STAAL GOLFCARTON- CONSTRUCTIES A.DE JONG Rad ioprogram ma DE WERELDREIS VAN PROFESSOR SPU ZATERDAG 15 FEBRUARI 1941 pag. De boekentafel 8AXOFRISIA De tweede jaargang van het tweemaande- lijksch tijdschrift „Saxo-Frisia" is compleet gekomen met het dezer dagen verschenen nummer. Daarom wordt de inhoudsopgave er meteen bijgevoegd. Dit zesde nummer begint met een artikel van dr. W. J. Formsma over de Friesche kolonisatie te Kuinre in de 12e eeuw. In 1165 kregen de Friezen van bisschop God fried »en stuk grond onder zekere bepalin gen. De omschrijving die er bij gegeven werd wordt door dr. Formsma onderzocht en hy komt dan tot de conclusie dat het geschon ken land de heerlijkheid, nu de gemeente, Kuinre is. De Friezen van Lammerbroek hebben in het mondingsgebied van Kuinder en Linde de waterafvoer verbeterd. Ze heb ben daartoe een nieuwe benedenloop van de Linde gegraven. Er werd een dijk langs gelegd, waarop of waarbij een kerk werd gebouwd, n.l. die van het latere dorp Kuinre. J. Naarding beëindigt zijn artikel over de Boo, een Drentsche benaming, waarop wij vroeger reeds de aandacht vestigden. Over dit vraagstuk is nog geen algemeen aanvaarde oplossing bereikt. Naar de m«;- ning van Prof. K a p t e y n verdient het van een ruimer gezichtspunt beschouwd te wor den dan het Friesche en Saksische alleen. Hierop zal dan in een der volgende nummers nog nader worden ingegaan. Dr. D. K a 1 m a vervolgt zijn kroniek de Friesche letteren, terwijl enkele kleinere bijdragen het nummer besluiten. HISTORISCH TIJDSCHRIFT Dezer dagen is de Februari-aflevering uit gekomen van het Historisch Tijdschrift. Zoo als men weet verschijnt dit viermaal per jaar en wordt het uitgegeven door de Drukkerij Henri Bergmans te Tilburg. Het artikel dat het grootste deel van deze aflevering vult is van D. Vermaseren, en het handelt over „Leven en Werken van Michael ab Isselt". Deze ab Isselt is een figuur uit de Contra-Reformatie, die ongeveer 1550 a 1553 geboren moet zijn. Sommigen zeg gen van in Amersfoort; anderen in Dokkum. Zijn vader was geneesheer en heeft in beide plaatsen gewoond. Vermaseren is het eens met het standpunt van Van Sasse van Ysselt, dat Dokkum de plaats moet zijn, waar deze priester het levenslicht heeft aanschouwd. Verder bevat het artikel een tot in details gaande levensbeschrijving, waarna gecon cludeerd wordt, dat ab Isselt een rusteloos en buitengewoon wcvkzaam leven heeft geleid. Hij werkte actief mee aan de Contra-Refor matie in deze landen en het groote doel van zijn leven was „de ketterij bestrijden", gelijk te verwachten was van een vurig vereerder en aanhanger der r.-kath. leer in het laatst der zestiende eeuw. Maar behalve dit wordt ook getuigd dat hij zijn heele leven lang „zich aan de zielzorg in de practijk" gewijd heeft. Historisch is het eerste een belangrijk ge zichtspunt, het laatste is wat ons in deze tijd in de geestelijkheid het meest aantrekt en wat we ook het eerst van hen mogen verwachten. Een bibliografie wordt aan het slot van het artikel gegeven. Tijdschriftenrevue volgt daarna nog. met een inhoudsopgave van de afgeloopen negen tiende jaargang. Sil, de Strandjutter, door Cor Bruijn. (Nijkerk, G. F. CaUenbaoh. Het aantal goede streekromans die in ons land zijn uitgekomen, is door dit werk van Cor Bruijn weer met één vermeerderd De lezer wordt binnengeleid in de sfeer van het eiland Terschelling, Skylge, zóoals het in de taal der bewoners, een dialect van het Friesch, heet. Deze menschen zijn gehecht aan hun grond, ze zijn er mee vergroeid; maar even zeer zijn ze gehecht aan de zee Elk van die boeren is in hart en nieren ook strandjutter; wat de zee op het strand werpt, is voor hen. Ze zouden u vreemd aanstaren als ge hun zoudt zeggen, dat het vergrijpen is aan ander mans goed als ze het naar huis brengen, in plaats van naar den burgemeester-strand vonder. Vanuit dit oogpunt moet men ook het conflict bezien tusschen Sil en zijn zoon Wietse. Deze laatste gaat er andere gedachten op na houden, en daaruit ontstaat de ver wijdering. Maar als het goed eenmaal binnen het duin is, dan is het veilig, men kan het gerust laten liggen, niemand zal het mee nemen. Daarom voelt Sil het ook zoo erg aan als een vat wfjn dat hij had gevonden, daar vandaan verdwenen is. Het boek is verder vol van al dergelijke folkloristische trekken. De schrijver heeft op schitterende wijze weergegeven hoe de be volking zich aan de "grond verbonden voelt, hoe him leven niet een vrijheid is zooals een stadsmensch zich die wel eens denkt. Iemand uit een groote stad is in de grond der zaak veel vrijer en individualistischer, op het platteland heerschen ongeschreven wetten, die men moet eerbiedigen en die ook door ieder geëerbiedigd worden, op straffe van uitslui ting uit de gemeenschap. Iemand die niet tot die gemeenschap hoort, komt er niet „in", of tenminste niet gemakkelijk. Zoo laat dit boek ons deze menschen zien. Of ook deze banden de laatste tij^i niet veel losser zijn geworden? Vermoedelijk, ja zeer zeker, wel. Maar Cor Bruijns figuren leven zoowat in het laatst der vorige eeuw; er is tenminste sprake van houten schepen die zoo lang zamerhand door ijzeren vervangen worden, en van iemands grootvader die in de zestiger jaren op zee voer. Dus leefde Sil met z'n gezin zoowat vóór de groote verschuiving begon, op de grens van twee werelden. Maar regionale kunst hebben we nog niet, wanneer de schrijver z'n plaats van hande ling kiest in een bepaalde streek en de eigenaardigheden daarvan goed heeft weer gegeven. Dat is de achtergrond voor het ziel kundige probleem dat hij zich gesteld heeft. De romankunst wil ons de menschen laten zien. en die menschen moeten toch zijn „van gelijke beweging als wij"'. Wij moeten ze accepteeren en hun leven kunnen begrijpen. Is Cor Bruiin hierin geslaagd? Wij meenen van ten volle. Zijn boek' is een bizonder sterk boek. De strijd van Sil, de boer en de strarfd- jutter, wordt geteekend met een kracht en een scherpte, die ons boeit van begin tot eind. Hij is ook de, wat de kunst betreft, beste figuur uit het boek. Op zyn karakter valt al het licht dat de schrijver erop wil laten vallen. Zonder te denken aan vrouw of kind waagt hij zijn leven, en redt een meisje, dat hij als zijn eigen grootbreng!, en op wie hij de liefde van een vader overdraagt. Uit Papierwarenfabriek N.V. Nijverheidstraat 39-49, Tel. 73074, Rotterdam. Fabrikante van Golfcartondozen in alje kwaliteiten. - Bedrukte rollen papier. - Pakpapier. Die GRIEP-oanval wordt gestuit! Duizenden hebben reeds vroegei de ver rassende werking v;.n Akker s Abdijsiroop bij griep-aan vallen ondervonden. Door haar hoest-stillende werking, haar ziektekiem- doodende eigenschappen, haar gunstigen invloed op de borst, keel en ademhalings organen is de bekende, vanouds geprezen akkers Abdijsiroop het beproefde hoest geneesmiddell deze handeling vloeit al het andere voort: dit kind wordt de oorzaak van de verwijdering tusschen Sil en zijn zoon Wietse; het wordt ook de oorzaak van de botsing tusschen hem en de andere zoon Jelle, en van de dood van deze laatste. De techniek van deze roman is daarom ook superieur; volgehouden van begin tot eind. Het komt ons voor dat dit boek een nobel deel is van de Nobel-reeks. Alleen op het eind soheen het ons toe dat de schrijver wat te veel heeft toegegeven aan het verlangen om het voor al de figuren goed te laten afloopen. Niet voor niets heeft men vroeger wel gesproken over „the tyranny of the happy ending". Alles loopt ook hier goed af; alleen voor Gert en Nienke nu niet zoo heel bizondec, want hun dochter gaat hen verlaten. Maar ze hebben dan tocih nog de voldoening da? die getrouwd is met de zeeman, die plotseling ergens vanuit de Oostzee wordt teruggeroepen om z'n misstap goed te maken met een huwelijk. Maar naast dit huwelijk staat het gelukkige huwelijk van Wietse en Lobke, die tenslotte het stugge en strakke boerenhart van Sil tot oVergave hebben weten te brengen; een overgave die hemzelf ook een overwinning bracht. De bekende kunstenaar Anton Pieck heeft het boek met acht prachtige platen in vier kleuren en bovendien nog twintig zwart- teekeningen verlucht. WIJ JONGE VROUWEN Het tweede nummer van de 23e jaargang van „Wij Jonge Vrouwen" is dezer dagen verschenen Het ziet er weer even verzorgd uit als het vorige en trouwens als alle vorige. Het beval hee wat artik?ler voor jongere vrouwen, maar ook voor de oudere, voor moeders bijvoorbeeld. Interessant is wat geschreven wordt over de Friesche vrouwen, waarin deze gekarakteriseerd wor den als iets aparts te hebben, hoewel ze toch „sterk en diep liefhebben" kunnen. Ze zijn niet stug tegen vreemden, zegt de schrijfster, dat lijkt alleen maar zoo. ze zijn integen deel vriendelijk en gastvrij. Lezenswaard is ook wat Rie van Rossum -chri t nv°r e°r tocht die vier meisjes naar Kopenhagen hebben gemaakt. De verhalen ontbreken verder niet; en de speciale vrouwenlectuur over allerlei dingen die de vrouw meer dan de man interessee ren evenmin. In één woord: weer een schit- ONTVANGEN WETBOEKEN In de editie Schuurman en Jordens van Ne- derlandsche Staatswetten, uitgave van de n.v. W. E. J. Tjeenk Willink te Zwolje, ontvingen wij den derden druk van de Wet op de Collec tieve Arbeidsovereenkomst, verzorgd door mr. ir. A. W. Quint, het Besluit op de Loonbelas ting 1940, bewerkt door mr. M. J. Prinsen, en den negenden druk van de Merkenwet en Han- delsnaamwet, verzorgd door dr. L. Leijdesdorff. Uit de rijdschriften Weer eer, oelangwekkend nummer van El- the i c ligt op de .eesiaiei Di H var. Oyen geeft er een scnet. van Kar. bardi's nemogie. eer. duidelijke er. leerzame beschrijving, be rekend op de oelangstelling var. iongei er. en var. nen. die mei eer eenvoudige teekening gedienci zijn, omdat mer. deze groote figuur .kenner, moet als eer. zeer invloedrijke op den gang der nieuwere theologie. Da van Oyen verdedigt zich vooral t.a.v, hel betrekkelijke van zijn teekening, de vraag der redactie, om er een te maken, is zoo ongeveer een vraag als. „geef eens een teekening var. den Dom toren' aan iemand die in de 13e eeuw zoo nieuwsgierig was om zijn neus tusschen de stellages te steken, terwijl men zoo ongeveei aan de eerste trans bezig is. Mijn voorgangers in deze serie hadden het voorrecht voltooide „bouwwerken" tot voorwerp van beschouwing te hebben- Augustinus, Luther, Calvijn. Ze zagen vanuit eeuwen-verte klare contouren, ik ben de toeschouwer wien 't hoogstens ver gund kan zijn ergens op een paar balken een wankel evenwicht te zoeken en één hoek van den toren met aandacht te bekijken, radend vanuit dit onderdeel den stijl van 't geheel Maar best mogelijk, dat 't geheel straks heel anders uitvalt; vooral bij 't bouwwerk, dat Barth heet, zijn verrassingen niet uitge- Het eindoordeel van den schrijver is, dat Barth „in de theoretische en practische con sequenties van zijn strijd tegen het fatale „und", waarmede de theol. scholen de open baring Gods in Christus hebben verbonden, ontegenzeggelijk de huidige „leeraar der Kerk" is geworden, die haar weer het escha tologisch karakter der verkondiging tot be wustzijn heeft gebracht. Dat wil zeggen, dat God in Christus de machten, waaraan wij onderworpen zijn: zonde en dood heeft ver nietigd en de Opgestane Heer degene is, dien wii eens in Zijn wederkomst als Triumfator mogen verwachten „Als de Kerk zich thans deze dingen nog eens extra door Barth laat zeggen, ja, zij „wist" het natuurlijk al, want ZU „bezat" het Woord Gods immers als de Kerk zich dit nu nog eens extra laat zeggen en haar leden dit ter harte nemen in ootmoedig en wakend- biddend geloof dan ben ik overtuigd, dat er in de boodschap die Earth meent te moeten brengen een grooie mate van geloofsverster king schuilt en een rijke vertroosting en be moediging". Zeer lezenswaardig is ook de bijdrage van ds. K. H. M i s k o 11 e over „Rangorde in de traditie", waarbij hij nagaat, hoe Kerk en tra ditie, Kerk en humaniteit, een bepaalde kerk en een bepaald volk zich verhouden. De Kerk, zoo is ongevegr zijn betoog, is alleen Kerk, voorzoover zij uit haar Oorsprong leeft: het werk van Christus, met name Zijn hooge- priesterlijk werk, dat de dienende intercessie voor het aangezicht des Vaders omvat. De Kerk kan zich echter in deze wereld niet an ders openbaren dan in en door de traditie. ,,In VLAARDINGEN hAoandoo 17 Februari HILVERSUM I 415 V Nederlandsch Programma V.A.R.A. 1 30 Gramofoonmuziek 7 15 Ochtendgymnastiek 7.55 Gramofoonmuziek 8 20 Ochtendgymnastiek 6.30 Nieuwsberichten ANP 8.16 Gramofoonmuziek .0.00 VPRO: Morgenwijding 10.20 Orgelspel 11.00 Declamatie 11.20 Fluit en piano lil.SO Gramofoonmuziek 12 00 Esmeralda en solisten 12.42 Almanak 12.45 Nieuws- en oeconom. berichten ANP 1.00 Gramofoonmuziek 1.15 VARA-orke9t 2.00 Viool en piano 2.36 Keukenpraatje 3.00 Gramofoonmuziek 3.15 Cyclus „De vrouw in haar beroep" 3.30 Gramofoonmuziek 4.00 Gramofoonmuziek met toelichting 4 3l Voor de kinderen 5.0C Gramofoonmuziek 5.15 Nieuws-, oeconom. en beursberichten ANP 5.3( Esmeralda en solisten 8.IC De Ramblers 6 42 Almanak 6.45 Actueele reportage of gramofoonmuziek 7 00 Friesch praatje ANP 7.15 Orgelspel 1750—7.45 Berichten - Engelsch) 8.00 Nieuwsberichten ANP 8 16 Gramofoonmuziek 8 30 Berichten (Engelsch) 8 46 VARA-orkest 9 46 Eng. berichten ANP 10 00 Nieuwsberichten ANP en sluiting HILVERSUM II 301.5 M N.C.R.V. 7.30 Gramofoonmuziek 7.46 Ochtendgymnastiek 7.55 Gramofoonmuziek 8.00 Schriftlezing en Medit 8.15 Mannenkwartet met orgel (opn.) 8.20 Ochtendgymnastiek 8.30 Nieuwsberichten AN) 8.46 Gramofoonmuziek 9.40 Celesta-ensemble 10.15 Gewijde muziek (opn 10.30 Morgendienst 11.00 Celesta-ensemble e gramofoonmuziek 12.00 Berichten 12.15 Gramofoonmuziek 12.45 Nieuws- en oeconor berichten ANP 1.00 NCRV-orkest (opn.) 1.16 Orgelooncert 2.00 Voor scholen 2.35 Nederl. pianokwarfc I en gramofooramuziel 3.30 Bijbellezing 4.09 GramofoonmuzdeV 500 VPRO: Cyclus: „H gezin in onzen tijd 5.16 Nieuws-, oeconom.- beursberichten ANP 5.30 Pianovoordracht 6 00 Berichten 6 05 Bel Canto 6.45 Actueele reportage gramofoonmuziek 7.007.15 Oeconom vrag< van den dag ANP sluiting de Schrift liggen kiemen van verschillende tradities, welke in evenwicht te brengen, of liever: in hun evenwicht te schouwen en in hun samenhang te ontvouwen, de taak is der theo logie. De alles-bepalende traditie is zonder twijfel de Israëlitische denkvorm van het Nieuwe Testament. De apostelen zijn zoo goed als de profeten in den stand van een bepaalde geestelijke taal geplaatst. Het Woord Gods en deze denkvorm zijn nu eenmaal niet te scheiden". Onder de secondaire tradities rekent dr. M., summier gezegd, rekenen het „christen dom", nader: de wereldbeschouwing, de neer slag van zedelijke oordeelen, de veelheid van vormen, de durende beseffen, het gangbare gevoelen, de levensstijl en het eenheidsfer ment van de Europeesche christenheid, zoo dat men tweeërlei gebruik van den term „christelijk" heeft te onderscheiden n.l. een kerkelijke-traditioneele en een cultureel- traditioneele beteekenis. Op de vraag of de geestelijke gestalte van een volk niet tot de „secondaire" tradities der kerk zou kunnen gerekend worden, moet be vestigend geantwoord worden; zoo goed als er van een „christelijke" bouwkunst valt te spreken, zoo ook van een „christelijk" levens gevoel in de veelvuldigheid van nationale Een sterk voorbeeld van dezen samenhang acht de schrijver het Nederlandsche volk, „niet alleen dank zij het feit, dat de opstand tegen Spanje en de uitbonw van een gerefor meerd kerkverband een historische tweeëen- heid vormden („Juicht God ter eer. Zijn lof vermeer, die zulken grooten werk gedaan heeft voor Zijn Kerk"), maar ook en vooral doordat met de politieke zelfstandigheid een opening der Schriften gepaard ging, die niet naliet voor de komende eeuwen ons volk een geheel-eigen karakter te verleenen, waarvan niemand ontkennen kan, dat het verviel naarmate de Schriftkennis in verval raakte en opnieuw rees met de verlevendiging van die kennis." De roeping nu eener ontwaakte Kerk is. om wat blijven mag, opnieuw onder de wijding en leiding van den Oorsprong, van Christus worden gesteld. „En dan zal het zeker niet hetzelfde blijven; dan zal de kerk begrijpen, waarom haar zooveel achterdocht omgeeft. Kroonprins Umberto in ge zelschap van de oHioeren van den Itatiaanschen gene- ralen staf (Foto Weltbild) De reddingbooten der Scheveningsche zwembaden worden nagezien, om voor het komende seizoen in brde *Ü|V Ze blijken intusschen een dankbaar object voor de jeugd, want het bordje .gebruik op eigen verantwoordelijkheid wordt voor kennisgeving aangenomen (Foto Schimmelpenningh) De strijd in Afrika. Italiaansche koloniale soldaten in een van hun stellingen (Foto Weltbild) dan zal zij de nieuwe verantwoordelij| voor het sociale en nationale leven, die nu wordt opgelegd, aanvaarden. Ander zal zjj dan te minder voet geven aan een veuse verstoring van wat gegroeid is, wa gegroeid in de schaduw van het Woord zij zal met te meer vrijmoedigheid j mate zij onder de kritiek is doorgegaan geestelijke gestalte van ons volk bijv steunen en sterken. En dat van voren al op een versehen en levenden weg." Het derde, evenzeer belangrijke art ik dit nummer is van prof. dr. G. v. d. Lei die een schets geeft van „het vermagei proces der wetenschap. Prachtig typeei haar situatie in dezen tijd: Die in den hemel zit, zal lachen. Nle den bitteren lach van den vijand, maai den milden lach van den Vader. Dat wraak van God, wanneer hij ons met broodmagere wetenschap ziet staan tege1 de machten van leven en dood, van h duivel. Wereldlingen onder de mannen v wetenschap hooren dien lach niet, zij zij heel verdiept in hun eigen spel, in hun retische of toegepaste wetenschap. Zij n sommen, zij doen spelen, zij bouwen bri en vliegtuigen, zij ontwerpen systemen wereldbeschouwing. Maar ook de chris onder de mannen van wetenschap hoorei lach vaak niet. Zij ook hebben geabdii Zij hebben het heele terrein van de pr wetenschap aan den duivel overgelatei het „terrein" van het geloof des te vi te kunnen afsluiten. Zij schrikken b: woord magie en huiveren bij het woord i omdat zi.i niet begrijpen, dat de fout ni» in mythe of magie, maar in die mensche zelf mythen willen produceeren of de in eigen hand nemen. En vergeten, dal aleen de groote magiër is en het verhaa zijn doen met de wereld de eenige myth geweldige antecedent, waar de gansch schapen werkelijkheid op is betrokken. 1 zelf zelf ook veel hebben van eigenmai mythologen en toovenaars, wanneer zij nen dat zij met hun apologie den Bijbel k\ redden en met hun tooverstaf het „te der openbaring afperken van de rest v wereld". Het Geref. Theol. Tijdschrlf vat o.m. een diepgaande studie van Dr. Ridderbos over de vraag, of de drie ken Gen. 12 1020, Gen. 20 en Gen. 2' 11 te beschouwen zijn als pasallelle weeri van eenzelfde verhaal. Zijn antwoord ii kennend. Een voor commissies van beheer en voogdijen belangwekkend artikel vindt in „Christel ij k Instellinswei het jonge geïllustreerde maandblad ziekenhuizen, gestichten, kerken en sö Het behandelt uitvoerig de jaarrekenr de balans van kerken, en is geschrever J. Steenhuis, die in een vorig numme de kerkelijke begrooting heeft besp) Er volgt nog een artikel van hem o\^<D organisatie der kerkelijke inkomsten. *2 Het Februari-nummer van Horiz^ vrijwel geheel gewijd aan het volk. In J~ zin dan, dat er artikelen zijn van ds. Hagen over „Het volk van God", van .i, de Bondt over „Het volk in den Bijbfw van ds. W J. Kolkert Jr. over „De van ons volk (een uitnemend pendant c het door ons aangekondigde artik qj Eltheto). jjj De Kinderboekjl van ROTMAN zijn thans UITVERKOCHT Heden hebben wij de laatste! ontvangen, waarmede wij de bezit zijnde bestellingen kf afwerken. Verdere best el j kunnen wij tot onzen meer aannemen, daar allé j nu geheel uitverkocht zijn. N.V. Dagblad „De Rotterdamit Afdeeling Uitgev door G. TH. ROTMAN De Bloedtransfusiedienst, welke onder auspiciën van het Ned Roode Kruis te Amsterdam tot stand kwam, is voortreffelijk georganiseerd. Hierboven het afnemen van bloed van een tfc«cr t-A-iiw"»nd) I. (1-3). Professor Spuyt was 'n vreeselijk geleerde man. Dag en nacht studeerde hij, zodat hij niet eens tijd had om z'n haar te laten knippen. „Vliegen is uit de tijd!" zei hij, „de wereld snakt naar vooruitgang! We moeten springen!" En daarom vond nij een grote, holle kogel uit, helemaal van aiu- je gezellig binnenin kon zit- ten en waarmee hij grote sprongen dacht te zijn kleinzoontjes Flip en Flop mee, Kunnen maken. Hoe groot de sprongen waren zouden hem op z'n wereldreis verg sd waar hij zou neerkomen, dat kon hij met En toen eindelijk het ogenblik van :'n geleerde bol precies uitrekenen. naderde, werd de „Pulex" zo he Elke dag ging hij naar de vliegtuigen- nieuwe uitvinding in 't geheim n» fabriek, waar de springkogel gemaakt werd, heuvel gebracht, waar ze er met hun om te zien, hoe het werk vlotte. Hy nam dan bevend van aandoening inkropen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 8