D. VAN DEN
DINSDAG 3 JUNI 1941
J
•AG
Tobroek gebombardeerd
De Italiaansche weermachtsberichten van
Zondag en Maandag
Het Italiaansche weermachtsbericht no. 361
V. Zondagmiddag luidt als volgt:
In Noord-Afrika is aan het Zuidelijk front
van Tobroek een vijandelijke aanval met
steun van tanks afgeslagen, met verliezen
van den tegenstander. Het luchtwapen bracht
een Engelsch vaartuig tot zinken, dat met
munitie naar Tobroek voer. De bemanning,
die ronddreef in het water, werd opgevischt.
Te Tobroek werden door andere vliegtuigen
haveninstallaties en versterkte stellingen
met bommen bestookt en een munitiedepot
tot ontploffing gebracht. In den nacht van
30 op 31 Mei lieten Engelsche vliegtuigen
enkele bommen op Bengasi vallen.
De operaties ter algeheele bezetting van het
eiland Kreta verderen behoorlijk. De Itali
aansche afdeelingen, die gisteren contact ge
kregen hebben met de Duitsche strijdkrach
ten, zitten de Engelschen, die zich naar het
Zuidelijk deel van het eiland terugtrekken,
op de hielen.
In Oost-Afrika zijn den vijand bij de ge
vechten van de laatste dagen in de buurt van
Debarek, in het gebied van Amhara, aanzien
lijke verliezen toegebracht In het gebied van
Galla en Sidamo hebben onze troepen bij ver
scheiden ontmoetingen met succes tegenstand
geboden.
In zijn weermachtsbericht no. 362 van
Maandag maakt het Italiaansche opperbevel
het volgende bekend:
In Noord-frika hebben Italiaansche en
Duitsche luchtformaties voor anker liggende
schepen en havenwerven in Tobroek aange
vallen. Vijf kleine vaartuigen werden tot zin
ken gebracht en verscheidene luchtdoelbat
terijen werden midscheeps getroffen. Een
benzine-opslagplaats geraakte in brand. In
den nacht van 1 Juni hebben Britsche vlieg
tuigen Bengasi gebombardeerd. Een vijan
delijk toestel werd door het luchtdoelgeschut
neer gehaald. De uit vijf personen bestaande
bemanning werd gevangen genomen. Op
Kreta hebben de Italiaansche troepen in
samenwerking met de Duitsche eenheden ia
gestelde doelen bereikt
In Oost-Afrika is de toestand ongewijzigd
gebleven.
De aanvallen op
Engeland
„Aanzienlijke luchtactie" meldt de
Britsche berichtendienst
In een officieel Engelsch communiqué, ver
spreid door den Britschen berichtendienst,
wordt gezegd, dat de Duitschers Zaterdag
nacht op verschillende deelen van het land
bommen hebben laten vallen, vooral boven
het Mersey-gebied, Noord Wales en het Zui
den en Westen van Engeland. In het Mersey-
gebied is „zekere schade' aangericht. Een
aantal personen is om het leven gekomen.
De Britsche nieuwsdienst meldt, dat er
in den nacht van Zondag op Maandag „aaa-
zienlijke vijandelijke luchtactie" geheerscht
heeft boven Groot-Britannië. De aanvallen
golden in hoofdzaak het Noord-Westen, waar
op verscheidene plaatsen bommen geworpen
werden. Een district van deze streek heeft
een bijzonder hevigen aanval te verduren
gehad. Hier zijn vele branden ontstaan en
is eenige schade aangericht. Het aantal
slachtoffers, waaronder verschillende doo-
den, wordt aanzienlijk genoemd. Ook in Lon
den werd luchtalarm gemaakt Het afweer-
vuur werd gekenmerkt als „zeer hevig".
(D.N.B.)
Amerikaansche vliegers voor
de R.A.F.
De Engelsche nieuwsdienst meldt, dat
in een haven aan de Oostkust van Canada
het eerste contingent Amerikaansche vlie
gers, die voor den dienst in de Royal Air
Force sullen worden opgeleid, is aange
komen.
Een geweldige brand
aan de Hudson
EEN GROOTE GRAANSILO
UITGEBRAND
In een aan de Hudson gelegen graan
silo van acht verdiepingen is Zaterdag
brand uitgebroken. Door den krachtigen
wind breidde het vuur zich snel uit Een
pakhuis, verscheidene havenhoofden en
twee lichters geraakten eveneens in
brand, en een veerstation werd bedreigd.
De geheele brandweer van Jersey-City
kwam in actie. Drijvende brandspuiten
van de stad New York en de kustwacht
werden te hulp geroepen om aan het
blusschingswerk deel te nemen.
Het heeft vier uur geduurd, voor men den
grooten brand meester was. De silo was toen
geheel uitgebrand, evenals 20 geladen goe
deren wagens, vier lichters en 400 stuks vee.
die zich op de slachtplaats bevonden. De
schade wordt begroot op 2*6 millioen dollar
Volgens de New York Times woedde de
brand, welks oorzaak niet bekend is, over
een oppervlakte van een kwart vierkante
mijl De reusachtige rookkolom was tot op
een afstand van 100 mijl te zien. Vele dui
zenden tonnen tarwe, waarvan, naar men
zegt, een groot deel voor Engeland bestemd
was, zijn vernietigd.
De New-York Herald Tribune verklaart,
dat er volgens de verklaringen van den com
mandant der brandweer van sabotage geen
sprake kan zijn.
Dagorder van admiraal Rader
Ter gelegenheid van den 25en verjaardag
van den slag bij Jutland
De opperbevelhebber van de Duitsche
marine, groot admiraal Rader, heeft ter ge
legenheid van den 25en verjaardag van den
slag bij Jutland een dagorder tot de marine
gericht, waarin hij onder meer zegt:
„De slag bij Jutland was een mijlpaal In
de geschiedenis van den oorlog ter zee, doch
tevens heeft hij een nieuw tijdperk in den
strijd om de vrijheid der zee ingeluid. Wij.
die thans opnieuw in een strijd op leven en
dood tegen de Engelsche tyrannie ter zee
gewikkeld zijn. hebben in den geest van de
mannen, die 25 laar geleden lauweren oogst
ten. den vijand voortdurend zware slagen
toegebracht. Wij zullen, vertrouwende op
onze kracht en ons vermogen, den vijand
blijven aanvallen en onze sterke wapenen
voeren, tot de overwinning ons Is".
De bescherming van de Fransche
koloniën
Generaal Weygand, de opperbevelhebber
der Fransche troepen in Noord-Afrika, heeft
volgens een D.N.B.-bericht uit New York
luchtbeschermingsmaatregelen in een deel
van het Fransohe koloniale rijk gelast. Deze
maatregel is genomen als gevolg van het
bombardement van de haven van Sfax door
Engelsche vliegtuigen, die een Italiaansch
konvooi achtervolgden. Radio Rabat verklaart,
dat zich in deze haven geen enkel Italiaansch
schip bevond, toen de Engelschen aanvielen.
Naar Associated Press uit Port of Spain
(Trinidad) meldt heeft een Britsche kruiser
het Fransche s.s. Winnipeg (8370- ton) op weg
van Marseille naar Martinique een dag vóór
het bereiken van Martinique opgebracht en
tot nader onderzoek naar Trinidad gevoerd.
BRITSCHE VLIEGTUIGFABRIEK IN
COLUMBIA AFGEBRAND
Volgens berichten uil Vancouver
(Britsch Columbia) is het administratie
gebouw van een pas opgerichte vliegtuig
fabriek, die binnenkort met den bouw
van watervliegtuigen voor de Royal Air
Force zou beginnen, afgebrand. Ook een
deel van de machines werd vernietigd.
Overzie oorsaak van den brand is niets
bekend. (D.N.B.\
Rheumatische pijnen.
ander een poeder of cachet van Mijnhardt te liefst.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct Doos 45 ct
Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10en50c.
Wapenstilstand tussohen
Engeland en Irak
TOT OVERGAVE VAN BAGDAD
BESLOTEN OM VERNIELINGEN
TE VOORKOMEN
Het D.N.B. meldt uit Teheran:
Volgens een door de bladen gepubliceerde
officieele mededeeling is de Irakeesche mi
nister-president Kailani met eenige zijner
ministers en verscheidene Irakeesche officie
ren in Iran aangekomen.
In een Inricht van O.F.l. uit Beiroet wordt
gezegd, dat de toestand In Irak zich de
laatste dagen heeft ontwikkeld in het voor
deel van de Engelschen. Gemotoriseerde
Britsche afdeelingen zijn by Ramadi over de
Eufraat getrokken en staan reeds in de bui
tenwijken van Bagdad, aldus dit bericht. Het
was de bedoeling geweest, dat de minister
van oeconomische zaken, Sjahbani, zich met
de verdediging van Bagdad zou belasten, doch
intusschen is er een commissie gevormd,
welke het stadsbestuur op zich heeft geno
men en voorbereidselen voor de overgave
treft. Het bericht meldt voorts, dat de pre
mier, Kailani. de hoofdstad in noordelijke
richting heeft verlaten. Het denkbeeld van
een nieuwe basis van verzet in het gebied
van Mosoel schijnt men te hebben laten
varen.
Het D.N.B. seinde uit Vichy:
Naar uit Bagdad wordt gemeld, heeft
zich daar na het vertrek van Kailani een
veiligheidscommissie gevormd, die een
wapenstilstand met de Engelschen heeft
gesloten.
Naar uit Beiroet wordt gemeld, ls volgens
de meening van bevoegde Irakeesche kringen
tot overgave van Bagdad besloten, omdat
n.en gevechten en vernielingen in de hoofd
stad wilde voorkomen, vooral met het oog
op het feit. dat Bagdad in een vlakte ligt en
door gebrek aan natuurlijke versterkingen
moeilijk te verdedigen is.
Naar O.F.L uit Bagdad meldt, wordt be
vestigd, dat de jonge koning Faisal van Irak
in gezelschap van den premier Kailand en
andere personen in Iran is aangekomen. Ook
de militaire gouverneur van Bagdad heeft
zich derwaarts begeven.
De Britsche nieuwsdienst meldt, dat de
vroegere regent van Irak, Abdoellah, te Bag
dad is aangekomen.
De Turksche begrooting
aangenomen
Het D. N. B. meldt uit Ankara:
In het parlement is, zooals reeds gemeld,
na debatten, die vier dagen hebben geduurd,
de staatsbegrooting eenstemmig aangenomen.
Bij de debatten is het tot ovaties voor het
leger gekomen. De minister van landsver
dediging heeft namens het leger bedankt
Minister-president Saydam zeide in een
kort slotwoord o.m. het volgende:
Een van de grootste politieke successen van
de Turksche republiek is gelegen in het feit,
dat het parlement ondanks den gespannen
wereld toestand ook dit jaar in rust zijn werk
zaamheden tot een einde heeft kunnen
brengen.
Op de begrooting van den Turkschen staat
die in totaal 309,734,307 Turksche ponden be
draagt Is voor de defensie uitgetrokken een
bedrag van 78,000,000 pond. Daarbij komen
buitengewone credieten tot een bedrag van
83,000,000 pond, zoodat in het geheel voor de
defensie 161,000,000 pond beschikbaar ge
steld is.
Engeland en Frankrijk
HET DOEL DER BRITTEN IS DE
FRANSCHE MACHT TER ZEE
TE VERNIETIGEN
De steden Canea en Kandia zi)n reeds door de Duitsche weermacht bezet. Wij geven vanuit Canea eenige vlieg-
afstanden aan in kilometers naar strategische punten gel3gen in het Oostelijke bekken van de Middellandsche Zee. Kreta
zal voor de spilmogendheden een nieuwe voorpost worden voor de komende operatie* In Noord-Afrika.
Een felle rede van Darlan
Het D. N. B. meldt uit Parijs:
Admiraal Darlan heeft in een voor de pers
van het bezette gebied afgelegde verklaring
een uiteenzetting gegeven van de Engelsche
politiek Jegens Frankrijk. Verwijzende naar
den Engelschen luchtaanval op de Tunesische
havenstad Sfax verklaarde Darlan, dat Eden's
poging om dien aanval te reohtvaardigen
mislukt ls, daar overeenkomstig het inter
nationale recht schepen eener oorlogvoerende
mogendheid zich 24 uur in een neutrale haven
mogen ophouden.
Wanneer men aan de laatste maanden
terugdenkt, is er geen week voorbijgegaan,
waarin niet een Engelsche aanslag op de
Fransche marine is geschied. In totaal zijn
sinds den wapenstilstand, zoo verklaarde
Darlan letterlijk, 143 Fransche schepen door
de Engelschen opgebracht en niet, zooals zij
beweren, gecontroleerd en dan weer losge
laten. Met miskenning van alle voor de
scheepvaart geldende wetten heeft de Brit
sche admiraliteit, wat Frankrijk betreft, het
controlerecht in een prijzenrecht veranderd,
zelfs dan, wanneer de aangehouden schepen
geen lading voerden. Dit alles bewijst, dat
Engeland tegenover ons tot een piratenoorlog
is overgegaan, om aan den eenen kant op
onze kosten zijn voortdurend toenemena ver
lies aan tonnage te vervangen en anderzijds
om Frankrijk's bevolking uit te hongeren.
In dit verband seide Darlan, dat da
Engelschen om uitvluchten niet verlegen
sijn. Zoo beschuldigden sij Frankrijk er
van, Duilschland en Italië te versorgen,
dan weer beweerden «Ij, dat Frankrijk
wapens vervoert, dan weer toeken sij hun
optreden goed te praten met een „moge
lijk gevaar In de toekomst".
In werkelijkheid echter aldus vervolgde
Darlan, heeft dit brutale optreden slechts
een doel: Engeland wil de Fransche
macht ter see vernietigen, het Fransche
moederland van sijn koloniën scheiden
en Frankrijk van de rest der wereld iso-
leeren
Vervolgens maakte Darlan een balans op
van de Engelsche zeerooverij tegenover
Frankrijk: tot eind Juli 1940 zijn 90 Fransche
schepen met een totalen inhoud van 370,000
ton in beslag genomen. 10 schepen met een
inhoud van 36,000 ton zijn onteigend in de
onder Engelsche controle geraakte Fransche
Koloniën Sedert 26 Juni 1940 zijn 33 schepen
met een inhoud van 158,000 ton op zee opge-
oracht. 13 Schepen met een gezamenlijken
inhoud van 142,000 ton zijn op verlangen
der Engelschen in de Vereenigde Staten ge
blokkeerd; 21 schepen met een inhoud vaD
86,000 ton zijn sedert Juli 1940 verloren ge
gaan, doordat zij gebombardeerd of getorpe
deerd werden of door de eigen bemanning tot
zinken werden gebracht wegens een dreigen
den Engelschen aanval. In het geheel is dus
voor Frankrijk 792,000 ton met een waarde
van 120 milliard frank verloren gegaan.
Na te hebben gesproken over den roof van
de Fransche bezittingen in Nieuw-Caledoniö
en de gezelschapseilanden die ver van het
militaire operatiegebied verwijderd liggen,
over de aanvallen op Dakar, waar zich
deel van het goud van de bank van Frankrijk
bevond en over den moord op 1500 weerlooze
Fransche matrozen te Mers-el-Kebir
klaarde Darlan: „Ook hier was er geen ander
motief dan dat men Frankrijk als zee
mogendheid wilde vernietigen".
Darlan herinnerde voorts aan den overval
van Britsche oorlogsschepen op den gestran-
den Franschen kruiser Dunkerque die op 7
Juli 1940 getorpedeerd en met machinege
weren beschoten werd, waarbij 200 Fransche
matrozen, die hun gesneuvelden kameraden
de laatste eer gilden bewijzen, om het leven
kwamen Dat waren dezelfde mannen, die
zich kort tevoren in Duinkerken, Cherbourg,
Le Havre en Brest hadden opgeofferd om
den terugtocht van Britsche soldaten te be
veiligen.
Indien men, aldus Darlan, de motleven
tot een dergelijke handelswijze wil be
grijpen, moet men zich bezighouden met
de Fransch-Engelsche betrekkingen van
de laatste 20 jaren. Sedert de conferentie
van Versailles heeft Engeland getracht,
alle uit het vredesverdrag voortvloeiende
verplichtingen Frankrijk op den hals te
schuiven en zichzelf van de oeconomische
voordeelen te verzekeren. Frankrijk
kreeg daardoor de rol van politie-agent
te spelen, terwijl Engeland winst maakte.
Engeland heeft ook goud en wapenen ge
leverd aan de beide haarden van opstand in
het Fransche rijk Marokko en Syrië. In 1935
kon het de toenmalige Fransche regeering
bewegen tot deelneming aan de sancties tegen
Italië. In het algeheel kan men zeggen dat
tusschen 1919 en 1939 Engeland steeds niet-
thuis gaf, wanneer Frankrijk zijn hulp inriep
en telkens van de Fransohe hulp gebruik
maakte, indien het zijn eigen belangen wilde
verdedigen. Bij zijn houding tegenover Frank
rijk blijft het nu zijn oude tactiek trouw:
tweedracht te zaaien in Europa, om naar
goeddunken te kunnen heerschen. Toen
Duitschland als militaire mogendheid en als
vereenigde factor in Europa naar voren
kwam, heeft Engeland zich bezonnen op zijn
bondgenootschap met Frankrijk en geprofi
teerd van de dwaasheid van Fransche poli
tici, om Frankrijk in dezen oorlog mee te
sleuren.
Omdat Frankrijk in maarschalk Pétaln
eindelijk een leider met een helderen blik
heeft gevonden, wordt het op huichelachtige
wijze door Engeland aangevallen. Het zou
Frankrijk willen verbieden aan een nieuwe
Europeesche orde deel te nemen. Het zou
ook willen verhinderen, dat Frankrijk de een
heid van zijn. gebied en zijn koloniaal rijk
handhaaft
In overeenstemming mei maarschalk
Péiain weiger ik de vernietiging van Frank
rijk te aanvaarden, die bij een voortduren
van den oorlog onvermijdelijk sou sijn ge
weest. Dat ik, die door den maarschalk be
last ben met de politiek van den wederop
bouw hei mikpunt der Engelsche woede ben.
is even natuurlijk als het feit, dat Londen
tegen Frankrijk twijfelachtige Fransche ele
menten tracht uit te spelen. Ik handel zoo
dat Frankrijk weer een plaats als groote
mogendheid in Europa en in de wereld kan
innemen. Deelneming aan de nieuwe ordening
is daarvoor noodzakelijk. Na het bombarde
ment van Sfax ben ik meer dan ooii besloten
om Frankrijk's recht tot vrije beschikking
over sijn havens en verbindingswegen te doen
eerbiedigen. Ons land is nog sterk en waar
dig genoeg om een gewelddadig# schending
van zijn gebied of een beleediging van zijn
vlag niet fe aanvaarden.
BRITSCHE HULPKRUISER
VERNIETIGD
De Britsche admiraliteit maakt bekend, dat
de hulpkruiser Salokian (10.000 brt> tot zin
ken gebracht is. De naaste bloedverwanten
van de omgekomen leden der bemanning zijn
op de hoogte gesteld. De hulpkruiser was
vroegere passagiersschip van de Bibby-lijn
Shropshire. (D.N.B.)
•Het D N.B. meldt uit Berlijn:
Sedert het uitbreken van den oorlog heeft
heeft de Britsche admiraliteit in 19 gevallen
toegegeven, dat een hulpkruiser verloren was
gegaan. Het laatste heeft zij het verlies van de
Salopian (10,549 ton) bekend gemaakt Daar
echter alleen al in het laatste kwartaal drie
Britsche hulpkruisers tot zinken zijn gebracht,
waarvan de Britsche admiraliteit geen mel
ding heeft gemaakt, zijn de werkelijke ver
liezen ongetwijfeld veel hoogqr.
LITTHAUER-
M AG EN BITTER
Binnenlandsch Nieuws
Regeling van de Sport
beoefening
Algemeene leiding door den
secretaris-generaal van opvoeding,
wetenschap en cultuurbescherming
Het verordeningenblad bevat een besluit
van den secretaris-generaal van opvoeding,
wetenschap en cultuurbescherming betref
fende het regelen van de sportbeoefening in
Nederland.
Hierin wordt het volgende bepaald:
Artikel 1. (1) De regeling van de
sportbeoefening en van het sportwedstrijd-
wezen in Nederland behoort tot de zorg van
het departement van opvoeding, wetenschap
en cultuurbescherming.
(2) Sportbeoefening in den zin
vanditbesluitisiederebezigheid
op het gebied van de lichamelijke
opvoeding.
Artikel 2. (1) De secretaris-gene
raal van het departement van opvoeding,
wetenschap en cultuurbescherming vaar
digt de voorschriften, welke tot regeling
van de sportbeoefening en van het sport
wedstrijdwezen in Nederland noodig zijn,
uit, met name wat betreft den organisa-
torischen opbouw der afzonderlijke tak
ken van sport, voorts wat betreft de
voorwaarden, waaronder sportbeoefening
in Nederland is toegestaan, alsmede de
wijze, waarop de sport wordt beoefend
en sportwedstrijden worden gehouden.
(2) In de dienovereenkomstig uit te
vaardigen voorschriften kan worden be
paald, dat vereenigingen of personen, die
in strijd met de bepalingen dier voor
schriften sport beoefenen, voor bepaal
den of onbepaalden tijd van het beoefe
nen van een bepaalden dan wel van eiken
tak van sport worden uitgesloten.
Een college van
gevolmachtigden
Artikel 3. (1). De secretaris-generaal
van het departement van opvoeding, weten
schap en cultuurbescherming wordt bij de
vervulling van zijn taak bijgestaan door een
college van gevolmachtigden voor het sport-
-
Opgericht 1894
Vaste Premie. Onderlp- HE
Sluit BRAND-, INBRA
BEDRIJFSVEFj
Directie M. Brouwer - Mr. G.n
J-Amn
_EID
Actieve Vertegenwoordigen
Jut h
JNed.
TELEFOON 28
TUINBOUW-GEREEDf
KASSENBOUW U
UW ADRES
Voor de behand|êrtog
boekhouding -
A. BERGHOUT^20"
Belastingconsulent ju TG
Kerkstraat 3. TeL
.leer
BERKEL EN ROL
Nt
wezen, hetwelk uit drie led^,^,
(2). Alvorens voorschriften,7
artikel 2, uit te vaardigen,
gehoord.
Artikel 4. De bepaling
ordening no. 41/1941, ten
herordening op het j
niet commercieele vereenigir
gen, blijven onverminderd
Artikel 5. Dit bes
hede
in
Toeliehtinivan
e ge\
De lichamelijke opvoeding ^en
oefening zullen worden besclf11
geheel, met erkenning wei °e
paalde verschillen, welke de£e
pen eigen zijn. Tezamen zur.en
gezien als een hulpmiddel,
worden aangewend en da
kracht en in de meest ruime'" N
gezondheid van onze bevolkinP
de zelfbewuste kracht van dr
ken en te verstevigen en om j,
tige levensvreugde van alle'
bijdrage te leveren.
De algemeene leiding van i gek
opvoeding en de sport berusL„k{
taris-generaal van opvoeding,ieenj
cultuurbescherming. Deze d^.ree<
uitoefening van deze taak do^
van zijn departement bijstaa^p j
heden, waarover de genoeg v,
generaal eerlang, op grond vaje 5,
dende voorschriften, zal kunifed f
vereischen evenwel niet enkel aeej-
voorlichting en medewerking, jy.^.
in het bijzonder medewerkinjp0c
digen op het gebied van de b
voeding en de sport. 1
Op het gebied van de spor^M
lichting worden ontvangen
legie van drie d^skundiaU I
rijksgevolmachtigden voor dl III
optreden. Voor deze functie
gende heeren bereid gevonN.
Lotsy te Dordrecht, H. A. St
ningen en J. de Valk te Amj
Mr. M. W. Scheltf f
Vrijdag is, na een ong^aa
slechts enkele dagen overledi
Schelteima, griffier van de pro
van Groningen.
Aufo te water ger™
De bestuurder om het lertfleze
r d«
Vrijdagavond is tegen midcfcers
Prinsengracht, nabij de Leilenii
Amsterdam een 33-jarige inwtum
hem met een auto, die hij tracts
te water geraakt. Hoewel zich titp!
menschen te water begaven, nis ir
niet gelukken den autobestt
wagen, die snel was gezonken*e k
Eerst na ruim anderhalf uuroe 1
door de brandweer boven watefet e
gelukte het om den man, die kon
overleden, op den wal te brengt. H
Uit de verklaringen van de el wij
het slachtoffer, die tijdens het en
wal was blijven staan, is gebui 1
man onder den invloed van stenrui
keerde en daarom niet in staafcali
te besturen, om welke regest
weigerd in den auto te stappe
haar man te beweg enden autolU^
doch hij sloeg dezen raad iri
stapte zelf toch in den auto. k k
lt,
DIEFSTALLEN OPGEHfen
noe'
Uit een aantal groote, tijdelijebo
perceelen te Hilversum zijn goe ge
n.l. vloerkleeden, loopers, vorkei
sen. In verband hiermede heeft nnt^
jongens van 11 en 12 jaar, also
wen, de moeders van de kindereQ
de laatsten wegens heling. De g 1
ste
Och, die twee wisten het al lang van
elkaar, al hadden zij nooit een woord erover
gewisseld. Het was net, als vroeger met Maria
en Erik. Dat wisten ze. Anders wist niemand
het. Moeder ook niet. Die had er niet het
flauwste vermoeden van, naar Lucie had be-
Maar zij wisten het wel. En toen Tonnis
vroeg of hij haar vergezellen mocht naar
Woudesch en haar daarbij zoo eigenaardig
aankeek, toen begréép zij: nu is het zoover.
Het was zoover. Op den terugtocht stelde
Tonnis voor, een eindje te loopen.
„Dan kun je beter praten", zei hij.
„Valt er dan te praten?" vroeg Lucie.
Dat was een heel politieke vraag; meisjes
en vr®ivreh zijn vaak niet te doorgronden.
„Er va.4 zeker te pratend zei Tonnis.
Ik word ouder. Ik ga nu wat meer ver
dienen dan ik gedaan heb. Ik ga mijn beet
doen, om later een eigen zaakje te krijgen,
net als je vader. Ergens op een dorp. Want
de stad moet ik niks hebben. Jij wel?"
„Och neen", aarzelde Lucie. „Liever niet.
Maar we moeten, hé? Het gaat gelukkig goed.
We kunnen tevreden zijn".
„Nu, ik ben. niet tevreden. Als ik uit dienst
kom, het zal nu zoo lang niet meer duren,
ga ik weer hard aan het werk. Met Kees is
het in orde. Dat wil zeggen: het kan niet
anders, al bevalt het me niet Want hij komt
op straat te staan. De baas wil ons beiden
niet houden. Hij wil mij of niemand van ons.
Nou, dan komen we allebei zonder werk.
En daarom heb ik den raad van moeder op
gevolgd. Die was goed".
„Moeder geeft altijd goeden raad", zei
Lucie. „Als wij haar niet hadden".
„Zoo is het kiek. Nou. Kees komt zonder,
gaat uitkijken. Meester Straatsma heb ik
gesproken. Hij heeft een paar adressen, die hij
wil bewerken. Misschien willen die menschen
helpen
„Dat zou fijn zijn zeg" vond Lucie enthou-
iast. „Kees is een echte studiekop. Vader 2ei
altijd: niet zoo geschikt voor de practijk, maar
een vent om in de boeken te neuzen en voor
lichting te geven aan de menschen van de
practijk".
„Zoo is het. Ik hoop, dat meester slaagt. Be
gun het Kees zoo van harte. Mar got zal het
ook wel fijn vinden", zei hij opeens, diploma
tiek. Hij zei het op heel eigenaardigen toon.
Lucie voelde het
„Waarom Margot?" vroeg zij voorzichtig.
„Moeder toch ook En ik En jij
„Wij allemaal natuurlijk. Maar Margot Nou,
die twee gaan toch trouwen met elkaar
Weet je daar niets van
Midden op den weg bleef laicie, stom van
verwondering, staan.
„Wie Margot en Kees vroeg zij.
„Ja, wist je daar heusch niks van Heeft
Margot er nooit over gepraat met je
„Neen, hooit. Weet zij het dan zelf al
^Ze zal het wel weten", zei Tonnis, langs
zijn neus weg. „Of Kees haar al gevraagd
heeft weet ik niet. Maar meestal weet je het,
vóór je gevraagd bent, is het niet?"
Hij lachte vroolijk. Gelukkig was het duister
op den weg. Want Lucie voelde, dat zij tot
achter de ooren bloosde.
„Ikikweet niet", stamelde zij dan.
„Margot heeft nooit iets gezegd. Och, dat doet
zij niet, als zij
„Geen zekerheid heeft", vulde Tonnis
lachend aan. „Ze zeggen, dat de meisjes zóó
zijn. Ik weet het niet, hoor. Het kan me ook
niet schelen. Maar die twee gaan trouwen,
hoor. Vast".
„Ik ben blij voor Margot. Kees is een goeie
jongen".
„Nu en dan ga ik straks weer hard werken.
Want ik wil ook trouwen zie je. Het voorbeeld
van je vader en moeder lokt mij aan. Andere
menschen kunnen toch ook wel gelukkig zijn
niet?"
„O ja, zei Lucie. „Er zijn duizenden en nog
eens duizenden gelukkig getrouwd. Als je
maar veel van elkaar houdt".
„Krek zoo is het. Je behoeft niet eens veel
te verdienen. Als je je dagelijksch broodje
maar hebt. 't Hoeft niet eens altijd belegd te
zijn, de boterham, bedoel ik".
„Je kunt wel zien, dat je jaren bij ons
bent geweest", zei Lucie- Zij glimlachte, we
tend wis en zeker, wat er verder komen zou.
„Ja, ik heb bij jullie veel geleerd. Aller
eerst tevredenheid. Die is wat waard in het
leven. O, wat heb ik in dienst hooren kan
keren! Wat een ontevredenheid. En die lui
zijn lastig voor hun omgeving, maar nog veel
meer voor zichzelf. Wat jij?"
„Je kon wel eens gelijk hebben".
„Wis en drie. Ik zal mijn best doen, om
altijd tevreden te zijn. Daarvoor kunnen we
toch samen ons best wel doen?"
„Ik doe er altijd mijn best voor, malle
jongen. Dat leert moeder ons wel".
„Ja maar, zoo bedoel ik het nou niet, weet
je, je moet mij goed begrijpen. IkTonnis
kwam nu wat in de war- Hij verloor zijn
zekerheid. Die Lucie deed zoo koel. Hij ging
vreezen, zich vergist te hebben.
„Als ik je goed moet begrijpen moet je Je
duidelijker uitdrukken", zei Lucie ondeugend.
„Nou ja. Hoor eens, alp Margot en Kees
gaan trouwen, dan blijven wij over".
„Vanzelf. Moeder en Magnolia ook".
„Dat is weer waar. Maar daarover heb ik
het nu niet",
„O".
.,Wat, 0?"
Lucie kon het niet helpen, maar zU begon
te schaterlachen om de komische situatie.
„We zullen op de fiets stappen" zei Tonnis
kort aangebonden. Dat kon hij zoo zijn. Hij
meende, dat Lucie hem den gek aanstak.
„Loopen is veel prettiger", zei Lucie niet
teleurgesteld.
„Möar dan moet je niet boo vervelend
doen. Ik meen het heusch heel ernstig".
„Ik meen het ook ernstig".
,.Wat bedoel je?" vroeg Tonnis.
„Ik bedoel niks bijzonders".
„Maar ik wel. Kijk eens, dan blijven jij
en ik over. En nu moesten wij samen trou
wen, als het kan".
En meteen drong hij iets dichter tegen
Lucie aan. Wat zij goed vond.
„Hoe denk jij daarover, Lucie?"
„Het lijkt me nog niet zoo gek toe. Tonnis.
Maar ik weet niet, hoe moeder er over denkt.
We kunnen nu nog niet trouwen. Je verdient
nog veel te weinig".
„Drie en twintig cent per dag", grapte hij,
opgelucht door haar antwoord. Maar als ik
uit dienst kom, is het meer".
„Gelukkig wel. Met drie en twintig cent pér
dag komen we er niet".
„Praat je er met moeder over?" vroeg hij
opeens.
.,Dat zal ik doen", beloofde zij. „Als het
kan vanavond nog. Maar Margot mag er niet
bjj zijn. Anders morgen".
,Dat is goed. Moeder vindt het best".
„Hoe weet je dat? Heb je er met moeder
over gesproken?" vroeg Lucie.
„Ik heb er met niemand over gepraat. Zelfs
niet met Kees. En die heeft het mij wel ver
teld van Margot. Maar ik wist niet...." Hij
zweeg.
5pr«
„Wat wist je niet, Tonnis?'! S<
„Of jij.of jij.-194
„Ik hou heel veel van je. Ttal
ma. gauw probeer en, een kis:
krijgen. En dan nemen we maha
hè? Die aardt toch ook niet in 1 H.
we tevreden. Er waait geen
in de stad jo".
„Neen", zei Tonnis, „ik weetEU
Meer zeiden ze d<aar niet var
elkaar. Tonnis was in dienst i»as
de stad. Hij wist ook iets van set
af. En zoo meer van die dingen, vi
elkaar. on(
„Krijg ik een kus van je, Lu<fcde
vol verlangen. xvt
„Nog niet, jongen. Ik moet ejter
der praten. Je hebt toch wel géi00
immers, dat moeder het goed zKr
ons beiden 0r
„Vast," zei Tonnis. „En gedulé C
niet heel lang meer. Meid, ik lis 1
echt veel van jou!' len
„Dat weet ik. En ik van jouere:
naar huis. Moeder zal vreeselijk erv
Ze peddelden vlug door, nüijk
enkel woord wisselend. Om hsfnet
ze tlhuis. Maria keek juist weer b fu.
„Waar blijven jullie toch?" V
rust. „Een ongeluk gehad toch r
„Het is alleen mijn schuld, EII
Tonnis. „En nu gegroet. Ilp moe BI
zerne, anders zltïfen er een paar
kamer" op." 1 d
„Dag, Tonnis. Bedankt hoor," he'
„Drink nou nog een kop thee^r
merkte Maria op.
<wL!