Ilieuiue £riïlsdjr (Courant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken GROOT WERK VAN NEDERLANDERS BLU- FAX U Abonnementsprijs per 3 maanden in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 2.35 Per week 18 ct Losse nummers 8 ct. Alles bij vooruitbetaling. Advertentieprijzen 24 ct per regel. Ingezonden Mede- deelingen 43 ct. per regel. Minimum 5 regels. Bewijsnummer 5 ct. Bij con tract belangrijke korting. No. 6355 ZATERDAG 15 FEBRUARI 1941 Bur. Redactie en Administratie: BREESTRAAT 123. LEIDEN Telefoon 22710 (Na 0 uur 2*166). Postbox 20. Postrek. 58936 21e Jaargang -'GOEDE BELIJDENIS zijn wij opgeschrikt, toen in de J van het vorig jaar bij de opening nieuwen cursus meer dan 40 pet. studenten, die zich- voor het eerst i inschrijven aan de Stedelijke Uni- J\leit van Amsterdam, zonder meer te leven buiten kerk en gods- L Was de afval in bepaalde kringen en toekomstige intel- ïN^elen dan reeds in» die mate voortge- !^jh het leven gaat verder, de studen- Dljn aan de studie gegaan, hopen wij, 'erj-erigens is er niets veranderd. Een "He pijnlijke gewaarwordingen in dezen die vol is van elkander snel opvol- belevenissen, is, dat men spoediger pit aan velerlei went. Eri zoo moeten jet bekennen, .dat de ruim 40 pet., die tanvankelijk. benauwden, ons uit de zijn gegaan. is er werkelijk niets veranderd den dag van inschrijving? Wij weten °^genlijk niet. Wij weten wèl, dat sinds- *aan de Universiteit van Amsterdam Evangelie is verkondigd. Een groep Inten, leden .van enkele organisaties, 4n de handen ineengeslagen en een jersiteitsweek voorbereid, die in No- van het vorig jaar is gehouden, tern van deze week bestond uit een <^1 lezingen, van .Prof. Dr. J. H. Ba- Prof. Dr. H. Kraemer en Dr. K. H. itte. De Uitgeversmaatschappij D. A. jjhen te 's-Gravenhage heeft de goede :hte gehad deze drie lezingen uit te i, zoodat men achteraf nog eens van [esproken woord kan kennis nemen, mooi uitgevoerde boekje verscheen Jr den titel „Salve Rex". ANlat bij let lezen van deze voordrachten sterk moet opvallen, al hadden wij Vefigenli.k niet anders verwacht, is, dat vordt getoond zooals Hij staan middsn in ons leven, als middelpunt de wereld. Hij is het centrum der s(hiedens en Hij omvat het heelal. is ce oude, welbekende en blijde lschap, welke hierin doorklinkt. Maar onderwerp is er een van een voort- agwtiue eozjch ainjd weer vernieuwende ^nristus spreekt ook vandaag 'variZijn w<ord- lijn aan de his- jarf- Dat wil iets zeggen in een tijd, 19rin gest-eefd wordt naar dadendrang, d« een pakken van het leven, zooals het 3va* momeiteel aan ons voordoet. Want lerijbeteekeit, dat de geschiedenis niet i A^ts een /oortjachten is van oogenblik °j)ogenblk, een stroom, die rusteloos ttgaat, naar dat daarin is een lijn en centrum tevens. Hier worden bruggen ochjuwd tuschen ver uiteenliggende mo- J- xen in wereldgeschiedenis. En ook ^lk onze*, wanneer en waar wij ook dó,len of kven, blijft de vraag komen, wij denlen' van den Christus. meeJ- Want dit bestaan van een £nd cenrum wil tevens zeggen, dat (gens rust is, dat er 'steeds eenzelfde veerklinkt, een boodschap, f in de wisselende spanningen van ^jd mogtlijk een anderen klank heeft, die imner gelijk is. Ook hier weer tan die voortdurende en bestendige jy^iteit. Werkelijk, tegenover Christus alle leven, ook dat van vandaag, ufn „geconfronteerd". Hij vraagt een sing, Hij vraagt, wien wjj kiezen j, heden. Karakter en bekwaamheid blijken in moeilijke dagen r 1 'agen om uitredding. Er valt hier een idtjpiaats te vervullen, zonder Christus irer]fekt er aan het leven een kern. En is het heel wel mogelijk, dat cofcn tijd van zoeken en zwerven velen nabij zijn. Het is, zooals Bavinck het in zijn lezing zeide: :us te zien, dat is van levenvernieu- kracht voor ons moedeloos geslacht, is te zien, het werpt terug op het indamenteelste, op de wortels van te £llende, op de wortels van onzen n het drukt ons in onze bevende het eenige wat ons waarlijk be- kan, de zekerheid van Gods trouw liefde". leeft deze belijdenis aan de Amster- Universiteit weerklonken. De be- getuigenis" en „Universiteit" lig- en^t zoo ver van elkander verwijderd, vifci misschien meenen zal. Het woord [Jf^sor" komt van een werkwoord, dat openlijk getuigen, openlijk be ide h, openlijk verkondigen. Wij hebben lgln1t woord „getuigen" in den loop der ^"^[zoowel een meer beperkten als een t gebreiden zm Segeven dan vroe- lubil werd gedaan. Wij hebben het in piSste plaats meer betrokken op ons Wi trachten te verwerven wat d; vaderen ons nagelaten hebben Vj -hadden ons voorgenomen nog eens teru te komen op het gedenkboek, dat de Komklijke Paketvaart Maatschappij te Ams.rdam ter gelegenheid van haar vijftijarig bestaan het licht heeft doen Het bok is, zooals de heer M. C. Koning, voorzitte van den Raad van Bestuur, oud- presidentlirecteur in Nederlandsch-Indië en oud-insp<teur der K.P.M. zelf, schrijft, in de eerste plits bedoeld om hulde te betuigen aan de gmdvesters van het bedrijf, door in het licht 1 stellen het mooie resultaat, dat in de afgelocen 50 jaren, dank zij hun voor tref felijkeppzet en hun zoo juiste richtlijnen, waarlangs et bedrijf zich moest ontwikkelen, werd beret. In de tweede plaats wil het de aandacht \igen op het belangrijke werk, dat door de eete bestuurders moest worden ver richt om h bedrijf in den aanvang op stevi- gen grondig te vestigen en dadelijk daarop zijn ontwiksling gelijken tred te doen houden met den homcnalen groei in die jaren van den binne- en buitenlandschen handel van Ned.-Indii Vervolgis wordt aangetoond, dat de bedoe ling der ojichters n.l. een niet slechts in naam doph ookmetterdaad zuiver Nederlandsc'ne maatschajij te stichten, ten volle tot haar recht is jkomen en dat de K.P.M. te allen tijde is gileken een vaardig bestuursmiddel te zijn. Ti slotte wordt de ongekende vlucht, die hande cultures en industrie in Ned.-Indië hebben giomen, in beschouwing genomen en het aandë, dat de K.P.M. daarin heeft gehad, in het lie gesteld. Wij Neerlanders moeten in dezen tijd wel eens hoorn, dat we veel te veel op ons groote verleden.eren en zelf, nu ja, min of meer futloos zn. Een glenkboek als dat van de K.P.M. is een leveiige illustratie van een tegengestelde opvattin; wij Nederlanders putten juist uit onze hisTie de kracht om ook nu te toonen, dat wij ndernemingszin en doorzettingsver mogen bbben en dat wij datgene, dat we van de aderen gekregen hebben, met alle kracht ce in ons is, trachten te verwerven om het t bezitten. Dat di niet gemakkelijk is, toont onder meer ooi de geschiedenis van de K.P.M. en haar sticlers en beheerders. Medewerking bij de Lombok-expeditie Zoo vftelt het boek ons hoe reeds betrek kelijk krt na haar oprichting de K.P.M. voor erg lastige vragstukken is geplaatst. „Taylc de hoofdagent in Nederlandsch- Indië, ce in 1893 den eersten hoofdagent jhr. L. I D. Op ten Noort 's opgevolgd kreeg lar een negen- of tiental schepen be- schikbaa te stellen; op 3 Juli moesten deze te Soeraaja beschikbaar zijn. Nog tos de vloot niet groot:, „de elastici teit onze diensten wordt tot het uiterst uit gerekt; ie minste kink in den kabel zal ons doen vatloopen." Taylor vertrok zelf naar Amsterdam om leiding te geven: ,ik durf ge rust zegjen, dat nog nimmer zulk een kranige 1 expeditl-vloot in deze wateren verzameld is geweest zelfs de oude Amboina maakte in m ZON EN MAAN 'jJ93"9 Februari 8.54; ondergang Waj5jopgang 17 Februari 8.52; ondergang Wotnsopgang 17 Febr. 1.02; ondergang 5 Mf25* nsopgang 18 Febr. 2.07; ondergang ct 1»02. Mufste kwartier Dinsdag 18 Februari; tve maan Woensdag 26 Februari; te kwartier Donderdag 6 Maart; volle n Donderdag 13 Maart (Vervdg van de eerste kolom.) geestelijk leven in engeren zin. Maar aan den aideren kant zijn wij het almeer gaan vereenzelvigen met het woord „belijden". Tegen dit laatste kunnen bedenkingen rijzen. De Rotterdamsche predikant Dr. R. Schippers heeft in zijn dissertatie aange toond, dat het woord „getuigen" in het Oude, maar vooral in het Nieuwe Testa ment de beteekenis heeft van „oor- of ooggetuige zijn". Dan heeft het woord dus een beperkter beteekenis dan wij er in onze dagen vaak aan geven. Wij begrijpen de bedenking van Dr. Schippers, wanneer hij het betreurt, zoo eenige beweging, die den band aan den Bijbel wil vasthouden, in haar terminologie een spraakgebruik heeft, waarin woorden een domineerende plaats ontvangen met een andere beteeke nis dan zij in de Schrift hebben. Daarom willen wij van het woord, dat tot de Amsterdamsche studenten is ge richt, liever spreken als van een belijde nis, een belijdenis, ja, maar daarbij en daarin ook een verkondiging van de goede boodschap, goed voor intellectueelen en niet-intellectueelen, goed voor heel de wereld. Moge er wasdom worden gegeven het zaad, dat in den arbeid der evan gelisatie hier en elders werd en wordt ge strooid! De stoomboot „Willem I", een der eerste stoomschepen, die omstreeks 1835, door het Nederlandsch-lndische Gouvernement voor inter-insulair vervoer in de vaart werd gebracht. Het schip vertrok zeilende naar Indië, waar de raderen weer werden aan gebracht. Het is echter op zijn eerste reis naar de Banda-eilanden op de Lucipara- klippen geloopen en vergaan. Kort daarna heeft de regeering met meer succes andere stoomschepen in de vaart geLracr.t. Particu liere stoombooten ontbraken aanvankelijk bijna geheel en er moest nog menig jaar verloopen eer de K.P.M. haar glorievolle loopbaan in Indië's wateren kon gaan haar nieuwe jas een goed figuur", schreef hij aan den administrateur te Amsterdam. Het is bekend, dat de expeditie aanvanke lijk onverhoopt gunstig verliep; de sultan on derwierp zich, althans in schijn; op 13 Juli berichtte de hoofdagent: „de troepen zullen, nu alles geregeld is, terugkeeren met achter lating van één compagnie: vermoedelijk zal de generaal bij wijze van machtsvertoon wel eerst een marsch over het eiland maken". En op 27 Juli „alleen de Maetsuycker is als zie- kenschip aangehouden: de Lombokexpeditie is voor ons afgeloopen". Zij zou echter eerst beginnen. Op 25 Aug. had bij Tjakra Negara de bekende overval op het hoofdkwartier plaats; met groote ver liezen moest men naar Mataram, daarna naar de kust de wijk nemen; de ouderen onder ons herinneren zich den verpletterenden indruk dien dit voorval overal in den lande maakte. Gelukkig toonde de nieuwe Gouverneur-Gene raal (jhr. C. H. A. van der Wijck, die als lid van den Raad van Bestuur der K.P.M. in 1893 haar bedrijf in Indië had geinspecteerd. Red.) tegen de moeilijkheden opgewassen te zijn. Op 30 Augustus werd Taylor ten pa- leize geroepen, waar de gouverneur-generaal met den Raad van Indië ten de commandanten van leger en marine in conferentie was. Wij bezitten van deze merkwaardige zitting het verslag van een ooggetuige. De gouverneur- generaal opende met de woorden: ,Wij blijven op Lombok!"- Zich tot den legercommandant wendend: „Hoeveel troepen hebt ge gereed om daarheen te vertrekken?" Drie bataillons één berg- en één veldbatterij!" Wanneer Jfun- den die vertrekken?" „Morgen?" Daarna richtte de Landvoogd zich tot den hoofdagent: „Hebt ge schepen om die troe pen over te brengen?" En op het bevestigend antwoord een tweede vraag, wanneer deze gereed zouden zijn. Voor Taylor mocht het een groote voldoening zijn geweest dat hij ze den volgenden dag ter beschikking kon stellen Weef volgde nu een uitermate drukke tijd; in latere jaren heeft Taylor wel eens ver zekerd, dat het werk tijdens de Atjehexpeditie niet in vergelijking kon staan met dat tijdens de Lombokaffaire; autoriteiten verhaalden, dat alles in ongeloofelijk korten tijd gereed was geweest. Het uiterste werd van het personeel en van de schepen gevergd; toen evenwel de overwinning behaald was, kon de Paketvaart- Maatschappij er trotsch op zijn, dat zij daar toe belangrijk had bijgedragen. De maand extra-gage, aan het varend personeel uitge keerd, en de benoeming van Taylor tot rid^ der in de orde van Oranje Nassau waren in den volsten zin des woords verdiend. Was dus bij de Lombokexpeditie de Paket- vaart-Maatschappij in den volsten zin des woords een vaardig bestuursmiddel gebleken, Taylor zou geen koopman geweest zijn, als hij niet meteen de voordeelen had in het oog gevat, welke de onderwerping van het eiland voor zijn maatschappij zou kunen meebren gen. Tot dusver was dat voor haar bedrijf zonder eenige beteekenis geweest; de vorst van Lombok was geïnteresseerd in Chinee- sche booten, welke hem t.vens wapenen van Singapore brachtten; verscheping per K.P.M. werd zooveel mogelijk tegengegaan. Onmid dellijk na zijn terugkeer van de eerste expe ditie en dus vóór de tragische gebeurtenissen van 25 Augustus tot algeheele onderwerping leidden, had hij zijn conclusies getrokken. Het geheele verkeer van Bali en Lombok richtte zich naar Singapore; daaraan was voor- loopig niets te veranderen, doch de K.P.M. moest een nieuwen veertiendaagschen dienst van Singapore via Soerabaja, Boeleng en Ampenan naar Makassar instellen. „Te oor- deelen naar wat ik er van heb gezien, houd ik Lombok voor een rijk en vruchtbaar land, hetwelk slechts op een meer geregeld be stuur wacht om tot grooten bloei te komen. De Koninklijke Paketvaart-Maatschappij zal daarvan ongetwijfeld de vruchten kunnen plukken, mits zij slechts dadelijk gereed zij om over Ampenan een korte, geregelde verbin ding met Singapore te geven. Daarheen toch richt zich alle verkeer; willen wij hierin ver andering brengen, dan moeten wij beginnen den bestaanden toestand te aanvaarden en door rationeele tariefstoepassing het vervoer geleidelijk naar Java trekken"." Ondernemingsgeest in den wereldoorlog En ten bewijze van de doorzettingskracht der K.P.M. nu een beeld uit den wereldoorlog 19141918. In 1913 was de JavaAustralië- lijn geopend door de maatschappijen der Ned. Scheepvaart Unie gezamenlijk. „De Neder- ALG. FRIESDHE LEVENSVERZ.-MY LEEUWARDEN BURMANIAHUIS VAN 1845 AMSTERDAM, VAN BRIENENHUIS Hitier ontvangt Zuidslavische ministers Een conferentie van drie uur met Tswetkowitsj en Markowitsj Het D.N-B. seint hel volgende com muniqué uit Salzburg: De Führer heeft Vrijdag in tegen woordigheid van den minister van buitenlandsche zaken, von Ribben- lrop, den Zuidslavischen premier, Tswetkowitsj, en den Zuidslavischen minister van buitenlandsche zaken, Cincar Markowitsj, op den Berghof ontvangen. De besprekingen over vraagstukken van gemeenschappelijk belang werden gevoerd in den geest van de tradilioneele vriendschappe lijke betrekkingen tusschen de beide landen. Het A.N.P. seint uit Berlijn: Men meldt ons van welingelichte zijde: De Zuidslavische premier en de minister van buitenlandsche zaken zijn gistermorgen per trein te Salzburg aangekomen. Zij waren 's middags te gast bij den Duitschen minister van buitenlandsche zaken, von Ribbentrop, in zijn landhuis te Puschl. Na een korte rust poos, die de Zuidslavische gasten in hotel öslerreichischei1 hof te Salzburg doorbrachten, begaven zij zich naar den Berghof, waar zij om half vijf door den Führer ontvangen wer den, die hen in de vestibule van den Berghof hartelijk welkom heette. Een afdeeling van de wapen S S bracht den Zuidslavischen staatslieden de eerbewijzen. De besprekingen, die meer dan drie uur duurden, werden slechts voor korten lijd door de thee onderbroken. Aan deze besprekingen namen be halve Hitier, von Ribbentrop en de Zuidslavische staatslieden gezant dr. Schmidt als tolk deel. Na de bespre kingen verlieten de gasten den Berg hof tegen kwart voor acht en vingen kort daarop de terugreis van Salz burg naar Belgrado aan. land en de Lloyd hadden toegezegd een deel der verliezen te dragen; hun toezegging was afgeloopen; op 18 Juni 1915 werd daarom tot de twee maatschappijen de vraag gericht of deze bereid waren den steun ook verder te verleenen. De K.P.M. had in den laatsten tijd loonende resultaten op charterreizen ver kregen; zij was bereid de inkomsten daar van aan de rekening ten goede te doen komen. De zustermaatschappijen waardeerden dit aan bod, maar zagen blijkbaar de zaak ongunstig in; op 22 Juni 1915 berichtten zij, dat zij be sloten hadden hiervan geen gebruik te maken, zoodat verder niet meer op een bijdrage hun nerzijds moest worden gerekend. De K.P.M. heeft daarop besloten, de lijn alleen voort te zetten; zij gaf hiervan kennis aan de zustermaatschappijen, dankte voor den verleenden steun en sprak de hoop uit, dat de verdere exploitatie in staat zou stellen om, wat feitelijk niet, als voor den Regeerings- steun, voorgeschreven was door de overeen komst, uit gemaakte winsten de geleden ver liezen te vergoeden.f Haar ondernemingsgeest is wel beloond; op dat oogenblik is werkelijk een kentering ge komen. Weliswaar is de J.A.L. nog geen goud bron geworden, maar de toekomst werd toch aanmerkelijk beter, de mislukte oogst maakte invoer van mais uit Java en Celebes nood zakelijk; het uitvallen van tonnage deed de vrachten stijgen; de opbrengst der lijn nam sindsdien geregeld toe. In het jaar 1919 kon aan de zustermaatschappijen „het restant der door hen betaalde subsidie" worden terug betaald; ook de door den Staat verstrekte gelden hebben hun weg naar de schatkist teruggevonden: de verbinding met Australië, eens een illusie van generaal Van Heutsz, stond op stevige basis. Ook een tweetal nieuwe lijnen getuigen in deze zoo moeilijke jaren van den onder nemingsgeest der maatschappij. De Java-Ben- galen Lijn liep zoowel Rangoon als Deli aan, r kon van het vervoer tusschen deze plaatsen niet veel werk maken, daar zij na tuurlijk aan lading voor Batavia de voorkeur gaf. Toch maakte zij bezwaar, toen de K.P.M. een geregelden dienst wilde openen. De op lossing werd gevonden, doordien de laatstge noemde, die nog steeds bij de J.B.L. geinteres- seerd was, geneigd bleek zich hieruit terug te trekken; in de nieuwe lijn die voor de rijst- voorziening van Deli weldra van groot belang bleek, heeft zij hiervoor vergoeding gevonden. Nog een tweede lijn werd naar Deli ge richt. Dit gewest betrok een deel zijner koelies uit China door middel van de Duitsche Jeb- i-Lijn, die door den oorlog genoodzaakt werd haar werk te staken. Nadat gebleken dat de J. C. J. L. niet op dit vervoer reflecteerde, werd na overleg met de Deli- plnnters besloten een dienst op Swatow te opoenen, welke op de heem-eis ook Penang, Singapore en Hongkong aaaliep; weldra werd ook het goederenvervoer van beteekenis. Het volgende jaar werd de lijn, de Deli-Straits- China-Lijn tot Amoy doorgetrokken; niet a!r leen in Zuid-Oostelijke, maar ook in Noord- Westelijke richting, heeft de maatschappij dus haar voelarmen krachtig uitgeslagen. Het Dclikoelievervoer op deze lijn heeft op den duur belangrijk aan beteekenis ingeboet, maar zij heeft in andere opzichten haar opi-ichting volkomen gerechvaardigd". Duitsche luchtactie boven Engeland, de Middellandsche Zee en Cyrenaica Het Duitsche weermachtsbericht Het opperbevel der Duitsche weer macht deelde gisteren mede: „Bij den aanval van Duitsche oorlogs schepen op een vijandelijk konvooi in de Atlantische wateren, waarvan het weer machtsbericht van gisteren melding maakte, is nog een gewapend koopvaardij schip tot zinken gebracht, zoodat het aan tal der bij dezen aanval tot zinken ge brachte schepen is gestegen tot 14 met een gezamenlijken inhoud van ongeveer 82,000 ton. De aan de oppervlakte varende Duit sche vlootstrijdkrachten, die op den At- lantischen Oceaan en in de overzeesche wateren opereeren, hebben tot dusverre ongeveer 670,000 ton vijandelijke of den vijand nuttige koopvaardijscheepsruimte tot zinken gebracht. Daarbij komen nog de talrijke scheepsverliezen, die de vijand in de overzeesche wateren heeft geleden door het op mijnen loopen. Bij aanvallen op voor den oorlog belang rijke doelen op het Britsche eiland hebben gevechtsvliegtuigen rechtstreeksche treffers geplaatst op een metaalfabriek bij Glasgow en op havenwerken aan de Schotsche Oost kust en in het Zuidoosten van Engeland. Ten Oosten van Peterhead is een konvooi met goed gevolg aangevallen en verstrooid. Zes schepen werden door bomtreffers zwaar be schadigd. Twee groote koopvaarders geraak ten in brand en kregen slagzij. In moedige duikvlucht heeft een gevechtsvliegtuig ten Oosten van Harwich'een tankschip van onge veer 8000 ton tot zinken gebracht. Hetzelfde toestel plaatste bovendien op een groot koop vaardijschip en op een duikboot zoo zware treffers, dat deze schepen volkomen verlo ren geacht kunnen worden. In de Middellandsche Zee hebben afdeelin- gen gevechtsvliegers van de Duitsche luchtr macht gisteren en in den afgeloopen nacht hangars, kampementen en op den grond staande vliegtuigen op vliegvelden in Cyre naica vernield. Overdag zijn geslaagde aanvallen gedaan op militaire werken op Malta. In den afgeloopen nacht heeft de lucht macht doeltreffende bomaanvallen gedaan op vliegvelden en industrieterreinen in de omstreken van Londen en aan den mond van de Theems. De vijand is niet boven Duitsch gebied ver schenen. Jachtvliegtuigen hebben boven Dover drie versperringsballons vernietigd. Marinegeschut heeft aan de Noorsche kust een vijandelijk vliegtuig neergeschoten. Een eigen vliegtuig wordt vermist Bij den geslaagden aanval op zee ten Oosten van Harwich, heeft de bemanning van het gevechtsvliegtuig, de eerste luitenant Baumbach, commandant en bestuurder, de onderofficier Menz, bommenrichter, de Feld- webel Thiess, radiotelegrafist en de onder officier. Greif Mühlen, boordschutter, zich bij zonder onderscheiden. Hel brandstoffengebrek ten plattelande Organisatie van centrale kook- gelegenheden aanbevolen Het A.N.P. meldt: Naar aanleiding van de moeilijkheden, welke de brandstoffenvoorziening bepaaldelijk ten plattelande ondervindt, heeft de secretaris generaal van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart zich beraden, hoe daaraan zooveel mogelijk kan worden tege moetgekomen. In verband daarmee is aan de burgemeesters het volgende in overweging gegeven: le. Voor zoover de bevolking door gebrek aan vaste brandstoffen geen of onvoldoende warm eten kan bereiden, ware uwerzijds te bevorderen, dat een of meer centrale kookge- legenheden worden georganiseerd, bijv. door het beschikbaarstellen van keukens van restaurants, café's, e.d. Indien daarvoor meer gas of electnciteit noodig zou zijn dan de toegestane 100 pet. van 1939/1940, zullen de betrokken gas- en electriciteitsbedrijven stellig tot medewerking bereid worden bevonden. Mocht geen gas of electriciteit aanwezig zijn, dan zou de burge meester zich, met inschakeling van den be trokken districtsadviseur van het Rijkskolen- bureau, tot den leider van het Centraal Distributiekantoor te 's-Gravenhage kannen wenden voor een extra toewijzing van vaste brandstoffen voor dit bijzondere doel. Ook voor het verkrijgen van een voorschot resp. extra-toewij zing voor levensmiddelen zal men zich tot den leider van het centraal distributiekantoor kunnen wenden. 2e. Zoowel voor het bereiden van warm eten als voor verwarming onder leiding van den burgemeester een onderlinge hulpver leening door de bevolking te bevorderen. In eventueel daaruit voortvloeiende grootere in- dividueele behoeften aan gas, electriciteit of vaste brandstoffen (de laatste uiteraard tot zeer beperkte hoeveelheden) zou dan op de zelfde wijze als hierboven omschreven kun nen worden iTelikan en Uw cadeau /12.SO HUISVROUWEN Met EEN PAK -Ttf&GO Verkrijgb. bij alle winkelieri en warenhuizen „G RE VOS" HANDELMAATSCHAPPIJ Nieuwland 6a TeL 38169 Rotterdam VRAAGT ONS PROSPECTUS: HANDELSWETENSCHAPPEN Boekhouden en Handelscorrespondentie. STAATSPRAKTUK-DIPLOMA Boekhouden M O RESA ARNHEM (Bekende Schriftelijke Cursus). Ontheffing inkomsten belasting In verband met de loonbelasting De staatscourant van gisteren bevat het reeds aangekondigde besluit van den secre taris-generaal van financiën tot uitvoering van het besluit op de loonbelasting. De eerste drie artikelen van dit besluit luiden als volgt: Artikel 1. Aan dengene, die in de belastingen naar het inkomen over het belastingjaar 1940/41 is aangeslagen uitsluitend ter zake van opbrengst van in dienstbetrekking ver richten arbeid en vóór 1 Mei 1941 inkomsten geniet welke aan de loonbelasting zijn onder worpen, wordt op zijn verzoek een ontheffing van zijn aanslag verleend over vier maanden. Artikel 2. Aan dengene, die in de belas tingen naar het inkomen over het belasting jaar 1940/41 is aangeslagen mede ter zake van opbrengst van in dienstbetrekking ver richten arbeid en vóór 1 Mei 1941 inkomsten geniet, welke aan de loonbelasting zijn. onderworpen, wordt op zijn verzoek een ontheffing op zijn aanslag verleend ten be drage van de belasting over vier maanden, welke verschuldigd zou zijn geweest, indien hij uitsluitend opbrengst van in dienstbetrek king verrichten arbeid had genoten. De aldus berekende ontheffing mag echter niet het bedrag van ^en ontheffing van zijn aanslag over vier maanden overtreffen. Artikel 3. Indien wegens een feit, dat zich. vóór 1 Januari 1941 heeft voorgedaan, inge volge artikel 95 der wet op de inkomsten belasting 1914 ontheffing wordt verleend, wordt de ontheffing ingevolge de vorige artikelen berekend over de opbrengst van in dienstbetrekking verrichten arbeid, welke in het overgebleven belastbaar inkomen, be doeld in het tweede lid van het genoemde artikel, is begrepen. In afwachting van de totstandkoming van de in artikel 1 van het besluit op de loon belasting 1940 bedoelde enkele inkomsten belasting wordt terzake van feiten, welke zich na 31 December 1940 voordoen, geen ontheffing ingevolge hoofdstuk 13 der wet op de inkomstenbelasting 1914 verleend. Oudheidkundig onderzoek te Rhenen Evenals te Middelburg en te Rotterdam zal ook te Rhenen op het thans open liggende terrein in de oude binnenstad een onderzoek worden ingesteld naar de sporen van de oud ste bewoning van deze plaats. Dit onderzoek zal op verzoek van de rijkscommissie voor het oudheidkundig bodemonderzoek worden verricht door het rijksmuseum van oudheden te Leiden in samenwerking met den dienst jor den wederopbouw en met het rijksbureau jor de monumentenzorg. De werkzaamheden zullen Maandag 17 Fe bruari beginnen en onder leiding staan van den conservator dr. F. C. Bursch. Voor een zoo nuttig mogelijk gebruik van de veelal niet te ruime stationsemplacementen,, die bovendien meestal historisch gegroeid zijn en daardoor niet altijd de grootst moge lijke efficiency waarborgen, is het gewenscht, dat men: le. nauwkeurig kan vastleggen wat men op het emplacement er nog bij zou kunnen doen; 2e. in welke mate de vertraging veroor zaakt wordt door de gesteldheid van sporen, wissels en seinen; 3e. welken invloed een wijziging van wis sels en sporen zou gehad hebben op de opgenomen bedrijfsafwikkeling. Wanneer b.v. uit Gouda een trein binnen loopt op het spoor van het Utrechtsche Centraalstation, dat het dichtst bij het Stationsplein is gelegen (het eerste spoor), dan kan gedurende den tijd, dat de wissels en seinen voor die beweging gesteld zijn, geen andere trein aan de n.w. zijde dit station binnenkomen of verlaten. Het is voor het zoo nuttig mogelijk gebruik van hei Utrechtsche station dus gewenscht te weten, hoe lang b.v. deze treinbeweging duurt en hoeveel tijd andere treinen daarop moeten wachten. Hiervoor nu is bij de Nederlandsche Spoor wegen een ingenieus registreertoestel ver vaardigd, waarmee het heele complex van manipulaties op het seinhuis, noodig voor een bepaalde treinbeweging, automatisch wordt geregistreerd en men vrijwel alle emplace menten in ons land kan bedienen en ook de kwestie naar het nut van nieuwe plannen ermee onderzoeken. Het apparaat heeft in de praktyk van een jaar lang zijn nut reeds bewezen. li

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 1