Eva Braun, Hitiers vrouw, op te sporen. Dit is mij vrij snel, met behulp van een Duitschen politie-agent ge lukt, zoo schrijft hij aan zijn blad. De man had er echter geen notie van, dat de mevrouw, die ik bezocht, de schoonzuster van zijn vroe- geren Führer was, m.a.w. algemeene bekend heid scheen zij in Garmisch niet te genieten. DE LUCHTREIS F4/V DE PE(ÏA SUS Door G TH ROTMAb 30. Maar opeens klonk buiten een vrese lijk lawaai en op 't zelfde ogenblik kwamen de leeuwen binnenstormenAch, ach. nooit van z'n leven had koning Lippielappi zó ge lopen! Hij rende de woestijn in, gevolgd door meneer Untermeier en z'n leeuwen. Hij schreeuwde, ja, brulde letterlijk van angst, tot eindelijk een der leeuwen hem te pak ken kreeg. Sidderend viel de arme man op zijn knieën...» Intussen had meneer Van Emmen Pieter gevonden. De arme jongen lag In een hoek. aan een dikke ketting, die met hangsloten vastgemaakt was. Gelukkig hing de sleutel vlak bij aan de wand en nu was de stakker gauw bevrijd. Hij was totaal uitgeput van de doorgestane angst en kon bijna geen woord uitbrengen. Gfertrud Braun is de weduwe van luitenant- generaal van de Waffen-SS Fegelein. Het ia misschien bekend, dat deze de verbindings officier van Himmler bij Hitler was Eenige dagen voor de capitulatie van Berlijn is Fege lein er op betrapt, dat hij in burgerkleeding uit de rijkskanselarij trachtte te ontkomen. Hitier heeft toen niet geaarzeld ook zijn zwa ger in spe onmiddellijk ter dood te laten bren gen. Fr au Fegelein. wie, wat belangrijke kwes ties aangaat, door den Amerikaanschen gehei men dienst een spreekverbod is opgelegd, ver telde mij, dat Hitier en Eva Braun elkaar ze ventien jaar hebben gekend. Aangezien Eva Braun 33 jaar was toen zij met Hitier zelf moord pleegde, beteekent zulks, dat zij als 16-jarig meisje in contact kwam met den 39- jarigen Hitier. Dat was dus in 1928, vijf jaar voordat Hitier rijkskanselier werd Zij was toen assistente bij den partijfotograaf Hoff mann. Uiteraard was ik belangstellend of er een nakomelingschap bestond Mrj werd met nadruk verzekerd, dat Eva Braun geen kinde ren had. De kinderen, waarmee zij op een foto staat afgebeeld de foto in kwestie is o m. in de Engelsche pers gejoubliceerd zijn de kinderen van haar boezemvriendin, mevr. Schneider. Hitler en Eva Braun zijn tijdens den oorlog veel samen geweest. Mevr Fegelein meende, dat haar zuster meer dan eens had voorgesteld tot een huwelijk over te gaan. doch Hitiers antwoord was steeds, dat hij geen tijd had om getrouwd te zijn. Haar zijn de gevonden hu- welijksacten voorgelegd en daar mevr. Fege lein de handteekening van haar zuster als echt heeft erkend, kan wel worden aangenomen dat Hitier op het laatste oogenblik toch is ge zwicht. Eva Braun. die, ^zooaïs mij werd ver teld. door Hitler in dit opzicht volkomen vrij was gelaten is op 4 Maart 1945 uit eigen be weging van München naar Berlijn vertrokken. Hitier vértoefde daar sedert 18 Januari van hetzelfde jaar. omdat hij, persoonlijk het win teroffensief in de Ardennen heeft geleid. Van een foto, die in de kamer stond, bleek mij, dat Eva Braun een mooie vrouw is ge weest en er in werkelijkheid heel wat voor- deeliger heeft uitgezien dan het beeld, dat men zich van haar moest vormen op grond van de talrijke niet zeer gelukkige perscliehé'a.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1946 | | pagina 2