$limm Critisdjr (üéurant
iheim
mnementsprijs:
per 3 piffanden 2.47. vermeerderd met
0.15 incassokosten. Per week 19 ct
Losse nummers 5 ct Zaterdagnummers
met Zondagsblad 7 44 ct Alles bij
beraad. vooruitbetaling.
T,„j?ertentieprijzen: DageMj
24 ct per regel. Ingezonden Mede-
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN
Telefoon 22710
Postbox 20. Postrek. 58938
verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
deelingen 48 ct per regel. Minimum
5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con
tract belangrijke korting.
No. 6416
WOENSDAG 30 APRIL 1941
Zie Jaargang
KRIEBEL
listributie, verlaagd vleesch- en
hel|feoen en thans aardappelen „op de
■dsfo hlJ
°rmul' is een snelle opeenvolging van
«gelen, welke wel heel duidelijk
d» dat de levensmiddelenvoorziening
ÏivÜÜ ilgemeen krapper is géwordén, dat
leren voor ons, maar wij zelf voor
i hebben te zorgen en dat het met
flrma~ -jonken voorraden thans zoo staat,
ubiicatlcl noodig is den werkelijken toestand
r jaYr r'ïs ernstig te realiseeren. Men kan
er °P i bedenken, dat het in andere, met
geschied guidelijk gelegen landen nog
s incetr; gUnstig gesteld is. Een troost is dit
naiiteit* lauwelijks te noemen; eer moet
ltU de^ anderen beklagen.
'n h en voor ons volk zoo belangrijk
en" w" smiddel als aardappelen op een
bepalen, güjk Jaag niveau moest worden
■onds "nj jeneerd. zal menigeen eenigen
hjvé 8eSeven hebben, nu in brood,
co i n of andere aanvullingsproducten
ai om financieele redenen schier
tweg te vinden is. Een bescheiden
:en nsje beteekent slechts de verkor-
n het broodrantsoen met één
week. Niettemin blijft de situatie
'Tien, die zwaar werk doen, in de
cht moeten arbeiden en voor ge-
die voor kinderen in de groei-
te zorgen hebben, vol moeite.
In's 4 K.G. aardappelen per hoofd per
ormi niet hoog, ook al krijgen personen,
langdu pen of zeer zwaren arbeid verrich-
-e"zan erhalf en twee maal het rantsoen.
n onder de vier jaar ontvangen
"ie de helft.
>"f. i"s hooge welstandsniveau, waarop
e verkc d belangrijke koopkracht had, is
bcsiu fel ieder zal het voelen een
n 11 rr afgebrokkeld. Dat kon ook niet
trottoir nu ons levenslot met dat van zoo-
1 v 1 a 1 dere tientallen millioenen in Euro
pe" wc- lies verbonden is. .Niet iedereen zal
uren1* heden toe ten volle helder en
°ok o (or oogen hebben gesteldde maat-
8 °n,h n aanzien van de aardappelen en
an i94i Ike er kort aan vooraf gingen, zul-
£n°rn "geen nopen zich de oogen uit te
•>°iuhet om werkelÜkheid °P zieh te
per i nwerken, ook na de aardappel-
:hte van de weken sinds Paschen.
licht willen dezulken zich meteen
op de naaste en verder verwij-
komst, die ons wel heel duidelijk
ten, dat de bestaande oorlogstoe-
in de blokkade ons zullen nopen
ioen met wat we zelf hebben en
voortbrengen, zonder al te veel op
met verplichten bijstand te reke-
anderen hebben ook weer hun
irgen.
VaP'
ie:
Aangifte van aardappelen
Een ernstige waarschuwing
In opdracht van den directeur-generaal
voor de voedselvoorziening, den heer S. L.
Louwes, deelt de directeur van het centraal
distributiekantoor, de heer S. de Hoo, het
volgende mede:
Er blijken hier en daar misverstanden te
bestaan ten aanzien van de uitreiking van
aardappelkaarten in verband met de voor
raden, welke men eventueel zal hebben. Er
is bekend gemaakt, dat ieder, die beschikt
over een voorraad van 15 kg per persoon
geen aardappelkaarten zal ontvangen.
Men heeft dit,opgevat als zou bijv. een
gezin van 4 personen, dat beschikt over
minder dan 60 kg niets behoeft op te ge
ven. Deze opvatting is positief
onjuist. Want men moet een voorraad
per gezinslid rekenen. Hiervoor kan het
volgende staatje aangehaald worden:
Indien een gezin in het bezit is van:
0 t/m. 14 kg wordt geen kaart minder
uitgereikt,
15 t/m. 29 kg wordt een kaart minder
uitgereikt,
30 t/m. 44 kg worden twee kaarten
minder uitgereikt,
45 t/m. 59 kg worden drie kaarten
minder uitgereikt,
60 t/m. 74 kg worden vier kaarten
minder uitgereikt,
75 t/m. 89 kg. worden vijf kaarten
minder uitgereikt.
Een gezin, dat in aanmerking zou ko
men voor vier heele en twee -halve kaar
ten en een voorraad heeft van 80 kg.
aardappelen, ontvangt dus geen kaarten.
Indien dit gezin echter voor vier heele en
drie halve kaarten in aanmerking zou
komen, ontvangt het slechts een halve
kaart.
Zeer strenge maatregelen bij
overtreding
Men heeft gevraagd of er een controle zal
worden uitgeoefend. In verband hiermede
kan worden medegedeeld, dat er Inderdaad
een zeer scherpe controle zal worden uitge
oefend. Zij zal zich ook uitstrekken
tot particuliere woningen enz.
Afgezien van de strafvervolging welke
wordt ingesteld bij onjuiste opgaven, zul
len in dergelijke gevallen niet alleen de
aanwezige voorraden aardappelen in bezit
worden genomen, doch alle zich in de
betreffende woning bevindende levens
middelen.
Scheerzeep op bon K van de
textielkaart
Gedurende het tijdvak van Donderdag 1 Mei
tot en met Zondag 31 Augustus a.s. geeft de
met K gemerkte bon van de textielkaart, wel
ke werd uitgereikt aan mannen en jongens,
die zijn geboren vóór 2 Februari 1926, rech*
op het koopen van 50 gram scheerzeep, of een
tube dan wel een pot scheercrême.
Bovengenoemde bon van de textielkaart is
aangewezen om degenen, die tusschen 5 Aug
1940 en 1 Februari 1941 vijftien jaar geworden
zijn, ook in staat te stellen scheerzeep te
koopen, hetgeen niet mogelijk zou zijn ge
weest, indien wederom een van de van 116
tot en met 120 genummerde bonnen van het
algemeen distributieboekje, welke destijds bij
de eerste uitreiking van textielkaarten aan
mannen en jongens van vijftien jaar en ouder
zijn verstrekt, zou zijn aangewezen.
De van de bovenbedoelde, van 116 tot en
met 120 genummerde, resteerende bonnen
kunnen worden vernietigd.
Koop en verkoop van schoeisel
Van 1 lot en met 9 Mei verboden.
Krachtens de schoenendistributie 1941 no-
2 is het gedurende het tijdvak van 1 t./m. 9
Mei verboden alle soorten schoeisel in den
meest uitgebreiden zin te koopen, te verkoo-
pen of af te leveren. Hieronder vallen ook
pantoffels klompsokken, leerloos-schoeisel en
overschoenen. Het verbod geldt voor schoen
fabrikanten, grossiers in schoenen, schoen
winkeliers en andere ondernemingen, welke
voorraden schoeisel onder zich hebben, zoo
wel voor aflevering aan het publiek als aan
den handel of andere ondernemingen.
Deze maatregel, welke uitgevaardigd is
door het Rijksbureau voor huiden en leder te
Amsterdam, is genomen, opcat de betrok
kenen een juiste inventarisatie kunnen
maken, hetgeen zij volgens het Rijksbureau
verplicht zijn. (Het Volk.)
Men wordt in het eigen belang dringend
aangeraden juiste opgaven te verstrekken,
want er wordt zonder aanzien des persoons
ingegrepen. Bij personen, die geen aardappel
kaarten in ontvangst hebben genomen, zal
geen huiszoeking worden gedaan. Personen,
die reeds wederrechtelijk aardappelkaarten in
ontvangst hebben genomen, kunnen deze
morgen of overmorgen (Woensdag en Don
derdag) alsnog inleveren bij de plaatselijke
distributiekantoren zonder zich aan een straf
vervolging en andere onaangenaamheden
bloot te stellen.
De redenen van bovenstaande maatregelen
liggen voor de hand: Men is vastbesloten de
beschikbare hoeveelheden aardappelen zoo
rechtvaardig mogelijk te verdeelen.
Het Duitsche weermachtsbericht
Opnieuw koopvaarders in de
Grieksche wateren verloren
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt bekend:
In Griekenland rukten Duitsche
troepen voor de zuivering van de
Peloponnesos voorbij Tripolis naar het
Zuiden op. Italiaansche strijdkrachten be
zetten het eiland Korfoe en de haven
Preveza in Epirus.
Het luchtwapen bracht gisteren in de
Grieksche wateren vijf koopvaardij
schepen van tezamen 18.600 ton tot zinken
en beschadigde een aantal kleinere
schepen.
Duitsche gevechtsvliegtuigen en duik
bommenwerpers bombardeerden in den
afgeloopen nacht opnieuw doeltreffend
de haven van la Valetta op het eiland
Malta. Een bom van het zwaarste kaliber
trof een kruiser van de Southampton-
klasse midscheeps. Een tank-installatie
en een koopvaardijschip werden in brand
geworpen. Op de staatswerf en kade-
installaties werden bomtreffers geplaatst
Een andere formatie Duitsche gevechts
vliegtuigen viel het vliegveld Venezia
met succes aan.
In Noord-Afrika bracht een door troe
pen van het Duitsche Afrikacorps diep in'de
vijandelijke linies uitgevoerde opmarsch aan
de Britsche strijdkrachten bij Solloem op
nieuw aanzienlijke verliezen toe.
In den strijd tegen het Britsche eiland vie
len vannacht vrij sterke - afdeelingen ge
vechtsvliegers de oorlogshaven Plymouth
bij goed zicht bij den grond aan. Er ont
stonden talrijke uitgestrekte branden en ver
nielingen. Bovendien werd het havengebied
van Great Yarmouth, een fabrieksinstallatie
aan de Schotsche oostkust alsmede een kolèn-
omslaghaven, spoorlijnen en barakkenkampen
in het gebied rondom Peternead met succes
met bommen bestookt.
Op vliegvelden van den vijand in het Zuid-
Westen van het eiland sloegen bommen in te
midden van talrijke geparkeerde vliegtuigen.
Hangars en munitie-opslagplaatsen geraakten
in brand. Gevechtsvliegtuigen vernietigden
ten Oosten van Dundee en ten Zuid-Oosten
van Lowestoft twee koopvaardijschepen met
een gezamenlijken inhoud van 10,000 ton. Ja
gers schoten gisteren een Britsche formatie,
bestaande uit drie jachtvliegtuigen van het
Spitfire-type, bij de nadering van de N e-
derlandsche kust neer. Luchtdoeiartil-
lerie schoot in den afgeloopen nacht voor de
Fransche kust een Britsch gevechtsvliegtuig
neer. In de Noordzee en aan de Ka-
n a a 1 k u s t schoten lichte zeestrijdkrachten
vier de marine-artillerie één vijandelijk vlieg
tuig neer.
De vijand vloog Maandag met een vlieg
tuig naar het Noorden van het West-
Duitsche kust geb i e d. Door bommen
ontstond slechts geringe schade.
In den afgeloopen nacht hadden geen
gevechtshandelingen van den vijand boven
het Duitsche rijksgebied plaats.
By de gevechten in Noord-Afrika hebben
luitenant 'colonel Knabe, commandant van
een bataljon motorrijders, en de eerste-lui te
nant en compagnies-commandant van een
verkenningsafdeeling Behr zich bijzonder
onderscheiden.
Kerk en Zending
Ned. Herv. Kerk.
Aangenomen: Naar Arnhem (vac. Ros-
cam Abbing), D Bouman te Spannum-Edens.
Drietal: Te Kattendijke. L Nieuwpoort,
laatste! pred. Prot. Kerk in Ned Indié, cand.
A. Pietersma. hulppred. te Schore en C. E.
Voorthuysen, Evang. pred. te Dokkum.
Geref. Kerken.
Aangenomen- Naar Zoutespui, cand. J.
F. Sollie, hulppred. te Eindhoven.
Vrije Evang. Gem.
AFSCHEID EN INTREDE
Het afscheid van de Geref. Kerk van Ten
Post (Gr.) door Ds Js. van der Linden is
bepaald op Zondag 4 M e i a.s.
Bevestiging en intrede (in één dienst) te
Haarlem Dinsdag op 20 Mei a.s. 's avonds in
de Kloppersingelkerk.
Bevestiger is Ds. J. W. Siertsema, Haar-
Ds L. H. B. E. Dierkens, die met emeri
taat 'gaat. nam Zondag afscheid van de Ned.
Herv. gemeente te Zuidland, sprekende over
1 Petr. 5 10 en 11. Hij werd toegesproken
door ds. Hooykaas van Brielle namens de
classis door ds. Fricke van Oudenhoorn als
consulent, door den heer Mourik namens
kerkvoogdijen en door den heer Arken
bout namens kerkeraad en gemeente. Toe
gezongen werd Gezang 96 (gew.).
Ds. J. H. TELKAMP.
Aan Ds. J. H. T e 1 k a m p, predikant der
Geref. Kerk van Utrecht, is een ziekteverlof
van 3 maanden toegestaan. Ds. Telkamp, aan
wien door vacatures den laatsten tijd zware
eischen gesteld waren, heeft langdurige rust
noodig.
ZON EN MAAN
Zonsopgang I Mei: 6.10; ondergang: 21.06
Maansopgang 1 Mei 9.37: ondergang 1.00
Maansopgang 2 Mei: 10.31; ondergang 1.28
Eerste kwartier Zondag 4 Mei. volle
maan Zondag 11 Mei. laatste kwartier
Zondag 18 Mei; nieuwe maan Maandag
Professor Dr. S. Greijdanus zeventig jaar
dan noode is de betrokken Neder-
instantie tot de aardappelendis-
overgegaan. Na de moeilijkheden
■chfe laatste weken, die ten deele aan
gjjrtbezwaren kunnen worden toege-
ld °'fn. wilde men het zekere voor het
nemen en bleef daarom met het
beneden het gemiddelde ver
dat iets boven 2 kg per persoon per
igt. We beginnen met 144 K.G. of
koor"!men waarc*e van bet verhoogde
mdeiipntsoen van 350 gram, dat overeen-
met 1.2 K.G. aardappelen, mee, met
G. Voor de overgroote meerderheid
(lwassen volksgenooten zal het halve
per dag we zeiden het reeds
Itjes zijn. En daarom willen we ho-
flat de beschikbare voorraad, het
irt en de restitutie van elders ge-
oorschotten, er toe zullen kunnen
dat er binnen zeer afzienbaren tijd
s zal bijkomen. Ook moge het be-
ig( i degenen, die tot den nieuwen oogst
?r voorraden beschikken maat-
15 K.G. per lid van het gezin
irden voorbijgegaan. Niemand ont-
aan den verkoop in de winkels
pelen als hij ze niet noodig heeft,
■driif ilpt dan degenen, die volstrekt te
aYl kragen en niet in staat zijn zich op
alhi wijze bijvoeding te verschaffen.
liuismoeders kennen eikaars moei-
!en. De beter bedeelde denke echter
le extra-moeilijke positie van haar
igenooten, die te zorgen hebben
ezinnen, waar slechts over beschei-
nancieele middelen wordt beschikt,
óe idig koopen en fraude zou ons nog
van de wijs kunnen brengen,
hstr ind is daar ten slotte mee gebaat in
ituatie, die toch al buitengewoon
t is en duizenden straks in hun
svermogen dreigt te benadeelen.
kunnen ons de verzuchtingen, die
vnt e dagen in zoo menig gezin worden
-i >vi kt, voorstellen en indenken: aan
Y w ppelschaarschte had wel niemand
it. Er zullen zelfs wel bittere woor-
'orden geuit; nu begrepen zal wor-
dat we vanaf de hooge etage van
welvaart zoo langzamerhand op den
en grond, waar bij miniima geleefd
zijn beland.
Ilicht waren we tot voor kort te op-
isch. Nu zijn we het niet meer er
den feitelijken toestand in het oog
1 zien, hoe onaangenaam deze ook
:ker hebben we ook op onze hoede
i voor bepaalde gevaren,
at ons intusiiihen hopen, dat spoedig
ingehaalde buikriem weer een gaatje
lunnen schieten.
ton
Van den thans bijzonder „actueelen" schrij-
?r van „Ongeloof en Revolutie" gaf de
Utrechtsche hoogleeraar Doedes dit getuige
nis: „Bij den heer Groen van Prinsterer heeft
men niet, evenals bij sommige van onze meest
invloedrijke persoonlijkheden, b.b. de hoogl.
Scholten of Opzoomer, te vragen: van welk
jaar? De heer Groen van Prinsterer heeft
geen verschillende jaren. Daar staat hij en het
jaartal doet niet ter zaak. Zijn verleden is
zijn heden.
Men weet alzoo wat men heeft, als men
hem noemt; wat men van hem verwachten
mag en waarop men niet bij hem behoeft te
rekenen"-
Van den 1 Mei a.s. zeventigjarigen dr.
Seakle Grijdanus, die in het jaar, waarin prof.
Doedes deze typeering gaf, werd geboren, kan
veelszins hetzelfde worden gezegd.
een man van vaste beginselen, van
onwankelbare overtuiging. Hij stéat voor het
geen hij eens na rijpe, biddende overweging
als waarheid heeft gezien en aanvaard. Hij
an uit één stuk, die, hoezeer niet on
gevoelig voor de gunst van menschen, toch
daarnaar niet solliciteert, maar blijft in den
weg, dien hij met het oog op God heeft inge
slagen. Hij sondeert niet eerst het gevoelen
der meerderheid, om daarnaar zich te richten,
aar hij houdt zich aan hetgeen hij op grond
in eigen nadenken goed en recht acht.
Ofschoon bescheiden van aard, durft hij
tegen den stroom oproeien. Niet omdat hij
gaarne w i 1, maar omdat hij niet
anders kan, staat hij meermalen alléén.
Toen een vroegere vriend van Groen van
Prinsterer dezen Evangeliebelijder zijn onver
biddelijke vasthoudendheid verweet, luidde
Groen's veelzeggend antwoord:
„De vasthoudendheid aan eigen standpunt
is, bij mij althans, afhankelijkheid
van beginselen, wier kracht in de ordeningen
Gods ligt. Isolement, als gevolg der o n-
derworpenheid aan een beginsel. In
deze onvoorwaardelijke onder
worpenheid alleen (dit is steeds mijne
ervaring geweest) ligt de wezenlijke kracht
van elk, die het belijdt"-
Deze kernachtige uitspraak zou het levens
devies van prof. Greijdanus kunnen wezen.
Ook hij heeft steeds in zijn isolement, zijn be
ginselvastheid, zijn zelfstandigheid, zijn
kracht gezocht. In die zelfstandigheid", die
het heterogene afstootend, al wat homogeen
is, aantrekt: die, zelf onwrikbaar, ter aan
sluiting bereidvaardig de hand reikt.
Reeds als student toonde hy een groote
mate van zelfstandigheid. Zijn levensleiding
droeg daartoe bij. Eerst na jaren werd voor
hem, den jongen man van buitengewonen
aanleg en brandende dorst naar kennis, de
mogelijkheid geopend om via het gymnasium
de Universiteit te bereiken. Met zeldzame
volharding wist hij alle moeilijkheden te
overwinnen. Zijn karakter werd er door ge
staald.
Moet een dissertatie blijk geven van zelf
standige beoefening der wetenschap, aan
dezen eisch voldeed wel bijzonder het proef
schrift, waarmede Greijdanus 20 November
1903 aan de Vrije Universiteit den graad van
Doctor in de Heilige Godgeleer^ieid verwierf.
In deze historisch-cntische studie, getiteld:
,M e
Ve
e d e-
r in g", Grieksche Auteurs van de „Patres
apostolici" tot het Concilie van Chalcedon",
ging het om de vraag: vormt 't aannemen of
bezitten zelf van de menschelijke natuur door
(Foto Rott.)
den tweeden der goddelijke Persoon een trap
in den staat der vernedering?
De promovendus stelde in zijn ontkennend
antwoord zich aan de zijde van Calvijn, van
eenige andere Gereformeerde theologen uit
vroegeren tijd en van den hoogleeraar H. de
Cock te Kampen, tégen Junius (alleen deze
en falvijn werden met name gedoemd) en
vele gereformeerde theologen van ouderen en
jongeren datum, ook tegen dr. A. Kuyper en
tegen den promotor prof. Bavinck. In de
inleiding treft de scherpzinnige exegese van
eenige Schriftplaatsen. En de volgende uit
voerige analyse en beoordeeling van vele
GTieksche auteurs spreekt van groote taal
kennis, logische denkkracht en noeste vlijt.
Zijn bronnenstudie dóet Greijdanus zien,
hoe principieele vooroordeelen ook aan figu
ren als von Harnack parten spelen bij hun uit
legging van de patres. De diepe indruk, daar
van ontvangen, doet hem in later jaren met
te meer klem het jileit voeren voor een nieu
wen leerstoel, waardoor de patristiek tot haar
recht zal komen.
En nog in 1936 verwijst hij naar de Inlei
ding van zijn dissertatie, als hij ter bestrij
ding van de redeneering: „de theologie wordt
daar" (aan de Theol. School) gedoceerd niet
om haars zelfs wil, als wetenschap, maar al
leen ter opleiding van aanstaande predikan
ten; zij staat met de andere wetenschappen
in geen organisch verband" o.m. vraagt: Hoe
kan b.v. Gods werk in de schepping gekend
worden zonder allerlei van die schepping
zelve, en dus van het schepsel, te kennen?
En hoe kan Gods werk in de Kerkhistorie
bestudeerd worden zonder te bestudeeren het
leven en handelen van allerlei menschen,
die tot die kerken behoorden, of, zij het ook
door bestrijding, invloed op hare ontwikke
ling uitoefenen?
Zijn ambtelijk arbeid
Daar staat hij en het jaartal doet niet ter
zake. Zijn verleden is zijn heden.
In de lijn van eenige van zijn „stellingen"
blijft Greydanus: wanneer hij in 1906 zijn
Toerekeningsgrond van het Peccatum origi-
nans uitgeeft, dat veel pennen in beweging
brengt.
Over de Openbaring aan Johannes geeft
hij in 1908 zijn eersten commentaar, recht
streeks voor de gemeente bestemd. Hetzelfde
Bijbelboek is het eerste, waarover hij 17 jaar
later in zuiver wetenschappelijken v
maar toch weer indirect voor de gemeente,
een commentaar doet verschijnen in de be
kende reeks van den uitgever van Botten-
burg.
Zijn artikelen „Erkenningsgrond van den
Kanon", „Een en ander inzake de grond
het Schriftgeloof" in het Gereformeerd theo
logisch Tijdschrift, preludeeren op wat hij
in latere oraties ten gehoore zal brengen.
Behalve voor vragen van bibliologischen
aard komt in deze en in andere artikelen
telkens zijn belangstelling voor dogmatische
kwesties uit.
En op de meerdere vergaderingen der ker
ken, gelijk mede in zijn arbeid als redacteur
van Friesch Kerkblad, blijkt zijn sterk ont
wikkelde zin voor het Gereformeerde kerk-
Ook op deze -punten is hij, blijkens zijn
publicaties van de laatste jaren in Geref.
Theol. Tijdschrift, in De Reformatie en in
De Bazuin, en blijkens zijn optreden op de
Generale Synodes, in het spoor voortgegaan,
eens door hem betreden. Met name mag hier
worden herinnerd aan zijn opkomen voor het
recht en de vrijheid van de plaatselijke ker
ken en zijn waarschuwing tegen insluipende
hiërarchie. Met scherpe wapenen, ook uit het
tuighuis van de historie, staat hij steeds op
de bres voor de geestelijke erfenis van prof.
Rutgers, wiens portret het eenige is van de
theologen uit lateren tijd, dat zijn studeer
kamer siert.
Greijdanus, de voorbeeldig trouwe Dienaar
des Woords, die te Rozenburg (19041911),
Zuid-Beijerland (19111915) en daarna in
Paesens alle onderdeelen van zijn ambtelij
ken arbeid even nauwgezet behartigde, was
door de resultaten van zijn voortgezette stu
die eigenlijk al hoogleeraar. voor hij tot
professor werd benoemd. De keuze van de
Generale Synode in 1917, die hem het onder
wijs in de Nieuw Test. vakken en in het
Patrist. Grieksch opdroeg, was dan ook
slechts een bevestiging van de algemeene
verwachting. Zijn inaugureele rede over:
„Schriftgeloof en exegese van het Nieuwe
Testament", was een program.
In glashelderen betoogtrant werd aange
wezen, dat door het ontkennend óf beves
tigend antwoord op de allesbeslissende vraag
van de exegese der H. Schrift: „of ook God
daarin tot den mensch spreekt op een bizon-
dere wijze", m.a.w. door de hoedanigheid
van iemands Schriftgeloof, het uitgangspunt
en het karakter van zijn exegese bepaald
wordt. Als gevolgtrekkingen van het Gere
formeerde Schriftgeloof met betrekking tot
de exegese van het N.T. werden genoemd:
dat bij die exegese de menschelijke creatuur-
lijke factor zijn volle recht erlangen moet,
maar dat toch de hoofdvraag blijft, wat God
in en door het N. Testament zegt, niet alleen
tot vroeger levenden, maar ook tot ons; dat
deze Goddelijke gedachte verre uitgaan kan
joven het denken en bedoelen van den men-
schelijken auteur. En dat zij geëxegetiseerd
dient te worden als Goddelijke waarheid;
telkens uit de geheele H. Schrift opgespoord
moet worden; diep en breed kan zijn, zoodat
onze exegese steeds maar ten deele blijft.
Alle willekeurige bespiegeling, aldus de
nieuwe hoogleeraar, moet geweerd blijven.
De samenhang van het N. Testament met
het Oude dient bij de exegese nimmer uit
het oog te worden verloreA. Ook bij de exe
gese van het N. T. betreden we een heilig
terrein en het moet aller bede zijn van
Hoogl. en studenten. Spreek, Heere, uw
dienstknecht hoort. Alleen door gebed en met
inspanning van alle krachten is van den ar
beid ook en vooral op het gebied van de
theologie vrucht te verwachten.
Zijn beteekenis voor de Geref. wetenschap
Aan dit programma heeft prof. Greijdanus
zich steeds met de uiterste stiptheid en met
volle overgave gehouden. Zijn leerlingen -
hij heeft er in den loop der jaren honderden
gehad en zij blijven zich steeds als zoodanig
beschouwen kunnen het getuigen ten aan
zien van alle vakken waarin hij tot op heden
doceerde. En zijn publicaties spreken met
betrekking tot de exegese wel een zeer dui
delijke taal voor alle geestverwanten en an
dersdenkenden. We hebben hierbij op het
oog de in dit blad eenige dagen geleden ge
noemde deelen van de bekende Korte Ver
klaring. enz., en zeer speciaal de toen niet
vermelde commentaren met wetenschappe
lijk apparaat over de Openbaring van Johan
nes (XXXIV en 448 blz.), de brieven van
Petrus, Johannes en Judas <652 blz.), den
brief aan de Romeinen (2 deelen, tezamen
687 blz.), aan de Galaten (362 blz.), aan de
Filipenzen (342 blz.), het Evangelie naar
Lucas (2 deelen tezamen 1241 blz.). Nagenoeg
alle Dienaren des Woords in onze Gerefor
meerde kerken en ook velen in andere kerk
gemeenschappen in binnen- en buitenlann,
maken jaarlijks verscheidene malen met
groote dankbaarheid gebruik van Greijda
nus' studievruchten. Zij komen altijd weer
opnieuw onder den indruk van zijn geloovig,
eerbiedig, diep indringen in den zin der
Schriften, van zijn nauwkeurige „vergelij
king van Schrift met Schrift", van zijn
scherpe visie op het geheel en op den sa
menhang, van zijn naarstig acht geven op
elk woord, eiken woordvorm, elke woord
schikking, van zijn streven om in eigen
woorden elke nuanceering in de gedachte
van de Schrift te doen uitkomen. Bovenal
komen zij onder den indruk van den on-
metelijken rijkdom van Gods Woord. En zij
doen van hetgeen zij ontvangen, de door
hen gediende gemeenten profiteeren door ze
dieper in de aarheid Gods in te leiden.
Het is een apart genot met behulp (o.m.)
van Greijdanus' commentaren een preek te
maken. Vakgeleerden, ook niet-Schriftge-
loovigen, roemen in Nederlandsche, Duitsche,
Engelsche en Fransch,e theologische tijd
schriften Greijdanus' beheersching van de
stof, zijn uitgebreide kennis van de litera
tuur, zijn evenwichtige behandeling (op zijn
standpunt) van de moeilijkste problemen.
Eén voorbeeld uit vele prof. Windisch be
sloot voor eenige jaren een zeer waardee-
rende recensie van een van Greijdanus' com
mentaren met de woorden: „Den deutschen
Studenten zum Studium- und Nachschlage-
werk herzlich empfohlen".
Zoo is Prof. Greijdanus een eere voor de
Gereformeerde wetenschap en voor onze
Theologische Hoogeschool. Zoo blijft hij mei
zijn buitengemeene werkkracht rusteloos
voortwerken op een vasten grondslag en met
een beproefde methode.
Van zijn vakgenooten moge de één een
meer uitsluitend philologische behandeling
wenschen met een weglating van „dogmati
sche" beweringen en de ander een meer
actueele" exegese, waarin de speciale noo-
len van den tijd „betrokken" zijn, prof
Greijdanus houdt zijn eigen koers. Hij ver
onachtzaamt niet het licht, aan de kerk in
den loop der eeuwen geschonken. En hij wil
van zijn comntentaren geen preekenbundels
met Tiomiletische explicatie en applicatie
maken. Daar staat hij en het jaartal doet
niet ter zake. Zijn verleden is heden.
DEN HARTOGH.
Ds. B. ten Kate overleden
Dichter van Rotterdam's
Stedelied
Een werkzaam en welbesteed leven
Te Velp is gistermiddag in den ouder
dom van 88 jaar overleden ds. B. t e n
Kate, emeritus-predikant der Ned. Her
vormde gemeente te Rotterdam. Velen
zullen zijn verscheiden met ontroering
hebben vernomen, want ruim 30 jaar is
ds. ten Kate de ziel geweest van allerlei
arbeid in Gods Koninkrijk. Groote be
kendheid heeft de overledene vooral ver
worven als dichter van het bekende Rot-
terdamsche Stedelied.
Ds. B. ten Kate werd 23 October 1852 ge
boren te Avereest. Hij deed in 1871 admissie-
examen tot de Utrechtsche Universiteit Van
1871 tot 1877 studeerde hij onder de hooglee
raren van Oosterzee, Doedes, Ter Haar en na
dezen onder diens opvolger Prof. Beets. Reeds
toen was zijn dichters tal ent oorzaak, dat hij
mederedacteur werd der Utrechtsche Studen
tenalmanak.
Op 7 November 1877 volgde proponentsexa
men te Groningen Op 5 Mei 1878 deed ds. ton
Kate zijn intrede bij de gemeente te Lexmond,
waar hij bevestigd werd door zijn zwager Ds.
H. Hasselman. Op 14 November 1880 preek'e
hij te Lexmond afscheid wegens vertrek naar
Eibergen, waar hij 21 November 1880 beves
tigd werd, wederom door Ds. H. Hasselman.
Hier volgde zijn afscheid op 11 Maart 1888
wegens aanneming van het beroep naar Aal
ten, waar hij bevestigd werd door zijn broeder
Ds. H. ten Kate, destijds te Harderwijk.
Van Aalten vertrok Ds. ten Kate naar Rot
terdam, waar hij op 28 September 1890 be
vestigd werd door dr. J. Riemens. Denzelfden
dag hield hij zijn intree-predicatie naar aanlei
ding van 1 Cor. 9 16- Zeer sterk onder het
gevoel van roeping kwam Ds'. ten Kate naar
de Maasstad, waar hij gedurende ruim 30 ja
ren zich aan allerlei werk met al zijn gaven
en krachten heeft gegeven. Zoo ijverde hij o.a.
voor de Ned. Herv. Diaconesseninrichting aan
den Westersingel, waarvan hij sinds 1903 vele
jaren voorzitter van het bestuur is geweest.
Hij diende van 1900 tot 1904 de zending als
hoofdbestuurder van de Ned. Zending? veree
lt iging. Ook het jeugdwerk had zijn volle aan
dacht Hij was eerelid van de Chr. Jongeman-
nenvereeniging „Obadja", waar zijn Bijbel
lezingen bijzonder in trek waren en op dege
nen die ze bijwoonden, een onvergetelijken in
druk maakten-. Verder gaf hij zich aan de
Evangelisatie onder de zeevarenden en de
bootwerkers, alsmede aan het Emigranten-
werk. Hij was eere-voorzitter van de Com
missie van Barmhartigheid en medewerker
van de „Voorzorg", het orgaan van de Chr-
Nationale Werkmansbond.
Zeer heeft ds. ten Kate zich destijds inge
spannen voor het vermeerderen van de predi
kantsplaatsen in de Maasstad. De stichting
van de 17e en 18e predikantsplaatc is niet in
het minst door zijn toedoen tot stand gekomen.
Zoolang ds. ten Kate in Rotterdam was, heeft
hij gewerkt in de wijk van de Schiedamsche-
öijk en de Baan met omgeving. Het wijkge-
bouw „God is Liefde" aan de Schiedamsche-
dijk door vriendelijke onbekende gevers
geschonken aan de Evangelisatievereeniging
in wijk A was het centrum van al den ar
beid, die in dit stadsdeel werd verricht
Ds. ten Kate heeft destijds de feestrede ge
houden bij de inwijding varj de Koningmne-
kerk aan den Boezemsingel. Dat was op de
Tweede Paaschdag van het jaar 1907, die toen
op 1 April viel. Hij hield een predicate naar
aanleiding van Ps. 118 24: „Dit is de dag,
die de Heere gemaakt heeft. Laat ons op den-
zelven ons verheugen en verblijd zijn".
Zijn liefde voor de Maasstad heeft ds. ten
Kate vastgelegd in het bekende stedelied van
Rotterdam: ,,'k Heb u lief, Rotterdam, met
uw drukte en gewoel, waai het leven zoo
krachtig bruist". Ook was hij de dichter
van het lied. gezongen bij de eerste steen
legging van het nieuwe Stadhuis te Rot.er-
dam. Verder maakte hij het jubileumlied by
het 50-jarig bestaan van „Obadja", de feest
cantate bij het 50-jarig bestaan der Neder
landsche Zendingsvereeniging en een lied, ge
titeld „Aan de Koninginnekerk" ter gelegen
heid van de ingebruikneming van dit gebouw.
Ook is een bundel liederen van zijn hand ver
schenen onder den titel „Lindebladen".
In 1921 heeft ds. ten Kate emeritaat aan
gevraagd, hetgeen hem eervol werd verleend.
Na 43 jaar als predikant werkzaam te zijn
geweest, nam ds. ten Kate op 18 September
afscheid van zijn gemeente met dezelfde tekst,
als waarmee hij te Lexmond zijn ambtswerk
was aangevangen, n.l. Matth. 28 20: -.Ziet,
Ik ben met u alle de dagen tot de voleinding
der wereld'
Ds ten Kate, die jarenlang gewoond heeft
in hét huis van Gijsbert Karei van Hogendorp
aan de Leuvehaven, vestigde zich te Velp,
waar hij zijn woning ter herinnering aan de
Rotterdamsche periode in Zijn leven „De
Leuve" noemde. In het kerkelijk leven te Velp
heeft de gestorvene zich niet onbetuigd ge
laten. Jarenlang diende hij de kerk te Velp
als president-kerkvoogd.
Thans is na een korte ongesteldheid van
een paar weken aan dit arbeidzame leven
een einde gekomen De begrafenis zal plaats
vinden op Zaterdag a.s. om half drie op de
algemeene begraafplaats Crooswijk te Rotter
dam, waar het stoffelijk overschot in het
familiegraf zal worden bijgezet.
Ds. H. M. E. BREMER.
Ds. H. M. E. Brem er, Ned. Herv. predi
kant te Landsmeer heeft met ingang van 1
Juni a.s. emeri.aat aangevraagd.
Ds Bremer, geboren 22 Februari 1875, aan
vaardde 16 Febr 1902 de bedieningte Eg-
mond aan Zee. In 1914 vertrok hij naar
Brielle, in 1921 naar Breskens en in 1926 naar
Buiksloot. Sinds 30 April 1933 dient bij de
Ned. Herv. gemeente te Landsmeer.
INTERKERKELIJKE SAMENKOMSTEN
Te W o 1 v e g a heeft een sar
plaatsgevonden tusschen een deputatie v
kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente
die der Geref. Kerk. Besloten werd om in
betrekking tot zaken van practischen aard
met elkander geregeld contact te houden.
Bereids hebben beide kerkeraden gemeen
schappelijk vergaderd in de kerkeraadskamer
der Geref. kerk ter plaatse, welke vergade
ring door den pastor-loei dier kerk, ds. N.
Streefkerk werd gepresideerd en waar
in die van de Ned. Herv. gemeente, ds. A.
W u m k e s, een referaat hield over: „De
eenheid der Jce*k", w#3«op een ge*»nmee^ie
en broederlijke gedachtenwisseling volgoe.
Het ligt in de bedoeling het kerkelijk gesprek
dat nu een aanvang nam, ook voort te z*ttea»