SUmnrr jCriïisrljr (Êauraiti
Abonnementsprijs
per 3 maanden 2.47, vermeerderd met
0.15 incassokosten. Per week 19 et
Losse nummers 5 ct. Zaterdagnummers
met Zondagsblad 714 ct Alles bi]
vooruitbetaling.
Advertentieprijzen
24 ct per regeL Ingezonden Mede-
deelingen 40 ct per regel. Minimum
5 regels. Bewijsnummer 5 ct Bij con
tract belangrijke korting.
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bur. Redactie en Administratie:
BREESTRAAT 123. LEIDEN
Telefoon 22710
(Na 6 uur 23166).
Postbox 20. Postrek. 58936
No. 6393
DINSDAG 1 APRIL 1941
21e Jaargong
0E GRAS- EN HOOI-
BESCHIKKING
v. Het was te verwachten dat de steeds ef-
;ectiever toegepaste controle op de hoogte
Ier pachtprijzen er toe zou leiden dat men
,loor middel van het verkoopen van gras,
tooilandverpachtingen en het inscharen
- an vee zou trachten aan de werking dier
,:ontróle te ontkomen.
Ten einde dit te voorkomen zijn thans
erkoopingen van gras al of niet op
■am van hooi, hooilandverpachtingen
in overeenkomsten betrekking hebbend op
iet inscharen van vee, onderworpen aan
'c "goedkeuring van het Pachtbureau.
Dvereenkomsten reeds tot stand geko-
n vóór de inwerking-treding van de
schikking (13 Maart 1941) moeten, voor-
a.it er uitvoering aan gegeven wordt, ook
nog de goedkeuring van het Pachtbureau
ontvangen.
Het Pachtbureau moet de overeenkomst
toetsen aan tweeërlei criterium.
In de eerste plaats mag de overeengeko
men prijs niet hooger zijn dan die welke
gold in het jaar 1939 vóór of op 1 Sep
tember.
Het Pachtprijsopdrijvingsbesluit is dien
overeenkomstig gewijzigd. Niet dus de
prijs per 1 September 1939, doch elk tijd
stip waarop tusschen 1 Januari 1939 en 1
September van hetzelfde jaar een derge
lijke overeenkomst werd gesloten, kan
maatgevend zijn.
Dit is klaarblijkelijk zoo gesteld om te
voorkomen dat van een in 1939 gesloten
overeenkomst op 1 September 1939 geen
prijs is vast te stellen, omdat op dien da
tum de overeenkomst niet gesloten of niet
van kracht was.
De verkooper van gras en hooi, of de
verpachter van hooiland en de eigenaar
die vee of paarden „aanneemt" in de wei
de, zal de overeenkomst dus ter goedkeu
ring bij het pachtbureau moeten inzenden
en daarbij de prijzen van 1939 moeten
overleggen.
Deze aanvrager behoort ook en dit is
.le tweede maatstaf ten genoege van het
Pachtbureau aan te toonen, dat hij reeds
gedurende één of meer seizoenen in het
tijdvak 19361938 vee in dezelfde weide
-*er inscharing heeft aangenomen of doen
r-^'men of gras en hooi (niet per ge-
u i£>«"heeft verkocht of doen verkoopen.
*e vorm van „verpachting" mag dus
rgelijking met de jaren 1936 tot '38
l uitgebreid worden. Zelfs moet het
inscharen van het vee plaats vinden op
dezelfde weide als voorheen geschied
de. Heeft een eigenaar dus in de hiervoor
genoemde jaren wel vee ingeschaard, doch
op enkele perceelen van zijn land, dan mag
hij thans daarvoor geen andere gebruiken.
Het Pachtbureau zal dus niet kunnen
volstaan met het goedkeuren van bepaal
de tarieven voor het inscharen van vee of
zekere verkoopprijzen van gras en hooi,
doch serieus, aan de hand van ingezonden
overeenkomsten, de verschillende criteria,
in de beschikking genoemd, moeten toepas
sen. (Uit de beschikking blijkt niet dat
iet gras ook slechts van dezelfde weiden
ïls voorheen mag worden verkocht, of al
leen hetzelfde hooiland van voorheen mag
worden verpacht).
Zelfs zal een onderzoek ter plaatse niet
achterwege kunnen blijven. Want de prijs
waarvoor een koe of pink in de weide ge
nomen wordt zegt niet voldoende. De kwa
liteit van den grond en de grasmaat spe
len daarbij een voorname rol.
Bovendien houdt het aantal stuks vee
lat per H.A. ingeschaard kan worden
nauw verband met de kwaliteit en de ver-
ileging van het land. Vandaar dat het
'achtbureau ook zal moeten nagaan hoe-
1 beesten op het betreffende land
cunnen en mogen worden ingeschaard.
Voor verschillende streken van ons land
dit een belangrijke beschikking. Vooral
>p het weiland langs de groote rivieren
vordt veel gras op stam verkocht, veel
looiland verpacht en vee ingeschaard. Al-
es meestal ten nadeele van een doelmati
ge verpleging van het grasland, en de so-
iale en economische positie van den boer.
Menschen ook eigenaren zijn ech
ter vindingrijk. Verkoop van hooi per ge
richt valt niet onder de beschikking. Men
:eeft den handel in hooi er buiten willen
ouden. Indien dus de eigenaar zelf het
-nd verzorgt en bemest en het gras in
ondienst laat maaien en hooien zou hij
rt gewonnen hooi per gewicht kunnen
erkoopen. Wij hopen niet dat het dien
ant uit zal gaan. Het risico is voor den
igenaar dan wel heel groot.
Men ziet hieruit echter hoe moeilijk het
het economisch leven bij Verordening
n Beschikking te leiden en te beheer-
chen.
Mr W. RIP.
ZON EN MAAN
Zonsopgang 2 April 7.14; ondergang 20.14
^Eerste kwarfhsr Zaterdag 5 April, volle
":wartier
Zondag
Het betalingsverkeer
met Duitschland
Deviezengrens opgeheven
100 RM 75.36
De Nederlandsche Bank te Amster
dam deelt het volgende mede:
Op 1 April 1941 houdt de deviezen-
grens tusschen het bezette Neder
landsche gebied en Duitschland op te
bestaan. Dientengevolge kan het we-
derzijdsche betalingsverkeer zich in
het algemeen wederom onmiddellijk
over particuliere credietinstellingen,
over de post enz. afwikkelen.
Tusschen de beide circulatiebanken, De
Nederlandsche Bank en de Deutsche
Reichsbank, is sedert langen tijd overeen
gekomen, dat aan alle transacties de
waardeverhouding 100 RM.=/ 75.36 wordt
ten grondslag gelegd.
Deze koersverhouding geldt voor de toe
komst ook bij wisseling van bankbiljet
ten en munten.
Verhooging omzet- en invoer-
belasting op tabaksfabrikaten
Uitgesteld tot 1 Mei.
In verbant met de verhooging van den
tabaksaccijns, welke op 1 April in werking
treedt en de onzekerheid, welke tijdens
de voorbereiding daarvan bij de industrie en
den handel bestond ten aanzien van den in
vloed van die verhooging op de detailprijzen
van tabaksfabrikaten, is het wenschelijk
voorgekomen de verhoogde heffmg van om
zetbelasting en invoerbelasting, welke voor
deze artikelen op 1 April in werking zou
treden, uit te stellen tot 1 Mei a.s.
Geen Engelsche luchtaanvallen
op ons land
Zaterdag noch Zondag zijn aanvallen van
Engelsche vliegtuigen op het bezette Neder
landsche gebied geméld.
De aflevering van melk
beperkt
Tot 85 procent van den gemid
delden dagomzet in een vroegere
periode
De secretaris-generaal van het departement
van landbouw en visscherij heeft, naar uit de
Staatscourant van gisteren blijkt, bepaald:
Het is aan hem die melk of volle melk aan
den verbruiker verhandelt of aflevert verbo
den per dag een grootere hoeveelheid daarvan
te verhandelen of af te leveren aan verbrui
kers dan overeenkomt met een hoeveelheid
van 85 pet van zijn gemiddelden dagomzet
aan verbruikers is de basisperiode.
Deze basisperiode is:
a. Hetzij de periode van 15 September 1940
tot en met 12 October 1940 voor die gevallen,
waarin gemiddelde omzet of aflevering per
dag over die periode kan worden berekend.
b. Hetzij de periode van 24 November 1940
tot en met 15 Maart 1941 voor die gevallen,
waarin een gemiddelde omzet of aflevering
per dag over de onder a. genoemde periode
wegens het ontbreken van gegevens bij het
betrokken standaardisatiebedrijf of bij den
betrokken slijter niet kan worden berekend.
Het is aan een standaardisatiebedrijf
verboden aan een afnemer per dag een
grootere hoeveelheid melk voor con
sumptie af te leveren dan overeenkomt
met een hoeveelheid van 85 pet. van de
hoeveelheid melk, welke het standaardisa
tiebedrijf in de basisperiode gemiddeld per
dag aan hem voor consumptie heeft af
geleverd.
Het bepaalde geldt met dien verstande, dat
de voorgeschreven maximum dagomzet,
respectievelijk maximum aflevering per dag,
op Zaterdag mag worden verdubbeld.
Bij de berekening van den gemiddelden om-
zei of aflevering per dag en van den maximum
dagomzet of maximum aflevering per dag
blijven de leveringen aan of ten behoeve van
ziekenhuizen, sanatoria, kinderkolonies en
daarmee gelijk te stellen inrichtingen, alsmede
de leveringen ten behoeve van zieken en aan
scholen ingevolge de schoolmelkregeling,
buiten beschouwing.
De directeur-generaal van de voedselvoor
ziening is bevoegd om in naar zijn oordeel
hiervoor in aanmerking komende gevallen of
groepen van gevallen de hoeveelheid melk of
volle melk, welke maximaal mag worden ver
handeld of afgeleverd, te verhoogen of te ver
minderen.
„Opleidingskamp A D." - Suggestieve wegwijzers duiden de plaats aan,
kampen van den Nederlandschen Arbeidsdienst zijn gevestigd.
Duitsche, Italiaansche en Deensche
schepen door Amerika in beslag genomen
Vermoedelijk leidt deze maatregel de
algeheele overneming in
Uit „voorzichtigheids
overwegingen"
Het D.N.B. meldt uit Washington:
Naar aanleiding van het overnemen van
Italiaansche schepen door de Amerikaan-
sche autoriteiten, zooals door Associated
Press gemeld, meldt dit zelfde agentschap
nog, dat de onderstaatssecretaris van het
ministerie van financiën Herbert Gaston
heeft verklaard, dat deze stap een zuivere
voorzichtigheidsmaatregel is, die voortge
vloeid is uit het toepassen van de bepalin-
ONZE STAATSSCHULD
Mr. Trip is als secretaris-generaal van het
departement van Financiën en als directeur
van de Nederlandsche Bank heengegaan. Naar
we uit een artikel in een aan de bezettende
macht zeer welgezind blad hebben gelezen,
zou zijn ontslagaanvrage een gevolg zijn van
de overtuiging, dat de toestand van 's lands
financiën van dien aard is, dat hij er de ver
antwoordelijkheid niet langer voor wenschte
te dragen. Van dat gevoelen zou hij „ter be-
voegder plaatse" hebben doen blijken.
De vraag ligt voor de hand: hoe staat het
dan met onze staatsschuld?
Deze vraag# stellen staat echter niet gelijk
met haar beantwoorden.
Nieuw is zij intusschen niet. Ook in het ver
leden is ze menigmaal vernomen en dan met
zorg beantwoord door hen, die de verantwoor
delijkheid voor 's lands financiën droegen.
Enkele cijfers uit dien tyd zal men zich wel
licht nog herinneren.
Op 31 Dec. 1940 bedroeg de geconsolideerde
staatsschuld 3,587 millioen 447 millioen
meer dan een jaar te voren terwijl er
bovendien, na aftrek van 373 millioen aan
vorderingen, een vlottende schuld was van
1387 millioen.
Daar zitten reeds de mobilisatie- en oorlogs
kosten in. Na 14 Mei 1940 zijn verder te onzen
laste gekomen de kosten van het bezettings
leger, die wel eens geraamd zyn op 150 mil
lioen per maand, zoodat het duidelijk is, dat
de vlottende schuld sinds de intrede van 1941
ook verder nog belangrijk is opgeloopen.
Van het totale bedrag is eerst onlangs 500
millioen in vaste schuld omgezet.
Men zal opmerken, dat sedert ook de in
komsten zijn verhoogd door opvoering der be
lastingen. Inderdaad. Hoe groot de opbrengst
daarvan is, is ons evenwél onbekend. We heb
ben wel eens hooren verluiden, dat daardoor
de staatsinkomsten met 400 millioen zullen
stijgen tot 1200 millioen. Eerstgenoemd cijfer
gaat er van uit, dat ook het volksinkomen
niet onbelangrijk toegenomen is.
Rekent men nu bij die 1200 millioen, noodig
voor dekking van de gewone uitgaven, ook
nog de bezettingskosten, dan komt men totaal
tot het voor onze begrippen bijna ontstellen
de cijfer van om en bij 3,000 millioen gulden
aan staatsuitgaven per jaar, als we daarbij
tevens begrijpen een bedrag aan voorschotten
voor verschillende doeleinden, waartoe we
eveneens verplicht zyn.
Waar moeten we dat vandaan halen, gezien
het cijfer onzer belastingbiljetten en van aller
lei andere heffingen, zoo zal menigeen vra
gen.
Ter beantwoording van deze vraag zullen
we ditmaal de uiteenzetting laten volgen,
welke door Mr. von Brücken Fock gegeven is
in het Nationale dagblad, waarop we in den
aanvang van ons artikel reeds doelden.
De rekening van den genoemden econoom is
de volgende:
De „gewon e" (loopende) Staats
uitgaven kunnen wij, gezien het toene
mend aantal ambtenaren en de stijgende
loon- en salariskosten, zeker stellen op
een bedrag van 900 a 1000 millioen,
vermoedelijk nog meer. Dan komt daarbij
het bedrag der „buitengewone uitgaven"
(openbare werken enz) van rond 200
millioen. Feitelijk moeten wij dit bedrag
bezien tezamen met debijdragenvan
den wederopbouw, die gedurende
dit jaar wel grootendeels zullen worden
gecrediteerd aan de getroffenen, maar
daarom lang nog niet alle zullen kunnen
worden „verbouwd" en dus slechts de be-
grootingspositie belasten, maar daarom
nog niet in hun totaal de kaspositie van
het Rijk. Stellen wij het geheel der hui
dige oorlogsschadevergoedingen op een
600 millioen, dan zullen daarvan gedu
rende 1941 wel niet meer dan 200 mil
lioen'tot uitbetaling komen. i
Dan komt het bedrag der bezet
tingskosten. Hoeveel daarvan uit
eindelijk ten laste van de Nederlandsche
schatkist zal komen, onttrekt zich aan
alle althans aan onze beoordeeling.
Voorshands moeten wij ze in allen gevalle
betalen. Wij weten uit de laatste periode
der Nederlandsche parlementaire ge
schiedenis, dat de mobilisatiekosten wer
den geschat op ten minste 800 millioen
petr jaar. Neemt men in aanmerking,
dat de Duitsche bezetting numeriek zeker
niet minder zal zijn, en dat bovendien nog
een aanmerkelijk civiel bestuursapparaat
in tal van gebouwen, groote particuliere
woningen, villa's, buitens enz. is gehuis
vest, dan lijkt het ons niet te boud ge
sproken, indien •yvij de bezettingskosten
op een bedrag van 1200 millioen per
jaar ramen.
Wij komen thans tot de „voor
schotten aan derden". Wij doelen
daarmede op verschillende posten,die
onze clearing met het buitenland oelas-
ten, doch die inmiddels door de Neder
landsche schatkist moeten worden gefi
nancierd. In de eerste plaats noemen wij
het saldo van onzen uitvoer (naar
Duitschland) boven onzen invoer van
daar. Wij moeten daarbij ook vooral niet
vergeten, dat het plaatsen van Duitsche
opdrachten bij de Nederlandsche industrie
ter waarde van 1000 millioen over het
eerste kwartaal, indien dit zoo zou voort
gaan, beteekenen zou, dat het veredeiings-
loon, dat in die opdrachtsom is begrepen
zeg gemiddeld 30 pet. over het jaar
gerekend een bedrag van 1200 millioen
zou uitmaken, dat geheel door de Neder
landsche schatkist zou moeten worden ge
financierd.
In de tweede plaats noemen wy de
geldzendingen onzer in Duitschland te
werkgestelde arbeiders naar hier. Daar
door hen in doorsnee zeer goede loonen
worden verdiend, mede als gevolg van
langeren arbeidsduur dan nier te lande
er zijn er, die gemiddeld 60 per week
naar hier zenden), kan men zonder over
drijving met een gemiddelde geldzending
van 20 per week rekenen. Dat zou per
jaar voor 100,000 arbeiders 100 millioen
uitmaken, die alweer de Nederlandsche
schatkist moet financieren.
In de derde plaats wordt de clearing
aan Duitsche zijde nog belast door de
rentebetalingen op Nederlandsche
beleggingen in Duitschland, die thans in
hun volle bedrag getransfereerd worden.
Daar onder het systeem der transferpro
tocollen de renteremise uit Duitschland
rond 35 millioen bedroeg, kan men
ze^er met een bedrag van 50
millioen 's jaars rekenen, die door Neder
land gefinancierd worden.
Dan worden nog steeds hier te lande
Duitsche „Reichskreditkassen-
scheine" en Duitsche bank
biljetten ter inwisseling aangeboden
die gedeeltelijk wel ongeoorloofd hier te
lande binnen zullen zijn gekomen. Naa'
ons ter oore kwam. zijn daarmede dei
laatsten tijd tientallen millioen gemoeid
geweest, en gaat dit nog door. Laten wij
hiervoor ook nog eens een bedrag van
50 millioen vor het geheele jaar aan
nemen. Wij komen zoodoende tot een
totaal aan voorschotten voor Duitsche
rekening van 1400 millioen over het
jaar gerekend, ongeacht onze vordering
op Duitschland wegens meerderen uit
voer van landbouwproducten dan invoer
van machines e.a.fabrikaten en van
grondstoffen anders dan ter veredeling.
Hoewel minister Fischböck ons dezer dagen
verklaard heeft, dat-iii- en uitvoer elkaar
ongeveer compenseeren, zullen wij met
het oog op den aanzienlijken ongecon-
troleerden uitvoer, vooral naar het Zui
den, het bedrag van ons uitvoersaldo
naar Duitschland met een jaartotaal van
100 millioen opnemen. Ons handels
verkeer met de overige landen is eerder
passief, en kan dus buiten rekening
blijven.
Tellen wij thans de diverse posten, die
door de Nederlandsche schatkist moeten
worden gefinancierd, bij elkaar op en
trekken we de geschatte staatsinkom
sten ad 1200 millioen daarvan af, dan
komen wij tot een totaal aantal mil
lioen van 1000 200 1200
1400 100 1200 of 2700
millioen, terwijl uit de vermeerdering
onzer staatsschuld op de tegenwoordige
basis slechts een jaarbedrag van rond
2000 millioen resulteert. Het verschil
is gelegen in de financiering der ver-
edelingsopdrachten, die pas een paar
maanden aan den gang zijn, en waar
mede, naar wij zagen, wellicht een be
drag van 1200 millioen per jaar ge
moeid is. Daartegenover staat dan weder
dat de vermeerdering van de belasting
opbrengst door ons met een 400 mil
lioen is aangenomen. Doch een en ander
zou toch medebrengen, dat de Staat
netto een bedrag van ruim 2 bit milliard
gulden per jaar door schuldopname zou
moeten financieren, dus nog 300 mil
lioen minder dan uit de vermeerdering
onzer staatsschuld zou blijken. Het ver
schil is gemakkelijk te verklaren uit de
rekbaarheid der hierboven aangenomen
bedragen".
Natuurlijk hebben we hier met globale
becijferingen te doèn. Ze maken echter den
indruk de realiteit vrijwel te benaderen. We
zijn in die gedachte versterkt door hetgeen
we vernamen uit den kring van hen. die
geacht kunnen worden in staat te zijn de
situatie min of meer te kunnen overzien.
Wellicht zal deze of gene de ontwikkeling
van de schuldpositie van den staat als min
of meer gevaarlijk aanvoelen en voor beden
kelijke gevolgen beducht zijn.
Naar den ouden maatstaf zou men het mis
schien zoo kunnen bezien, nu we met onze
staatsschuld gekomen zijn op een bedrag dat
zich beweegt op de hoogte van het volks
inkomen. Maar we leven thans in een ande
ren tijd en het is oorlog en oorlog kost geld,
veel geld. Mocht die oorlog nog langer duren
dan 1941 en met die mogelijkheid wordt
ook van Duitsche zijde rekening gehouden
dan zijn we er met de 5 milliard van nu
nog niet. Wat het in dat geval worden kan,
laat zich slechts vermoeden. Vast staat, dat
dan nog andere sprongen te zien zullen zijn
met onze staatsschuld dan in de jarrn 1914
1918 En niet alleen bij ons, zooals eveneens
wel duidelijk zal zijn.
Andere tijden, andere middelen, zeggen
thans zij, die het richtsnoer onzer financieele
politiek bepalen en zij steunen daarbij op de
ervaring in eigen land, die men heeft het
meermalen kunnen lezen een succes is
geworden. De kosten van den oorlog zyn
daar uit het volksinkomen betaald door een
stelsel van toeneming van staatsschulden door
conj unctuurpolitiek.
Deze gedachte schuilt 'ook in het artikel
van den heer v. Brücken Fock. Om niet te
lang te worden stellen we ons voor daarop
nog met een kort woord terug te komen.
gen van de anti-sabota gewet, die uit den
wereldoorlog dateert. Dientengevolge kan
ieder schip, dat in een Amerikaansche
haven' door de eigen bemanning wordt
verwaarloosd, tot eigendom der Ameri
kaansche regeering verklaard worden.
Roosevelt heeft dezen maatregel goed
gekeurd.
Omtrent de Italiaansche scnepen meldt
Associated Press voorts, dat de toekomstige
status dezer schepen nog unzeker is. De
woordvoerder van het miniterie van finan
ciën, waaronder de kustwacht ressorteert,
heeft te kennen gegeven, dat binnen een of
twee dagen een beslissing te verwachten is.
Vooralsnog heeft het geen bericht ontvan
gen, dat tegen officieren of leden der beman
ningen aanklachten wegens sabotage zijn in
gediend. De bemanningen zijn big de kust
wacht in verzekerde bewaring. In totaal wer
den 28 Italiaansche schepen in, bewaring ge
nomen, waaronder de Comte Biancamano
'20,000 ton), die te Cristobal door de mili
taire autoriteiten werd bezet. Alle andere
schepen zyn door de kustwacht bezet.
Naar het D.N.B. uit New York meldt,
heeft de regeering der Ver. Staten volgens
de Associated Press 36 in Amerikaansche
havens liggende Deensche schepen overge
nomen. Het departement van financiën heeft
als motiveering aangevoerd, dat aan eenig
materiaal pogingen tot sabotage te zien zijn.
Daarom heeft men de schepen op grond van
de wet op de spionnage moeten overnemen.
Van de 36 Deensche schepen liggen er 15 in
New York, acht in Baltimore, twee in Phi
ladelphia, twee in Norfolk, twee in Los
Angeles en twee in Jacksonville, een in Port
land en een in Harbour (Washington.)
Minister Huil heeft thans op zijn perscon
ferentie, naar het D.N.B. uit Washington be
richt, mededeélingen gedaan over de inbe
slagneming van Duitsche en Italiaansche
schepen. Hij noemde dit een „zuiveren ver
dedigingsmaatregel", waarbij hij liet door
schemeren, dat de bemanning der schepen
door sabotage de Amerikaansche scheepvaart
zou kunnen belemmeren. Op de vraag, of het
departement van buitenlandsche zaken de re
geeringen van Duitschland en Italië van de
inbeslagneming in kennis zou stellen gaf Huil
een ontwijkend antwoord door te verklaren,
dat de door de Amerikaansche regeering ge
troffen maatregelen doeltreffender zijn dan
woorden. Huil zeide, geen inlichtingen te kun
nen geven over het definitieve lot der in be
slag genomen schepen. Hij wilde zich even
min uitlaten over de beschuldiging van sena
tor Wheeler, die had gezegd, dat de maatrege
len der regeering tegen de Duitsche en Itali
aansche schepen de Vereenigde Staten nog
dichter bij den oorlog hadden gebracht. De
minister eide slecht-, dat de regeering den
koers volgt, die steun voorsenrijft aan Enge
land en aan staten, welke zich in een derge
lijke positie bevinden.
Se bemanningen van de 27 Italiaansche
schepen m 14 Amerikaansche havens, die
in den nacht van Zondag op Maandag door
gewapende afdeelingen van de Amerikaan
sche kustwacht zijn bezet, zijn volgens Asso
ciated Press naar het binnenland over
gebracht, waar zij onder toezicht verblijf
houden. Officieus wordt verklaard, dat deze
bemanningen waarschijnlijk onder de hoede
der regeering zullen blyven evenals de in de
V. S. aanwezige bemanningen van tot zinken
gebrachte Duitsche schepen.
Vice-admiraal Russel, de bevelvoerder der
kustwacht, verklaarde, dat de Deensche
schepen „in. bescherming" waren gesteld,
daar men daden van sabotage vreesde, wel
is waar niet van de zijde der bemanning
doch „van andere zijde'". Er hebben zich
echter geen daden van sabotage voorgedaan
en er is ook geen poging tot sabotage onder
nomen. Op de vraag of de bescherming een
inbeslagneming inleidt, werd verklaard dat
dit niet het geval is.
Het Journal American meldt onder zware
koppen, dat cle Vereenigde Staten mogelijker
wijs de 66 in Amerikaansche havens gelegen
schepen, die onder bewaking geplaatst zijn,
aan Engeland ten dienst zullen stellen.
Naar het blad uit Washington verneemt, is
de maatregel van Zondag slechts de inleiding
tot de officieele overneming vari de Italiaan
sche, Duitsche en Deensche schepen door de
Amerikaansche regeering.
Hét blad meent voorts te weten, dat de
in beslag genomen Duitsche en Italiaansche
schepen onder Amerikaansche vlag in den
dienst op Zuid-Amerika en in de vaart op
den Stillen Oceaan gebracht zullen worden,
terwijl het grootste deel van de Deensche
schepen ter beschikking van de Engelschen
zal worden gesteld, om de leemten aan te
vullen, die door het Duitsche duikboot
offensief veroorzaakt zijn. (D.N.B.)
Senator Wheeler heeft over dezen maat
regel van de Amerikaansche regeering ver
klaard, dat er geen rechtsgronden voor deze
inbeslagneming bestaan en dat dit feit een
nieuwe oorlogsdaad van de Amerikaansche
regeering vormt.
De bemanningen van het Italiaansche schip
Fella en het Duitsche Eisenach, hebben hun
schepen in brand gestoken. Men vreest, dat
de vaartuigen verloren zijn. De havenpolitie
begaf zich aan boord van de schepen en
stelde de bemanningen in arrest. (U.P.)
„Mogelijk een gebeurtenis van
historische beteekenis"
U.P. meldt uit Berlijn:
Over de inbeslagneming van Italiaan
sche en Deensche schepen in de Ver.
Staten werd van gezaghebbende zijde
verklaard: „dat is mogelijk een gebeur
tenis van historische beteekenis". De
Duitsche houding hiertegenover zal later
bepaald worden. „De geheele aangelegen
heid moet eerst nauwkeurig bepaald
worden, tot dat tijdstip kunnen wij niets
over onze houding en over de mogelijk
heid van represailles zeggen.'" In ant
woord op een desbetreffende vraag werd
gezegd, dat men niet kon verklaren of
Berlijn den Amerikaanechen maatregel
als een „oorlogshandeling" zou beschou-
Zwijgen van het Deensche en het
Duitsche gezantschap
U. P. meldt uit Washington:
Naar de kustwacht mededeelt, zyn niet 36
doch 35 Deensche schepen bezet.
Het Deensche gezantschap heeft gewei
gerd zich over dezen maatregel uit te
laten. Op het Duitsche gezantschap zeide
men, dat men in deze aangelegenheid
niets zou ondernemen, daar de Deensche
regeering in het bezit van haar volle
souvereiniteit is. Over het beslag op de
beide Duitsche schepen was deze am
bassade nog niet ingelicht.
Duitsche schepen in Amerika
Uit Washington verneemt het Duitsche
Nieuwsbureau:
Het ministerie van financiën heeft volgens
Associated Press medegedeeld, dal op twee
Duitsche schepen in Ama-ika bij wijze van
„beschermingsmaatregel" wachtposten zijn
geplaatst. De schepen komen, zoo verklaarde
Gaston, de plaatsvervangende staatssecreta
ris van financiën, hierdoor niet onder Ameri
kaansche hoede. De Duitsche bemanningen
blijven aan boord. j
De zender van Costa Rica heeft volgens
D.N.B. medegedeeld, dat de bemanning van
de in de haven van Punla Arenas liggende
Duitsche vrachtboot Hela het schip in brand
heeft gestoken om inbeslagneming te voor-
Kerk en Onderwijs
Geref. Kerken
Beroepen: te Harlingen, A. Bos te Hooger-
smilde.
Chr. Geref. Kerk.
Ned. Herv. Kerk
Drietal: te Egmond a.d. Hoef. C. M. Veen-
huysen em. te Amsterdam, cand. P. Mentzel te
Amsterdam en cand. J. de Jongh te Rotterdam,
r. te ggmond a.d. Hoef, cand.
P. Menzel.
Beroepi
A. Barendrecht
Te Westbroek en Achctienhove
Doonsgez. Kerk
A a ngenomen: naar AssenStadskanaal,
H. J. de Wilde te Wieringen.
AFSCHEID EN INTREDE
Ds. M. de Goede, van Breukelen, die
een beroep naar de Geref. kerk van Utrecht
aannam, zal Zondag 25 Mei a.s. bevestigd
worden door ds. P. Ch. van der Vliet. Donder,
dag 29 Mei zal hij zijn intrede doen.
Ds. J. L. BRINKERINK
Door ds. J. L. Brinkrink, Ned. Herv. pred.-.
te Eext (gem. Anlo), die sinds eenigen tijd-
met ziekteverlof is, is met ingang van 1 Juli
a.s. emeritaat verleend.
Ds. Brinkerink is 50 jaar. Hij was predi
kant te Graft, te Knollendam, te Spankeren
en van 1927 tot 1936 in Ned. Oost-Indië.
Daarna arbeidde hij te Nes op Ameland en
te Groot Schermer en sinds 23 Juni te Eext.
GRAFSTEEN Ds. J. L. SCHOUTEN
Op Zaterdagmiddag 5 Aprü a.s. zal om 3
uur op het graf van wijlen ds. J. L. Sc h o u-
t e n in leven predikant van de Geref. kerk
van Amsterdam en praeses van de generale
synode en president-curator van de Theol.
Hoogeschool te Kampen, op de begraafplaats
„Zorgvlied" te Amsterdam een grafsteen wor
den onthuld en aan de familie overgedragen.
GRAFSTEEN Ds. W. DE LANGE
De kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te
Woerden heeft het initiatief genomen om op
het graf van wijlen ds. W. de L a n g e, die in
Februari aldaar overleed, een grafsteen te
plaatsen.
ONDERWIJSBENOEMINGEN
Voorthuizen. Dr. v. d. BerghschooL
Tot hoofd: de heer E. W. H o g e w e g,
hoofd der Chx. school te Scharnegoutum.
Woudsend. Chr. school. Tot hoofd: de
heer S. de Jong, hoofd Chr. school te Oud-
leusden.
D o k k u m. Chr. Ambachtsschool. Tot lee-
raar bouwkunde: de heer H. G. Mo en,
bouwk. téekenaar bij den bouwk. dienst der
Rijkswerf te Den Helder.
's-Gravenhage. Oranje NassauschooL
Tot kw. m. a. vakond. handteekenen: dé heet
H. Frankema te Lemmer.