van BOEKEN en SCHRIJVERS
KARAKTER, door F. Bordewijk.
Uitg.: Nijgh v. Dilmar, Rotterdam.
BORDEWIJK beeft in de roman „Karakter"
een boek gegeven dat in onze bibliotheken
meestal „uit" is in tegenstelling met zijn vroe
gere verhalen-bundels, als „Fantastische Vertel
lingen" (drie deelen) en een roman „Bint",
waarvan Dirk Coster heeft gezegd in „De Stem"
dat deze ontstellend-lugubere vertelling de
wraak moet zijn van een leeraar die geen orde
kon houden en zijn minderwaardigheidscomplexen
daarin heeft afgereageerd door een genadelooze,
demonische „tucht" in 't product van zijn zieke
lijke verbeelding gestalte te geven. Het is n.l. de be-
scnrijving van een school, waar de directeur met
zijn kei-harde naam „Bint" een soort terreur uit
oefent met behulp van een knokploeg van leer-
Hard is ook de titel van de veel-gelezen roman
Karakter. Het is een vertelling uit de Rotterdam-
scne zpken-wereld. In tegenstelling met „Bint" is
„ivarakter" een boek met een heel wat aangena
merkarakter. Het is de doodgewone geschie
denis van een jongen, die vooruit wil; zoo in den
geest van: Van de planken hut naar het Witte
Huis. Maar: doodgewoon wil niet zeggen dat het
talent van Bordewijk heel gewoon is, n.l. dat van
een verteller zonder meer. Hij heeft de gave ons
heel uitzonderlijke menschen te teekenen, allerlei
karakters, tot in 't grotesk-demonische toe. Een
der hoofdpersonen, een Rotterdamsche deur
waarder, Dreverhaven, ziet er zoo uit: een zware
gedrongen gestalte, gezet zonder buikigheid, eer
breed dan groot, een man met een machtigen
flambard op zijn hoofd. De hoed had veel gele
den, de man was onachtzaam gekleed. Zijn wijde
zwarte broek slobberde. Ofschoon het zomer was
droeg hij een slordigen zwarten demi-saison. Hij
droeg de jas open, de gekleede jas daaronder ook,
of h\j de jassen niet dicht had kunnen knoopen
over een borst als een hoogvlakte. Hij had de
handén in de zakken van zijn demi. Papieren
en enveloppen staken uit al de binnenzakken van
zijn jassen. Zij staken dreigend naar voren als
vaandels van een leger op het oorlogspad. In een
hoek van zijn mond hield hij een sigaar, onwaar
schijnlijk lang door een lange sigarenpijp, schuins
ietwat omhoog. Het was of een slagschip één
kanon dreigend hield gericht."
Merk op wat oorlogszuchtige beeldspraak de schrij
ver aandurft. Hij beeld ons een uitzonderlijke
figuur, maar die je aanvaardt omdat hij je gesug
gereerd wordt door de droge maar niettemin over
tuigende vormgeving der rake plastiek. Trouwens,
Bordewijk gaat, hoe realistisch ook, het gewone
realisme onzer Hollandsche nuchterheid te boven,
niet door het zijn gevoel mee te geven, maar zijn
vlijmende geestes-scherpte: sur-realisme zou het
met een aan de Fransche literatuur ontleende
benaming moeten heeten.
In den zoon van dezen deurwaarder culmineert de
harde niets ontziende zakelijkheid van den vader,
maar in edeler, gekuischtrr vorm: Jacob Willem
heeft n.l. van zijn moeder 'n andere erfenis meege
kregen: niets ontziende doortastendheid van wil.
Ziehier de sobere aanvang van zijn geboorte:
In het zwartst van den tijd, omtrent Kerstmis,
werd op de Rotterdamsche kraamzaal het kjnd
Jacob Willem Katadreuffe met de sec«io cnesarea
(keizersnede) ter wereld geholpen. Zijn moeder
was de achttienjarige dienstbode Jacoba Kata
dreuffe, zij werd by verkorting Joba genoemd.
Zijn vader was de deurwaarder A. B. Drever
haven, een man van achter in de dertig, toen
reeds bekend als het zwaard zonder genade voor
iederen schuldenaar die hem in handen viel".
Wonderlijk, buitenissig is het verhaal van die
jonge moeder, die haar kind niet naar den vader
mag noemen, overweldigd als hij haar heeft en die
zelfs niet met hem trouwen wil als hij het haar
herhaaldelijk voorstelt en die zijn postwissels
weigert eveneens herhaaldelijk haar gezonden.
Een meisje uit het volk, die dezen heer van zake
lijke importantie botweg van de deur afwijst en
die zelf zoo nuchter-scherp haar „val" veroordeelt
dat ze in trotsche haat afgeeft op haar sexe.
Een zoon van zoo'n moeder en van zoo'n vader,
wat een zeldzaam en toch weer eenvoudig gege
ven: die jongen moet wel karakter hebben en het
is aan den groei van dit sterke karakter dat
Bordewijk zijn bizondere vertelkunst heeft ge
wijd.
Ik zei zoo even: zeldzaam en toch weer eenvou
dig.
De kunst waarvan dit boek een specimen geeft,
is die der beton-harde zakelijkheid. Er klopt in
dit verhaal het hart van de stad, welker beeld de
schrijver herhaaldelijk voor ons oproept. Mis
schien zeg ik het niet goed: hét hart. want al is
Rotterdam de stad van de koude zakelijkheid, door
de ziel van die stad klinken ook andere harle-
tonen dan alleen van de Dreverhaven's en zijns
gelijken. En die andre tonen krijgen hier wel
een kans, maar ze worden overstemd, verdoofd
door die andere geluiden van faillissement, gel-
deliike neerganc. woeker en crediet. muziek in
de oren van den deurwaarder, die parasiteert op
den weedom van de oude binnenstad. De schrij
ver heeft lust zijn figuren symbolische namen te
geven, als b.v. aan de knechten van den lugube-
ren on-mensch: ze ljeefen' Hamerslag en Den
Hieper-boree, bijgenaamd: Kolengrijper.
Twee gebouwen worden uitvoerig ons uitgebeeld:
het advocatenkantoor waar Jacob Willem Kata
dreuffe zijn carrière begint, nadat deze mislukt is
in een sigarenzaakje, gekocht met voorschot van
een woekerbankje, de Maatschappij voor Volks-
crediet. Het werd een faillissement dat hem als
een fatum jaren lang zal vervolgen, zelfs als hij
meent er af te zijn. Hier ligt vooral de clou van
de roman, want door dat faillissement komt hij in
directe aanraking met zijn vader, en ook met het
advocatenkantoor, waar hij zijn opgang aan te
danken krijgt. Karakter dat toont hij in buiten
gewone mate te bezitten: onder de meest moei
lijke omstandigheden studeert hij voor het
Staatsexamen en bereikt aan 't eind zijn doel:
meester in de rechten. En rekent op meer dan
een manier met zijn vader af. Het gevecht met
dien woekeraar, dien demonischen deurwaarder,
man van „grooten bpdrijve" in kwade zaken,
loopt op diens nederlaag uit. En toch: als ze el
kaar ontmoetten in de finale en de zoon hem ver
wijt:een vader die mij mijn heele leven heeft
tegengewerkt, durft deze te zeggen: of méé ge
werkt.'.
In tweeërlei opzicht was dat waar: hij had van
zijn vader de heerserstrek der „streberei" en de
tegenwerking van zyn vader had hem gedreven
tot een „ausdauer" die hem bereiken deed wat
onmogelijk scheen.
Maar aan 't eind bemerkt Katadreuffe ook wat
hij in zijn harde nuchterheid had gepasseerd: de
liefde van een vrouw, die hem gelukkig had kun-
Wat in deze zakclijkheidsroman aan gevoel is
gespendeerd, blijkt alleen voor wie tusschen de
regels door kan lezen. De nuchtere, vaak doodge
wone recht-lijnige taal ontroert niet; maar het is
of de schrijver zich zelf teekent als het heet na
een vloekwoo:rd van zyn hoofdpersoon:
„Een man, in ontroering, huilt niet, hy vloekt."
Dit boek is geboren uit diepe ontroering om zoo
veel leegheid in levens door de demonie der zake
lijkheid gedreven als Dreverhaven die zijn
éigen jongen vervolgt; maar het is geen „gevoe
lig" boek geworden; het huilt er niet in; het
vloekt aldoor, al staat er zoo nu en dan maar een
vloek in. Het leeft er zoo vlak als de vloer van het
kantoor.
Of het dan nooit in zijn tegendeel omslaat, dus
sentimenteel is Misschien heeft hy zijn held
te „zoet" gezien, te kuisch temidden van zooveel
zwakke, alleen voor hun lusten levende indivi-
duën; we zeiden al dat deze kunst rechtlijnig is,
dus: zwart en wit heel streng gescheiden houdt.
Is ook de moeder niet van bovenmenschelijke
karakterkracht Een Dreverhaven buiten de
maat slecht Sur-realisme is deze kunst, die on-
Hollandsch aandoet in zijn geduchte over-drijving.
Maar er is wel de sfeer van het groote
advocaten-kantoor, d.L de demonie van den door-
gewinterden business-man, die voor niets staat
en waar de held van dit boek niet aan ent-
komen kon. Tegenover en naast hem is er de
kostganger van zijn moeder, Jan .Maan, een
idealist, die mij herinnert aan een anderen idea
list van byna denzelfden naam uit Joh. de
Meester's roman „Geertje", ook een Rotterdam
sche roman. Maandag heet hij daar, een toevlucht
voor Geertje zooals Jan Maan het was voor de
moeder van Katadreuffe; het is een communist.
Ten slotte: Bordewijk's kunst is droog en hard en
vlijmend-wreed als de verstarde en verharde
zielen dergenen die als hoofd- en bijfiguur fun-
geeren in een wereld die geen hoogere lusten
kent dan die van wat de Bijbel noemt: het vleesch.
Zoo is dit boek „Karakter" als een lang aange
houden klacht, als een monotone door-dringend-
felle aanklacht tegen zoo'n saamleving.
A. WAPENAAR.
STICHTELIJKE LECTUUR
DAT de aanwas van stichtelijke lectuur in de
laatste jaren vóór den oorlog niet zou afne
men, veeleer toenemen dóór den oorlog, is begrij
pelijk. Waar de zichtbare (en hoorbare!) dingen
het. menschel ijk hart overstelpen en de wereld,
met alles wat zij heeft en geeft, haar aantrekke
lijkheid op beschamende wijze inboet, wordt het
verlangen naar zielsverheffing sterker en richt
zich almeer het oog op de dingen, die niet ver
gaan. Zoo kwamen in een paar weken alweer
acht boeken en boekjes van de pers, die in djt
verband aandacht èn aanbeveling verdienen. De
op dit terrein zeer vruchtbare pers van Voor-
h oeve leverde in de reeds tot 47 nummers ge
stegen reeks „Brandende Kaarsen" twee
uitnemende boekjes af. Het eene „En toch is
God 1 i e f d e", van Prof. Dr F. W. A. Korf f,
bevat een kostelijk antwoord op de vraag-van-den-
dag hoe kan God liefde zijn bij een wereld als
van deze dagen Het andere, van Prof Dr P.
Stegenga Azn, geeft onder den titel „In de
nachtwake" aan, hoe onze levenshouding in
dezen tyd moet zijn, nu donkerheid en spanning
ons dagelijks vergezellen.
Een zeker aan velen welkome uitgave is een voor
onzen tijd bewerkte commentaar op de bekende
„Christenreis", van Bunyan. Onder den titel
„Eens Christen reis ln dezen tyd"
hebben de Di A. G. Barkey Wolf, O. Norel en A.
K. Straatsma ieder eenigé figuren uit dat nog
altyd actueele boek belicht, of wil men die figu
ren gezet in de lyst van onzen tijd. En dan blijkt,
dat ze nog volle beteekenis hebben; de auteurs
beschikken bovendien over de gave, dit met hei
lige ernst en in pakkenden vorm ons voor oogen
te stellen. Eindelijk is-er van derT uitgever Voor
hoeve nog een boekje van Prof. Dr P. Stegen
ga, „Bij de donkere po or t", dat ook weer
voor onzen tijd, doordreunt als hij wordt met de
mokerslagen van den gewelddadigen dood, bij
zonder geëigend is. De schrijver geeft geen be
toog, dorh vertelt uit zijn ervaringen aan ziek
en sterfbedden aangrijpende voorbeelden van de
De japenboomin het Vondelpark heeft ook nu nog niets aan attractie bij de jeugd ingeboet.
(Foto Pax-Holland)
'Jo^p,ap«uoS-'»..oAja,s '-...p suc|3 op uo JoPlo»
W Ur W»o.,>, op MO».
iF'MTTl.0" "S Ml 11 I
een eigenhandig geschreven testa
ment. En hy had God voorbygezien. Heel zake-
lyk heet het hier: „Hy had opeens behoefte niet
om op de godsdienst te steunen, want dat was
minderwaardig voor een man, maar toch om God
in te lyven in zyn leven als een gedachte waar
bij hy kon verwijlen."
Om het te zeggen met een boekhoudersterm: hij
had God vergeten, zelfs „pro memorie" op zijn
balans onder te brengen.
„Toen dacht hy er weer over hoe hy God bij
zich zou inlijven, niet als kapitalist, maar omdat
het thans het oogenblik was, nu hij op het punt
stond de reis te beginnen. Daar mochten geen la-
cunen zijn in de lading, alles moest netjes ge
stuwd liggen, ja, inderdaad, nu hy goed rond
keek, zag hy nog een ruim dat was overgeslagen.''
eSiuaa spun, 'ufiz ua^ojv""»"! u3aui«« 'Ir.
«a,p •sunSuot ut.2 »3inM»A
130
rijke vitaminebron hoeveelheden tot zelfs acht
millioen kilogram in Juni aangevoerd.
En om thans op de laatste vraag terug te komen
door het gebruik van deze nieuwe broodbe-
legsels kan men van het kaasrantsoen desge-
wenscht een deel voor het middagmaal reservee
ren. De kaas kan men in plaats van vleesch goed
verwerken door stamppot, een sausje, soep of
gToente. Wanneer men oude soorten raspt en
jonge en belegen sóórten in blokjes snijdt en door
de gerechten mengt, krijgen deze een pittigen
smaak en een hooger gehalte aan eiwit, vet, zou
ten en andere voor de voeding belangrijke stoffen.
Radijs," wortel, in het algemeen dagelijks wat
rauws, óók op de boterham, dat is de enkelvou
dige oplossing voor drie vragen des tyds
MANYA BEUKMAN.
Gij danl Weest ook bereid!
Twee menschen woonden aan den oever van
een groote rivier. Een tijd lang scheen alles
voorspoedig te gaan, maar daarop werd o'e een
door tegenspoeden bezocht; zijn gezondheid werd
ondermijnd; zijn runderen stierven Het scheen
of er een vloek op zijn velden rustte; bij werd
arm, en een voor een verlieten hem zijn vrien
den.
Het gevo'g was, dat hij gedurig moedeloos ter
neder zat op den oever, en zijn oog vestigde op
een woning aan de andere zijde der rivier ge
legen, waar een vrieno' woonde. En hij ver
langde bij hem te zijn. Velen hadden medelijden
met hem, terwijl hij »ijn buurman benijdde,
wien het alles scheen mede te loopen.
We'dra kwam er echter een bevel, dat zij beiden
zouden verhuizen naar o'e andere zijde van de
rivier. Zeer verschillend werd dit bevel d«*>r den
een en den ande» ontvangen. De arme had niets
te verliezen, maar w-el allee te winnen. Hij ver
langde te komen, waar zijn verwachting reeds
langen tijd was geweest. De rijke moest alles ver
ladenzijn schat en zijn hart was met o'e goe
deren die hij achterliet en hij verliet zijn wo
ning met wanhoop in het hart, want nu had bij
alles verloren.
Waar binnen enkele weken de vingerafdruk van heel Amsterdam genomen zal worden. In de
'Apollohal wordt de kunstijsbaan met spoed opgeruimd, om plaats te maken voor de tafels,
waaraan de ambtenaren zullen zetelen, die de persoonsbewijzen aan de imooners der hoofd
stad moeten uitreiken. (Foto Pax-Holland)
hangt uiteraard af van allerlei voor de hand lig
gende factoren, die we hier kwalijk behoeven te
hespreken. Maar is de toekomstige woonplaats
bepaald of wil men in de plaats, waar men thans
reeds woont, verhuizen, dan volgt voor iedereen,
het punt een huis te vinden, dat aan zooveel mo
gelijk wenschen voldoet.
Als regel is het zoo, dat, hoe grooter de plaats
js, des te moeilijker het juiste huis zonder hulp
is te vindfen. In sommige gemeenten kan men een
behoorlijk overzicht over de beschikbare wonin
gen krijgen door middel van een woningcourant
In alle plaatsen echter van eenigszins grooteren
omvang vinden we wel woningbureaux, waar op
verlangen inlichtingen verstrekt worden.
Js men wat de keuze betreft door werk of door
andere oorzaken aan een bepaald stadsdeel ge
bonden, dan geve men dit op, zoodat de lijst
van te huren woningen niet al te groot wordt en
zich niet in het oneindige verliest Sommige
bureaux hebben de opgegeven perceelen naar
huurprijs gerangschikt, waardoor het publiek
vlugger de gewenschte adressen kan krijgen. Daar
de verschillende huiseigenaren hun onbewoonde
perceelen niet aan alle woningbureaux opgeven,
is men wel verstandig, zoo men bij meer dan één
bureau opgave vraagt. Niemand behoeft met het
oog op het kostenvraagstuk bezwaar te hebben
tegen het gebruik maken van den dienst van een
woningbureau of makelaar.
Het huren van een nieuw huis biedt, indien het
nog niet geheel is voltooid, ontegenzeggelijk voor-
deelen, omdat de huurder in den regel nog eeni-
gen invloed kan uitoefenen ten opzichte van den
~bouw of de kleur der verf. Maar aangezien mo
menteel het aantal huizen, die juist aan de afwer
king toe zyn, door de beperkte bouwmogelijk
heden vry gering is, is het niet noodzakelijk, dat
we op dit punt nader ingaan. Wel kan men zeg
gen, dat een nieuw huis meestal practischer is
ingericht. Maar daartegenover staat, dat een oud
huis dikwijls droger is en over het algemeen min
der gehoorig en ook minder koud door de dikke
muren.
Een huis met tuin wordt vooral tegenwoordig, nu
velen wat willen tuinieren of konijnen of andere
dieren houden, bijzonder gewaardeerd. Men moet
evenwel tevoren de kosten van tuinaanleg en
tuinonderhoud niet uit het oog verliezen.
Wil men door den eigenaar veranderingen aan
gebracht zien, dan moet men die veranderingen
eerst behoorlijk overwegen en goed bespreken.
Op de volgende punten zal men bij het huren
zeker willen letten:
J. Verdeeling en inrichting van de kamers ten
opzichte van elkaar, zoodat het huis zoo prac-
tisch mogelijk bewoond kan worden;
2. Voldoende bergruimte;
3 Afwerking van muren, plafond en vloeren;
4. Watervoorziening en verwarming;
5. Het aantal en de plaats der stopcontacten;
6. Sloten der verschillende deuren.
Als het huis gehuurd moet worden, maakt de
eigenaar zelf of de makelaar het huurcontract op.
Soms ook gaat men hiervoor naar een advocaat
of notaris. Dit huurcontract moet in duplo worden
opgemaakt, één voor den eigenaar en één voor
den huurder. Men leze het contract alvorens het
te teekenen, goed na. Het betalen van de huur
vooruit is niet steeds gewoonte. In het contract
vinden we altijd huurprijs en huurtijd.
Huurt men een huis met een aantal optiejaren,
dan heeft men eigenlijk een verlengd huurcon
tract. Heeft men het huis bijvoorbeeld gehuurd
voor 3 jaar met 3 optiejaren, dan heeft de huur
der na het verstrijken van den eigenlijken huur
termijn het recht om voor den tijd der optie
jaren onder dezelfde voorwaarden weder in te
huren. De eigenaar heeft dus van zyn. kant met
betrekking tot het huurcontract dit bijzondere
recht van den huurder in acht te nemen.
Het maken van een plattegrond en het nemen
van maten zoodra het huis gehuurd is is aanbe
velenswaardig met het oog op de voorbereidingen
van de inrichting van het huis. Maar het zoeken
is dan al met succes bekroond en het huis ge
huurd, al zal men als regel alvorens te huren
enkele malen met centimeter of duimstok door
het huis van zijn of haar wenschen zyn geslopen.
Want aan het betrekken van een woning zit nu
eenmaal heel wat vast. Sterkte ermee
Drie vragen des tijds met een
enkelvoudige oplossing
ER zyn drie huisvrouwelijke problemen-van
dezen-tijd, die voor een goed deel in één keer
kunnen worden opgelost en deze oplossing is
eigenlijk zoo simpel.... als het bekende ei van
Columbus.
Ten eerste is daar de moeilijkheid Hoe kom ik
aan een smakelijke broodbelegging
Ten tweede ryst de vraag Kan heA, fruit, dat
thans zoo schaarsch is, misschien worden vervan
gen
En ten derde peinzen velen hieroverHoe kan
ik het middagmaal ook zonder vleesch volledig
maken
Welnu wanneer ge radijs, kool- of knolraap
en rauwe wortel op de boterham raspt en er des-
gewenscht wat zout over strooit, hebt ge niet
alleen een pittige, smakelijke broodbelegging,
doch tevens vervangt ge dan tot op zekere hoogte
het fruit. Het vitamine-gehalte van deze gewas
sen is evenals dat van citroenen, sinaasappelen
en grapefruit belangrijk en voor onze voeding
in dezen tijd van het jaar van bijzondere betee
kenis. Op deze wijze worden dus de twee eerste
vragen opgelostmen verbétert de voeding, het
huishoudbudget vaart er wél by ener komt
wat afwisseling in de eentonigheid van de koffie-
tafel-1941
Over enkele dezer gewassen wil ik U iets naders
vertellen, want weten we eigenlijk niet véél ,te
weinig van de eenvoudige, maar toch zoo gezonde
dingen, die deel behooren uit té maken van onze
dagelijksche voeding
De radijsjes behooren tot de familie der Kruis-
bloemigen. De eerste exemplaren komen uit bak
ken en z.g. „warenhuizen", de volgende echter
uit den vollen grond. De plant blyft klein en ont
wikkelt zich snel. zoodat onze tuinders haar
altijd als tusschengewas bij andere producten
telen, b.v. bij erwten, aardbeien, bloemkool en
wortelen. Daar radijs niet veel warmte noodig
heeft kan men haar reeds eind Februari begin
Maart zaaien.
Er zyn zomer-, herfst- en winterwortels en hoe
veel zorg de kweekers zich geven, om u smake
lijke peentjes te bezorgen moge o.a. uit het vol
gende blijken: wanneer de zomerwortels gezaaid
moeten worden van Februari tot Maart, wordt
het zaad eerst 24 uur in water geweekt en daar
na een week lang in een zakje opgehangen ter
kieming alvorens tot zaaien wordt overgegaan.
Den geheelen winter, tot April toe, worden de
winterpenen aangevoerd; daarna komen vooral
in Mei, Juni en Juli de tuinworteltjes op de vei
lingen; de laatste jaren worden van deze belang-
Charmante meisjesjurk
Bestelbon voor patroon no 80
Ondergetcekende wenscht te ontvangen het pa
troon van de meisjesjurk no 80. waarvoor by-
gaand het bedrag in postzegels.
Halve bovenwijdte
Lenete
Taillewiidte
Heu^wiidte
Leelt ïjd
Naam
Deze charmante meisjesjurk leent zich voor een
leeftijd van zes tot en met veertien jaar. Het
model is geschikt
voor elke voorko-
mende zomerstof,
zijde en crêpe.
Het kraagje kan
/'Y van dezelfde, stof
viJt y als die van de
jurk of van wit
v den gemaakt, al
naar de stof die
•»/r3r voor de jurk ge-
I W 1 kozen is, ver-
1 t eischt.
i rok beslaat
Y;*MW\\ i uit acht baanties'
,A\ I wat de jurk zeer
1 vlot en gekleed
'J /'TT, maakt. Het rui-
m 1**1 T k V V'me mouwtje is
L .WA van een man"
'I j t\ r»chetje voorzien,
Ail '*i p 1 <4 vcA de knoopjes, be"
LJ* |f staande of ge-
J*-. j maakt uit twee
kleuren, wanneer
de stof niet ge
bloemd of be
werkt is, zullen
de jurk meer ver-
By de bestelde,
op maat gemaak
te patronen,
wordt de benoo-
digde hoeveelheid
ff stof aangegeven.
Men meet de
volgende maten
De halve bovenwijdte, van middenachter, onder
den arm doorgemeten, tot middenvoor.
De lengte, van het hoogste punt op den schouder,
naast den hals, over den rug, zoo lang men de
jurk wenscht.
De taillewiidte, tamelijk slrak om de taille.
De heupwiidle, over het breedst van de heup,
glad gemeten.
De prijs van het op maat gemaakte patroon be
draagt 50 plus 7>/2 cent porto, toe te zenden
aan de Re.<ïctie van Van en Voor de Vrouw,
adres: Administratie van ons blad.
135