iffein&Schkadeki WOENSDAG 12 FEBRUARI 1941 PAG. De reorganisatie van het Fransche regeeringsapparaat Darian's benoeming tot eventueel opvolger van Pétain Het D.N.B. meldt uit Vichy: De bij grondwettelijk decreet bepaalde opvolging van het staatshoofd, maarschalk Pétain, treedt in werking, indien Pétain sterft of hem op andere wijze de uitoefe ning van zijn ambt belet wordt. Het grondwettelijke decreet nr. 4 van 10 Februari luidt: Wij, maarschalk van Frankrijk en hoofd van den Franschen staat bepalen krachtens de wet van 10 Juli 1940: Art 1. Indien wij om welke redenen dan ook voor de ratificatie van de nieuwe grondwet door de natie, verhinderd zijn de functie van staatshoofd uit te oefenen, zal vloot-admiraal Darlan deze functie rechtens overnemen. Art 2: Voor het geval, dat vloot-admlraal Darlan om welke reden dan ook verhinderd zou zijn, zal zij vervangen worden door den persoon, dien de ministerraad met meerder heid van stemmen zal aanwijzen. Tot het op treden van dezen persoon zouden de functies door den ministerraad uitgeoefend worden. Art. 3. Het grondwetelijk decreet nr. 4 ls en blijft opgeheven. Het decreet, waarbij admiraal Darlan tot vice-president wordt benoemd, heeft den vol genden tekst: Wij, maarschalk van Frankrijk en hoofd van den Franschen staat bepalen krachtens de grondwettelijke acte no. 2 van 11 Juli 1940 en krachtens de wet van 10 Februari 1941 ten aanzien van de organisatie der regeering: art 1. Tot vice-president wordt Darlan, vloot-admiraal en staatssecretaris voor bul- tenlandsche zaken en de marine, benoemd. De organisatie van de Fransche regeering Maarschalk Pétain heeft een decreet uitge vaardigd, waarin de opbouw en de organisatie van de regeering als volgt wordt vastgelegd: Art. 1: Een zeker aantal van bij decreet bepaalde staatssecretarissen heeft de prerogatieven van minister. Ieder minis ter bij decreet heeft tot taak de werk zaamheid van een zeker aantal staatssecreta rissen te coördineeren en te controleeren ten aanzien van de toepassing van de principieele beslissingen en van de beslissingen ten opzich te van de algemeene politiek der regeering. Art. 2: Een der ministers wordt bij decreet benoemd tot vice-president. (Reeds geschied.) Onder het hooge gezag van den maarschalk, chef van den staat en chef van de regeering, leidt en controleert hij de werkzaamheid der ministers en staatssecretarissen in alles, wat de toepassing betreft van de principieele be slissingen en de beslissingen ten opzichte van de algemeene politiek der regeering. Art. 3: De ministerraad komt bijeen onder voorzitterschap van den chef van den staat. De chef van den staat kan zich by dit voor zitterschap doen vertegenwoordigen door den vice-president. In dit geval moet de vice-pre sident den chef van den staat rapport uitbren gen over de beraadslagingen van de minister raad. De staatssecretarissen kunnen worden opgenomen in den ministerraad wanneer pro blemen, die him staatssecretariaat interes seeren ter bestudeering aan den raad worden voorgelegd. Art. 4: De kabinetsraad, die ministers en De oneenigheid tusschen Engeland en Roemenië Engeland behoudt zich vrijheid van handelen t.a.v. Roemenië voor Schweizer Press Telegr. meldt uit Boekarest: Het afbreken van de diplomatieke be trekkingen tusschen Engeland en Roeme nië heeft slechts weinigen te Boekarest verrast. De laatste maanden konden de betrekkingen tusschen beide staten niet meer correct worden genoemd, maar Engeland stelde tot het laatste oogenblik pogingen in het werk om zijn financieele belangen in Roemenië te redden. De nota van den Britschen gezant, waarin wordt gezegd, dat Engeland „izch vrijheid van handelen ten opzichte van Roemenië voorbehoudt", heeft in politieke kringen eenige ongerustheid verwekt Intusschen heeft de regeering van de Ver. Staten zich bereid verklaard de overblij vende Britsche belangen in Roemenië te behartigen. Behalve het gezantschap en het consulaire korps, dat ongeveer 50 personen omvat, vertoeven nog 150 Britsche staatsburgers in Roemenië. RADIO-REPARATIEDIENST .COUZT" le Middellandstr. 72, Tel. 30340-31293 100 o/o Service - Vakkundig - SneL staatssecretarissen omvat, wordt gepresideerd door den vice-president Art. 5: Bij het vice-presidentschap wordt het secretariaat-generaal voor voorlichting, pers en radio aangesloten. Art 6: De artikelen 8 en 4 van de wet van 6 September 1940 betreffende de organisatie van de regeering worden opgeheven. Art. 7:De bovenstaande bepalingen worden in het Journal Officiel gepubliceerd en als staatswet ten uitvoer gelegd. Voor en tegen de hulpwet voor Engeland Waarschuwingen en aan sporingen Pleiters voor. de wet aan het woord In de Senaatscommissie voor buitenland sche zaken zijn gisteren drie pleiters voor de wet tot hulpverleening aan Engeland aan het woord gekomen, namelijk de president van de Harvard universiteit, Conant, de bur gemeester van New York, La Guardia en de uit Engeland teruggekeerde Wendell Willkie. Conant polemiseerde tegen een beperkte hulp aan Engeland en verklaarde o.a., dat de vrees voor den oorlog niet de grondslag der nationale politiek mag zijn. „De tegenwoor dige oorlog", zoo zeide hij, „vertoont vele kenmerken met een godsdienstoorlog. Wan neer Duitschland den Oceaan wil beheerschen, komt Amerika onder een gevaarlijken mili tairen en oeconomischen druk. De hoop op een vrij leven ligt in de nederlaag van de spil". De eischen der Amerikaansche verdediging Op de dagelijksche persconferentie in het Witte Huls heeft staatssecretaris Cordell Huil volgens Schweizer Press Telegraph geweigerd te antwoorden op de vraag, of de minister van oorlog en de bevelhebbers van leger- ondérdeelen aan een in het Witte Huis ge houden conferentie hadden deelgenomen. Ver moed wordt, dat op deze conferentie de bijzonderheden van de Amerikaansche hulp aan Engeland, na de aanneming van de leen- en huurwet door den senaat zijn besproken zonder dat de vertegenwoordigers van het leger de eischen van de Amerikaansche ver dediging te berde hebben gebracht. Huil weigerde dit te bevestigen. Geen Amerikaansche wapens naar het buitenland, die de Ver. Staten zelf naodig hebben Ofschoon de regeering der Vereenigde Sta ten ingeval- de lend and lease wet aange nomen wordt oorlogsmateriaal tot een zeker bedrag aan Engeland mag afstaan wordt van officieele zijde in bet licht gesteld, dat Ame rika geen wapens aan het buitenland zal verstrekken, waaraan het zelf behoefte heeft. Deze van bevoegde zijde afgelegde verklaring wordt volgens S.P.T. beschouwd als een tegemoetkoming aan de ernstige bedenkingen, die militaire deskundigen tegen de leen- en huurwet aanvoeren. Zelfs Knox de interven tionistische minister van marine zou tegen het afstaan van nieuwe torpedobootjagers gewaarschuwd hebben. Engeland's financieele belangen in de Ver. Staten Kolonel Charles C. Vickers, die in Amerika is aangekomen, heeft zijn reis ondernomen in opdracht van het Engelsche ministerie van financiën. Hij wordt vergezeld door kapitein Pleydell Boverie, eveneens aan dat ministerie verbonden. Bijzonderheden over het doel van de reds worden, volgens S.P.T., noch te Washington noch te Londen verstrekt. Op een vraag antwoordde kolonel Vickers, niets te maken te hebben met het afwikkelen van Britsche activa in de Ver. Staten. Amerikaansche katoen voor Engeland Op een persconferentie te Washington heeft senator Russell volgens S.P.T. meegedeeld, dat Roosevelt het plan heeft opgevat Engeland van het overschot van landbouwproducten te voorzien, waarbij is inbegrepen het voor de oorlogvoering zoo belangrijke katoen. Hoe ver gaat de macht van Roosevelt In een rede voor de Economie Club heeft de Repub like ins che senator Taft, naar Asso ciated Press meldt, gezegd, dat de aanneming van de wet tot hulpverleening aan Engeland president Roosevelt de macht zou geven de Vereenigde Staten in den oorlog te storten. Tevens beschuldigd Taft den president, dat hij tot dusverre zijn onvermogen voor een werkelijke hulpverleening aan Engeland achter beleedigende taal probeert te verber gen en in het volk de hartstochten tracht te wekken, die de voorloopers van oorlog zijn. Taft verzekerde, dat het Amerikaansche volk den oorlog kan vermijden, indien het zich krachtig tegen den oorlogskoers verzet. Na Taft 9prak Gibson, de voorzitter der commissie tot verdediging van Amerika door hulp aan bondgenooten, die verklaarde, dat de Amerikaansche vloot zoo noodig ook kon vooien moet vergezellen. Dit diende echter pas als uiterste middel te geschieden, want men zou daarmede het risico loopen, dat Amerikaansche schepen met Amerikaansche bemanningen tot zinken warden gebracht. De Vereenigde Staten, aldus Gibson, mogen niet toelaten, dat aan de mogendheden van de spil de oorlog wordt verklaard. Ohase, de rector van de universiteit te New York, deed een beroep op het volk, om de vredespolitiek te volgen en niet hulpeloos aan den oorlog mee te doen. De wet tot hulp verleening aan Engeland, zeide hij, mag niet zonder gepaste beperkingen worden aan genomen. Willkie en Roosevelt President Roosevelt zou Wendell Willkie volgens het S.P.T. ontvangen voordat deze zijn bevindingen aan de senaatscommissie voor buitenlandsche zaken mededeelt. Naar verluidt, zal Willkie met alle macht ten gun ste van de lend and lease bill pleiten. Het maximum der staatsschuld Het Amerikaansche Huis van fgevaar- digden heeft de verhooging van het maximum der staatsschuld van de Ver. Stater, tot 65 milliard dollar goedgekeurd. Duitsche kustbatterijen tegen Engelsche oorlogsschepen Over het in het Duitsche weermachtbe- richt reeds in het kort vermelde succes der Duitsche kustbatterijen in Vlaanderen in den nacht van Maandag op Dinsdag verneemt het D.N.B. nog, dat de Engelsche oorlogsbodems, die de kust bij Oostende probeerden te nade ren, op een afstand van 20 tot 25 kilometer onder vuur werden genomen. Na een kort artillerieduel staakten de Engelschen het schieten. Zij keerden om en verdwenen in het duister van den nacht. Weer Engelsche vliegvelden aangevallen Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben vol gens het D.N.B. in den loop van den nacht van Maandag op Dinsdag met succes vlieg velden in Oost Engeland, o.a. Honington en Mildenhall, aangevallen. Op beide vliegvel den kwamen de bommen temidden van ae daar opgestelde vliegtuigen terecht die ter stond onder ontploffingsverschijnselen in brand geraakten. Te Honington werden zeven en te Mildenhall vier vliegtuigen ver nield en een groot aantal door brand en bomsplinters beschadigd. De Januari-gebeurtenissen in Roemenië In een nieuw officieel rapport over de ge beurtenissen van 21 tot 23 Januari wordt na een beschrijving van de incidenten op 21 en 22 Januari o.a. het volgende gezegd: In den nacht van 22 op 23 Januari heeft een delegatie Legionnaristen generaal Anto- nescu verzocht de actie te staken. De gene raal beloofde dit op voorwaarde echter, dat de rebellen de wapens zouden neerleggen en uiteen gaan. Te middernacht verscheen de delegatie opnieuw bij geneVa al An tones cu, maar tevergeefs, want de rebellen weigerden de voorwaarden te aanvaarden. Integendeel, in den loop van den nacht probeerden zij het telefoongebouw te bezetten. Ook hadden ze getracht het minister-presidium te nade ren, doch daar waren ze verdreven. Om een uur 's nachts gaf generaal Antonescu bevel, de laatste punten van verzet 's ochtends om zeven uur op te ruimen en het geheele verzet voor den middag te breken. In den ochtend van 23 Januari heeft toen Horia Sima, waar schijnlijk omdat hij inzag het spel verloren te hebben, last gegeven den strijd terstond te staken, de bezet gehouden openbare gebou wen te ontruimen en het normale leven te hervatten. Door dezen oproep heeft Horia Sima ver volgt het officieele verslag, zich kenbaar gemaakt als degene, die bevel heeft gegeven tot de bezetting met geweld van de openbare gebouwen, dus als de aanstichter van de on lusten. Ondanks het bevel van Horia Sima hadden de rebellen de actie tegen het leger ook 23 Januari voortgezet. Toen is den troe pen gelast de operaties in de hoofdstad te hervatten. De zuiveringsactie heeft tot 's middags drie uur geduurd. Het verslag noemt dan voor de hoofdstad en de provincie de volgende verliescijfers: 21 gedoode officieren, onderofficieren en solda ten en 53 gewonde officieren en manschap pen! bij de rebellen en de burgerbevolking in de hoofdstad 236 dooden en 254 gewonden, in de provincie 117 dooden en 73 gewonden, dus in totaal 374 dooden en 380 gewonden. Belgische oeconomische delegatie naar Moskou Een Belgische oeconomische delegatie, De- staande uit de directeuren-generaal van het ministerie van oeconomische zaken en van landbouw, is naar Moskou vertrokken om mex de Sowjetregeering onderhandelingen te voe ren over den uitvoer van Belgische industrie producten en den invoer van levensmiddelen door België. Aan deze reis neemt ook de gevolmachtigde voor vraagstukken betreffen de den buitenlandschen handel bij het Duit sche militaire bestuur in België deel, aldus meldt het A.N.P. uit Berlijn. Uit Moskou meldt het D.N.B. nog, dat de uit acht Duitsche en Belgische leden be staande delegatie daar gisteren is aangekomen. De voedselvoorziening In België Spoedige verbetering te wachten Belgapress meldt uit Brussel: De secretaris-generaal van het ministerie ran landbouw en voedselvoorziening heeft Journalisten een en ander medegedeeld om trent de voorziening van de bevolking met de allernoodigste levensmiddelen. In de eerste plaats, zoo begon de heer De Winter zijn uiteenzetting, vraagt de voorzie ning met aardappelen, graan en vleesch onze aandacht. Het aardappelvraagstuk heeft in de laatste weken veel stof tot klagen gegeven, doch er bestaat gelukkig geen twijfel of in den loop van de maand Februari zal hierin een belangrijke, zoo niet afdoende, verbetering komen. Alles beheerschend in dit vraagstuk is het weer. Er liggen inderdaad zeer groote hoeveelheden aardappelen in Nederland en Duitschland voor verlading naar België gereed. Reeds is een deel aangekomen; het zal in de eerste plaats dienen om de groote steden, industriecentra en steenkolengebieden van het noodige te voorzien. Reeds zeer spoedig kan weer verwacht worden, dat het vervoer van Nederland uit mogelijk zal zijn. Naast de zeer belangrijke hoeveelheden kan altijd nog een belangrijke hoeveelheid aard appelen uit het binnenland verwaoht worden. Overeenkomsten zijn afgesloten voor de leve ring van 100 millioen kg pootaardappelen uit Nederland en Duitschland. Deze zullen, zooals bekend, slechts aan de boeren worden afgeleverd tegen afgifte van consumptie aardappelen en wel kilo tegen kilo. Hoewel natuurlijk reeds een aantal boeren aan hun leverplicht voldaan hebben en er ook een zekere hoeveelheid van deze pootaardap pelen voor het kleine landeigendom zonder ruil beschikbaar zal worden gesteld, mag uit den ruil met de boeren toch nog een belang rijke hoeveelheid consumptie-aardappelen verwaoht worden, te meer, daar aan deze ruil. bepaling streng de hand zal worden gehouden. De toestand op het gebied va^ de brood voorziening ls iets verbeterd. De vorde ring en de inlevering bij de boeren gaat steeds voort. De boeren moeten zich echter meer nog dan tot op heden bewust zijn, dat het hun taak is voor de voedselvoorziening van de ge heele Belgische bevolking het uiterste bij te dragen. Daarnaast wordt door de Duitsche en Belgische overheid het noodige gedaan om zich de voor de bevolking noodige hoeveel heden broodgraan te verzekeren. Een brood tekort zal zich niet meer voordoen. Het derde vraagstuk, het vleesch- v r a a g s tuk ls op het oogenblik in volle op lossing. Toen in September en October van het vorige jaar zooveel meer vleesch op de markt kwam dïin volgens de uitgegeven bon nen voor de distributie noodig was, heeft de regeering gehoopt, door het opkoopen van een aantal dieren en het conserveeren van vleesch in blik zich een voorraad te kunnen aanleggen voor het vroege voorjaar wanneer, zooali altijd, het minste slachtvee beschikbaar ls. Ongelukkigerwijze is toen te veel vleesch in den sluikhandel verdwenen en kon geen vol doende voorraad worden aangelegd. Daar een goede vleesch voorziening van het grootste belang is, is inmiddels de vee- en vleeschcentrale der corporatie van landbouw en voedelselvoorziening geschapen. Hieromtrent deelde de heer Molitor, voor zitter dezer centrale het volgende mee: De vleeschhandel leende zich meer dan eenige andere handel tot den sluikhandel. Teneinde productie en afzet beter te kunnen overzien, werd begonnen het aantal vee markten in te krimpen, zoodat er op het oogenblik nog maar 31 in België toegelaten zijn. Haast al deze markten hebben thans een eigen abattoir. Ook het aantal particuliere slachthuizen moest worden verminderd en de sluiting van niet minder dan 12,000 dezer instellingen moest worden bevolen. Wanneer wordt aange nomen, dat elk van deze slachthuizen weke lijks slechts één dier slacht, kan men zich een beeld vormen van den omvang van den sluik handel in vleesch, die hoofdzakelijk van die Inrichtingen uitging. De veemarkten als zoodanig verliezen veel van hun vroegeren vorm. Zij worden nu in de eerste plaats verdeelingscentra, waarop het vee aan de slagers wordt toegewezen. Hierbij zal elke slager zooveel vleesch ontvangen als zijn klanten van hem tegen bonnen kunnen verlangen. Dat daarnaast tegen den sluikhan del met de meeste kracht zal worden opgetre den, spreekt van zelf. Teneinde deze regeling te doen slagen, is het natuurlijk noodzakelijk, dat de boeren en vee- koopers met hun vee naar de markten komen. De marktpremie, die thans voor het aange voerde vee gegeven wordt, zal ongetwijfeld voor de boeren een sterke aansporing zijn hun vee op de markt aan te bieden, maar reeds nu is de mogelijkheid voorzien, dat niet vol doende vee zou worden aangevoerd. In dat geval zal tot opeisching moeten worden over gegaan. Deze opeischingen worden dan gedaan ln overeenstemming met het nieuwe vleesch- rantsoen van 35 gram per persoon. In de eerste plaats zullen natuurlijk de op eischingen geschieden bij die boeren, die hun andere leveringsplichten niet ten volle na kwamen. Zoo zal ook samenwerking bestaan tusschen de vee- en vleeschcentrale en de cen trale voor zulvelvetten en eieren teneinde in de eerste plaats den toestand te onderzoeken in de stallen van die boeren, die niet vol doende melk aan de melkerijen leveren. Ongetwijfeld zullen in de geheele organi satie nog een aantal moeilijkheden overwon nen moeten worden, maar verwacht mag worden, dat vóór het einde der maand deze nieuwe regeling toch op bevredigende wijze zal werken. De kabinetscrisis in Bulgarije Ankara verwacht een gunstige wending in de betrekkingen Schweiz. Press Telegraph meldt uit Stam boel: De gebeurtenissen in Bulgarije worden volgens welingelichte kringen te Stamboel in Turkije met groote aandacht gevolgd. De Kabinetscrisis wordt Ankara en te Stamboel druk besproken. Men verwacht dat de regeering hervormd zal worden en dat in de buitenlandsche politiek een nieuwe rich ting wordt ingeslagen. Men verwaoht een gunstige wènding in de Bulgaarsoh-Turksche betrekkingen, waardoor de tegenwoordige spanning tusschen de beide landen zal ver dwijnen. Als teeken van deze verbetering in de relaties geldt het feit, dat de reservisten, die sinds eenigen tijd in Roetsjoek lag*»n. met groot verlof zyn gestuurd. Churchill's beweringen over Bulgarije tegengesproken Het D.N.B. melt uit Sofia: Tegenover de beweringen van den Brit schen premier in zijn radiorede van 9 Febru ari, dat de Dultschers Bulgarije zouden zijn binnengedrongen en dat Bulgaarsche vlieg velden door hen zouden zijn bezet etc., is het Bulgaarsche Telegraafagentschap (Bulga) ge machtigd tot de verklaring, dat al deze be weringen niet in overeensteenstemming zijn met de waarheid. De Engelsche aanval op de Fransche Kanaalkust De Engelsche verliezen by den Maandag overdag ondernomen aanval op de Kanaal- kust bij Duinkerken, zijn gestegen tot zeven vliegtuigen, zoo verneemt het D.N.B. Vier Britsche vliegtuigen werden in luchtgevech ten neergeschoten, drie door afweergeschut vernield. Onder de burgerbevolking in Duin kerken vielen verscheidene doodn en gewon den. Militaire doelen werden niet geraakt Binnenlondsch Nieuws Engelscha luchtaanvallen op ons land In totaal 8 dooden en 25 gewonden Het A.N.P. meldt: Het Engelsche luchtwapen heeft in den nacht van Maandag op Dinsdag eenige groo- tere acties tegen Nederlandsche plaatsen on dernomen. Talrijke brisant- en brandbommen zijn in verschillende deelen van het land uit geworpen, waarvan een belangrijk gedeelte op open terrein terecht kwam. Bij de slordige wyze van bombardeeren kon het niet uitbly- dat ook talrijke woonhuizen in verschil lende plaatsen zijn getroffen en dat ook een groot aantal slachtoffers onder de burger bevolking moest vallen. In totaal zyn in dezen nacht acht dooden en 25 gewonden, o.w. 8 zwaargewonden, te betreuren. Ongeveer 50 woonhuizen zyn min of meer zwaar bescha digd. Aan talrijke andere woonhuizen en ge bouwen en aan broeikassen is glasschade aan gericht. Verder ls een school vernield. Brand bommen veroorzaakten een groot aantal brandhaarden, welke meerendeels tamelijk snel konden worden gebluscht J. H. A. Frieswijk t Oud-burgemeesier van Ophemeri en Doornspijk Te Nunspeet ls, 78 Jaar oud, overleden de heer J. H. A, Frieswijk, oud-burgemees ter van Ophemert en Doornspijk. Gedurende een periode van 37 jaar heeft de thans ontslapene zijn ambt vervuld. Dertien jaar lang is hy burgemeester van Ophemert geweest en vier en twintig jaren heeft hy vervolgens dit ambt met groote plichtsbetrach. ting te Doornspijk vervuld. Onder zijn be wind heeft Doornspijk zich met de buurt schappen Oostendorp en 't Hard gestaag ver der ontwikkeld. Zijn verstandhouding met de burgerij was uitstekend. In 1937 toen het besluit ten aan zien van de nieuwe leeftydsgrens van kracht werd, nam hij afscheid van de gemeen te. De heer Frieswijk was ridder in de orde van Oranje Nassau. De begrafenis van het stoffelijk overschot zal geschieden op Vrijdag om 2.15 uur op de Nieuwe Begraafplaats te Nunspeet. AANRIJDING TE 's-GRAVENHAGE Gisterochtend is op de Heerengracht hoek Zwarteweg te 's-Gravenhage de 28-jarige mej. B. E. van H„ wonende aan de Hooftkade, door onvoorzichtigheid met haar rijwiel onder een auto gekomen. Zij liep een schedelbasisfractuur op en is door den geneeskundigen dienst naar het r.k. ziekenhuis aan het Westeinde vervoerd. OVERVAL MET ROOF Het A.N.P. meldt: Vrydagavond omstreeks negen uur zyn tv., gemaskerde personen de woning binnen w drongen van den mijnwerker P. Salden. Berg aan de Maas (gemeente Roermond.) vrouw was alleen thuis, want de man v nog op zyn werk en even te voren hadden *1 vader van de vrouw en een buurman de v; ning verlaten. De mannen, die het huls aan* achterzijde waren binnengedrongen, grep' de om hulp roepende vrouw vast en vroes haar, onder bedreiging met een revolver, wr het geld geborgen was. De gemaskerde bf4 dieten hebben toen 185 gulden meegenom"1 benevens eenige kleedingstukken en brood. Voordat zy vertrokken hebben zy rs het geheele huls doorzocht, waarna zij vrouw aan handen en voeten bonden, e prop in den mond stopten en aan een stf vastbonden. In dezen toestand vond de man zyn vroi,e toen hij om half twaalf van de myn tra* kwam. De politie werd onmiddellijk gewai^ schuwd, waarna een onderzoek met behfc van een politiehond werd ingesteld, dat vo^ alsnog zonder resultaat bleef. j Inbraak ta Nispen ro Le Bij den winkelier P. de B. in de Groenstife] te Nispen onder de gemeente Roosendaal, ben inbrekers kans gezien des nacht een koL mee te nemen, waarin o.m. 6000 was getfr gen, dat afkomstig was van een erfenis. koffer bevond zich op de slaapkamer né« het bed van het echtpaar de B. s De winkelier had ongeveer drie maanea geleden geërfd. Plannen om van het geld jg] woning te bouwen konden, in verband met; moeilijkheden, welke dit opleverde, geen dc^, gang vinden. Het geld werd dapom voorl pig in huis bewaard, geborgen in een kofh welke op de slaapkamer bij het bed was plaatst De dief moet met de situatie g<^ op de hoogte zyn geweest, daar de vrouw w De B. 's avonds bij het naar bed gaan haar kfc ding over den koffer hing, zoodat deze aan g( oog onttrokken werd. Vermoedelijk is hy n«i binnen geslopen door een ruitje in t eduwL waardoor hij de knip van de deur kon sen en den sleutel grijpen, welke naast de dr een spijker hing. Nergens was iets geF1 ceerd en na zijn nachtelijke visite heeft de r: sluiper alle deuren weer op dezelfde maifii gesloten. ia Om boven op de slaapkamer te kuni j, komen, heeft de inbreker een valluik nvo^ openen. Ook daarvan hebben de bewoirt niets gehoord. Uit het feit, dat de waakhond niet heeft ai geslagen, leidt men af dat de bezoeker M goede bekende is geweest Behalve de erfenis van 6000 heeft de C ook de spaarbankboekjes van de kinderen een beurs, welke op den schoorsteen lag. m genomen. Voorts bevatte de koffer nog bedrag aan geld van een zwager van v. B. Handel in gestolen kaas- toewijzingen J 111.000 kg kaas aan de distributie ontirokP1 Dezer dagen is een clandestiene handelK kaastoewijzingen op groote schaal aan het li gekomen, welke by de Nederlandsche zul] centrale in Den Haag waren ontvreemd. - De 42-jarige J. B., zich noemende evanger- leidde een godsdienstige secte te Soest en op de verschillende leden van deze secte gu ten invloed. Hieronder bevond zich ook een jarige tijdelijke ambtenaar van de Nederig sche Zuivelcentrale uit Den Haag. De vri< schap, welke tusschen den evangelist en 1 bestond, en daarbij zal ook wel een zei suggestie een rol hebben gespeeld, waren 01 leiding, dat de tijdelijke ambtenaar ingelevi kaastoewijzingen, welke nog niet voor geb: ongeschikt waren gemaakt, aan B. ter schikking stelde. Op deze wyze kwam B het bezit van 1.094,300 rantsoenen, goed totaal 111,000 kg kaas. Met deze toewijzn deze bonnen op hun beurt weer by de Ne Landsche Zuivel Centrale in. Deze kaastoewijzingen worden aan de wi j llers in ruil voor de consumentenbonnen geven en kunnen bij de kaasgrossiers weer hij zich de medewerking van eenige mari die de grossiers bezochten. Velen traden L; aanbiedingen van de heeren en betaar 0.80 voor toewijzingen van 1 kg. De PrijsT; de kaas werd hierdoor veel hooger, docHT; was geen bezwaar, want bulten de distrie] om waren er altijd wel koopers voor te vir£ B. ontving op deze manier ruim 1500F handlanger van hem in Den Haag, een 36-je, reclameteekenaar, verkocht voor ongeveer*: en kreeg als provisie 50 en een wollen dc^ De transacties van J. B. en consorten kwr aan het licht door een kaasgrossier uit T. zaan, die niet in het aanbod tot het kcopec^ kaastoewijzingen trad. Deze stelde de Ned. velcentrale van zijn bevindingen op de h en na een onderzoek door ambtenaren van centrale was de politie in de zaak gemoeM De Haagsche politie deed onmiddellijW3 uitgebreid onderzoek bij verschillende gro|3 in het land en dezen bekenden de toewijz)3 te hebben gekocht. Zij zullen door de N3 landsche Zuivelcentrale tuchtrechteUjk wIS gestraft. B. en de tydelijke ambtenaar zyn inmJ gearresteerd en in het huis van bewaring sloten. Door de handelingen van B. is een hof11 heid kaas aan de distributie onttrokken, U neerkomt op een dagrantsoen per hoofd vj Nederlandsche bevolking. 14) „Als je niets weet, vraag jc „och niets? HeeftHeino van morgen iets gezegd?" vroeg zij dan haastig, de vraag vergezeld doende gaan, naar Truus opmerkte, van een verlangenden blik. „Neen, kind, ik weet heusch niets. Heino heeft vanmorgen niets gezegd. Ik heb hem nauwelijks vijf minuten gezien en gesproken. Maar toch weet ik, of liever voel ik, dat er iets tus schen jullie voorgevallen is. Of vergis ik mij zoo deerlijk?" Martha gaf geen antwoord, maar staarde naar buiten. Aan haar wimpers hingen tranen. „Hoor eens, Martha, je moet mij asjeblieft goed begrijpen. Ik dring niet op een antwoord aan, hoor. Je behoeft me heusch niets te vertellen. Even goede vrienden. Ik zal je alleen zeggen, hoe ik tot mijn belangstellende vraag kom. 'k Heb ver leden jaar, dunkt me, iets gemerkt. En n u nog veel duidelijker. Er z i t iets. Wat, weet ik niet. Maar jij bent al lang niet op dreef, 'k Geloof niet, dat moeder het al heeft opgemerkt. Of zij heeft het wel gemarkt, maar zegt niets. Dat is ook mogelijk, als ik bedenk, hoe moeder is. Maar hoe dat zij, Tjaard en ik hebben wel gemerkt, dat je de oude niet meer bent. Je tobt over iets. Je weet, dat we veel van je houden. Als het kan, wil ik je helpen en raden, 't Is verkeerd van je, dat je alleen blijft tobben en je verdriet want dat heb je, ik zie het al te goed verkropt." Nog gaf Martha geen bescheid. Ze verkeerde in heftigen tweestrijd. Zij had behoefte, haar hart uit te storten, vooral bij Truus, die het zoo goed met haar meende. Maar mócht zij dat doen? „Als iemand je iets vraagt of zegt," vroeg zij dan met moeite 'sprekend, „en je belooft, er met niemand over te zullen praten, past het dan, om het tóch te doen?" Zulk e^n vraag had Truus niet verwacht. Haar vlugge geest bepeinsde, wat de aanleiding tot deze vraag kon zijn. Welke wending kwam er nu in haar vermoeden? „Het hangt er van af, wat er beloofd is en hoe de vork in de steel zit", antwoordde zij voorzichtig. „In het algemeen moet, als stilzwijgendheid is opgelegd of gevraagd, die worden betracht, dat spreekt vanzelf. Tenminste, wanneer het een eerlijke zaak geldt. Maar er kunnen omstan digheden zijn, dat men zijn belofte niet behoeft te houden. Op jouw vraag is dus niet een pertinent ontkennend of bevestigend antwoord te geven." „Zoo kom ik niet verder", klaagde Martha. „Ja kind, ik weet niet, wat je bedoelt. Eerlijk gezegd kan ik me niet voorstellen, welk zwaarwichtig geheim je niet zou mogen vertellen. Kun je dan den persoon, die stilzwijgen ver zocht, niet vragen, om jou je woord terug te geven, als hij toch wéét, dat je het er moeilijk onder hebt?" „Ik weet niet, wat ik doen moet", zei Martha. Truus had intusschen gelegenheid gehad, om door te denken. Zij ging vermoeden en dat vermoeden paste geheel in haar veronderstelling dat Heino die bewuste persoon was. En daarom besloot zij zich zekerheid te verschaffen. ,,'t Is anders nogal eenvoudig, Martha", zeide zij. „Die per soon is nu in Groningen, 't Is warempel voor jou toch een kleine moeite, om met Heino te praten!" „Truus, je bent op de hoogte", riep Martha uit. „Is het niet waar? Maar heeft Heino dan wat gezegd?" „Ik weet niets. Heusch niet. Ik heb alleen vermoedens. En ik bemerk nu, dat die vermoedens juist zijn. Misschien niet in de kleinigheden, maar dan toch in hoofdzaak." „Je kunt best gelijk hebben", meende Martha mat. „Ik weet niet, of ik het zeggen moet en mag." „Je moet het niet zeggen, maar je m o o g t het wel. Dat is een ander antwoord dan zooeven. Maar toen wist ik niet, wat ik nu weet. Je lijdt er onder. Het is voor jou veel beter', dat je spreekt. Moet daaronder de reputatie van Heino lijden, dat kun jij niet helpen. Dan moet hy zich maar behoorlijk gedragen en zijn woord houden. Ik zal het je gemakkelijk maken en zeg gen, wat ik vermoed. Je hebt dan alleen maar ja of neen te zeggen. Vind je dat goed?" Martha knikte, voelend, dat Truus, zonder te weten, vrijwel op de hoogte was, iets, waarover zij zich, haars ondanks, ver baasde. En Truus zei hetzelfde, wat zij, als haar vermoeden, aan Tjaard had opgemerkt. Terwijl zij sprak, zag zy aan Martha, dat zij het bij het rechte eind had. „Is het niet zoo?" vroeg ze. „Zoo is het. Heino heeft mij gevraagd, zyn vrouw te worden, en ik heb „ja" gezegd, want ik had hem lief en heb hem nog lief", schreide zij. Truus was vol medelijden. En haar toorn en minachting jegens Heino was groot. „En nu laat hij me links liggen en ontwijkt mij", klaagde Martha. „Ik begrijp het niet, ik begrijp het niet. Er is 19 tusschen ons voorgevallen, niets, niets." F Nu het ijs eenmaal gebroken was en nu zij gevoelde, hdö mededeelingen haar verlichtten, zegde Martha al haar leeft In korte, afgebroken zinnen, soms moeilijk sprekend. Mal9 uitte geen enkel bitter verwijt, waartoe toch alle aanWfj was. Truus proefde er uit haar groote liefde tot Heino- liefde, die hij in geen enkel opzicht verdiende. En steed] j Martha's refrein: ik begrijp het niet, ik begrijp heit niet 1.1 Truus begreep het wel. Zij vermoedde het althans. He^g moeden, dat zij aan Tjaard reeds had meegedeeld. Maar jö van sprak zij Martha niet. Ook niet, toen deze haar de {9 streeksche vraag stelde: „Kim jij Heino's handelwijz^ grijpen?" j, M't Is vreemd", ontweek Truus een direct antwoord. jv 't is, naar mijn meening, een minne handelwijze, die ik Heino niet gezocht had." „Hij kan er een reden voor hebben", zei Martha pleite^ Heino nog verontschuldigend. „Maar waarom zegt hij di[j niet? 'k Heb er toch recht op, die te weten? Ik ben toch1! speelbal?" kr Voor het eerst werd de toon van haar spreken heftig, r „Natuurlijk ben je geen speelbal, 't Is een schande, dat .'e zoo handelt, 't Mag geen woord hebben. Maar intusschen medelijden met je, kind. Ik kan mij heel goed voorstelleh ontzettend je lijdt. En deze toestand van onzekerheid rag kan niet langer voortduren. Weet moeder niets?" fa „Ik heb er niet over gesproken", antwoordde Martha. (Wordt verve!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2