Uan&iCWt de. Xftouu/-
iMKiMliHK!!'1! i33ilffiiïil®ll 1.
s 4JIMJE' B •SS».8fii""ï ïSS^ï^ag'llsrS »S Hm?S*ErlirHtt*r3-' III !3l?mnr?
a 3 =?^8'ü a^al^.S-frS-S-. ü-^gS-paSaj^-iVgag T°a j»'i.yS5^gg B.5.3 ggS-aill gSa'^f^gggS
Menschen in de schaduw
IN de „Nieuwe Prov. Gron. Crt." lazen wij de vol
gende schets van de hand van den bekenden
evangelist N. Baas
„Maria van Bethanië is een meisje geweest, dat
blijkbaar geheel in de schaduw van haar reso
lute zuster leefde. Zij was gelijk de evangelist
Tiet zegt „de zuster van Martha", daarin vin
den wij haar plaats getypeerd. Zij gaat geheel
achter haar bijdehande zuster schuil. Martha is
in het kleine gezinnetje de domineerende figuur.
Martha is opgegroeid tot één van die strenge,
door allen gerespecteerde vrouwen zooals wij die
ons gemakkelijk kunnen voorstellen. Zij was be
kend bij de oversten, haar keuken was beroemd,
in onze dagen zou zij in menig comité gekozen
zijn en haar functies^als presidente van dit of
dat zouden zeker een halve kolom van ons blad
beslaan. Ik denk, dat, als in de dorpssynagoge het
loflied van den Spreukendichter op de zorgzame
huisvrouw werd gelezen, direct voor de oogen der
luisteraars het beeld van Martha oprees Doch
al dat goede heeft ook iets gevaarlijks De leiding
te hebben heeft bezwaren, heeft ook voor iemand
die in oprechtheid God vreest een bedenke-
lijken kant.' Ze duwen een ander in den hoek en
ze doen dit zonder er zich bewust van te zijn.
Volgens hun beste weten doen ze niet anders
dan dienen. Martha zegt het niet zonder een
toon van zelfbeklag: mijn zuster laat mij alleen
dienenIn werkelijkheid heerschen zij en dat
niet zulk een klein beetje Die krachtige naturen
zetten door, ook in geestelijke en kerkelijke din
gen. Martha ontvangt Jezus in haar huis, zij
beslist. Was Maria ook een geloovige Daar schijnt
niemand zich rekenschap van te hebben gegeven,
zij is ook voor de evangelisten „de zuster van Mar
tha" en meer niet. Nu is het voor een mensch niet
aangenaam altijd in de schaduw van een ander te
moeten leven, het kan een waar levenskruis wezen.
Er zijn veel menschen, die in hun persoonlijk
heid, ook in hun eigen godsvrucht niet kunnen
uitkomen, omdat de één of andere broeder of zus
ter met de beste bedoeling vanzelf hen den
weg verspert De meeste menschen merken dat
niet op. menschen zijn zoo druk en zoo luid dat
zij op zulk een kleinigheid als een gewond meis-
jeshart geen acht slaan. Wanneer de goede lie
den van Betnanië aan het huis van Martha een
naam hadden moeter geven, zouden zij het mis
schien „Vredestein" genoemd hebben Maar Jezus
kent het persoonlijk leed van ieder mensch.
Hij spreekt niet geringschattend over kleinig
heden als het gaat over het levensgeluk van een
meisje. Hij ziet dat fladderende vogeltje en ont
fermt zich daarover. Maria heeft dat ondergaan
dis een wonderzoet gebeuren Eerst heeft zij den
Heiland begroet als „de gast van haar zuster",
maar al direct heeft zy bemerkt, dat er van den
Heiland iets onzegbaars uitging. Het drukkend
gevoel van minderwaardigheid viel van haar af
wanneer de Heiland binnenkwam. Al dc anderen,
de discipelen en de vromen, zij waren voor haar
„de vrienden van haar zuster". Dcz was niet
sk-cMs de Heere van Martha, doch h; .leere. Tot
pijnujke verbazing van Martha gaat Maria dan heel
zelfstandig handelen, zij vindt haar eigen leven.
Maar Jezus verheugde Zich ter dierzelfder ure in
den geest: „Ik dank U. Vader, dat Gij deze dingen
voor de wijzen en verstandigen, voor de resoluten
en energieken hebt verborgen en hebt ze den
kinderkens geopenbaard Martha kan dit niet recht
hebben; als zij al enkele malen Maria tevergeefs
een wenk heeft gegeven, blijkt het commandeeren
zoozeer in haar natuur te liggen, dat zy zelfs den
Heere een wenk wil geven.
Zeker, zij is een kloek-geloovige vrouw geweest,
maar geloovigen met een sterk karakter hebben
de ntiging zelf hun dagorde vast te stellen. „Heere,
zeg haar dat zij mij helpe Doch Jezus laat dat
schuwe vogeltje aan Zijn voeten niet opjagen, door
geen honderd Martha's „Martha spreekt Hij
je gerechten zijn heerlijk, dat weet Ik wel. Maar
Maria heeft een nog kostelijker gerecht uitgekozen,
zij wordt gespijzigd met het Woord. Dat goede deel
zal niet van haar worden weggenomen". Maria wordt
door Jezus uit de schaduw weggehaald. Later zal
zij, als al de jongeren hun wijze hoofden schudden,
de albasten kruik stukbreken over des Heilands
voeten. Dan heeft zij ten volle zichzelf gevonden.
Wij moeten echter niet te gauw van onszelf denken:
ik ben zulk een Maria, zulk een ziel in de schaduw.
Want er zijn ook Maria's, die aan haar eigen voeten
zitten en met zichzelf bezig zijn. Daar bestaan ook
Maria's met een gevoel van meerderwaarde, die de
ijverige Martha's bedillen, dat zijn de ware Maria's
met! Wy worden hier door het Evangelie geleid aan
des Heilands voeten. Daar straalt de zon ook voor
menschen in de schaduw.
Zelfs vindt de musch een huis, o Heer
De zomermode
ALHOEWEL de natuur en de weersgesteldheid in
het algemeen ons er eerder toe zouden bewegen,
eens over de voorjaarsmode te gaan denken (de da
mes. die zich de weelae van een bontmantel konden
veroorloven, hebben er weinige jaren zooveel plezier
van lyjnnen hebben als dezen langen, langen win
ter) brengt de Berlijnsche en Weensche Mode ons
reeds de zomermodellen.
Het is de tijd voor de zomercreaties en de dames, die
met een lichte huivering bij f'.V Iroude voorjaarsweer
der laatste weken denken a:|i de luchtige costuump-
jes, welke de nieuwe zomermocL' aanbeveelt, kunnen
er gerust op zijn, dat tenslotte in enkele dagen tijds
de warme stralen van de zon ook ons deelachtig
kunnen worden.
Bijgaande zomeravondmodellen wijzen de nieuwste
creaties voor den zomer 1941. Een elegante avond
japon van witte zijde en als kleuren-tcgenstelling
een zwart Marocain-avondjaponnetje. Een modieus
zomerhoedje mag natuurlijk in deze rubriek evenmin
(Foto Continental)
Elegant avondjaponnetje van witte zijde, met ruime
plooirok, sterk getailleerd.
(Foto Continental)
Een avondjapon van zwart Marocain, ontworpen in
Kasak-model. Het geheel is met goud bestikt. De
kapoets vormt met het japonnetje één geheel.
(Foto Continental)
Een lichtbruin stroo-hoedje met omgeslagen rand en
hoog kapje, gecreëerd met bloemengarnituur, is de
nieuwste schepping van één der Berlijnsche mode
huizen.
Eenvoudig meisjesmanteltje
rvAAR onze wenschen, voor de meisjesman Iels, hot
meest uitgaan naar eenvoudige en practisch*
modellen, is dit manteltje voor onze meisjes zeer
gewenscht daar het zoowel practisch als eenvoudig ia,
Practisch vooral omdat
het zoowel over een ge
kleed jurkje als voor de
school gedragen kyi wor
den.
Het model leent zich ook
voor een vermaak-jasje en
kan het o.a. gemaakt wor
den uit een damesmantel
of een heerendemi, welke
dan van revers voorzien
moeten zijn.
Het manteltje is van een
dubbele ry knoopen voor
zien. Het patroon kan ge
maakt worden voor den
leeftijd van vier tot en
met veertien jaar.
De benoodigde hoeveel
heid stof wordt bij de
bestelde patronen aange
geven.
De navolgende maten wor
den gemeten
De halve bovenwijdte, van
middenachter, onder den
arm doorgemeten, tot mid
denvoor.
De lengte, van uit den
halswervel, over den rug,
zoo lang men het mantel
tje wenscht.
De taillewijdte, tamelijk
strak om de taille.
De heupwijdte, 12 15
cM. beneden de taille,
glad gemeten.
De mouwlengte, van den schoudcrknokkel, over het
midden van den arm, tot den pols.
De prijs van het op-maat-gemaakte patroon hedraa~t
55 cent plus 7>/2 cent porto, toe te zenden aan de
Redactie van „Van en Voor de Vrouw", adres: Admi
nistratie van ons blad.
BESTELBON voor patroon no 81.
Ondergeteekende wenscht te ontvangen, het patroon
voor den meisjesmantel no 81, waarvoor bijgaand het
bedrag in postzegels.
Halve bovenwijdte
Lengte
Taillewijdte
Heupwijdte
Mouwlengte
Leeftijd
Moeder
Mij heugt nog van mijn moeder: een gebaar,
een wiege-wijs, een haast versleten bede,
haar adem over mij, als zij mij kleedde,
haar glimlach, en het geuren van haar haar.
Maar 't leven dreef mij langzaam van haar af,
en mijn herinnering werd langzaam zwakker.
Mijn kinderlijke eerbied bleef wel wakker,
maar, vreugden overwoek'ren iéder graf
Totdat zij mij eenmaal weer nader kwarp,
en dichterbij misschien, dan óóit te voren;
nóg dichter, dan toen ik haar stem kon hooren,
en zij mij, warm van 't spelen, bij zich nam.
Het was dien nacht, waarin mijn eigen kind
met smart geboren werd, en wij geen woorden
meer vonden toen we 't eerste schreien hoorden:
dien nacht heb ik mijn moeder eerst bemind.
Jo KalmijnSpierenburg, in „Spectrum".
£,N MEISJES
MAAKT NU ZELF UW
KLEEDING THUIS
Zendt een briefkaart aan
E. N. S.A. I.D.
INSTITUUT
TOLSTEEGSINGEL 54
UTRECHT
voorzien van een duidelijk adres, met den naam van
dit blad, en beplak» met 35 cents aan postzegels (porto
briefkaart inbegrepen, zie model) en wij zenden U een
mooi boek met ruim 100 maten en modellen, en tevens
een gratis apparaat om U te laten zien hoe gemakke
lijk onze methode is om T H U I S zonder rekenen en
teekenen alle kleeding te leeren maken en vermaken.
172
as
r?|3ïïaï-|'-S|-ï
fsfi 3
Pinksteren
Donderend dreunt uit de hemelbogen
't Machtig stormgeluid den tempel door.
Schelle bliksemflits laat 't rosse spoor
Na van vuur'ge tongen. Sterk bewogen
Door den dubb'len schok van storm en lichten
Blikken de verschrikte aposflen rond,
Weten niet het grootsche dezer stond.
Vreeze beeft op angst'ge aangezichten,
Plots gevoelen zij zich zoet verward:
Heilige vree komt in hun zielen dalen,
D'angst wijkt weg uit 't bloode jong'renhart
En hun oogen gaan van geestdrift stralen.
Luide moeten zij met blijde monden
Godes werk, in hen gewrocht, verkonden.
JOH AN GOOSSEN
De Geest van Christus
„Maar zoo iemand den Geest van
Christus niet heeft, die komt Hein
niet toe". Romeinen 8 9.
HET Pinksterfeest, dat ten vorigen jare door ons
volk n et kerke'ijk gevierd kon worden (wat
nog niet zeggen wil, dat het zijn kracht niet heeft
betoond), heeft zijn algemeene en zijn persoonlijke
beteekenis. Als bezieler van het lichaam van Chris
tus, de Kerk, heeft de Heilig© Geest, ook reeds
door de massaliteit van Zijn komst op den Pink
sterdag (uitstorting) een werelcfwijde. landsgrenzen
en tijdgrenzen ver overschrijdende kracht, die zoo
wel in positieven zin d'e Kerk bouwt, bewaart en
voltooit, a's in negatieven zin zich stelt tegenover
den geest uit den afgrond. Het woord van Gen.
3 15. „Ik zal vijandschap zetten tusschen u en
deze vrouw, tusschen uw en haar zaad", vroeg om
eon wapenbasis naar beide kanten en op den Pink
sterdag word het vrouwenzaad voorzien van alles,
wat het noodig had', om tot het einde der dagen
weerstand te bieden aan den vijand, die in den
hemel (Job 1 6) en op do aarde (Job 1 7) zijn
krachten meat met hen, die van Christus zijn.
Maar d© uitstorting van den Heiligen Geest ge
schiedde toch niet zóó vcrvloedig, of ieder ontving
Hem persoonlijk De verdeelde tongen als van vuur
„zaten op oen iegelijk van hen". Deze verbijzon
dering is in volkomen harmonie met do werk
wijze van Christus; hoewel gekomen tot verlossing
van de wereld, schenkt Hij het eeuwige leven
alleen aan een iegelijk, die in Hem gelooft
(Joh. 3 10). Dit persoonlijk element heeft de
eeuwen dcor zijn gezegende erkenning èn zijn ge
vaarlijke vorvvaarloozing gehad. Naar beide kanten
is er d'e schaduw der eenzijdigheid geweest en zij
is er nog. Het eenheidsbesef, de hang naar en de
uitoefening van de he.il ige gemeenschap, die al'en
omsluit en in haar Kerk-openbaring zelfs tegen
over de poorten der hel stand houdt, is een rots
kracht. in het bezit waarvan de Gemeente des
Hoeren, landelijk of plaatselijk, zich niet genoeg
kan verblijden. Maar het erkennen der persoonlijke
waarborgen voor de verwerving van het eeuwige
leven, hoezeer ook verankerd niet in d'en mensch
doch in Christus, is een even be'angrijk element*
in de leer* dep apostelen, waarin men reeds van
den Pinksterdag af volhardde (Hand. 2 42).
In ons tekstwoord' is het evenwicht tusschen het
algemeene en persoonlijke karakter van het bezit
en de werking des Heiligen Geetstes aanwezig;
hier noemt Paulus hem den Geest van Chris
tus. Vanzelfsprekend is daarmee veel meer be
doeld dan dat iemand, die „in den geest van" Chris
tus leeft en handelt. Hem zou toebehooren. Neen,
Paulus heeft twee geeste6-houdinaen tegenover
elkander geste'd, Het bedenken des vleesches en
het bedenken des Geestes; het eerste noemt hij
rechtuit vijandschap, het andere is: het leven en
vrede. Nu moet er gekozen worden en ze. nu
zet Paulus. door de bewoording „Geest van Chris
tus" te gebruiken, den Heiligen Geest in een milder
licht. Als Geest Gods (de benaming vlak eraan
voorafgaande) stond Hij in volje vijandschap tegen
over een zondig menschengeslacht; als Heilige
Geest toornt Hij schrikke'ijk tegen alle onrein
heid; maar als Geest van Christus komt hij dichter
bij ons, het is ons. alsof hij meer vertrouwelijk
met ons wordt (v. Arkel), „de andere Trooster"
is gekomen.
Deze persoonlijke zijde nu van d© Pinkstervreugde
is alleen dan ten volle te genieten, wanneer wij
haar tegenpoo', de algemeene beteekenis van de
werking des Geestes, niet verwaarloozen. Paulus
heeft hot in 1 Cor. 12 27 zoo nauwkeurig afgewo
gen „Gijlieden zijt het lichaam van Christus én
leden in 't bijzonder". In het lid zijn van dat
lichaam hebben we onze collectieve vrede en vei
ligheid. kracht en rijkdom, en het is dc Heilige
Geest, die ons daarvan verzekert en daarin beves
tigt. Maar dit sluit nog niet in, dat wij dan per
soonlijk den Geest van Christus hebben. Dat is
er de noodzakelijke aanvulling van en Paulus. die
toch werkelijk niet naar het subjectivisme over
helde. stelt in ons tekstwoord de voorwaarde ab
soluut Wie dien Geest niet heeft, behoort Christus
niet toe.
Het toebehooren is dus in Paulus' gedachtengang
niet een vooraf vaststaande, doch een op een be
paalde voorwaarde bereikbare werkelijkheid. Maar
die voorwaarde (d'en Geest van Christus hebben)
is te vervullen; immers: Christus is Middelaar
Gods en der menschen en tegelijk Hoofd Zijner
Kerk. de Kerk, waarin d'e Heilig© Geest woont en
werkt als natuur'ijke basis de Kerk in- den aan
val op de wereld1 tot haar behoud en de Kerk in
de verdediging tegen den Satan, die haar belaagt.
Troostrijke en sterkende gedachte in tijden van
beproeving de Heilige Geest, diP haar drijft én
beschut, is d'e Geest van Christus. Wiens bede was
voor de Zijnen persoonlijk „Heilige Vader, bewaar
ze in Uwen naam. die Gij mij gegeven hebt". En van
dat bewaren „tot don dood toe" is Gods volk op
nieuw en ten volle verzekerd sedert den Pink
sterdag, toen de stroom des Geestes bruisend
over de Kerk zich uitstortte, maar op een iege
lijk dergenon, die binnen haar muren zijn, persoonlijk
beslag legt.
„Uit den hoogen wordt G* als regen
Ovcrv'oedig uitgestort.
En een rijke hemelzegen
Kiemt, waar Gij gezonden wordt".
„Heil'ge Gee«t, keer tot mij in
En verander mijnen zin.
Heilig al mijn geesteskrachten
Die op Uw vernieuwing wachten".
Verscholen tusschen het riet langs de Friesche
meren vindt men thans de symptomen van het
ontwakende voorjaar in de vogelwereld. Het
nest van een meerkoet wordt door een natuur
vriend gefotografeerd. (Pax-Holland)
Bij bindend voorschrift van <Jen 15den Mei 1941
is voor de dagbladen in verband met de beper
king der papierproductie een nieuwe overgangs
regeling vastgesteld. Voor onze krant komt het
gelukkig op weinig veranderingen neer.
Het Zondagsblad dient wat ingekrompen te
worden. Wij willen echter gaarne zoo weinig
mogelijk wijzigen in den vorm van het door
zoo vele lezers gewaardeerde Zondagsblad en
kozen daarom deze oplossing. REDACTIE.
Oude
Pinkstergebruiken
IN betrekking tot het Kerst- en Paaschfeest zijn
er verschillende gebruiken tot op onzen tijd in
stand' gebleven, waarvan kan worden aangetoond
dat het Christendom ze geheel of gedeeltelijk heeft
gekerstend.
Ai'e eeuwen door is Pinksteren een vreugdefeest
•geweest en in de week, welke er aan voorafging,
„de Heilige Geest-week", had de Kerk allen arbeid
verboden. Echter stond het concilie van Mainz in
813 reeds toe, om d'e laatste dagen dier week het
veld le ploegen en te bezaaien, terwijl het concilie
van Ingelheim den arbeid vrij liet en dat van
Constanz a'leen nog maar gebood te vieren den
eersten en tweeden Pinksterdag en Pinkster-Dins
dag (efe z.g. Pinkster-drie). De laatste jaren ver
plicht de Rooniscb Katholieke Kerk slecht© eersten
Pinksterdag te vieren.
In de middeleeuwen, toen het volk dikwijls aan
schouwelijk werd voorgesteld wat in het Evange
lie werd verhaald, liet men (vooral in Frankrijk)
In de kerken duiven 'os als symbool van cfen
Heiligen Geest; ook liet men de lange Bloembladen
d'or pioenrozen van boven nederdalen ter herin
nering aan de tongen van vuur. welke zich boven
d'e hoofden der Apostelen nederzetten.
De Pinksterbloem of Pinksterbruid en de lui'ak
behooren tot de eigenaardige Pinkstergebruiken.
welker oorsprong tot het grijs- verledeif zijn terug
te voeren.
In de Pinksterbruid word't de terugkcerende zomer
gehu'digd bij zijn komst, terwijl hij in den luilak
gehoond wordt om zijn lang slapen
Bekend is vooral de luilakmarkt (bloemenmarkt)
te Haarlem, die gehouden wordt van Vrijdagavond
tot Zaterdagochtend voor Pinksteren en steeds een
groote belangstelling trekt.
In verband mot den luilak bestaat nog een eigen
aardig gebruik in Coevorden. Daar wordt de koe,
die het laatst de weide binnenkomt, versierd inet
b'oeiende braamta^ken en gTOen en onder het
juichen en zingen der kinderen naar de stad geleid,
In dc streek tusschen Dachau en Ingolstadt in
Noordelijk Opper-Beieren. bestaat nog het gebruik
de komst van den zomer symbolisch voor te stel
len door dea Pfingstl of Pfingstlümmel (luilak).
Pinkstermaandag na de Vespers trekken de jon
gens en meisjes in optocht door het dorp met in
hun midden den erbarmelijk toegetakelden Pfingst'.
Van het hoofd tot (Te voeten is hij versierd met
groen en linten. Joelend en zingend' gaan ze do
hulzen binnen tot het inzamelen van geld en levens
middelen, om allc6 later in de dorpsherberg te ver
teren of te verorberen De Pfingstl ontvangt voor
de doorgestane plagerijen en kwe'lingen (hij wordt
soms In het water gedompeld 1) oen derd'e van de
revenuen en mag met het mooi6te meisje den
dans openen. In de pauze heeft hij nog dP taak don
dansvloer schoon te maken
De Pinksterbruid was oorpronkelijk het schoonsta
meisje van het dorp. in Schemerhorn en Beemster
een weesmeisje, dat in het wit gekleed on met
bloemen versierd door een weesjongen werd rond
geleid.
Het gebruik ging langzamerhand' over in een
bedelpartij en in ons land is het op enkele uit
zonderingen na uitgestorven. Het komt hier en daar
nog voor in Limburg. Noord-Brabant en Vlaan
deren.
Den Haag kende In het begin der achttiende eeuvr
eveneens een eigenaardig Pinkstergebruik n.\ ds
beruchte „Boschkermis" Het uitschot der toen
malige Hnagsehc burgerij kwam dan in d'en nacht
tusschen eersten en tweeden Pinksterdag in het
Haagsche Hoseh op zijn manier kermis houden. In
het Gr. Placantboek va.i 1729 kan men een ver-
bQdsbepaling hierover vinden.
169