9AG 9 JUKT T94T
PAG. 3
ingen
eid >derwijs
nande^OOGE8CHOOLDAG te
UTRECHT
Idt uit M
?n Anet*rdag 19 Juni a. a.
[nota a»
lat Nedft 0118 volgende mee te
^a^het'81? TheoL H. S.-dag, die
eveili»ei* 111 Utrecht, wordt verzocht,
land terfedl* mogelijk met hun
echter f'Chten d® Commissie tot
cingen fan den Schooldag. Uiterlijk
te of1' moeten de aanvragen om
Immissie binnengekomen zijn.
ten tijd van verkeersmoe ildjk-
t het Do beroep op Utrecht gedaan,
;ringen fcder, die Utrechts gastvrijheid
lerlands^en Schooldag bij te kunnen
pan onlrk der Commissie vergemak-
evenwei oogenblikkelijk zich
n te Batf en.
ie deelt voorts mee, dat de
Nitsji fganger Ds. B. Hol werd;
lelegatiert) op 18 Juni begint orr
zaken van samenkomst de Wester-
erzocht.ltharijnekade, enkele minuten
rden befn, over de Katharljnebrug
delegattmoetingssamenkomst daarna
ïlljk anl Hotel Noord-Brabant (ingang
üad vet) »P Vreebrug, dicht bij de
len best
sondankrgaderlng op 19 Juni vangt
evolge, uur. Ook in de Westerkerk.
wij thaladering begint om 2 uur.
pan tertten, die op naam moeten
l, zijn verkrijgbaar bij den
westerkerk vóór den aan-
lljke hq^ering Laat ieder zich daar
atie zal der voorbereidingscommissie,
igen om logies ten spoedigste
T_L,-ïht» 18 btt den secr. J. Dub-
I OKK^d. Hendrikstraat 57, tel.
ie gezai <^er' Kerlc' Bur8- Reigers-
I te To
i buitenWIJSBENOEMINGEN
fgen de
rder v<^ l- Chr. Nat. U. L. O.-schooL
regeefrwiJzer: de heer B. Koer-
rerheid aarn-
n te poonebeek. School voor
ïuldigd.nderwljzeres: mej. E. Stol-
ansche m. a. te Arnhem.
D.N.B.
iinduTjngewoon onderwijs
g. 'n 1940
jbere,n* ru'm leerlingen
w,,„j° van de afdeeling Cultu-
ol]sondvan Centraal Bureau voor
Amste 's-Gravenhage bevat de voor
wend ingaande de aantallen scholen,
hebbeneerkracht€n bii het buitenge-
ernomV0rwlJS naar den °P
!d, dat een paradox wanneer wij op
prop iit een verheugend verschijnsel
tel In mgewoon onderwijs zooal niet
in elk geval zich in een goe-
van etj vooruitgang mag verheugen,
met irs te wenschen, dat dit voor
Lnspectcbamelijke misdeelde kinderen
T «o J'Üs in het geheel niet zou be-
LjW' "n gegeven en dat alle kinderen
e woniujgen leeftijd het normale on-
ste vro'kunnen volgen. Nu het echter
zwacl?.at bepaalde iongens en meisjes
ijs noodig hebben, waarbij met
aangeven en behoeften wordt ge-
8 Mei ook zaak, dat de hiervoor in
jn vrot11^11*1® kinderen er ook de ge-
j t .^rijgen. De cijfers der laatste
zTJop. dat dit in toenemende mate
Zuid Hmoet hier aanstonds aan wor-
dat het accres practisch uit-
lw v*n i soholen en klassen voor zwak-
IT MTHde ls gekomen.
)e Am de hand, dat na de bijzonder
jindingg van verleden Jaar toen
ermrht1 er '3 nieuwe scholen voor
I en steeg het aantal leerlingen
'urde, met 1207 niet opnieuw zulk
olitie ng zou plaats vinden. Er kwam
ingehot nieuwe school bij, tw. een
ïeke te Venlo. Doch het aantal
na veopnieuw niet onaanzienlijk, n.l.
?rsber0 372, dat is een vermeerdering
hoor éer}
ilm en: teerlingen xijn er rond 2600
'en en scholen voor Imbecielen
i van 2
jke scholen en klassen voor
echter*4' telden op 31 December 1940
u van wie er 191 aan speciale
Dewal envoor imbecielen werkzaam
politie
lleget Statistiek wordt toegezonden,
gesch dat er op 31 December 1940
ine etfn voor doofstommen met 858
uit zi^ leerkrachten; 5 scholen voor
y leerlingen en 29 leerkrachten;
lechthoorenden met 271 leerlin-
n dez«"achten; 2 scholen voor licha-
1 den ?en met 53 leerlingen en 5 leer-
slotte 2 scholen voor psycho
id ve leerlingen en 12 leerkrachten
ot beken wy nog de cijfers voor het
»r heriger onderwijs in zijn geheel
_-,irr.rl939 en 1940 naast elkaar. In
«ewo161 scholen. 15.427 leerlingen en
ater ftn in 1940 waren deze cijfers
de i62. 16.075 en 1072.
EEN HUISVROUW SLAAGDE VOOR
PAEDAGOGIEK
Naar de Prov. pverijsa. en Zw. CL ver
neemt is mevr. J. v. Hasselt-Nyiand te
Zwolle, echtgenoote van den subst. officier
van justitie aldaar geslaagd voor het'examen
A., omvattende de vakken encyclopaedic der
paedagogiek, psychologie en inleiding tot de
wijsbegeerte en vereischt voor de toelating
tot het examen ter verkrijging van de mid
delbare acte paedagogiek B.
Het blad voegt daaraan toe daLdlt voor een
huisvrouw, die in haar eigen gezin gelegen
heid vindt de practijk der paedagogiek met
succes toe te passen een prestatie is, die een
extra gelukwensch waard ls.
Lelden. Doctoraal rechten: F. E. Vllelander Hein.
Utrecht. Seml-arta: L. M de Sonnavllle. O. Pe
ers*. H. V. Kalt. L. B. E. van Hoogenhuyze.
nier. J. J. Pllon.
getuigschrift B: mej. E. E. Brongera
en de heeren J. W. M le Rlvière. H. M. de Haa»,
C. H Daane. H. A. Lauwerier. M. C. van der PoL
L. Hertzberger. Afgewezen geen. Volgende uitslag
H. J. Ebblnge;
'd. Gymnast
mej. C. C. Dutllh en r
Meurs en
Leiden. Eindexamen ated. gymnasium afd B.
le groep: R. J. Bakerma. Ine van Bk, Ltze tee Helde.
B. F. Krantz, A. H. Krieger, R. M. Smits. A. Vriend.
Geesje de Witte.
""•terdam. Gem. Kweekschool voor onderwlj-
zers(essen). Eindexamen de dames: A. Faber, P.
B. de Boer. A. M. J. RiJntus. A. F. Smit, L. H.
Bonszer Haarlem
M.
Exi
Akte l.o.: de
jk; E. J. M.
A. C. M E. Dieben. Vijfhuizen;
ide, Gorinchem.
•n Uohamelljke oefening l.o.t
De hi
Amsterdam. Academie voor lichamelijke opvoe
ding. Candidaats lichamelijke opvoeding: de dames
J. Botle, M A. van Gessel, D. W. de Gruvter, E.
- 'f. M. M. Keuls. J. E. I. Könler. H. S. van
M. F. J. E. van der Putten. C. D. Rehrel-
nemachers, M. Welbergen.
Den Haag. Rijkskweekschool >*nmakade: de
dames H. Franken, S. J. Kervezee, en C. J.
Richel; J. de Haas te Leiden, S. Kamstra te
Middelhamis en J. L. E. Zoms te Rijswijk.
Gravenhage. Tesselschade. Diploma hulp d>
U'm
terbi
12 candldaten geëxamineerd Geslaagd M
I. J. A. M. G. Nieuwburg, G. C. Vonk. E.
L. H. Partheslus. P. C. M Wichers,
1 op
lEUM P. KENEMANS
heeft de heer P. Kenemans,
r. school te Holten den dag
ig efp v<^^r 'aar ioop-
"ij uenciiu ïiguur
>r ger<j was bestuurslid van de afd.
le Ver. van Chr. Onderwijzers
)m b ktf herhaling naar de alge-
perfing afvaardigde en heeft zich
abtj der A.-R. party in zijn woon-
acht )verijssel eveneens vele jaren
Wetenschappen
DE FRIESCHE STINSEN.
Van de vele tientallen Stinsen, welke Fries
land voor weinige eeuwen nog kende, is wei-
meer over. Eer stins was oorspronkelijk
versterkt steenen huis, toen de meeste wo
ningen nog van hout waren. Stins is een
samentrekking van „Stienhus". De stins heeft
den loop der tijden ontwikkeling doorge
maakt en nu is het aardige, dat men die ont
wikkeling bij de nog bestaande voorbeelden
nog duidelijk kan volgen.
De oudste vorm was een vierkant gebouw,
bestaande uit een kelderruimte, waarboven
woonvertrekken. Dit type is bewaard gebleven
de „Skier s ti n g" te Veenwouden, welke
de veertiende eeuw gebouwd werd. Het
een vierkant woongebouw van groote bak
steen. dat drie verdiepingen telt. De beneden
ruimte is overdekt met kruisgewelven en
diende blijkens de schietsleuven tot verdedi
ging. De bezetting kon niet meer boven
vluchten, daar er geen deur of trap naar de
eerste verdieping leidt Zij moest dus over-
innen of ondergaan.
Hierop volgde een type, dat thans nog ver
tegenwoordigd wordt door het Mprten-
h u i s te Franeker. terwijl de toren in den
hoek tusschen beide vleugels staat. Dit ge
bouw is goed bewaard gebleven en vooral van
den ouden slottuin uit krijgt men een goeden
indruk van de Friesche stins in de late mid
deleeuwen.
Het Martenahuis vormt een overgang tot
het type, waarbij de gedachte aan een ver
dedigbaar huis is verlaten en meer een adel
lijk lustslot is ontstaan. Een fraai voorbeeld
hiervan is het beroemde Popta Slot of
Heringa State te Marsum, uitde eerste
helft der zestiende eeuw en in het begin dezer
eeuw gerestaureerd. Oo.k hier is het grond
plan rechthoekig en is een toren aanwezig.
Alle drie stinsen zijn mooie voorbeelden van
oud-Friesche bouwkunst en wie ze bezoekt in
de boven 'aangegeven volgorde, krygt een
duidelijken indruk van de ontwikkeling van
het aloude „steenhuis". Vacantiegangers zij
een bezoek warm aanbevolen.
ROMEINSCHE HEERBAAN BLOOTGELEGD
BIJ MAASTRICHT
Aan den Brusselschen weg te Maastricht is
men op ongeveer 3 m diepte bij het uitgraven
van de fundamentsleuven voor het nieuwe
ziekenhuis gestooten op resten van een van
de Romeinsche heerbanen, die naar Trajectum
Ad Mosam leidden.
Een van de voornaamste heerbanen, die in
den Romeinscben tijd bij den versterkten
overgang over de Maas bijeen kwamen, was
wel de verbinding tusschen Bavais en Keulen,
die via Tongeren, Maastricht en Heerlen liep.
Ook had Maastricht een rechtstreeksche ver
binding met Aken over Scharn, Bemelen, Gul
pen en Lenders. De vondsten aan den Brus
selschen weg laten nog geen definitieve con
clusies toe over het verloop van de Romein
sche wegen binnen de Romeinsche vesting
Maastricht.
Het vervaardigen van xeer fijne
draden
De pogingen, om draden van alle metalen In
steeds toenemende fijnheid te vervaardigen, da
teeren al van vele tientallen jaren terug. Door
de vlucht van de industrie der electro-tech-
nische apparaten, is het zoeken naar geschikte
methoden om zeer dunne draden te kunnen
trekken, sterk gestimuleerd.
Met een trekijzer komt men als regel niet
dunner dan tot 0.1 mm. Ook met hardmetaal-
steenen komt men als regel niet verder, voor
al, wanneer het harde metalen geldt, zooals
wolfram, nikkel en legeeringen van chroom.
Pas door het volmaken van de werkwijzen,
waarbij gebruik gemaakt werd van diamanten
treksteenen, kwam men niet alleen veel verder,
maar het product was beter, omdat diamanten,
niet zoo spoedig aan slijtage onderworpen zijn.
Al langen tijd geleden heeft men op andere
manieren geprobeerd zeer dunne draden te
vervaardigen, waarbij de gewenschte draad-
soort met een ander metaal ommanteld werd,
waarna het geheel in combinatie werd getrok
ken. Na het bereiken van den gewenschten dia
meter van de kern werd het omhullende me
taal eenvoudig langs chemischen weg ver
wijderd. Een andere methode berust op het
samenvoegen van reeds dunne draden tot een
soort pakket, waarna het geheel opnieuw ge
trokken werd. Deze methode heeft het nadeel,
dat na het trekken de draden in de doorsnede
sterk van vorm veranderd zijn. In een lezing
voor de Technisch Literarischen Gesellschaft
heeft Hügle blijkens een mededeeling in Tech-
nisches Zentralblatt für praktische Metallver-
arbeitung voorts nog op chemische procédé's
gewezen. In het mechanisch draadtrekken zijn
tot dusver eenige Amerikaansche fabrieken
toonaangevend geweest. Inderdaad is het hun
gelukt, ijzeren en niet-ijzeren draden tot een
dikte van 15 micron (1 micron is 0.001 mm) te
trekken. Hiermede hebben zij een wereldmo
nopolie geschapen, ofschoon de mechanische en
physische eigenschappen van deze draden toch
nog hier en daar te wenschen lieten. Hoofd
bezwaren van de op die wijze verkregen
dunne draden zyn: weinig stabiliteit van
samenstelling, snel stuk gaan bij hooge
peraturen, ongelijkmatige doorsnede op
trekkelijk korte afstanden en minder goede
oppervlakte-eigenschappen, zooals scheurtjes,
waardoor het electrische geleidingsvermogen
vermindert en deze microdraden ernstig ver
zwakt worden. Deze nadeelen worden zonder
eenigen twijfel veroorzaakt door het tot het
uiterste kneden van het materiaal. Waarschijn
lijk moet de verklaring hierin gezocht worden,
dat de wetten, die gelden voor dikke draden,
niet meer opgaan bij doorsneden, welke in de
grootte-orde liggen bij de micro-structuur var
de te trekken stof. Men neemt zelfs aan, dal
bij die microdraden geen sprake meer is var
een kem, maar dat draden van 2 tot 5 micron
dikte alleen nog maar bestaan uit een opper
vlakte en daardoor hun eigenschappen ontlee-
nen aan de oppervlaktestructuur van de desbe
treffende stof. Natuurlijk zijn deze feiten reeds
vroeger bekend geweest en zoowel in het bin
nen- als in het buitenland heeft men zich met
het gemengde procédé bezig gehouden. Het is
b.v. denkbaar, draden van 20 tot 25 micron
eerst langs electrolytischen of chemischen weg
te verjongen tot 5 k 10 micron en daarna te
trekken. Hügle nu heeft een nieuw procédé
uitgewerkt, om draden van 2 micron te ver-
vaardigerv Bij zijn lezing heeft hij echter geen
bijzonderheden vermeld van de wijze, waarop
hij dit doet Wel deelde hij mede, patent op
de werkwijze genomen te hebben. De draad
oppervlakte, zoo zeide hij, is glad en vry
scheuren. De sterkte en de houdbaarheid
deze met het bloote oog onzichtbare draden zou
beter zijn dan die van aanmerkelijk dikkere
soorten. Gebieden van toepassing zijn de gloei
lampen- en radiolampenindustrie, zekeringen,
meetapparaten en de bouw van physische appa
raten in het algemeen Het blad besluit met
te zeggen, dat natuurlijk pas na uitgebreide
proeven in de practijk de uiteindelijke waarde
van het nieuwe procédé bepaald kan worden.
INENTING TEGEN KINKHOEST
de voorkoming van
zich bezig
vele landen opgedaan
den kinkhoest. Velerlei moeilijkheden deden zich
voor, maar nu die vaccins op onberispelijke
wijze worden bereid is b.v. gebleken, dat in
een Dultsche kinkhoestkiiniek van de 600 tegen
die aandoening ingeente kinderen 28 aan be
smetting blootstonden en geen een ziek werd.
en in denzelfden tijd van vijf Jaren 174 van de
192 niet gevaccineerde kinderen kinkhoest kre
gen. Wel weet men nog niets omtrent den
duur van de bescherming, maar het is opmer
kelijk waar te nemen, dat in een kindertehuis
50 kinderen wel en 50 niet werden ingeënt en
bij een na twee jaar ingetreden epidemie alle
niet gevaccineerde kinderen een tamelijk zwa-
ren aanval hadden te doorstaan, terwijl deze
bij de verzorgde een licht beloop nam.
Het is nu op vele wegen mogelijk de ent
stof te verbeteren en een serum tegen kink
hoest te bereiden. Voorts kunnen naar bekend
is met het oog op de complicaties, die kink
hoest kan meebrengen, gemengde vaccins in
gereedheid worden gebracht, b.v. ter voorko
ming van diphterie, typhus en paratyphus dan
wel longontsteking en griep. In het eerste ge
val werden in tegenstelling met de in de
tweede plaats genoemde ziekten gunstige resul
taten bereikt Ten slotte zegt Gundel, dat voor
de vaccinatie tegen kinkhoest op groote schaal
de voorwaarden nog niet zijn gegeven, zoodat
voorloopig met de bescherming van ieder kind
afzonderlijk moet worden volstaan.
Boekentafel
In nacht en stormgebruis, door
Ds. J. J. Buskes Jr. Uitgave Erven
J. Bijleveld te Utrecht.
Reeds de titel van dit boek doet vermoeden,
dat de schrijver een wiaord heeft voor dezen
tijd. Niet alleen een bemoedigend, maar ook
een vertroostend woord. Ds. Buskes is de be
kende predikant bij de Gereformeerde Kerk in
Hersteld Verband te Rotterdam. Hij heeft de
ramp van Rotterdam in de Meidagen van het
vorige jaar persoonlijk meegemaakt. Daarna
zijn de levensvragen op hem afgestormd. El
lende, leed, kommer en verdriet, de schrijver
is er tot in het diepst van zijn ziel mee werk
zaam geweest. Hij heeft getracht de zin van
het lijden te verstaan en een antwoord te vin
den op de levensraadselen. Is het wonder, dat
de verzuchting wordt geslaagd: „Ontbonden
te wezen en met Christus te zijn is verreweg
het beste"? Maar dat beteekent voor den
Christen nog niet, dat hij den moed laat zak-
Het sojver
zijn voor ee
of
Het zal menigeen,
huidige noodzaak daai
by voorkeur gcbruikW
varieerde schoonhtler. en b«.
van ons eigen land i» aanschoi
genieten als iets pynlyl-* opgevab
dat lang niet overal de gvlegenhela
staat om zich van souvenirs te voorzien,
die werkelyk als iets karakteristieks voor
de bezochte plaats of streek kunnen
gelden.
In „Nederlandsch Fabrikaat" vraagt Drs. B.
M. Sweers thans, nu het vacantieseizoen weer
nadert, of uitbreiding \'an het aantal van
zulke souvenirs niet mogelyk is.
Hij wijst er op, dat hiermee natuurlijk ook
hét belang van den verkooper en den produ
cent van herinneringsartikelen ten zeerste ge
moeid is.
Wy merkten al op en de heer Sweers legt
er nadruk op, dat het souvenier typeerend
moet zijn voor een bepaalde plaats of streek.
Het moet iets zyn waarvoor zoo'n streek een
monopolie heeft of wat althans nauw verbon
den is met de plaatselijke natuur, het plaat
selijke bedrijfsleven, de vaardigheid van de
ambachtslieden in een bepaalde streek of met
oude plaatselijke gewoonten. Dat zyn de aar
digste herinneringsvoorwerpen en zij hebben
ook een opvoedende waarde.
Wilt gij er voorbeelden van? Wy zullen er
enkele noemen Wie heeft niet gehoord van:
Goudsche pijpen van de mooie togeltjes en
het aardewerk dat men m Makkum en Wor-
kum maakt, van Delftsch Blauw, of van het
te Sneek uit de hand vervaardigde Friesche
koperwerk? Uit Valkenburg kan men ver
schillende uit mergelsteen vervaardigde voor
werpen meenemen, van Volendam, Marken,
Bunschoten-Spakenburg en de Zeeuwsche
eilanden poppen in kleederdrachten, van de
ardigde
ijes, uit
pijpen-
é"d op de
int ge mijn-
als ymbool
fe B' rger in
i. Markelo
Saksisch model,
n op Zoom biedt
en speldjes aan,
voorstellen.
zooals gezegd, in
ning i>- i Misschien juist, omdat
zij dikwijls samenhangen met een ter plaatse
beschikbaar materiaal, omdat zy voortsprui
ten uit een ter plaatse ingeburgerde vaardig
heid der handwerkslieden.
het souvenir toch
stellen, dat
het van smaak getuigt.
Dus.... geen smakelooze rommel zooals
boomschors met allerlei „fraaie", liefst in
felle en onnatuurlijke kleuren uitgevoerde
plaatsjes er op; wij denken aan de weliswaar
karakteristieke maar toch wel heel erg lee-
ly>ke met schelpen beplakte doosjes en por
tretlijstjes, waarvan de winkeluitstallingen
in onze badplaatsen uitpuilen. Een ieder kent
de, we zouden ze willen noemen „prullaria"-
souvenirs, die bovendien in precies dezelfde
uitvoering dikwyls heel het land door ver-
krygbaax zyn.
De „eetbare souvenirs" 'men denke aan de
eigen soort koekjes of balletjes die ettelijke
plaatsen hebben) zijn terloops te noemen. De
heer Sweers vestigt echter inzonderheid de
aandacht op de souvenirs, welke gevormd
worden door producten van de Nederlandsche
aardewerk- en de Nederlandsche metaal
industrie, die weliswaar in de meeste plaatsen
in dezelfde uitvoering verkrijgbaar zyn, doch
waarop een plaatselijk wapen of een
afbeelding van een voor die plaats belang-
ryk bouwwerk voortkomt. Wij denken
aan lepeltjes, tegeltjes en dergeiyke. Deze
kunstny verheidsproducten zUn dikwyls zeer
fraai uitgevoerd en hebben dan ook een
zekere aesthetische waarde; ook als souvenir
vervullen zij een nuttige functia. Hoeveel ge
noegen scheppen velen niet in het aanleggen
van een verzameling lepeltjes met de wapens
van de verschillende plaatsen waar zy in de
afgeloopen jaren achtereenvolgens met
vacantie zijn geweest? Ook op die wijze valt
een reeks herinneringen op te bouwen.
Ook de prentbriefkaart valt in dit verband
te noemen. Lang niet alle plaatsen hebben
die in even mooie sorteering. Wellicht kun
nen de drukkers en uitgevers van dit artikel
Nederlandsche kunstenaars inschakelen om
werkelijk fraaie aesthetisch verantwoorde
kaarten te ontwerpen.
En als men van dit alles heeft kennis ge
nomen en zijn vacantieplannen gaat uitstip
pelen dan kan het zyn, aldus de schrijver
van het artikel— dat den lezer nog een groote
teleurstelling \^acht. De kans is n.l. vrij groot,
dat hij in een plaats of streek komt, waar, af-
gezien van de laatstgenoemde
lepeltjes, géén voor die omgeving
typeerende souvenirs in den geest,
zooals wij dat hierboven bespraken, zijn te
vinden. Dat bleek ons heel duidelijk na het
onderzoek, dat wij hiernaar instelden. Wat
is bijv. het typisch souvenir voor Schevenin-
gen of voor vele onzer andere badplaatsen?
Als men van bovenstaande opsomming kennis
neemt lykt het, dat er zeer vele typische
souvenirs zyn. Maar in werkelijkheid valt dit
toch wel sterk tegen en wy kunnen de ge
dachte dan ook niet van ons afzetten, dat
er hier een mogelijkheid moet liggen voor
vele plaatsen en streken, om iets nieuws en
nuttigs tot ontwikkeling te brengen.
Het valt eigenlijk te verwonderen, dat
er zoo veel plaatsen zyn, die tot nu toe
hebben nagelaten aandacht te schenken
aan het bewust in het leven roepen van
karakteristieke J~
Hier valt iets op te bouwen.
Waarom zou men niet plaatselyke ideeënprys-
vragen uitschrijven voor een typisch souve
nir? Kansen zijn er zeker. Wij denken bijv.
aan een opmerking die, wij uit Twente
kregen dat daar miniatuur-weefstoelen in den
handel worden gebracht als souvenir. Inder
daad is dit er een aardig voorbeeld van hoe
het stempel dat een bepaalde streek draagt,
vanzelf leidt tot een voor die streek karakte
ristiek herinneringsartikel.
Andere streken hebben weer een byzonder
type boerderij, dat ergens anders in het land
niet voorkomt of een eigenaardigen vorm van
waterput. Soms kan men wellicht aansluiten
by de volkskunst of de volksgebruiken, die
in een zekere streek bestaan. Zijn er ook geen
districten, wzfor de houtsnijkunst nog leeft en
thans tot verdere ontwikkeling zou kunnen
worden gebracht?
Het is inderdaad de moeite waard zich voor
dit onderwerp warm te maken. Niet alleen,
dat het vreemdelingenverkeer daardoor een
attractie te meer krijgt. Het gaat zooals ge
zegd ook om den winkelstand en om de pro-
duceerende bedryven en bedrijfjes. Natuur-
lyk zal men in dezen tyd rekening moeten
houden met de beschikbare grondstoffen, in
het bijzonder bij de overweging of een denk
beeld reeds terstond voor uitvoering vatbaar
is. Maar ook andere denkbeelden zyn van be
lang.
Na dezen schaarschtetijd komt weer een
nieuwe periode, waarin wel weer allerlei
grondstoffen voorradig zyn en misschien
is de huidige tyd juist geschikt, om voor
de toekomst plannen te maken in dit op
zicht
en met nietsdoen den tyd afwacht, dat hy
wordt opgenomen in het Vaderland, dat Boven
Integendeel, Jezus Christus is gister en he
den dezelfde en tot in alle eeuwigheid. Met
andere woorden: het heilswerk van Christus
gaat door, ook nu het oude Rotterdam in een
puinhoop is veranderd. De Christen moet de
hand aan den ploeg slaan. Er moet een nieuwe
stad worden opgebouwd en het land moet wor
den bewerkt De gansche aarde worde met
Gods heerlijkheid vervuld.
Ds. Buskes kan de dingen raak en scherp
zeggen. Hij windt er geen doekjes om Menig
maal legt hij den vinger bij wondeplekken in
het Christendom van onze degen. Voor hem
komt het er op aan, dat onze tyd voor den
Christen oorlogswinst oplevert. De vrucht moet
rijpen. Laten we de schrijver zelf even aan het
woord: „In ons ongeloof vergaten we. dat we
hier geen blijvende stad hebben. Wy zijn gasten
en vreemdelingen op de aarde. Wij joegen
schaduwen na en beschouwden waarden van
de cultuur en het geestesleven als eeuwigheids-
waarden. Wij vergaten, dat ook onze stad als
bouwwerk van vele generaties, stof is en tot
stof moet wederkeeren".
Het gaat in de wereld om de komst van het
Godsrijk en daarom is Ds. Buskes ook wars
alle valsch nationalisme: „Wij gelooven niet
en eeuwig Koninkrijk der Nederlanden. Wij
weten niet, of bij Christus wederkomst Neder
land nog zal bestaan. God deed ons in dit op
zicht geen toezeggingen". En elders: „Wy mo-
van ons land en volk houden nu meer dan
het vaderland, dat wij zoeken, het land
belofte, is Nederland niet. We mogen treu-
om Rotterdam, dat een puinhoop werd,
omdat we het liefhadden met een groote en
sterke liefde de toekomende stad. het nieu-
Jeruzalem is Rotterdam niet. Met den
apostel belijden we: wij hebben hier geen blij
vende stad, maar wij zoeken de toekomende!
En Christus, die gister en heden dezelfde is,
beware ons bij deze beiydenis."
We zouden kunnen doorgaan met grepen te
doen uit dit prachtige boek. Neen. hier wordt
;ns niet gegeven een boeiende, realistische
beschrijving van het oorlogsgebeuren in de
Maasstad in Mei 1940. Dit boek grijpt verder,
het dringt door tot het hart van de problemen,
we het daarom altijd met den schrijver
zijn? In geenen deele, doch dat komt ln
boek als dit op het tweede plan. evenals
de omstandigheid, dat de ééne meditatie wel
eens wat beter geslaagd mag worden geacht
dan de andere Ons heeft bijzonder ontroerd
het hoofdstuk: „Tweeërlei Vaderland". Deze
bladzyden behooren wel tot de schoonste van
dit boek. Ook de reeks meditaties over de rij
geloofshelden uit Hebr. 11 achten we byzon
der geslaagd.
Dit boek werkt als balsem op de ziel Daarom
kome het in veler handen. Telkens weer laat de
schrijver het licht van Gods Woord, het licht
van den Christus der Schriften over de levens
raadselen vallen. Neen, men leest dit boek niet
in één adem uit. Dat is trouwens ook de opzet
niet. Men moet het langzaam, rustig op zich
laten inwerken. Dan werkt het bezinnend, ver
rijkend. En juist daarom ook is het waard ge
lezen èn herlezen te worden.
Financieel Nieuws
Buitenlandsche Bankvereeniging
Na afschrijving van het oude verlies-
saldo ad 326,956 heeft het winstsaldo in
het afgeloopen jaar 231,951 (vor. j. ver
lies 27,788) bedragen. Voorgesteld wordt
6 pet. dividend op de gewone aandeelen
uit te keeren en 40 per winstbewys. Het
laatst is over 1929 5 pet op de aandeelen
en over 1925 40 per winstbewys betaald.
Verder wordt voorgesteld 195,252 te re
serveeren en 5332 in het pensioenfonds to
storten.
De relaties, aldu9 het verslag over 1940 van
de Buitenlandsche Bajikvereeniging te Amster
dam, konden gestadig worden uitgebreid, waar
door de baten uit hoofde van rente en provisie
gunstig werden geïnfluenceerd. De winsten uit
het effectenbedrijf en den wisselhandel waren
bevredigend, terwijl de waarde van sommige
activa aanzienlijk vermeerderde.
De resultaten van de afgewikkelde import
zaken waren eveneens gunstig. De Veland
Import en Export Handel-My. heeft
thans het importbedryf geheel overgenopien.
De Bankvereeniging heeft voor 50,000
deelgenomen in het kapitaal der in 1940 opge
richte Agrarische Industrie,, gevestigd te Rot
terdam, groot 1,000,000, geplaatst en volge
stort, welke post onder deelnemingen i$ od-
genomen.
Met het oog op de tydsomstandighedfn acht J
de directie het wenscheiyk een belangrijk ge
deelte van de behaalde winst te reserveeren,
waarby zij tevens rekening houdt met het mo
gelijke verloop eéner aangelegenheid, waar
omtrent wegens verbreking der overzeesche
betrekkingen berichten ontbreken.
Voorzieningen met betrekking tot de winst
belasting behoeven door de mogeiykheid van
compensatie met de negatieve overgangsre-
serve niet te worden getroffen.
Het bedrijf heeft zich ln het thans loopenda
boekjaar verder gunstig ontwikkeld.
Engeland teert 2 milliard per
jaar in
By het Engelsche parlement is een wit
boek ingediend, volgens hetwelk het En
gelsche volksinkomen voor 1940 wordt ge
raamd op 5,6 milliard tegen particuliere
schattingen van 6,5 milliard.
Vergeleken met 1938 is het volksinkomen, al
dus meldt het D.N.B. verder uit Stockholm, met
27 pet. gestegen, doch aangezien de kosten van
levensonderhoüd sedert het uitbreken van den
oorlog volgens den kanselier van de schatkist
met 25 a 30 pet. zijn gestegen, komt in de sty-
ging van het volksinkomen vrijwel uitsluitend
de prijsstijging tot uiting. Hei bedrijfsleven
heeft een millioen werkloozen een taak kunnen
geven, doch het bedrijfsleven moest zich op de
oorlogsproductie richten
In 1938 was 77 pet. van het nationale inko
men voor het verbruik door de bevolking be
stemd, 19 pet kwam in de openbare kas en
4 pet. resteerde voor particuliere investeerin-
gen. Voor 1940 geeft het witboek geen cijfers,
doch de Economist raamt by een verhooging
van de openbare uitgaven met 0,8 tot 3,1
milliard, dat zij thans 53 pet. van het nationale
inkomen eischen. De particuliere uitgaven
worden geraamd op 3,7 milliard of 64 pet van
het volksinkomen, zoodat de openbare en par
ticuliere uitgaven 1,1 milliard hooger waren
dan het nationale inkomen, zoodat op het natio
nale bezit is ingeteerd.
Indien het nationale inkomen voor 1941 op
6 milliard kan worden geraamd, dan is in
verband met de uitgaven te verwachten, d.it
2 milliard uit het nationale bezit moet wor
den ingeteerd
oet je best maar doen! Dat
eg?"
ht Tonni».
:ht ook: had ik maar niets ge-
het veb zulke losse gronden nog
n de ;pon den daad harer gedachten
tangeich al in Woudesch in het aar-
r? de^1 den tuinmansknecht'
eme°tCpraken zy er nog niet van. Het
iraartmooi om waar te zyn. En mis-
iet aseder een nuohtere opmerking
toen idylle verstoren zou. Moeder
)eee^ot altiJd zei> ••zo° akelig nuch-
en ^r, omdat zy veel meer levens-
andere werd niet gesproken,
m dl vooral Margot op de tong, om
•ders1 tónd te voelen,
verb^te ZÜ werkelijk Lucie over te
dend, dat die reeds iets wist
„Niet jokken. Je weet er van", zei ze.
.,Hoe wéét jy dat?"
„Omdat Tonnis het weet En die heeft het
jou natuurüjk verteld Jullie hebben toch
geen geheimen voor elkaar".
,,'t Is bij ons net als by jou en Kees", zei
Lucie. „Hebben we geleerd van vader en
moeder."
Natuurlyk. Dus dan wéét je. Vertel op. Ik
zeg niets aan Kees morgenochtend".
„En je hebt geen geheimen voor Kees?"
lachte Lucie.
,.Och je bent een naarling. Maar geiyk
heb je".
„Ik vertel niets, want ik mag het niet doen
van Tonnis".
„Dan niet doen ook Het is vast goed
nieuws. Dat heb ik wel aan het gezicht van
Tonnis gezien".
„Best mogelyk", meende Lucie droog.
..Maar je zult toch moeten wachten tot
morgen".
Den volgenden dag kwam Kees uit Wou-
desoh terug met het groote nieuws, dat hem
overweldigde. Hy kon er geen woorden voor
vinden.
Met meester Straatsma was afgesproken,
dat hij in die week nog naar Wageningen zou
gaan, om met den directeur der school te
praten. Het beste was onmiddellyk aan den
slag te gaan, om zoo weinig mogelijk tijd
te verliezen. In Wageningen moest hij een
kosthuis zien te krygen, want het was geen
manier, om eiken avond naar Harenstede te
fietsen en den anderen morgen weer terug.
Des Zaterdags kon hij dan naar Margot ko
men tot 's Maandagsmorgens. Het was nog
een waagstuk, want slechts voor één jaar wou
die mynheer betalen. Maar het begin was er.
Er moest nu geprobeerd worden, iemand te
vinden, die het tweede studiejaar betalen
wilde, desnoods leenen.
„Als ik tante Aaltje nu eens zoover kon
krijgen", peinsde Lucie hardop.
„Dat was een idee", zei Tonnis. „Je hebt
haar nu zoo prachtig geholpen en je werk is
er nog niet afgeloopen, zy kon best eens over
de brug komen."
„Je vraagt het niet hoor, Lucie", zei Maria,
scherper, dan zy eigenlyk wel wilde.
„Vindt u dat nu zoo erg om te vragen, moe
der? Het is toch geen bedelen? Kees wil al
leen leenen. Desnoods met rente terugbetalen.
Als ik het oom Laan vraagt, zegt hy onmid
dellyk „ja", meende Margot, die een potje
breken kon bij oom Laan.
„We hebben het niet over oom Laan. Die
zou het onmiddellyk geven. Maar we spreken
over tante Aaltje En ik wil niet, dat haar
gevraagd wordt Ik wil jullie een we .gering
besparen, dat is het".
„We kunnen tante Aaltje er buiten laten",
dacht Tonnis, „als oom Laan wel wil".
„Watblief, Tonnis?"
Maria keek hem verbaasd aan. En hy
voelde onmiddellijk de beteekenis van den
blik en van den toon. waarop de vraag ge
daan werd.
„Neen dat is toch ook niet goed. Man en
vrouw moeten alles van elkaar weten".
„We hebben mekaar begrepen, Tonnis. Zóó
moet het niet. Vader en ik hebben het vroeger
zoo ook niet gewild. Jullie moeten weten.
En Maria vertelde hoe oom Laan Erik en
haar had willen helpen, maar zonder voor
kennis van tante Aaltje en hoe zij dat hadden
geweigerd, omdat het huns inziens niet eerlyk,
niet rechtschapen was.
„Ik ben er zeker van, dat Lucie een weige
ring zou krijgen, als zij tante zou vragen En
dat wil ik niet We zullen hopen, dat er voor
het tweede jaar ook iemand gevonden wordt"
In den loop van den volgenden dag ver
telde Lucie aan tante Aaltje, wat er aan de
hand was.
„En gaat die nou op de „bonne fooi" naar
Wageningen?" vroeg deze.
„Hij wordt toch geholpen, tante? Dat vertel
ik toch?"
„Nou ja, voor een jaar. En dan?"
„Dan zullen we verder zien, tante. Mis
schien is er dan iemand, die verder helpen
wil".
„Jullie zyn allemaal met elkaar kuikens. Je
moeder is de grootste. Het was beter, dat die
Kees zijn handen uit zyn mouwen stak en een
stuk brood verdiende. Al dat studeeren be
teekent niets. Over een jaar zit hy zonder
geld en dan is alles voor niks gedaan Kuikens
zijn jullie Enfin ik wasch myn han<jën in on
schuld. Ik heb gewaarschuwd. Dat heb ik je
vader ook gedaan. Had hy
geluisterd.
„Een mooi leven in Woudesch, tante", zei
Lucie warm. „We waren gelukkig met elkaar.
Ik hoop, dat ik er ook Kom te wonen."
,.Wat! In Woudesch? Wou Je daar ook ar
moe gaan lijden?"
„Armoe hebben wy nooit geleden. Dat heb
ik u toch al meer gezegd?"
„Poeh, grootspraak. Jullie hebben het er
rijk gehad, zullen we dan maar zeggen"
„Dat is het goede woord, tante. We hadden
er een rijk leven".
Aaltje haalde de schouders op, terwijl zy
eens ging verliggen. Zy moest nog steeds het
bed houden. Nog ettelijke weken wel. Maar
er was dan toch vooruitgang.
,,'t Is. dat je een beste hulp voor my bent,
eerlijk is eerlijk, maar anders had ik je allang
weggejaagd. Want zelden heb ik zoo'n brutaal
nest gezien. Het mankeert er nog maar aan,
dat je mij niet vraagt om Kees voor dat
tweede jaar te helpen. Maar dan ben je aan
het verkeerde kantoor, hoor. Geen gehannes
aan mijn ooren. Kees doet beter met tc gaan
werken. Boeken leveren geen geld op".
Lucie prees het wijs beleid van haar moe
der, die persé niet wilde hebben, dat tante
Aaltje gevraagd werd. Die had het goed ge
zien. Een weigering op zulk een botte wy'ze
zou vreeselyk geweest zijn. Het was toch wel
toppunt: tante kon best helpen; oom Laan zat
er warm in. En die zou het wel doen.
„Ik geloof niet, dat ik u gevraagd heb,
tante", zei zy, zoo kalm mogelyk. „Met het
tweede jaar van Kees komt het ook wel in
orde. Daarop vertrouwen we vast".
„Och ja, kuikens zyn jullie nu eenmaal Ik
weet niet, waarop dat vertrouw enberust".
„Ik meende, tante, dat we altyd op God
vertrouwen mogen. Dat doet u toch ook?"
Aaltje zweeg.
„Op God vertrouwen is goed. Dat moeten
we aoen", zeide zy dan. „Maar het moet reëel
vertrouwen zyn. Niet op de „bonne fooi".
Nu zei Lucie niets meer. Want zy begreep
er niets van. Alleen meen„e zy, niet ten on
rechte, dat tante een uitviuchtje zocht, om
aan den klem te ontkomen. Want dit was toch
onzin.
Oom Laan, wien zy later op den dag ook
het verhaal deed, was enthousiast.
„Een flinke daad van dien onbekenden
mijnheer van meester Straatsma", zeiae hy.
„Die helpt een mensch tenminste eens vooruit"
„Of achteruit", dacht Aaltje. „Het heeft geen
zin, om te gaan studeeren. Geld weggooien
anders niet".
En des avonds, toen Lucie vertrokken was:
„Je begint de gekheid niet, om te helpen,
hoor. Lucie is niets te gek, om jou te vragen.
Of Margot. Maar dan ben ik er ook nog".
„Er is mij mets gevraagd", zei Laan.
„Zy zullen het ook niet vragen. Moet je
Maria niet kennen".
„Ja, by al hun ellende en armoe hebben ze
nog een trotsch hart ook", meende Aaltje
schamper.
„Je zou het ook edele harten kunnen noe
men", zei Laan, die tegenspreken wilde. „Om
je de waarheid te zeggen, ik heb er aan ge
dacht, je voor te stellen, Kees geld te leenen
voor het tweede jaar. Je hebt zooveel aan
Lucie gehad. Zy zal het een pracht van een
belooning vinden. „En", voegde hy er haastig
by, „het wor.it maar geleend, zooals ik zei".
(Wordt vervolgd.)