$limm Critisdjr (üéurant iheim mnementsprijs: per 3 piffanden 2.47. vermeerderd met 0.15 incassokosten. Per week 19 ct Losse nummers 5 ct Zaterdagnummers met Zondagsblad 7 44 ct Alles bij beraad. vooruitbetaling. T,„j?ertentieprijzen: DageMj 24 ct per regel. Ingezonden Mede- Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 Postbox 20. Postrek. 58938 verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken deelingen 48 ct per regel. Minimum 5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con tract belangrijke korting. No. 6416 WOENSDAG 30 APRIL 1941 Zie Jaargang KRIEBEL listributie, verlaagd vleesch- en hel|feoen en thans aardappelen „op de ■dsfo hlJ °rmul' is een snelle opeenvolging van «gelen, welke wel heel duidelijk d» dat de levensmiddelenvoorziening ÏivÜÜ ilgemeen krapper is géwordén, dat leren voor ons, maar wij zelf voor i hebben te zorgen en dat het met flrma~ -jonken voorraden thans zoo staat, ubiicatlcl noodig is den werkelijken toestand r jaYr r'ïs ernstig te realiseeren. Men kan er °P i bedenken, dat het in andere, met geschied guidelijk gelegen landen nog s incetr; gUnstig gesteld is. Een troost is dit naiiteit* lauwelijks te noemen; eer moet ltU de^ anderen beklagen. 'n h en voor ons volk zoo belangrijk en" w" smiddel als aardappelen op een bepalen, güjk Jaag niveau moest worden ■onds "nj jeneerd. zal menigeen eenigen hjvé 8eSeven hebben, nu in brood, co i n of andere aanvullingsproducten ai om financieele redenen schier tweg te vinden is. Een bescheiden :en nsje beteekent slechts de verkor- n het broodrantsoen met één week. Niettemin blijft de situatie 'Tien, die zwaar werk doen, in de cht moeten arbeiden en voor ge- die voor kinderen in de groei- te zorgen hebben, vol moeite. In's 4 K.G. aardappelen per hoofd per ormi niet hoog, ook al krijgen personen, langdu pen of zeer zwaren arbeid verrich- -e"zan erhalf en twee maal het rantsoen. n onder de vier jaar ontvangen "ie de helft. >"f. i"s hooge welstandsniveau, waarop e verkc d belangrijke koopkracht had, is bcsiu fel ieder zal het voelen een n 11 rr afgebrokkeld. Dat kon ook niet trottoir nu ons levenslot met dat van zoo- 1 v 1 a 1 dere tientallen millioenen in Euro pe" wc- lies verbonden is. .Niet iedereen zal uren1* heden toe ten volle helder en °ok o (or oogen hebben gesteldde maat- 8 °n,h n aanzien van de aardappelen en an i94i Ike er kort aan vooraf gingen, zul- £n°rn "geen nopen zich de oogen uit te •>°iuhet om werkelÜkheid °P zieh te per i nwerken, ook na de aardappel- :hte van de weken sinds Paschen. licht willen dezulken zich meteen op de naaste en verder verwij- komst, die ons wel heel duidelijk ten, dat de bestaande oorlogstoe- in de blokkade ons zullen nopen ioen met wat we zelf hebben en voortbrengen, zonder al te veel op met verplichten bijstand te reke- anderen hebben ook weer hun irgen. VaP' ie: Aangifte van aardappelen Een ernstige waarschuwing In opdracht van den directeur-generaal voor de voedselvoorziening, den heer S. L. Louwes, deelt de directeur van het centraal distributiekantoor, de heer S. de Hoo, het volgende mede: Er blijken hier en daar misverstanden te bestaan ten aanzien van de uitreiking van aardappelkaarten in verband met de voor raden, welke men eventueel zal hebben. Er is bekend gemaakt, dat ieder, die beschikt over een voorraad van 15 kg per persoon geen aardappelkaarten zal ontvangen. Men heeft dit,opgevat als zou bijv. een gezin van 4 personen, dat beschikt over minder dan 60 kg niets behoeft op te ge ven. Deze opvatting is positief onjuist. Want men moet een voorraad per gezinslid rekenen. Hiervoor kan het volgende staatje aangehaald worden: Indien een gezin in het bezit is van: 0 t/m. 14 kg wordt geen kaart minder uitgereikt, 15 t/m. 29 kg wordt een kaart minder uitgereikt, 30 t/m. 44 kg worden twee kaarten minder uitgereikt, 45 t/m. 59 kg worden drie kaarten minder uitgereikt, 60 t/m. 74 kg worden vier kaarten minder uitgereikt, 75 t/m. 89 kg. worden vijf kaarten minder uitgereikt. Een gezin, dat in aanmerking zou ko men voor vier heele en twee -halve kaar ten en een voorraad heeft van 80 kg. aardappelen, ontvangt dus geen kaarten. Indien dit gezin echter voor vier heele en drie halve kaarten in aanmerking zou komen, ontvangt het slechts een halve kaart. Zeer strenge maatregelen bij overtreding Men heeft gevraagd of er een controle zal worden uitgeoefend. In verband hiermede kan worden medegedeeld, dat er Inderdaad een zeer scherpe controle zal worden uitge oefend. Zij zal zich ook uitstrekken tot particuliere woningen enz. Afgezien van de strafvervolging welke wordt ingesteld bij onjuiste opgaven, zul len in dergelijke gevallen niet alleen de aanwezige voorraden aardappelen in bezit worden genomen, doch alle zich in de betreffende woning bevindende levens middelen. Scheerzeep op bon K van de textielkaart Gedurende het tijdvak van Donderdag 1 Mei tot en met Zondag 31 Augustus a.s. geeft de met K gemerkte bon van de textielkaart, wel ke werd uitgereikt aan mannen en jongens, die zijn geboren vóór 2 Februari 1926, rech* op het koopen van 50 gram scheerzeep, of een tube dan wel een pot scheercrême. Bovengenoemde bon van de textielkaart is aangewezen om degenen, die tusschen 5 Aug 1940 en 1 Februari 1941 vijftien jaar geworden zijn, ook in staat te stellen scheerzeep te koopen, hetgeen niet mogelijk zou zijn ge weest, indien wederom een van de van 116 tot en met 120 genummerde bonnen van het algemeen distributieboekje, welke destijds bij de eerste uitreiking van textielkaarten aan mannen en jongens van vijftien jaar en ouder zijn verstrekt, zou zijn aangewezen. De van de bovenbedoelde, van 116 tot en met 120 genummerde, resteerende bonnen kunnen worden vernietigd. Koop en verkoop van schoeisel Van 1 lot en met 9 Mei verboden. Krachtens de schoenendistributie 1941 no- 2 is het gedurende het tijdvak van 1 t./m. 9 Mei verboden alle soorten schoeisel in den meest uitgebreiden zin te koopen, te verkoo- pen of af te leveren. Hieronder vallen ook pantoffels klompsokken, leerloos-schoeisel en overschoenen. Het verbod geldt voor schoen fabrikanten, grossiers in schoenen, schoen winkeliers en andere ondernemingen, welke voorraden schoeisel onder zich hebben, zoo wel voor aflevering aan het publiek als aan den handel of andere ondernemingen. Deze maatregel, welke uitgevaardigd is door het Rijksbureau voor huiden en leder te Amsterdam, is genomen, opcat de betrok kenen een juiste inventarisatie kunnen maken, hetgeen zij volgens het Rijksbureau verplicht zijn. (Het Volk.) Men wordt in het eigen belang dringend aangeraden juiste opgaven te verstrekken, want er wordt zonder aanzien des persoons ingegrepen. Bij personen, die geen aardappel kaarten in ontvangst hebben genomen, zal geen huiszoeking worden gedaan. Personen, die reeds wederrechtelijk aardappelkaarten in ontvangst hebben genomen, kunnen deze morgen of overmorgen (Woensdag en Don derdag) alsnog inleveren bij de plaatselijke distributiekantoren zonder zich aan een straf vervolging en andere onaangenaamheden bloot te stellen. De redenen van bovenstaande maatregelen liggen voor de hand: Men is vastbesloten de beschikbare hoeveelheden aardappelen zoo rechtvaardig mogelijk te verdeelen. Het Duitsche weermachtsbericht Opnieuw koopvaarders in de Grieksche wateren verloren Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: In Griekenland rukten Duitsche troepen voor de zuivering van de Peloponnesos voorbij Tripolis naar het Zuiden op. Italiaansche strijdkrachten be zetten het eiland Korfoe en de haven Preveza in Epirus. Het luchtwapen bracht gisteren in de Grieksche wateren vijf koopvaardij schepen van tezamen 18.600 ton tot zinken en beschadigde een aantal kleinere schepen. Duitsche gevechtsvliegtuigen en duik bommenwerpers bombardeerden in den afgeloopen nacht opnieuw doeltreffend de haven van la Valetta op het eiland Malta. Een bom van het zwaarste kaliber trof een kruiser van de Southampton- klasse midscheeps. Een tank-installatie en een koopvaardijschip werden in brand geworpen. Op de staatswerf en kade- installaties werden bomtreffers geplaatst Een andere formatie Duitsche gevechts vliegtuigen viel het vliegveld Venezia met succes aan. In Noord-Afrika bracht een door troe pen van het Duitsche Afrikacorps diep in'de vijandelijke linies uitgevoerde opmarsch aan de Britsche strijdkrachten bij Solloem op nieuw aanzienlijke verliezen toe. In den strijd tegen het Britsche eiland vie len vannacht vrij sterke - afdeelingen ge vechtsvliegers de oorlogshaven Plymouth bij goed zicht bij den grond aan. Er ont stonden talrijke uitgestrekte branden en ver nielingen. Bovendien werd het havengebied van Great Yarmouth, een fabrieksinstallatie aan de Schotsche oostkust alsmede een kolèn- omslaghaven, spoorlijnen en barakkenkampen in het gebied rondom Peternead met succes met bommen bestookt. Op vliegvelden van den vijand in het Zuid- Westen van het eiland sloegen bommen in te midden van talrijke geparkeerde vliegtuigen. Hangars en munitie-opslagplaatsen geraakten in brand. Gevechtsvliegtuigen vernietigden ten Oosten van Dundee en ten Zuid-Oosten van Lowestoft twee koopvaardijschepen met een gezamenlijken inhoud van 10,000 ton. Ja gers schoten gisteren een Britsche formatie, bestaande uit drie jachtvliegtuigen van het Spitfire-type, bij de nadering van de N e- derlandsche kust neer. Luchtdoeiartil- lerie schoot in den afgeloopen nacht voor de Fransche kust een Britsch gevechtsvliegtuig neer. In de Noordzee en aan de Ka- n a a 1 k u s t schoten lichte zeestrijdkrachten vier de marine-artillerie één vijandelijk vlieg tuig neer. De vijand vloog Maandag met een vlieg tuig naar het Noorden van het West- Duitsche kust geb i e d. Door bommen ontstond slechts geringe schade. In den afgeloopen nacht hadden geen gevechtshandelingen van den vijand boven het Duitsche rijksgebied plaats. By de gevechten in Noord-Afrika hebben luitenant 'colonel Knabe, commandant van een bataljon motorrijders, en de eerste-lui te nant en compagnies-commandant van een verkenningsafdeeling Behr zich bijzonder onderscheiden. Kerk en Zending Ned. Herv. Kerk. Aangenomen: Naar Arnhem (vac. Ros- cam Abbing), D Bouman te Spannum-Edens. Drietal: Te Kattendijke. L Nieuwpoort, laatste! pred. Prot. Kerk in Ned Indié, cand. A. Pietersma. hulppred. te Schore en C. E. Voorthuysen, Evang. pred. te Dokkum. Geref. Kerken. Aangenomen- Naar Zoutespui, cand. J. F. Sollie, hulppred. te Eindhoven. Vrije Evang. Gem. AFSCHEID EN INTREDE Het afscheid van de Geref. Kerk van Ten Post (Gr.) door Ds Js. van der Linden is bepaald op Zondag 4 M e i a.s. Bevestiging en intrede (in één dienst) te Haarlem Dinsdag op 20 Mei a.s. 's avonds in de Kloppersingelkerk. Bevestiger is Ds. J. W. Siertsema, Haar- Ds L. H. B. E. Dierkens, die met emeri taat 'gaat. nam Zondag afscheid van de Ned. Herv. gemeente te Zuidland, sprekende over 1 Petr. 5 10 en 11. Hij werd toegesproken door ds. Hooykaas van Brielle namens de classis door ds. Fricke van Oudenhoorn als consulent, door den heer Mourik namens kerkvoogdijen en door den heer Arken bout namens kerkeraad en gemeente. Toe gezongen werd Gezang 96 (gew.). Ds. J. H. TELKAMP. Aan Ds. J. H. T e 1 k a m p, predikant der Geref. Kerk van Utrecht, is een ziekteverlof van 3 maanden toegestaan. Ds. Telkamp, aan wien door vacatures den laatsten tijd zware eischen gesteld waren, heeft langdurige rust noodig. ZON EN MAAN Zonsopgang I Mei: 6.10; ondergang: 21.06 Maansopgang 1 Mei 9.37: ondergang 1.00 Maansopgang 2 Mei: 10.31; ondergang 1.28 Eerste kwartier Zondag 4 Mei. volle maan Zondag 11 Mei. laatste kwartier Zondag 18 Mei; nieuwe maan Maandag Professor Dr. S. Greijdanus zeventig jaar dan noode is de betrokken Neder- instantie tot de aardappelendis- overgegaan. Na de moeilijkheden ■chfe laatste weken, die ten deele aan gjjrtbezwaren kunnen worden toege- ld °'fn. wilde men het zekere voor het nemen en bleef daarom met het beneden het gemiddelde ver dat iets boven 2 kg per persoon per igt. We beginnen met 144 K.G. of koor"!men waarc*e van bet verhoogde mdeiipntsoen van 350 gram, dat overeen- met 1.2 K.G. aardappelen, mee, met G. Voor de overgroote meerderheid (lwassen volksgenooten zal het halve per dag we zeiden het reeds Itjes zijn. En daarom willen we ho- flat de beschikbare voorraad, het irt en de restitutie van elders ge- oorschotten, er toe zullen kunnen dat er binnen zeer afzienbaren tijd s zal bijkomen. Ook moge het be- ig( i degenen, die tot den nieuwen oogst ?r voorraden beschikken maat- 15 K.G. per lid van het gezin irden voorbijgegaan. Niemand ont- aan den verkoop in de winkels pelen als hij ze niet noodig heeft, ■driif ilpt dan degenen, die volstrekt te aYl kragen en niet in staat zijn zich op alhi wijze bijvoeding te verschaffen. liuismoeders kennen eikaars moei- !en. De beter bedeelde denke echter le extra-moeilijke positie van haar igenooten, die te zorgen hebben ezinnen, waar slechts over beschei- nancieele middelen wordt beschikt, óe idig koopen en fraude zou ons nog van de wijs kunnen brengen, hstr ind is daar ten slotte mee gebaat in ituatie, die toch al buitengewoon t is en duizenden straks in hun svermogen dreigt te benadeelen. kunnen ons de verzuchtingen, die vnt e dagen in zoo menig gezin worden -i >vi kt, voorstellen en indenken: aan Y w ppelschaarschte had wel niemand it. Er zullen zelfs wel bittere woor- 'orden geuit; nu begrepen zal wor- dat we vanaf de hooge etage van welvaart zoo langzamerhand op den en grond, waar bij miniima geleefd zijn beland. Ilicht waren we tot voor kort te op- isch. Nu zijn we het niet meer er den feitelijken toestand in het oog 1 zien, hoe onaangenaam deze ook :ker hebben we ook op onze hoede i voor bepaalde gevaren, at ons intusiiihen hopen, dat spoedig ingehaalde buikriem weer een gaatje lunnen schieten. ton Van den thans bijzonder „actueelen" schrij- ?r van „Ongeloof en Revolutie" gaf de Utrechtsche hoogleeraar Doedes dit getuige nis: „Bij den heer Groen van Prinsterer heeft men niet, evenals bij sommige van onze meest invloedrijke persoonlijkheden, b.b. de hoogl. Scholten of Opzoomer, te vragen: van welk jaar? De heer Groen van Prinsterer heeft geen verschillende jaren. Daar staat hij en het jaartal doet niet ter zaak. Zijn verleden is zijn heden. Men weet alzoo wat men heeft, als men hem noemt; wat men van hem verwachten mag en waarop men niet bij hem behoeft te rekenen"- Van den 1 Mei a.s. zeventigjarigen dr. Seakle Grijdanus, die in het jaar, waarin prof. Doedes deze typeering gaf, werd geboren, kan veelszins hetzelfde worden gezegd. een man van vaste beginselen, van onwankelbare overtuiging. Hij stéat voor het geen hij eens na rijpe, biddende overweging als waarheid heeft gezien en aanvaard. Hij an uit één stuk, die, hoezeer niet on gevoelig voor de gunst van menschen, toch daarnaar niet solliciteert, maar blijft in den weg, dien hij met het oog op God heeft inge slagen. Hij sondeert niet eerst het gevoelen der meerderheid, om daarnaar zich te richten, aar hij houdt zich aan hetgeen hij op grond in eigen nadenken goed en recht acht. Ofschoon bescheiden van aard, durft hij tegen den stroom oproeien. Niet omdat hij gaarne w i 1, maar omdat hij niet anders kan, staat hij meermalen alléén. Toen een vroegere vriend van Groen van Prinsterer dezen Evangeliebelijder zijn onver biddelijke vasthoudendheid verweet, luidde Groen's veelzeggend antwoord: „De vasthoudendheid aan eigen standpunt is, bij mij althans, afhankelijkheid van beginselen, wier kracht in de ordeningen Gods ligt. Isolement, als gevolg der o n- derworpenheid aan een beginsel. In deze onvoorwaardelijke onder worpenheid alleen (dit is steeds mijne ervaring geweest) ligt de wezenlijke kracht van elk, die het belijdt"- Deze kernachtige uitspraak zou het levens devies van prof. Greijdanus kunnen wezen. Ook hij heeft steeds in zijn isolement, zijn be ginselvastheid, zijn zelfstandigheid, zijn kracht gezocht. In die zelfstandigheid", die het heterogene afstootend, al wat homogeen is, aantrekt: die, zelf onwrikbaar, ter aan sluiting bereidvaardig de hand reikt. Reeds als student toonde hy een groote mate van zelfstandigheid. Zijn levensleiding droeg daartoe bij. Eerst na jaren werd voor hem, den jongen man van buitengewonen aanleg en brandende dorst naar kennis, de mogelijkheid geopend om via het gymnasium de Universiteit te bereiken. Met zeldzame volharding wist hij alle moeilijkheden te overwinnen. Zijn karakter werd er door ge staald. Moet een dissertatie blijk geven van zelf standige beoefening der wetenschap, aan dezen eisch voldeed wel bijzonder het proef schrift, waarmede Greijdanus 20 November 1903 aan de Vrije Universiteit den graad van Doctor in de Heilige Godgeleer^ieid verwierf. In deze historisch-cntische studie, getiteld: ,M e Ve e d e- r in g", Grieksche Auteurs van de „Patres apostolici" tot het Concilie van Chalcedon", ging het om de vraag: vormt 't aannemen of bezitten zelf van de menschelijke natuur door (Foto Rott.) den tweeden der goddelijke Persoon een trap in den staat der vernedering? De promovendus stelde in zijn ontkennend antwoord zich aan de zijde van Calvijn, van eenige andere Gereformeerde theologen uit vroegeren tijd en van den hoogleeraar H. de Cock te Kampen, tégen Junius (alleen deze en falvijn werden met name gedoemd) en vele gereformeerde theologen van ouderen en jongeren datum, ook tegen dr. A. Kuyper en tegen den promotor prof. Bavinck. In de inleiding treft de scherpzinnige exegese van eenige Schriftplaatsen. En de volgende uit voerige analyse en beoordeeling van vele GTieksche auteurs spreekt van groote taal kennis, logische denkkracht en noeste vlijt. Zijn bronnenstudie dóet Greijdanus zien, hoe principieele vooroordeelen ook aan figu ren als von Harnack parten spelen bij hun uit legging van de patres. De diepe indruk, daar van ontvangen, doet hem in later jaren met te meer klem het jileit voeren voor een nieu wen leerstoel, waardoor de patristiek tot haar recht zal komen. En nog in 1936 verwijst hij naar de Inlei ding van zijn dissertatie, als hij ter bestrij ding van de redeneering: „de theologie wordt daar" (aan de Theol. School) gedoceerd niet om haars zelfs wil, als wetenschap, maar al leen ter opleiding van aanstaande predikan ten; zij staat met de andere wetenschappen in geen organisch verband" o.m. vraagt: Hoe kan b.v. Gods werk in de schepping gekend worden zonder allerlei van die schepping zelve, en dus van het schepsel, te kennen? En hoe kan Gods werk in de Kerkhistorie bestudeerd worden zonder te bestudeeren het leven en handelen van allerlei menschen, die tot die kerken behoorden, of, zij het ook door bestrijding, invloed op hare ontwikke ling uitoefenen? Zijn ambtelijk arbeid Daar staat hij en het jaartal doet niet ter zake. Zijn verleden is zijn heden. In de lijn van eenige van zijn „stellingen" blijft Greydanus: wanneer hij in 1906 zijn Toerekeningsgrond van het Peccatum origi- nans uitgeeft, dat veel pennen in beweging brengt. Over de Openbaring aan Johannes geeft hij in 1908 zijn eersten commentaar, recht streeks voor de gemeente bestemd. Hetzelfde Bijbelboek is het eerste, waarover hij 17 jaar later in zuiver wetenschappelijken v maar toch weer indirect voor de gemeente, een commentaar doet verschijnen in de be kende reeks van den uitgever van Botten- burg. Zijn artikelen „Erkenningsgrond van den Kanon", „Een en ander inzake de grond het Schriftgeloof" in het Gereformeerd theo logisch Tijdschrift, preludeeren op wat hij in latere oraties ten gehoore zal brengen. Behalve voor vragen van bibliologischen aard komt in deze en in andere artikelen telkens zijn belangstelling voor dogmatische kwesties uit. En op de meerdere vergaderingen der ker ken, gelijk mede in zijn arbeid als redacteur van Friesch Kerkblad, blijkt zijn sterk ont wikkelde zin voor het Gereformeerde kerk- Ook op deze -punten is hij, blijkens zijn publicaties van de laatste jaren in Geref. Theol. Tijdschrift, in De Reformatie en in De Bazuin, en blijkens zijn optreden op de Generale Synodes, in het spoor voortgegaan, eens door hem betreden. Met name mag hier worden herinnerd aan zijn opkomen voor het recht en de vrijheid van de plaatselijke ker ken en zijn waarschuwing tegen insluipende hiërarchie. Met scherpe wapenen, ook uit het tuighuis van de historie, staat hij steeds op de bres voor de geestelijke erfenis van prof. Rutgers, wiens portret het eenige is van de theologen uit lateren tijd, dat zijn studeer kamer siert. Greijdanus, de voorbeeldig trouwe Dienaar des Woords, die te Rozenburg (19041911), Zuid-Beijerland (19111915) en daarna in Paesens alle onderdeelen van zijn ambtelij ken arbeid even nauwgezet behartigde, was door de resultaten van zijn voortgezette stu die eigenlijk al hoogleeraar. voor hij tot professor werd benoemd. De keuze van de Generale Synode in 1917, die hem het onder wijs in de Nieuw Test. vakken en in het Patrist. Grieksch opdroeg, was dan ook slechts een bevestiging van de algemeene verwachting. Zijn inaugureele rede over: „Schriftgeloof en exegese van het Nieuwe Testament", was een program. In glashelderen betoogtrant werd aange wezen, dat door het ontkennend óf beves tigend antwoord op de allesbeslissende vraag van de exegese der H. Schrift: „of ook God daarin tot den mensch spreekt op een bizon- dere wijze", m.a.w. door de hoedanigheid van iemands Schriftgeloof, het uitgangspunt en het karakter van zijn exegese bepaald wordt. Als gevolgtrekkingen van het Gere formeerde Schriftgeloof met betrekking tot de exegese van het N.T. werden genoemd: dat bij die exegese de menschelijke creatuur- lijke factor zijn volle recht erlangen moet, maar dat toch de hoofdvraag blijft, wat God in en door het N. Testament zegt, niet alleen tot vroeger levenden, maar ook tot ons; dat deze Goddelijke gedachte verre uitgaan kan joven het denken en bedoelen van den men- schelijken auteur. En dat zij geëxegetiseerd dient te worden als Goddelijke waarheid; telkens uit de geheele H. Schrift opgespoord moet worden; diep en breed kan zijn, zoodat onze exegese steeds maar ten deele blijft. Alle willekeurige bespiegeling, aldus de nieuwe hoogleeraar, moet geweerd blijven. De samenhang van het N. Testament met het Oude dient bij de exegese nimmer uit het oog te worden verloreA. Ook bij de exe gese van het N. T. betreden we een heilig terrein en het moet aller bede zijn van Hoogl. en studenten. Spreek, Heere, uw dienstknecht hoort. Alleen door gebed en met inspanning van alle krachten is van den ar beid ook en vooral op het gebied van de theologie vrucht te verwachten. Zijn beteekenis voor de Geref. wetenschap Aan dit programma heeft prof. Greijdanus zich steeds met de uiterste stiptheid en met volle overgave gehouden. Zijn leerlingen - hij heeft er in den loop der jaren honderden gehad en zij blijven zich steeds als zoodanig beschouwen kunnen het getuigen ten aan zien van alle vakken waarin hij tot op heden doceerde. En zijn publicaties spreken met betrekking tot de exegese wel een zeer dui delijke taal voor alle geestverwanten en an dersdenkenden. We hebben hierbij op het oog de in dit blad eenige dagen geleden ge noemde deelen van de bekende Korte Ver klaring. enz., en zeer speciaal de toen niet vermelde commentaren met wetenschappe lijk apparaat over de Openbaring van Johan nes (XXXIV en 448 blz.), de brieven van Petrus, Johannes en Judas <652 blz.), den brief aan de Romeinen (2 deelen, tezamen 687 blz.), aan de Galaten (362 blz.), aan de Filipenzen (342 blz.), het Evangelie naar Lucas (2 deelen tezamen 1241 blz.). Nagenoeg alle Dienaren des Woords in onze Gerefor meerde kerken en ook velen in andere kerk gemeenschappen in binnen- en buitenlann, maken jaarlijks verscheidene malen met groote dankbaarheid gebruik van Greijda nus' studievruchten. Zij komen altijd weer opnieuw onder den indruk van zijn geloovig, eerbiedig, diep indringen in den zin der Schriften, van zijn nauwkeurige „vergelij king van Schrift met Schrift", van zijn scherpe visie op het geheel en op den sa menhang, van zijn naarstig acht geven op elk woord, eiken woordvorm, elke woord schikking, van zijn streven om in eigen woorden elke nuanceering in de gedachte van de Schrift te doen uitkomen. Bovenal komen zij onder den indruk van den on- metelijken rijkdom van Gods Woord. En zij doen van hetgeen zij ontvangen, de door hen gediende gemeenten profiteeren door ze dieper in de aarheid Gods in te leiden. Het is een apart genot met behulp (o.m.) van Greijdanus' commentaren een preek te maken. Vakgeleerden, ook niet-Schriftge- loovigen, roemen in Nederlandsche, Duitsche, Engelsche en Fransch,e theologische tijd schriften Greijdanus' beheersching van de stof, zijn uitgebreide kennis van de litera tuur, zijn evenwichtige behandeling (op zijn standpunt) van de moeilijkste problemen. Eén voorbeeld uit vele prof. Windisch be sloot voor eenige jaren een zeer waardee- rende recensie van een van Greijdanus' com mentaren met de woorden: „Den deutschen Studenten zum Studium- und Nachschlage- werk herzlich empfohlen". Zoo is Prof. Greijdanus een eere voor de Gereformeerde wetenschap en voor onze Theologische Hoogeschool. Zoo blijft hij mei zijn buitengemeene werkkracht rusteloos voortwerken op een vasten grondslag en met een beproefde methode. Van zijn vakgenooten moge de één een meer uitsluitend philologische behandeling wenschen met een weglating van „dogmati sche" beweringen en de ander een meer actueele" exegese, waarin de speciale noo- len van den tijd „betrokken" zijn, prof Greijdanus houdt zijn eigen koers. Hij ver onachtzaamt niet het licht, aan de kerk in den loop der eeuwen geschonken. En hij wil van zijn comntentaren geen preekenbundels met Tiomiletische explicatie en applicatie maken. Daar staat hij en het jaartal doet niet ter zake. Zijn verleden is heden. DEN HARTOGH. Ds. B. ten Kate overleden Dichter van Rotterdam's Stedelied Een werkzaam en welbesteed leven Te Velp is gistermiddag in den ouder dom van 88 jaar overleden ds. B. t e n Kate, emeritus-predikant der Ned. Her vormde gemeente te Rotterdam. Velen zullen zijn verscheiden met ontroering hebben vernomen, want ruim 30 jaar is ds. ten Kate de ziel geweest van allerlei arbeid in Gods Koninkrijk. Groote be kendheid heeft de overledene vooral ver worven als dichter van het bekende Rot- terdamsche Stedelied. Ds. B. ten Kate werd 23 October 1852 ge boren te Avereest. Hij deed in 1871 admissie- examen tot de Utrechtsche Universiteit Van 1871 tot 1877 studeerde hij onder de hooglee raren van Oosterzee, Doedes, Ter Haar en na dezen onder diens opvolger Prof. Beets. Reeds toen was zijn dichters tal ent oorzaak, dat hij mederedacteur werd der Utrechtsche Studen tenalmanak. Op 7 November 1877 volgde proponentsexa men te Groningen Op 5 Mei 1878 deed ds. ton Kate zijn intrede bij de gemeente te Lexmond, waar hij bevestigd werd door zijn zwager Ds. H. Hasselman. Op 14 November 1880 preek'e hij te Lexmond afscheid wegens vertrek naar Eibergen, waar hij 21 November 1880 beves tigd werd, wederom door Ds. H. Hasselman. Hier volgde zijn afscheid op 11 Maart 1888 wegens aanneming van het beroep naar Aal ten, waar hij bevestigd werd door zijn broeder Ds. H. ten Kate, destijds te Harderwijk. Van Aalten vertrok Ds. ten Kate naar Rot terdam, waar hij op 28 September 1890 be vestigd werd door dr. J. Riemens. Denzelfden dag hield hij zijn intree-predicatie naar aanlei ding van 1 Cor. 9 16- Zeer sterk onder het gevoel van roeping kwam Ds'. ten Kate naar de Maasstad, waar hij gedurende ruim 30 ja ren zich aan allerlei werk met al zijn gaven en krachten heeft gegeven. Zoo ijverde hij o.a. voor de Ned. Herv. Diaconesseninrichting aan den Westersingel, waarvan hij sinds 1903 vele jaren voorzitter van het bestuur is geweest. Hij diende van 1900 tot 1904 de zending als hoofdbestuurder van de Ned. Zending? veree lt iging. Ook het jeugdwerk had zijn volle aan dacht Hij was eerelid van de Chr. Jongeman- nenvereeniging „Obadja", waar zijn Bijbel lezingen bijzonder in trek waren en op dege nen die ze bijwoonden, een onvergetelijken in druk maakten-. Verder gaf hij zich aan de Evangelisatie onder de zeevarenden en de bootwerkers, alsmede aan het Emigranten- werk. Hij was eere-voorzitter van de Com missie van Barmhartigheid en medewerker van de „Voorzorg", het orgaan van de Chr- Nationale Werkmansbond. Zeer heeft ds. ten Kate zich destijds inge spannen voor het vermeerderen van de predi kantsplaatsen in de Maasstad. De stichting van de 17e en 18e predikantsplaatc is niet in het minst door zijn toedoen tot stand gekomen. Zoolang ds. ten Kate in Rotterdam was, heeft hij gewerkt in de wijk van de Schiedamsche- öijk en de Baan met omgeving. Het wijkge- bouw „God is Liefde" aan de Schiedamsche- dijk door vriendelijke onbekende gevers geschonken aan de Evangelisatievereeniging in wijk A was het centrum van al den ar beid, die in dit stadsdeel werd verricht Ds. ten Kate heeft destijds de feestrede ge houden bij de inwijding varj de Koningmne- kerk aan den Boezemsingel. Dat was op de Tweede Paaschdag van het jaar 1907, die toen op 1 April viel. Hij hield een predicate naar aanleiding van Ps. 118 24: „Dit is de dag, die de Heere gemaakt heeft. Laat ons op den- zelven ons verheugen en verblijd zijn". Zijn liefde voor de Maasstad heeft ds. ten Kate vastgelegd in het bekende stedelied van Rotterdam: ,,'k Heb u lief, Rotterdam, met uw drukte en gewoel, waai het leven zoo krachtig bruist". Ook was hij de dichter van het lied. gezongen bij de eerste steen legging van het nieuwe Stadhuis te Rot.er- dam. Verder maakte hij het jubileumlied by het 50-jarig bestaan van „Obadja", de feest cantate bij het 50-jarig bestaan der Neder landsche Zendingsvereeniging en een lied, ge titeld „Aan de Koninginnekerk" ter gelegen heid van de ingebruikneming van dit gebouw. Ook is een bundel liederen van zijn hand ver schenen onder den titel „Lindebladen". In 1921 heeft ds. ten Kate emeritaat aan gevraagd, hetgeen hem eervol werd verleend. Na 43 jaar als predikant werkzaam te zijn geweest, nam ds. ten Kate op 18 September afscheid van zijn gemeente met dezelfde tekst, als waarmee hij te Lexmond zijn ambtswerk was aangevangen, n.l. Matth. 28 20: -.Ziet, Ik ben met u alle de dagen tot de voleinding der wereld' Ds ten Kate, die jarenlang gewoond heeft in hét huis van Gijsbert Karei van Hogendorp aan de Leuvehaven, vestigde zich te Velp, waar hij zijn woning ter herinnering aan de Rotterdamsche periode in Zijn leven „De Leuve" noemde. In het kerkelijk leven te Velp heeft de gestorvene zich niet onbetuigd ge laten. Jarenlang diende hij de kerk te Velp als president-kerkvoogd. Thans is na een korte ongesteldheid van een paar weken aan dit arbeidzame leven een einde gekomen De begrafenis zal plaats vinden op Zaterdag a.s. om half drie op de algemeene begraafplaats Crooswijk te Rotter dam, waar het stoffelijk overschot in het familiegraf zal worden bijgezet. Ds. H. M. E. BREMER. Ds. H. M. E. Brem er, Ned. Herv. predi kant te Landsmeer heeft met ingang van 1 Juni a.s. emeri.aat aangevraagd. Ds Bremer, geboren 22 Februari 1875, aan vaardde 16 Febr 1902 de bedieningte Eg- mond aan Zee. In 1914 vertrok hij naar Brielle, in 1921 naar Breskens en in 1926 naar Buiksloot. Sinds 30 April 1933 dient bij de Ned. Herv. gemeente te Landsmeer. INTERKERKELIJKE SAMENKOMSTEN Te W o 1 v e g a heeft een sar plaatsgevonden tusschen een deputatie v kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente die der Geref. Kerk. Besloten werd om in betrekking tot zaken van practischen aard met elkander geregeld contact te houden. Bereids hebben beide kerkeraden gemeen schappelijk vergaderd in de kerkeraadskamer der Geref. kerk ter plaatse, welke vergade ring door den pastor-loei dier kerk, ds. N. Streefkerk werd gepresideerd en waar in die van de Ned. Herv. gemeente, ds. A. W u m k e s, een referaat hield over: „De eenheid der Jce*k", w#3«op een ge*»nmee^ie en broederlijke gedachtenwisseling volgoe. Het ligt in de bedoeling het kerkelijk gesprek dat nu een aanvang nam, ook voort te z*ttea»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1