iffein&Schkadeki
WOENSDAG 12 FEBRUARI 1941
PAG.
De reorganisatie van het Fransche
regeeringsapparaat
Darian's benoeming tot eventueel
opvolger van Pétain
Het D.N.B. meldt uit Vichy:
De bij grondwettelijk decreet bepaalde
opvolging van het staatshoofd, maarschalk
Pétain, treedt in werking, indien Pétain
sterft of hem op andere wijze de uitoefe
ning van zijn ambt belet wordt.
Het grondwettelijke decreet nr. 4 van 10
Februari luidt:
Wij, maarschalk van Frankrijk en hoofd
van den Franschen staat bepalen krachtens
de wet van 10 Juli 1940:
Art 1. Indien wij om welke redenen dan
ook voor de ratificatie van de nieuwe grondwet
door de natie, verhinderd zijn de functie van
staatshoofd uit te oefenen, zal vloot-admiraal
Darlan deze functie rechtens overnemen.
Art 2: Voor het geval, dat vloot-admlraal
Darlan om welke reden dan ook verhinderd
zou zijn, zal zij vervangen worden door den
persoon, dien de ministerraad met meerder
heid van stemmen zal aanwijzen. Tot het op
treden van dezen persoon zouden de functies
door den ministerraad uitgeoefend worden.
Art. 3. Het grondwetelijk decreet nr. 4 ls
en blijft opgeheven.
Het decreet, waarbij admiraal Darlan tot
vice-president wordt benoemd, heeft den vol
genden tekst:
Wij, maarschalk van Frankrijk en hoofd
van den Franschen staat bepalen krachtens
de grondwettelijke acte no. 2 van 11 Juli 1940
en krachtens de wet van 10 Februari 1941
ten aanzien van de organisatie der regeering:
art 1. Tot vice-president wordt Darlan,
vloot-admiraal en staatssecretaris voor bul-
tenlandsche zaken en de marine, benoemd.
De organisatie van de
Fransche regeering
Maarschalk Pétain heeft een decreet uitge
vaardigd, waarin de opbouw en de organisatie
van de regeering als volgt wordt vastgelegd:
Art. 1: Een zeker aantal van bij decreet
bepaalde staatssecretarissen heeft de
prerogatieven van minister. Ieder minis
ter bij decreet heeft tot taak de werk
zaamheid van een zeker aantal staatssecreta
rissen te coördineeren en te controleeren ten
aanzien van de toepassing van de principieele
beslissingen en van de beslissingen ten opzich
te van de algemeene politiek der regeering.
Art. 2: Een der ministers wordt bij decreet
benoemd tot vice-president. (Reeds geschied.)
Onder het hooge gezag van den maarschalk,
chef van den staat en chef van de regeering,
leidt en controleert hij de werkzaamheid der
ministers en staatssecretarissen in alles, wat
de toepassing betreft van de principieele be
slissingen en de beslissingen ten opzichte van
de algemeene politiek der regeering.
Art. 3: De ministerraad komt bijeen onder
voorzitterschap van den chef van den staat.
De chef van den staat kan zich by dit voor
zitterschap doen vertegenwoordigen door den
vice-president. In dit geval moet de vice-pre
sident den chef van den staat rapport uitbren
gen over de beraadslagingen van de minister
raad. De staatssecretarissen kunnen worden
opgenomen in den ministerraad wanneer pro
blemen, die him staatssecretariaat interes
seeren ter bestudeering aan den raad worden
voorgelegd.
Art. 4: De kabinetsraad, die ministers en
De oneenigheid tusschen
Engeland en Roemenië
Engeland behoudt zich vrijheid
van handelen t.a.v. Roemenië voor
Schweizer Press Telegr. meldt uit Boekarest:
Het afbreken van de diplomatieke be
trekkingen tusschen Engeland en Roeme
nië heeft slechts weinigen te Boekarest
verrast. De laatste maanden konden de
betrekkingen tusschen beide staten niet
meer correct worden genoemd, maar
Engeland stelde tot het laatste oogenblik
pogingen in het werk om zijn financieele
belangen in Roemenië te redden.
De nota van den Britschen gezant,
waarin wordt gezegd, dat Engeland „izch
vrijheid van handelen ten opzichte van
Roemenië voorbehoudt", heeft in politieke
kringen eenige ongerustheid verwekt
Intusschen heeft de regeering van de Ver.
Staten zich bereid verklaard de overblij
vende Britsche belangen in Roemenië te
behartigen. Behalve het gezantschap en
het consulaire korps, dat ongeveer 50
personen omvat, vertoeven nog 150
Britsche staatsburgers in Roemenië.
RADIO-REPARATIEDIENST .COUZT"
le Middellandstr. 72, Tel. 30340-31293
100 o/o Service - Vakkundig - SneL
staatssecretarissen omvat, wordt gepresideerd
door den vice-president
Art. 5: Bij het vice-presidentschap wordt
het secretariaat-generaal voor voorlichting,
pers en radio aangesloten.
Art 6: De artikelen 8 en 4 van de wet van
6 September 1940 betreffende de organisatie
van de regeering worden opgeheven.
Art. 7:De bovenstaande bepalingen worden
in het Journal Officiel gepubliceerd en als
staatswet ten uitvoer gelegd.
Voor en tegen de hulpwet
voor Engeland
Waarschuwingen en aan
sporingen
Pleiters voor. de wet aan het woord
In de Senaatscommissie voor buitenland
sche zaken zijn gisteren drie pleiters voor
de wet tot hulpverleening aan Engeland aan
het woord gekomen, namelijk de president
van de Harvard universiteit, Conant, de bur
gemeester van New York, La Guardia en de
uit Engeland teruggekeerde Wendell Willkie.
Conant polemiseerde tegen een beperkte
hulp aan Engeland en verklaarde o.a., dat de
vrees voor den oorlog niet de grondslag der
nationale politiek mag zijn. „De tegenwoor
dige oorlog", zoo zeide hij, „vertoont vele
kenmerken met een godsdienstoorlog. Wan
neer Duitschland den Oceaan wil beheerschen,
komt Amerika onder een gevaarlijken mili
tairen en oeconomischen druk. De hoop op
een vrij leven ligt in de nederlaag van de
spil".
De eischen der Amerikaansche
verdediging
Op de dagelijksche persconferentie in het
Witte Huls heeft staatssecretaris Cordell Huil
volgens Schweizer Press Telegraph geweigerd
te antwoorden op de vraag, of de minister
van oorlog en de bevelhebbers van leger-
ondérdeelen aan een in het Witte Huis ge
houden conferentie hadden deelgenomen. Ver
moed wordt, dat op deze conferentie de
bijzonderheden van de Amerikaansche hulp
aan Engeland, na de aanneming van de leen-
en huurwet door den senaat zijn besproken
zonder dat de vertegenwoordigers van het
leger de eischen van de Amerikaansche ver
dediging te berde hebben gebracht. Huil
weigerde dit te bevestigen.
Geen Amerikaansche wapens naar
het buitenland, die de Ver. Staten
zelf naodig hebben
Ofschoon de regeering der Vereenigde Sta
ten ingeval- de lend and lease wet aange
nomen wordt oorlogsmateriaal tot een zeker
bedrag aan Engeland mag afstaan wordt van
officieele zijde in bet licht gesteld, dat Ame
rika geen wapens aan het buitenland zal
verstrekken, waaraan het zelf behoefte heeft.
Deze van bevoegde zijde afgelegde verklaring
wordt volgens S.P.T. beschouwd als een
tegemoetkoming aan de ernstige bedenkingen,
die militaire deskundigen tegen de leen- en
huurwet aanvoeren. Zelfs Knox de interven
tionistische minister van marine zou tegen
het afstaan van nieuwe torpedobootjagers
gewaarschuwd hebben.
Engeland's financieele belangen
in de Ver. Staten
Kolonel Charles C. Vickers, die in Amerika
is aangekomen, heeft zijn reis ondernomen
in opdracht van het Engelsche ministerie van
financiën. Hij wordt vergezeld door kapitein
Pleydell Boverie, eveneens aan dat ministerie
verbonden. Bijzonderheden over het doel van
de reds worden, volgens S.P.T., noch te
Washington noch te Londen verstrekt.
Op een vraag antwoordde kolonel Vickers,
niets te maken te hebben met het afwikkelen
van Britsche activa in de Ver. Staten.
Amerikaansche katoen voor
Engeland
Op een persconferentie te Washington heeft
senator Russell volgens S.P.T. meegedeeld, dat
Roosevelt het plan heeft opgevat Engeland
van het overschot van landbouwproducten te
voorzien, waarbij is inbegrepen het voor de
oorlogvoering zoo belangrijke katoen.
Hoe ver gaat de macht van
Roosevelt
In een rede voor de Economie Club heeft
de Repub like ins che senator Taft, naar Asso
ciated Press meldt, gezegd, dat de aanneming
van de wet tot hulpverleening aan Engeland
president Roosevelt de macht zou geven de
Vereenigde Staten in den oorlog te storten.
Tevens beschuldigd Taft den president, dat
hij tot dusverre zijn onvermogen voor een
werkelijke hulpverleening aan Engeland
achter beleedigende taal probeert te verber
gen en in het volk de hartstochten tracht te
wekken, die de voorloopers van oorlog zijn.
Taft verzekerde, dat het Amerikaansche volk
den oorlog kan vermijden, indien het zich
krachtig tegen den oorlogskoers verzet.
Na Taft 9prak Gibson, de voorzitter der
commissie tot verdediging van Amerika door
hulp aan bondgenooten, die verklaarde, dat de
Amerikaansche vloot zoo noodig ook kon
vooien moet vergezellen. Dit diende echter
pas als uiterste middel te geschieden, want
men zou daarmede het risico loopen, dat
Amerikaansche schepen met Amerikaansche
bemanningen tot zinken warden gebracht.
De Vereenigde Staten, aldus Gibson, mogen
niet toelaten, dat aan de mogendheden van
de spil de oorlog wordt verklaard.
Ohase, de rector van de universiteit te
New York, deed een beroep op het volk, om
de vredespolitiek te volgen en niet hulpeloos
aan den oorlog mee te doen. De wet tot hulp
verleening aan Engeland, zeide hij, mag niet
zonder gepaste beperkingen worden aan
genomen.
Willkie en Roosevelt
President Roosevelt zou Wendell Willkie
volgens het S.P.T. ontvangen voordat deze
zijn bevindingen aan de senaatscommissie
voor buitenlandsche zaken mededeelt. Naar
verluidt, zal Willkie met alle macht ten gun
ste van de lend and lease bill pleiten.
Het maximum der staatsschuld
Het Amerikaansche Huis van fgevaar-
digden heeft de verhooging van het maximum
der staatsschuld van de Ver. Stater, tot
65 milliard dollar goedgekeurd.
Duitsche kustbatterijen tegen
Engelsche oorlogsschepen
Over het in het Duitsche weermachtbe-
richt reeds in het kort vermelde succes der
Duitsche kustbatterijen in Vlaanderen in den
nacht van Maandag op Dinsdag verneemt het
D.N.B. nog, dat de Engelsche oorlogsbodems,
die de kust bij Oostende probeerden te nade
ren, op een afstand van 20 tot 25 kilometer
onder vuur werden genomen. Na een kort
artillerieduel staakten de Engelschen het
schieten. Zij keerden om en verdwenen in het
duister van den nacht.
Weer Engelsche vliegvelden
aangevallen
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben vol
gens het D.N.B. in den loop van den nacht
van Maandag op Dinsdag met succes vlieg
velden in Oost Engeland, o.a. Honington en
Mildenhall, aangevallen. Op beide vliegvel
den kwamen de bommen temidden van ae
daar opgestelde vliegtuigen terecht die ter
stond onder ontploffingsverschijnselen in
brand geraakten. Te Honington werden
zeven en te Mildenhall vier vliegtuigen ver
nield en een groot aantal door brand en
bomsplinters beschadigd.
De Januari-gebeurtenissen in
Roemenië
In een nieuw officieel rapport over de ge
beurtenissen van 21 tot 23 Januari wordt na
een beschrijving van de incidenten op 21 en
22 Januari o.a. het volgende gezegd:
In den nacht van 22 op 23 Januari heeft
een delegatie Legionnaristen generaal Anto-
nescu verzocht de actie te staken. De gene
raal beloofde dit op voorwaarde echter, dat
de rebellen de wapens zouden neerleggen en
uiteen gaan. Te middernacht verscheen de
delegatie opnieuw bij geneVa al An tones cu,
maar tevergeefs, want de rebellen weigerden
de voorwaarden te aanvaarden. Integendeel,
in den loop van den nacht probeerden zij
het telefoongebouw te bezetten. Ook hadden
ze getracht het minister-presidium te nade
ren, doch daar waren ze verdreven. Om een
uur 's nachts gaf generaal Antonescu bevel,
de laatste punten van verzet 's ochtends om
zeven uur op te ruimen en het geheele verzet
voor den middag te breken. In den ochtend
van 23 Januari heeft toen Horia Sima, waar
schijnlijk omdat hij inzag het spel verloren te
hebben, last gegeven den strijd terstond te
staken, de bezet gehouden openbare gebou
wen te ontruimen en het normale leven te
hervatten.
Door dezen oproep heeft Horia Sima ver
volgt het officieele verslag, zich kenbaar
gemaakt als degene, die bevel heeft gegeven
tot de bezetting met geweld van de openbare
gebouwen, dus als de aanstichter van de on
lusten. Ondanks het bevel van Horia Sima
hadden de rebellen de actie tegen het leger
ook 23 Januari voortgezet. Toen is den troe
pen gelast de operaties in de hoofdstad te
hervatten. De zuiveringsactie heeft tot
's middags drie uur geduurd.
Het verslag noemt dan voor de hoofdstad
en de provincie de volgende verliescijfers: 21
gedoode officieren, onderofficieren en solda
ten en 53 gewonde officieren en manschap
pen! bij de rebellen en de burgerbevolking
in de hoofdstad 236 dooden en 254 gewonden,
in de provincie 117 dooden en 73 gewonden,
dus in totaal 374 dooden en 380 gewonden.
Belgische oeconomische
delegatie naar Moskou
Een Belgische oeconomische delegatie, De-
staande uit de directeuren-generaal van het
ministerie van oeconomische zaken en van
landbouw, is naar Moskou vertrokken om mex
de Sowjetregeering onderhandelingen te voe
ren over den uitvoer van Belgische industrie
producten en den invoer van levensmiddelen
door België. Aan deze reis neemt ook de
gevolmachtigde voor vraagstukken betreffen
de den buitenlandschen handel bij het Duit
sche militaire bestuur in België deel, aldus
meldt het A.N.P. uit Berlijn.
Uit Moskou meldt het D.N.B. nog, dat de
uit acht Duitsche en Belgische leden be
staande delegatie daar gisteren is aangekomen.
De voedselvoorziening In België
Spoedige verbetering te wachten
Belgapress meldt uit Brussel:
De secretaris-generaal van het ministerie
ran landbouw en voedselvoorziening heeft
Journalisten een en ander medegedeeld om
trent de voorziening van de bevolking met de
allernoodigste levensmiddelen.
In de eerste plaats, zoo begon de heer De
Winter zijn uiteenzetting, vraagt de voorzie
ning met aardappelen, graan en vleesch onze
aandacht.
Het aardappelvraagstuk heeft in
de laatste weken veel stof tot klagen gegeven,
doch er bestaat gelukkig geen twijfel of in den
loop van de maand Februari zal hierin een
belangrijke, zoo niet afdoende, verbetering
komen. Alles beheerschend in dit vraagstuk
is het weer. Er liggen inderdaad zeer groote
hoeveelheden aardappelen in Nederland
en Duitschland voor verlading naar België
gereed. Reeds is een deel aangekomen; het zal
in de eerste plaats dienen om de groote steden,
industriecentra en steenkolengebieden van
het noodige te voorzien. Reeds zeer spoedig
kan weer verwacht worden, dat het vervoer
van Nederland uit mogelijk zal zijn.
Naast de zeer belangrijke hoeveelheden kan
altijd nog een belangrijke hoeveelheid aard
appelen uit het binnenland verwaoht worden.
Overeenkomsten zijn afgesloten voor de leve
ring van 100 millioen kg pootaardappelen uit
Nederland en Duitschland. Deze zullen,
zooals bekend, slechts aan de boeren worden
afgeleverd tegen afgifte van consumptie
aardappelen en wel kilo tegen kilo.
Hoewel natuurlijk reeds een aantal boeren
aan hun leverplicht voldaan hebben en er ook
een zekere hoeveelheid van deze pootaardap
pelen voor het kleine landeigendom zonder
ruil beschikbaar zal worden gesteld, mag uit
den ruil met de boeren toch nog een belang
rijke hoeveelheid consumptie-aardappelen
verwaoht worden, te meer, daar aan deze ruil.
bepaling streng de hand zal worden gehouden.
De toestand op het gebied va^ de brood
voorziening ls iets verbeterd. De vorde
ring en de inlevering bij de boeren gaat steeds
voort. De boeren moeten zich echter meer nog
dan tot op heden bewust zijn, dat het hun
taak is voor de voedselvoorziening van de ge
heele Belgische bevolking het uiterste bij te
dragen. Daarnaast wordt door de Duitsche en
Belgische overheid het noodige gedaan om
zich de voor de bevolking noodige hoeveel
heden broodgraan te verzekeren. Een brood
tekort zal zich niet meer voordoen.
Het derde vraagstuk, het vleesch-
v r a a g s tuk ls op het oogenblik in volle op
lossing. Toen in September en October van
het vorige jaar zooveel meer vleesch op de
markt kwam dïin volgens de uitgegeven bon
nen voor de distributie noodig was, heeft de
regeering gehoopt, door het opkoopen van een
aantal dieren en het conserveeren van vleesch
in blik zich een voorraad te kunnen aanleggen
voor het vroege voorjaar wanneer, zooali
altijd, het minste slachtvee beschikbaar ls.
Ongelukkigerwijze is toen te veel vleesch in
den sluikhandel verdwenen en kon geen vol
doende voorraad worden aangelegd.
Daar een goede vleesch voorziening van het
grootste belang is, is inmiddels de vee- en
vleeschcentrale der corporatie van landbouw
en voedelselvoorziening geschapen.
Hieromtrent deelde de heer Molitor, voor
zitter dezer centrale het volgende mee:
De vleeschhandel leende zich meer dan
eenige andere handel tot den sluikhandel.
Teneinde productie en afzet beter te kunnen
overzien, werd begonnen het aantal vee
markten in te krimpen, zoodat er op het
oogenblik nog maar 31 in België toegelaten
zijn. Haast al deze markten hebben thans een
eigen abattoir.
Ook het aantal particuliere slachthuizen
moest worden verminderd en de sluiting van
niet minder dan 12,000 dezer instellingen
moest worden bevolen. Wanneer wordt aange
nomen, dat elk van deze slachthuizen weke
lijks slechts één dier slacht, kan men zich een
beeld vormen van den omvang van den sluik
handel in vleesch, die hoofdzakelijk van die
Inrichtingen uitging.
De veemarkten als zoodanig verliezen veel
van hun vroegeren vorm. Zij worden nu in de
eerste plaats verdeelingscentra, waarop het
vee aan de slagers wordt toegewezen. Hierbij
zal elke slager zooveel vleesch ontvangen als
zijn klanten van hem tegen bonnen kunnen
verlangen. Dat daarnaast tegen den sluikhan
del met de meeste kracht zal worden opgetre
den, spreekt van zelf.
Teneinde deze regeling te doen slagen, is het
natuurlijk noodzakelijk, dat de boeren en vee-
koopers met hun vee naar de markten komen.
De marktpremie, die thans voor het aange
voerde vee gegeven wordt, zal ongetwijfeld
voor de boeren een sterke aansporing zijn hun
vee op de markt aan te bieden, maar reeds
nu is de mogelijkheid voorzien, dat niet vol
doende vee zou worden aangevoerd. In dat
geval zal tot opeisching moeten worden over
gegaan. Deze opeischingen worden dan gedaan
ln overeenstemming met het nieuwe vleesch-
rantsoen van 35 gram per persoon.
In de eerste plaats zullen natuurlijk de op
eischingen geschieden bij die boeren, die hun
andere leveringsplichten niet ten volle na
kwamen. Zoo zal ook samenwerking bestaan
tusschen de vee- en vleeschcentrale en de cen
trale voor zulvelvetten en eieren teneinde in
de eerste plaats den toestand te onderzoeken
in de stallen van die boeren, die niet vol
doende melk aan de melkerijen leveren.
Ongetwijfeld zullen in de geheele organi
satie nog een aantal moeilijkheden overwon
nen moeten worden, maar verwacht mag
worden, dat vóór het einde der maand deze
nieuwe regeling toch op bevredigende wijze
zal werken.
De kabinetscrisis in Bulgarije
Ankara verwacht een gunstige
wending in de betrekkingen
Schweiz. Press Telegraph meldt uit Stam
boel:
De gebeurtenissen in Bulgarije worden
volgens welingelichte kringen te Stamboel in
Turkije met groote aandacht gevolgd.
De Kabinetscrisis wordt Ankara en te
Stamboel druk besproken. Men verwacht dat
de regeering hervormd zal worden en dat in
de buitenlandsche politiek een nieuwe rich
ting wordt ingeslagen. Men verwaoht een
gunstige wènding in de Bulgaarsoh-Turksche
betrekkingen, waardoor de tegenwoordige
spanning tusschen de beide landen zal ver
dwijnen. Als teeken van deze verbetering in
de relaties geldt het feit, dat de reservisten,
die sinds eenigen tijd in Roetsjoek lag*»n. met
groot verlof zyn gestuurd.
Churchill's beweringen over
Bulgarije tegengesproken
Het D.N.B. melt uit Sofia:
Tegenover de beweringen van den Brit
schen premier in zijn radiorede van 9 Febru
ari, dat de Dultschers Bulgarije zouden zijn
binnengedrongen en dat Bulgaarsche vlieg
velden door hen zouden zijn bezet etc., is het
Bulgaarsche Telegraafagentschap (Bulga) ge
machtigd tot de verklaring, dat al deze be
weringen niet in overeensteenstemming zijn
met de waarheid.
De Engelsche aanval op de
Fransche Kanaalkust
De Engelsche verliezen by den Maandag
overdag ondernomen aanval op de Kanaal-
kust bij Duinkerken, zijn gestegen tot zeven
vliegtuigen, zoo verneemt het D.N.B. Vier
Britsche vliegtuigen werden in luchtgevech
ten neergeschoten, drie door afweergeschut
vernield. Onder de burgerbevolking in Duin
kerken vielen verscheidene doodn en gewon
den. Militaire doelen werden niet geraakt
Binnenlondsch Nieuws
Engelscha luchtaanvallen op
ons land
In totaal 8 dooden en 25 gewonden
Het A.N.P. meldt:
Het Engelsche luchtwapen heeft in den
nacht van Maandag op Dinsdag eenige groo-
tere acties tegen Nederlandsche plaatsen on
dernomen. Talrijke brisant- en brandbommen
zijn in verschillende deelen van het land uit
geworpen, waarvan een belangrijk gedeelte
op open terrein terecht kwam. Bij de slordige
wyze van bombardeeren kon het niet uitbly-
dat ook talrijke woonhuizen in verschil
lende plaatsen zijn getroffen en dat ook een
groot aantal slachtoffers onder de burger
bevolking moest vallen. In totaal zyn in dezen
nacht acht dooden en 25 gewonden, o.w. 8
zwaargewonden, te betreuren. Ongeveer 50
woonhuizen zyn min of meer zwaar bescha
digd. Aan talrijke andere woonhuizen en ge
bouwen en aan broeikassen is glasschade aan
gericht. Verder ls een school vernield. Brand
bommen veroorzaakten een groot aantal
brandhaarden, welke meerendeels tamelijk
snel konden worden gebluscht
J. H. A. Frieswijk t
Oud-burgemeesier van Ophemeri en
Doornspijk
Te Nunspeet ls, 78 Jaar oud, overleden de
heer J. H. A, Frieswijk, oud-burgemees ter van
Ophemert en Doornspijk.
Gedurende een periode van 37 jaar heeft de
thans ontslapene zijn ambt vervuld. Dertien
jaar lang is hy burgemeester van Ophemert
geweest en vier en twintig jaren heeft hy
vervolgens dit ambt met groote plichtsbetrach.
ting te Doornspijk vervuld. Onder zijn be
wind heeft Doornspijk zich met de buurt
schappen Oostendorp en 't Hard gestaag ver
der ontwikkeld.
Zijn verstandhouding met de burgerij was
uitstekend. In 1937 toen het besluit ten aan
zien van de nieuwe leeftydsgrens van
kracht werd, nam hij afscheid van de gemeen
te. De heer Frieswijk was ridder in de
orde van Oranje Nassau.
De begrafenis van het stoffelijk overschot
zal geschieden op Vrijdag om 2.15 uur op de
Nieuwe Begraafplaats te Nunspeet.
AANRIJDING TE 's-GRAVENHAGE
Gisterochtend is op de Heerengracht hoek
Zwarteweg te 's-Gravenhage de 28-jarige mej.
B. E. van H„ wonende aan de Hooftkade, door
onvoorzichtigheid met haar rijwiel onder een
auto gekomen. Zij liep een schedelbasisfractuur
op en is door den geneeskundigen dienst naar
het r.k. ziekenhuis aan het Westeinde vervoerd.
OVERVAL MET ROOF
Het A.N.P. meldt:
Vrydagavond omstreeks negen uur zyn tv.,
gemaskerde personen de woning binnen w
drongen van den mijnwerker P. Salden.
Berg aan de Maas (gemeente Roermond.)
vrouw was alleen thuis, want de man v
nog op zyn werk en even te voren hadden *1
vader van de vrouw en een buurman de v;
ning verlaten. De mannen, die het huls aan*
achterzijde waren binnengedrongen, grep'
de om hulp roepende vrouw vast en vroes
haar, onder bedreiging met een revolver, wr
het geld geborgen was. De gemaskerde bf4
dieten hebben toen 185 gulden meegenom"1
benevens eenige kleedingstukken en
brood. Voordat zy vertrokken hebben zy rs
het geheele huls doorzocht, waarna zij
vrouw aan handen en voeten bonden, e
prop in den mond stopten en aan een stf
vastbonden.
In dezen toestand vond de man zyn vroi,e
toen hij om half twaalf van de myn tra*
kwam. De politie werd onmiddellijk gewai^
schuwd, waarna een onderzoek met behfc
van een politiehond werd ingesteld, dat vo^
alsnog zonder resultaat bleef. j
Inbraak ta Nispen ro
Le
Bij den winkelier P. de B. in de Groenstife]
te Nispen onder de gemeente Roosendaal,
ben inbrekers kans gezien des nacht een koL
mee te nemen, waarin o.m. 6000 was getfr
gen, dat afkomstig was van een erfenis.
koffer bevond zich op de slaapkamer né«
het bed van het echtpaar de B. s
De winkelier had ongeveer drie maanea
geleden geërfd. Plannen om van het geld jg]
woning te bouwen konden, in verband met;
moeilijkheden, welke dit opleverde, geen dc^,
gang vinden. Het geld werd dapom voorl
pig in huis bewaard, geborgen in een kofh
welke op de slaapkamer bij het bed was
plaatst De dief moet met de situatie g<^
op de hoogte zyn geweest, daar de vrouw w
De B. 's avonds bij het naar bed gaan haar kfc
ding over den koffer hing, zoodat deze aan g(
oog onttrokken werd. Vermoedelijk is hy n«i
binnen geslopen door een ruitje in t eduwL
waardoor hij de knip van de deur kon sen
en den sleutel grijpen, welke naast de dr
een spijker hing. Nergens was iets geF1
ceerd en na zijn nachtelijke visite heeft de r:
sluiper alle deuren weer op dezelfde maifii
gesloten. ia
Om boven op de slaapkamer te kuni j,
komen, heeft de inbreker een valluik nvo^
openen. Ook daarvan hebben de bewoirt
niets gehoord.
Uit het feit, dat de waakhond niet heeft ai
geslagen, leidt men af dat de bezoeker M
goede bekende is geweest
Behalve de erfenis van 6000 heeft de C
ook de spaarbankboekjes van de kinderen
een beurs, welke op den schoorsteen lag. m
genomen. Voorts bevatte de koffer nog
bedrag aan geld van een zwager van v. B.
Handel in gestolen kaas-
toewijzingen J
111.000 kg kaas aan de distributie ontirokP1
Dezer dagen is een clandestiene handelK
kaastoewijzingen op groote schaal aan het li
gekomen, welke by de Nederlandsche zul]
centrale in Den Haag waren ontvreemd. -
De 42-jarige J. B., zich noemende evanger-
leidde een godsdienstige secte te Soest en
op de verschillende leden van deze secte gu
ten invloed. Hieronder bevond zich ook een
jarige tijdelijke ambtenaar van de Nederig
sche Zuivelcentrale uit Den Haag. De vri<
schap, welke tusschen den evangelist en 1
bestond, en daarbij zal ook wel een zei
suggestie een rol hebben gespeeld, waren 01
leiding, dat de tijdelijke ambtenaar ingelevi
kaastoewijzingen, welke nog niet voor geb:
ongeschikt waren gemaakt, aan B. ter
schikking stelde. Op deze wyze kwam B
het bezit van 1.094,300 rantsoenen, goed
totaal 111,000 kg kaas. Met deze toewijzn
deze bonnen op hun beurt weer by de Ne
Landsche Zuivel Centrale in.
Deze kaastoewijzingen worden aan de wi j
llers in ruil voor de consumentenbonnen
geven en kunnen bij de kaasgrossiers weer
hij zich de medewerking van eenige mari
die de grossiers bezochten. Velen traden L;
aanbiedingen van de heeren en betaar
0.80 voor toewijzingen van 1 kg. De PrijsT;
de kaas werd hierdoor veel hooger, docHT;
was geen bezwaar, want bulten de distrie]
om waren er altijd wel koopers voor te vir£
B. ontving op deze manier ruim 1500F
handlanger van hem in Den Haag, een 36-je,
reclameteekenaar, verkocht voor ongeveer*:
en kreeg als provisie 50 en een wollen dc^
De transacties van J. B. en consorten kwr
aan het licht door een kaasgrossier uit T.
zaan, die niet in het aanbod tot het kcopec^
kaastoewijzingen trad. Deze stelde de Ned.
velcentrale van zijn bevindingen op de h
en na een onderzoek door ambtenaren van
centrale was de politie in de zaak gemoeM
De Haagsche politie deed onmiddellijW3
uitgebreid onderzoek bij verschillende gro|3
in het land en dezen bekenden de toewijz)3
te hebben gekocht. Zij zullen door de N3
landsche Zuivelcentrale tuchtrechteUjk wIS
gestraft.
B. en de tydelijke ambtenaar zyn inmJ
gearresteerd en in het huis van bewaring
sloten.
Door de handelingen van B. is een hof11
heid kaas aan de distributie onttrokken, U
neerkomt op een dagrantsoen per hoofd vj
Nederlandsche bevolking.
14)
„Als je niets weet, vraag jc „och niets? HeeftHeino van
morgen iets gezegd?" vroeg zij dan haastig, de vraag vergezeld
doende gaan, naar Truus opmerkte, van een verlangenden blik.
„Neen, kind, ik weet heusch niets. Heino heeft vanmorgen
niets gezegd. Ik heb hem nauwelijks vijf minuten gezien en
gesproken. Maar toch weet ik, of liever voel ik, dat er iets tus
schen jullie voorgevallen is. Of vergis ik mij zoo deerlijk?"
Martha gaf geen antwoord, maar staarde naar buiten. Aan
haar wimpers hingen tranen.
„Hoor eens, Martha, je moet mij asjeblieft goed begrijpen.
Ik dring niet op een antwoord aan, hoor. Je behoeft me
heusch niets te vertellen. Even goede vrienden. Ik zal je alleen
zeggen, hoe ik tot mijn belangstellende vraag kom. 'k Heb ver
leden jaar, dunkt me, iets gemerkt. En n u nog veel duidelijker.
Er z i t iets. Wat, weet ik niet. Maar jij bent al lang niet op
dreef, 'k Geloof niet, dat moeder het al heeft opgemerkt. Of
zij heeft het wel gemarkt, maar zegt niets. Dat is ook mogelijk,
als ik bedenk, hoe moeder is. Maar hoe dat zij, Tjaard en ik
hebben wel gemerkt, dat je de oude niet meer bent. Je tobt
over iets. Je weet, dat we veel van je houden. Als het kan, wil
ik je helpen en raden, 't Is verkeerd van je, dat je alleen blijft
tobben en je verdriet want dat heb je, ik zie het al te goed
verkropt."
Nog gaf Martha geen bescheid. Ze verkeerde in heftigen
tweestrijd. Zij had behoefte, haar hart uit te storten, vooral bij
Truus, die het zoo goed met haar meende. Maar mócht zij
dat doen?
„Als iemand je iets vraagt of zegt," vroeg zij dan met moeite
'sprekend, „en je belooft, er met niemand over te zullen praten,
past het dan, om het tóch te doen?"
Zulk e^n vraag had Truus niet verwacht. Haar vlugge geest
bepeinsde, wat de aanleiding tot deze vraag kon zijn. Welke
wending kwam er nu in haar vermoeden?
„Het hangt er van af, wat er beloofd is en hoe de vork in de
steel zit", antwoordde zij voorzichtig.
„In het algemeen moet, als stilzwijgendheid is opgelegd of
gevraagd, die worden betracht, dat spreekt vanzelf. Tenminste,
wanneer het een eerlijke zaak geldt. Maar er kunnen omstan
digheden zijn, dat men zijn belofte niet behoeft te houden. Op
jouw vraag is dus niet een pertinent ontkennend of bevestigend
antwoord te geven."
„Zoo kom ik niet verder", klaagde Martha.
„Ja kind, ik weet niet, wat je bedoelt. Eerlijk gezegd kan ik
me niet voorstellen, welk zwaarwichtig geheim je niet zou
mogen vertellen. Kun je dan den persoon, die stilzwijgen ver
zocht, niet vragen, om jou je woord terug te geven, als hij toch
wéét, dat je het er moeilijk onder hebt?"
„Ik weet niet, wat ik doen moet", zei Martha.
Truus had intusschen gelegenheid gehad, om door te denken.
Zij ging vermoeden en dat vermoeden paste geheel in haar
veronderstelling dat Heino die bewuste persoon was. En
daarom besloot zij zich zekerheid te verschaffen.
,,'t Is anders nogal eenvoudig, Martha", zeide zij. „Die per
soon is nu in Groningen, 't Is warempel voor jou toch een kleine
moeite, om met Heino te praten!"
„Truus, je bent op de hoogte", riep Martha uit. „Is het niet
waar? Maar heeft Heino dan wat gezegd?"
„Ik weet niets. Heusch niet. Ik heb alleen vermoedens. En ik
bemerk nu, dat die vermoedens juist zijn. Misschien niet in de
kleinigheden, maar dan toch in hoofdzaak."
„Je kunt best gelijk hebben", meende Martha mat. „Ik weet
niet, of ik het zeggen moet en mag."
„Je moet het niet zeggen, maar je m o o g t het wel. Dat is
een ander antwoord dan zooeven. Maar toen wist ik niet, wat
ik nu weet. Je lijdt er onder. Het is voor jou veel beter', dat je
spreekt. Moet daaronder de reputatie van Heino lijden, dat
kun jij niet helpen. Dan moet hy zich maar behoorlijk gedragen
en zijn woord houden. Ik zal het je gemakkelijk maken en zeg
gen, wat ik vermoed. Je hebt dan alleen maar ja of neen te
zeggen. Vind je dat goed?"
Martha knikte, voelend, dat Truus, zonder te weten, vrijwel
op de hoogte was, iets, waarover zij zich, haars ondanks, ver
baasde.
En Truus zei hetzelfde, wat zij, als haar vermoeden, aan
Tjaard had opgemerkt. Terwijl zij sprak, zag zy aan Martha,
dat zij het bij het rechte eind had.
„Is het niet zoo?" vroeg ze.
„Zoo is het. Heino heeft mij gevraagd, zyn vrouw te worden,
en ik heb „ja" gezegd, want ik had hem lief en heb hem nog
lief", schreide zij.
Truus was vol medelijden. En haar toorn en minachting
jegens Heino was groot.
„En nu laat hij me links liggen en ontwijkt mij", klaagde
Martha. „Ik begrijp het niet, ik begrijp het niet. Er is 19
tusschen ons voorgevallen, niets, niets." F
Nu het ijs eenmaal gebroken was en nu zij gevoelde, hdö
mededeelingen haar verlichtten, zegde Martha al haar leeft
In korte, afgebroken zinnen, soms moeilijk sprekend. Mal9
uitte geen enkel bitter verwijt, waartoe toch alle aanWfj
was. Truus proefde er uit haar groote liefde tot Heino-
liefde, die hij in geen enkel opzicht verdiende. En steed] j
Martha's refrein: ik begrijp het niet, ik begrijp heit niet 1.1
Truus begreep het wel. Zij vermoedde het althans. He^g
moeden, dat zij aan Tjaard reeds had meegedeeld. Maar jö
van sprak zij Martha niet. Ook niet, toen deze haar de {9
streeksche vraag stelde: „Kim jij Heino's handelwijz^
grijpen?" j,
M't Is vreemd", ontweek Truus een direct antwoord. jv
't is, naar mijn meening, een minne handelwijze, die ik
Heino niet gezocht had."
„Hij kan er een reden voor hebben", zei Martha pleite^
Heino nog verontschuldigend. „Maar waarom zegt hij di[j
niet? 'k Heb er toch recht op, die te weten? Ik ben toch1!
speelbal?" kr
Voor het eerst werd de toon van haar spreken heftig, r
„Natuurlijk ben je geen speelbal, 't Is een schande, dat .'e
zoo handelt, 't Mag geen woord hebben. Maar intusschen
medelijden met je, kind. Ik kan mij heel goed voorstelleh
ontzettend je lijdt. En deze toestand van onzekerheid rag
kan niet langer voortduren. Weet moeder niets?" fa
„Ik heb er niet over gesproken", antwoordde Martha.
(Wordt verve!